1
Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie DECEMBER 2006 JAARGANG 10
4 Libellenwerkgroep Overijssel Enkele opmerkelijke waarnemingen Oproepen aan libellenkenners NVLNVL-Nieuwsbrief nummer 4 (Jrg 10), december 2006
2
Van de redactie: Voor u ligt een nieuwe, goedgevulde NVL-libellennieuwsbrief. Het is mooi om te zien aan deze nieuwsbrief dat er veel gebeurt binnen onze vereniging. Laten we dat zo houden! Deze NVL libellennieuwsbrief is onder redactie van Roelof Jan Koops en Tim van den Broek tot stand gekomen. Tim heeft zich namelijk aangemeld als mede redactielid. Hij is sinds het begin betrokken geweest bij de NVL.
De NVL-Nieuwsbrief is het mededelingenblad van de Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie. ISSN: 1387 – 4470 Verschijnt vier maal per jaar. Oplage 425 exemplaren Foto voorkant: Sympetrum striolatum (Foto: Roelof Jan Koops, Rozendaal) Kopijsluitingsdatum volgend nummer: 1 februari 2006
Bij de voorkant: Daar waar deze Sympetrum striolatum (Bruinrode heidelibel) het raster van een paardenwei nuttig gebruikt als uitkijkpost, is prikkeldraad ook erg gevaarlijk voor libellen. Lees daarvoor het artikel van Evert Ruiter op bladzijde 7 van deze NVL- Nieuwsbrief.
Redactie: Roelof Jan Koops & Tim van den Broek Redactie-adres Roelof Jan Koops Ringallee 97 6881 MZ VELP
[email protected] Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie (NVL) Voorzitter: Evert Ruiter Secretaris: René Manger Penningmeester: Willem-Jan Hoeffnagel Redactievertegenwoordiger: Robert Ketelaar Waarnemingen-coördinator: André Hospers Jeugdbondvertegenwoordiger: Douwe Schut Postadres NVL René Manger Stoepveldsingel 55 9403 SM Assen 0592 374470 E-mail:
[email protected] Lidmaatschap NVL Leden en bibliotheken € 13,00 Jongeren (t/m 25 jaar) € 7,00 Buiten Nederland € 15,00 Lid voor het leven (min.) € 300,00 Genoemde bedragen graag overmaken op giro 76.15.700 t.n.v. Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie te Kortenhoef. Buitenlandse leden gebruiken het IBAN Nummer: NL05 PSTB 0007 6157 00 E-mail:
[email protected] Leden ontvangen zowel de NVL-Nieuwsbrief als de Brachytron. Internet: www.libellen.org E-mail Libellennieuwscirkel:
[email protected]
Inhoudsopgave Nieuwe NVL Website: www.brachytron.nl
3
Even voorstellen…..
3
International dragonfly camp in Romania
5
Uitnodigiing libellendagen in Dresden maart 2007
5
Noordse witsnuitlibel eind oktober in het Bargerveen
6
Het plezier van monitoren op een libellenroute
6
Stand NVL op SOVON-dag 2006
7
Oproep waarnemingcoördinator NVL bestuur
7
Op prikkeldraad gespietste paardenbijter
7
Waarneming larve van de Gaffellibel in de Hambeek
8
Oproep KNNV voor excursieleiders
9
Libellenweekend 2007
9
Aanvullend kenmerk voor herkenning larven ANAXIMP
10
Kennis gezocht voor de Jeudbonden
11
Voortplanting Zuidelijke Keizerlibel in Nederland
11
Libellenstudiedag 2007!!!
11
Gedragsregels NVL
11
NVLNVL-Nieuwsbrief nummer 4 (Jrg 10), december 2006
3
Nieuwe NVL website: www.brachytron.nl Sinds kort is de website van de NVL geheel vernieuwd (zie Meerjarenplan onder 2.7). Niet alleen vernieuwd maar ook op een nieuw domein, namelijk www.brachytron.nl. De aanleiding van de domeinwijziging was het gebrek aan schijfruimte op het oude domein en de abonnementskosten. Aardig is dat de naamgeving “Brachytron” nu vergelijkbaar is met onze buurlanden Duitsland en België met de tijdschriften Libellula respectievelijk Gomphus. De voormalige site is ontworpen en onderhouden door Antoine van der Heijden. De site heeft ruim zes jaar dienst gedaan. De nieuwe site bevat, naast een nieuwe layout, iets minder tekst en meer foto’s dan de oude. De domeinen libellen.org en brachytron.nl. bestaan
naast elkaar. Het voordeel hiervan is dat er twee keer zoveel schijfruimte is. Nu libellen.org bij dezelfde provider ondergebracht is betalen we per jaar voor beide minder dan voor één met minder schijfruimte vroeger. In de toekomst willen we libellenwerkgroepen de mogelijkheid geven om één webpagina binnen de site te gebruiken om bijvoorbeeld (jaar)programma aankondigingen te doen. Op dit moment staan op libellen.org twee subdirectories, namelijk “Libellen van Suriname” (Marcel Wasscher) en “Veldgids” van Frank Bos en Marcel Wasscher. Om de behoefte aan webruimte alvast te peilen kunnen leden zich melden (
[email protected]). René Manger
Afbeelding 1: De nieuwe web-pagina zoals deze te vinden is via www.brachytron.nl.
Even voorstellen….. In deze vaste rubriek wordt de mogelijkheid gegeven om je eigen werkgroep voor te stellen. Dit kan leiden tot een uitwisseling van leuke ervaringen en ideeën. Dit maal is het de beurt aan de Libellenwerkgroep Overijssel.
door drie personen. Ieder heeft een eigen deel van de provincie. Inmiddels zijn er vijf coördinatoren, teweten Jan Luc van Eijk en Gerard Dutmer voor Twente, Egbert Pullen voor Noordoost Salland, Mark Zekhuis voor Zuidwest Salland en Evert Ruiter voor West Salland en Noordwest Overijssel.
