Limburg verzilvert Europa Niemand kan ontkennen dat de Europese Unie momenteel tengevolge van de financiële en economische crisis in woelige wateren is terecht gekomen. De Euro, het symbool van de Europese economische integratie, staat onder grote druk en in sommige lidstaten, die tot de ‘groundfathers’ van de EU worden gerekend, worden zelfs studies over de herinvoering van de nationale munt besteld. En de regeringsleiders van de Europese lidstaten dienen alle politieke zeilen bij te zetten om sommige lidstaten, die met rampzalige tekorten op de publieke financiën kampen, van de financiële ondergang te redden. Weinig optimistische feiten die Europese sceptici voeding geven om harde kritiek op Europa te geven. Onterecht volgens gedeputeerde Marc Vandeput die sinds 2000 in onze provincie bevoegd is voor Europese samenwerking. “Europa, gegroeid vanuit een pacifistische gedachte, heeft voorspoed en welvaart gebracht. En zonder Europa zou de economische crisis dubbel zo hard hebben toegeslagen met alle gevolgen van dien voor onze bedrijven en voor de werkgelegenheid. Op de nieuwe sociaaleconomische uitdagingen kan bovendien slechts op een afdoende manier worden geanticipeerd indien deze op voldoende grote geografische en politieke schaal worden aangepakt. Onze provincie is duidelijk ‘Europa-minded’. De belangrijke Europese investeringen de voorbije 25 jaar voor de Limburgse sociaaleconomische ontwikkeling zijn hier wellicht niet vreemd aan,” aldus gedeputeerde Marc Vandeput. Het Toekomstcontract legde de basis voor een sterk Europees-Limburgs partnerschap De kiem voor de inzet van Europese subsidies in Limburg is terug te vinden in het herstructureringsplan van de Kempische Steenkoolmijnen (K.S.), dat eind 1986 werd goedgekeurd en dat finaal diende te leiden tot de afbouw en sluiting van de mijnen. Gedeputeerde Marc Vandeput: “Het
Limburgs
economisch
weefsel
was
vorige
eeuw
volledig
opgebouwd
rond
de
steenkoolexploitatie. Met het stopzetten van de steenkoolnijverheid dreigde dan ook een sociaal en vooral economisch rampscenario. Iedereen was het erover eens dat de gevolgen van de sluiting slechts konden worden aangepakt door een doortastend overheidsoptreden. Dankzij de inzet van de toenmalige pleitbezorgers voor een grootschalige economische en sociale reconversie is het Toekomstcontract afgedwongen.” Op 29 april 1987 hebben de Europese Commissie, de federale en Vlaamse regering en de Provincie Limburg het Toekomstcontract ondertekend. Dit contract was eigenlijk een “gemeenschappelijke verklaring”, waarbij de genoemde partners zich ertoe verbonden alles in het werk te stellen om de werkgelegenheid in Limburg zodanig te stimuleren dat de werkloosheid zo snel mogelijk zou worden teruggedrongen tot op het niveau van het gemiddelde van de rest van Vlaanderen. Deze doelstelling diende te worden bereikt door een toename van de werkgelegenheid in de privé, industriële en
1
tertiaire sector. Tevens werd een verhoogde opleidingsgraad van de Limburgse bevolking noodzakelijk geacht. De uitvoering van het Toekomstcontract is begonnen met het zogenaamde “Geïntegreerd Actieprogramma voor Limburg 1987-1991”. “Met dit vijfjarig plan zijn voor het eerst subsidies uit de Europese structuurfondsen, en in het bijzonder uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), voor het versterken van de Limburgse sociaaleconomische structuur ingezet. Nadien volgden Communautaire
bestekken,
doelstelling
2-programma’s,
Rechar
voor
de
mijngemeenten,
grensoverschrijdende Interreg-programma’s en programma’s voor plattelandsontwikkeling,” aldus gedeputeerde Marc Vandeput. 1 700 projecten en 500 miljoen Europese steun hebben Limburg veranderd Gedeputeerde Marc Vandeput: “Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan hebben wij de voorbije periode van 25 jaar Europese programma’s geïnventariseerd. En de resultaten zijn immens. Meer dan 1 700 projecten zijn met Europese steun gerealiseerd en meer dan 500 miljoen euro Europese subsidies zijn in onze provincie ingezet. Wat nog belangrijker is, is dat wij dankzij een gecombineerde inzet van deze Europese subsidies met Vlaamse en provinciale cofinanciering erin geslaagd zijn onze provincie te hertekenen en een provincie met een nieuw economisch elan op de kaart te zetten. Dankzij mijn bevoegdheid voor Europese aangelegenheden heb ik sinds 2000 zelf mogen ervaren dat de Europese subsidies een echte economische hefboom zijn en een grote ontwikkelingsdynamiek creëren.” In deze periode van 25 jaar zijn er natuurlijk accentverschuivingen in de besteding van de Europese subsidies vast te stellen. In de beginperiode lag de nadruk vooral op de reconversie met investeringen in nieuwe economische infrastructuur (o.m. bedrijventerreinen), in opleidingsprogramma’s om de werkloze mijnwerkers te herscholen en toe te leiden naar ander werk, in de stedelijke ontwikkeling (in het bijzonder van de mijngemeenten en met specifieke
