vakblad voor schoolleiders
Themanummer
Andere Tijden
Loek Iedema, Christelijke basisschool De Burcht: “Wij zijn enthousiast over deze onderwijsvernieuwing”
De spelregels van andere tijden Andere tijden, andere scholen Schooltijden in beweging Komt tijd, komt bso
2
maart 2012, 6e jaargang
inhoud
04
rubrieken 04
Actueel
07
Bestuurscolumn
13
Open Mind
16
Vraag & antwoord
23
Mijn school
27
Column door Dirk van Boven
29
Ledenactueel
30
Column door Chris Lindhout
2
maart 2012
08 11 14 19 20 24 25 28
Loek Iedema, Christelijk basisschool De Burcht Door Harry Blume en Oscar Homan Er is iets met dat kind…, maar wat? Door Chris Lindhout Maatwerkmanagementopleidingen als coproductie Door Anne ter Beek en Ineke Naber Andere tijden Door Hans Notmeijer Pascal Delahaije van Het Kompas Door Harry Blume en Oscar Homan Andere tijden… andere scholen Door Chris Lindhout Schooltijden in beweging Door Klaas Jurjens Goed ademhalen is de basis voor een gezonde leerkracht Door Ad de Wit
14 08 25
colofon
Direct is een uitgave van CNV Schoolleiders en is bestemd voor leidinggevenden in het primair en voortgezet onderwijs. Hoofdredactie: Rob Bovee (tijdelijk) Redactie: Martin de Kock, Fokke Rosier, Wim Oostra, Henk Andeweg, Chris Lindhout Eindredactie: Froukje Meerman, Sonia Piccirillo E-mail:
[email protected] Fotografie: Frans van Zijst Bureau CNV Schoolleiders Postbus 2510 3500 GM Utrecht E-mail:
[email protected] Directieadvies leden CNV Schoolleiders: Ed Weevers (030) 751 10 04 E-mail:
[email protected] Advertenties: Recent BV (020) 330 89 98
[email protected] CNV Schoolleiders Ledenadministratie
[email protected] (030) 751 10 03 Opmaak: FIZZ reclame + communicatie, Meppel Druk en afwerking: Ten Brink, Meppel (0522) 24 61 62 Direct is het officiële orgaan van CNV Schoolleiders. Sinds november 2010 is er de mogelijkheid om een los abonnement te nemen op Direct. De kosten zijn € 46,00 per jaar voor 8 nummers. Hiervoor is geen lidmaatschap van CNVS vereist. Bij een lidmaatschap van CNV Schoolleiders is toezending van het blad inbegrepen.
directief
“Mooi gras hier! Groet uit de ArenA. Actie!” Aldus een tweet van een strijdbare collega uit het SBO op 6 maart. Schoolleiders steunden onder hun aanvoering massaal de leerkrachten die zich verzamelden in Amsterdam. De Tweede Kamer zette later die middag stevig het regeringsstandpunt neer. Een weldoorvoed, goed gebruind Kamerlid van een regeringspartij zette op zijn bekende wijze het onderwijs neer, terwijl de oppositie duidelijk maakte dat je zo de mensen in het veld niet mag bestempelen. De voorgestelde bezuinigingen blijven het onderwijsveld nog steeds parten spelen, terwijl het principe van Passend Onderwijs wel wordt ondersteund. “Het onderwijs wordt als enige ontzien in de bezuinigingen”, wist een ander Kamerlid. Zuiver financieel klopt dat. Maar moreel is er heel wat mis binnen ons bestel. Ten koste van zwakke leerlingen en hun goed opgeleide begeleiders wordt prestatiebeloning gezien als het ei van Columbus. Amerikaanse onderzoeken worden er door zowel de voor- als tegenstanders bijgehaald. Als er vijftigduizend betrokken werknemers uit de sector worden genegeerd, is de benaming ‘volksvertegenwoordiging’ wel erg ruim geformuleerd. En dat terwijl de bereidheid er is om het onderwijs zo in te richten dat er minder thuiszitters zijn en dat er efficiënter wordt omgesprongen met een nauwelijks zes jaar bestaand systeem van regionale zorgcentra. Zo rigoureus snijden in de ambulante begeleiding met zoveel extra werklozen is contraproductief. Het effect van de klassenvergroting zal als een boemerang terugkomen. Met een volgende bezuinigingsronde voor de deur en christelijke partijen die vinden dat deze nieuwe wetgeving de vrijheid van onderwijs aantast, wordt het allemaal nog spannend. Lees verder op pagina 4 >
maart 2012
3
actueel Onderwijs Academie
Ooit van kostenremanentie gehoord?
In opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap onderzocht het Instituut voor Onderzoek van Overheidsuitgaven (Stichting IOO) de CNV Onderwijs Academie verzorgt kostenontwikkelingen bij schoolbesturen studiedagen en bijeenkomsten voor u in krimpgebieden. Uit het onderzoek en uw team op maat. blijkt dat de kosten in het primair onderVoor meer informatie of een vrijwijs in een lager tempo dalen dan de blijvende offerte kunt u contact Academie verzorgt studiedagen Vijs Onderwijs Academie verzorgt studiedagen inkomsten. opnemen met de afdeling Intake via msten voor u en uwofteam op maat. bijeenkomsten u en uw team op maat. Bij het merendeel van de onderzochte 030-75 11 voor 785 aanvraagcursus@ feer eeninformatie vrijblijvende offerte kunt u contact met deopnemen met of een vrijblijvende offerte kunt u contact de schoolbesturen was sprake van niet cnvo.nl. Zie voor meeropnemen informatie 75 11 785via of 030 via
[email protected]. g Intake 75 11 785 of via
[email protected]. realistisch begroten. Het geringe www.cnvo.nl/academie. website www.cnvo.nl/academie. k ook eens onze website www.cnvo.nl/academie. Schoolleiders realiteitsgehalte bleek uit een gebrekkige aansluiting tussen (te verwachten) Academie inkomsten en de begrote uitgaven of uit het niet scheiden van incidentele en structurele middelen. Daarbij komt dat het merendeel van de schoolbesturen geen meerjarenraming maakt. Voor zover dit wel is gebeurd, ontbreekt het in de meerjarenraming aan een relevante samenhang tussen te verwachten ontwikkelingen op de terreinen van leerlingeninstroom, kenmerken van de
G OF BEGELEIDING NODIG?NODIG? UDIEDAG OF BEGELEIDING
ner in training en advies w partner in training en advies
Coaching om uitval te voorkomen
Het is een bewogen tijd in onderwijsland. Stakingen tegen de voorgestelde bezuinigingen roepen veel discussie op in de samenleving. Door alle ontwikkelingen ervaren leerkrachten meer en meer druk. Hoe daarmee om te gaan om uitval te voorkomen, beschrijft Joke van Hardeveld in onze volgende editie. Onder haar handelsnaam Coaching & Caring coacht en adviseert zij bedrijven die te kampen hebben met ziekteverzuim en die de gevolgen daarvan willen terugbrengen. Hardeveld combineert daarbij haar vaardigheden als coach en counselor met die van caremanager.
personeelsformatie, interne beleidsmaatregelen en aangekondigde maatregelen van de zijde van subsidiegevers enerzijds en te verwachten kosten anderzijds. Het hebben van een goede meerjarenbegroting is in deze tijd noodzakelijk. Voor de continuïteit van de scholen, voor het urgentiebesef binnen de organisatie om kosten en opbrengsten aan elkaar te verbinden en om de toezichthouders onder de nieuwe Wet goed onderwijs, goed bestuur goed te kunnen informeren. O2L ontwikkelde een meerjarenbegrotingsmodel op basis van de verwachte leerlingeninstroom, personeelsformatie, beleidsmaatregelen en potentiële bezuinigingen en andere financiële risico’s. Geïnteresseerd? Bestel de meerjarenbegroting via www.o2l.nl/downloads/ instrumenten. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Ronald te Loo via 010 – 258 77 22.
50.000 stakers in Amsterdam ArenA
De grootste onderwijsstaking ooit > Vervolg pagina 3
Er waren veel schoolleiders aanwezig. Hartelijk dank ook namens CNV Schoolleiders voor uw steun binnen en buiten de ArenA.
Gedichtenbundels Mail voor meer informatie of om de gedichtenbundels van Chris Lindhout te bestellen naar
[email protected].
4
maart 2012
Er werden flink wat amendementen ingediend. Het democratisch proces krijgt zijn vervolg in de Eerste Kamer. Een democratie die zo haar toekomst op het spel zet en voor de besluitvor-
ming afhankelijk is van een van de 225 volksvertegenwoordigers, maakt deze stelselwijziging met de ongepaste bezuinigingen daarop tot de risee van de eerste decennia van de 21ste eeuw.
agenda Woensdag 4 april
Pedagogiek in de onderwijspraktijk Onze maatschappij stelt hoge eisen aan leraren. Kinderen moeten goede resultaten behalen, maar ook ondersteund worden in hun sociaal-emotionele ontwikkeling. De leraar moet zorgen voor een veilig en optimaal leerklimaat voor iedereen in de klas. Hoe vind je als leraar een manier van pedagogisch handelen die voldoet aan alle eisen, en waarin je ook nog jezelf kunt vinden? Het boek Pedagogiek in de onderwijspraktijk bespreekt drie dimensies van de pedagogische visie. Hierbij is er
Congres OnderwijsNU 14.00-15.30 uur specifieke aandacht voor passend onderwijs, omgaan met diversiteit en voor het samenwerken met ouders en educatieve professionals in en rond de school. U kunt de publicatie bestellen voor € 26,50 via Coutinho uitgeverij: www.coutinho.nl.
Wiskunde verplicht op havo Wiskunde wordt een verplicht vak voor alle havo-leerlingen. Voor vwo-leerlingen was wiskunde al verplicht. Met deze maatregel wil het kabinet alle leerlingen beter voorbereiden op het hoger onderwijs. De ministerraad heeft hiermee ingestemd op het voorstel van minister Van Bijsterveldt. Op dit moment is wiskunde nog niet verplicht voor havo-leerlingen met het profiel cultuur & maatschappij, terwijl deze groep de laagste doorstroom heeft naar het hoger onderwijs en de hoogste uitvalcijfers. Vanaf het schooljaar 2015/2016 wordt wiskunde verplicht voor alle havoleerlingen.
Aangifte doen en schade verhalen ‘Geweld in de klas, een taboe’, kopte recent een bekend landelijk dagblad. In het artikel zeggen leraren grote behoefte te hebben aan steun van hun managers als zij te maken hebben met agressie. Bijvoorbeeld steun in de vorm van ingrijpen ter plekke, nazorg, duidelijke protocollen en heldere huisregels voor ouders, leerlingen en studenten, en gedragsregels voor medewerkers. Agressie-incidenten komen te vaak voor, ook in het onderwijs. Dat medewerkers en scholen daarover open zijn of een duidelijk agressiebeleid voeren, is nog geen gebaand pad. Voor medewerkers kan dat tot gevolg
hebben dat zij lang angstig zijn of het zichzelf aanrekenen als een leerling agressief is. Regionale bijeenkomsten Wilt u weten hoe u agressie-incidenten kunt voorkomen? Wilt u uw medewerkers en collega’s goed steunen? Heeft u interesse in individueel contact of juist in bijeenkomsten met andere scholen en/of onderwijsinstellingen bij u in de regio? Kijk voor meer informatie op www.evpt.nl of deel uw wensen met Jeanne van Grunsven, adviseur bij het expertisecentrum Veilige Publieke Taak, via 070 – 376 57 00.