De Libellenwerkgroep Overijssel (LWGO) is opgericht op 11 februari 2000 te Zwolle. Sindsdien bestaat de De coördinatoren zijn contactpersoon voor de leden LWGO uit circa 40 leden en wordt gecoördineerd in hun deelgebied en initiëren het veldwerk.
NVLNVL-Nieuwsbrief nummer 4 (Jrg 10), december 2006
4
Hoewel de contacten lang niet altijd optimaal verlopen (libellenkijkers zijn toch veelal solisten) heeft de LWGO sinds haar bestaan toch al veel leuke resultaten behaald.
Soortenrijkdom Overijssel is een fraaie provincie met een enorme diversiteit aan voor libellen interessante landschapstypen: hoogveen, laagveen, grote en kleine rivieren, beken, bronnen, vennetjes, etc. Excursies, bijeenkomsten en cursussen Tijdens de NVL ledendag in 2004 presenteerde de De eerste jaren werden er regelmatig excursies geor- werkgroep zich via een powerpointpresentatie. Daar ganiseerd en werd er jaarlijks een ledenavond gewerd een overzicht gegeven van al het moois dat houden om de ontwikkelingen te bespreken en plan- Overijssel te bieden heeft en van de soorten die tot nen te maken. De laatste jaren worden er incidenteel dan toe bekend waren. Voor de grap werd er ook een soortgerichte excursies georganiseerd (foto 1). Zowel verlanglijstje gepresenteerd. Op het verlanglijstje prijkten soorten die nog niet in Overijssel waren vastgesteld zoals: noordse glazenmaker, hoogveenglanslibel, kanaaljuffer, zuidelijke keizerlibel, zuidelijke glazenmaker. Al deze soorten konden sindsdien worden toegevoegd aan de soortenlijst. De eerste drie voortplantend en de overige als zwerver. Ook van de vuurlibel en de bruine winterjuffer werd voortplanting vastgesteld. In 2006 werd de zuidelijke heidelibel nog aan de soortenlijst toegevoegd. Gerard Dutmer heeft twee waarnemingen ter beoordeling ingediend bij de CWNO. Het gaat om Anax junius en Crocothemis servilia. Inmiddels zijn er in Overijssel met zekerheid 60 soorten waargenomen. Daaronder bevinden zich enkele die al jaren niet meer zijn waargenomen zoals de sierlijke witsnuitlibel en de oostelijFoto 1: Leden van de LWGO op excursie naar Hoogveenglanslike witsnuitlibel. In 2007 word de plaats waar ze beide bel Somatochlora arctica (Foto: Evert Ruiter) voorkwamen in het kader van een groot faunaonderin Zwolle als in Almelo zijn door de KNNV afdelingen zoek van Landschap Overijssel weer grondig ondergeorganiseerde cursussen gehouden. In beide geval- zocht. Er werken leden van de werkgroep mee. De len een cursus voor beginners gevolgd door een voor verwachtingen zijn hoog gespannen. gevorderden. Dat heeft er ondermeer toe geleid dat er nu een aantal soortgerichte monitoringroutes wordt Betrekkelijk zeldzame soorten zoals de beekrombout, rivierrombout en beekoeverlibel gaat het in Overijssel gelopen door oud-cursisten. voor de wind. Zorgenkindjes zijn speerwaterjuffer en Nieuwsbrief en website hoogveenglanslibel. Of deze soorten de komende De leden worden op de hoogte gehouden van ontwik- jaren stand zullen houden is de vraag. Het is te hopen. Misschien worden er wel nieuwe populaties ontkelingen, excursies, studiedagen, etc. via een nieuwsbrief. Deze verschijnt in het seizoen met enige dekt, want nog lang niet alle geschikte terreinen zijn onderzocht. Het paradepaardje voor Overijssel is regelmaat en wordt tegenwoordig per mail verzonnatuurlijk de donkere waterjuffer (foto 2). Bij onderden. De LWGO heeft geen eigen website. Atlas Aanvankelijk was de aandacht vooral gericht op voor libellen interessante gebieden. Enkele jaren gelden werd het plan opgevat om Overijssel vlakdekkend te gaan inventariseren. Naast de goede libellengebieden (op verspreidingskaart makkelijk terug te vinden…) wemelt het van de ‘witte’ gebieden. Inmiddels is de werkgroep aardig gevorderd met hokken vullen. In de praktijk betekent dat saaie polders doorkruisen, boerenslootjes aflopen of weteringen langs industrieterreinen bezoeken. Dat leverde nog wel eens leuke soorten op (vroege glazenmaker, glassnijder, bruine korenbout). Dankzij de inzet van Victor Mensing, die inmiddels het Overijsselse voor het Gelderse heeft verwisseld, verscheen er in 2005 een voorlopige verspreidingsatlas. Deze is inmiddels gedateerd, maar biedt nog steeds een fraai overzicht van de libellenfauna in Overijssel. De atlas is te verkrijgen door € 9,- over te maken op giro 34.20.141 ten name van Libellenwerkgroep Overijssel (LWGO) te Zetten onder vermelding van NAW gegevens.
Foto 2: Donkere waterjuffer Coenagrion armatum. Kauwend op een vette prooi. (Foto: Evert Ruiter)
zoek aan deze soort is gebleken dat hij ‘mobieler’ is dan gedacht. Vooralsnog is de soort alleen gevonden in De Weerribben, maar ook de Wieden biedt kansen en in Friesland zijn biotopen waar hij kan opduiken. Dus Hynstebiters, doe je best en sleep hem eruit.
