LI BANON
6 ± 20 juli 2012 Hoe meer kennis, hoe meer twijfel J.W. von Goethe
Vrijdag 6 juli Na overnachting in M Citizen hotel op Schiphol, rond 5.00 u bij de bagage drop-off. Op de eerste vlucht van Amsterdam naar Parijs gaat alles vlot, van Parijs naar Beirut hebben we ruim een kwartier vertraging. Bij de uitgang is onze chauffeur [en tevens de lokale agent] Caroll snel gespot m.b.v. het Battuta logo. We maken meteen ook kennis met zijn Nederlandse vriendin Viviane, die deeltijd op de Duitse ambassade werkt en deeltijd op het kantoor van Caroll. Het vliegveld ligt vlak aan zee [bij het landen lijkt het of we zo in zee plonzen], in een buitenwijk; ca. 7 km. van ons hotel in de wijk Hamra. We maken meteen kennis met het hectische verkeer in de stad en vooral in Hamrastreet gaat het slechts stapvoets. Dat geeft Caroll de gelegenheid om alvast van alles over de stad te vertellen en tevens mee te delen dat de eerste hotelreservering niet helemaal goed verlopen is. We zijn ondergebracht in een dependance en krijgen meteen als goedmakertje een Libanees kookboek! De vervangende kamer blijkt een complete suite, dus eigenlijk zouden wij Caroll een FDGHDXWMHPRHWHQJHYHQ«« ,QPLGGHOVLVKHWURQGYLMYHQGXVZHYHUNHQQHQHYHQGHEXXUWHQJDDQ¶VDYRQGVLQUestaurant Laziz eten waar we om in stijl te beginnen kiezen voor koude en warme mezzes. Samen met het plaatselijke bier een prima maaltijd. Pigeon rock
1
Zaterdag 7 juli Na een prima Libanees ontbijtbuffet met heerlijke kruidige pannenkoekjes en goede koffie lopen we Hamrastreet uit in westelijke richting om zo bij de boulevard [Corniche] langs de zee aan te komen. Het is net 9.00 uur maar nu al bloedheet. We lopen de boulevard eerst naar OLQNVDIRPELMGH³SLJHRQURFN´WHNRPHQHHQPRRLXLW]LFKWpunt. Daarna terug tot voorbij het beginpunt en dan steken we door richting Hamrastreet. Op gevoel, dus dat gaat niet goed, maar m.b.v. de plattegrond lukt het toch. Koffietijd. Terrassen te kust en te keur en overal is goede espresso en ± natuurlijk ± Arabische koffie. Het straatbeeld in Beirut is heel divers: van minirok tot boerka. Het kan dus duidelijk wel samen. Ook de waterpijp is weer zeer in trek; vooral bij jongeren. Maar we zien ook gezinnen, waarvan moeders de pijp rookt! Daarna terug naar het hotel, waar Caroll ons om 13.00 afhaalt om te gaan lunchen in het Tawlet restaurant. Het restaurant werkt met regionale koks en producten en is opgezet vanuit het ideaal dat mensen beter samen kunnen eten dan vechten; dat kweekt verbondenheid. Vandaag is het ³7DERXOHK-GDJ´HQKHWEXIIHWEHVWDDWGDQRRNXLWYHUVFKLOOHQGHYDULDWLHVYDQ dit nationale gerecht en nog veel meer lekkers. Met een goed glas witte wijn erbij is dit dan ook een voortreffelijke ± zij het prijzige ± lunch. Na de lunch komt de PR man van het restaurant [Alain] bij ons zitten om uitleg te geven over de opzet van het restaurant en te vertellen over de projecten die ze uitvoeren. Daarna brengt Caroll ons naar het Nationaal Museum: een mooie collectie maar vrij klein: beelden en grafvondsten uit Baalbek, Byblos, Sidon en Tyr. Plaatsen die we allemaal zullen bezoeken. Ook wordt er een video vertoont over de verwoesting en wederopbouw van het museum dat in 1999 weer openging. ¶V$YRQGVHWHQZHRSHHQWHUUDVMHHHQHHQYRXGLJHPDDOWLMG>VDODGHHQVandwich] na de overvloedige lunch van vanmiddag. Zondag 8 juli Op tijd op en ontbijten, want om 9.00 vertrekken we met Caroll en Viviane richting Byblos. Viviane heeft vrij en wil graag Byblos [het stadje zelf] bezoeken, dat volgens haar heel mooi is. OmGDWKHWQRJYURHJLVLVKHWQRJUXVWLJRSGHNXVWZHJHQ]LMQZHDOVQHOELM³'RJ5LYHU´ [Nahr al-Kalb] waar in de rotsen, bij het uiteinde van de kloof gedenkplaten te zien zijn, GDWHUHQGYDQY&KUWRW]R¶QMDDUJHOHGHQ(ULVHUHHQYDQ1DSROHon III, die daarvoor een exemplaar van Egyptische oorsprong heeft overgebeeldhouwd. De oudste platen zijn wel erg verweerd en nauwelijks nog te zien. Dan door naar de Jeita Grotto die aan dezelfde rivier - die in de grot ontspringt ± ligt. In feite zijn het twee grotten: een bovengrot waar je doorheen kunt lopen en een ondergrot waar je met een bootje doorheen vaart. De grot werd in 1836 ontdekt door een Amerikaanse missionaris. De ondergrot werd in 1958 opengesteld voor publiek en de bovengrot in 1969. Tijdens de burgeroorlog in 1975 werd de grot gebruikt als munitieopslag en pas in 1995 weer opengesteld voor bezoekers. De grotten zijn beiden prachtig; de bovengrot met spectaculaire variëteiten aan druipsteenformaties, de ondergrot wat soberder, maar met een speciale sfeer omdat hij onder water staat. In het achterste deel van de bovengrot is een opening naar de ondergrot: duizelingwekkende diepte! Terug op de kustweg naar Byblos is het een stuk drukker geworden. Rond 13.00 komen we aan, dumpen onze bagage in het hotel en lopen dan naar de oude stad. Een mooi oud autovrij centrum maar wel toeristisch. Veel toeristen zijn er echter niet. Dat blijft de hele verdere reis
