© Yves Adams – Copyright Provincie West-Vlaanderen
2de graad
Liefkenshoek
EEN DORP IN EEN FORT Over Fort Liefkenshoek waar boeren graan teelden, molenaars graan maalden en bakkers brood bakten maar soldaten de plak zwaaiden
Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
Stefanie Audenaert, Roos Bentein, Tine Pauwels, Armand Vyt
© 2013
© Yves Adams
Zicht op de Schelde en Fort Liefkenshoek onderschrift
Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
LIEFKENSHOEK een dorp in een fort
2
Woord voor af F
ort Liefkenshoek is een zestiende-eeuws verdedigingswerk op de linkeroever van de Schelde. Samen met het tweelingfort Lillo op de rechteroever beheerste het vanaf 1579 de stroom en moest het Antwerpen beschermen tegen het oprukkende Spaanse leger. Dat mislukte jammerlijk waardoor Fort Liefkenshoek meer dan tweehonderd jaar Noord-Nederlands grondgebied werd in de Zuidelijke Nederlanden. De gemeente Beveren kocht dit monument van Europees formaat aan in 1980 en koesterde sedertdien de stille droom om het een nieuwe, maatschappelijk relevante, bestemming te geven. In de loop van de jaren 2000 kregen deze plannen concreet vorm. Beveren liet de hoofdgebouwen – de kat en het officiersgebouw – grondig restaureren.
Dankzij een gecombineerde financiële inspanning van Europa (Interreg III), Toerisme Vlaanderen, de provincie Oost-Vlaanderen en de gemeente Beveren kon Fort Liefkenshoek in september 2007 de deuren van een bezoekerscentrum openen, ingericht in de vier laatste zalen van de kat. Tegelijk maakte men werk van een nagelnieuw onthaalpunt en van de inrichting van de buitensite: een wandelpad op de dijkkruin, zitbanken, aangepaste toegangen voor andersvaliden, periscopen aan de uitkijktoren, bewegwijzering … Vijf jaar later slaagde de gemeente erin om de thematiek van het bezoekerscentrum te vertalen naar interactieve en uitdagende applicaties, verhalen en spelconsoles voor alle jongeren van 7 tot 77 jaar. Hiermee werd een prikkelend en boeiend belevingscentrum ingericht dat de resterende acht zalen van de kat invult. Dit belevingscentrum sluit niet alleen naadloos aan op het bezoekerscentrum, maar verrijkt vooral het aanbod wereldoriëntatie voor het basisonderwijs. Om zowel de leerkrachten als de leerlingen te begeleiden in hun voorbereiding en hun naverwerking van een bezoek aan het Belevingscentrum Fort Liefkenshoek, werkte een ploeg vrijwillige leerkrachten van het gemeentelijk basisonderwijs Beveren een educatief pakket uit voor de drie graden van het basisonderwijs. Voor de ontwikkeling van de drie pakketten is vertrokken vanuit de eindtermen, waarnaar voor elke les wordt verwezen. De doelstellingen en de inhoud van de pakketten zijn dan weer sterk geïnspireerd door de bewogen maatschappelijke rol die het fort in de loop van zijn bestaan heeft gespeeld. De gebruikte methodieken proberen de leerlingen voortdurend aan te zetten tot zelfwerkzaamheid en het nemen van eigen initiatieven. Het deel voor de tweede graad (of groepen 5 en 6 in Nederland) ligt hier voor u. Wij hopen van harte dat u deze lesvoorbereidingen en -naverwerkingen ten volle kunt inzetten in uw klas en dat uw leerlingen zullen genieten van een onvergetelijk bezoek aan het Belevingscentrum Fort Liefkenshoek!
Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
LIEFKENSHOEK een dorp in een fort
3
Voor de leerkr acht © foto
De lessenreeks ‘EEN DORP IN EEN FORT’ is opgebouwd rond vier thema’s, die allen linken met het leven van de bewoners van Fort Liefkenshoek en zijn omgeving. Het fort als leefgemeenschap en als economische productie-eenheid staat centraal. Bij ieder thema horen werkblaadjes en werkboekjes voor de leerling. Zij kunnen eenvoudig worden gedownload van de site van Fort Liefkenshoek: www.fortliefkenshoek.be.
thema 1 Fort Liefkenshoek als leefgemeenschap................................................................... 6 De leerlingen maken kennis met de strategische ligging van Fort Liefkenshoek aan de linkeroever van de Schelde (en Fort Lillo, het zogenaamde tweelingfort op de rechteroever), waarom en wanneer dit fort precies op die plek werd gebouwd en welke mensen met welke beroepen er hebben gewoond en gewerkt. Als lesmateriaal bij dit thema horen twee downloadbare werkblaadjes en een uitbeeldopdracht. De leerkracht kan deze opdrachtenkaartjes ook downloaden van www.fortliefkenshoek.be.
THEMA thema II De polder als leverancier van voedsel................................................................... 11 Fort Liefkenshoek was lange tijd omringd door polders. Polders zijn vruchtbare gronden waar landbouwers dieren en planten telen om de mensen in de buurt (bijvoorbeeld de bewoners van Fort Liefkenshoek) van voldoende voedsel te voorzien. Wat de boer in de polder teelt en hoe dat verwerkt wordt tot voeding klaar voor consumptie, behandelt thema II in vier lessen. De bijhorende werkblaadjes en werkboekjes volgen onmiddellijk na de lessen.
Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
LIEFKENSHOEK een dorp in een fort
4
voor de leerkracht
THEMA III thema Het quarantaineziekenhuis van Fort Liefkenshoek.......................................... 21 Deze les neemt de leerlingen mee naar een ver verleden waarin besmettelijke ziektes nog niet afdoende konden worden behandeld en waarin de kennis over ziektes en de oorzaak ervan nog zeer beperkt was. De leerlingen vergelijken met ziek zijn vandaag en verwerken de inhoud in een tekenopdracht waarin ze hun fantasie de vrije loop laten om zelf een nieuwe ziekte te ontwikkelen.
THEMA IV thema Het weer .............................................................................................................................................. 25 De bewoners van Fort Liefkenshoek en omgeving hebben door de eeuwen heen de weersomstandigheden op de voet moeten volgen. Zij waren voor hun werkzaamheden immers sterk afhankelijk van dat weer. Zo bijvoorbeeld de landbouwer die voor het telen van gewassen op de velden zon, licht en water nodig heeft, de molenaar die wind nodig heeft om de wieken te laten draaien, enzovoort. In deze les diepen de leerlingen de verschillende weerelementen uit en leren ze aan de hand van enkele zelf geknutselde instrumenten, het weer meten en omzetten in statistieken.
Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
LIEFKENSHOEK een dorp in een fort
5
THEMA I Thema FORT LIEFKENSHOEK ALS LEEFGEMEENSCHAP Stefanie Audenaert ONDERWERP Deze les dient als naverwerking van het bezoek aan het Belevingscentrum Fort Liefkenshoek. De les behandelt het thema leefgemeenschappen. De leerlingen maken kennis met de strategische ligging van Fort Liefkenshoek op de linkeroever (en Fort Lillo, het zogenaamde tweelingfort op de rechteroever) van de Schelde, waarom en wanneer dit fort precies op die plek werd gebouwd en welke mensen met welke beroepen er hebben gewoond en gewerkt.
LESMATERIAAL ❏❏ Kaart van de Schelde met aanduiding van de ligging van Fort Liefkenshoek en Fort Lillo (en van de andere forten van de Staats-Spaanse linies) uit het Infopunt Liefkenshoek. (apart te downloaden) ❏❏ Werkblaadje Woordpuzzel leefgemeenschappen. (apart te downloaden) ❏❏ Werkblaadje Beroepen vroeger en nu. (apart te downloaden) ❏❏ 25 kaartjes voor de uitbeeldopdracht Welke fortbewoner ben ik? (apart te downloaden)
chiru
rgijn
Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
LIEFKENSHOEK een dorp in een fort
6
thema 1
EINDTERMEN Wereldoriëntatie 4.1. De leerlingen kunnen illustreren dat verschillende vormen van arbeid verschillend toegankelijk zijn voor mannen en vrouwen en verschillend gewaardeerd worden. 4.3. De leerlingen kunnen met een zelf gekozen voorbeeld het nut en het belang aangeven van een collectieve voorziening, waarvoor de overheid zorg draagt. 4.8. De leerlingen kunnen illustreren dat verschillende sociale en culturele groepen verschillende waarden en normen bezitten.
Muzische vorming 3.4. De leerlingen kunnen spelvormen in een sociale en maatschappelijke context hanteren. 3.5. De leerlingen kunnen ervaringen, gevoelens, ideeën, fantasieën uiten in spel.
LESDOELEN De leerlingen leren de leefgemeenschap van Fort Liefkenshoek kennen en begrijpen. Ze kunnen parallellen trekken met de hedendaagse maatschappij, begrijpen wat de beroepen inhouden en hebben een idee van de onderliggende hiërarchie en belang van de beroepen.
LESVERLOOP Intro Filmpje (Teleac, Histoclips aflevering 9) over de opstand in de Nederlanden (duur 14 min 36 sec)
ßß http://player.omroep.nl/?aflID=8260866&wmv=true ßß http://eigenwijzer.nl/histoclips
Afbeeldingen van beroepen anno 1690 (afbeeldingen door Jan Luyken)
ßß http://www.geneaknowhow.net/in/beroepen/luyken/luyken.html
Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
LIEFKENSHOEK een dorp in een fort
7
Kern Klassieke intro: de leerkracht schetst kort de situatie van de forten Liefkenshoek en Lillo, aan de hand van de kaart. Waar? Aan de oevers van de Schelde met Liefkenshoek op de linkeroever en Lillo op de rechteroever: oriëntatie van beide forten aan de hand van de kaart. Waarom? Het introfilmpje De opstand in de Nederlanden schetst de explosieve situatie in de Nederlanden, die uitmondt in een burgeroorlog, de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) genaamd. Beide forten werden door de opstandelingen gebouwd bij het begin van de Tachtigjarige Oorlog om Antwerpen te beschermen tegen de oprukkende Spaanse soldaten onder leiding van Alexander Farnese.
© shutterstock
Tachtigjarige Oorlog (1568-1648): burgeroorlog in de Nederlanden die heeft geleid tot de splitsing van de Nederlanden (stonden bij de aanvang nog onder Spaans gezag), in de Zuidelijke Nederlanden (blijven Spaans, ongeveer België nu) en de Noordelijke Nederlanden (worden zelfstandig, ongeveer Nederland nu).