NVLNVL-Nieuwsbrief nummer 4 (Jrg 10), december 2006
5
Van harte aanbevolen!
De toekomst ‘A’j half uurtie loopt, bi’j al ‘n end op wegge’ is het Samenwerking met beheerders en Vlinderst. adagium in Salland. Kortom, rustig aan, dan kom je Leden van de werkgroep lopen monitoringrouters van er wel. de Vlinderstichting. Bij inventarisaties van Landschap Overijssel, Natuurmonumenten of Staatsbosbeheer Zo vergaat het onze werkgroep eigenlijk ook een worden regelmatig leden van de werkgroep ingezet. beetje. We hebben geen haast. Het inventarisatiewerk gaat gestaag door en ooit is de provincie vlakLWGO en de pers. dekkend geïnventariseerd. Het levert een schat aan Na de ontdekking van de bandheidlibel bij Holten gegevens op. Dat is de hoofddoelstelling. Een nevenstond dit beestje volop in de belangstelling. Mark doelstelling is de atlas. Bij voorkeur met veel fraaie Zekhuis ontdekte een jaar later een populatie op foto’s, want er zijn leden die werkelijk sublieme foto’s Landgoed De Horte. Dit drong door tot de burelen maken. Wanneer deze atlas verschijnt is nog in nevevan De Stentor. Er verscheen een journaliste op ho- len van de toekomst gehuld. Het streven is ergens ge hakken en een fotograaf. Dat leverde naast leuke rond 2010. Waarschijnlijk klinkt er dan in Noordoost taferelen in het veld ook een aardig stukje op in de Nederland een oorverdovende knal en liggen er inkrant. NB: Inmiddels is de bandheidelibel een eens drie libellenatlassen (Friesland, Drenthe en ‘gewone’ verschijning aan het worden in Overijssel. Overijssel) in de winkels. De soort wordt op veel plaatsen in Overijssel aangetroffen. Tot in de stad Zwolle! Ook zijn de grenzen Evert Ruiter naar Drenthe en Friesland overschreden zodat onze Namens de Libellenwerkgroep Overijssel collegae daar hem ook hebben kunnen toevoegen aan de lijst.
International dragonfly camp in Romania The dragonfly fauna of Romania is amongst the least known of Europe. Large areas are virtually unexplored and the distribution of many species is unclear. This is not due to the lack of good habitats or interesting dragonflies. No, Romania has simply been neglected. In order to change this Cosmin Manci and Vincent Kalkman have organised a project on Romanian dragonflies. Funded by the WWF-The Netherlands
area is easy to reach by car and is well connected with public transport. Each day you can go out on fieldwork on your own or join one of the organised excursions. On two or three evenings presentations will be given. Some more about the place: www.baileherculane.ro/site/hystory.htm. Sent a mail to Vincent Kalkman (
[email protected]) if you are interested in joining the fieldwork or for any other information. We will then keep you informed. Cosmin Manci & Vincent Kalkman
Cosmin will do fieldwork and build a database on Romanian odonates.In order to lure more odonatologist to Romania a dragonfly camp will be organised from 15 to 20 July 2007. This camp will take place in Baile Herculane (Hercules Baths), a resort with hot springs in the lower parts of the Transylvanian Alps (south west Romania). The area offers good opportunities to explore the lakes and brooks in the mountains or to make daytrips to the nearby Danube river. In Baile Herculane (Hercules Baths) it is possible to stay in a hotel (from 30 euro up), in cabins (from 10 euro up) or to put your tent in the wild for free. The
P.S. Op de website www.brachytron.nl (onder het kopje Actueel) kan je dit nog een keer nalezen en een indruk krijgen van het gebied waar het project gaat plaatsvinden.
Uitnodiging Libellendagen in Dresden maart 2007 Van 9 tot 11 maart 2007 zullen in Dresden de Duit- zondag 11 maart zal se libellendagen gehouden worden. Dit is al weer eveneens om 8.30 begonnen worden met de 26e maal dat deze georganiseerd worden. voordrachten. Rond Hartje centrum Dresden zal drie dagen in het teken de middag zullen de staan van libellen. Op vrijdag 9 maart zal het weeklibellendagen worden end rond 18.00 uur geopend worden met een aange- beëindigd. naam samenzijn. Zaterdag 10 maart zal er een goed Toehoren mag, maar gevuld programma zijn met vele voordragen. Het als je zelf denkt een begint om half 9 en eindigt om half 6 in de avond. Op leuk en interessant verhaal te hebben, dan kan je je
NVLNVL-Nieuwsbrief nummer 4 (Jrg 10), december 2006
6
als spreker aanmelden. Inclusief discussie en vragen duurt een voordracht maximaal 15 –30minuten. Je moet wel snel reageren, want ze willen voor 5 januari weten wie een voordracht wil houden. Je kan je hiervoor melden bij Thomas Brockhaus via de mail:
[email protected] Wil je meer informatie heb-
ben, dan kan je terecht op http://www.libellula.org. Hier kan je je tevens met een formulier aanmelden voor deze dag. Thomas Brockhaus Organisatie comité
