Als een fort je hart steelt...
Negen verhalen over het herbestemmen van en ondernemen in een monumentaal fort
Als een fort je hart steelt... Negen verhalen over het herbestemmen van en ondernemen in een monumentaal fort is een gezamenlijke uitgave van de Stelling van Amsterdam en de Nieuwe Hollandse Waterlinie
1
Inhoud Over de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam
3
Voorwoord door gedeputeerden van provincies Utrecht, Gelderland en Noord-Holland
5
Interview Stella van Heezik, projectleider Stadsherstel Amsterdam, eigenaar Fort Diemerdam
6
Interview Willemijn Simon van Leeuwen, ondernemer GeoFort
8
Interview Christine Meeusen, projectleider Staatsbosbeheer, eigenaar Vuurtoreneiland (Kustbatterij bij Durgerdam)
10
Interview Sander Overeinder en Brian Boswijk, ondernemers Vuurtoreneiland (Kustbatterij bij Durgerdam)
12
Interview Koos en Marjolein Lucas, ondernemers Fort Bakkerskil
14
Interview Frank Bart, ondernemer Fort Resort Beemster
16
Interview Harry Brinkman, burgemeester gemeente Beemster
18
Interview Joost Batelaan, exploitant Fort aan de Klop
20
Interview Geu Visser, ondernemer voormalige atoomschuilkelder Lunet I
22
2
Nieuwe Hollandse Waterlinie De Nieuwe Hollandse Waterlinie is een verdedigingslinie tussen Muiden en de Biesbosch van zo’n 85 kilometer lengte. De Nieuwe Hollandse Waterlinie werd aangelegd tussen 1815 en 1870 ter verbetering van de Oude Hollandse Waterlinie en kwam ook rond de stad Utrecht te liggen. De werking van de Nieuwe Hollandse Waterlinie was gebaseerd op inundatie: het onder water zetten van het omliggende land. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vlogen de Duitsers over de onder water gezette gebieden heen, en verloor de linie haar functie. Tegenwoordig is de Nieuwe Hollandse Waterlinie een prachtig natuurgebied met forten, groepsschuilplaatsen en waterstaat kundige werken. Deels zichtbaar en deels verborgen in het landschap. De Nieuwe Hollandse Waterlinie kent ruim 60 forten. Voor een aantal daarvan wordt nog gezocht naar een nieuwe functie. De Nieuwe Hollandse Waterlinie staat op de voorlopige lijst van Nederlandse werelderfgoederen. Te zijner tijd zal de Nieuwe Hollandse Waterlinie mogelijk als uitbreiding van de Stelling van Amsterdam als werelderfgoed worden voorgedragen aan UNESCO.
Stelling van Amsterdam De Stelling van Amsterdam is aangelegd tussen 1880 en 1920 als uitbreiding op de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De Stelling van Amsterdam, zo’n 135 kilometer lang, is specifiek aangelegd om de hoofdstad Amsterdam te kunnen verdedigen. Ook hier geldt dat de werking van de Stelling was gebaseerd op inundatie: het onder water zetten van het omliggende land. Tegenwoordig is de Stelling van Amsterdam een groene en ‘stille’ ring rondom de hoofdstad. Sinds 1996 staat de Stelling van Amsterdam op de UNESCO-Werelderfgoedlijst vanwege haar uitzonderlijke universele waarden op het gebied van openheid van het landschap en het innovatief gebruik van het omliggende landschap bij de verdediging. De Stelling van Amsterdam kent 42 forten, waarvan er zo’n 15 al een nieuwe functie kennen. Voor een deel van de resterende forten wordt nog naar nieuwe functies en ondernemers gezocht.
3
Fort Resort Beemster
Vuurtoreneiland
Fort Diemerdam
Fort aan de Klop
Fort van de Democratie
GeoFort Fort Bakkerskil
4
Voorwoord Herbestemming is het toverwoord voor behoud van cultureel erfgoed. Via herbestemming behouden we niet alleen cultureel erfgoed, maar geven we monumenten nieuwe functies en maken we ze toegankelijk. Die aanpak werkt bij verschillende typen monumenten en in verschillende provincies, zoals Utrecht, Gelderland en Noord-Holland. In deze brochure leest u over de herbestemming van een zevental forten binnen zowel de Stelling van Amsterdam als de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Door middel van negen verhalen willen wij eigenaren en potentiële ondernemers inspireren en enthousiasmeren om een fort een nieuwe functie te geven. Ondernemers die zijn voorgegaan in het herontwikkelen van een fort spreken openhartig over de kansen en over wat hen inspireerde om een dergelijk bijzonder cultureel erfgoed te herbestemmen. Maar ook vertellen zij over de veelal lange weg tot herontwikkeling en over de ‘valkuilen’ die zij tegenkwamen. Daarnaast geven de interviews inzicht in de invalshoek/het perspectief van de eigenaar: wat komt er allemaal kijken bij het proces om tot herbestemming te komen? Herbestemming is het wenkend perspectief voor de forten van zowel het UNESCO-werelderfgoed Stelling van Amsterdam als voor die van het toekomstig werelderfgoed Nieuwe Hollandse Waterlinie. Beide linies werken inmiddels nauw samen, zowel op het niveau van behoud en beheer alsook op het gebied van communicatie. Deze gezamenlijke publicatie is daar een goed voorbeeld van. Ook wordt in de toekomst gestreefd naar een nauwere samenwerking met de andere linies in Nederland, zoals onder meer de Grebbelinie. We staan met z’n allen tenslotte voor dezelfde opgaven en dus voor dezelfde vraagstukken. Stichting Liniebreed Ondernemen, een netwerk van ondernemers binnen de waterlinies, speelt hierin een belangrijke rol. De individuele forten binnen de beide linies zoeken ook steeds vaker de samenwerking op. Herbestemming blijkt het middel te zijn om forten te behouden. Nieuwe functies in een fort bieden kansen op restauratie en onderhoud, maar ook op beleving, omdat de herbestemde forten openbaar toegankelijk worden. Voor de Stelling van Amsterdam is de grote uitdaging komende jaren om diverse vormen van herbestemming in de forten te krijgen. Een ‘parelsnoer’ van forten met diverse aantrekkelijke functies. Voor ondernemers die zich willen onderscheiden, zijn de bijzondere locaties van de forten natuurlijk extra interessant. Een van de parels die de afgelopen jaren verwezenlijkt is, is Fort aan de Nekkerweg: nu een hotel en wellnesscentrum. Binnen de Nieuwe Hollandse Waterlinie zijn afgelopen jaren al vele forten van een nieuwe functie voorzien. GeoFort en Fort Bakkerskil zijn daarvan prachtige en aansprekende voorbeelden. Nieuwe functies zijn er binnen de Waterlinie volop, van B&B tot geografisch kenniscentrum. Dit alles dankzij creatieve en vasthoudende ondernemers. Maar ook mede dankzij de inzet van vele vrijwilligers ziet de toekomst van de Nieuwe Hollandse Waterlinie er goed uit. Het is belangrijk dat we het cultureel erfgoed van de Stelling van Amsterdam en van de Nieuwe Hollandse Waterlinie kunnen behouden voor onze kinderen en kleinkinderen. Wanneer de forten zichzelf kunnen bedruipen en voor een breed publiek toegankelijk blijven, dan is het behoud gegarandeerd. En als onderdeel van het cultureel aanbod in de diverse provincies vergroten de Stelling van Amsterdam en de Nieuwe Hollandse Waterlinie de regionale aantrekkingskracht. Wij hopen u, als potentieel ondernemer of eigenaar, met deze brochure te inspireren tot herontwikkeling van een fort. De forten zijn het behouden waard en lenen zich prima voor nieuwe, creatieve functies! Joke Geldhof, gedeputeerde voor de Stelling van Amsterdam, provincie Noord-Holland Mariëtte Pennarts, gedeputeerde voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie, provincie Utrecht Annemieke Traag, gedeputeerde voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie, provincie Gelderland
5
Stella van Heezik, projectleider Stadsherstel Amsterdam, eigenaar Fort Diemerdam
“Een ondernemer moet verliefd zijn op het fort” Toen Stella van Heezik voor het eerst op Fort Diemerdam rondliep, dacht ze: “Deze plek is zo prachtig. Zo ongerept. Hier moet je niks aan veranderen.” Negen jaar later zit ze aan een tafeltje in het futuristisch vormgegeven Paviljoen Puur. Als een wervelend lint heeft het gebouw zijn draai gevonden tussen de oorspronkelijke houten woning van de fortwachter en de grijze bunkers waar prachtige foto’s van Jacob Olie tonen hoe het een eeuw geleden was. Op de beelden zijn mannen met vuile smoelen zichtbaar die in de munitiekamers kogels in karretjes laden. De rails voor het transport naar de kanonnen is nog grotendeels intact. Het fort tart de verbeelding. Kinderen kruipen door roestige luikjes en schuimen met besmeurde gezichten over de groene heuvels, terwijl hun ouders dwalen over de route die de fortwachter liep. Steeds vaker fungeert de plek als decor voor een huwelijk.
