1
Lieve Poorters, burgers van de Open Stad van de Mens Henk van Andel 1. De Open Poort blijft bestaan De Open Poort blijft bestaan. Maar vóór iemand van ons zou denken dat er toch nog een overnemer is of een koper op de kust, wil ik heel graag uitleggen, hoe de Open Poort blijft bestaan. Blijft open staan! Als een Open Poort voor Alemshet, een Ethiopische vluchtelinge uit Ieper, die vorige week te horen kreeg dat zij uitgewezen wordt, terug naar het land, dat zij moest ontvluchten. Ik zal er kort over zijn. Zij vertelde met pijn en hartzeer ons het gruwelijke verhaal van verlies van ouders en verwanten, van jarenlang op de vlucht zijn, via Libanon, Turkije, Griekenland, bruut behandeld als kwetsbare jonge vrouw. Zij kwam bij ons in België terecht en vond haar weg naar onze Protestantse gemeenschap. Samen met haar baby, die haar nog net voldoende energie geeft om te kiezen voor het leven. Zij werd keihard uitgewezen, want ´haar vluchtverhaal klopte niet´. Mijn conclusie als ik de beslissing van het Commissariaat voor de Vluchtelingen lees: haar verhaal klopt ook niet, want het is een aaneenschakeling van macho-ellende over haar uitgestort. En wat er vooral niet klopt is: onze Jericho-wereld, die al zijn poorten op een wrede manier gesloten houdt voor zo kwetsbare mensen. Dus wat mij betreft: De Open Poort moet blijven bestaan. Blijven open staan! Ook voor Dirk, een gedetineerde, waar ik ooit over schreef in het Paasnummer van 2012. Hoe hij als kind – niet gewenst – in de criminaliteit werd gedreven door zijn ouders. Je wilt er toch graag bij horen als nieuwe mens. Zijn vurige wens in zijn gevangenschap: ik wil als ik mijn hoofd neerleg kunnen zeggen: ik ben toch een goe mens geweest. Tot op vandaag wordt hij krampachtig vastgehouden. Na einde straf, november 2013, in de volgende tien jaar TBR gegooid. Op grond van een uitspraak van een gerechtspsychiater, die hem ooit in 3 kwartier beoordeelde: nooit meer de maatschappij in. Wat enkele aalmoezeniers, die zijn hart hebben gezien, ook over hem schrijven, dit oordeel blijft als een zwaard boven zijn hoofd hangen. Alle deuren naar een nieuw gewenst begin worden bikkelhard dichtgeslagen, tot wanhoop van Dirk, zijn vrouw en de zijnen. Dus wat mij betreft: Die Poort moet nog altijd open blijven gaan! Ook de Poort van een ongenadig en uitzichtloos soort gevangenschap. Met de bijl aan de wortel van het politieke geturtelboom. Mijn diepste wens, op deze dag voorop gesteld: dat er een Open Poort blijft naar een andere wereld die mogelijk is, aangewakkerd en open gebroken door daden, woorden en andere manieren van samenleven. Moge die Open Poort niet meer ophouden te bestaan, dat is mijn vurige wens. 2. Het hoofd neerleggen na 93 jaar Maar ja, als je 93 jaar bent geworden, mag je ook wel een keer het hoofd neerleggen en zeggen: mijn bestaan is goed geweest. Want dat is het echt: het is mooi geweest! En wat mooi dat we in het bijbels materiaal ontdekt hebben dat ´eeuwig leven´ echt niet betekent dat iets eindeloos duurt en oeverloos saai kan voortsudderen. Eeuwig zegt vooral iets over de kwaliteit. Zoals ze op het voormalige eiland Marken in Nederland, waar Josephine enkele jaren onderwijzeres was, konden zeggen: Goh, wat is dat ééuwig goed, of wat is dat eeuwig lekker. Zo wil ik ook graag praten over de inhoud van de Open Poort: ééuwig goed of eeuwig lekker. Een smaak die lang blijft bestaan ook al is het na 93 jaar een keer afgelopen. En als we dan steeds bij het uitkomen van ook de laatste nummers hebben ervaren: Ja, dat smaakt naar meer! Dan gaan we dat blijven proeven in het gedachtegoed dat zeker door blijft gaan. Goede gedachten die alles te maken hebben met een gezonde dialectiek tussen woord en daad, tussen politiek en pastorale nabijheid, tussen heldere analyse en bewogen spiritualiteit, tussen kerkelijke traditie en levende oerbron, tussen gedenken en hoopvol perspectief en ga zo maar even door. Ik ga zo nog maar even door.