Noordse witsnuitlibel eind oktober in het Bargerveen Het warme oktoberweer dit jaar zorgde voor een leuke libellenwaarneming in Drenthe. Jan & Annie Rocks liepen samen met Tinus Knegt op 26 oktober 2006 hun Addermonitorenronde in Meerstalblok in het Bargerveen. De temperatuur bedroeg ongeveer 20 graden Celsius. Adders en Gladde slangen werden die dag niet gezien. De libellen waren wel duidelijk aanwezig. Zeer verrast waren ze met het zien van een jong vrouwtje Noordse witsnuitlibel Leucorrhinia rubicunda (foto 1). Een tweede generatie? Normaal gesproken sluipen Noordse witsnuitlibellen het tweede jaar na de eiafzet in het voorjaar uit. Dit dier besloot vermoedelijk de tweede winter niet meer af te wachten en alvast uit te sluipen. Zeer opmerkelijk! Een gevolg van de mondiale temperatuurstijging? We hebben vooralsnog niets in de literatuur over het afwijkende tijdstip van uitsluipen kunnen vinden. Verder werden er zeer jonge Watersnuffels Enallagma cyathigerum gevonden. Op hun route werden nog ongeveer dertig stuks Tengere pantserjuffers Lestes virens en een paar Houtpantserjuffers Lestes viridis waargenomen. Van de ± 50 Rode heidelibellen werd ongeveer de helft gevangen en dat bleken allemaal Bruinrode heidelibellen Sympetrum striolatum. Tot slot nog een Paardenbijter Aeshna mixta. Libellenwerkgroep Drenthe
Foto1: Jong vrouwtje Noordse witsnuitlibel Leucorrhinia rubicunda (Tinus Knegt)
Het plezier van monitoren op een libellenroute Rien Melis loopt sinds dit jaar een libellenroute. Hieronder vertelt hij over zijn ervaringen. Mocht je na het lezen van zijn verhaal enthousiast geworden zijn of vragen hebben over libellenroutes, dan kan je contact opnemen met Jaap Bouwman van de Vlinderstichting. In 1994 is mijn interesse voor deze boeiende insecten gewerkt tijdens een lezing over libellen. In eerste instantie is het lastig om de waargenomen libellen op naam te brengen. Maar na enige oefening en met behulp van een goede veldgids lukt dat steeds beter. Na mijn Vut in september 2003 had ik ineens meer vrije tijd en kon mij nog meer bezig gaan houden met het waarnemen en bestuderen van libellen. Omdat het op naam brengen van libellen mij steeds beter afging heb ik mij begin 2006 aangemeld om een algemene libellenroute te lopen. Met medewerking van Jaap Bouwman coördinator van de Vlinderstichting werd een route uitgezet in de
Baardwijksche Overlaat op de grens van Waalwijk en Drunen. Uiteindelijk werden het 3 routes waarvan 2 poeltjes en een gedeelte van 2x 50 meter langs de Lange Wiel. In het afgelopen jaar (2006) heb ik dus voor het eerst t.b.v. de Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie een algemene route in de Baardwijkse Overlaat gelopen. De route werd 10 keer gelopen en daarbij werden 18 verschillende libellen en waterjuffers waargenomen. De aantallen per soort vielen wat tegen maar het aantal verschillende soorten is naar mijn mening een aardig resultaat. Het tellen van libellen op een vaste route heb ik als zeer plezierig ervaren. Mits de weersomstandigheden het toelaten, meer dan 17 graden en de wind niet harder dan windkracht 4, is men vrij in het kiezen van de dag van telling binnen een termijn van 14 dagen. Dit betekent dus dat alleen bij mooi weer geteld mag worden. Het is dan zoals iedereen wel weet heerlijk om buiten te zijn en op die manier een kleine bijdrage
NVLNVL-Nieuwsbrief nummer 4 (Jrg 10), december 2006
7
te hebben aan het Landelijk Meetnet Libellen. De resultaten van mijn tellingen heb ik dit jaar nog handmatig verwerkt op tellijsten hetgeen een paar uur werk kost. Het komend jaar ben ik van plan om de resultaten online door te geven. Ook het komende jaar zal ik van begin mei tot half september elke 14 dagen dezelfde route lopen. Aan de leden van de Natuur- en Milieu vereniging Heusden, waar ik ook lid van ben, heb ik gevraagd of er interesse bestaat om mee te gaan op mijn route. Op
die manier probeer ik de interesse voor libellen bij anderen op te wekken. Waargenomen soorten voor dit jaar waren: ISCHELEG, PYRRNYMP, ERYTNAJA, COENPUEL, LESTVIRI, PLATPENNI, COENPULC, CORDAENE, LIBEQUAD, LIBEDEPR, LIBEFULV, ANAXIMPE, ORTHCANC, SYMPSANG, SYMPVULG, AESHGRAN, AESHCYAN en AESHMIXT Rien Melis De Klok 24 5251DN Vlijmen.
Stand NVL op SOVON-dag 2006 Op zaterdag 25 november vond de jaarlijkse SOVON- en VOFF-dag plaats in 'De Vereniging' in Nijmegen. (Voor degenen die niet thuis zijn in de vele afkortingen: de letters VOFF staan voor Vereniging Onderzoek Flora en Fauna.)
zichtbaar door de grote toeloop aan bezoekers, doordat we dicht bij de ingang en de hal zaten. De DVD van Weia en Tieneke kreeg een centrale plaats op tafel met daar omheen wat NVL-artikelen. Voor de libellen-DVD was veel belangstelling.
Er liepen twee rondes met lezingen parallel, eentje over diverse vogelonderzoeken en een met verschillende soorten lezingen, variërend van het effect van de klimaatopwarming op dagvlinders tot informatie over de nieuwe Nationale Databank Flora en Fauna.
Een bezoeker vertelde nooit de moeite genomen te hebben om stil te staan bij het gedrag van libellen. Voor hem was het verrassend dat je ze ook gewoon op een film kon zetten om te kijken wat libellen doen en hoe ze dit doen. Voor de ledenaanwas was de dag wat minder. Weinig nieuwe leden werden ingeschreven al groeit de NVL de laatste jaren gestadig door.