Conducteurswoning
Ontmoetingsplek
Van Heezik ontdekte dat er in de stijl van de fortwachters woning een tweede huis had gestaan op het terrein. De zogenaamde conducteurswoning van de man die de munitie en kanonnen onderhield. “Dat huis wilden we eerst nabouwen, maar de Raad van Advies van Stadsherstel vond het juist een goed idee om een jong bureau de kans te geven een eigentijds gebouw te ontwerpen. Dat werd Emma Architecten.”
Stadsherstel Amsterdam restaureert voornamelijk historische panden in de binnenstad van Amsterdam. “Een fort was nieuw voor ons,” zegt Van Heezik. “We wilden deze plek eigenlijk gebruiken als slaapplaats voor de jongeren van Stichting Herstelling, die verderop huist in de door ons gerestaureerde Kringenwetboerderij De Zeehoeve.” Herstelling helpt jongeren via werkzaamheden aan de Stelling van Amsterdam op weg naar een regelmatig arbeidsleven. “Zo hebben ze hier de fortwachterswoning geverfd, het ijzeren hek gesmeed en houden ze nog altijd het groen bij.”
“Het is toch werelderfgoed waar je iets nieuws op zet” “Tegen onze plannen kwam geen weerstand”, vervolgt Van Heezik. “Terwijl ik dat wel verwacht had. Het is toch wereld erfgoed waar je iets nieuws op zet. Ik liet echter geen gelegenheid voorbij gaan om met de maquette onder de arm over de plannen te vertellen. En ik ging ook altijd samen met de architect naar gesprekken met overheden en belanghebbenden. Om bestemmingsplan en vergunnings procedures kun je niet heen. Maar je moet ze allemaal in
Herstelling haakte af en vervolgens groeide het idee om het fort open te stellen en weer de ontmoetingsplek te laten zijn die het vroeger ook was. IJburg is dichtbij en de fietsroute Amsterdam Zeeburg – Muiden was in ontwikkeling. “Het paste steeds meer dat hier een plek zou komen waar mensen kunnen genieten van het groen en lekker kunnen eten en drinken.” 6
EEZIK: TELLA VAN H DE TIP VAN S OGELIJK EL EN VAAK M E V O Z L TE R “VE OJECT.” OVER HET PR
kaart hebben en de mensen enthousiast maken, zodat ze zich achter de plannen scharen.”
knelpunten als bereikbaarheid ook voor lief in plaats van daarover te klagen.”
Broedhopen voor ringslangen
Een tafel verderop geeft de gids van het Historisch Genootschap Diemen les aan een van de Puurmedewerkers. Straks komt er een groep dames voor een rondleiding. Van Heezik bekijkt het tafereel met tevreden blik. “Als eigenaar blijf je betrokken, maar op een gegeven moment moet je de ondernemer loslaten.”
Ook tegen de aantasting van de flora en fauna op het fort kwam geen verzet. “We hebben direct een ecoloog bij de ontwikkeling betrokken. Hij adviseerde het publiek centraal te houden, zodat de natuur in de buitenste schil kan floreren. Daar is het gras hoger, hebben we de gracht verbreed en broedhopen voor ringslangen gemaakt.” Uiteindelijk bleef het stil op de formele inspraakavonden. “We hadden het al verteld.”
Al in 1305 stond hier een herberg waar Diemenaren, Amsterdammers en reizigers genoten van het magnifieke uitzicht over de Zuiderzee. In later eeuwen werd het een kustbatterij waar in 1787 dreigend gebalder van kanonnen klonk toen Pruisische troepen het gezag van stadhouder Willem V in Amsterdam kwamen herstellen. Daarna raakte de batterij in de vergetelheid tot het eind negentiende eeuw onderdeel werd van de Stelling van Amsterdam ter verdediging van de monding van het IJ. Tijdens de Eerste Wereldoorlog hielden dienstplichtigen er de wacht maar de kanonnen vuurden nimmer. In 1954 trok Defensie zich terug, maar pas vijftig jaar later komt er weer leven op de batterij als Stadsherstel het fort koopt en maakt tot een plek waar Diemenaren, Amsterdammers en reizigers elkaar kunnen ontmoeten. Net als 700 jaar geleden.
Toch was er ook sprake van vertraging omdat het fort – zoals de meeste – op een moeilijk bereikbare plek ligt. “De heistelling was te zwaar voor de brug, dus we hebben een noodbrug moeten aanleggen. Dat heeft veel tijd en geld gekost, maar we waren al te ver om de ontwikkeling nog te stoppen.”
Tevreden blik Daarnaast bleek het lastig om een ondernemer te vinden. “In de binnenstad staan ze in de rij, maar hier moet je echt op iemand stuiten die verliefd is op de plek. Bij drie partijen is het afgeketst en vlak voor de oplevering kwamen we in contact met Puur, die we als cateraar kenden vanuit ons netwerk. Ze zijn dezelfde middag gaan kijken. Dat enthousiasme wil je zien. Dan neemt een ondernemer 7
Willemijn Simon van Leeuwen, ondernemer GeoFort
“We hebben hier de regie over ons leven” Met vier druk kakelende kinderen achterin de auto reden Willemijn Simon van Leeuwen en haar partner Bart Bennis naar Fort bij de Nieuwe Steeg in het Gelderse Herwijnen. Bij aankomst wisten ze: dit is dé plek. “De kinderen renden van het ene naar het andere gebouw en vonden koeienbotten en nog een muntje van de vertrokken fortwachter”, vertelt Willemijn Simon van Leeuwen. “Bart en ik zagen meteen de pracht van het heuvelachtige terrein en als cartografen wisten we dat dit een toplocatie was om iets spannends met spoorzoeken en schatkaarten te doen.”
“We streden met een crematorium om de eerste plek” Dat was in september 2005. Zeven jaar later openden de deuren van GeoFort, een unieke educatieve attractie midden in de lieflijke Betuwe, aan de rivier De Linge. Bij binnenkomst wordt onmiddellijk duidelijk dat op dit forteiland veel te ontdekken en te beleven valt – zowel binnen als buiten. Een plattegrond loodst je langs uiteenlopende activiteiten die allemaal te maken hebben met cartografie en navigatie. Zo kun je een geurspoor volgen in een doolhof of op koers proberen te blijven in de desoriëntatietunnel. Maar voordat het zover was, moesten Simon van Leeuwen en Bennis een lange adem hebben, een hele lange.
van de twijfel, omdat wij kinderen, met moderne geo technieken, de natuur in proberen te krijgen. Iets wat Staatsbosbeheer belangrijk vond in deze tijd waarin de jeugd non-stop op de bank ligt te gamen.”