2 3. Accra Ik denk aan het prachtige OP-nummer (2005) over de geloofsbrieven van Accra. Met als titel Christelijke economie. Even afgezien of je dat bijvoeglijk naamwoord nog kunt gebruiken voor alles wat diep menselijk bedoeld is: het was een schitterend pleidooi voor een andere economie. Waarbij de goden van het neoliberalisme worden afgewezen als ongekend dodelijk voor onze samenleving. Moordend voor alles wat leeft, voor een goed klimaat ook voor onze generatie en voor wie na ons komen. Met een uitgesproken geloven – de geloofsbelijdenis van Accra- dat een andere wereldeconomie geboden én mogelijk is. Uitgesproken door de Protestantse Kerken van Europa, samengekomen in de WARC. Wat mij daarin zo getroffen heeft en wat mij betreft belangrijke leidraad is geweest van heel ons redactionele werk in de Open Poort, ik zet het op een rij: Een heldere afwijzing van een eindeloos geloof in hebben en houden. Het dienen van de goden, die hun slachtoffers vragen en blindelings gevolgd willen worden. Een hartgrondige aansluiting bij de ervaring van wie daaronder al eeuwen geleden hebben: in Accra werden de congresleden geleid naar de plekken waar de slaven werden verzameld en verscheept. In forten waar beneden de kerkers waren en boven de heren zetelden onder de beschermende teksten van aangehaalde psalmen, op hun hermetisch gesloten poorten geschreven. Beschamende schijnheiligheid, die voortwoekert. De aanklacht tegen de uitbuiting tot op vandaag kwam van de kerken uit de vernederde en uitgebuite wereld. Het was een hele klus, heb ik opgevangen, om de meeste vertegenwoordigers vanuit de Westerse kerken te overtuigen van de ernst van de moordende kant van ons geldstelsel. Dat het lukte om ook hen te bewegen, samen met wie al bewogen waren, is een staaltje van grote volharding geweest. Om door te laten werken naar alle achterbannen. Het Open Poort nummer vertelde in kerk- en geloofstaal, wat vandaag de betekenis is van bevrijding uit de slavernij. Een thema dat direct aansloot bij de aanzetten vanuit LatijnsAmerika, Afrika en Azië tot een geëngageerde bevrijdingstheologie. Ik hoor soms theologen uit onze vanzelfsprekende universitaire wereld zeggen, dat die theologie toch wel zijn tijd heeft gehad, alsof het ooit een modeverschijnsel was, in plaats van een hartgrondige noodkreet om anders met geloven en bijbelverhalen om te gaan. Ik denk dat in ons Westerse en Noord-Amerikaanse denken er nauwelijks nog ingegaan is op de vragen die van daaruit zijn gesteld. Dat die vragen nog nauwelijks de kans kregen om ons samenleven te raken! Waarbij het vooral gaat om de verbeelding in de verhalen die kracht geeft om op te staan: opstanding uit slavernij en wat géén leven is; om, dwars door de woestijn van het ontheemde bestaan te leren samenleven, met een mentaliteit goed voor veelbelovend land. Land dat niemand zich kan toe-eigenen, omdat dat land de basis is waar gerechtigheid alleen tot vrede leidt. Met de woorden van de profeet Amos: laat het recht, het recht als water stromen, dan pas, dan pas kan er vrede komen! De Schepping als een geschonken leefruimte, waar economie en ecologie had in hand gaan. 4. De metafoor als inspiratiebron Ik gebruikte enkele metaforen: slavernij als beeld van opgelegd gedoe, géén leven hebben, onderdrukking en vernedering; woestijn als louteringsplek: ontheemd en ploeterend op elkaar aangewezen zijn, met brood dat