LEZING DE KRACHT VAN KWETSBAARHEID 4 JULI 2005 ZOMERSCHOOL VOOR OUDEREN, VOORBURG Inleiding Van harte welkom allemaal. Ik vond het erg leuk toen ik door Eveline werd uitgenodigd een lezing te houden over de kracht van kwetsbaarheid voor deze Zomerschool. Ik voel mij ook enigszins verlegen om voor u te spreken, omdat als de jaren vorderen een mens met steeds meer verlies wordt geconfronteerd. Voor mij zit ongetwijfeld een schat aan verhalen en ervaring over kracht, kwetsbaarheid en verlies, kortom een schat aan levenservaring en wijsheid. Door de bank genomen scheel ik een generatie met u en zijn wij in verschillende tijdsgewrichten opgegroeid. Op sommige punten zullen onze ervaringen verschillen en op anderen punten zal herkenning zijn. Ik vind dat een boeiend gegeven en hoop dat wij na de pauze daar met elkaar over van gedachten kunnen wisselen. Twee jaar geleden is mijn boek de Kracht van Kwetsbaarheid gepubliceerd. Het boek gaat over het eerste jaar na de geboorte en dood van ons dochtertje Tara is. Het is een enerzijds een persoonlijk verhaal over het verdwaald zijn en opnieuw mijn weg vinden in een onbekend landschap. Anderzijds is het een confrontatie met bepaalde tendensen in onze westerse samenleving. Welke plek hebben tegenslagen in een wereld van vooruitgang en succes? Tel je nog mee, als je niet meer presteert maar in de zijlijn staat? Welke plaats kennen we de dood toe in ons leven? Hebben we nog rituelen? Eén ding werd me gaandeweg duidelijk. Iedere weg door het verlies heen is anders en niet te vergelijken. Er is niet één goede manier. Ieder zal zijn eigen weg daarin moeten vinden, maar we kunnen wel elkaars reisgenoot zijn. Dat iedere weg verschillend is werd nog eens bevestigd toen mijn moeder vorige zomer op 81 jarige leeftijd overleed. Tijdens haar ziekteproces realiseerde ik me hoe anders wij beiden met de dood omgingen of misschien beter gezegd hoe verschillend we omgingen met het uiten van gevoelens hierover. Ik kom uit de generatie waarin het uiten van gevoelens als heilzaam wordt beschouwd. Mijn moeder groeide op in de generatie, waarin flink zijn als goed werd beschouwd. Even flink ademhalen en weer doorgaan.. Vijf jaar geleden wilde ik de dood van Tara wel van de daken schreeuwen. Mijn moeder heeft niet over haar naderende dood willen of kunnen spreken. Ik vind het boeiend om vanuit het perspectief vanuit verschillend generaties te kijken naar verlies, omgaan met verlies en begrippen als kracht en kwetsbaarheid. Als ik vanmiddag spreek van verlies dan kan dat betrekking hebben op vele soorten verlies. Bijvoorbeeld het verlies van een dierbare, maar ook van een baan, van een partner door echtscheiding. Of verlies van gezondheid of van iets waarnaar innig is verlangd en wat niet gekomen is, een kind, een levenspartner. Ook hier is sprake van verlies. Tijdens ons leven hebben we vele malen met verlies te maken. Iedere keer als we iets of iemand kwijtraken die waardevol voor ons was is er sprake van verlies. Volgens mij hebben al deze verlieservaringen verschillen maar ook overeenkomsten. Enerzijds zal ieder zijn unieke weg moeten gaan en vinden, anderzijds kunnen we dingen herkennen in elkaars verhalen en daarin steun vinden. Voordat ik zwanger was van Tara kende ik drie vrouwen die 15 tot 20 jaar geleden hun kind verloren waren. De dood van een kind had al een plekje in mijn leven door de verhalen, die deze vrouwen met mij gedeeld hadden. Dat was voor mij heel belangrijk. Het heeft een verschil gemaakt, doordat ik bekend was met hun verhalen. Later toen ik het boek geschreven had en ik reacties van lezers ontving merkte ik dat mijn verhaal voor hun weer van belang was. Reacties die mij diep raakten: “Ik vond rust in de herkenning.” “Jouw boek is nu een tastbare herinnering aan het kind dat ik