2
zo. We komen sporadisch wat Fransen en Duitsers tegen en verder voornamelijk Libanezen GLHQDDUKHWEXLWHQODQGYHUWURNNHQ]LMQHQ¶V]RPHUVZHHU³WKXLV´RSYDNDQWLHNRPHQ Caroll en Viviane lopen met ons het centrum door en na een gezamenlijke lunch nemen we Byblos
afscheid, waarna we wat later zelf de opgravingen bezoeken. Byblos RI-EDLOLVHHQYDQGHRXGVWHEHZRRQGHVWHGHQLQGHZHUHOGHQEHVWDDWDO]R¶Q jaar. Begonnen als een neolithisch vissersplaatsje, groeide het onder de Canaanieten [3000 v.Chr.] uit tot een belangrijke haven voor de uitvoer van cederhout naar Egypte. Door de eeuwen heen zijn er veel verschillende heersers gepasseerd: o.a. de Phoeniciërs, Grieken, Romeinen en kruisvaarders. Vooral het kruisvaarderkasteel en een Ottomaans huis staan nog overeind. Verder is het goed de reisgids lezen en volgen om de restanten uit al die verschillende periodes te herkennen. Zo zijn er o.a. resten van een Phoenistische stadsmuur uit de 3e en 2e eeuw v.Chr., een Romeins theater en tempel, een oude bron die zorgde voor de watervoorziening en een koninklijke necropolis uit de 2e eeuw v.Chr.. Het is heel rustig op de site maar ook heel heet. Rond vijven lopen we dan ook terug naar ons KRWHO¶V$YRQGVHWHQZHYHUVHYLVLQGHKDYHQ=HOIXLW]RHNHQZDWKHWDDQERGYDQGHGDJLV het wordt baby-barracuda en kleine rode poontjes. Met een goede fles witte wijn een kRQLQNOLMNHPDDOWLMGKHWLVWHQVORWWHRRNHHQFXOLQDLUHUHLV« Maandag 9 juli Weer vroeg op pad want we moeten om 11.00 u bij Georgina el Bayeh zijn voor de eerste kookles. We nemen de oude kustweg naar het noorden en stoppen onderweg in Batroun voor
3
een heerlijke citron pressé; de delicatesse van de streek. Een welkome afwisseling van frisdrank en we zullen dat deze weken ± waar mogelijk ± nog vaak bestellen. Dan in Enfe; de YURHJHUHZRRQSODDWVYDQ&DUROO¶VJURRWPRHGHU(en vroegere vissers- en zoutwinningplaats. We krijgen er een hele rondleiding langs de fundamenten van een kruisvaarderfort, vroegere zoutpannen, illegale zomerhuisjes aan zee en een gerenoveerd kapelletje. &DUROOKHHIWKLHUMDDUJHOHGHQHHQ³FXOWXUH WUDLO´XLWJH]HWGLHYROOHGLJLQYHUYDOLV:H]LHQ ook nog wat zoutpannen bij een klooster ten noorden van het dorp. Voor Tripoli slaan we af i.v.m. de onlusten in de stad gedurende de afgelopen weken. Maar deze route kent Caroll niet en ook de tom-tom weigert dienst, dus een aantal keren de weg vragen en zo komen we uiteindelijk via Zgharta op een landweggetje naar Kfardlekos. Dan is het nog even zoeken naar het goede huis, maar nadat we toevallig een van de zoons van Georgina treffen is het snel gevonden. De kookles is erg leuk en informatief. Het feit dat Paul thuis de kok is en dus leerling nummer één in de les zorgt voor enige hilariteit. Ze is wel streng: de verschillende kibbeh moeten precies de juiste vorm krijgen en met de juiste vingers gevormd worden. We maken 6 verschillende soorten kibbeh, waaronder een vegetarische en een salade [fattouch]. Vervolgens wordt buiten de tafel gedekt en alles opgediend. We zijn met zijn vijven, maar er staat eten voor acht! Na de lunch doet Caroll een dutje en als manlief thuiskomt krijgen we de olijfpers te zien. Georgina spreekt vijf woorden Engels en haar man nul, dus dat wordt handen- en voetenwerk. Als we weggaan krijgen we allemaal een stuk eigengemaakte zeep van olijfolie mee en een gedeelte van de lunch die over was. Onderweg naar onze overnachtingsplek stoppen we eerst nog in Ehden ± een mooi stadje in de bergen ± waar we 2 kerken bezoeken en de banketbakker voor de aankoop van de bekende zoetigheden. Zo wordt het toch nog vrij laat en komen we om 19.15 aan bij het klooster Deir Mar Antonios waar we zullen slapen. Het klooster is nog volledig in functie met een apart gastenverblijf. De kamers zijn eenvoudig maar prima en de maaltijden zijn inclusief; een vast menu dat ook simpel maar goed is. Als toetje delen we de aankopen uit Ehden uit onder het personeel wat zeer op prijs wordt gesteld. Na het eten gaat alles dicht en is er alleen nog maar rust. We vinden Joseph ± de beheerder ± YRRUGHWRHJDQJVSRRUW0HWGHHWHQVUHVWHQORNWKLM¶VDYRQGVHHQNOHLQHYRV Bij aankomst hadden we meegekregen lunch in de koelkast laten leggen en die wordt de volgende ochtend dus mooi vergeten: we hopen dat de vos onze kookkunsten kan waarderen.