alleen nog maar gedeeld kan worden om brood van de hemel te zijn. Met de droom van een nieuw land, waar je door schade en schande wijs geworden uiteindelijk leeft van gerechtigheid en vrede die elkaar met dikke kussen begroeten. Over verzoening gesproken. Metaforen kunnen zomaar hun kracht verliezen als ze gaan zweven of niet meer raken aan de werkelijkheid. Slavernij als een algemeen juk van onontkoombare zonde, woestijn als een geestelijk proces van reiniging en beloofd land als een verre onbereikbare hemel of een letterlijk vastgehouden stuk grondgebied. Terwijl de verbeelding juist kan helpen om slavernij in verband te brengen met alles wat mensen onderdrukt, wordt opgelegd, zowel materieel als geestelijk; en woestijn de verlatenheid aangeeft van ons mensenbestaan, ontheemding, vlucht, klimaatvernietiging, waardoor
3 hoopvol samenleven verzandt. Waar vind je dan nieuwe bronnen onder de puinhopen of oases alvast in de woestijn? Waar beloofd land metafoor is, zoals in visioenen van profeten, van een andere wereld die mogelijk is. Het werd een mooi nummer met de titel ´Met verbeeldingskracht´, waarin we op zoek gingen naar de kracht in de verbeeldende verhalen: kracht om te veranderen, ja, toch? Met de vraag aan ons allemaal: wat verbeelden wij ons eigenlijk? Wát verbeelden we ons toch?! 5. Dialectiek De dialectiek zat ons in de redactie ingebakken. In wisselende samenstellingen, door de loop der jaren, waren er steeds boeiende gesprekken over allerhande thema´s. Waarbij linkse gedachten werden bevraagd op hun pastorale kant. En pastorale bewogenheid werd bevraagd op sociale uitwerking. Waarbij geduchte analyse van de wrede kant van ons economische stelsel werd bevraagd op de hoopvolle perspectieven voor de mensen aan de basis, als grond voor kwetsbaar bestaan. Het heen en weer gaan, wat was dat een prachtige beweging in de redacties die ik mocht meemaken. We zochten naar thema´s die ons in de huidige tijd bezig houden, raken. Soms wisten we er in eerste instantie kop noch staart aan te bedenken. Totdat we, met de hulp van een gesprekspapier van één onzer in gesprek raakten. En we vonden altijd weer die gezonde en respectvolle samenspraak in bestaande tegenstellingen. Niet om ze te verdoezelen, maar om ze tot levendige vragen om te smeden. Ons te laten bevrijden van alles wat zo vanzelfsprekend is. Met behulp ook van veelzeggende stromingen die zo makkelijk in de hoek gezet werden, uit prestige of uit machtsoverwegingen. Maar die terechte vragen stellen aan de vanzelfsprekendheid van een christelijke of protestantse traditie. Zoals het humanisme dat terechte vragen stelde aan de onmenselijke trekken van een te machtig en onmenselijk christendom. Waar is de menselijkheid gebleven? Zoals het Marxistisch socialisme, dat terechte vragen stelde aan het rechtvaardigheidsgehalte in een zogenaamd christelijke samenleving, waar arm en rijk te veel als goddelijk gegeven werden aanvaard of goedgepraat. Is het vandaag anders geworden? Of een feministische golf die terecht vragen stelde over de mannige overheersing in onze tradities, met alle vragen over het patriarchale in de bijbelverhalen: bedoeld als eeuwige boodschap of tijdgebonden verhalen van hoop? Om ons uit alle macht vooral te vermensen? De vraag naar de context ook vanuit de bevrijdingstheologie. Ik had het er al over. Terechte vragen, die je niet even kunt afdoen met: zo