Wat doe je met verlies? Wat doet verlies met je? © Margret van Paassen 2005
1
verloren heb”. Daarmee wil ik aangeven dat alle verhalen belangrijk zijn. In ieder van u huizen vele verhalen. En een verhaal komt pas tot leven als iemand het vertelt en als er iemand is die luistert. Ieder verlies verdient aandacht. Ieder verhaal verdient aandacht. Door aandacht te schenken, erkennen wij het verlies, erkennen wij het verhaal. Op het moment dat vertelt wordt en geluisterd wordt heeft het een plek, ook al heb ik bij lange na het nog niet een plek kunnen geven. Ik hoop dat onze verhalen vanmiddag elkaar kunnen ontmoeten. WAAR LIEP IK TEGEN AAN? De lijn / het verhaal breekt Het meest kenmerkende bij intens verlies is dat de lijn van je levensverhaal breekt. Je leeft je leven, bent ergens naar onderweg, je hebt verwachtingen van het leven en ineens is alles anders. Op het moment dat we hoorden dat het niet in orde was met Tara brak de lijn van ons verhaal. Letterlijk werd onze verwachting getorpedeerd. Van onze verwachting van een gezond kind, naar een gehandicapt kind en uiteindelijk naar de verwachting van een dood kind. De toekomst loopt stuk op een blinde muur. Je leven staat op losse schroeven. Niets is meer zoals het was. Je levensverhaal vertoont geen samenhang meer. Het lijken brokstukken die op één of andere manier niet meer aan elkaar passen. En tegelijkertijd dient zich een tot dan toe ongekende kracht aan. Je doorstaat wat je overkomt. Als mij vijf jaar geleden was verteld dat Tara dood geboren zou worden, dat ik daarna drie miskramen, een burn-out en ontslag zou krijgen, zou ik gedacht hebben dat ik dat nooit zou overleven; dat ik gillend gek zou worden. Ik had geen idee welke oerkracht er in mij huisde en dat in ieder mens deze oerkracht woont. De confrontatie met oerverdriet of oerpijn is wellicht nodig om de oerkracht in ons wakker te schudden. Gedesoriënteerd in een vreemd land Toen Tara stierf verloor ik niet alleen mijn dochter, maar ook het beeld van de toekomst, mijn verwachtingen. Ik verloor de ordening in mijn leven, die tot dan toe een bepaalde logica leek te hebben. Door de immense kwetsbaarheid die mij overviel ,verloor ik mijn weerbaarheid. Ik kon me niet meer in de wereld neerzetten. De wetten die tot dan toe geldig waren, klopten niet meer. Ik was in een volstrekt onbekend land terecht gekomen, waar ik de taal niet van kende, waar geen wegwijzers waren en ik had geen idee hoe ik mijn weg daarin zou kunnen vinden. Verder dan één dag vooruit kijken kon ik niet. Ik was de draad kwijt, van waar ik vandaan kwam en waar ik op weg naar toe was en waar ik me nu ergens bevond. Er was een breuk. Lange tijd heb ik gesproken over de periode voor Tara en de periode na Tara. Ik had weinig om me aan vast te houden en dat terwijl de aarde onder mij gevaarlijk schudde. Dat is tegelijkertijd waarom een crisis wel een gevaarlijke kans of een kansrijk gevaar wordt genoemd. Je wordt beproefd door het leven. Het is een gevaar om in een moeilijke situatie waarin je houvast nodig hebt die niet vindt. Je wankelt en valt. Tegelijkertijd is het een kans want alles staat op losse schroeven en je kijkt met geheel andere ogen naar je waarheden van vroeger: is dit nu waar het mij omgaat in het leven? Desoriëntatie, verdwaald zijn, verward zijn kan de voorbode zijn van heroriëntatie, nieuwe inzichten, betekenis ontdekken, een nieuwe weg vinden, die dichterbij is, dichterbij wie ik ten diepste ben. Ieder afscheid is ook altijd een nieuw begin. Botsing tussen binnen en buiten en het probleem van het invoegen Mijn wereld stond letterlijk stil en de wereld om mij heen draaide onvermoeibaar verder. Alle mensen om me heen waren ergens naar op weg, waren bezig doelen te bereiken, klussen te klaren en ik was al blij als ik enigszins de dag door was gekomen. Het tempoverschil was