4
Deir Mar Antonios
Dinsdag 10 juli Tijdens het ontbijt ontstaat enige verwarring als we vertellen dat de wandeltocht die vandaag door Caroll is aangekondigd eigenlijk voor morgen op het programma staat. Hij is ook in de veronderstelling dat we één nacht Bcharré blijven i.p.v. twee. Het eerste punt komt omdat we Tripoli hebben overgeslagen en dus ook het programma ter plekke. Het schema wordt dus HYHQ³YHUERXZG´*HHQSUREOHHPDOVMHPHW]¶QWZHHsQEHQW Voor het ontbijt hebben we buiten URQGJHZDQGHOGHQIRWR¶VJHPDDNW+HWNORRVWHUFRPSOH[ ligt tegen de bergen aangeplakt en is werkelijk prachtig, evenals de omgeving. Na het ontbijt bezoeken we nog even het museum waar zich de eerste Arabische drukpers uit de 16e eeuw bevindt. Het klooster behoort tot de orde van de Maronieten: de grootste groep Christenen in Libanon. 5
Vervolgens rijden we via een binnenweggetje halverwege de valleiwand naar Bcharré: mooi! Dan via Bcharré, om de kop van de kloof heen, zigzaggend naar de bodem. Daar begint de ³KLNH´:HKDGGHQDDQJHJHYHQYRRUGHNRUWHYDULDQWWHNLH]HQGXVKHWLGHHZDVRPQDDUHHQ restaurantje te lopen ± ca. 1,5 uur ± en weer terug. Het pad is echter heel gemakkelijk, dus Caroll moppert dat we zo snel gaan, dat we net zo goed de lange wandeling hadden kunnen lopen. Na koffie in het restaurant lopen we dan ook eerst door naar een klooster; dan wordt KHWLQHHQVZHOHHQHFKWZDQGHOSDGHQNOLPPHQ««'H4DGLVKD9DOOH\ZDDUZHORSHQVWDDW sinds 1998 op de Unesco lijst, m.n. vanwege de vele kloosters [ook Maronieten] die in de rotsen en grotten zijn gebouwd.
Het eerste klooster dat we bereikeQLVYDQGDDJHFKWHUJHVORWHQHQGXVJDDWKHWQRJ]R¶QXXUWMH door tot het volgende. Uiteindelijk dus toch nog een aardige trip: 2 x ca. 2/3 van de kloof. 6
Na een late lunch weer lopend terug naar de auto en dan nog een bezoek aan Deir Mar Elisha. Dit klooster was in de 14e eeuw de zetel van een bisschop van de Maronieten. ,QKHWKRWHODDQJHNRPHQYHUWHOW&DUROORQVRYHUHHQUHVWDXUDQWMHZDDUZH¶VDYRQGVNXQQHQ eten. Als het zoontje van de manager dat hoort vertelt hij opgetogen dat hij daar werkt als ober. =HJGDQPDDUHHQVQHH« De kamer vertoont nog al wat gebreken: een vastzittende stop in de wastafelafvoer, handdoekenrekken die spontaan uit de muur komen en een tv die van de wand valt, precies op 3DXO]¶QKRRIG0DDUMDGLHKDGHUWRFKDOHHQKDUGKRRIG in. De gebreken worden ± provisorisch ± door de manager verholpen. Aan het begin van de avond gaan we op zoek naar het restaurant en het is best nog een stukje lopen. Halverwege worden we echter al ingehaald door zoonlief die ons keurig ter plekke brengt, tafels en stoelen naar wens arrangeert en voor de rest van de avond als onze privé-ober fungeert. Dan volgen nog een stuk of wat elektra onderbrekingen, maar dat mag de pret niet drukken. De koffie mogen we niet betalen: die komt van onze hotelmanager. Het programma is zo aangepast, dat we maar één nacht in Bcharré slapen en dat is wel sneu: buiten ons is het hotel helemaal leeg. Woensdag 11 juli Vandaag is in principe een rustige dag, want er staat alleen het Gibran museum, een bezoek aan een Cederpark en de kookles op het programma. Bij de kookles kunnen we pas na vieren WHUHFKWLYPKHWYHU]HWWHQYDQKHWSURJUDPPD0DDU&DUROONHQQHQGH«« We ontbijten dus vrij laat en gaan dan het museum. De openingstijd van 10.00 u wordt een half uur later; die mijnheer wilde blijkbaar ook uitslapen. Gibran was een belangrijke Libanese dichter, maar in het museum hangt vooral zijn schilderwerk. Naast het museum is een namaakgrot met kapelletje. Hoezo kitsch? We hebben om 12.00 afgesproken en hebben dus ook nog tijd om de basiliek en het geboortehuis van Gibran te bezoeken in het centrum YDQ%FKDUUp+HWFHGHUSDUNOLJW]R¶QNP. boven Bcharré, op de helling van Jebel Makmel RSHHQKRRJWHYDQFDP(U]LMQVOHFKWV]R¶QERPHQRYHU'DQULMGHQZHRPKRRJ de bergen in naar een pas richting Baalbek. Een prachtige rit over smalle wegen tot aan sneeuwvelden. Op het hoogste punt is er een scheiding in het wolkendek: links stralend blauw, rechts alleen maar wolken. Maar blijkbaar was dat alleen vanwege het prachtige uitzicht en de mooie route, want we draaien om en gaan via een andere pas [met dezelfde kenmerken] de Bekaavallei in. Na een korte dalende rit komen we bij een soort oase op de verder dorre helling, waar het smeltwater zich verzamelt. Groen, met kreken en beekjes waar forellen in zwemmen. Ook een aantal restaurantjes. Hoewel het een werkelijk prachtige plek is, is het ook hier heel rustig. Na een lange, uitgebreide lunch gaan we rond 16.30 weer op pad. We rijden tussen boomgaarden met kersenbomen door waar even gestopt moet worden om kersen te stelen. Na nog een stop in het dorpje Barga, waar een Nederlandse priester werkte, gegijzeld en vermoord werd, arriveren we in Deir al Ahmar. Rima ± die de volgende kookles geeft- rijdt net weg; op weg naar de souk om nog wat inkopen te doen. Wij kunnen alvast aan de slag met een van dochters: linzen schonen. Als ze terugkomt leren we linzensoep en tabouleh maken. Niet zoveel nieuws, maar het uitzoeken en fijnsnijden van de peterselie komt uiteraard weer heel nauw en is dan ook tijdrovend. Ik vraag me af of de vrouwen hier inderdaad nog allemaal op deze manier koken: je komt aan niets anders meer toe! We slapen hier ook en krijgen de beste slaapkamer. Later blijkt dat moeder, zoon en dochter in keuken slapen en Caroll op de bank in de woonkamer. Het is nog steeds heet, maar gelukkig staat er een ventilator in de slaapkamer. Maar uiteraard volgen er weer enige
7
stroomstoringen die gelukkig niet al te lang duren. Later schrikken we wakker van lawaai buiten, dan volgt er een felle blauwe flits en valt de stroom definitief uit. Geen ventilator meer, maar dat vinden de muggen juist heerlijk. Geen al te beste nacht dus.