In de gangen rond de zalen stonden veel stands van boekwinkels en verenigingen als RAVON, VZZ, De Levende Natuur en ook de NVL. Onze rode NVL-vlag André Hospers en Tieneke de Groot sierde de voorkant van de tafel, maar was vaak on-
Oproep Waarnemingcoördinator NVL bestuur Per 31 maart 2007 wil André Hospers zijn functie als Waarnemingencoördinator van de NVL neerleggen. André heeft vanaf maart 2003 deze functie gedurende vier jaar met plezier uitgevoerd, maar wil i.v.m. andere bezigheden deze functie beëindigen. Ook is hiermee een geleidelijk verloop in het NVL bestuur gegarandeerd.
Hiermee een oproep voor geïnteresseerde leden om zich kandidaat te stellen voor deze functie. Voor nadere informatie over de inhoud van de functie kan men contact opnemen met
[email protected] . Het NVL bestuur
Op prikkeldraad gespietste paardenbijter matig gezien in heel Overijssel. Ze vangen zeker Op 8 oktober 2006 zag ik bij Weerselo (kleinschalig agrarisch coulissenlandschap in nabijheid van kanaal prooien ter grootte van een Aeshna. Maar een klauAlmelo Nordhorn) een op prikkeldraad gespietste paardenbijter Aeshna mixta. Ik had vaak op prikkeldraad gespietste mestkevers gezien, maar nog nooit eerder een libel. Ook had ik nooit van een dergelijke waarneming gehoord of gelezen. Gelukkig had ik een camera bij me en heb ik de libel van diverse kanten kunnen fotograferen. Op de verwonding van het achterlijf na was de libel ongeschonden. De pen was tussen segment 2 en 3 het achterlijf binnengedrongen en het dier hing in een voorover gebogen stand over het draad. Maar hoe was hij daar zo terecht gekomen? In eerste instantie ging ik er, haast vanzelfsprekend, vanuit dat de dader een klauwier zou zijn geweest. De grauwe klauwier is een schaarse broedvogel in Salland en Twente. Als doortrekker worden ze regel-
Gespieste Paardenbijter (Aeshna mixta) Foto: Evert Ruiter
NVLNVL-Nieuwsbrief nummer 4 (Jrg 10), december 2006
8
wier bleek bij nader inzien geen plausibele verklaring. Ten eerste omdat grauwe klauwieren rond die periode al een eind op streek zijn richting overwinteringsgebieden en ten tweede omdat de prooi nogal vreemd was gespietst. Een klauwier zou waarschijnlijk het dier aan het borststuk spietsen. Voor doortrekkende of overwinterende klapeksters was het nog iets te vroeg. Ook de omgeving was niet echt een klapeksterbiotoop. Die zitten in Overijssel het meest op de veen- en heideterreinen en vangen daar vooral dwergmuizen en kleine vogels. De enige mogelijkheid die overbleef was dat het dier zichzelf had gespietst. Maar hoe? Nadere bestudering van de foto’s leidde uiteindelijk tot de volgende
verklaring. De (jagende) libel is in volle vaart rakelings langs het prikkeldraad gevlogen en is op onfortuinlijke wijze blijven steken aan een pen van het prikkeldraad. Door de snelheid van de vlucht is de pen diep in het achterlijf gedrongen en zat de libel meteen muurvast. Mogelijk dat een plotselinge windvlaag daarbij een rol heeft gespeeld. Het dier zal een langzame dood zijn gestorven. Evert Ruiter Zwolle, 18 november 2006 Met dank aan Robert Ketelaar, René Manger, Gerard Dutmer en Peter de Boer voor het helpen ontrafelen van deze curieuze waarneming.
Waarneming larve van de Gaffellibel in de Hambeek Afgelopen vrijdag, 20 oktober 2006, waren wij aanwezig bij het leegpompen van de vistrap in Hambeek (een afsplitsing van de Roer) in Roermond (AM: 197, 355). Omdat deze vistrap slechts gedeeltelijk functioneert wordt ze in opdracht van het waterschap Roer en Overmaas aangepast. Vanwege de vernieuwingswerkzaamheden werd de vistrap drooggelegd en door mensen van ecologisch adviesbureau Natuurbalans/Limes Divergens leeggevist om zo inzicht te krijgen in welke vissen gebruik maken van de vistrap. Het leegpompen gaf tevens de mogelijkheid om met een schepnet libellenlarven te vangen. In de vistrap zijn 33 larven van de Weidebeekjuffer (CALOSPLE) en 8 Beekromboutlarven (GOMPVULG) geteld. Ongetwijfeld was dit slechts een fractie van het aantal larven dat daadwerkelijk in de vistrap aanwezig was. In de allerlaatste schep zat tevens een larve van de Gaffellibel (OPHICECI). Hoewel te verwachten toch een bijzondere waarneming.
Hoewel geprobeerd is in de andere delen van de vistrap te scheppen was dat niet goed mogelijk aangezien de bodem was afgewerkt met steenstort. Of elders in de vistrap larven aanwezig waren is dus niet te zeggen. De larve was direct te herkennen aan de grote, “naar boven wijzende” rugdoorns (foto 2). Kijkend naar meer detail vielen de afgeplatte 4e antenneleden op. Bij larven van de Beekrombout zijn de 4e antenneleden meer rond. De bij de Beekrombout zo duidelijk aanwezige graafspoor ontbreekt bij de Gaffellibel. Deze kenmerken zijn goed beschreven door Heidemann & Seidenbusch (2002).