CNV Onderwijs organiseert het congres OnderwijsNU, met een mix van actuele onderwerpen. Hoe maakt uw school de stap naar de school van morgen? OnderwijsNU biedt inzicht in de ontwikkelingen in het onderwijs. Samen kijken we vooruit naar het onderwijs van (over) morgen. Het programma bestaat uit interessante workshops geclusterd rond de drie thema’s: 1. ontwikkelingen binnen de school 2. ontwikkelingen voor het onderwijspersoneel 3. ontwikkelingen in de maatschappij Voor schoolleiders is bijvoorbeeld het onderwerp ‘Effectieve schoolprofilering’ interessant. Kijk voor de andere onderwerpen op www.cnvo.nl/onderwijsnu.
Woensdag 16 mei Workshop Goed ademhalen, werkt beter 14.00-15.30 uur CNV, Tiberdreef 4, Utrecht Ervaar nu zelf wat goed ademhalen is en waarom goed ademhalen zo belangrijk is. Hoe kunt u medewerkers herkennen die verkeerd ademen en wat is eraan te doen? Wat kan goed ademhalen betekenen voor de kwaliteit van de leerkrachten en de kwaliteit van het onderwijs op de school? Kom naar de workshop Goed ademhalen, werkt beter en laat u inspireren. U kunt zich aanmelden voor 7 mei via
[email protected].
maart 2012
5
Verkiezing Leraar van het Jaar De Onderwijscoöperatie organiseert ook dit jaar de verkiezing ‘Leraar van het Jaar’. Tot en met 13 april kunnen leerlingen, collega’s en ouders leraren aanmelden via www.deleraarvanhetjaar.nl. Om ook in 2012 kanjers van leraren tot winnaars te kunnen benoemen, is er een gedegen jurytraject. De eerste selecties uit alle aanmeldingen worden gedaan door leraren die zelf in de betreffende sector (primair onderwijs, voortgezet onderwijs of middelbaar beroepsonderwijs) werken. Een aantal leraren die voor de Onderwijscoöperatie werkt, heeft al aangegeven in dit traject actief te willen zijn, maar we zoeken nog meer juryleden. Van de leraren in de beroepsjury wordt het volgende verwacht. • Je werkt in het PO, VO of mbo en bent actief betrokken bij de Onderwijscoöperatie of in het verleden genomineerd voor ‘Leraar van het Jaar’. • De gegevens van alle aangemelde leraren worden aangeleverd in een Excel-bestand. Je beheerst Excel voldoende om deze gegevens te bekijken. • Je maakt tussen 13 en 21 april een persoonlijke top 10 van alle aangemelde leraren in de onderwijssector waarvoor je jureert. Het overzicht met aanmeldingen voor jouw sector ontvang je per e-mail. • Je bent op zaterdag 21 april beschikbaar om als jury bij elkaar te komen (locatie volgt) en in gesprek met medejuryleden de tien genomineerden te bepalen voor jouw onderwijssector. • Je bent bereid om op een zaterdag rond de start van het schooljaar (wordt gezamenlijk vastgesteld op 21 april) op basis van ingestuurd materiaal met medejuryleden drie finalisten te bepalen. Je bent op 29 september uitgenodigd aanwezig te zijn bij de bekendmaking van de winnaars van ‘Leraar van het Jaar 2012’. Tijd en locatie volgen. De vergoeding voor deelname aan het hele beroepsjurytraject bedraagt € 400 exclusief reiskosten. Ben je leraar, betrokken bij de Onderwijscoöperatie en vind je het leuk en zinvol om met collega’s te praten over welke leraren in aanmerking komen voor de verkiezing Leraar van het Jaar 2012, neem dan plaats in de beroepsjury door een mail te sturen aan juryvoorzitter Thea Nabring via
[email protected].
6
maart 2012
column The Times They Are a-Changin’ is een bekend lied van Bob Dylan uit de zestiger jaren. Van de titel zegt Dylan: “Het is een gevoel!” Bij inspecteurs en inspectiebezoeken heb ik ook altijd een gevoel… Begin zeventiger jaren had ik mijn eerste ontmoeting met een inspecteur. Ik moest meer op het schrijven letten. Midden zeventiger jaren volgde de tweede ontmoeting met een inspecteur. Ondertussen h.d.s. (hoofd der school). Onaangekondigd kwam hij het lokaal binnen (ambulante tijd: een dagdeel per week) en zei: “Ik ben de inspecteur!” Ik schrok en stamelde: “Zal ik uw jas aannemen?” Ik bood hem een stoel aan en de inspecteur ging achterin de klas zitten en ik vervolgde mijn les. Na een tijdje zei hij: “Ik wil graag nog de andere klassen bezoeken.” Een jongen uit de klas bracht de stoel naar klas 1 (de huidige groep 3). Na afloop van het schoolbezoek gaf de inspecteur me een hand en ik vroeg schuchter: “Zijn er nog bijzonderheden?” Hij antwoordde: “Ik heb een goede indruk gekregen!” Daar ging hij weer en daar deed ik het mee. In mijn loopbaan ontmoette ik meerdere inspecteurs, maar toen ik de inspecteur nodig had, bleek telefonisch contact met de vertrouwensinspecteur het hoogst haalbare. Een collega werd op non-actief gesteld vanwege ‘vermeende pedofiele handelingen’. Wat een onrust, maar het meest is mij het verdriet bij gebleven. De tranen bij de ouders, maar vooral de ‘tranenstroom’ bij collega’s vanwege boosheid, medelijden, teleurstelling. Allerlei hulpinstanties boden ondersteuning, van slachtofferhulp tot en met (zeden)politie. Niets dan lof voor hen. En de inspectie? Telefonisch contact en verslagen aanleveren. Ondertussen maakten de teamleden wellicht het meest turbulente leerproces mee uit hun hele loopbaan: • letten op signalen en (noodzakelijke) reacties hierop niet uitstellen; • elkaar aanspreken op niet professioneel handelen: niet het controleren van elkaar, maar daardoor elkaar te beschermen (bijvoorbeeld de verantwoordelijkheid van een leerkracht bij het zwemmen);
Gerard Prins Adviseur CNV Schoolleiders, oud-voorzitter PCSO
•h et aandurven kritisch naar elkaar te kijken bij de omgang met ouders en kinderen; •g renzen stellen – afspraken over chatten –, maar ook grenzen bewaken; enzovoorts. Recent kwam de inspecteur op bezoek. Vanwege overbelasting op het ene inspectiekantoor sprong een inspecteur van ‘elders’ bij. Punctueel werd het bezoek aangekondigd met een draaiboek tot op de minuut nauwkeurig. Er werd professioneel/ kritisch gekeken naar de gang van zaken binnen de school, de
Tijden veranderen aangeleverde documenten, behaalde scores, enz. Een positief/ kritisch gesprek met ib’er, rt’er en directie sloot het bezoek af. Een paar dagen later volgde de schriftelijke neerslag van de inspecteur. Het leek het meest op een uitgebreid woordrapport en een kort cijferrapport. We kunnen weer vier jaar verder… De moraal van het verhaal? The Times They Are a-Changin’ is een prachtig lied, het is (om met Bob Dylan te spreken) ‘een gevoel’. Mijn gevoel zegt mij na vele inspecteurs te hebben meegemaakt: ‘de ene inspecteur is de andere niet!’
maart 2012
7
CNV Schoolleiders op bezoek bij…
Loek Iedema van Christe De zoektocht van CNV Schoolleiders naar best practises in het kader van andere (school)tijden leidt de redactie van Direct naar Christelijke basisschool De Burcht in Heerenveen. Loek Iedema is directeur van deze school en heeft contact opgenomen naar aanleiding van de oproep in Direct. Hij is met zijn school enthousiast over deze onderwijsvernieuwing.
L
oek Iedema getuigt tijdens het gesprek meermalen van een ondernemersmentaliteit en die vormt een basis voor zijn verhaal. De Burcht ligt midden in een nieuwbouwwijk in Heerenveen die nog niet helemaal af is. Om die reden groeit de school tegen de landelijke en lokale krimp in. In de tien jaar dat de school nu bestaat, is hij gegroeid van vier naar 320 leerlingen. Iets waar veel scholen van dromen in deze tijd van nationale krimp. Iedema prijst zich dan ook gelukkig met deze ontwikkeling. De openbare school in het gebouw is geen concurrent, vindt hij, al vissen ze natuurlijk wel in dezelfde vijver. Ze delen het gebouw met nog enkele andere huurders* en maken samen deel uit van een multifunctionele accommodatie, waarin ook gehandicaptenzorg en seniorenvoorziening een plek hebben. Eigenlijk ontbreekt alleen nog een buurtsuper. Perspectief Iedema heeft het onderwerp ‘andere tijden’ geagendeerd op een ouderavond en heeft daar voorlichting gegeven over de voors en tegens vanuit onderwijsperspectief. Discussies met de ouders zijn
‘De leerlingen doen een haalbaarheidsonderzoek naar het vestigen van een buurtsuper’ niet plenair gedaan, maar in bouwgroepen, waarin de algemene ouderavond werd opgesplitst. Daarna is er een peiling uitgezet onder alle ouders van de school en die is bewust eenvoudig gehouden. Het leverde een positieve uitslag op, waarmee het schoolteam meteen aan de slag kon. 73 procent was voor invoering van een continurooster, 21 procent tegen en de rest was neutraal. Iedema is ervan overtuigd dat je de ouderraadpleging betreffende invoering van andere schooltijden zo eenvoudig mogelijk moet houden: je bent voor of tegen een model. Zodra je van alles aan ouders gaat vragen, krijg je verschillende antwoorden, waarmee
8
maart 2012
je vervolgens weinig kunt. Communicatie is heel belangrijk, daarvan is hij overtuigd. Hij heeft naast informatieavonden veel tijd geïnvesteerd in gesprekken met ouders om hen te overtuigen van de
Fotograaf: Frans van Zijst
elijke basisschool De Burcht
kwaliteit van het model. Ouders kijken vooral naar de vraag: ‘hoe krijg ik het geregeld?’ De vraag ‘wat is het beste voor mijn kind?’ komt op de tweede plaats.
Continurooster Bij De Burcht is gekozen voor een continurooster van 8.15 tot 14.15 uur. Tussen de middag drie kwartier pauze, waarbij eerst een kwartier gezamenlijk wordt gegeten en vervolgens een half uur wordt gespeeld. De leerkracht eet samen met zijn groep
maart 2012
9
Door invoer van het nieuwe rooster zijn er ook minder verkeersbewegingen; een gunstige ontwikkeling. De meeste ongelukken zijn tenslotte verkeersgerelateerd. Het schoolplein is door een hek afgesloten van de naastgelegen weg. Binnen het gebouw is een samenwerking met de openbare school en een opvangpartner Kinderwoud. Verschillende organisaties verzorgen een naschools aanbod dat sterk varieert. Muzieklessen, toetsvaardigheidstraining, workshops kunst en djembé, maar bijvoorbeeld ook Engelse les. De opvang maakt eveneens gebruik van het naschoolse aanbod.
en gaat mee naar buiten. Leerkrachten die pleinwacht hebben, nemen een volgend halfuur pauze en worden dan vervangen. Zo komt iedereen aan zijn trekken. Voordeel is dat de kinderen niet veel overgangen ervaren naar wie ze moeten luisteren. Op de vraag naar de samenstelling van het team, geeft Iedema aan dat de gemiddelde leeftijd bij hem zo’n 36 jaar is bij een teamomvang van 22 leerkrachten. Dat is jong, maar ook deze school heeft enkele oudere ervaren leerkrachten. Na invoer van het nieuwe rooster wil niemand van het team meer terug en er is ook niet één leerling vertrokken van school vanwege bezwaren tegen het model.