The Cedars
Donderdag 12 juli Voor vandaag staat officieel alleen het bezoek aan Baalbek op het programma. Het ligt op ]R¶QPLQXWHQULMGHQPDDURRNGH]HGDJYHUORRSWGXVLHWVDQGHUV Allereerst wil Rami ons het hoofdkwartier van de Womens Association laten zien. Indrukwekkend wat de vrouwen hier hebben opgebouwd: een gehoorzaal, naaiatelier, professionele keuken, computerklas en in een apart gebouw de ruimte voor boerenproducten: inmaak, jam, etc. Ze hebben echt een heleboel van de grond gekregen; niet alleen een outlet voor groente en fruit, maar ook betaalde banen voor tientallen vrouwen [inmaak, catering], 8
scholing voor de kinderen [Engels, computer]; in feite algemene ontwikkeling voor het hele dorp. Bij het afscheid krijgen we een fles wijnazijn en grote pot honing mee, die ik op de bank in de auto leg: dat krijgt later nog een staartje. Dan gaan we toch op weg naar de verrassingen die Caroll bedacht heeft. We sluiten mijn ipod aan op de installatie in de auto en de muziek blijkt voor het grootste deel wel in de smaak te vallen. We gaan eerst naar Deir Mar Maroun; een in de rotsen uitgehouwen klooster [Caves of the Monks], gesticht door St. Maroun, stichter van de Maronitische orde in de 7e eeuw. Dan naar de Rebel River; zo genoemd omdat hij als enige van zuid naar noord stroomt; Nahr el Aasi. Het is niet de plek waar hij ontspringt, maar wel waar hij van stroompje tot volwassen rivier uitgroeit. Er zijn meerdere plekken waar het water uit de bodem en de rotsen opborrelt, soms zo sterk dat het water echt opspuit. Het is een prachtige plek en wordt door Libanese families dan ook druk als picknickplek gebruikt. Dan nog even naar de Qamonat el Harmei [Hermel pyramid ofwel pyramide van God]. Veel is hier niet over bekend. Hij lijkt op tombes die in Palmyra in Syrië zijn gevonden en er wordt dus ook aangenomen dat het een graf van een Syrische prins is uit de 1e of 2e eeuw v.Chr. We rijden verder naar een punt waar sterke stroomversnellingen in de rivier zijn en geraft wordt. En vervolgens gaat het toch nog richting Baalbek. Caroll krijft een telefoontje van Rami: hij heeft zijn camera laten liggen en mag vanavond dus nog even op en neer. :HGURSSHQRQ]HEDJDJHZHHULQKHW>PRRLH@KRWHOHQJDDQPHW]¶QGULHsQOXQFKHQLQHHQ restaurantje, pal naast de Venustempel in het centrum van Baalbek. Uitgebreide koude en warme mezzes. Het is inmiddels laat in de middag, maar na 18 jaar staan we dan toch voor de tweede keer in de imposante opgraving van Baalbek. Gek, de eerste keer waren die 6 pilaren YROJHQVPLMYHHOKRJHU«« Het complex was een hommage aan Jupiter, Venus en Mercury en bevat sommige van de grootste Romeinse overblijfselen ter wereld.
9
Vrijdag 13 juli Vrijdag de 13e, dat moet wel fout gaan. Ik voel me bij het opstaan al niet lekker, sla het ontbijt over [niet echt erg na die grote maaltijden de afgelopen week] en Paul vergeet de sleutel van het hotel in te leveren. De eerste stop is in Baalbek zelf bij een steengroeve waar ooit de enorme stenen vandaan kwamen voor het Baalbek complex. Er ligt er nog één; de grootste ter wereld, en die weegt meer dan 1000 ton. Hij was bedoeld voor het fundament van de Jupitertempel, maar waarom hij niet gebruikt werd is onbekend. Halverwege Baalbek en de bestemming van vandaag [Zahle] slaan we een zijweg in naar het mooie dorpje Niha waar zich nog twee Romeinse tempels bevinden. Behalve de portier met een vriend is er verder geen kip. Aan welke goden de tempels gewijd waren is niet duidelijk en onze reisgids geeft ook geen uitsluitsel.
In Zahlé aangekomen gaan we eerst naar de Ksara wijnmakerij; daar is het tenminste koel. In feite zijn het alleen een ontvangstruimte met winkel, restaurant en wijnkelders. Die laatste zijn wel interessant; deels natuurlijke grotten, deels Romeinse kelders en deels 19e eeuwse gangen, gelegen onder het vroegere klooster waar de wijnmakerij begon. We proeven twee witte [goed en heel goed] en drie rode wijnen. Allemaal het bordeaux type, dus niet echt onze smaak. Alsmede een hele lekkere brandy, waar we ook een fles van kopen. Na de lunch naar het hotel dat hoog boven de vallei tegen een berg aangeplakt zit. Gezien mijn conditie blijven we de rest van de dag op de kamer; die heeft gelukkig airco. De warmte heb ik even hélemaal gehad. Zaterdag 14 juli Vandaag voel ik me weer een stuk beter. We hebben om 9.30 met Caroll afgesproken, maar op de afgesproken tijd is hij er niet en zijn auto zien we ook niet staan. Net als we hem willen 10
bellen, komt hij eraan: hij is de vorige dag naar Beirut gereden omdat daar een house-feest was. Zo te zien heeft hij niet al te veel JHVODSHQ«0DDUJRHGEagage inladen en vertrekken. Niet dus: als ik de auto opendoe blijkt de pot honing van de bank gevallen te zijn en is de hele vloer één plakkerige troep. Blijkbaar hard gereden; verslapen? Half uurtje schoonmaken en dan op naar Anjar. Onderweg spotten we een bruids-tricyclelimousine. Twee knapen hebben hemzelf gebouwd en verhuren hem. De site in Anjar bestaat uit Omayyadische ruïnes uit de 8e eeuw. Er zijn resten van 2 meter dikke stadsmuren en wat opvalt is het stratenplan: één grote brede weg van noord en naar zuid en één van west naar oost, die de stad in vier kwarten verdelen. Op het kruispunt staat een JURWH>JHUHVWDXUHHUGH@³7HWUDS\ORQ´+HWKRRJWHSXQW]LMQGHUHVWHQYDQKHWJURWHSDOHLV Mijn zijn enorme bogen heel fotogeniek.