Vocht en schimmels In de jaren voorafgaand aan de opening van GeoFort waren er tig momenten waarop de fortondernemer dacht: “We zijn gestoord, we stoppen ermee.” Volgens haar moet je aan allerlei “knettergekke regels” voldoen die de ontwikkeling enorm vertragen. “Zeven jaar lang waren het papieren plannen, er gebeurde hier niets. Alles was overwoekerd, de verf was afgebladderd, koud vocht kwam uit de muren met schimmels als gevolg, er was geen elektriciteit en je kon dwars door de vloeren en plafonds van de loodsen heen kijken.”
Non-stop gamen Willemijn Simon van Leeuwen werkte als filevoorspeller bij de ANWB toen een vriendin haar tipte. ‘Staatsbosbeheer zoekt een ondernemer voor Fort bij Herwijnen. Is het niks voor jullie?’ Dat was precies op het juiste moment, want het stel wilde de Randstad uit, was de talloze reorganisaties van hun beide werkgevers zat en had de vurige wens om eigen baas te zijn. “We streden met een crematorium om de eerste plek”, vertelt Simon van Leeuwen in het aangename 3D Café op het terrein van GeoFort. “Gelukkig kregen wij het voordeel
Wat hen op de been hield: ze benaderden het proces als een computergame, met overwinbare levels. Net als in een echte game moesten ze volhouden en soms listen bedenken om de levels – in dit geval de regels, wetten en vergunningen – te behalen. 8
LEEUWEN: N SIMON VAN IJ E M LE IL W N S AAN JE ZIJD DE TIP VA NTE ALS GID E E M E G E D JE EN ERKENDE EN ZORG DAT ADVISEREN E “HOUD VOL, N LE IL W IK U N NA A R RHEID ZO ORT PROJECTE O S HEBT. DE OVE IT D IJ B EN, DIE F TE WIJKEN ’ IN TE STELL DUS DURFT A N E ‘WIJZE RAAD N LE E D N N HA EN TIJD.” N DE WET KA CHEELT GELD S DE GEEST VA T A D . LS E G ENDE RE VAN DE GELD
Gouden berg
voor vergaderingen, brainstormsessies en workshops. Opvallend is het grote aantal sponsoren dat Simon van Leeuwen aan GeoFort heeft weten te binden, 45 bedrijven in totaal, allen komend uit de geotechnische sector, zoals SHELL en TNO.
Willemijn Simon van Leeuwen vertelt over de hobbels die genomen moesten worden. Zoals de pittige contractonderhandelingen over de erfpacht met eigenaar Staatsbosbeheer die maar liefst drie jaar duurden. “Staatsbosbeheer was bezig commerciëler te worden en zag destijds het GeoFort als een gouden berg. Maar dat was het niet, is het niet en zal het ook nooit zijn; het is immers een educatieve attractie.”
Het stel met vier kinderen geniet van het fortenbestaan en kan er inmiddels van leven. Dat heeft zo’n vier jaar geduurd. “We werken heel erg veel, maar hier hebben we de regie over ons leven. Ik ben een echt Shellkindje, woonde overal in de wereld en heb daardoor nergens roots liggen. Maar hier ga ik wortel schieten en blijf ik tot mijn dood.”
Het wijzigen van het bestemmingsplan bij de gemeente was volgens haar het lastigste level. “Je kan het zo gek niet bedenken of er moest onderzoek naar gedaan worden: flora, fauna, bodem, asbest, radioactiviteit… Die onderzoeken moet je als ondernemer allemaal zelf betalen! En terwijl je bezig bent, veranderen de wetten weer en komen er nieuwe regels bij. Je weet dus nooit of er een einde aan komt.”
Fort bij de Nieuwe Steeg werd tussen 1878 en 1880 gebouwd als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Water linie. Het fort moest een stuk land beschermen dat niet onder water kon worden gezet. Daarnaast diende het verdedigingswerk ter ondersteuning van het nabij gelegen Fort Asperen. Beplanting speelde een belangrijke rol in de camouflage van het fort. Langs de berm stonden 186 wilgen en een doornenhaag van 920 meter. Tijdens de Tweede Wereldoorlog fungeerde het gebouw als munitie opslag van de Duitse strijdkrachten. Voordat het werd verbouwd tot GeoFort, huisde er een geweermaker.
Maar ook hier geldt gelukkig het gezegde: eind goed al goed. Er is een deugdelijk contract met Staatsbosbeheer, alle 34 vergunningen zijn binnen, de gemeente denkt mee, alsook de provincie Gelderland die ook nog eens zorgt voor welkome financiële impulsen.
Wortel schieten De meeste inkomsten genereert GeoFort niet uit dagjesmensen maar uit de zakelijke markt, als locatie 9
Christine Meeusen, projectleider Staatsbosbeheer, eigenaar Vuurtoreneiland (Kustbatterij bij Durgerdam)
“Het eiland is een ruwe parel” De ontwikkeling van het Vuurtoreneiland, iets ten noorden van Amsterdam, is in volle gang. Langzaamaan verandert het ruige eilandje in een hippe horecaplek. Vier jaar geleden kreeg Christine Meeusen van een collega Vuurtoreneiland in haar schoot geworpen. De eerste ontmoeting met het eiland zal ze niet gauw vergeten. “Het was slecht weer, de wind wervelde langs mijn oren, het schuimende water van het IJ klotste tegen het eiland. Het uitzicht was schitterend: aan de ene kant zag ik Amsterdam, de A10 en de boten, en aan de andere kant de weilanden en het dorp Durgerdam.”
In de voetbalkantine Het kantoor van Staatsbosbeheer staat haaks op deze eilandomschrijving: een zakelijk pand in een kantoorwijk vlakbij Station Sloterdijk in Amsterdam. Hier vertelt Meeusen dat ze het er opeens uitflapte, tijdens een interview met dagblad Trouw: Staatsbosbeheer zoekt ondernemers voor het Vuurtoreneiland. “Nou, dat heb ik geweten. Binnen korte tijd kwamen er maar liefst 330 plannen bij ons binnen! Van een nachtclub en manege tot een meditatie- en museumeiland.”
moeilijk bereikbare plek. Er is een dijkje vanaf Durgerdam, maar dat is niet toegankelijk voor het publiek. “Dat was dus ook een eis, al gaat het om een tros tomaten die je bent vergeten: alle vervoer moet over het water. Niet iedere ondernemer durft zoiets aan.” En ook niet iedere ondernemer wil het restaureren en onderhouden van de gebouwen op het eiland voor zijn rekening nemen – Staatsbosbeheer heeft hiertoe niet de financiële middelen.
Maar welk idee paste bij wat Meeusen voor ogen had? “We zijn eerst met de bewoners van Durgerdam in hun voetbal kantine om de tafel gaan zitten. Het pittoreske dorp is een populair uitje voor Amsterdammers. Zij maakten zich bijvoorbeeld zorgen over de toename van het verkeer op de smalle dijk.” Maar er waren meer partijen die iets wilden, vonden of moesten, zoals de gemeente, Natuur monumenten en Rijkswaterstaat. “Uiteindelijk hebben we een aanbestedingsprocedure geformuleerd die bestond uit verschillende stappen. In de beoordeling speelden onder meer ervaring, eisen en wensen een rol.”
“Al gaat het om een tros tomaten: alle vervoer moet over het water” De Amsterdamse ondernemers Brian Boswijk en Sander Overeinder (kok restaurant As) bleven ronde na ronde in de race en vroegen Staatsbosbeheer vorig voorjaar of zij hun idee mochten uitproberen: een zomerrestaurant, van juni tot en met september, met diners op vaste dagen en tijden in de week, inclusief bootvervoer van en naar het eiland. “In principe lijkt zo’n ad-hoc-initiatief niets voor de overheid, maar ik was meteen positief. Ik denk liever in mogelijk heden dan in beperkingen en ben me ervan bewust dat een marktpartij vaak sneller kansen ziet dan een over heidsinstantie. Het experiment woog overigens niet mee in de uiteindelijke keuze van de aanbesteding.”