8.15 – 10.00 uur
Lestijd
105 minuten
10.00 – 10.15 uur
Speelkwartier
15 minuten
10.15 – 11.45 uur
Lestijd
90 minuten
11.45 - 12.30 uur
Lunch/ spelen
45 minuten
12.30 – 14.15 uur
Lestijd
105 minuten
8.15 - 11.45
Blok 1
Blok 2
Blok 3
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Onderwijs
Onderwijs
Onderwijs
Onderwijs
Onderwijs
11.45 - 12.30 Lunch/spelen
Lunch/spelen Lunch/spelen Lunch/spelen Lunch/spelen
12.30 - 14.15 Onderwijs
Onderwijs
Onderwijs
Onderwijs
Onderwijs
14.15 - 18.30 Vrije tijd/ opvang
Vrije tijd / opvang
Vrije tijd / opvang
Vrije tijd / opvang
Vrije tijd / opvang
10
maart 2012
Buurtsuper Iedema is met groep 8 vanuit sociaalmaatschappelijke context een project gestart, waarbij de leerlingen een haalbaarheidsonderzoek doen naar het vestigen van een buurtsuper. Ze gaan onder begeleiding van ouders met verstand van zaken onderzoeken of aan alle voorwaarden kan worden voldaan. De leerlingen onderzoeken wensen ten aanzien van aanbod alsmede openingstijden en alle andere bedrijfsmatige aspecten. Voor groep 8 is het een mooi project en het kan geen kwaad om zo’n realistisch onderwerp bij de hoorns te vatten. Er is een intrinsieke motivatie om een super in het centrum te willen, ook al haalt het nu de media dat de beschikbare ruimte te klein zou zijn. Zo breng je de wens toch een stapje dichterbij… * De partijen die gevestigd zijn in MFA De Spil in Heerenveen: - Stichting openbaar scholennetwerk De Basis - Vereniging christelijk onderwijs - Kinderopvangorganisatie Kinderwoud - Stichting Talant - Stichting Caleidoscoop - De wijkvereniging Skoatterwâld - Gemeente Heerenveen - Stichting zorgcentra Moerborch - Stichting Thuiszorg de Friese Wouden Meer informatie kunt u lezen op www.vcoheerenveen.nl
Er is iets met dat kind…, maar wat? ‘Er is iets met dat kind, maar wat?’ Deze verzuchting hoort iedere directeur regelmatig voorbij komen. Of direct van de werkvloer, of wel via de zorgafdeling c.q. IB-er. Er zijn van die kinderen waarop je geen sticker kunt plakken. Je voelt dat het niet helemaal oké is, maar wat er nou precies is, dat kun je niet in woorden samenvatten.
D
eze bijdrage gaat over die kinderen. Met de heftige bedoeling geen nieuwe sticker te maken. We denken al veel te snel dat we door te stickeren rustig achterover kunnen leunen. Driewerf nee! Geen nieuwe stempels! De kinderen die ik in het licht wil zetten, zijn namelijk gewoon. Gewoon… bijzonder. Ze zitten in elke groep, leveren meestal geen probleem op, behalve dan dat we ze een beetje ‘watjes’ vinden, verlegen, bescheiden, teruggetrokken of negatief gezegd: angstig, geremd, lastig en zenuwachtig.
Kennismaking In 1991 beschreef Elaine N. Aron, universitair docent en psychotherapeute in Amerika, voor het eerst deze kinderen. Deze kinderen die bedachtzamer en gevoeliger zijn. Gemakkelijk van
streek raken en soms extravert reageren. Kinderen die, zoals de ondertitel van haar boek zegt, ‘opgroeien in een wereld die hen overweldigt’. HSP’s (hoog sensitieve personen) of wat voor ons belangrijk is, HSK’s (hoog sensitieve kinderen) zijn geen nieuwe hype of uitvinding. Ze waren er altijd al. Het lijkt echter of in dit tijdsgewricht er meer komen bovendrijven c.q. er meer aandacht voor is. Zo’n 20 procent (!) van de kinderen is hoogsensitief. Van die hele groep rea-
maart 2012
11
geert 70 procent introvert en 30 procent extravert op de prikkels die op hen afkomen. Sensitief is een nog groter percentage kinderen; tot wel 60 procent van de aan onze zorg toevertrouwde kinderen. Dus elke leerkracht kent ze. Op zich worstelen de hoogsensitieve kinderen zich prima op eigen houtje door het leven heen. Hier en daar een kras op de ziel is niet verkeerd en een beetje vechten voor je plekje is vormend. Helaas gaat er ook een aantal aan onderdoor. Ze plegen zelfmoord of zijn levens-
‘Zo’n 20 procent van de kinderen is hoogsensitief’ lang ongelukkig. Ongelukkig, omdat ze zich vreemd voelden (voelen) in een wereld waarin ze leven. In het basisonderwijs kunnen we deze kinderen helpen zichzelf te vinden en zich niet meer vreemd, maar als ‘bijzonder gewoon’ of ‘gewoon bijzonder’ te zien. Opvallend (en leuk) is om te merken dat als ik een cursus voor ouders dan wel leerkrachten geef, er altijd mensen zijn die zichzelf als HSP herkennen en daarmee uitermate blij zijn. ‘Ik was dus niet zo gek, als ik dacht te zijn of waarvoor men mij hield’ is dan een veel gebruikte uitdrukking. Je kunt HSK’s lastig herkennen. Ze hebben een aangeboren drang om zich aan te passen aan de (sociale) omgeving. Toch zitten ze bij jou in de groep. Sommigen hebben er geen ‘last’ van, anderen wel. Waar het om draait Het draait bij HSK’s voornamelijk om prikkels en de verwerking van prikkels. Het systeem waarbij prikkels gezeefd worden (dit laat ik wel toe en dat niet), is verstoord. Alle prikkels komen even hard binnen. En dat het aantal prikkels de laatste tientallen jaren enorm is toegenomen, is een open deur. Geen wonder dat er steeds meer kinderen moeite hebben met het verwerken van die prikkels en last krijgen van overprikkeling. Je hoort op allerlei terreinen geklaag over het gebrek aan rust dat onze kinderen hebben en uitstralen. Rust is een kostbaar goed geworden en we jagen ons en de kinderen op tot grotere presentaties en een hoger rendement. Tijd is geld. Klaar met je werk? Niet stilzitten maar een extra taak geven! Een aantal kinderen (20 procent) reageert daar ‘vreemd’ op. Een groep blokt alle prikkels en wij pakken dan de sticker ‘autisme’ en een andere groep reageert op alle prikkels, hetgeen ons naar de sticker ‘ADHD’ doet grijpen. Kortom, is mijn opvatting, (hoog) sensitiviteit is de paraplu, waaronder alle ‘bekende afwijkingen’ vallen. Her- en erkenning van sensitiviteit in de basisschool en
12
maart 2012
een adequate aanpak daarvan zou helpen om deze kinderen zich beter in hun vel te laten voelen. Geopperd wordt wel dat veel stickers in de la kunnen blijven bij een juiste benadering. Simpele zaken als de plaats in de groep, de sociale structuur van het groepje waarin een HSK zit, een herijking van het prikkelrijke lokaal en het inbouwen van rustmomenten, zijn niet alleen voor HSK’s, maar voor alle kinderen heilzaam. “Jouw opmerking over de inrichting van mijn lokaal heb ik serieus genomen en ik heb er eens figuurlijk de bezem door gehaald en wat blijkt? Mijn hele groep is rustiger geworden”, mailde een cursist mij. “Door Janneke uit mijn groep als HSK te zien, gaf rust bij haar, maar zeker ook bij mij. Nu ik snap hoe ze dingen beleeft en doorleeft, is de druk eraf”, mailde een andere collega. Vragende ogen In een volgend artikel wil ik graag ingaan op het kind dat je met vragende ogen aankijkt op een simpele opdracht. Het kind dat altijd te laat klaar is. Het kind dat zo afwachtend is op het plein. Het kind dat nooit de vinger opsteekt. Het kind dat… Het kind waarvan je denkt: ‘er is iets met dat kind, maar ik weet niet wat’. Chris Lindhout U kunt reageren op dit artikel via
[email protected].
Open mind Codes voor goed bestuur schrijven voor dat raden van toezicht (of breder: het interne toezichthoudende orgaan) eens per jaar het eigen functioneren evalueren. Ik heb dat inmiddels vaak als extern adviseur begeleid en dat heeft geleid tot interessante observaties.
van toezicht eisen aan zichzelf stelt als het gaat om aanwezigheid bij vergaderingen, actief bijdragen aan de kwaliteit van de vergaderingen en overige activiteiten van de raad, en het voeren van functioneringsgesprekken voorafgaand aan een eventuele herbenoeming. Ook het bewaken van de rolvastheid van individuele leden in en buiten vergaderingen is deel van dit geheel.
Periodieke terugblik Veel raden van toezicht of toezichthoudende besturen zijn nog zoekende naar de nieuwe positie. Als gevolg van de Wet goed bestuur, goed onderwijs heeft de splitsing van bestuur en intern toezicht juridisch zijn beslag gekregen, maar dan begint het natuurlijk pas echt. Hoe komen we goed in onze nieuwe rol? Wat doen we wel en wat doen we niet? Ook raden van toezicht die al langer
• Kwaliteit van het orgaan Bij de voorzitter van de raad van toezicht berust een extra, eigen verantwoordelijkheid als het gaat om de kwaliteit van het toezichtorgaan. Het zou mooi zijn als de overige leden deze eigen verantwoordelijkheid daadwerkelijk aan de voorzitter zouden opdragen. Er is in de meeste gevallen (een stichting) immers geen hoger orgaan? Men kan hier denken aan de zorg voor een evenwichtige, deskundige samenstelling van de raad en voor activiteiten op het gebied van deskundigheidsbevordering. Men kan denken aan acties in het kader van de betrokkenheid en participatie van de leden.
Zelfevaluatie raad van toezicht bestaan, maken er een goede gewoonte van om jaarlijks het eigen functioneren aan een kritische blik te onderwerpen. Wat valt op? • Meer activiteit, meer informanten Veel nieuwe raden van toezicht ontwikkelen meer activiteiten dan in de fase die voorafging, die van het klassieke bestuur. Dit ligt in het verlengde van de verzwaring van de rol van interne toezichthouders. Simpel gezegd, je komt tegenwoordig niet meer weg met vijf vergaderingen per jaar. Ik zie op veel plaatsen dat raden van toezicht naast de vergaderingen met de bestuurder (het college van bestuur, de directeur-bestuurder) andere informanten raadplegen (zie vorige Open Mind) en eigen activiteiten ontwikkelen. • Meer activiteit, ook intern Veel raden van toezicht stellen werkcommissies in die opdracht hebben om onderwerpen voor de plenaire vergadering van de raad voor te bereiden. Meestal gaat het om de instelling van de auditcommissie en remuneratiecommissie, soms ook van de benoemingscommissie en de onderwijs- en identiteitscommissie. Ik beschouw het als uitingen van ‘serieus werk maken van eigen verantwoordelijkheid’. • Zelfdisciplinering Met dat ‘serieus werk maken van eigen verantwoordelijkheid’ hangt samen dat de raad
• Spiegelen Juist in situaties van veel vernieuwing (het orgaan is nieuw, maar ook de feitelijke bemensing van dat orgaan) is het verstandig af en toe afstand te nemen van de situatie en te reflecteren op de vraag: doen we dit goed? De jaarlijkse evaluatie van de raad als geheel is daarvoor een goed moment. Maar er is weinig op tegen om dat op andere momenten en andere manieren te doen. En dat zie ik gebeuren. Bijvoorbeeld doordat de voorzitters van de raad van toezicht en het college van bestuur elkaar periodiek informeel spreken. Dat zijn mooie gelegenheden om de kwaliteit van de governance met elkaar te ‘monitoren’ en om zaken af te tasten en signalen af te geven. Een andere manier om het functioneren van de raad van toezicht te evalueren is via een (soms tijdelijke) instelling van een governancecommissie die speciaal bedoeld is om de nieuwe verhoudingen verder uit te lijnen. Zeker een nuttige optie in situaties waarin er nog veel moet gebeuren, bijvoorbeeld op het gebied van informatievoorziening en interne governancepatronen (verhouding college van bestuur tot de locaties en de centrale staf). Inconsequenties Een opmerking ter relativering. Organisaties functioneren volgens structuren en reglementeringen (statuten en reglementen). Landelijke codes voor goed bestuur geven daaraan richting. Onderwijsaanbieders vertalen die naar de eigen situatie, mede rekening houdend met wat ik gemakshalve noem lokale tradities en eigenheden. Ik heb regelmatig evaluaties gemerkt dat dit laatste kan leiden tot opmerkelijke inconsequenties. Vanuit ‘het systeem’ geredeneerd zie je dan situaties ‘die niet kunnen’. Net zo opmerkelijk en verrassend is dat sommige van die inconsequenties bestaan tot grote tevredenheid van alle betrokken partijen. Dat kan. En daar is mijns inziens dan niets mis mee. Toch?