Wat doe je met verlies? Wat doet verlies met je? © Margret van Paassen 2005
2
enorm. Ik leefde in een trage wereld. De mensen om mij heen leefden in een snelle wereld, met overvolle agenda’s, banen, huishoudens, kinderen, vrienden, familie die allemaal aandacht nodig hadden. Het weer aan het werk gaan was een enorm klus. Het voelde alsof ik op een driewieler reed en ik moest invoegen op een snelweg. Ik wilde vanuit verbinding, vanuit contact weer gaan werken in een omgeving die op prestaties, doelen en resultaten was gericht. De tegenstelling was enorm. Maar ook in groepen lag voor mij het tempo te hoog om in het gesprek in te voegen. Gezonde, sterke mensen die snel van het ene onderwerp op het andere overschakelde en ondertussen had ik de aansluiting allang gemist. Vanuit de enorme kwetsbaarheid die je ervaart is het niet mogelijk plek en tijd op te eisen, te vragen. Het is alsof je in een rock concert ineens een subtiele klank van je harp wil laten horen. Het enige wat redelijk ging was één op één contacten met mensen bij wie ik me veilig en vertrouwd voelde. Die me namen zoals ik was. Een kopje koffie voor me maakte. Me vasthielden en een dekentje over me heen legde. Maar ook die de moed hadden om me iets te vragen , om het ergens niet mee eens te zijn, om me deelgenoot te maken van hun zorgen en verdriet. Die tijd en aandacht hadden zodat de ruimte ontstond voor mijn verhaal dat struikelend naar buiten kwam. Werkelijke aandacht en rust zijn schaarse goederen in een maatschappij waar het tempo heel hoog ligt en waar mensen geplaagd worden door vele besognes. En het hoeft niet groots en meeslepend te zijn. Het zijn soms kleine dingen die diep in je hart raken. Het grootste gevaar was dat ik mezelf zou isoleren. Enerzijds doordat ik het zelf niet meer op kon brengen om risico te lopen door naar buiten te gaan. Anderzijds door een buitenwereld die geen plaats leek te hebben voor mensen zoals ik. Ik was ook bang mijn gevoel en contact met Tara, kwijt te raken in de hektiek van de buitenwereld. Mijn hele wezen was gericht op incasseren, loslaten, aanvaarden. Hoe kom ik in hemelsnaam weer in contact met de andere kant, mezelf neerzetten, sturen, invloed uitoefenen. De balans tussen stilstaan en voortgaan. Het ontbreken van rituelen Het gevaar van isolatie wordt versterkt doordat er steeds minder rouwrituelen zijn in onze westerse samenleving. Rouwen lijkt daardoor een privé aangelegenheid te worden. En daar schuilt tevens een grote moeilijkheid. Bepaalde rituelen, gebruiken, tradities worden gedeeld door een gemeenschap, daardoor wordt rouwen een sociaal-communicatief proces, waarin alle leden van de gemeenschap een rol spelen. Ik was zeer geraakt op een congres over de anatomie van het verlies door een joodse man die hun traditie rondom rouwen uitlegde. Hij begon ermee te zeggen dat er een verplichting was om te rouwen, niet alleen door degenen die direct getroffen zijn door het verlies, maar ook de gemeenschap er om heen. De Joodse traditie kent 3 cycli rondom rouwen: de 7 daagse, de 30 daagse en de jaar cyclus, waarin de rol van de rouwende en die van de gemeenschap heel duidelijk omschreven zijn. In de eerste week na het verlies gedraagt de rouwende zich alsof hij geëxcommuniceerd is van de gemeenschap, alsof hij in ballingschap is. Hij draagt geen schoenen, wast niet zijn haar, bedekt zijn gezicht, verlaat niet zijn huis, beantwoordt geen groet. De rest van de gemeenschap probeert hem weer terug te halen, te betrekken bij de wereld. Wat mij in dit ritueel raakte was dat door de ballingschap de status aparte van de rouwende bevestigd, gelegitimeerd en zelfs verplicht wordt. De gemeenschap heeft ook haar rol om hem proberen er weer bij te halen. Het ritueel laat heel duidelijk zien het enorme gat tussen de