De forten maakten het mogelijk de Schelde te controleren, zeer belangrijk voor de toevoer van voedsel en troepen in tijden van oorlog. De twee forten zijn lange tijd in handen geweest van de opstandelingen (Noordelijke Nederlanden -> Republiek). Ze lagen dus in een vijandig gebied (Zuidelijke Nederlanden -> Spaans). De fortbewoners beleden bovendien een andere (protestantse) godsdienst.
Omgeving
Forten
Staats (= opstandelingen)
Spaans
Katholiek
Protestants
Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
LIEFKENSHOEK een dorp in een fort
8
thema 1
Wat? Twee leefgemeenschappen te vergelijken met een dorp: er is een plein, enkele straten, een school, een kerk, een molen, huizen, een herberg …
Bewoners: militairen, burgers en geestelijkheid. In de forten verbleef een vast aantal militairen, maar verhoogde de oorlogsdreiging dan werd hun aantal opgedreven! Militairen: commandeur, kanonniers, luitenant, kapitein, soldaten … Geestelijken: predikant Gewone burgers: vrijschipper, veerman, schoolmeester, molenaar, schoenmaker, kleermaker, vroedvrouw, ontvanger, straatschoonmaker, timmerman, chirurgijn, aannemer, wijnsteker of wijnkoopman …
Sommige bewoners oefenden een beroep uit voor beide forten samen. Vaak werden er jobs gecombineerd omdat één job slechts voor een laag inkomen zorgde. De fortbewoners - allemaal avonturiers - leven in moeilijke leefomstandigheden, met relatief veel mensen op een kleine besloten oppervlakte.
Klasgesprek (kan worden voorafgegaan door een voorbereiding in groepjes)
- Welke bewoners van het fort herinneren de leerlingen zich nog? - Welke verhalen hebben ze op het kerkhof gehoord? - Welke beroepen oefenden de mensen uit die hun verhaal vanuit het graf vertelden? - Wat hielden deze beroepen in? - Welke mensen hadden het meeste aanzien? Waarom? - Welke functies waren voor het fort van heel groot belang? - Hoe waren de leefomstandigheden op het fort? - Zijn de beroepen van toen op het fort te vergelijken met de beroepen van nu? Welke wel? Welke niet? Waarom wel? Waarom niet?
Verwerking Oplossen van de twee werkblaadjes: ❏❏ woordpuzzel leefgemeenschappen; ❏❏ beroepen vroeger en nu.
Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
LIEFKENSHOEK een dorp in een fort
9
© http://www.staatsspaanselinies.eu
Fort Liefkenshoek
Fort Lillo
Staats-Spaanse linie
Evaluatie ❏❏ Verloopt aan de hand van de uitbeeldopdracht Welke fortbewoner ben ik? ❏❏ De leerlingen spelen de beroepen op de opdrachtkaartjes na. Dit kan aantonen of ze de les al dan niet onder de knie hebben. ❏❏ De leerlingen beelden de opdrachten uit met of zonder woorden.
LESSUGGESTIES
❏❏ Teken de fortbewoner in zijn of haar omgeving tijdens het uitoefenen van zijn beroep. ßß Inspiratie is te vinden op de website http://www.geneaknowhow.net/in/beroepen/luyken/luyken.html ❏❏ Welke fortbewoner zouden de leerlingen willen zijn? Waarom? Over de maatschappelijke ladder: ßß http://www.schooltv.nl/beeldbank/clippopup/20070829_maatschappelijkeladder01 ❏❏ Over de Republiek: ßß http://www.schooltv.nl/vroegerenzo/2502524/filmpjes/item/2503479/de-republiek
Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
LIEFKENSHOEK een dorp in een fort
10
thema 11
THEMA Thema 11 DE POLDER ALS PRODUCENT EN LEVER ANCIER VAN VOEDSEL Armand Vyt ONDERWERP
© shutterstock
Fort Liefkenshoek was lange tijd omringd door polders. Polders zijn vruchtbare gronden waar landbouwers dieren en planten telen om de mensen in de buurt (bijvoorbeeld de bewoners van Fort Liefkenshoek) van voldoende voedsel te voorzien. Wat de boer in de polder teelt en hoe dat verwerkt wordt tot voeding klaar voor consumptie, behandelt thema II in vier lessen. De bijhorende werkblaadjes en werkboekjes volgen onmiddellijk na de lessen.
de polder Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
LIEFKENSHOEK een dorp in een fort
11
Les 1
VOEDSEL
UIT DE POLDERS ONDERWERP De leerlingen maken kennis met het leven en het werk in de omringende polder. Dat staat in functie van het produceren van voedsel.
LESMATERIAAL ❏❏ Kwartetspel (apart te downloaden). De leerkracht print de kaartjes van het kwartet op stevig karton op zoveel exemplaren als nodig. ❏❏ Internet in de klas of op school.
EINDTERMEN Wereldoriëntatie 1.1. De leerlingen kunnen in een beperkte verzameling van mensen, dieren en planten gelijkenissen en verschillen ontdekken en op basis van minstens één criterium een eigen ordening aanbrengen en verantwoorden. 1.2. De leerlingen kennen in hun omgeving een paar biotopen en kunnen erin enkele veel voorkomende dieren en planten herkennen en benoemen. 1.4. De leerlingen kunnen illustreren dat de mens de aanwezigheid van planten en dieren in zijn omgeving beïnvloedt.