Wilt u reageren op deze column? Dat kan via harm.klifman@ vbent.org.
Harm Klifman
maand maart 2011 2012
13
Maatwerkmanagement Het aanbod aan managementopleidingen is immens. Bij het uitzetten van de opleidingskoers valt op dat steeds meer besturen en directies in plaats van ‘open’ leerprogramma’s kiezen voor maatwerkopleidingen voor (midden)management, bovenschools management en besturen. Opleidingen die in coproductie ontwikkeld zijn rond de specifieke behoeften van de deelnemers én organisatie en waarin samen met de externe partner het pad wordt bepaald.
I
n onze visie liggen aan de basis van een succesvol en resultaatgericht managementmaatwerktraject de volgende succesfactoren.
• Expliciteren van leer- en gedragsstijlen Explicitering van leeropvattingen en gedragsstijlen die horen tot de basisuitrusting van deelnemers, onder meer met behulp van het LIFO-model. • Explicitering van visie op schoolleiding en middenmanagement Visie op de opdracht, functie en taken van de schoolleiding en het middenmanagement in de actuele context. •L eercyclus als leidraad Ervaringen opdoen (doen), reflecteren op die ervaringen (bezinnen), die reflecties omzetten in een theorie (denken),
Praktijkvoorbeeld: kweekvijver middenmanagers Stichting RK basisscholen Vleuten, De Meern, Haarzuilens, het bestuur van vier grote basisscholen in het midden van het land, wil toekomstige vacatures in het (midden-)management vanuit de eigen gelederen invullen. Ze vraagt KPC Groep om een opleiding te verzorgen. Tien zeer gemotiveerde personeelsleden doorlopen de leergang Basis voor Middenmanagement en ontvangen in juni 2011 een certificaat. Met opdrachtgevers en deelnemers wordt afgestemd over zowel de koppeling van inhoud en opdrachten aan de wensen en ambities van de organisatie als het aanwezige potentieel aan talent. Hans Somers, directeur van basisschool Het Veldhuis, blikt namens Stichting RK basisscholen Vleuten, De Meern, Haarzuilens terug op de leergang. “Wij stellen vast dat vrijwel alle ‘kwekelingen’ met de nieuwe bagage beter zijn gaan functioneren in hun huidige functie, of zelfs al een stapje richting directie hebben gezet. Voor onze stichting is dit een belangrijke ontwikkeling, omdat over vier jaar drie directeuren, vanwege het bereiken van hun pensioen, opgevolgd moeten worden. Met deze opleiding kun je de juiste mensen al op tijd ‘in stelling’ brengen. De keuze voor KPC Groep is een juiste gebleken.”
14
maart 2012
oplossingen zoeken en uitproberen (beslissen), kennis en inzichten integreren in het handelen. • Integrale benadering van thema’s Onderwerpen uit verschillende taakgebieden worden gesitueerd in een integraal perspectief. Hoe kan het beleid op dit deelterrein bijdragen aan het verbeteren van het onderwijs. • Praktijknabijheid Praktijkleren door cases en door problemen en toepassingen te vinden in de eigen praktijk. De eigen bestuuren schoolcontext als voorwerpen van aandacht en onderzoek. Eventueel een stage of schoolbezoek aan een andere (innovatieve) school om de scope te verbreden en andere perspectieven te openen. • Peer-learning Het leren aan en met elkaar: intra- en intersubjectieve reflectie op opvattingen over taak en functie van de schoolleider en middenmanager, systematisch bespreken van elkaars functioneren in vaste groepen (vaste intervisiesystematiek, gericht feedback geven en ontvangen). • Coaching Individuele coaching met betrekking tot het persoonlijk ontwikkelingsplan gedurende de looptijd van de leergang. Inhoud De verbinding tussen de inhoud en de opdrachten aan de behoeften van de opdrachtgever en de individuele deelnemers leidt tot verschillende accenten binnen de modules. Niet alleen is een scherp oog nodig voor de beginsituatie van de deelnemers en hun leerbehoeften. Voor een succesvol traject moeten ook gemeenschappelijke notities ontwikkeld worden en onduidelijkheden en inconsistenties uit de weg worden geruimd.
opleidingen als coproductie Voorbeeld Op de verschillende scholen vallend onder één bestuur blijken de middenmanagementfuncties verschillend ingevuld. Soms als functie, soms als taak. Taken en verantwoordelijkheden verschillen nogal en ook de toekenning van uren is per school anders. Dat gegeven en de consequenties ervan kregen aandacht in de modules Strategisch beleid en IPB. Een van de deelnemers werd zo geboeid dat hij zijn eindopdracht wijdde aan dit thema en hij kwam met een advies aan het bestuur. De geconstateerde onduidelijkheid leidde in de groep tot nadenken over carrièreperspectief en de wenselijkheid van een duidelijk functiehuis met een goede afbakening van taken en rollen. Keuzes in omvang en tijd Alhoewel voor de verschillende maatwerkopleidingen uitgegaan wordt van een minimaal aantal modules en thema’s spreekt het voor zich dat inhoudelijke aanpassingen worden aangebracht op basis van de behoeften van scholen of besturen. Thematieken waarmee besturen worstelen, zoals werkdruk, keuzes maken en het vergroten van de opbrengstgerichtheid, kunnen zo gewenst extra aandacht krijgen in de verschillende modules. Daar waar de groepen niet te groot zijn, is het mogelijk dat bestuurders aanschuiven bij kennisdelen. Het gevolg is meer gelijkwaardigheid in de discussies en wederzijdse betrokkenheid bij de problematiek. “Dat er directieleden aanschoven bij de delen Strategisch Beleid en IPB, vond ik geen probleem, daardoor werd het lekker concreet. Bovendien kreeg ik zo het gevoel dat we elkaar beter leerden kennen en dat ze het belangrijk vonden waarmee we bezig
zijn. Ik leerde verder te kijken dan alleen onze school, nu weet ik beter waar zij tegen aan lopen.” Ook keuzes in tijd zijn bij maatwerk aan de orde. Soms leidt dat tot een regelmatige verdeling over een jaar, soms tot clustering gekoppeld aan de rustige tijden in het schooljaar, maar ook een zomerschoolbenadering behoort tot de mogelijkheden. Dit laatste biedt kansen voor snelle deskundigheidsbevordering die door het intensieve karakter en de begeleiding en coaching in het natraject toch de sterke praktijkkoppeling blijft houden. Aanjagers van ontwikkeling In de vormgeving van elk maatwerktraject moet kwaliteit en resultaatgerichtheid voorop staan. Deelname vraagt om inspanning van deelnemers en betrokkenheid van hun bestuurders. Er is geen ruimte voor vrijblijvendheid, wel voor verdieping en verankering van kennis, gedrag en vaardigheden. Maatwerkopleidingen zijn echte aanjagers van ontwikkeling van mensen en organisatie en leiden tot aantoonbare opbrengsten. Anne ter Beek en Ineke Naber van KPC Groep
maart 2012
15
vraag & antwoord
De spelregels van andere tijden Sinds 2006 hebben scholen meer vrijheid bij het bepalen van schooltijden. In toenemende mate maken scholen daadwerkelijk gebruik van de verruimde mogelijkheden. Tijd om de spelregels die van toepassing zijn bij het wijzigen van schooltijden op een rij te zetten.
1. Wet op het primair onderwijs De Wet op het primair onderwijs (WPO) bepaalt dat leerlingen gedurende acht schooljaren minimaal 7.520 uren les moeten krijgen. Dat is gemiddeld 940 uren per jaar. Daarnaast ligt het minimum aantal lesuren voor de onder- en de bovenbouw vast. Leerlingen in groep 1 tot en met 4 moeten minimaal 3.520 uren les krijgen, voor leerlingen in groep 5 tot en met 8 is het minimum vastgelegd op 3.760 uren. Binnen deze bepalingen blijven er dan nog 240 uren over die te verdelen zijn naar eigen inzicht. De genoemde urenaantallen zijn minimaal te realiseren uren. In de praktijk roosteren scholen meer lesuren in (‘marge-uren’)
16
maart 2012
om te voorkomen dat ze door onvoorziene omstandigheden het wettelijke minimum niet halen. De wet bepaalt dat de lessen per week verdeeld moeten zijn over vijf dagen. Maximaal in zeven weken, evenwichtig verdeeld over het jaar, mag op vier dagen les gegeven worden. Daarbij tellen weken die als gevolg van feestdagen slechts vier lesdagen hebben niet mee. Voorts bepaalt de WPO ook dat de wijze waarop de onderwijstijd over de verschillende leerjaren wordt verdeeld, wordt opgenomen in de schoolgids. 2. Arbeidstijdenwet De Arbeidstijdenwet is van belang voor het personeel. Belangrijkste bepaling
in het kader van schooltijden is dat een werknemer bij een werkdag van meer dan vijfenhalf uur tenminste dertig minuten pauze moet hebben. Dat kan een aaneengesloten pauze zijn, maar ook twee pauzes van vijftien minuten. Alleen bij cao kan van deze bepaling worden afgeweken. De CAO Primair kent zo’n afwijkingsbepaling niet. Vooral bij scholen met een zogenoemd continurooster is deze bepaling van belang. Als een school een lesrooster heeft van 8.30 uur tot bijvoorbeeld 14.00 uur, dan zal ieder personeelslid, al dan niet aaneengesloten, dertig minuten pauze moeten hebben. Dat kan tot problemen leiden als leerkrachten bijvoorbeeld pleinwacht moeten lopen tijdens de pauze. 3. Wet medezeggenschap op scholen Verschillende artikelen in de Wet medezeggenschap op scholen (WMS) geven personeel en ouders zeggenschap bij het bepalen van de schooltijden. Bij alle be-
sluiten met betrekking tot onderwijstijd die op bestuursniveau genomen worden, oefent (geledingen van) de GMR de medezeggenschap uit. In andere gevallen heeft de MR van de school invloed. Artikel 13, lid h van de WMS geeft de oudergeleding instemmingsrecht bij het vaststellen van de onderwijstijd. Het gaat daarbij zowel om de verdeling van het totaal aantal van 7.520 uren over de verschillende leerjaren, maar ook om zaken als het aantal lesweken, de verdeling van de jaartaak over de verschillende weken en de verdeling van de lestijden over de week. Artikel 15, lid 3 van de WMS bepaalt met betrekking tot dit onderwerp ook dat het bestuur de ouders moet raadplegen alvorens een besluit over de schooltijden te nemen. Het gaat daarbij niet om de oudergeleding van de (G)MR, maar om alle ouders. Overigens regelt de WMS verder niets over de invloed die de uitkomst van zo’n ouderraadpleging moet hebben op het besluit. Voor de hand liggend is echter dat de oudergeleding van de MR bij het al dan niet verlenen van instemming rekening houdt met de uitkomst van de ouderraadpleging. Vanuit dat oogpunt is het aan te bevelen de ouderraadpleging te houden, voor de