Kwetsbaar gebied Over de eisen die uiteindelijk werden opgesteld kon niet worden gediscussieerd, vervolgt de projectleider. “Het Vuurtoreneiland ligt in een kwetsbaar gebied, tussen een aantal beschermde natuurgebieden in. De ondernemer moet hier rekening mee houden.” Het is ook nog eens een 10
EUSE N : HRISTINE ME TAAT DE TIP VAN C IS EN OPENS G IN G E W E B IN AT ZIEN HEER VOLOP TAATSBOSBE RENEILAND LA TO R U U V T. K “WEET DAT S UIT DE MAR ” AN JE DENKT. INITIATIEVEN OGELIJK IS D VOOR GOEDE M R U TU A N E IN D DAT ER MEER
Hoge hakken
bedoelen. Het eiland is een ruwe parel die je niet helemaal glanzend moet willen maken.”
Het reserveringsboek was binnen no time vol, het zomer restaurant was een daverend succes. Meeusen grinnikt. “Op onze locaties zie ik doorgaans alleen mensen met fleecevesten en bergschoenen aan, maar daar liepen hippe mensen rond, meiden in jurkjes en met hoge hakken.” Het mooiste vond Meeusen nog dat iedereen zo onder de indruk was van de schoonheid van het eiland, zo dicht bij de stad. “Wie weet stimuleert het hen de natuur wat vaker op te zoeken.”
Staatsbosbeheer verhuurt het eiland momenteel aan de horecaondernemers, het erfpachtcontract van dertig jaar gaat in als het bestemmingsplan gereed is. “Wij hanteren op deze bijzondere plek een instapcanon, wat betekent dat het bedrag voor de erfpacht de eerste vijf jaar laag is. We realiseren ons dat juist die eerste jaren vol investeringen kostbaar zijn. Daarna volgt een canon die is gerelateerd aan de omzet.”
Altijd neemt ze haar mobiel mee naar bed, maar die ene keer, 2 september 2013, niet. “Ik was zo moe, liet daarom de telefoon beneden en ging slapen.” De volgende ochtend zag ze tientallen gemiste oproepen. Er had een fikse brand gewoed op ‘haar’ Vuurtoreneiland, het tijdelijke zomer restaurant was in vlammen opgegaan. Gelukkig waren er geen slachtoffers, en bleef het eiland ongeschonden.
Het is nog geen twee voetbalvelden groot, dit eilandje in het IJmeer. Tot de vijftiende eeuw lag op deze plek het gehucht IJdoorn, dat in 1421 werd verzwolgen door de Sint Elizabethsvloed. Het eiland dankt zijn naam aan de Vuurtoren die er rond 1700 op staat. In 1893 werd dit stenen exemplaar vervangen door eentje van gietijzer – nog steeds de enige vuurtoren van de hoofdstad. In 1809 kreeg het eiland een militaire functie en werd in 1883 onderdeel van de Stelling van Amsterdam. Samen met Forteiland Pampus en Fort Diemerdam moest Vuurtoreneiland/Kustbatterij bij Durgerdam Amsterdam verdedigen tegen aanvallen vanuit de Zuiderzee.
Troostende winst Een ontplofte gasfles maakte een vroegtijdig einde aan het restaurant, maar Boswijk en Overeinder konden zich troosten met de winst: zij mogen Vuurtoreneiland gaan ontwikkelen tot een plek waar kan worden gegeten én geslapen. “Brian en Sander voelen goed aan wat wij 11
Sander Overeinder en Brian Boswijk, ondernemers Vuurtoreneiland (Kustbatterij bij Durgerdam)
“We willen het zelf doen, zelf bouwen, zelf ontwikkelen” Het Vuurtoreneiland met zijn oude kustbatterij prikkelt de fantasie van de horeca-ondernemers Sander Overeinder en Brian Boswijk onophoudelijk. Cabins om te overnachten, een spa, een atelierruimte en zelfs een mini-brouwerij. Maar ze beginnen met koken voor gasten die met een bootje de stad achter zich laten. “Straks kun je hier eten in en van de natuur.” “Ik heb al in het dorp geïnformeerd naar de visser”, zegt Sander Overeinder, terwijl hij naar de fuiken in het water wijst. Vanaf de dijk in Durgerdam loopt hij – omgeven door water en weidevogels – over een steeds smaller wordend pad richting de voormalige kustbatterij die in andere tijden de monding van het IJ moest verdedigen. Af en toe bukt hij zich. “Moet je ruiken, munt. Het barst hier van de kruiden.”
een club, restaurant en een kunstruimte. Overeinder is kok en eigenaar van restaurant As. Ze voelen zich als avonturiers die een onbewoond eiland hebben ontdekt. Hoewel? In de praktijk ging dat een stuk minder romantisch. Eigenaar Staatsbosbeheer had een aanbestedings procedure uitgeschreven voor ondernemers die iets met het eiland wilden. “Dat was best lastig. Je houdt steeds in je achterhoofd dat het over kan zijn. Maar we kwamen elke ronde door en dat gaf dan weer een enorme energie.”
Jongensboek Na ruim een kwartier struinen, houdt een kudde schapen vanaf een grasheuvel de indringers van het eiland nauwlettend in het oog. Licht speelt aan een stuk door met de kleuren. Langs de munitiebunkers wordt een gietijzeren vuurtoren zichtbaar. “De enige van Amsterdam”, zegt Overeinder. Niet voor niets heet de plek in de volksmond Vuurtoreneiland. Dat klinkt als een jongensboek. “Het is ook een kleine jongensdroom dat we hier straks gaan werken.”
Gasten ophalen met een bootje “Op het laatst ging het tussen Nemo, Lloyd Hotel en ons”, vervolgt Overeinder. “Ik denk dat we hebben gewonnen omdat we het helemaal zelf willen doen. Niet vanaf de kade aansturen maar zelf bouwen, zelf ontwikkelen.” De con touren van die bevlogenheid zijn al zichtbaar. Midden op het eiland staat het geraamte van een paviljoen. Bakstenen liggen klaar om Overeinders oven te metselen.
“In de munitiebunkers willen we Vuurtorenbier gaan brouwen”
“De logistiek gaat via het water”, zegt Overeinder. “Anders verstoor je het natuurgebied. Ook de gasten komen straks vanuit de stad met een bootje naar het eiland.” Dat laatste haalde veel weerstand weg bij de Durgerdammers die vreesden voor drukte op de dijk en geluidsoverlast.
Met ‘we’ doelt hij op zijn compagnon Brian Boswijk en zichzelf, beide Amsterdamse horeca-ondernemers. Zo blies Boswijk nieuw leven in het voormalige Trouw-gebouw met 12
IJK: BRIAN BOSW N E R E D IN E R ANDER OVE R EN GROTE DE TIP VAN S ONDERNEME E D N E S S TU UNICATIE .” TMANAGER ELT DE COMM P E O S “EEN PROJEC R E V R BO S B E H E E S ALS STAATS ORGANISATIE
“‘Voor u is dit een project, maar dit is mijn leven,’ kregen we te horen. Inmiddels zien zij ook dat wij met respect voor de natuur en omgeving opereren en lokale ondernemers betrekken. In het dorp zit een imker met heerlijke honing.”
overnachten. En voor de bomvrije kazerne denken we aan een spa, een atelier en een woonkamer waar gasten samenkomen. In de munitiebunkers kunnen we Vuurtorenbier gaan brouwen.”
Steun Staatsbosbeheer
Daarvoor is een restauratiesubsidie beschikbaar vanuit de provincie Noord-Holland op basis van cofinanciering. “We beginnen bewust alleen met de exploitatie van het paviljoen”, zegt Boswijk. “Om eigen vermogen en kennis te vergaren, die we kunnen investeren als het bestemmings plan is aangepast en fortrestauratie en cabinbouw mogelijk wordt. Zo kunnen we samen met de provincie het maximale halen uit de restauratie en subsidiemogelijkheden.” Overeinders oog valt op een oud drukvat. Met zijn knokkels test hij het metaal. “Die kan ik goed gebruiken als rookoven.”