Wat doe je met verlies? Wat doet verlies met je? © Margret van Paassen 2005
3
innerlijke wereld van de rouwende, die gestopt is met draaien en de buitenwereld die gewoon doordraait. In de tweede week mag de rouwende naar de synagoge, maar hij zit niet op zijn eigen plek. In de derde week mag de rouwende op zijn eigen plek zitten, maar nog niet spreken. In de vierde week mag hij op zijn oude plaats zitten en weer mee doen. Dit ritueel laat zo prachtig zien hoe je stapje voor stapje weer een plek vindt. En dat is niet alleen een individueel proces, maar ook een sociaal proces iedereen kan zien dat je rouwt en terwijl je rouwt blijf je deel uitmaken van de gemeenschap. Het is nog niet zolang geleden dat er op ons platte land nog de traditie was van een jaar lang zwarte kleding droeg. De rouwende was een jaar lang als zodanig herkenbaar. De kleding maakte de rouw sociaal, zonder daar een woord over te spreken. Wat doet jouw verlies met de buitenwereld? Nog een factor die isolatie kan versterken is de angst van andere mensen voor de dood. Geconfronteerd worden met de dood betekent geconfronteerd worden met diepe levensvragen, diepe gevoelens van verwarring, onmacht, woede, angst, verdriet, pijn en liefde. Je leven staat op zijn kop. Dat vraagt nogal wat van je omgeving om daadwerkelijk naast je te staan. Mensen die het lastig vinden om in de diepte van hun eigen leven af te dalen, zitten niet op jou te wachten. Je bent bedreigend, men weet niet wat men met je aan moet. In mijn boek schrijf ik ergens: De dood is een besmettelijke ziekte. Als je te dichtbij komt, dan kan je het ook krijgen. Mensen die ernstig ziek zijn of mensen die gaan scheiden ervaren ook iets dergelijks. In een cultuur waar leuk de boventoon voert is het voor rouwende lastig een plek te vinden voor hun verdriet en verlies. Wat ik belangrijk vond was om te blijven zien ook al voelde ik mij soms zeer gekwetst en niet gezien in de buitenwereld dat dat niet uit boze intentie geschiedde, maar veelal uit angst en onmacht. Omdat we geen rouw rituelen meer hebben heeft ieder zijn eigen weg te vinden door het verdriet en verlies heen. Iedere weg is uniek. Je weet zelf niet hoe je weg eruit zal zien. Laat staan dat de ander precies weet wat je nodig hebt. Ik vond het in het begin zo evident dat ik het fijn vond als iemand met mij over Tara begon of haar naam noemde. Alsof dat een wet van Meden en Persen was. Maar voor anderen is dat weer heel anders. Dus het is belangrijk om aan te geven aan anderen wat je nodig hebt. Welke plaats heeft de dood in onze samenleving? Met het verlies aan rituelen en een omgeving die het vaak lastig vindt om met de dood geconfronteerd te worden rijst de vraag: Welke plaats heeft de dood in onze westerse samenleving. Ik begin hier met enkele citaten uit mijn boek, die betrekking hebben op deze vraag. Einde De dood maakt niet een einde aan het leven van mijn kind. De dood rekent af met de maakbaarheid van onze samenleving, de beheersbaarheid van het leven en het gelegitimeerde streven naar het perfecte eindresultaat Verhalen Waar zijn de verhalen over de dood gebleven? We hebben alleen nog individuele ervaringen. Maar waar zijn de verhalen die het individuele overstijgen, die de individuele overstijgen, die de individuele ervaring doordrenken en richting geven? Hebben wij die verhalen begraven met onze doden, opdat zij nooit meer zullen spreken?