gevolgen heeft voor de werktijden. Er kan dus een probleem ontstaan als bij aanpassing van de schooltijden een van beide geledingen wel instemt en de andere geleding niet. Als overleg met de beide geledingen niet leidt tot een voor alle betrokken partijen acceptabele oplossing, zit er niets anders op dan een geschil daarop aan te gaan. 4. Praktijk De praktijk geeft trends aan: •d e invoering van het 940-uren rooster (Hoorns model); •d e invoering van een continurooster; •o nderwijstijd binnen de brede school. Bij het Hoorns model hebben alle leerlingen 940 uren onderwijstijd per jaar. Voordeel van dit model is dat het vrij nauwkeurig aansluit bij de maximale lessentaak van de (fulltime) leraar die 930 uren per schooljaar bedraagt. De cao kent met betrekking tot de taakbelasting aparte bepalingen voor deze variant. Leraren hebben tien lesuren compensatieverlof per jaar bij een fulltime betrekking. Uiteraard moet de invoering van dit model stapsgewijs plaatsvinden om te waarborgen dat geen enkele groep leerlingen aan het
‘De oudergeleding heeft instemmingsrecht bij vaststellen onderwijstijd’ oudergeleding om instemming te vragen. Overigens heeft de oudergeleding ook invloed op de onderwijstijden via artikel 13, lid g van de WMS: de vaststelling van de schoolgids. En hoe zit het dan met de personeelsgeleding? Artikel 12, lid f geeft de personeelsgeleding instemmingsrecht bij het vaststellen van de werktijdenregeling. Uiteraard hebben de verdeling van de onderwijstijd over de verschillende leerjaren en het vaststellen van de lestijden vrijwel altijd gevolgen voor de werk- en rusttijden van het personeel. Alleen als er sprake is van een plaats- en tijdgebonden weektaak, kan het zo zijn dat een wijziging van de lestijden geen
eind van de basisschool minder dan 7.520 uren onderwijs heeft genoten. Dit model wordt dan ook vaak gekozen uit organisatorisch belang voor de school. Een continurooster gaat in het algemeen uit van vijf gelijke schooldagen. Bovendien is de middagpauze kort (maximaal dertig minuten), waardoor de lessen vaak om 14.00 uur al eindigen. Dat heeft voor de werkende ouders weliswaar het voordeel dat de vrije woensdagmiddag vervalt, maar daar tegenover staat dat de kinderen iedere middag vroeg uit zijn en de ouders dus vaak opvang moeten regelen. Nadeel voor de schoolorganisatie kan zijn dat parttimers, door de geringe lestijd in
de middag, vaak alle dagdelen waarop zij inzetbaar zijn op grond van het beschikbaarheidsschema uit de cao, ook daadwerkelijk lesgevende taken hebben. Er blijft dan geen ruimte meer over voor inzet op andere dagen/dagdelen voor vergaderingen, ouderavonden, etc. De nadelen voor ouders bij een continurooster worden ondervangen als dit rooster wordt gecombineerd met het brede schoolconcept. Daarin wordt het onderwijs gecombineerd met voor-, tussen- en naschoolse opvang. Daarnaast biedt een brede school soms ook nog activiteiten aan in het kader van cultuur, sport of muziek. De voordelen zijn er vooral voor de leerlingen en ouders, omdat een totaalpakket wordt aangeboden, vaak nog in één gebouw of gebouwen die dichtbij elkaar staan. Vooral voor werkende ouders is dit ideaal. Voordeel voor de school kan zijn dat partners in de brede school de (buitenschoolse) activiteiten organiseren en uitvoeren. Daar staat wel tegenover dat er veel afstemming moet plaatsvinden. Ook heeft de brede school, als die leidt tot gebouwelijke integratie, vaak financiële voordelen. 5. Andere ontwikkelingen In het kader van schooltijden staan de ontwikkelingen niet stil. In het schooljaar 2011-2012 is een proef gestart, waarin een aantal basisscholen met flexibele schooltijden gaat werken. Daarbij geldt als kader feitelijk alleen nog de onderwijstijd van 7.520 uren en mogen scholen de schooltijden helemaal zelf bepalen. Er kan bijvoorbeeld les worden gegeven in de zomervakantie en er is geen verplichting om vijf dagen per week les te geven. Daarbij mag er gedifferentieerd worden per groep of zelfs per individuele leerling. De proef duurt maximaal drie jaar. Het zal duidelijk zijn dat een dergelijke manier van het flexibiliseren van de onderwijstijden gevolgen heeft voor de werktijden en de inzetbaarheid van het onderwijspersoneel. Er zal in de toekomst dus ongetwijfeld nog wel een vervolg op dit artikel komen. Jan Damen, CNV Onderwijs
maart 2012
17
ICT Platform Onderwijs Nederland Congres en Vakbeurs
Een onmisbare informatie- en inspiratiebron! REGISTREER U NU GRATIS OP www.ipon.nl
Starten met opbrengstgericht leidinggeven?
IPON2012 opent haar deuren voor meer dan 4000 ICTcoördinatoren, netwerkbeheerders, schoolleiders, directeuren, docenten en leerkrachten vanuit het PO, VO en MBO.
IPON2012 biedt onder meer: Meer dan 100 verschillende workshops en presentaties 100 exposanten Een officieel opleidingscertificaat van IPON (ICT Platform Onderwijs) voor iedere deelnemer ICT-conferentie voor speciaal onderwijs:
Gewoon Speciaal
MEER INFORMATIE OP WWW.IPON.NL Sponsor:
Penta Nova verzorgt erkende opleidingen voor (aankomend) onderwijsmanagement. • Oriëntatie op management • IMPULS trainingen • opleiding Middenmanagement • opleiding Schoolleider • opleiding Directeur Primair Onderwijs • Master Educational Leadership (NVAO geaccrediteerd)
ICT wordt kinderspel
Initiatiefnemers:
Wordt mede mogelijk gemaakt door
Kijk voor meer informatie en data van voorlichtings avonden in maart april en mei op www.pentanova.nl
Andere tijden De leerkracht van groep 8 had zich ziek gemeld, waarop ik had besloten om een ochtend voor de klas te gaan staan. Ik had het lesprogramma wat omgegooid, zodat ik kon starten met een geschiedenisles. Dat vond ik zelf altijd heerlijke lessen om te geven.
H
et thema ‘kinderarbeid’ kreeg een geheel nieuwe dimensie toen een van de kinderen over het ‘verplicht vroeg op moeten’ begon en daarbij veel bijval kreeg van zijn klasgenoten. “Mijn vader moet ook elke ochtend vroeg opstaan, maar die krijgt er tenminste voor betaald”, was de opening van een interessante discussie geweest. “Aan die lange dagen gaan we binnenkort wat doen”, sloot ik uiteindelijk af. “Als het goed is, dan zijn de kinderen van deze school volgend schooljaar al om kwart over twee vrij.” “Dat is lekker,” meende een van de meest gebekte prepubers, “dan zitten wij op het VO. Had dat niet eerder gekund?”
meegemaakt. Je moet weten, toen ik zelf op de basisschool zat, moest ik ook nog elke zaterdagochtend naar school.” Plotseling werd het doodstil. Een paar kinderen begonnen te grinniken. “Ja hoor, en dat geloof ik meteen!” riep een van de jongens door de klas. Terwijl ik hem aankeek, zocht ik naar een gevat antwoord. Maar hij was me voor. “Dat betekent, mees, dat u dan wel héél erg oud bent!” besloot hij tevreden. Hans Notmeijer
‘Aan die lange dagen gaan we binnenkort wat doen’ Ik legde uit dat het schoolbestuur besloten had om op alle scholen het zogenoemde vijf gelijke dagenrooster in te voeren. Weliswaar kregen de ouders uiteindelijk de taak om een go of no go uit te spreken, maar de verwachting was dat binnen niet al te lange tijd alle scholen de organisatieverandering zouden hebben doorgevoerd. “Maar waarom dan?” was uiteraard de vraag. Ik vertelde over maatschappelijke veranderingen (wie at er nu nog een warme maaltijd tussen de middag?), de financiële voordelen (geen tussenschoolse opvang meer betalen) en over de wens van veel scholen (en ouders) om deze tussenschoolse opvang in kwalitatief opzicht te kunnen verbeteren. Ik legde ook uit dat er nog heel wat hobbels moesten worden genomen: afstemming van naschoolse activiteiten, afstemming met de – concurrerende – buurtscholen en dergelijke.
Van Hans Notmeijer verscheen in 2010 de verhalenbundel ‘In de poepenhok’ (Uitgeverij U2pi B.V. uit Voorburg, 12,95) en in december 2011 ‘Plaaghaas in school’ (eigen beheer).
“Wat vinden de meesters en juffen ervan?” wilde een van de meisjes weten. Terwijl ik naar een goed antwoord zocht, gleed mijn blik door de klas vol vragende ogen. “Ja, die is lastig,” gaf ik uiteindelijk toe, “die zijn er ook nog niet helemaal uit.” “Vindt u het zelf leuk?” vroeg een ander. “Wat wordt dit? Een interview?” reageerde ik lachend. “Ach, ik heb de afgelopen jaren al eerder van dit soort veranderingen
maart 2012
19
CNV Schoolleiders op bezoek bij…
Fotograaf: Frans van Zijst
Pascal Delahaije van
20
maart 2012
basisschool Het Kompas CNV Schoolleiders is op bezoek geweest bij Pascal Delahaije, directeur van basisschool Het Kompas in Bergen op Zoom. Het Kompas afficheert zich als dé brede taalschool. Delahaije blijkt een vrolijke directeur met gezag en een zeer goed ontwikkeld gevoel voor communicatie.
H
et Kompas heeft tweehonderd leerlingen en is volgens directeur Pascal Delahaije een SMU-school: een School Met Uitdagingen.
Culturenmix Op de vraag of hij veel allochtone leerlingen heeft, antwoordt Delahaije resoluut dat hij die niet heeft. “Het zijn allemaal Bergenaren, vaak met ouders die uit een ander land komen.” Het feit dat Het Kompas veel allochtone ouders kent, heeft de school extra bewust gemaakt van de uitdagingen in communiceren met andere culturen. Delahaije overhandigt een document van zijn hand naar de publicaties van Pinto over dit thema. Hij heeft zijn team met deze teksten geholpen om de communicatie te begrijpen en te overwinnen. De mix van culturen is op Het Kompas een gegeven. Het herijken van de wegingsgelden heeft de basisschool twee fte gekost, waarop hij volgens de oude systematiek wel recht had. “We moeten hetzelfde doen met minder bekostiging.” Het Kompas is een brede school, omdat de kinderopvang onder hetzelfde dak is ondergebracht, de logopedie onder schooltijd is geregeld en de ambulante begeleiding van Auris een plaats heeft in de school. Het team bestaat uit 34 leden en zeventien fte. Delahaije vertelt dat alle leerkrachten elke dag van 8.15 tot 17.00 uur op school zijn, met uitzondering van de vrijdagmiddag. Hij heeft een rooster gemaakt, waarin de dag verdeeld is in drie blokken:
een ochtenddeel, een middagdeel en op maandag, dinsdag en donderdag een namiddagdeel. De school is een fusieschool en had oorspronkelijk twee gebouwen. Toen Het Kompas begon met schakelklassen, was dat een vrijwillig iets waar nagenoeg alle kinderen aan mee wilden doen. Onder druk van thuis, omdat ouders een hoge verwachting wilden waarmaken. Onderwijstijdverlenging Groepen kunnen door de onderwijstijdverlenging twee uur extra les krijgen op een dag. In de praktijk bleek dit in de winter onhandig, doordat het vroeg donker is en ook de aansluiting met de sportvereniging was een probleem. Daarom is in het schooljaar 2010-2011 gekozen voor een verplichte Onderwijstijdverlenging voor alle leerlingen van de groepen 5, 6, 7 en 8. Deze onderwijsverlenging van twee uur per groep past in het rooster van Delahaije met de drie blokken. Alle afwijkende lessen, zoals gym en handvaardigheid, staan zo mogelijk aan het eind van de dag gepland, dus in het laatste blok. Zo sluit het aan op de lesdag en kan het gewoon meetellen voor de onderwijsuren.