aandacht voor de mijncités), en in de
diversificatie van de Limburgse economie door investeringen in o.m. de toeristische sector. Gedeputeerde Marc Vandeput: “Een mooi voorbeeld hiervan is de Japanse Tuin in Hasselt, die dit jaar zijn 20-jarig bestaan viert. Als toenmalig Hasseltse schepen heb ik het initiatief genomen tot de aanleg van deze tuin. Ik herinner mij zeer goed dat ik dit project ben gaan verdedigen bij de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij (GOM) die toen over de toekenning van de Europese subsidies besliste. Toen hadden velen kritiek op dit project, nu is de Japanse tuin een grote toeristische trekpleister die jaarlijks tienduizenden bezoekers trekt.” Eind jaren negentig komt stilaan een einde aan het reconversiehoofdstuk en wordt meer en meer gefocust op projecten die de Limburgse economie verder strategisch versterken en verbreden met nieuwe economische speerpunten zoals ICT en logistiek. Innovatie en duurzaamheid zijn hierbij
2
belangrijke thema’s en investeringen in innovatie-infrastructuur zoals het Wetenschapspark Diepenbeek luiden een duidelijke omslag in wat betreft de inzet van de Europese subsidies. Gedeputeerde Marc Vandeput: “Vanaf de programmaperiode 2000-2006 wordt deze tendens nog versterkt. De prioriteit bij uitstek is vanaf dan de realisatie van een innovatiegedreven kenniseconomie in onze provincie. De verdere uitbouw van de Limburgse kennisinstellingen en onderzoeksinstituten krijgen grote impulsen en een uitgebreide ondersteunende dienstverlening voor het bedrijfsleven stimuleert het innovatief ondernemerschap. Om de toegang van vrouwen op de arbeidsmarkt te bevorderen worden ook talrijke kinderopvangprojecten gestimuleerd. Eén van die projecten is bijvoorbeeld de nieuwbouw buitenschoolse kinderopvang en de nieuwbouw voor de crèche van de Hummeltjes te Hasselt.” In deze periode wordt ook het begrip duurzame ontwikkeling geïntroduceerd in de besteding van de Europese subsidies. En de aandacht voor gelijke kansen krijgt uitvoering in de talrijke opleidingsprogramma’s die in die periode met steun uit het Europees Sociaal Fonds zijn gerealiseerd. Ook
nieuw
in
dit
programma
is
de
beschikbaarheid
van
Europese
subsidies
voor
plattelandsontwikkeling in Haspengouw. Talrijke dorpsvernieuwingsprojecten werden ondersteund. Deze specifieke aandacht voor de ondersteuning van de plattelandseconomie en van het sociaal weefsel in het landelijke gebied krijgt vanaf 2006 ook bijzonder aandacht via een apart programma voor plattelandsontwikkeling, het zogenaamde PDPO. Gedeputeerde Marc Vandeput: “Met meer dan 94 miljoen euro Europese steun heeft deze programmaperiode een echte klik in de sociaaleconomische ontwikkeling van onze provincie gemaakt. In de huidige programmaperiode 2007-2013 is op dit elan verder gewerkt en worden toekomstgerichte projecten ondersteund. Ik verwijs hier naar Greenville in Houthalen-Helchteren en naar Energyville te Waterschei. Deze projecten moeten de motor worden van het groeipotentieel van clean technology. Ik noem hier ook de incubator Bioville die aangepaste huisvesting biedt voor starters in de life sciences, een andere kennisgedreven sector.” Interreg stimuleert de grensoverschrijdende samenwerking Voor een grensregio als Limburg is grensoverschrijdende samenwerking uiterst belangrijk, zeker in tijden van internationalisering van kapitaal, arbeid, kennis en infrastructuur. Sinds 1991 hebben de Interreg-programma’s een grote impuls gegeven aan de grensoverschrijdende samenwerking. Limburg behoort tot twee grensregio’s, de Euregio Maas-Rijn (samengesteld uit Belgisch en Nederlands Limburg, de provincie Luik, de Duitstalige Gemeenschap en de regio Aken) en de Grensregio Vlaanderen-Nederland (samengesteld uit de vijf Vlaamse provincies en de drie zuidelijke Nederlandse provincies). Momenteel wordt de vierde programmaperiode uitgevoerd.