Dat succes gloort, bleek in de zomer van 2013 toen ze mochten proefdraaien met het restaurant. Alle avonden zaten vol tot een felle brand het paviljoen in de as legde. “Een paar dagen heb ik wel gedacht, dat was het dan”, zegt Boswijk die zich even heeft kunnen losrukken van de werkzaamheden. “Dat gevoel is verdwenen dankzij de steun van Staatsbosbeheer. Zij zeiden: ‘Op de heidegrond die wij beheren brandt ook wel eens een huisje af.’” In het begin van het traject moesten ondernemers en eigenaar aan elkaar wennen. Overeinder: “Met een onder nemer maak je één op één afspraken. Staatsbosbeheer is een geheel. Gesprekken worden teruggekoppeld. ‘Hoe werkt dit?,’ dachten we.” “Staatsbosbeheer heeft daar snel op geanticipeerd door een projectmanager in te huren voor de vertaalslag”, vult Boswijk aan. “Vanaf dat moment verliep de communicatie soepeler.”
Rookoven “Provincie, Staatsbosbeheer, Stadsdeel Noord, iedereen doet goed mee. Procedures hebben we nu eenmaal met elkaar afgesproken. Daar ga ik verder niet over nadenken.” Liever laten ze hun fantasie de vrije loop, terwijl ze door de slaapruimten van de soldaten en officieren dwalen. Overeinder: “We willen cabins bouwen om te kunnen 13
Koos en Marjolein Lucas, ondernemers Fort Bakkerskil
“’Snel doorfietsen’ zeiden moeders hier tegen hun kinderen” Midden in de economische crisis startten Koos en Marjolein Lucas een B&B op Fort Bakkerskil. Voor de financiële zekerheid hield Koos zijn baan. Onlangs werkten ze mee aan het tv-programma Bed&Breakfast. “Daar is Koos”, zegt Marjolein Lucas. Ze zit op het terras van haar B&B dat ze sinds april 2012 met haar man runt. De plaatselijke fietsclub van pensionado’s heeft zojuist koffie en appeltaart achter de kiezen en is over de brug vertrokken richting polder in de boezem van Merwede en Maas, niet ver van de Biesbosch. Het is maandag na een druk weekend. De voormalige kazerne toont zich in volle glorie met opengeslagen houten luiken en massieve deuren.
Ondernemende types “We kunnen hier niet van bestaan”, zegt Marjolein. “Dus Koos werkt nog dertig uur per week.” Elke ochtend begint hij om zes uur, waarna hij rond één uur ‘s middags thuis is en tijd heeft voor de B&B.
zeiden moeders hier tegen hun kinderen. Maar het pakte ons meteen.”
“Tijdens de uitzending stroomden de boekingen al binnen”
Koos vroeg de bouwtekening uit de negentiende eeuw op, deed wat nametingen en maakte vervolgens met Kerstmis 2006 de eerste schets van de B&B en woning op ruitjes papier. “De architect heeft vervolgens negentig procent van mijn tekening overgenomen”, zegt Koos. Dat gaf een goed gevoel. “Het is ons idee.”
Een achtergrond in de horeca hadden de twee niet toen ze in 2006 werden gevraagd door eigenaar Brabants Landschap om iets op het vervallen fort te ondernemen. Marjolein: “Bakkerskil is tegelijk met het verderop gelegen Fort Altena gerestaureerd. De dames die dat runnen woonden in hetzelfde dorp, Almkerk hier vlakbij. We kenden hen onder meer van de hond uitlaten. Zij hebben Brabants Landschap getipt, zo van ‘dat zijn ondernemende types’.”
Ogen en oren Maar vanaf 2007 begon het lange wachten. “We zijn wel betrokken bij de ontwikkeling, maar konden pas wat doen na de oplevering.” Toch was Koos elke dag wel even op het fort. “Ik was de ogen en oren voor Brabants Landschap.” Zo ging de plek voor hem leven. “De aannemer wilde bijvoorbeeld de sloten van de originele houten deuren gaan restaureren, maar die had ik al helemaal uit elkaar gehaald en gesmeerd. Dat scheelde toch een paar honderd euro.” De mededeling van de eigenaar dat er achter de schermen hard werd gewerkt, maakte soms moedeloos.
Ruitjespapier Dat was niet gek gedacht, want Koos en Marjolein hebben lang op de markt gestaan en gaven tot de opening workshops ‘huis-tuin- en keukendecoraties’. Achter hoge hekken met camouflagenetten troffen ze een vervallen fort met dichtgemetselde ramen. Koos: “’Snel doorfietsen’ 14
IN LUCAS: EN MARJOLE S O O K N A V DE TIP R. BIJ EEN KEN OP PAPIE A R P FS A JE T “ZE TLEMAN’S T IS EEN GEN H C A W E D N A WISSELING V ENOEG.” SOMS NIET G E AGRE MENT
“We zagen niks gebeuren”, zegt Marjolein. “Het had ook wel sneller gekund”, denkt Koos. “Het inklinken van de grond voor de wallen duurde een jaar. Achteraf gezien hadden ze toen best met de restauratie van de kazerne kunnen beginnen.”
allemaal een foldertje mee en vertellen ze over het fort op een verjaardag.” Onlangs is Bakkerskil op televisie geweest in het programma Bed&Breakfast. Koos’ ogen lichten op. “Daar was al eerder sprake van, maar we wilden eerst ervaring opdoen. Na twee jaar zeiden we: nu durven we het wel aan.” Dat hebben ze geweten. “Tijdens de uitzending begonnen de boekingen al binnen te stromen.” En zo komt het moment, dat Koos zijn baan kan opzeggen en samen met Marjolein kan leven van de B&B, langzaam dichterbij.
Handddruk De bouwkundige van Brabants Landschap ging ondertussen met pensioen. Koos: “Bepaalde afspraken had ik met een handdruk bezegeld, onder andere over de huurprijs in de beginjaren. Zijn opvolger – met wie de relatie nu ook prima is – wist daar niks van. Een volgende keer zorg ik wel dat zulke zaken op papier staan.”
Werk aan de Bakkerskil, aan de rand van de Biesbosch, is gebouwd in de jaren 1877-1879 om de vlakbij gelegen Papsluis te beschermen. Deze sluis uit 1815 verbond het water van de Bakkerskil en de lager gelegen polders. Het fort is een van de zuidelijkste forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Over het verdedigingswerk doen geheimzinnige verhalen de ronde. Zo zouden er vanuit het gebouw geheime tunnels naar de A27 lopen. Tijdens de Koude Oorlog bood het fort onderdak aan een trainings centrum voor agenten. Het maakte hiermee waarschijnlijk deel uit van de Operatie Gladio. In 2007 kwam Werk aan de Bakkerskil in bezit van het Brabants Landschap.
Ondanks een economische crisis waarin ze hun huis in Almkerk niet verkocht kregen en de tijden voor de horeca bar waren, opende april 2012 B&B Fort Bakkerskil. Koos: “Het fort is een voorbeeld van hoe je een monument bruikbaar kan maken, zonder al te veel te veranderen.”