‘Het Kompas afficheert zich als dé brede taalschool’ Door de onderwijstijdverlenging hebben kinderen tweehonderd uur meer les per schooljaar en lopen ze feitelijk een schooljaar in. De leerkrachten en zelfs de kleutergroepen zijn inmiddels gewend geraakt aan dit rooster. Het Kompas heeft in zijn samenwerkingsverband een subsidie van het ministerie toegekend gekregen, waardoor ze mogen experimenteren. Dat geld moet alleen financieel worden verantwoord, waardoor dit wel een extra kans is. Oudercursus De school wil de ouders meer betrekken bij het onderwijs. En
maart 2012
21
dan juist niet de vaders; die zijn met name geïnteresseerd in de rapportbespreking en bemoeien zich niet zo intensief met de opvoeding. Het Kompas verzorgt een training voor moeders, die het team zelf geeft. Deze training wordt zowel in de ochtend aangeboden, als in de middag en de avond om iedereen in de gelegenheid te stellen hem te volgen. De training is een groot succes en wordt door veel moeders bezocht. Als gevolg hiervan zijn er veel hulpmoeders bij de school betrokken. Delahaije noemt dat in het voorbijlopen, op gehoorsafstand van betrokkenen, de trots en het succes van de school. De oudercursus bestaat uit tien verplichte bijeenkomsten. Meestal blijven mensen nog even koffie drinken en dat schept een band en juist die band is zo belangrijk voor de school. “Wij laten de ouders de rapporten ook ophalen om ze de school binnen te krijgen. Dit soort trucjes zijn heel gebruikelijk.”
‘Streamer’
Passend Onderwijs Binnen het team is lang gedacht over hoe Het Kompas zich wil profileren. De conclusie was dat ze dat het best konden doen op basis van de expertise die ze al in huis hebben. “Zo is de Brede Taalschool als profiel gekozen, en dat willen we ook als ambitie neerleggen”, vertelt Delahaije. “Op de school zijn auditief gehandicapte kinderen welkom. De leerkracht weet hier veel van en dat is een kracht, die ook je als zwakte zou kunnen uitleggen, maar zo gaan wij daarmee hier niet om. Voor het profiel van taalschool bestaat een ruime dekking door samenwerking met andere scholen en een eigen logopediste.” Actualiteiten Delahaije laat hij weten dat hij de verschotting in het onderwijs graag aangepakt ziet. Kinderopvang heeft de beschikking over gelden die in het onderwijs niet per kind beschikbaar zijn. Het moet wel goed geregeld kan worden, maar dan moet het geld wel als één budget beschikbaar komen. Hoe ga je om met de bezuinigingen? “Wij blijven hetzelfde doen”, aldus Delahaije, “maar de groepen moeten hier niet
22
maart 2012
groter worden. De postcodegelden die het ministerie vorig schooljaar heeft bedacht, zijn eigenlijk niet anders dan een loterij.” Het Kompas heeft pech met een buurt met flats met veel bejaarden in de nabijheid die vrijwel allemaal kunnen lezen en schrijven. Delahaije kan zich wel ergeren dat er geen relatie wordt gelegd met de werkelijke situatie, met de leerlingen die de school bezoeken. Overdracht Delahaije heeft veel gewerkt met de website www.van8naar1.nl voor protocollen naar een warme overdracht. Dit is een DOPO-initiatief (directeuren Primair Onderwijs West-Brabant), waarin geadviseerd wordt over van koude naar een warme overdracht van PO naar VO, waarvan Delahaije een groot voorstander is. Wat vind je van de recente wijzigingen rond de CITO-toets? Delahaije stelt dat op 1 april de VO-scholen willen weten wie er komt. “Dat vinden wij vrij vroeg, maar wij zorgen wel voor een goede overdracht door bijvoorbeeld pre-VO. Ik vind het wel goed dat het CITO-moment later wordt georganiseerd. Des te meer effectieve leertijd blijft er over in groep 8. Wij testen kinderen ook los van de CITO, omdat we willen weten hoe ze ervoor staan. Wij vinden het belangrijk om vast te houden aan afspraken rondom resultaten die we hebben gemaakt.” “Wij trekken met name behoeftige kinderen naar onze school en wij missen de compensatieleerlingen, waardoor we te zwaar worden belast met de inspectienormen.” Op het Kompas werkt geen leerkracht van allochtone komaf, omdat daarop niet wordt geselecteerd. “De sociale context van andere culturen is vaak veel fijnmaziger dan onze Hollandse cultuur en daar moet je enige kijk op hebben en afstand van kunnen nemen, wil je effectief communiceren met die culturen.” Meer informatie over basisschool Het Kompas vindt u op www.hetkompas.info. Harry Blume en Oscar Homan MA
mijn school Over de schouder meekijken met ….. Eva Eva is teamleider in het voortgezet onderwijs in een middelgrote stad. Ze ontmoette Andrea, die haar wist over te halen om de rubriek ‘Over de schouder kijken’ over te nemen. Dit jaar kijken we met Eva mee in het derde jaar van haar leiderschap.
“Da’s me ook wat.” “Wat..?” vraag ik, terwijl ik de cijferlijsten van de pta’s zit te tikken. “Nou, je weet wel, Annelies wordt ontslagen!” En of dat ik wel weet wie ‘Annelies’ is? En gek, dat wij dat nog niet weten en het van haar zelf moeten horen. “Blijkbaar beseffen jullie niet wat dat voor haar betekent. Heb je wel gezien, hoe ze eruit ziet?”
“Eh, nee, maar ze weet het zeker”. “Wat weet ze zeker?” “Ze weet zeker dat alle ambulant begeleiders worden ontslagen. En ik dacht dat je in het onderwijs nooit ontslagen kon worden, dat was vroeger wel anders.” Ik herinner me inderdaad de woorden van mijn vader die dat ook altijd riep. Zou ik hem er nu naar vragen, dan zal hij
Ik besef dat ik mijn werk even moet neerleggen. Deze collega heeft me nodig, maar misschien nog meer – ik heb hem nodig. Ik begrijp direct dat hij het over de ambulant begeleider van Rec4 heeft. Er is heel wat gaande sinds november, toen bekend werd dat de ambulante begeleiding met ruim 50 procent zal worden gekort. “Is Annelies de wacht aangezegd?” vraag ik Tjeerd heel betrokken.
antwoorden “het is toch allemaal anders tegenwoordig.” Wat een onrust, terwijl niemand nog weet hoe die nieuwe wet eruit gaat zien. We weten zelfs niet of hij er wel komt. Moet ik dat collega Tjeerd uitleggen? Ik besluit me te beperken tot de opmerking dat ik het MT zal verzoeken daarover wat meer te zeggen tijdens de eerstvolgende APV. Goed dat ik dat signaal krijg. En ik zal de rector adviseren niet te diep erop in te
gaan. Laten wij zelf eerst maar zorgen dat we dat Passend Onderwijs langzamerhand tussen ‘de oren krijgen’. Als Tjeerd zich om Annelies bekommert, houden wij ons maar een beetje op afstand. Ik zit nu ook in de examencommissie. Een langdurig zieke collega en wat verschuiving en je bent het. Ik ben er wel een beetje blij mee, afwisseling ligt me wel. Maar ja, van zelf koken komt ’s avonds heel vaak niks meer. Er komen wat dat betreft hopelijk betere tijden… Misschien denken jullie wel dat ik nu de hele week achter mijn bureau zit. Gelukkig valt dat mee, ik mag ook nog acht uur lesgeven. Je weet dat Engels mijn vak is, dus dat is zo ingevuld. Maar ja, de motivatie van de leerlingen, daaraan ontbreekt het bij mijn lessen nogal eens. “Ach, mevrouw (mij tutoyeren ze dus niet, hè!), ik versta dat Engels heus wel, bij MTV versta ik alles”. Dus tegenwoordig begin ik altijd met een korte clip van MTV. Natuurlijk bekijk ik hem eerst zelf, want af en toe zie ik zo’n clip voorbijkomen, waarvan ik denk dat het halve uitgaanscentrum van de binnenstad van Amsterdam voorbij komt, qua (aan)kleding bedoel ik. Dat doen we dan maar even niet. Ik kreeg zowaar een compliment van een ouder, die meldde dat Engels voorlopig het enige vak was dat zijn dochter leuk vond. En dat dankzij die clips. Daarmee moest je tien jaar geleden eens komen. Ik denk ook dat de inspectie dat geen Passend Onderwijs zal vinden. Er is dus ondertussen echt wat veranderd. Het enige dat ik mij de laatste tijd wel afvraag is, als straks die collega’s zoals Annelies, niet meer langskomen en we er in elke klas nog een paar ongemotiveerde leerlingen bij krijgen, wordt het dan niet eens tijd dat we met onze leerlingen wekelijks maar een Engelse videoclip gaan maken? Dat lijkt me pas echt passend onderwijs. Groet, Eva
maart 2012
23
Andere tijden… andere scholen Het is heel verfrissend. Denken over schoolconcepten zonder gehinderd te worden door barrières, zoals geld, gemeentelijke procedures en geschikt personeel. Lekker dromen, dus. Op Windesheim Zwolle vond in januari zo’n droommarkt plaats. Twaalf groepen pabo-4 studenten gingen helemaal los om hun ideale school te creëren.
P
rachtige namen en ideeën werden twee- en driedimensionaal, maar ook digitaal gepresenteerd. Wat te denken van school ‘De Oversteek’, die net als alle andere scholen een schoolplan tot 2016 in huis had met zaken als kwaliteitsbeleid, visie en personeelsbeleid. Bij dat laatste las ik dat er bij de leerkrachten van 55 jaar en ouder geen verwachtingen waren ten aanzien van persoonlijke ontwikkeling. Grappig. Prachtige veelbelovende namen, zoals ‘Het Groene hart’, ‘De Parel’, ‘De Verrekijker’ en ‘De Klimop’. Naast een school met de naam ‘Cocon’, natuurlijk een basisschool ‘De Vlinder’. Maar wat dacht je van spannende namen als ‘De Fiore’, ‘De Droomboom’ en ‘Nexus’. Ideeën zat: projectgericht onderwijs, vroegtijdig Engels, gebruik van tablets, een horizontaal speelscherm op het plein als nieuws-
‘Studenten gingen helemaal los om hun ideale school te creëren’ bord, geïntegreerd Kanjeronderwijs, de bioritmeschool. Verbaasd was ik over de kwaliteit en creativiteit van de twaalf scholen. Wat heerlijk om te zien dat buiten de kaders denken zoveel kan opleveren. Ruimte geven aan de kinderen is een kreet in het basisonderwijs, maar het blijkt dat het geldt voor alle vormen van onderwijs. Scholen met speelpleinen ter grote van pretparken en zwembaden direct grenzend aan de school. Een school gericht (= visie) op beweging. Of op de drie h’s: hoofd, hart en handen. Een aantal scholen haalde IPC (international primary curriculum) in huis om geïntegreerd zaakvakken onderwijs te geven. Natuurlijk stonden overal computers met opdrachten, maar het gewone lesboek ontbrak niet. Een link naar duurzaam leven was ook een item. Een school vol zonnepanelen en gescheiden afvalverwerking inclusief vuilwaterrecycling. Scholen waar andere schooltijden ver waren doorgevoerd. Bijvoorbeeld een school die open was van 6.00 tot 22.00 uur met een gedeelte van de dag onderwijs en de rest van
24
maart 2012
de uren opvang. Je zag Montessori, Freinet en Dalton rondhuppelen en de zorg van Stevens was overal sterk aangezet. De Vrijeschoolideeën (natuurlijke materialen en het vieren van feesten) waren ook aanwezig. Maar dat was en is allemaal buitenkant. Mooi, prachtig, maar… het belangrijkste voor het onderwijs is en blijft de leerkracht. Ook daarin werd ik niet teleurgesteld. De passie waarmee de Windesheimstudenten hun ideale school verkochten, was hartverwarmend. Ze geloofden erin en wilden dat ik, als (gespeelde) ouder, mijn kinderen zou opgeven. Helaas was meestal geen directeur te vinden. Creatief losten de vertegenwoordigers van de school die misser op door te zeggen: ‘die zit in vergadering’. En zo kreeg ik, als directeur, een spiegel voorgehouden: hoe zien pabo’ers ons, directieleden? School ‘Het groene hart’ won. Naast alle creatieve, soms onhaalbare, maar o zo frisse concepten, was vooral de kwaliteit van durven, denken en doen een verrassing. Geen aangeklede reguliere basisschool, maar scholen die, laten we dat dromen en hopen, ooit werkelijkheid zullen worden. Ik geloof dromen eerder dan statistieken. Chris Lindhout
Schooltijden in beweging Het nadenken over andere schooltijden staat bij basisscholen erg in de belangstelling. Al bijna 20 procent van de scholen (zo’n vijftienhonderd) heeft al wijzigingen ingevoerd. Van de rest denkt de helft van de scholen erover na.