Aanjar
11
Daarna stoppen we nog even bij een locatie van Arcciel, een franse NGO. De scholingsinstelling en rolstoelenfabriek zijn dicht, maar het nagebouwde dorp en souk [logies en restaurant] zijn wel open en te bezichtigen. De huisjes zijn simpel, maar bijzonder sfeervol. Caroll durfde hier niet te boeken omdat hij bang was dat het te primitief zou zijn. We verzekeren hem dat ze bijzonder geschikt zijn, ook voor kleine groepen. We vervolgen onze weg langs het klooster waar de Ksara wijnmakerij in 1860 is opgezet, naar de nieuwe vestiging van het Tawlet restaurant bij Ammiq. Het ligt in the middle of nowhere met uitzicht op de Bekaavallei en vlakbij Ammiq Wetland. Dit is het laatst overgebleven moerasgebied in Libanon en een belangrijk wintergebied voor trekvogels op weg van Europa naar Afrika. Het restaurant is zeer ruim en modern opgezet, met een enorme keuken waar ook kooklessen gegeven worden, een enorme collectie wijnen uit heel Libanon en een informatiecentrum. In de toekomst moet er ook een B&B komen. We genieten van een overvloedige lunch in buffetstijl met een prima witte wijn van een kleine wijnmakerij. Dan door naar de volgende wijnproeverij: het wijngoed Kefraya. We proeven wit, rosé en rood, onderbroken door een tochtje met een treintje door de wijngaarden. Hier bevinden zich een vijftal ondergrondse Romeinse tombes. We schaffen twee flessen rode wijn aan voor bij de kookles die we morgen hebben. Als we terugkeren op het terras is Caroll diep in slaap; heftige nacht geweest in Beirut. Weer de bergen in naar Maasser Chouf; onze overnachtingsplek voor morgen. We moeten nog eYHQGHNRRNOHVYDQPRUJHQGRRUVSUHNHQ'DW³HYHQ´ORRSWXLWWRWWZHHXXU>@(HQ goede bekende van Caroll ± waar hij altijd met zijn reizigers gaat lunchen ± blijkt plotseling overleden en dat grijpt hem enorm aan. Vanavond slapen we in een guesthouse in Khreibe, simpel maar pittoresk met een enorme potkachel midden in de kamer en een mooie tuin. ¶V1DFKWVVFKULNNHQZHZDNNHUYDQKDUGHNQDOOHQYXXUZHUNRIJHZHUHQ":H]XOOHQKHWQRRLW weten. Zondag 15 juli Ontbijt op het terras van het guesthouse, net als het diner met gevulde courgettes gisteravond. Het programma van vandaag: een wandeling in de Cederbossen bij Barouk en daarna de kookles bij de kokkin van guesthouse Beit al Hana in Maasser Chouf. Dus op naar Barouk met King Crimson op de audio. Het is een prachtige wandeling; deels klouterend omhoog, met veel bloeiende planten en vlinders naar een uitkijkpunt over de Bekaa vallei. Dan dalend met een omweg terug naar de parkeerplaats. Het is zondag en dus zijn er tamelijk veel Libanezen, die echter nauwelijks wandelen maar voornamelijk elkaar fotograferen met hun mobieltjes. Bij de uitgang is een klein winkeltje ± ook weer met streekprodukten ± waar Caroll een pot honing voor ons koopt ter vervanging van het stuk gevallen exemplaar! Op de terugweg hebben ZHRSKHWVPDOOHEHUJZHJJHWMHHHQVWRHWEUXLORIWVDXWR¶VDOV tegenligger. Ze zijn meer met elkaar bezig dan met het verkeer en een ervan let zo slecht op dat hij met zijn spiegel onze auto ramt. Terug in het dorp komen we helemaal vast te zitten omdat er daar ook een bruiloft is. Zowel bruid als bruidegom zijn Druzen uit het dorp zelf, dus iedereen is uitgelopen. De meesten in authentieke klederdracht. Uiteindelijk bereiken we toch ons guesthouse. Het guesthouse zelf zit in een voormalig klooster, maar onze kamer zit in een annex: een huis dat als B&B door het guesthouse verhuurd wordt. Na de lunch trekken we ons even terug op onze mooie, ruime kamer. Ook
12
hier zijn we de enige gasten en hebben het hele terras voor onszelf. De manager [Raed o.i.d.]