Wat doe je met verlies? Wat doet verlies met je? © Margret van Paassen 2005
4
Doodgewoon De dood is zo gewoon. Doodgewoon deel van het leven. Toch zijn we de doodgewoonheid ergens kwijtgeraakt. Vorig jaar kreeg ik een boek aanbevolen van een vriendin, die ook mijn boek gelezen had. Het laatste boek wat Dorothee Sölle heeft geschreven, vlak voor haar dood, met de titel: Mystiek van de dood. Mijn vriendin had regelmatig aan mij en mijn verhaal moeten denken toen ze dit boek las. Het boek raakte ook mij. Dorothee Sölle is een feministisch theologe en is twee jaar geleden overleden. Wat ik herkende in haar boek was dat de status aparte, die er altijd is als iemand door verlies getroffen wordt, versterkt wordt doordat de dood in zijn geheel in een hoekje is weggeschoven. Dat maakt de verbinding en communicatie naar de wereld die doorgaat nog moeizamer. Zij schrijft van “Een wonderlijk Europese evolutie, die omstreeks het midden van de jaren vijftig de leeftijd uit ons leven wegwiste en de dood uit het dagelijkse ritme schrapte. In plaats daarvan is de jeugd, de kracht, de gezondheid tot het allesoverheersende thema geworden. De dood is op non-actief gesteld. Toen de dood verdween, werden we armer. Wij zijn allang niet meer mensen die ons leven geduldig over ons laten komen. Wij hoeven ons niet meer zwijgend en lijdzaam te buigen onder alles wat zich aandient. Wij zijn doeners geworden en hebben geleerd om de wetten en processen te doorgronden, daarin in te grijpen, ziekten te verdrijven, het leven te verlengen en ons eigen lot in eigen hand te nemen. Daarbij verschrompelt het menselijk vermogen om pathisch te zijn: om onder iets te kunnen lijden. Het leven te accepteren, te aanvaarden dat er grenzen zijn, het leven ook in fragment en in zijn gebrokenheid als zinvol te beschouwen – dat alles leren de mensen niet meer. Wie alleen maar heeft geleerd om te leven alsof het in het leven slechts om actie gaat, wie zichzelf alleen maar als geslaagd beschouwt wanneer hij wat voor elkaar heeft gekregen, kan niet omgaan met situaties waarin hij of zij niets voor elkaar kan krijgen, waarin het doen stuit op zijn grenzen. Kan de doener ook machteloos zijn, kan hij of zij de humaniteit ook behouden in de nederlagen, als de zin van zijn leven, die bepaald werd door bezig zijn en het sturen van eigen leven, gaandeweg geringere betekenis krijgt? Het spanningsveld dat Dorothee Sölle aangeeft tussen enerzijds aanvaarden, lijden, dragen, kortom de kwetsbaarheid en de gebrokenheid van het leven toelaten en omarmen en anderzijds weer grip krijgen op je leven, doelen en verlangens hebben en na streven, jezelf neerzetten in de buitenwereld en daar invloed uit oefenen, is een spanningsveld waar ik mij nog steeds in bevindt. Het spanningsveld is geactiveerd door de dood en geboorte van Tara. Het leven heeft op deze manier een enorm appél op mij gedaan om te leren aanvaarden en het leven te omarmen zoals het zich aandient. Die kracht heb ik de afgelopen vijf jaar ontwikkelt – dat is wat ik de kracht van kwetsbaarheid noem. Het vermogen om het gekwetste, de wond, het verlies, het onvervulde verlangen toe te laten en te verzorgen. De pijn en het verdriet in volle omvang te voelen, ervaren en omarmen als een onvervreemdbaar deel van mij, mijn leven en de Stroom van Leven. Daarnaast is het in het dagelijks leven ook prettig als je af en toe een deuk in een pakje boter kan slaan. Ik heb daar een nieuwe vorm voor nodig, de oude doener in mij, zoals Sölle die beschrijft, voldoet niet meer. Er is iets nieuws aan het ontstaan en wat weet ik nog niet precies. Waar het spanningsveld van Solle me ook aan deed denken, is het levensverhaal van een 85jarige vrouw uit het Westland. Ik ben enorm onder de indruk dat en op welke wijze ze haar
Wat doe je met verlies? Wat doet verlies met je? © Margret van Paassen 2005
5