H
et continurooster is al langer een bekend begrip, maar steeds vaker komen er modellen waarin nog verder geëxperimenteerd wordt. De meest voorkomende modellen zijn: • varianten van het vijf gelijke dagen model mét continurooster voor alle groepen (ruim meer dan de helft van alle scholen die overwegen te wijzigen); • het ‘bioritme-model’ (in veel mindere mate); • en op steeds meer plaatsen ontstaan sterrenscholen of kindcentra die een geïntegreerd aanbod van onderwijs en opvang bieden. Er loopt sinds september een pilot die drie jaar duurt. Lesuren tijdens de vakantie worden hier meegeteld als onderwijstijd en het maximum van zeven vierdaagse schoolweken (zie hieronder) wordt losgelaten. Zeven scholen doen mee aan dit experiment.
Voorwaarden De wet- en regelgeving stelt voorwaarden aan het invoeren van andere schooltijden. Het gaat hierbij om de Wet flexibilisering schooltijden (maart 2006), de Wet Primair Onderwijs (WPO), de cao PO en de Wet Medezeggenschap Scholen (WMS). • Tenminste 7.520 uur les van groep 1 tot groep 8.
• Maximaal zeven vierdaagse schoolweken in groep 3 tot 8, bovenop de weken die door feestdagen al korter zijn. •D e MR oudergeleding heeft instemmingsrecht (art. 13h WMS) voor wijziging van de onderwijstijd (waaronder zowel de verdeling over acht jaar als de beginen eindtijden van dagen vallen). • Het PMR instemmingsrecht ten aanzien van de arbeids- en rusttijden op grond van WMS 12f en mogelijk ook met 12p (nadere uitwerking van de cao PO HS 2.2.2. invoering Hoorns model en 2.4.3 het werkreglement). • Bij de wijzigingen in de onderwijstijd dienen bovendien voorafgaand aan de instemming van de OMR de ouders van kinderen geraadpleegd te worden (vormvrij, WMS art. 15, lid 3). Groeiende belangstelling Vrijwel overal in Europa is sprake van gelijke en aaneengesloten schooldagen.
maart 2012
25
Neem bijvoorbeeld Duitsland waar (vrijwel) alle basisscholen een rooster hebben van 8.00 tot 14.00 uur. De hele maatschappij is erop ingericht: veel vrouwen hebben een 24-uursbaan (zes uur per dag, vier dagen per week). Een onderzoekscommissie onder leiding van Bruno Bruins, (ex-staatssecretaris Onderwijs) kwam enkele jaren geleden tot de conclusie dat dit model ook een voorbeeld voor ons land zou kunnen zijn.
‘Vrijwel overal in Europa is sprake van gelijke en aaneengesloten schooldagen’ Inmiddels zien we een aantal effecten dat van invloed is op het aandringen tot andere schooltijden: • steeds meer moeders werken, het aantal overblijvers groeit; • er zijn minder vrijwilligers beschikbaar voor de tussenschoolse opvang, de onrust neemt toe met de stijging van het aantal overblijvers; • personeel vraagt soms om maatregelen, omdat ze na de middagpauze eerst een half uur bezig zijn met onenigheid die tijdens de overblijf ontstond…; • scholen in de omgeving wijzigen hun schooltijd. Potentiële
Do
Don’t
Bespreek mogelijkheden in het team en zoek draagvlak met goede argumenten voor uw situatie om de schooltijden al of niet te wijzigen.
Zonder informatie een voorstel uitbrengen als ‘raadpleging’.
Beleg een algemene informatieavond voor team en ouders en bereid deze voor met de MR. Maak een werkgroep die het traject uitzet. Publiceer regelmatig over de voortgang.
Een traject voorstellen van drie maanden. Neem anderhalf jaar de tijd. Maak communicatie tussen ouders en werkgevers en regelingen voor opvang mogelijk door deze tijd te geven.
Stel een spreek(half)uur voor ouders in over dit onderwerp tot een half jaar na de invoering.
De indruk wekken dat er al een keuze is gemaakt die doorgedrukt wordt.
Een raadpleging kan een enquête zijn, maar ook een ouderavond waarop ieder uitgenodigd is om mee te stemmen. De meerderheid van de aanwezigen bepaalt.
De raadpleging achteraf waarderen in aantal (of percentage) te behalen positieve reacties.
26
maart 2012
nieuwe ouders houden rekening met de schooltijden bij het ‘shoppen’ naar een goede school voor hun kind. Per dorp / gemeente Wanneer een hele gemeente dezelfde schooltijden wil invoeren, kan dat een groot voordeel opleveren. Sportverenigingen, muziekscholen en opvanginstellingen kunnen ‘gedwongen’ worden mee te gaan in de aanpassingen. Laat elke betrokken GMR eerst bekijken of er per bestuur draagvlak is om in te stemmen met een ‘Aldi-formule’: gelijke schooltijden voor alle betrokken scholen en daarbij alle betrokken ouders hierover te raadplegen. Als dit niet het geval is, dan vallen de medezeggenschapsbevoegdheden terug aan de afzonderlijke MR’en. Kijk ook naar behoefteverschillen per school, wanneer economische omstandigheden van de ouderpopulatie uiteenlopen. Onderwijsacademie De onderwijsacademie van CNV Onderwijs heeft in haar programma een interactieve voorlichting voor teams, MR’en en ouderavonden opgenomen. Er zijn voorbeelden en formats beschikbaar naast ervaringen van elders die de informatie live dichterbij de mensen brengt en het onderwerp breed aan de orde stelt. U krijgt een volle zaal als u alle ouders uitnodigt voor een programma van zo’n twee uur, zo is onze ervaring. Als opbrengst heeft u een overzicht van opmerkingen uit discussies in tafelgroepjes die input kan zijn voor de werkgroep die hierna aan de slag kan. Voor meer informatie kijkt u op www.anderetijdeninonderwijsenopvang.nl of neemt u contact op met Klaas Jurjens, adviseur CNV Onderwijs via 06-53 37 14 24 of
[email protected].
column
Komt tijd, komt… bso Al enige tijd ben ik in overleg met de stichting kinderopvang in onze gemeente. Zij wil graag in onze wijk onderdak en heeft bij mij aangeklopt, omdat ze denkt dat ik daarvoor wel opensta. Dat denkt de stichting goed, want ik vind het zonde van zo’n groot gebouw om het grootste gedeelte van de dag leeg te staan. Vandaar dat ik ook al ’s avonds lokalen verhuur voor muzieklessen. Het verkennende gesprek duurt al best lang. Daarvoor zijn verschillende oorzaken. Een langzaam werkend ambtenarenapparaat op de gemeente, die iets moet vaststellen over verhuur van schoolgebouwen (van de muzieklessen weten ze officieel niets). Maar ook een fusie van de kinderopvangorganisatie leidt tot vertraging. Op zich is het wel prettig om zo het personeel vast te laten wennen aan het idee dat de school niet alleen van ons is. Soms leidt het tot hevige discussies als ik tijdens de koffie opper voorstander te zijn van dubbelgebruik van lokalen. Zeker mijn argument dat een kantoorruimte van 56 m2 voor het nakijken van werk best overdreven is, gooit olie op het vuur.
hoeft te worden, praat iedereen vrijuit, maar de stemming is positief. We besluiten de bso uit te nodigen bij de eerstvolgende MRvergadering. Onze MR heeft zich goed voorbereid en heeft een lijst met zeker 25 vragen. In het begin lijkt het een heen en weer vragenspel te worden, waarbij vragen gesteld worden aan de directie van de kinderopvang en aan mij, als directeur van de school. Bij zaken waarover ik al met de kinderopvang heb gesproken, hou ik me op de vlakte. Ik merk dat zij dat ook doen. Later tijdens de vergadering wordt het meer een open gesprek. De MR krijgt zo een helder beeld en kan tot een goed advies komen, op het moment dat ik hen een voorstel van samenwerking zal voorleggen. De dag na de vergadering merk ik dat het personeel van mijn school als een blad aan de boom kan omdraaien. Ze ziet alleen nog maar nadelen van een samenwerking. Ik waardeer de standpunten en vraag ze als advies op papier te zetten, dan heb ik onderhandelingspunten voor het volgende verkennende overleg. Maar ik merk bij mijn team dat ze het ook goed zou vinden als ik
‘Soms leidt het tot hevige discussies als ik opper voorstander te zijn van dubbelgebruik van lokalen’ Tijdens een officieel moment, de teamvergadering, komen we met elkaar tot de conclusie dat het best prettig kan zijn om de bso in huis te halen. Belangrijkste argument lijkt leerlingenwinst te zijn. Het team is zelfs bereid om na te denken over een continurooster. Aangezien er nog niets besloten
met overleggen zou stoppen. Als ik dan vraag naar de argumenten, kan ik hen bij sommige wel gelijk geven, maar heb ik bij andere mijn twijfels of de waan van de dag niet meespeelt. Het verbaast mij dat de teamleden die niet in de MR zitten, zonder zich te verdiepen, ineens meegaan met de MR.
Ik kan me vinden in de bezwaren dat leerlingen van onze school niet bovenaan op de wachtlijst komen. Dan zal de leerlingenwinst, het belangrijkste positieve punt, niet echt een argument zijn. Ook de beperkte uitbreidingsmogelijkheden snap ik, daar speelt ook de leerlingenwinst mee. En de stelligheid waarmee de bso tijdens de MR zegt geen aanpassingen in het gebouw te bekostigen, begrijp ik. In ons onderlinge overleg stond hun pet overigens anders. Wat ik niet begrijp, is dat men op de stoel van de bso gaat zitten. Dat een eventueel continurooster voor de kinderopvang beter te regelen is met personeel en daarmee financieel voordelen oplevert, is iets waarvan ik vind, dat wij daarover niet hoeven na te denken. Maar mijn team is nu ineens tegen het continurooster. Maar ook vragen als ‘maar hoe doen ze dat…’, vind ik niet belangrijk. Dat is aan hun. Ik krijg wel tegengeworpen dat wanneer de bso een slechte naam krijgt, door bijvoorbeeld hun pedagogische opdracht, dit wel in de volksmond aan onze school gekoppeld wordt en daarmee negatieve reclame zal zijn. Ik merk dat ik nog meer tijd nodig heb om met mijn personeel op één lijn te komen en dat ik een zelfde traject wellicht met de ouders moet afleggen. Nu prijs ik me gelukkig dat de gemeenteraad het voorstel van nieuw beleid over huurtarieven van schoolgebouwen van de agenda heeft gehaald, omdat ze meer tijd voor onderzoek nodig heeft. Het geeft mij tijd om elders in het land te gaan navragen hoe ze tot samenwerking gekomen zijn en welke beren zij van de weg hebben moeten halen. Dirk van Boven
maart 2012
27
Goed ademhalen is de basis voor een gezonde vitale leerkracht Het lijkt zo gemakkelijk. Het lijkt zelfs nauwelijks aandacht te vragen. Je doet het zonder erbij na te denken. Ademhalen. Maar door die vanzelfsprekendheid wordt goed ademen onderschat. Binnen het onderwijs lijkt foutief ademen een van de grootste veroorzakers van ziekteverzuim.