is een bijzonder vriendelijke, humorvolle man. Later horen we dat hij vroeger monnik is geweest. Zou je niet zeggen, als hij met twinkelende ogen vertelt over rode en gele libanon en waar die nog te krijgen is. Zijn rechterhand ± Thomas ± is een fransman die hier met zijn vrouw woont en eigenlijk speciaal onderwijs in het dorp verzorgt. Maar het is uiteraard vakantie en dus draait hij hier mee. Het guesthouse blijkt van dezelfde NGO te zijn als het ecodorp dat we eerder bezochten. De kookles begint om 18.00 u en we gaan köfte uit de oven, gebakken aardappelen met NRULDQGHUFLFKRUHLHQVDODGHPDNHQ&DUROOLVHUZHHUELMYRRUGHYHUWDOLQJGHIRWR¶VHQGH verwarring. We laten Raed de wijn openmaken die we meegebracht hadden en die valt bij iedereen in goede aarde]HOIVELMGHNRNNLQGLHYROJHQV5DHGQLHWGULQNW«,NJHHI5DHGRRNHHQHHUGHU beloofd pakje shag waar hij zeer dankbaar voor is. Hij is trouwens de eerste en enige in heel Libanon die ik de vorige dag shag zag roken. Als je de weg weet, is er dus ook hier wel aan te komen. Hij beloofde op zijn beurt voor rode Libanon te zorgen, maar die is geen velden of wegen te bekennen! Ondanks de wijn tijdens de les is de maaltijd zeer geslaagd en kunnen we rond half negen aan tafel. Wat later schuift ook Thomas nog aan; er is weer meer dan genoeg. Daarna heeft zelfs Raed er nog een maaltijd aan. Met Thomas hebben we een interessant gesprek over zijn werk voor de NGO en over reizen in het algemeen. :HVOXLWHQGHGDJDIRSRQV³HLJHQ´WHUUDV Maandag 16 juli We rijden vandaag naar Deir al-Qamar en volgens het programma zouden we onderweg het Beiteddine paleis bezoeken. Maar .. op maandag zijn de musea dicht en dus ook het paleis. Caroll stelt voor om in plaats daarvan weer een wandeling te maken, maar onze 13
wandelschoenen en ±broeken zitten in de bagage, dus dat slaan we af. De eerstvolgende optie; bezoek aan een wijnmakerij in Maaser, gaat ook de mist in. Deze is ook dicht. We maken een omweg via het dorpje Niha; daar ligt op een hoge heuveltop de tombe van een Druzische heilige [Job?]; tevens een bedevaartsoord voor Druzen. Er is niet bijzonder veel te zien, maar vanuit cultuurhistorisch perspectief wel interessant en het uitzicht is prachtig. Een stukje verder is het fort waar ook de Libanese held Fakhreddine heeft verbleven. Hij wordt gezien als de eerste Libanese nationale held omdat hij in opstand kwam tegen de Ottomaanse heersers en de Christenen en Druzen verenigde. Hij introduceerde ook de zijde-productie in het land. Toen hij voor de Ottomanen te machtig werd stuurden ze soldaten op hem af, maar hij vluchtte naar Italië waar hij vijf jaar bleef. In 1618 keerde hij terug en bouwde een sterk leger op en in 1623 versloeg hij de Turken bij de slag om Aanjar in de Bekaa vallei. Uiteindelijk werd hij in 1633 gevangen genomen en naar Istanbul gebracht waar hij in 1635 ± samen met zijn drie kinderen ± werd geëxecuteerd. Het Niha fort is uitgehouwen in de rosten waar je via een nogal eng rotspaadje kunt komen. Er is weinig van over ± afgezien van wat grotten en putten - maar bijzonder indrukwekkend qua ligging: ver boven de vallei die van Sidon naar de Bekaa voert. Heel strategisch dus. Terug naar Niha en dan richting Beiteddine. We maken nog een detour naar Baaderaun waar de overblijfselen van een 18e eeuws paleis staan, gebouwd door de Jumblatt familie. De Jumblatt familie is een van meest invloedrijke [en ook een van de rijkste] in Libanon sinds de Ottomaanse tijd. Fouad Jumblatt werd in 1921 vermoord en opgevolgd door zijn vrouw Nazira, die gedurende 25 jaar de Druzische gemeenschap leidde. Een ongewone taak voor een vrouw in die tijd. Hun zoon Kamal richtte in 1949 de PSP op. Tegenwoordig wordt deze partij geleid door zijn zoon Walid Jumblatt. De familie bezit tevens ± grotendeels - de wijngaarden van Kefraya. Het oude paleis is gedeeltelijk nog intact, maar onbewoond en van binnen totaal gestript en verwaarloosd. Rond half twee zijn bij ons volgende hotel [La Bastide], net buiten Deir al-Qamar. We lunchen in het stadje maar stellen ons bezoek uit tot later op de dag vanwege de hitte. Tegen zes uur lopen we terug naar het stadje en maken eerst een wandeling door de smalle straatjes met prachtig gerestaureerde huizen. De straten zijn geplaveid met kinderkopjes en overal zijn smalle trappetjes die de straten met elkaar verbinden.
14
Aan het centrale plein liggen diverse paleizen die tegenwoordig een andere bestemming hebben [zoals museum], maar ook een prachtige Khan. Zo te zien zijn ze er bezig met renovaties en van de militairen die voor de poort staan, mogen we wel even op het binnenplein een kijkje nemen. Aan het plein staat ook een [kleine] moskee die dateert uit 1493. Daar mogen we jammer genoeg niet naar binnen. Tot nu toe hebben we voornamelijk christelijke steden bezocht. De Islamieten bevinden zich o.a. in Tripoli, Sidon en Tyr en in sommige wijken van Beirut. Terug in het hotel is het nog steeds heet. Er is geen airco en geen fan, maar wel een groot balkon, waar we dan ook nog een hele tijd blijven zitten. Dinsdag 17 juli 9DQGDDJLVKHW3DXO]¶QEHXUWRYHUJeven en misselijk. Maar reizen is reizen, dus gewoon op pad richting Beiteddine Palace, tegenwoordig de zomerresidentie van de president. De bouw begon in 1788 en duurde 30 jaar. Er werd gebruik gemaakt van Italiaanse architecten en hoog opgeleide handwerkslieden uit Damascus. Het was de residentie van Emir Bashir II tot 1840. Toen werd hij verbannen naar Turkije en werd het paleis gebruikt door de Ottomaanse heersers en daarna door de Fransen. In 1984 hielp Walid Jumblatt [daar was hij weer] met grote sommen geld om het paleis te renoveren. Het paleis bestaat uit een aantal secties: vanuit de hoofdingang kRPMHRSGH³'DUDO%DUDQL\\HK´, een grote open binnenhof die diende als ontmoetingsplek voor gasten en voor publieke evenementen. Via een dubbele trap NRPMHELMGH³'DUDO-:RXVWUD´ZDDUGHDSSDUWHPHQWHQHQNDQWRUHQYDQ de ministers en andere hoogwaardigheidsbekleders zijn.