Uitzending Bed&Breakfast Maar daarmee heb je nog geen klanten binnen. “Ik geloof niet in een duur marktonderzoek”, zegt Koos. “Zondag zat het terras vol met koffiegasten. Dan vraag ik wie er wil rondkijken en voor je het weet loop ik met dertig man over het fort. Daar geniet ik van. Bovendien nemen die mensen 15
Frank Bart, ondernemer Fort Resort Beemster
“De dikke muren omarmen je” Frank Bart is gek op forten, en ook op wellness. Met de realisatie van Fort Resort Beemster heeft hij zijn liefdes tot een harmonieus huwelijk bijeen gebracht. “Ik kom zo bij je.” Er is gedoe met een boom die op de nieuwe ligweide bij het buitenzwembad moet worden geplant. De wortels liggen eraf, een ander exemplaar is in aantocht. Even later schuift Frank Bart aan tafel in fortrestaurant Poterne. Met een energieke stem, en een uitstraling die zegt dat problemen er zijn om op te lossen. Zijn werktijd verdeelt hij over Fort Resort Beemster en zijn eigen aannemersbedrijf. De liefde voor forten is Frank Bart met de paplepel ingegoten. Fort bij Spijkerboor kwam al in de jaren zeventig in handen van zijn vader. “Als kleine jongen speelde ik op het fortterrein, mooier kon de wereld niet zijn.” Ook Fort benoorden Purmerend werd familiebezit: het aannemersbedrijf van Frank Bart verbouwde dit fort tot wijnhandel voor zijn broer Henk Bart.
“Overal beleef je het massieve karakter dat bij een fort hoort”
Explosiebestendige lampen Fort aan de Nekkerweg/Fort Resort Beemster is dus fort nummer drie in het leven van Frank Bart. Als je in het voormalige verdedigingswerk rondloopt, lijkt het alsof het als resort was voorbestemd. Het monument geeft een geborgen gevoel en ademt een rustige sfeer uit. Het resort telt naast een wellness, twee restaurants en twaalf hotelkamers, gelegen in de voormalige manschapslokalen. “We hebben het fort zo puur mogelijk gehouden. Aan de voorkant zie je niet eens dat we hier hebben verbouwd. De gewelven zijn er nog, en zelfs de originele explosiebestendige lampen hangen er weer. Overal voel je de historie en beleef je het massieve karakter dat bij een fort hoort. De dikke muren omarmen je.”
Bart vertelt over de “super samenwerking” met de gemeente Beemster en de provincie Noord-Holland, met name het projectbureau Stelling van Amsterdam. “Die medewerking heb je echt nodig, je loopt tegen zoveel punten aan. Alleen al het herbestemmen van het fort van militaire status naar horeca is een langdurig traject. Als je de overheidsinstanties achter je hebt staan, verlopen de procedures een stuk gestroomlijnder.”
Een vleermuis met een staartje Toch kreeg ook Bart de onvermijdelijke tegenslagen op zijn pad. Het verplichte flora- en faunaonderzoek kreeg een venijnig staartje dat het vergunningentraject zo’n zes jaar vertraagde. “Er is hier één vleermuis gevonden waarvoor we officieel toestemming kregen om die te verplaatsen. Maar een natuurorganisatie maakte bezwaar, en vond dat we ook de algemene natuurwaarden aantastten.” De stem van Bart wordt zachter. “Het was volstrekt onduidelijk om welke natuurwaarden het ging.” Bart ving bot in zijn pogingen om samen met de organisatie tot een oplossing te komen. “Zelfs de gemeente kon er niet doorheen breken.”
In 2011 verkreeg Frank Bart, na jaren van onderhandelen, het fort in langdurige erfpacht van Landschap Waterland. Het pand had toen ruim dertig jaar leeg gestaan, was overwoekerd en telde talloze lekkages. In 2012 ontving hij de eerste gasten. Dit jaar hoopt hij uit te komen op 90.000 bezoekers. De ondernemer heeft tachtig mensen in dienst. 16
ANK BART: DERING, DE TIP VAN FR NISCHE BENA H C TE W U O B E N HEBBEN.” ER SPECIFIEK ERSTAND VA T OM E E N Z E V G R A E A R IE V D T N R E NS “EEN FO E N DO O R M E D INFORMER E O G JE T A DUS LA
Er vonden zeven rechtszaken plaats. Uiteindelijk oordeelde de rechter in het voordeel van Frank Bart. De ondernemer, met gefronste wenkbrauwen: “Weet je wat ik later hoorde? De baas van die natuurorganisatie had een opa die hier gelegerd was. Hij vond daarom dat niemand aan het gebouw mocht komen.”
Eén keer per week is Frank Bart zelf in de sauna van zijn resort te vinden. Maar ook dan houdt hij nauwlettend de kwaliteit in de gaten – in zijn hoofd is het nooit rustig. “Ik heb altijd een notitieblokje bij me en daarin schrijf ik op wat me niet bevalt. Een piepende deur in de stilteruimte bijvoorbeeld kan heel hinderlijk zijn.”
Ondergrondse tunnel Op de gevel is per vergissing 1913 gebeiteld; Fort aan de Nekkerweg kwam in 1912 al gereed. Het fort behoorde niet tot het oorspronkelijke ontwerp van de Stelling van Amsterdam uit 1880 maar werd pas later toegevoegd. De eerste bewoners waren soldaten tijdens de mobilisatie in de Eerste Wereldoorlog. Eind 1917 veranderde het fort in een militair huis van bewaring voor principiële dienstweigeraars. Na de Tweede Wereldoorlog diende het als gevangenis voor NSB-ers en andere collaborateurs. In de vijftiger en zestiger jaren deed het fort dienst als ontmantelingsplek voor oude munitie en opslag voor springstoffen.
De metamorfose van het historische fort tot eigentijds resort duurde slechts elf maanden. Frank Bart vergrootte het fort van 1.600 naar 4.600 vierkante meter en ging daartoe onder meer tien meter de grond in om een kelder van 1.100 vierkante meter te creëren. Voor de logistiek van de bevoorrading kwam een vernuftige oplossing met een bijna militair karakter: ondergrondse levering. “We zitten hier op een eiland met maar één toegangsdam. Daarom hebben we voor de gracht, naast de fortwachterswoning, een laad- en loskuil gemaakt. Vanuit daar worden de goederen via een tunnel van 55 meter lang in het fort geleverd.” 17
Harry Brinkman, burgemeester gemeente Beemster
“Erfgoed zit bij ons in de botten” Aan het roer van de gemeente Beemster staat burgemeester Harry Brinkman. De metamorfose van het vervallen Fort aan de Nekkerweg naar het gerieflijke Fort Resort Beemster past precies in de erfgoedvisie van zijn gemeente. Een gesprek in de burgemeesterskamer van het gemeentehuis. Harry Brinkman is trots op wat er in Fort aan de Nekkerweg tot stand is gebracht. Dat merk je aan zijn enthousiaste manier van vertellen en aan de schittering in zijn ogen. Hij is als burgemeester vanaf het prille begin, in 2004, bij de ontwikkeling van het fort betrokken geweest. Volgens hem is Fort Resort Beemster het resultaat van een harmonieuze samenwerking tussen verschillende partijen zoals de gemeente, de provincie en de ondernemers zelf, Frank en zijn broer Henk Bart.
“We hebben steeds gedacht: dit moet lukken!” De Stelling van Amsterdam telt 42 forten; vijf daarvan liggen in de droogmakerij De Beemster. Dat betekent een bijzondere situatie van tweemaal uniek erfgoed, want zowel de Stelling als de Beemster prijken op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.
fort, ervan te overtuigen dat het mogelijk was, een resort in een verdedigingsfort.”