levensverhaal heeft opgeschreven. Ze beschrijft in haar levensverhaal hoe ze opgroeit in haar gezin, trouwt, 16 kinderen krijgt, de eindjes aan elkaar knoopt, hoe de kinderen naar school gaan, een beroep leren, een partner vinden en het huis verlaten. Haar leven is getekend door verlies. Haar tweelingbroertje stierf een jaar na zijn geboorte, haar vader stierf op jonge leeftijd, waardoor haar moeder er alleen voorstond, ze verliest drie van haar 16 kinderen en uiteindelijk haar geliefde levensgezel, haar man. Als ze op 80 jarige leeftijd haar heup breekt, raakt ze in een depressie, waar ze ook weer bovenuit krabbelt. Als haar levensverhaal is uitgetypt in een bundel voor haar 85ste verjaardag, schrijft ze met de hand er nog bij: Ik doe veel aan borduren, haken en breien. Uren te kort!! Ik wil graag enkele citaten uit haar levensverhaal met u delen. Ze is een gewone vrouw,zoals u en ik en tegelijkertijd een bijzondere vrouw zoals u en ik. Ze verstaat de kunst om de klappen van het leven iedere keer opnieuw te incasseren en de zinvolheid, de waarde en de liefde van het leven te behouden. Ze put een enorme kracht uit haar geloof. Het eerste citaat beschrijft de dood van haar tweede zoon, door een hartstilstand toen hij ging zwemmen. “Hij was 19 jaar. Ik kan haast niet meer schrijven van de tranen die in me ogen staan, verschrikkelijk als je zo’n boodschap thuis krijgt, niet te beschrijven. De geestelijke een Pater kwam het tegen ons zeggen. Wat een verdriet om dat te kunnen aanvaarden, onze tweede zoon, die God opriep. Nu begrijp ik pas nu ik 84 jaar ben, hoe groot geloof dat Pa had. Hij zei tegen mij: Vrouw die klap hadden we weer nodig!! Ik zal dat nooit vergeten, als je geen geloof heb, ken je dat niet zeggen. Over de dood van haar derde zoon schrijft ze: “Oh, ja dat vergeet ik nog, toen ik hoorde dat Joop dood was zei ik, God heb Hem bij zich geroepen om voor zijn Moeder te bidden en dat was mijn vaste overtuiging en door die kracht kon ik die grootte slag verwerken. Na de begrafenis, die heel droevig was, ben ik terug gegaan naar mijn Dokter en toen mijn Man aan Hem vertelde hoe alles met mij gegaan is, mocht ik met mijn Man voorgoed naar huis en leefde in groot geloof verder, dat we nu 3 zoons hadden die onze voorsprekers waren bij God. En sinds al die jaren bid ik tot mijn zoons, Giel, Aad en Joop bid voor Vader en Moeder en alle broers en zusters, jullie die zo dicht bij God zijn in ’t eeuwige licht. Na de dood van haar man breekt ze haar heup: “Ik kon niets, geen stap lopen, niet alleen uit bed komen, ik moest overal aangeholpen worden. Wat een ellende. Ik kreeg terapie maar kon niets, met de rolstoel naar de terapie zaal en moest in de brug leren lopen aan elken kant een leuning. Een zuster liep achter je, dat ze je kon opvangen in geval je weer zou vallen. Ik zag het daar niet zitten. Een tafeltje en een stoel en een bed, was je hele bezit. Ik heb daar een hele zware dipressie gekregen. Ik wist alles ik begreep alles, maar ik kon niet praten, niet schrijven, geen brief stellen als ik naar Australia moest schrijven, ik was levend dood en dacht altijd moet ik nu hier me oude dag alleen slijten. En of de kinderen me bemoedigde of wat dan ook, ging alles langs me heen, ik kon alleen maar staren. Wat een beproeving is dat. De kinderen hadden het er allen heel slecht mee, om Moeder zo te zien, maar wat kon ik er aan doen? En hoe dat gekomen is zo’n zware dipressie heb ik later van de Dokter gehoord. Ik had de laatste tijd teveel meegemaakt, de zenuwen werden op een hoop geschoven, maar hoe moest ik hier overheen komen.Toen het tot me door drong, dat ik alles zelf moest doen, zoals telkens de kinderen al zeide, toen ben eerst gaan bidden want ook dat kon ik niet meer en van lieverlede kreeg ik een beetje moed, probeerde alleen it de rolstoel te komen, alleen erin, in de brug ging ’t lopen iets beterderen telkens ging ik stukje voor beetje iets beter.” Enkele bladzijden verder schrijft ze: “Ik denk wel eens ik heb me heup moeten breken, anders had ik hier in ’t Trefpunt nooit gekomen omdat ik nog te fitaal was. Ik moest dit alles meemaken, om me elke dag opnieuw rijk te voelen. Toen ik in ’t Trefpunt kwam, ben ik direkt aan de handwerkclub gegaan, die werken voor de missie.”