De larve is gevonden in een dieper deel van de vistrap (foto 1), waar in de ochtend door een graafmachine op een aantal plekken zand van de bodem was geschept. Of het dier dus op de oorspronkelijke locatie is gevonden in twijfelachtig. Mogelijk was de aanzuigende werking van het graven voldoende om de larve naar het gat te trekken, een andere mogelijkheid is dat de larve actief de zandige bodem heeft opgezocht. Foto 2: Het beste kenmerk van larven van de Gaffellibel zijn de grote, naar boven wijzende rugdoorns (foto: R. Geraeds).
Voor zover ons bekend betreft dit de vierde vondst van een larve van de Gaffellibel in Nederland (Geraeds en Hermans, 2000). Het is in ieder geval de eerste larve die in het stroomgebied van de Roer is gevonden, larvenhuidjes worden vanaf 2002 jaarlijks in deze omgeving gevonden (Geraeds & Van Schaik, 2005). Deze vondsten hebben echter allemaal betrekking op de Roer. De Hambeek is slechts enkele malen nader bekeken waarbij alleen larvenhuidjes van de Beekrombout zijn aangetroffen. Foto 1: De grotendeels drooggelegde vistrap in de Hambeek met op de voorgrond het diepere deel waar de Gaffellibellarve is gevonden (foto: R. Geraeds).
NVLNVL-Nieuwsbrief nummer 4 (Jrg 10), december 2006
9
Literatuur:
• Geraeds, R.P.G. & J.T., Hermans, 2000. De Gaffellibel (Ophiogomphus cecilia, Fourcroy, 1785) langs de Roer. Natuurhistorisch Maandblad 89 (12): 254-259.
• Geraeds, R.P.G. & V.A. van Schaik, 2005. Ecologische aspecten van de levenswijze van de Gaffellibel langs de Roer. Inventarisatie van larven
huidjes in 2002 en 2003 en een vergelijking van inventarisatiemethoden. Natuurhistorisch Maandblad 94 (1): 1-6.
• Heidemann, H. & R., Seidenbusch, 2002. Die libellenlarven Deutschlands. Goecke & Eveers, Keltern.
Douwe Schut & Rob Geraeds
Oproep KNNV voor excursieleiders en libellenpresentaties In het kader van het samenwerkingsproject tussen KNNV en NVL in 2007, zijn we op zoek naar personen die excursies willen leiden of lezingen willen houden. Er zijn al concreet twee verzoeken daarvoor bij de KNNV binnen gekomen. KNNV afdeling Arnhem. Excursie op zondag 17 juni 2007 Lezing op 4, 5, 6 of 11, 12 of 13 juni 2007 KNNV Hoorn/West Friesland Lezing dinsdagavond 27 maart 2007 Ben je bereid om aan een van deze excursies of lezingen mee te doen?
Meld dat even bij: Marijke van Damme
[email protected] In de meeste gevallen is een vergoeding geregeld. Op zijn minst reiskostenvergoeding en een mooie KNNV veldgids naar keuze. Dus, schroom niet en meld je aan. Marijke van Damme
Libellenweekend 2007 Beste vrienden van de NVL, Al enige jaren gaat de KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland een paar dagen in het voorjaar ergens in Nederland op stap. Natuurlijk besteden we dan aandacht aan libellen maar er wordt ook naar vlinders, sprinkhanen en niet te vergeten de flora gekeken. We hebben van 22 tot 25 juni een accommodatie in het Nationaal Park De Meinweg gereserveerd op verzoek van enige ‘oud’ deelnemers. Er zijn 4 blokhutten waarin totaal 18 personen kunnen overnachten. Daarnaast is voor de liefhebbers een mogelijkheid om te kamperen. De totale accommodatie beschikt over een gemeenschappelijke ruimte die we voor 3 dagen willen huren. Er is weer een grote keuken zodat we hier met velen het nodige werk kunnen verrichten. Het enige wat voor de blokhutten meegebracht moet worden is een slaapzak.
water /De Lanck/ Het Haambroeck (AC 202,5 x 358,3 en De Turfkoelen bij Vlodrop (AC 203,9 x 351,5). Het inschrijfgeld is weer € 25,-- p.p. en wordt alleen bij overtekening teruggestort. Het bedrag kunt u overmaken op giro 33 54 36 t.n.v. F. Koning te Heemstede. Wilt u op de giro vermelden of u de voorkeur aan de blokhutten of aan kamperen geeft. Reageer snel met opgeven. Een telefoontje of mailtje is (even) al voldoende, daarna wel zo snel mogelijk betalen, want inschrijving vindt plaats volgens de ontvangen betalingen. Frans en Marja Koning 023 5289009
[email protected]
Gezien de kosten willen we eerst weer de blokhutten bezetten, als er meer dan 18 inschrijvers zijn kan er ook gekampeerd worden. We stoppen bij een maximum van 25 deelnemers. Voor de blokhutten (€ 10,-- p.p. per nacht) en de gemeenschappelijke ruimte zijn we totaal zo’n € 700,kwijt. We verwachten daar aan libellen o.a. het volgende te zien: Beekoeverlibel, Zuidelijke oeverlibel en Kanaaljuffer. Plekjes waar we zeker langs zullen gaan zijn: Blank-
Koraaljuffer (CERITENE) kijkt in de lens. Foto: R.J. Koops
NVLNVL-Nieuwsbrief nummer 4 (Jrg 10), december 2006
10
Aanvullend kenmerk voor herkenning kleine larven van Anax imperator? Bij het zoeken naar libellenlarven was mij al enige keren opgevallen dat de vroege stadia van de larven van de grote keizerlibel (Anax imperator) lichte banden hadden over het lichaam, de bestaande libellenlarvenliteratuur vermeld hier echter niets over. Aangezien ik deze lichte banden nooit heb gezien bij andere Aeshnidae is het mogelijk een aanvullend kenmerk voor de determinatie. Het determineren van de kleinere stadia van libellenlarven kan tot problemen leiden met de huidige literatuur. Zo is het onderscheidt tussen Aeshna en Anax, de parallel of naar elkaar toe lopende achterrand van de ogen en achterhoofd, bij de vroegere stadia niet bruikbaar, de Aeshna’s hebben dan ook een rechte achterrand van de ogen. Daarom is het vinden van (eenvoudige) aanvullende kenmerken gewenst. Op verschillende locaties was het me opgevallen dat kleine larven van Anax imperator lichte verkleuring hadden (foto 1) en dat andere larven dit nooit hadden. Bij de grotere larven van A. imperator waren de lichte banden verdwenen. In de bestaande literatuur was hier echter niets over te vinden.