R
egelmatig hoofdpijn, duizeligheid, druk op de borst, maagklachten, vermoeidheid, schouder- en nekklachten of stemproblemen? Wie denkt dan aan zijn ademhaling? Een verstoorde ademhaling veroorzaakt veel stressgerelateerde klachten. Je haalt dan te vaak of te diep adem, je haalt adem door je borst te bewegen in plaats van je buik, je gebruikt de verkeerde spieren, je ademt teveel CO2 uit (dit speelt ook bij hyperventilatie) of je ademhalingsfrequentie is veel te hoog. Als mensen op een goede manier leren ademhalen, daalt de ademhalingsfrequentie en verandert de plaats van de ademhaling. Daarmee worden gezondheidsklachten als gevolg van spanning voorkomen of verholpen.
Resultaat Na enkele maanden training en de bijbehorende (thuis)oefeningen verdwijnt het merendeel van de lichamelijke en psychische klachten. Bij 95 procent van de deelnemers verdwijnen de klach-
‘Een verstoorde ademhaling veroorzaakt veel stressgerelateerde klachten’
arbeidsproces. De training werd (gedeeltelijk) vergoed door het Vervangingsfonds of vanuit de IPAP-regeling bij Loyalis. “Alle medewerkers die de training hebben gevolgd, zijn erg enthousiast. Ze hebben het plezier in hun werk teruggekregen, terwijl sommigen al jaren op hun tenen liepen. Ook zijn ze van veel klachten af.” Mark van Wendel de Joode, coördinator van het onderwijsteam bij Perspectief en ervaringsdeskundige, heeft het afgelopen jaar zo’n twintig cliënten de training zien volgen. “Opvallend is dat de klachten van de deelnemers zeer divers waren, maar de resultaten zijn bij iedereen erg goed. De betrokkenheid van de trainers van ReventaCare is bijzonder. Misschien komt dit wel doordat de trainers allemaal vergelijkbare klachten hebben gehad en als ervaringsdeskundigen weten wat er speelt en wat nodig is.” ReventaCare heeft een test op www. ademhalingstest.nl, waarbij je in enkele minuten de ademhaling in relatie tot iemands klachten kan beoordelen. Dit kan een prima middel zijn om bij (dreigende) uitval snel te zien of de ademhaling de oorzaak kan zijn van de klachten. Ad de Wit, ReventaCare
ten gedurende het trainingstraject. Deelnemers krijgen nieuwe energie, het zelfvertrouwen komt terug en ze gaan nieuwe uitdagingen aan. Doordat ze spanning en stress sneller herkennen, kunnen ze die direct aanpakken met de geleerde ademhalingstechnieken en oefeningen. Bert Kraaijenbrink, directeur van de Bosseschool in Middelharnis, heeft vijf medewerkers die langdurig ziek thuis zaten door de training van ReventaCare weer zien terugkeren in het
28
maart 2012
Op 16 mei vindt de workshop ‘Goed ademhalen, werkt beter’ plaats van 14.00 tot 15.30 uur in het CNV-kantoor. Zie de agenda op pagina 5 voor meer informatie.
leden actueel Gedicht
Hij komt naar jou Kom maar wat dichterbij, zeg ik tegen een kind in de groep. Kom maar dichterbij durven wij volwassenen niet te zeggen tegen elkaar. niet te dichtbij, want... niet te intiem, want... niet te bekend, want... niet te eigen, want... Privacy is heilig. Laten we er een wet voor maken. Houten hekken om tuinen. Muren om mensen. Je hoeft niet dichterbij te komen, zegt God Ik kom wel naar jou Niet alleen met Pasen Altijd in Jezus. Chris Lindhout
Werkmap Begrijpend Lezen Het is essentieel dat kinderen goede en zelfstandige lezers worden. Lezen en begrijpen wat je leest zijn immers onmisbare vaardigheden om mee te kunnen doen in de maatschappij. Werkmap Begrijpend Lezen is een rijke bron aan werkvormen en (digitale) materialen, waarmee leerkrachten van de groepen 1 tot en met 8 kinderen helpen teksten beter te begrijpen. De werkvormen, meer dan zestig, zijn los van elke methode in te zetten. U kunt deze map bestellen voor €64,50 via
[email protected] of www.cps.nl.
Direct 2012
Verschijningsdata
Nr. 3 Nr. 4 Nr. 5
Nr. 6 Nr. 7 Nr. 8
21 april 26 mei 23 juni
22 september 27 oktober 24 november
(zomerstop)
recensie
Plaaghaas in school Plaaghaas in school, de opvolger van In de poepenhok, is een verzameling waargebeurde belevenissen van Hans Notmeijer uit zijn loopbaan als leerkracht, adjunct en directeur op basisscholen in Amsterdam. Het boekje is erg leuk en boeiend. Hij beschrijft bizarre, humoristische en emotionele gebeurtenissen. Plaaghaas in school is te bestellen voor €12,95 (inclusief verzendkosten) via
[email protected].
nieuwe website voor schoolleiders
Schoolleider.nu
Vanaf 1 maart 2012 kunnen schoolleiders in het basisonderwijs voor informatie, inspiratie en interactie terecht op de nieuwe portal Schoolleider.nu. Initiatiefnemer is Johan Schat, die tot voor kort de eindredactie voerde van de schoolleiderssite van Kennisnet. Volgens Schat wordt Schoolleider.nu dé online ontmoetingsplek voor schoolleiders.
maart 2012
29
column door Chris Lindhout Het is weer zover. De toetsmaand januari klopt aan de nieuwjaarsdeur. Ooit was ik een groot bevechter van de prestatieschool, maar ja… Je moet mee met de tijd en meebuigen met de ontwikkelingen, dus is de toetsmaand januari een spannend gebeuren geworden.
Computer nummer vier “Niet te geloven”, roept juf Martine, als ze mijn kantoor binnenstuift. “Wat?” vraag ik, want er gebeurt veel in onze basisschool dat niet te geloven is. “Marja, mijn topleerling, scoort een D voor begrijpend lezen!” Ze kijkt niet alleen ontdaan, maar is het ook. “Sjonge”, reageer ik empathisch. “Ja, als zij nou ook al onder het landelijke gemiddelde scoort, zijn de poppen aan het dansen”, reageert Martine. Ik denk ‘en zijn de inspectiepoppen op weg naar onze school’. “Hoe kan dat dan?” vraag ik analyserend. “Misschien is het, omdat ze bij de laatste groep zat. Ze zat recht voor me bij de vierde computer. Ik heb niets bijzonders gemerkt. Misschien is digitaal toetsen haar ding niet. Misschien speelt er wat thuis. Misschien…” “Ja, alles is mogelijk”, neem ik het heft in handen. “Weet je wat, we gaan vanmiddag even om de tafel met Willy, de IB-er en Karin, de adjunct en misschien is het ook handig als je duopartner gebeld wordt. Dan kan ik ondertussen het dossier lichten en de opbrengsten van Marja doorkijken.” “Ja, we moeten hierover praten”, zegt Martine. Haar vastberaden houding, mij zo bekend, komt terug. “Toevallig is de LB-er lezen ook vrij en, toeval of niet, de AB-er is er ook.” “Ja, maar ze heeft toch geen rugzakje?” vraagt Martine. “Ondersteuningszakje,” verbeter ik haar, “alles wat zorg heet, heet vanaf nu ondersteuning, volgens de minister.” Het maakt geen indruk. Zo zitten we, na schooltijd, in de teamkamer en analyseren met zeven mensen de toets van Marja, onze topleerling. Vele suggesties vliegen over tafel. Vanuit alle hoeken wordt een oplossing ingevlogen. Dan wordt er geklopt en door de kier van de geopende deur zie ik het gezicht van Bettine, onze IT’er. “Mag ik even storen”, vraagt ze vriendelijk. “Eigenlijk niet,” antwoord ik streng, “we zijn met een serieuze zaak bezig.”
30
maart 2012
“Oké, snel dan”, negeert ze mijn verbod. “Ik heb de muis van een van de toetscomputers vervangen. Was een beetje aan z’n eindje en haperde.” Met een droge keel vraag ik: “Welke computer?” “Die met nummer vier erop”, zegt ze. “Sorry voor het storen, doei.” De deur zwaait dicht.
Voor deskundig advies op het gebied van arbeidsomstandigheden
UNIEKE MOGELIJKHEID Uw directievacature niet alleen in Schooljournaal maar ook in DIRECT, hét vakblad voor schoolleiders in het primair onderwijs, maar ook in het voortgezet onderwijs EXTRA VERMELDING IN DIRECT
ArboAdviesCentrum PO
Voor slechts € 40 is dit mogelijk Bij opgave van uw volledige personeelsadvertentie voor Schooljournaal geeft u aan gebruik te willen maken van een extra vermelding in DIRECT. Wij zorgen er dan voor dat de belangrijkste gegevens uit de advertentie worden opgenomen in de vaste rubriek Directievacatures.
Arbo AdviesCentrum Primair Onderwijs Bel 045 - 579 81 81 of mail naar
[email protected]
OPGAVE
De gegevens van uw advertentie voor de extra vermelding moeten uiterlijk een week voor het verschijnen van Direct bekend zijn bij Bureau Van Vliet B.V., Jenny Duindam of Mariëlle Groot, e-mail:
[email protected], tel.: (023) 571 4745, fax: (023) 571 76 80.
Vanzelfsprekend wordt uw volledige personeelsadvertentie gratis doorgeplaatst naar onze vacaturesite www.cnvo.nl/vacatures
7095/ARC
VACATURESITE
centrum voor nascholing - leiderschapsacademie -
Schoolleider van de toekomst? Maak kennis met de Leiderschapsacademie van het Centrum voor Nascholing, want duurzame onderwijsontwikkeling vraagt om integraal leiderschap. Oriëntatie op Leiderschap in het Onderwijs Opleiding Integraal Leiderschap I en II – voor startende schoolleiders Master in Educational Leadership – voor ervaren schoolleiders
Vraag de brochure aan en bezoek de informatiebijeenkomsten voorjaar 2012.
www.centrumvoornascholing.nl
093-061 adv leidersch.ac-direct 175x126-1.indd 1
21-12-11 09:42
WIJ UNIEK, U EXCELLENT OSG adviseert, begeleidt en ondersteunt bestuur en management van organisaties binnen onderwijs, welzijn en zorg. Uniek is ons integrale dienstenaanbod, waardoor onze specialisten in staat zijn uw organisatie te laten excelleren. Met onze expertise en kundigheid zorgen wij voor de aansluiting tussen uw beleid en uitvoering. Dat maakt OSG uniek, en maakt u excellent!
Onze specialisten laten u excelleren op onder meer: • Personele en Financiële Bedrijfsvoering & Control • Strategie & Organisatie • Facilitaire Organisatie & Accommodatie • Mobiliteit & HR Onze specialisten werken vanuit vestigingen verspreid over heel Nederland. Zo garanderen wij persoonlijk contact. Daarbij voorzien onze diensten Advies, Administratie en Personeel in een volledige service, die op uw wensen wordt afgestemd.
OSG Postbus 318 6800 AH ARNHEM
T (026) 323 88 11 E
[email protected] I www.osg.nl