Sociale vaardigheden 1.3. De leerlingen kunnen in de omgang met anderen respect en waardering opbrengen. 3. De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine.
Leren leren 3. De leerlingen kunnen op systematische wijze samenhangende informatie verwerven en gebruiken.
ICT 6. De leerlingen kunnen met behulp van ICT voor hen bestemde digitale informatie opzoeken, verwerken en bewaren. Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
LIEFKENSHOEK een dorp in een fort
12
thema 11
Les I
❏❏ De leerlingen kunnen de relatie leggen tussen een grondstof (bv. een plant ) en het afgewerkt product. ❏❏ De leerlingen verwerven de gepaste woordenschat bij producten uit de polder. ❏❏ De leerlingen herkennen op foto aardappelen, maïs, graan, suikerbieten en fruit.
© SHUTTERSTOCK
LESDOELEN
LESVERLOOP van suikerbiet ... © SHUTTERSTOCK
Intro Klasgesprek: Ons voedsel Gesprek in de kring. Mogelijke vragen:
- Wat hebben jullie gisteren gegeten? - Wat eten jullie graag? - Wat is gezond voedsel? - Waar komt ons voedsel vandaan? tot suikerklontje
De leerkracht gaat dieper in op wat er gezegd wordt en noteert daarbij een aantal sleutelwoorden. Op het bord ontstaat een woordspin.
ßß Filmpje Van aardappels rooien tot inschuren www.youtube.com/watch?v=B9kCSBYNZvI
© SHUTTERSTOCK
Na het bekijken van het filmpje, volgt de bespreking:
- Wat gebeurt hier? - Wie heeft dit al eens gezien? - Welke machines worden er gebruikt? - Wanneer gebeurt dit?
Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
LIEFKENSHOEK een dorp in een fort
13
Kern ❏❏ De leerkracht toont nu een aantal prenten/afbeeldingen van de planten die in het kwartet voorkomen. De leerlingen benoemen de planten en er wordt kort iets over gezegd. ❏❏ De klas wordt in vijf groepen verdeeld die de opdracht krijgen via de computer informatie te verzamelen rond vijf producten: aardappelen, fruit, maïs, suikerbieten en graan. Kernvragen:
- Hoe ziet het product eruit? - Wat kan je er mee doen? - Wat kan je er van maken? - Weet je er nog andere dingen over?
❏❏ Elke groep stelt kort zijn product voor.
Verwerking en evaluatie ❏❏ De regels van het kwartetspel worden uitgelegd en vervolgens spelen de leerlingen het spel. Er wordt telkens doorgeschoven. ❏❏ De leerkracht bevraagt de leerlingen naar de resultaten. voedselkwartet
Spelregels voedselkwartet Het spel wordt gespeeld met vier spelers. Iedere speler krijgt een kaart met daarop een gewas uit de polder. De spelers weten niet van elkaar welk gewas ze hebben.
GRA ANKORRELS
De andere kaarten liggen omgekeerd op de tafel. De startspeler neemt een kaart af en toont die aan zijn medespelers. Als de kaart bij zijn gewas hoort, houdt hij de kaart. Indien niet, dan legt hij ze terug op de stapel en gaat de beurt over naar de volgende speler. Dit wordt herhaald tot alle kaarten van de tafel zijn verdwenen. Die speler die het eerst het kwartetdat bij zijn gewaskaart hoort heeft verzameld, wint het spel.
brood maaidorsmachine tarweveld windmolen
Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
LIEFKENSHOEK een dorp in een fort
14
thema 11
Les 2
Les 2
KIEMPROEVEN
ONDERWERP In deze les leren de leerlingen proefondervindelijk hoe moeilijk het is om graan te telen en met welke factoren de boer rekening moet houden.
LESMATERIAAL ❏❏ Zaden, bloembakken of -potten, potgrond
EINDTERMEN Wereldoriëntatie 1.1. De leerlingen kunnen in een beperkte verzameling van mensen, dieren en planten gelijkenissen en verschillen ontdekken en op basis van minstens één criterium een eigen ordening aanbrengen en verantwoorden. 1.4. De leerlingen kunnen illustreren dat de mens de aanwezigheid van planten en dieren in zijn omgeving beïnvloedt. 1.17. De leerlingen kunnen bij de verzorging van dieren en planten uit hun omgeving basishandelingen uitvoeren.
Sociale vaardigheden 1.3. De leerlingen kunnen in de omgang met anderen respect en waardering opbrengen. 3. De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine.
Leren leren 3. De leerlingen kunnen op systematische wijze samenhangende informatie verwerven en gebruiken.
LESDOELEN ❏❏ De leerlingen kennen de voorwaarden die nodig zijn voor kieming en groei. ❏❏ De leerlingen verwerven de gepaste woordenschat inzake kieming en groei. ❏❏ De leerlingen kunnen proefondervindelijk tewerk gaan. Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
LIEFKENSHOEK een dorp in een fort
15
LESVERLOOP Intro Klasgesprek: Hoe groeien planten? Gesprek in de kring. Mogelijke vragen:
- Hoe ontstaan planten? - Wat is daarvoor nodig? - Welke beroepen stellen zich dit tot doel? - Heb je zelf een tuin?
De leerkracht gaat dieper in op wat er gezegd wordt en noteert daarbij een aantal sleutelwoorden. Op het bord ontstaat een woordspin.