3
Gedeputeerde Marc Vandeput: “De Interreg-programma’s leveren een belangrijke meerwaarde voor de interne sociaaleconomische ontwikkeling. De Limburgse troeven en sterktes kunnen worden verbonden met de troeven van de omliggende regio’s zodat er een win-winsituatie ontstaat. Zo kan bijvoorbeeld de kennis die in de omliggende regio’s beschikbaar is, door het Limburgs bedrijfsleven worden aangewend in hun groeistrategie. Limburg is immers centraal gelegen in een excellente kennisdriehoek Leuven-Eindhoven-Aken. Die geografische ligging kan via de Interreg-programma’s worden
benut.
Ook
obstakels
in
de
grensregio’s
kunnen
worden
weggewerkt
door
grensoverschrijdende samenwerking. Zo zijn op het vlak van grensoverschrijdende zorg, veiligheid en arbeidsmarkt, belangrijke projecten uitgevoerd.” Limburg 2.24 is de opstap naar de nieuwe programmaperiode 2014-2020 Anno 2012 is het bilan van de inzet van de Europese subsidies uitermate positief en de resultaten zijn haast overweldigend. Het is allemaal gestart met de reconversie, en de herbestemming van alle mijnzetels (Beringen: B-Mine, Waterschei: Energyville, Winterslag: C-Mine, Heusden-Zolder: bouwcluster, Eisden: Maasmechelen Village, Houthalen-Helchteren: Greenville) is misschien nog het beste bewijs dat deze reconversie geslaagd is. In plaats van een eenvoudige sanering hebben zich uit het zwart kolengruis van de voormalige mijnzetels, innovatieve en toekomstgerichte projecten ontwikkeld. Gedeputeerde Marc Vandeput: “Limburg is Europa bijzonder dankbaar en erkentelijk. In dit jubileumjaar wensen wij de Limburger te wijzen op het grote investeringsvolume dat Europa in onze provincie heeft ingezet. Hiervoor is een grootschalige communicatiecampagne uitgewerkt. De website www.limburgverzilverteuropa.be verzamelt alle Europese projectrealisaties. Op 27 april vindt een grote feestelijke happening plaats, waar beleid, promotoren, bedrijfsleven, kennisinstellingen en intermediaire organisaties samen terugblikken op dit Europees jubileum en reeds vooruitkijken naar de toekomst.” Want het werk is nog niet af. Het pad van de vorming van een innovatieve, duurzame en inclusieve samenleving moet nog verder worden bewandeld. Wij durven hopen dat Europa en Vlaanderen Limburg in de nieuwe programmaperiode 2014-2020 opnieuw kansen geven om aan deze ambitie verder te werken zodat een bijdrage kan worden geleverd aan de Europese groeistrategie ‘Europe 2020’ en ‘Vlaanderen in Actie’. Om de koers aan te geven voor het volgend decennium heeft de deputatie alvast de visietekst ‘Limburg 2.24’ opgesteld.” Deze visietekst is opgebouwd rond twee grote sporen – ‘slim en duurzaam’ en ‘talent en opleiding’ – en bevat 120 actiepunten. “Met deze acties wil de provincie nieuwe sprongen voorwaarts zetten in de sociaaleconomische ontwikkeling van onze provincie die, vanuit een krachtig bewustzijn van de eigen
4
troeven en kansen, de toekomst in eigen handen neemt en voor elke Limburger weet te verzilveren,” besluit gedeputeerde Marc Vandeput.
5