dat hebben we weer gehad. Om over te gaan tot een academische manier van denken? Met de afstandelijkheid die tegelijkertijd afstand schept tussen mensen? En ik denk ook aan de oecumene, die mij leerde dat het beslist niet gaat om samenwerking tussen kerken, maar om het samen optrekken voor een leefbaar huis, de aarde als een bewoonbaar huis voor alle mensenkinderen. Oikoumene. Mooi dat de Open Poort van Protestants tot ProtestantsOecumenisch werd omgedoopt. Waarbij ook het Protestantse best hoog gehouden mag worden als geuzennaam. Al was het maar om het protest van Luther tegen de aflaat te blijven actualiseren. Want het afkopen van de zonden door wie geld hebben is een gewoon gebruik in onze geldwereld geworden, tot in het afkopen van de milieuvervuiling met CO-2 aandelen om maar één voorbeeld te noemen. Accra hielp ons om tegen dit soort geloof in ´hebben en houden´ te protesteren en samen te getuigen vóór een andere wereld: PRO Testeren noem je dat. Om hebben en houden om te smeden tot liefhebben en houden van, samen met de zwaarden en speren. Niet zozeer met pasklare antwoorden, maar als een verademende richtingaanwijzer. 6. Met bezieling en hoop We hebben wat thema´s overhoop gehaald samen. De laatste jaargangen in vogelvlucht: Met de 1e nummers van elk jaar die een open thema kregen: Job of Hooglied, of het ouder worden met Abraham en Sara. Al gezien, soms? Of een stapje verder met de levenskunst en de stervensmoed tezamen. Je kunt niet oud genoeg zijn om te leven, maar dan zonder Zwitsal- leven alstublieft, die ziekmakende vercommercialisering. Dan kwamen de tweede nummers van het jaar, de Paasnummers, die ons deden nadenken over opstaan uit de dood. Met ´verzoening die het langst duurt´, nog als laatste in klein formaat, maar o zo breed en goed uitgemeten; met de ´scheuren in alle
4
vanzelfsprekendheid´ dankzij het beeld van een voorhangsel in de tempels die teveel heilige huisjes zijn geworden; met de hoop van werkelijke ´bevrijding uit gevangenschap´ – denk aan het verhaal van Dirk, die ik aan het begin noemde – en met het ´geloven van onderop´, dat ons aanwakkert om de diepten niet te mijden om samen te kunnen opstaan. Samen met een franciscaans Vaticaan? De derde nummers hadden toch wel vaak de geest van Pinksteren: Over Ruth en haar ruimte geschapen voor royaal-recht-doen. ´Vreemd gaan met Ruth´ was de verrassende titel. Over Esther die met de moed van de (wan-)hoop met twee of drie de geestkracht vond om een noodlot om te wenden tot hoopvol samenleven. Of we kwamen bij een ´kerk in beweging´, met op de voorcover klokkenluiders voor een buitenkerkelijk bestaan; Om een volgend seizoen troostvol in te gaan op vragen naar de ´krimp in de kerk´. Met hart en ziel kleiner durven zijn ´zonder kramp´, dat zou toch ontwapenend kunnen? Hoe afslanken een stuk gezonder kan maken. En ons kan brengen naar ´Goed volk!´ Een poging om tegenover goedkoop populisme, oprecht dicht bij mensen te zijn, dicht bij de grond van ons kwetsbare bestaan. Dan kwamen er de zomernummers, lastig om op tijd klaar te krijgen, want ook schrijvers gaan met vakantie. Maar we kwamen er uit en zij kwamen uit: Over ´duurzame toekomst´, met voorop dat kind dat de aarde globaal koestert aan haar hart, in haar armen. Een jaar later schreven wij over ´Aandacht´: aandacht die het isolement doorbreekt van verharding en extremisme: door nauw luisteren én recht