Filmpje: Zo wordt een boon een bonenplant
ßß www.youtube.com/watch?v=j4xO4E6WBZw bekijken en vervolgens bespreken:
- Wat gebeurt hier? - Wie heeft dit al eens gezien? - Wanneer gebeurt dit?
Kern De leerkracht heeft voldoende zaden, potgrond en bloempotten bij de hand. De leerkracht maakt een raster dat als werkblad moet dienen bij het observeren van de kiemproeven. De klas wordt in groepen verdeeld. Elke groep moet een kiemproef opzetten waarbij een essentiële factor niet wordt vervuld.
Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
LIEFKENSHOEK een dorp in een fort
16
thema 11
Les 2
Groep 1
Aanwezige factoren: grond, licht, lucht en water (warmte is bevorderend)
Resultaat: de granen kiemen en groeien op. Dit is een natuurlijke situatie.
Groep 2
Aanwezige factoren: licht, lucht en water (warmte is bevorderend)
Resultaat: de granen kiemen en groeien maar na verloop is er een grote terugval te bemerken.
Groep 3 Aanwezige factoren: grond, licht en water (warmte is bevorderend) De factor lucht wordt uitgesloten door een plastiek zakje te gebruiken waardoor de samenstelling van de lucht snel verstoord is. Resultaat: de granen kiemen maar al heel snel is er een terugval te bemerken en start een rottingsproces.
Groep 4
Aanwezige factoren: grond, lucht, warmte, licht.
Resultaat: er ontstaat geen kiemingsproces.
Groep 5
Aanwezige factoren: lucht, licht en water (warmte is bevorderend) Resultaat: er is een kiemproces, maar na een tijdje ontwikkelen de planten niet meer.
❏❏ Elke groep stelt kort zijn kiemproef voor.
VERWERKING EN EVALUATIE ❏❏ Elke dag observeren de leerlingen hun kiemproeven en na een 10-tal dagen kunnen zij de besluiten op het werkblad formuleren. ❏❏ We evalueren samen en de basisvoorwaarden tot kieming en groei worden afgeleid.
Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
LIEFKENSHOEK een dorp in een fort
17
Les 3
BROOD BAKKEN
ONDERWERP In deze les bakken de leerlingen o.l.v. de leerkracht en eventueel enkele bereidwillige ouders, zelf brood. Ze leren hoe je van basisingrediënten een afgewerkt voedingsproduct maakt.
LESMATERIAAL
Ingrediënten: ❏❏ ❏❏ ❏❏ ❏❏ ❏❏ ❏❏
1 kg bloem ½ l lauw water (26 °C) 50 g gist 25 g boter 25 g vet 15 g zout
❏❏ Een keuken met een oven.
EINDTERMEN Wereldoriëntatie 2.6. De leerlingen kunnen illustreren hoe technische systemen onder meer gebaseerd zijn op kennis over eigenschappen van materialen of natuurlijke verschijnselen. 2.8. De leerlingen kunnen technische systemen, het technisch proces, hulpmiddelen en keuzen herkennen binnen verschillende toepassingsgebieden van techniek. 2.16. De leerlingen kunnen hygiënisch, nauwkeurig, veilig en zorgzaam werken. 1.14. De leerlingen kunnen gezonde levensgewoonten in verband brengen met wat ze weten over het functioneren van het eigen lichaam.
Sociale vaardigheden 1.3. De leerlingen kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen. 3. De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine.
Leren leren 4. De leerlingen kunnen eenvoudige problemen op systematische en inzichtelijke wijze oplossen. Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
LIEFKENSHOEK een dorp in een fort
18
thema 11
Les 3
LESDOELEN ❏❏ De leerlingen kennen de ingrediënten die nodig zijn om een brood te bakken. ❏❏ De leerlingen weten dat hygiëne belangrijk is voor het verwerven en het behouden van een goede gezondheid. ❏❏ De leerlingen kunnen een recept op een goede manier uitvoeren.
LESVERLOOP Intro Klasgesprek: Brood is belangrijk Gesprek in de kring. Mogelijke vragen:
- Wat is het belangrijkste voedsel van een mens? - Wat is daarvoor nodig? - Welke beroepen stellen zich dit als doel? - Welke producten verkoopt de bakker?
De leerkracht gaat dieper in op wat er gezegd wordt en noteert daarbij een aantal sleutelwoorden. Op het bord ontstaat een woordspin. Filmpje SOS Piet: Brood bakken met Bondtje
ßß www.youtube.com/watch?v=7p-J8c7GcAU Bekijken en bespreken:
- Wat gebeurt hier? - Wie heeft dit al eens gezien? - Wanneer gebeurt dit?
Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
LIEFKENSHOEK een dorp in een fort
19
Kern De leerkracht beschikt over de nodige ingrediënten. Voor ± 1 kg deeg: ❏❏ ❏❏ ❏❏ ❏❏ ❏❏ ❏❏
l lauw water (26°C) ½ 50 g gist 25 g boter 25 g vet 15 g zout 1 kg bloem
Recept ❏❏ Alle ingrediënten kneden. Na het kneden het deeg 2x ½ uur laten rusten (beginnen om 10 uur en tussendoor eventjes induwen). ❏❏ Na 1 uur afwegen op ± 50 g, opbollen en 1 tot 1 ½ uur laten rijzen. Hierna bakken in een voorverwarmde oven op 250°C. Een kommetje water in de oven zorgt voor stoom. ❏❏ Na 25 minuten is alles klaar. Werkschema ❏❏ ❏❏ ❏❏ ❏❏ ❏❏
10.00 starten 10.20 kneden 11.00 indrukken 11.30 afwegen + opbollen 13.30 bakken
thema 11
Les 111
De leerkracht kan opteren om dit klassikaal te doen met medewerking van de leerlingen of in groepjes met ondersteuning van enkele bereidwillige ouders.