Tabel 1: Overzicht van gemeten larven en lichte segmenten
bs = borststuk Larve 1
Kopbreedte (mm) Lichte segmenten 3,1 bs , 5,6,7
2
3,2
bs , 5,6,7
3
2,8
bs
4
3,2
X
5
4
5,6
6
4
X
7
3,3
X
8
3,5
7,8
9
3,5
x
10
2
bs , 6,7,8
11
1,5
bs , 5,6,7
12
3
bs , 5,6,7
13
2,2
bs
14
3
x
15
3
1
16
2,5
bs , 5,6
17
3
bs , 1,7,8
18
3
bs ,6,7
19
3
bs ,1,2,3
20
3
8
21
2,8
bs ,8
22
3
8
23
2,5
bs ,8
Afgelopen september heb ik in de Griltjeplak op Terschelling verscheidene larven met lichte verkleuringen gevangen en gedetermineerd met de bestaande kenmerken zoals onder andere vermeld in Norhling & Sahlen (1997) en Heidemann & Seidenbusch (2002). Het doel was om zo meer inzicht te krijgen hoe consequent deze verkleuringen zijn en vanaf welke lengte ze verdwijnen. Van deze larven heb ik de kopbreedte (als maat voor de ontwikkeling van de larven, gemeten aan het achterhoofd) en de lichte delen genoteerd (tabel 1 volgende pagina). Opvallend is dat vaak het borststuk (bs) en segment 5,6 en 7 licht gekleurd zijn. De overige segmenten lijken meer willekeurig afwijkend. Hoe groter de larve hoe minder vaak het borststuk en de segmenten licht gekleurd zijn, bij de latere stadia verdwijnt deze verkleuring (mijn inschatting: vanaf kopbreedte 5mm). Een mogelijke verklaring voor de verkleuringen zijn Foto 1: Drie van van Anax imperator larven met lichte banden, de recente vervellingen. Na een vervelling zijn libellenschaal geeft millimeters aan (foto: D.Schut & R.J. Koops). larven enige tijd lichter gekleurd. Deze verklaring is echter niet afdoende aangezien de larven na een vervelling binnen het uur donkerder zijn geworden en Wat dan wel een afdoende verklaring is weet ik niet. nooit enkele segmenten licht blijven maar het gehele De tabel laat natuurlijk een zeer beperkt aantal larven lichaam gelijkmatig verkleurt (eigen waarneming). zien. Mogelijk verandert het beeld als meer waarne-
NVLNVL-Nieuwsbrief nummer 4 (Jrg 10), december 2006
11
mingen toegevoegd worden. Daarom roep ik via dit stukje mensen op extra op te letten bij het determineren van (kleine) Aeshnidae en eventuele andere soorten met verkleuringen aan mij door te geven. Mocht iemand meer weten over de oorzaak van de verkleuringen dan hoor ik dat natuurlijk ook graag. Hopelijk komt er zo meer duidelijkheid over het gebruik van de lichte banden als determinatiekenmerk.
Literatuur: - Heidemann H., & R., Seidenbusch (2002) De Libellenlarven Deutschlands. Goecke & Evers, Keltern. - Norhling U., & Sahlen G. Odonata, Dragonflies and Damselflies. The aquatic insects of Northern Europe. Apollo Books. Stenstrup.
Douwe Schut
Kennis gezocht voor Jeugdbonden Als contactpersoon voor de jeugdbonden voor natuurstudie (NJN en JNM) bij de NVL ben ik opzoek naar mensen die potentieel activiteiten van de jeugdbonden van kennis zouden willen voorzien. Het plan is daarom een lijst op te stellen van mensen met voldoende kennis die excursies willen leiden of willen vertellen over libellen.
telefoonnummer en/of e-mail adres en de regio waar u woont. Douwe Schut Contactpersoon jeugdbonden
[email protected]
De lijst schept geen verplichtingen en blijft bij mij, als verantwoordelijke persoon, om het rondzwerven van persoonlijke gegevens te vermijden. U loopt dus geen gevaar te pas en te onpas gebeld te worden. Lijkt het u leuk om een keer een activiteit van de NJN of JNM te begeleiden? Stuur dan een e-mail met uw
Voortplanting Zuidelijke keizerlibel in Nederland
Pas uitgeslopen Zuidelijke keizerlibel Beuningen (Foto Inge van Bakel)
werd al duidelijk dat de zuidelijke keizerlibel (Anax parthenope) zich in 2006 voor het eerst in Nederland heeft voortgeplant. Een vers uitgeslopen mannetje werd door Pepijn Calle op 6 september waargenomen bij de Asseltse Plassen nabij Roermond. Afgelopen week werd bekend dat er op een tweede plek een zuidelijke keizerlibel van Nederlandse bodem is waargenomen. Op 27 augustus werd in de uiterwaarden van de Waal bij Beuningen door de 11 jarige Siman van Dijk een vrouwtje gevonden dat bezig was met uitsluipen. Deze bijzondere gebeurtenis werd uitgebreid gevolgd door een groep kinderen tijdens een waterbeestjesexcursie. Na het uitsluipen werd het dier gefotografeerd. Leo van Dijk merkte later op dat het wel eens om de zuidelijke keizerlibel kon gaan en zette de foto op het forum van De Vlinderstichting.