Samenwerkend werelderfgoed
Beren op de weg
Tot voor kort was Harry Brinkman voorzitter van de OWHC, de Organization of World Heritage Cities, opgericht met het doel dat werelderfgoedsteden elkaar helpen en een gezamenlijk beleid ontwikkelen. Het uitgangspunt van het OWHC kwam in dezelfde periode tot stand als het idee voor Fort aan de Nekkerweg. Burgemeester Brinkman: “De term die wij hiervoor hanteren is ‘adaptive re-use’. Probeer werelderfgoed te benutten waarvoor het is gemaakt, een gemaal moet bijvoorbeeld malen. Als dat niet kan, pas het gebruik dan aan. Een monument krijgt op die manier een economische betekenis waardoor het makkelijker in stand te houden is.” Hij vervolgt: “Ik heb die argumentatie hier gebruikt om diverse partijen, zoals Rijksadviseurs en de buren van het
Zijn eigen gemeentebestuur hoefde hij dit gedachtegoed niet in te prenten. “Nee, het erfgoed zit bij ons in de botten”, zegt Brinkman, “en juist ook het hergebruik ervan. We hebben altijd pal achter het idee van Frank Bart gestaan. Samen met hem wilden we zo efficiënt en zorgvuldig mogelijk dit grootschalige traject ingaan. Er zijn altijd beren op de weg maar we hebben steeds gedacht: dit moet lukken!” Dat Beemster een kleine gemeente is, met korte lijnen, kan volgens de burgemeester een voordeel zijn. “Maar dat neemt niet weg dat je de kennis, kunde en vaardigheden in huis moet hebben. De kwaliteit hier is geborgd door externe adviesorganen, maar vooral ook door ons eigen gemoti 18
KMAN: HARRY BRIN R TE S E E M E URG IK BEDOEL DE TIP VAN B N, WAARMEE TE IT Z T N A K VOOR DIUM VAN JE “GA AAN DE HET BEGINSTA IN L A N JE TI PAR DAT JE ALLE G BETREKT.” NTWIKKELIN O E D IJ B N E PLANN
Wie durft?
veerde college, en dan noem ik met name wethouder Ruimtelijke Ordening Han Hefting.”
Beemster probeert nieuwe ondernemers te interesseren. En dat is niet eenvoudig. “Ondanks alle voorzorgsmaat regelen blijft het ontwikkelen en ondernemen van een fort een klus van jewelste. Je moet het honderd procent willen. Je moet kennis van forten hebben of die ergens anders vandaan halen. Eigenlijk zou iedere fortondernemer met Frank Bart om de tafel moeten gaan zitten, hij weet er veel van.”
Kronkelige slotgracht Cruciaal volgens de burgemeester is, het klinkt zo simpel, alle obstakels en uitdagingen van tevoren te weten. “We hebben iedere betrokkene al in de voorfase bij het project gehaald. Van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed tot de buren van het fort. Als je in een vroeg stadium op de hoogte bent van de geldende regels, kun je het ontwerp en de vergunningaanvraag daarop aanpassen en kom je voor minder verrassingen te staan.”
Brinkman vertelt dat er veel interesse is voor het bijzondere hergebruik van Fort aan de Nekkerweg, ook vanuit het buitenland. “Het is mooi dat je kan laten zien wat je als gemeente samen met een ondernemer voor elkaar hebt gekregen: een verstrengeling van economisch en erfgoedbelang.” De wellness van het resort heeft hij nog niet uitgeprobeerd. “Nee, dat is niets voor mij, maar ik ga zeker een keertje in een van de suites overnachten.”
De gemeente Beemster en de provincie Noord-Holland werkten eensgezind samen aan de herbestemming van Fort aan de Nekkerweg. “We zorgen allebei gedreven voor ons werelderfgoed en hebben daar bestuurlijke afspraken over gemaakt. De Beemster kenmerkt zich sinds 1600 door rechte lijnen, strakke verkaveling en precieze maatvoering tussen de wegen en de sloten. De slotgracht en beplanting van een fort daarentegen zijn, vanwege hun verdedigingstaak, juist kronkelig. Toch verdragen de Beemster en de Stelling zich hier goed.”
Er zijn nog twee forten in Beemster beschikbaar voor toekomstige ondernemers. Wie durft?
19
Joost Batelaan, exploitant Fort aan de Klop
“Het was geweldig dat de gemeente de kar trok” Schurend tegen de stad Utrecht ligt Fort aan de Klop, een groene oase op een kwartiertje fietsen van de Dom. Er is van alles te doen: van een hapje eten en vergaderen tot trouwen en kamperen. Regelmatig zijn er theatervoorstellingen voor jong en oud. Joost Batelaan moet tijdens het gesprek soms diep in zijn geheugen graven. Veertien jaar geleden al was hij bezig met plannen maken voor Fort aan de Klop. De gemeente Utrecht zocht exploitanten voor de vijf forten die ze eind jaren negentig had aangekocht. ‘Behoud door herbestemming’ was het idee. Batelaan zag kansen voor hemzelf. “Ik heb in mijn leven veel gereisd en altijd lonkte de start van een hostel of camping. Ik was 35, werkte bij een arbeids reïntegratiebedrijf en voelde dat het moment was aan gebroken om niet meer voor een baas te werken en mijn dromen na te jagen.”
Een bevlogen club
haalde er drie geschikte collega-ondernemers bij: een vriend met horeca-ervaring en twee investeerders.
Bij de gemeente kwamen meerdere ondernemers plannen binnen; uiteindelijk werd Joost Batelaan gekozen als meest geschikte uitbater. In 2004 kreeg de gemeente de financiering bij de provincie Utrecht, het Rijk en de Europese Unie rond en begon met de cascoverbouwing van de gebouwen op het fortterrein. De artillerieloodsen werden omgetoverd tot groeps- en vergaderruimtes, het bomvrije wachthuis werd een brasserie en het grasveld achter de loodsen kreeg de functie van kampeerplek.
Mooi sloophout De ondernemer kijkt met een goed gevoel terug op die tijd. “De samenwerking met de gemeente verliep prima. Het was een proces van geven en nemen. Soms ook op een klein schalig niveau van ‘als wij de tegels doen, dan hangen jullie de toiletpot op’. In 2006 was de cascoverbouwing klaar en kon er worden begonnen met schilderen en timmeren.” Opvallend aan Fort aan de Klop is het stoere karakter van de gebouwen. Het houtwerk aan de binnenkant van de loodsen bijvoorbeeld toont trots de verwering van meer dan honderd jaar. “Dat is zowel een esthetische keuze als een budgetkwestie geweest. We wilden de gebouwen in waarde laten én weinig geld uitgeven. In die tijd werd Piet Hein Eek met zijn sloophout populair. Dat onbewerkte vond ik erg mooi en hebben we hier ook toegepast. In feite hebben we alleen een laag vernis op het hout gezet en de meubels een plek gegeven.”
“Het moment was aangebroken om mijn dromen na te jagen” “De gemeente had een speciale afdeling ‘Bijzonder beheer’. Dat was een bevlogen club van jongens die er hard aan trokken om de restauratie voorspoedig te laten verlopen. Zij trokken de kar en regelden noodzakelijke partijen als een bouwkundig adviseur en een architect. Die mazzel heeft niet iedere fortondernemer.” Batelaan op zijn beurt 20
N: OST BATELAA T DE TIP VAN JO INGEN EN HE DE VERGUNN T E M G IN M G TEM ZOR ER IN OVEREENS JKHEDEN AF. M LI E E E D N R R O E O D N TW N “O DER JE VERA S KLOPT.” PLAN, EN KA INSTE DETAIL S G LE K IN E M D M IN TE T S BE ONTRACT TO AT JE HUURC OOK VOOR D
Er kwam niemand
Batelaan ligt toch vooral bij Fort aan de Klop. “Het is mooi om op deze manier je boterham te verdienen, met respect voor het monument en de natuur die het omringt.”
In juli 2007 ging het herbestemde Fort aan de Klop open. Batelaan, lachend: “Het was vlak voor de zomervakantie en wij dachten: ‘Jeuh, kom maar op gasten!’. Maar er kwam niemand, helemaal niemand. Utrecht liep juist leeg in de zomer, op zoek naar verkoeling aan zee.” Een greep uit de beginnerskwalen die Batelaan en zijn collega’s moesten doorstaan: een maand voor de opening realiseerden zij zich dat er geen reserveringssysteem was; in de eerste periode kozen ze ervoor geen diner te serveren terwijl de plek er eigenlijk om vroeg, en het bedienende personeel bleek te onervaren met een structureel te lange rij bij de kassa als gevolg.