15
Het grote binnenplein is aan één kant open ± een traditie in de Libanese architectuur ± om over het omringende landschap uit te kunnen kijken. De derde sectie is de Dar al-Harim met de privé vertrekken. Hier is ook de wachtkamer ± the room of the column ± waar een enkele pilaar het plafond draagt. We bewonderen vooral de hammams; een enorm complex waarin je kunt verdwalen. We zijn ± zeker in het begin ± bijna de enige bezoekers en kunnen op ons gemak overal doorheen wandelen. Daarna rijden we de bergen uit [jammer!!] naar Sidon [Saida] Daar bezoeken we eerst het kruisvaarderskasteel [Qala al-Bahr]dat in zee ligt, met het vaste land verbonden door een 80 m. lange dam, gebouwd door de Arabieren. Het werd in 1228 gebouwd, maar toen de Mamlukken aan de macht kwamen door hen verwoest om verdere invasies van kruisvaarders te verstoren. Dan leidt Caroll ons rond door de soukh; samen met die van Tripoli nog een van de weinige authentieke souks in Libanon. Ze worden meer en meer vervangen door shoppingmalls. Daar bevindt zich o.a. een prachtige karavansarai; de Khan al-Franj [Inn of the foreigners], gebouwd door Fakhreddine II in de 17e eeuw voor de katoen- en zijdehandel. Op de begane grond is een expositie van een Scandinavische kunstenaar met de naam Solberg! Ik laat dan ook een boodschap in het gastenboek achter om mijn naam te kunnen noteren; lijkt me leuk voor hem. De expositie bestaat uit tekeningen, aquarellen, schilderijen en collages van de murck slak ± de purperslak ± een van de zaken die Sidon in de Phoenicische tijd groot maakten. Verder bezoeken we twee moskeeën, waaronder de Great [Omari] Mosque uit 1291. In Libanon zijn dit de enige die we echt van binnen zien; voor de rest alleen maar kerken en kloosters. De laatste volkstelling dateert van 1932 en gaf aan dat de Maronieten de grootste groep vormden. Tegenwoordig wordt algemeen aangenomen dat de verdeling anders ligt: ca. 39% christenen en ca. 60% moslims. Als je door het land reist krijg je echter een andere indruk of wij hebben voornamelijk christelijke steden/dorpen bezocht. Ons laatste bezoek is aan het zeepmuseum. De fabricage van zeep in Sidon stamt al uit de 17e eeuw, toen het een groot exportproduct naar Frankrijk was. Het gebouw zelf dateert uit de middeleeuwen maar werd pas in de 19e eeuw een zeepfabriek. De fabricage stopte in 1975 [burgeroorlog] en het gebouw werd toen een opvang voor vluchtelingen. Na een renovatie in 1996 ging het in 2000 open als zeepmuseum. We worden er gratis rondgeleid door een perfect Engels sprekende gids en volgen het hele procedé. Na de lunch gaat het verder naar Tyr [Sour]. Daar komen we rond 15.30 aan en stellen in overleg het bezoek aan de archeologische sites even uit i.v.m. de hitte. Het hotel is aan zee gelegen en zit nogal merkwaardig in elkaar. Blijkbaar is het in de loop der tijd steeds uitgebreid met een buurpand. De lobby is een overdekte binnenplaats die ook als ontbijtruimte dienst doet en lijkt wel een soort rommelmarkt. Als we onze kamer getoond krijgen, blijkt deze uit te kijken op deze binnenplaats. Caroll is met ons meegelopen ± iets wat hij normaal nooit doet ± en vindt de kamer blijkbaar niet goed genoeg. Hij komt even later nl. terug en dan krijgen we een ± grotere ± kamer met zeezicht. Laat in de middag lopen we naar de kleinere site: Al-Mina. Echt afgekoeld is het nog niet, maar we willen het toch niet overslaan. De site bestaat voornamelijk uit de restanten van een aantal straten, geflankeerd door kolommen en ooit bedekt met Byzantijnse mozaïeken. Verder zijn er resten van een arena waar sporten als boksen en worstelen beoefend werden en Romeinse baden. Op de terugweg lopen we door de smalle straatjes van Tyr en komen uit bij het paleis van de aartsbisschop [Maronieten]. Veel valt er niet te zien van de buitenkant maar een aardige man toont ons hoe we op de binnenplaats komen en via daar in een ondergrondse kapel: heel apart! :HHWHQ¶VDYRQGVRSKHWWHUUDVYDQKHWKotel aan zee; gelukkig is het dan wel wat koeler.
16
Paul voelt zich iets beter, maar we houden het toch maar op verse vis met een salade. Woendsdag 18 juli Na een goede nachtrust en ontbijt gaan we om 9.15 u. op pad naar de volgende opgraving in Tyr: de Al-Bass site. Deze is veel groter dan de vorige met archeologische vondsten uit de 2e tot de 4e eeuw na Chr. Bij de ingang wordt ons gevraagd of een studente ons mag rondleiden. Ze studeert tourist-management en doet dit voor haar thesis. Natuurlijk doen we daaraan mee; we zijn de enige bezoekers. Bij binnenkomst volg je een Byzantijnse weg door de necropolis; vol gedecoreerde marmeren en stenen sarcofagen, muren met nissen waar mensen in bijgezet werden en een kapel uit de 6e eeuw. Iets verder staat een grote triomfboog ± waarschijnlijk gebouwd tijdens het bewind van Hadrianus ± die het punt markeert waar de Byzantijnse weg overgaat in de ± oudere ± Romeinse weg. Het verschil in plaveisel is duidelijk te zien. Langs dit stuk bevinden zich de
17