De opmars van zuidelijke libellensoorten in Nederland lijkt maar geen einde te kennen. Eerder dit jaar
Bron: VLINDERSTICHTING
Libellenstudiedag 2007!!!
Gedragsregels NVL
Zo langzamerhand heeft iedereen een nieuwe agenda voor het komende jaar. De een heeft nog geen enkele afspraak voor volgend jaar staan en bij de ander is januari al weer compleet volgeboekt. Daarom nogmaals de herinnering dat er zaterdag 31 maart 2007 de libellenstudiedag wordt georganiseerd. Dé dag in het jaar om weer eens lekker met de neus op de feiten gedrukt te worden (De winter zorgt voor een kennis dip). Maar ook een dag om je netwerk uit te breiden en ideeën en uit te wisselen. Komt dus allen!
Al geruime tijd is er sprake van het opstellen van gedragsregels voor de leden van de NVL. Hierin moet verwoord worden wat wel en niet verantwoord is als het gaat om het fotograferen, vangen of anderzijds verstoren van libellen. Wat zegt de wet hierover? En wat vinden wij als NVL nog toelaatbaar? Een groot deel van de tekst hiervoor is af, maar de puntjes moeten nog even op de i gezet worden. De tekst zal daarom in de NVL-Nieuwsbrief van februari 2007 worden afgedrukt!
NVLNVL-Nieuwsbrief nummer 4 (Jrg 10), december 2006
Afzender: R.Manger, Stoepveldsingel 55, 9403 SM Assen 12
23
Libellenwerkgroepen in Nederland, tevens zijn de gecombineerde Vlinder– en libellenwerkgroepen genoemd 1. Insectenwerkgroep Alblasserwaard Leo van Beest Nachtegaallaan 15, 3362 NK Sliedrecht
8. Libellenwerkgroep Limburg Dhr. J.T. Hermans Hertestraat 21, 6067 ER Linne
15. Alphen aan den Rijn Dinky van Berkel Kromme Aarweg 3a, 2403 NB Alphen a/d Rijn
2. Insectenwerkgroep KNNV Apeldoorn Koos Middelkamp Kervelstraat 14, 7322 PT Apeldoorn
9. Vlinder-en libellenwerkgroep NieuwkoopNoorden Paul van Hoek Molenstraat 37, 2461 AE Ter Aar
16. Hoeksche Waard Henk Bunjes Spuidijk 11, 3262 LH Oud-Beijerland Website: www.hwl.nl
10. Libellenwerkgroep Overijssel Evert Ruiter Houtmanstraat 10, 8023 EA Zwolle Website:http://overijssel.libellen.nl (in voorber.)
17. Krimpenerwaard Paul Schrijvershof Corellistraat 14, 2901 KB Capelle a/d IJssel Website: www.nvwk.nl
11. Vlinder-en libellenwerkgroep Rotterdam Maurice Backerra, Bureau stadsnatuur R’dam Postbus 23452, 3001 KL Rotterdam
18. Mark en Leij Frans Vermeer Ghil 4, 5111 ED Baarle-Nassau
3. Vlinder-en libellenwerkgroep Brabant Oost Dick Rakhorst Fokkershoek 29, 5473 VD Heeswijk 4. Insectenwerkgroep Culemborg Annette van Berkel Akkerwinde 9, 4102 JJ Culemborg Website: www.nvwc.nl 5. Libellenwerkgroep Drenthe Gerard Abbingh Lange Hout 6, 9408 DB Assen Website: http://drenthe.libellen.nl
12. Insectenwerkgroep KNNV Waterweg Noord Jan Scheffers, Van der Hoevenstraat 2, 2671 EG Naaldwijk
6. Libellenwerkgroep Friesland De Hynstebiter E. Peter de Boer Postbus 3, 9244 ZN Beetsterzwaag Website: www.hynstebiter.nl 7. Vlinder-en libellenwerkgroep Groningen 'Stad en ommelaand' Bas van de Wetering Lichtboei 259 9732 KD Groningen Website: http://groningen.libellen.nl
13. Vlinder-en libellenwerkgroep Zeeland Floor van Lamoen Statenhof 3, 4463 TV Goes Website: http://www.vlinlibzeeland.nl/ 14. Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland F. Koning M. Hobbemastraat 37, 2102 BJ Heemstede Website: www.knnv.nl/haarlem/libellenwerkgroep.htm
20. Zeeuws-Vlaanderen (Oost) Joop de Bakker Pastoor Willemsstraat 5, 4586 AJ Lamswaarde 21. Noordoost-Overijssel Egbert Pullen Rembrandtstraat 82, 7771 XJ Hardenberg home.hetnet.nl/~m-pullen 22. Utrecht (stad) StEA Website: http://home.planet.nl/~stea.utrecht/ 23. Libellenwerkgroep Gooi en Vechtstreek Secretaris/ Penningm. G. Kluvers—Kessler Kleine Drift 122 1221 KC Hilversum 035-7725767
NVLNVL-Nieuwsbrief nummer 4 (Jrg 10), december 2006