doen. ´Met verbeeldingskracht´ gingen we een volgende zomer tegemoet – ik had het er eerder over. In onze laatste zomer zette we een grote boom op over ´Duurzaam leven´: wat geeft ons houvast? (Zoals bijvoorbeeld in tramlijn zeven of Moskou in Gent? Kort verhaal.) Het vijfde nummer was een diaconaal herfstnummer. Soms samen met de Nederlandse diaconale instanties, tot ook daar de bezuinigingen gingen heersen, jammer genoeg. Maar we kregen het voor elkaar: met ´Globalisering zonder uitsluiting´, als titel al veelzeggend; en Greetje-Minke en Fatmata sierden de voorkant met hun stralende vergezichten; Waardoor we een jaar later ´Oases van hoop´ konden verzamelen, want die helpen ons om het ook in woestijntijd vol te houden. Met, weer een jaar verder ´Hart voor diaconaat´. Want als een kerk niet dient…….en we hebben toch graag het lev om dat anders te willen?! Om uiteindelijk te geraken tot een uitgave over de ´onaantastbare rijkdom´, met een groot vraagteken bij alle hebzucht en monopolies. Met de indringende en aanhoudende vraag: hoe durven ze? En de moedgevende gedachte: er zijn er die durven toch maar! Tenslotte waren er de kerstnummers, die net als de paasnummers extra besteld konden worden. Is er ook ´onderdak voor zonder dak´? Zeg maar plaats in de herberg en voor wie dan wel? Om een volgende kerst aan te sluiten bij bevrijdende woorden van Oosterhuis: “Licht, kind in mij, kijk uit mijn ogen/ of ergens al de wereld daagt/ Waar mensen waardig leven mogen en elk haar naam in vrede draagt.” Om te eindigen, in 2013, fier met ons laatste nummer, met dat uitzicht bij het honderd jaar ´gedenken van de Groote Oorlog´: het verlangen, dat mensen waardig leven mogen en elk haar naam in vrede draagt. En altijd weer was er het Sinnematische kerstverhaal van onze fijnzinnige Buurvrouw Annet. Want ook dat deden we graag in de Open Poort: verhalender wijs worden!
7. Een gouden team Samen met bestuur en redactie konden wij aan deze omschreven inhoud mooi vorm geven. De onderlinge steun was hartverwarmend. Samen met eindredacteuren die elk nummer weer tot een goed einde wisten te brengen. Die chaos schiepen tot mensenland. Ongelooflijk! Samen met creatieve en jonge geesten, die van een indrukwekkende inhoud een prachtige lay-out maakten. Samen met schrijvers, die heel veel schitterend materiaal uit hun pennen of toetsenborden lieten stromen. Samen met lezers met wie we konden blijven lezen én schrijven. Of liever andersom.
5 De interviews die weer nieuwe mogelijkheden en ruimte gaven. Maar vooral: wisselende redactieteams die samen inhoud gaven aan moedige ´scheuren in zoveel vanzelfsprekendheid´ en in de ´kracht van de verbeelding´ om een andere wereld ietsje dichterbij te brengen. Met aandacht en warmte voor elkaar, die zeker en vast in de inhoud is doorgekomen. Een Open Poort die wat mij betreft wijd open blijft staan voor de vluchtelinge Alemshet, voor de gevangen gehouden Dirk, voor al de kinderen in deze wereld, die het volste recht hebben om op te groeien in een veilig klimaat. Moge alles wat oprecht geschreven is vooral verder gaan in daadwerkelijk leven, dat gelezen kan blijven worden als…..een Open Poort. En……als bladen dan vallen, zoeken wij met Elke naar elk motief om te blijven zorgen voor het nieuwe geluid, van een nieuwe lente. Voor vandaag, eerste lentedag, voor vandaag en Wereldmorgen! Henk van Andel, Ieper 21 maart 2014