Om de stad Utrecht te beschermen, lag hier al in 1629, op een kruispunt van (water)wegen en handelsroutes, een verdedigingswerk. Een aarden wal moest aanvallen van de Spanjaarden keren. Ook was op deze drukke plek herberg ‘de Clophaemer’ gevestigd. De naam van het fort is hiervan afgeleid. Uniek aan het fort is het ronde bomvrije wachthuis dat uit 1852 stamt. Hier sliepen de manschappen en konden zij zichzelf ‘bedruipen’. Via een druipkoker – nog steeds intact – werd regenwater opgevangen, gezuiverd met zand en gebruikt als drink water. Vanaf 1980 was op het fort 25 jaar lang een internationaal gerenommeerd trainingscentrum voor politiehonden gevestigd.
Inmiddels loopt de boel gesmeerd en zitten de ondernemers op een vrij constante omzet. Met vier kapiteins op één fort kwam er ruimte om de horizon te verbreden en een nieuwe historische locatie te exploiteren: Koetshuis de Haar in Haarzuilens. Maar het hart van Joost 21
Geu Visser, ondernemer voormalige atoomschuilkelder Lunet I
“We verdedigen de vrijheid van Holland nu met woorden en meningen” Wat kan je doen met een fort dat is omgebouwd tot atoomschuilkelder? Achtereenvolgens haakten een kanoverhuur, een dancing en de röntgenafdeling van de Universiteit Utrecht af. Maar de Stichting Vredeseducatie veranderde de beklemmende ruimte in het Fort van de Democratie. “Jongeren zijn direct geïmponeerd als ze naar binnen stappen,” zegt Geu Visser terwijl hij zich schrap zet om een dikke ijzeren deur te openen. Het contrast is ook groot op een van de vier Lunetten aan de zuidoostkant van Utrecht. Over een klinkerpaadje langs volkstuintjes loop je via een brug naar een lommerrijke rafelrand van de stad. Niet veel later staat het kippenvel op je armen en staar je in een zestig meter lange gang. Dikke betonnen muren grijpen je bij de strot. In de verte flikkert een blauw licht. Hier dacht men ten tijde van de Koude Oorlog te kunnen schuilen voor een atoomaanval van de Russen.
“Je kunt er wel een partycentrum van maken, maar dan ben je de historie kwijt”
Authentieke ruimte “Lunet stamt af van het Franse woord ‘lune’, dat maan betekent,” doceert Visser. Op een plattegrond laat hij zien dat het fort de vorm van een halve maan heeft. “Na de Tweede Wereldoorlog hebben ze het fort verbouwd tot atoomschuilkelder.” Visser is pedagoog en samen met Jan Durk Tuinier oprichter van de Stichting Vredeseducatie. “Kinderen leren veel over oorlog, maar hoe je vrede kan maken, bleef vaak onderbelicht.” Met interactieve tentoonstellingen heeft Vredeseducatie tot ver over de landsgrenzen succes. “Interactie is niet een kwestie van een computer neerzetten, zoals veel musea doen,” zegt Visser. “Juist niet.”
bijvoorbeeld af omdat er maar vijftig man tegelijk binnen mogen zijn. Je kunt het wel helemaal verbouwen en er een partycentrum van maken, maar dan ben je de historie kwijt.”
Borstbeeld van Hitler In 2008 opende het Fort van de Democratie. Via prikkelende en soms confronterende vragen, stellingen en verhalen in telkens wisselende ruimtes duiken middelbare scholieren in de betekenis van democratie. Visser: “We ijken hun mening op het einde aan de jongeren zelf, aan de grondwet en aan de democratie. Bijvoorbeeld: je bent voor vrijheid van godsdienst maar ook voor een boerkaverbod. Zonder te moraliseren want dan ketenen ze zich vast aan hun standpunt. Dat willen we juist openbreken, zodat ze gaan nadenken en er ruimte komt voor de nuance.”
Die ervaring maakte dat hij direct de potentie herkende toen de gemeente hem vroeg of Vredeseducatie iets in deze plek zag. “Het is een authentieke ruimte met een eigen sfeer, maar ze hadden moeite om een exploitant te vinden vanwege de vele beperkingen. Een dancing viel 22
EU VISSER: ERDER DE TIP VAN G N WAAR ZE E TE C JE O R P R NA A SIDIEGEVERS AROM?” “KIJK BIJ SUB EERD EN WA N O D E G N E B A AN H E B
En dat op de plek waar ooit slechts werd gedacht in termen van Oost en West, Goed en Kwaad. Die tijd herleeft in sommige ruimten. Visser wijst op een rijtje fietsen. “Daar werd vroeger een generator mee aangedreven om frisse lucht naar binnen te laten stromen. Nu generen ze elektri citeit om verhalen op een lichtkrant te tonen.” Verderop zijn op de plek waar de telefonistes zaten kleine schermpjes ingebouwd om filmpjes af te spelen. En verscholen achter een vastgelopen draaideur in de vorm van een hakenkruis doemt plotseling een borstbeeld van Hitler op. “Die hebben we gekregen van de filmset van Zwartboek.”
De eerste vijf jaar vroeg de gemeente geen huur. “Nu betalen we 12.000 euro,” zegt Visser. Dat kan ook, want het aantal bezoekers stijgt. “En onze overheadkosten zijn laag omdat we alleen open zijn als er een groep komt.” Uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam blijkt dat Vredeseducatie erin slaagt de jongeren te bereiken. Een bezoek aan het fort versterkt hun vertrouwen in de democratie. Dat maakt Visser trots: “Als ze in die lange gang teruglopen denken ze genuanceerder dan toen ze binnen stapten.”
Fondsenboek
De vier Lunetten van Utrecht zijn tussen 1822 en 1826 gebouwd als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Zo kon een aanval uit het oosten over de Houtense Vlakte worden weerstaan. Deze lag hoger dan de omgeving en kon dus niet onder water worden gezet. Ten tijde van de Koude Oorlog – de vijand kwam nog steeds uit het oosten - is hier een atoomschuilkelder gebouwd. De val van het communisme en het einde van de kernwapenwedloop maakten deze overbodig. Sinds 2008 wordt de vrijheid van Nederland hier weer verdedigd. Niet meer met kanonnen en soldaten, maar met woorden en meningen in het Fort van de Democratie.
Vredeseducatie heeft de verbouwing grotendeels zelf bekostigd door fondsen te werven. “De gemeente Utrecht heeft het pand asbestvrij gemaakt, maar de riolering, elektriciteit en luchtinstallatie moesten ook worden ver nieuwd. We hebben 600.000 euro gekregen van uiteen lopende subsidiegevers. De gemeente zat daarbij, de provincie, Europa. Maar ook het Kinderpostzegelfonds of het Oranjefonds. Dat is hard werken. Ongeveer de helft van de aanvragen wordt toegewezen.” Hij wijst op een fondsen boek met organisaties waar je een subsidieaanvraag kunt indienen. “Daarbij moet je vooral goed duidelijk maken wat je wilt bereiken.” 23
Colofon Uitgave: Provincie Noord-Holland, Gelderland, Utrecht en Noord-Brabant Interviews: Liesbeth Maas en Steven van der Gaag Fotografie: Tijmen Poleij (pagina 10), Annelore van Herwijnen (pagina 12), Fotografie Bart Homburg (pagina 18), Kenneth Stamp (pagina 2, 11, 13, 16, 17 & 19), John van Helvert (pagina 7), Thomas Schlijper (pagina 6), Patrick Guitjens (pagina 14), Caroline Westdijk (pagina 15), Yon Gloudemans (pagina 20) en Pim van Schaik (pagina 21) Grafische verzorging: Provincie Noord-Holland, MediaProductie Oplage: 200 exemplaren Haarlem, augustus 2014 Voor meer informatie: www.stellingvanamsterdam.nl www.hollandsewaterlinie.nl www.forten.nl 24
Als een fort je hart steelt...
Negen verhalen over het herbestemmen van en ondernemen in een monumentaal fort