VERWERKING EN EVALUATIE
WERK BOEKJE BROODBA KK EN
❏❏ We sluiten af met een gesprekje over brood. Natuurlijk eten we het brood dat we zelf hebben gebakken ook op. ❏❏ WERKBOEKJE BROODBAKKEN (apart te downloaden)
Naam: ............................................................................
........................................
Klas: ............................................................................ ...................
.........................
Lessenreeks voor de tweede graad van
het basisonderwijs
FORT LIEFKENSHOEK WerKBoeKJ e Brood BAKKen
Lessenreeks voor de tweede graad van 1
het basisonderwijs
Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
LIEFKENSHOEK een dorp in een fort
20
thema 111
THEMA Thema 111 HET QUAR ANTAINEZIEKENHUIS VAN FORT LIEFKENSHOEK Tine Pauwels ONDERWERP Deze les neemt de leerlingen mee naar een ver verleden waarin besmettelijke ziektes nog niet afdoende konden worden behandeld en waarin de kennis over ziektes en de oorzaak ervan nog zeer beperkt was. De leerlingen vergelijken met ziek zijn vandaag en verwerken de inhoud in een tekenopdracht waarin ze hun fantasie de vrije loop laten om een nieuwe ziekte uit te vinden.
LESMATERIAAL ❏❏ Bijlage inhoud ziektebeelden. ❏❏ Werkblad 1: Mijn ziekte. ❏❏ Werkblad 2: Genezing, vroeger en nu. ❏❏ Computer/ Digitaal schoolbord: zelf een ziektebeeld ontwerpen.
Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
LIEFKENSHOEK een dorp in een fort
21
EINDTERMEN Wereldoriëntatie 1.18. De leerlingen weten dat bepaalde ziekteverschijnselen en handicaps niet altijd kunnen worden vermeden. 1.19. De leerlingen beseffen dat het nemen van voorzorgen de kans op ziekten en ongevallen vermindert. 5.8. De leerlingen kunnen aan de hand van een voorbeeld illustreren dat een actuele toestand, die voor kinderen herkenbaar is, en die door de geschiedenis beïnvloed werd, vroeger anders was en in de loop der tijden evolueert. 5.9. De leerlingen tonen belangstelling voor het verleden, heden en de toekomst, hier en elders.
Leren leren 3. De leerlingen kunnen eenvoudige problemen op systematische en inzichtelijke wijze oplossen. 6. De leerlingen kunnen op hun niveau leren met: - nauwkeurigheid; - efficiëntie; - wil tot zelfstandigheid; - voldoende zelfvertrouwen; - houding van openheid; - kritische zin
ICT 3. De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ICT ondersteunde leeromgeving.
Sociale vaardigheden 1.2. De leerlingen kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen. 1.5. De leerlingen kunnen bij groepstaken leiding geven en onder leiding van een medeleerling meewerken. 3. De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine.
LESDOELEN ❏❏ ❏❏ ❏❏ ❏❏
De leerlingen kunnen enkele oorzaken van ziekte in onze tijd benoemen. De leerlingen kunnen enkele oorzaken van ziekte vroeger benoemen. De leerlingen kunnen de symptomen van enkele ziektes van vroeger benoemen. De leerlingen kunnen een bepaalde taak tijdens een groepswerk volbrengen. Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
LIEFKENSHOEK een dorp in een fort
22
thema 111
LESVERLOOP Intro Suggesties ❏❏ De les start vanuit een ervaring van een zieke leerling. ❏❏ De les start vanuit een gedichtje over ziekte. ❏❏ Er wordt een woordspin opgebouwd rond ziek zijn.
Kern Ziek zijn in onze tijd Er kunnen enkele richtvragen worden gesteld:
- Ben jij al eens ziek geweest? - Welke vervelende reacties had je toen? - Ben je lang thuis moeten blijven? - Hoe voelde jij je? - Duurde het lang vooraleer je je weer beter voelde? - Ben je naar de dokter geweest? - Heb je medicijnen moeten innemen? … De leerkracht verduidelijkt vervolgens het doel van deze les. Oorzaken vroeger en nu Er wordt een kort klasgesprek gehouden over de oorzaken van ziekte in onze tijd: - besmetting; - gebrek aan hygiëne; - vermoeidheid; …
De leerkracht stuurt er op aan dat wij deze informatie verworven hebben, dankzij het werk van wetenschappers. Zo wordt er geconstateerd dat men deze informatie vroeger niet had. Vanuit de fantasie van de leerlingen wordt er een klasgesprek gehouden over mogelijke oorzaken van ziektes zonder rekening te houden met deze kennis en informatie (alsof we die niet hadden). De leerkracht vult aan met de fabeltjes of verhalen over ziek zijn vroeger.
Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
LIEFKENSHOEK een dorp in een fort
23
De ziektes De besmettelijke ziektes die in het quarantaineziekenhuis van Fort Liefkenshoek werden behandeld, worden kort voorgesteld door de leerkracht (zie bijlage voor meer informatie). De leerlingen worden in vijf groepjes verdeeld. Ieder groepje krijgt een tekst met een mededeling (diagnose) van een dokter aan een patiënt. De titel van de tekst geeft prijs over welke ziekte het gaat: tyfus, gele koorts, cholera, pest en pokken. De leerlingen krijgen allemaal een taak: elk groepje heeft een verslaggever, een schrijver, een tijdsbewaker, twee tekenaars … Op hun werkbladen tekenen ze zelf een ziektebeeld. Een verslaggever vertelt later in de klas wat deze ziekte precies inhoudt. Hierna volgt een verslaggeving waarin alle groepjes aan elkaar vertellen welke ziekte zij hebben getekend en de verslaggever vertelt wat die ziekte inhoudt. Genezing Er wordt een klasgesprek gehouden over hoe wij er momenteel voor zorgen dat we bij ziekte genezen geraken. Wat zouden de mensen vroeger gedaan hebben om beter te worden? De leerlingen fantaseren of vertellen wat ze al weten. De leerkracht reikt enkele genezingswijzen van vroeger aan: kruiden, tovenarij, aderlatingen, quarantaine … Deze worden verduidelijkt. De leerkracht laat de leerlingen inleven in het feit dat wanneer ze griep zouden krijgen in een kamertje zouden moeten blijven met andere zieke mensen en niet meer buiten zouden mogen komen, of met andere woorden in quarantaine zouden moeten blijven. De leerkracht en de leerlingen vergelijken met het feit dat wij nu ook nog te maken hebben met een minder strenge vorm van quarantaine.
Verwerking De leerlingen krijgen de opdracht zelf een ziekte te bedenken. Ze denken na over:
- Hoe je die ziekte kunt krijgen? - Wat je uiterlijk kan zien bij iemand die deze ziekte heeft? - Wat je voelt als je die ziekte hebt? - Wat zijn de gevolgen van deze ziekte? - Hoe je van die ziekte kunt genezen? ❏❏ Ze vullen hiervoor een werkblad in en tekenen bovenaan een persoon die deze ziekte heeft. ❏❏ De les wordt afgesloten met een toonmoment.
LESSUGGESTIES ❏❏ Muziekles over ziek zijn. ❏❏ Drama: toneeltjes bij de dokter. ❏❏ Beweging: bewegen rond ziek zijn. Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
LIEFKENSHOEK een dorp in een fort
24
thema iv
THEMA Thema 1V HET WEER Roos Bentein
ONDERWERP De bewoners van Fort Liefkenshoek en omgeving hebben door de eeuwen heen de weersomstandigheden op de voet moeten volgen. Zij waren voor hun werkzaamheden immers sterk afhankelijk van de grillen van het weer. Zo in de eerste plaats de landbouwer die voor het telen van gewassen op de velden zon, licht en water nodig heeft, de molenaar die wind nodig heeft om de wieken te laten draaien, enzovoort. In deze les leren de leerlingen over de verschillende weerelementen en leren ze aan de hand van enkele zelf geknutselde instrumenten, het weer meten en omzetten in statistieken.
LESMATERIAAL ❏❏ Internet in de klas. ❏❏ Stappenplannen om in groepjes meetinstrumenten te maken, namelijk een pluviometer en een windvaantjes (apart te downloaden). ❏❏ Een thermometer. ❏❏ Werkblaadjes voor het noteren van de meetresultaten bij het windvaantje, de pluviometer en de thermometer (apart te downloaden).
Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
LIEFKENSHOEK een dorp in een fort
25
EINDTERMEN 1.8. De leerlingen kunnen de weersituatie op een bepaald moment en over een beperkte periode meten en beschrijven. 1.9. De leerlingen kunnen het verband illustreren tussen de leefgewoonten van mensen en het klimaat waarin ze leven. 1.12. De leerlingen kunnen gericht waarnemen met al hun zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren. 1.13. De leerlingen kunnen minstens één natuurlijk verschijnsel dat ze waarnemen via een eenvoudig onderzoekje toetsen aan een hypothese.
EINDTERMEN BIJ DE EXTRA VERDIEPING 2.1. De leerlingen herkennen in hun directe omgeving toepassingen van hefbomen, katrollen en bewegingsoverbrenging via tandwielen. 2.4. De leerlingen kunnen van een bestaande constructie en van een constructie die ze zelf willen maken, zeggen aan welke eisen ze moeten voldoen. 2.7. De leerlingen kunnen bij het monteren/demonteren van een constructie hun materialenkennis en hun kennis van constructie- en bewegingsprincipes functioneel toepassen. 2.9. De leerlingen brengen waardering op voor eenvoudige, inventieve technieken en voor esthetische aspecten van technische constructies en voorwerpen. 5.8. De leerlingen kunnen aan de hand van een voorbeeld illustreren dat een actuele toestand, die voor kinderen herkenbaar is, en die door de geschiedenis beïnvloed werd, vroeger anders was en in de loop der tijden evolueert. 5.9. De leerlingen tonen belangstelling voor het verleden, heden en de toekomst, hier en elders.
LESDOELEN ❏❏ De leerlingen kunnen verwoorden hoe zij de verschillende weersomstandigheden ervaren. ❏❏ De leerlingen weten dat het weer bepaald wordt door: neerslag, bewolking, windrichting, windsnelheid en temperatuur. ❏❏ De leerlingen kunnen de neerslaghoeveelheid, windrichting en temperatuur aflezen en hun waarnemingen op een systematische wijze noteren. ❏❏ De leerlingen kunnen een eenvoudige handeling en werktekening stap voor stap uitvoeren.
Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
LIEFKENSHOEK een dorp in een fort
26
thema iv
LESVERLOOP Intro Klasgesprek: Het weer Gesprek in de kring. Mogelijke vragen: - Wat voor weer is het vandaag? - Wat voor weer was het gisteren? - Welk weer heb je het liefste? - Welk weer hoort bij welk seizoen? De leerkracht gaat dieper in op wat er gezegd wordt, zodat de leerlingen bijvoorbeeld niet enkel over de neerslag praten, maar ook over hoe de temperatuur aanvoelde (moest je een jas aan?) en of er veel wind was. De weersomstandigheden die de leerlingen aanbrengen, worden genoteerd op een groot blad. Filmpje: Het weerpraatje op televisie
ßß http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/weer
Bekijken op het smartboard of de computer en bespreken. De leerlingen bekijken een weerpraatje op televisie en bespreken welke elementen aan bod komen wanneer het weer voor de komende dagen voorspeld wordt. Bij de voorspelling voor de volgende dagen wordt telkens iets gezegd over:
- neerslag (wel of niet, en welke soort); - wind (richting en sterkte); - temperatuur: minimumtemperatuur en maximumtemperatuur.
Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
LIEFKENSHOEK een dorp in een fort
27
Kern Wat is neerslag / wind / temperatuur? De leerlingen plaatsen nu de zelf aangebrachte weersomstandigheden uit het klasgesprek bij het juiste onderdeel: neerslag, wind of temperatuur. In groep of per 2 proberen ze een definitie van elk onderdeel te geven. Meetinstrumenten maken ❏❏ Hoe kunnen we kijken of de voorspelling juist was? ❏❏ Hoe kunnen we meten hoeveel neerslag er viel, van waar de wind kwam, hoe warm of hoe koud het precies was? ❏❏ De verschillende meetinstrumenten en hun werking worden besproken. - Een windvaantje toont uit welke windstreek de wind komt. - Een pluviometer meet hoeveel regen er is gevallen. - De thermometer (niet zelf gemaakt!) meet hoe warm of koud het is in graden Celsius.
❏❏ De leerlingen werken in groepjes om twee verschillende meetinstrumenten te maken: een pluviometer en een windvaantje. ❏❏ Ze werken zelfstandig met een stappenplan. Deze stappenplannen zijn (apart te downloaden).
Verwerking Weersomstandigheden meten en noteren. Gedurende een week (of langer) kunnen nu de weersomstandigheden gemeten worden. Hiervoor kan bijvoorbeeld een beurtrol opgesteld worden.
Tips Windvaantje: kijk ‘s morgens en in de namiddag uit welke richting de wind komt en noteer dit op het werkblaadje. Pluviometer: kijk ‘s morgens hoeveel regen er de vorige dag is gevallen. Kleur dat in de tabel. Thermometer: kijk ‘s morgens en ‘s middags wat de temperatuur is. Duid de temperatuur aan met een bolletje op de grafiek: een blauw voor ’s morgens en een rood voor ‘s middags.
Evaluatie Na een bepaalde periode kunnen de leerlingen de genoteerde gegevens gebruiken om zelf een weerpraatje te houden. Dit kan eventueel gefilmd worden, zodat ze een echt weerbericht krijgen, vergelijkbaar met dat van de instap. Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
LIEFKENSHOEK een dorp in een fort
28
thema iv
SUGGESTIES VOOR EXTRA VERDIEPING Opwarming van de aarde Hoe komt het dat de aarde opwarmt? Broeikaseffect uitleggen. De leerlingen kunnen filmpjes opzoeken en bekijken: filmpjes van afgebroken ijsschotsen, foto’s van gletsjers vroeger en nu: door de opwarming van de aarde smelt het ijs => er komt extra water in de zeeën => overstromingen. Het ontstaan van een heel grote ijsberg ßß http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/mediatheek/programmas/journaal/2.18585/2.18587/1.1148065 Het smelten van de ijskap van de Noordpool ßß http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/mediatheek/programmas/journaal/2.17393/1.1105858 Een smeltende Zwitserse gletsjer ßß http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/mediatheek/nieuws/buitenland/1.828550 Smeltende gletsjers in de Himalaya ßß http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/mediatheek/redactietips/2.8126/1.642525
Overstromingen Vertrek vanuit actuele situaties. - Pro’s en contra’s van overstromingen. - Natuurlijke overstromingen. - Het water van de Schelde dat bij hoog- en springtij de slikken en schorren onder water zet en daardoor na het wegtrekken van het water een vruchtbaar laagje slib achterliet. - Wat zijn de gevolgen? Vb. voedseltekort, ziektes, materiële schade … - Hoe wapenen mensen zich er tegen? Vb. bouwen van dijken. - Strategische overstromingen: in oorlogsperioden werden dijken doelbewust doorgestoken. - Natuurcompensatiegebieden voor de uitbreiding van de haven. - Wachtbekkens om een teveel aan water op te vangen.
Sluizensysteem ßß zie http://www.minipret.nl/spel/Sluizen.html
Lessenreeks voor de tweede graad van het basisonderwijs
LIEFKENSHOEK een dorp in een fort
29