resten van een aquaduct en een van de hoogtepunten van deze site: het U-vormige Hippodroom. Gebouwd in de 2e eeuw met een afmeting van 480 bij 160 m. is dit het grootste en best bewaarde hippodroom ter wereld. Een stuk van de tribune ± waar ooit meer dan 30.000 toeschouwers konden zitten - staat er nog. Je kunt de ruimtes eronder, waar ooit de winkeltjes en marktplaats waren, nog doorlopen. We vullen nog even een vragenlijst voor Maria in en gaan weer verder: Caroll heeft blijkbaar geen haast om naar Beirut terug te gaan want hij stelt voor om het Hezbollah verzetsmuseum te bezoeken. Zelf is hij er ook nog nooit geweest maar hij heeft een verzoek van een journaliste van CNN gehad om een documentaire te maken en dit museum zou daar een onderdeel van moeten zijn. Het is nog een flinke rit maar dat vind ik niet erg: we gaan weer de bergen in! Het museum ligt in Mleeta en opende in 2010. Het vertelt het verhaal van de conflicten tussen Israël en Hezbollah van 1982 tot 2006. Het hele complex is groots en modern opgezet met cHQWUDDOKHWEXLWJHPDDNWHRRUORJVWXLJ'DDUOLJJHQRRN]R¶QVROGDWHQKHOPHQGDDUZRUG ik dus echt niet goed van. Verder volgen we een uitgezet pad door het gebied met de ondergrondse gangenstelsels met keukens, ziekenhuis, slaapruimtes, etc. Voor ons doet het vooral propagandistisch aan, maar Caroll is erg onder de indruk. Voor hem komt het dan ook veel dichterbij. Op de ± lange ± terugweg stoppen we in Sidon zodat Paul kan pinnen; of tenminste: proberen te pinnen. Nadat we zo ongeveer alle pinautomaten in het centrum geprobeerd hebben, haal ik maar contant geld uit de koffer en hebben we na een paar minuten weer Libanees geld. In Libanon kun je trouwens ook overal met dollars betalen! Eenvoudige lunch [falaffel], en dan alsnog terug naar Beirut. Na de sLPSHOHOXQFKHQ3DXO¶VKHUVWHOWUDNWHUHQZHRQV]HOIRSHHQSULPD,WDOLDDQVGLQHU Donderdag 19 juli Pas rond half negen wakker; zo laat was het nog nooit. Maar we hebben dan ook een rustige dag voor de boeg. Eerst maar eens op zoek naar een galerie voor moderne kunst die niet zo ver van het hotel moet zijn. Het vergt heel wat zoekwerk. De straat vinden we vrij snel, maar de huizen hebben geen huisnummers. De eerste persoon aan wie de weg vragen stuurt ons verkeerd, maar de tweede weet het goede adres te wijzen. We blijken er eerder straal aan voorbij te zijn gelopen. Het is een kleine galerie met een expositie van één schilder: donkere abstracte doeken met hier en daar dikke vegen in aardkleuren en soms een toets rood. Er zitten mooie werken bij en diverse doeken hebben een rode stip, dus er wordt ook nog verkocht. 'DQHHQWD[L]RHNHQRP³GRZQWRZQ´WHJDDQ,QGHEXXUWYDQKHWKRWHOKRRUMHRPGHWLHQ SDVVHQ³WD[L-WD[L´PDDUGDWLVKLHUZHODQGHUV'HSDDUGLHZHYLQGHQZHLJHUHQRPRQGHUGH 15.000 te zakken. Zo gemakkelijk geven we niet toe en iets verder lopend vinden we er een voor 12.000. Het zijn geen kapitalen, maar het afdingen is ook een sport. *HGXUHQGHGHEXUJHURRUORJEHYRQG]LFKLQGLWGHHOYDQGHVWDG³GHJURHQHOLMQ´GLHGHVWDG verdeelde in een islamitisch [west] deel en een christelijk [oost] deel. Sinds midden jaren negentig wordt het centrum herbouwd en verrijst hier een ± bijna ± compleet nieuw stadsdeel met bedrijven en woningen. Er zijn gereconstrueerde Franse en Ottomaanse gebouwen, maar ook veel moderne architectuur. Bijna alles is in dezelfde bruine kleur gehouden en dat vormt toch een soort samenhang. Op de plaats van de oude souk is een nieuwe verrezen, die weliswaar nog steeds zo heet, maar in feite een ultra-modern shoppingcentrum is. :LMZRUGHQDIJH]HWLQGHEXXUWYDQ1HMPHK3ODFHRIZHO3ODFHG¶(WRLOHZDDU]LFKRRNGHDUWdeco klokkentoren bevindt waarin een echte, grote Rolex is gemonteerd.
18
We bezoeken de St. George kathedraal; wederom een Maronietische kerk. Tijdens de jaren 70 totaal verwoest, maar deze is een kopie van de versie uit de 18e eeuw. Onder de kerk is een crypte, waarin zich een bijzonder interessant museum bevindt. Het toont de verschillende aardlagen met de bijhorende tijdperken: van een hellenistische tempel, via Romeinse straat en Middeleeuwse kerk naar de variant uit de 18e eeuw. We pikken een terrasje en lopen dan via een tweede [Ottomaanse] klokkentoren en de resten van Romeinse baden naar een kruispunt om een taxi aan te houden en terug te keren naar onze ³HLJHQ´ZLMN+DPUD$DQKHWHLQGYDQGHPLGGDJEH]RHNHQZHQRJHHQNOHLQHJDOHULHPDDU het hier getoonde werk [vooral schilderijen van bloemen] kan ons niet echt bekoren. We proberen in de meeste landen wel enige galeries te bezoeken omdat dat meestal een goede indruk geeft waar de plaatselijke kunstenaars op dat moment mee bezig zijn.
19
¶V$YRQGVKHEEHQZH&DUROOHQ9LYLDQHXLWJHQRGLJGYRRUHHQDIVFKHLGVGLQHUHQ&DUROOKHHIW het restaurant uitgezocht: uitmuntend! Een waardige afsluiting van een reis die bestond uit de componenten: culinair ± historie ± natuur. Alle onderdelen zijn ruim aan bod gekomen en we hebben van alles genoten! Vrijdag 20 juli We worden stipt op tijd door een taxi opgehaald voor de transfer naar het vliegveld. RECEPT Köfte met aardappel uit de oven [4 á 5 pers.] 1 kg. mager [kalfs]gehakt ± 1 bosje peterselie - 1 grote ui ± JURHQHSDSULND¶V± 2 tomaten ± 4 grote aardappelen De aardappelen schillen, in dikke schijven snijden [ca. 1,5 cm] en in olie voorbakken: niet bruin laten kleuren. De peterselie fijnsnijden en door het gehakt mengen. Van dit mengsel platte ovalen vormen [vast aandrukken] en over de bodem van een bakblik verdelen. Daarover plakken ui, paprika en tomaat [allen ca. 1 cm] verdelen en vervolgens daarop de gebakken aardappelschijven. Maak een mengsel van: 1 ltr. water, 3 el. tomatenpuree, 1 tl. 7-kruidenpoeder en zout en giet dit over de schotel, zodat alles net onder staat. Afdekken en 1 uur in een warme oven bakken.
Ria Solberg Met dank aan: Paul Kamsteeg Caroll Feghali: Ibex ecotourism, Beirut Sander Lucassen; Battuta Reizen Amsterdam
20