Wat doe je met verlies? Wat doet verlies met je? © Margret van Paassen 2005
6
Deze vrouw verstaat de kunst van het omarmen en aanvaarden en in liefde voortgaan. Ik vond het troostend en inspirerend om haar levensverhaal, zonder opsmuk en omhaal van woorden te lezen. Het feit dat zij is gaan zitten voor het grote karwij om haar levensverhaal op te schrijven getuigt hoe zij haar leven en het leven op waarde schatte. Het is mijn persoonlijke, maar ook mijn professionele ervaring dat als mensen in staat zijn vorm te geven aan hun levensverhaal en aan hun verlies dat een genezende werking heeft. Dat kan zijn door er woorden voor te vinden, maar het kan op allerlei manieren zijn. WAT HEEFT MIJ GEHOLPEN? Creativiteit en vormgeving Dat brengt mij naar het thema’s creativiteit en vormgeving. Uitdrukking geven aan. Dat is voor mij een belangrijk aspect geweest bij het verwerken van verlies. Scheppen, creëren enerzijds doodgaan, afsterven anderzijds zijn twee belangrijke levenskrachten. Op één of andere manier was het voor mij heel erg belangrijk om de dood vorm te geven, om het verlies vorm te geven. Op een scheppende manier met de dood bezig zijn. Instinctief vond ik manieren. Ik heb mijn pijn gezongen, direct na de bevalling, op de begrafenis en ook enkele malen daarna. Voor mij was dat de enige manier om op dat moment een kanaal te maken tussen binnen en buiten. Eén van de eerste dingen die ik in mijn leven weer oppakte was koken. Letterlijk bezig zijn met de brandstof van het leven. Daar vond ik een soort rust in. En ik maakte wat. Mijn man en ik hebben ook de eerste maanden heel veel in de tuin gewerkt, letterlijk dicht bij de aarde, onkruid wieden en de planten en struiken herordenen. Het ging er mooier uitzien. Uiteindelijk ben ik ook gaan schrijven. Het was zo’n vreugde als ik woorden, beelden vond om een bepaald gevoel of ervaring uit te drukken. Dat wat onbenoembaar leek, kreeg vorm en daarmee werd het wat. Een half jaar geleden kreeg een maitje van een lezeres, die 20 jaar jong was toen zij haar kind bij de geboorte verloor. Ze heeft geprobeerd te schrijven, wat heel moeilijk voor haar was. Maar uiteindelijk heeft zij een vijftiental schilderijen gemaakt om haar ervaringen en gevoelens uit te drukken. Ze heeft deze geëxposeerd in een boekwinkel. Het was voor haar een belangrijke manier om aandacht te schenken en te vragen voor haar kind en haar verlies. Ik heb van veel andere mensen hun vormen gehoord: muziek maken, schilderen, tekenen, gedichten schrijven, boetseren, dansen, foto albums plakken, gedenkplekken maken. Op het moment dat je verlies een vorm heeft dat plek inneemt in de ruimte, heb je het een plek gegeven en communiceer je daar iets mee naar de buitenwereld. De afgelopen paar jaar is er bijvoorbeeld veel aandacht gegaan naar ouders die twintig tot dertig jaar geleden hun kind bij de geboorte verloren. Deze kinderen hebben vaak geen naam gekregen, mochten niet in gewijde grond begraven worden. Een enorm verborgen verlies en verdriet. Nu worden er monumentjes voor deze kinderen gemaakt. Daarmee krijgt het verlies en het verdriet letterlijk een plek, niet alleen in het hart van de vader of moeder, maar in het hart van de buitenwereld, voor ieder zichtbaar, die wil kijken. Mevrouw Ruigrok geboren van Os haalde enorm veel voldoening uit haar borduurwerk. Ze las de bijbel en borduurde spreuken uit de bijbel voor andere mensen. Bijvoorbeeld: Geniet van het leven, het is later dan u denkt. Daarmee gaf ze ook haar eigen levenswijsheid vorm en gaf die door aan anderen. Op haar 80ste leerde zij nog nieuwe handwerktechnieken. Antje Kroch schrijft ook over het belang van woorden/beelden vinden voor wat onzegbaar lijkt. Zij is een Zuid-Afrikaans schrijfster en heeft onder meer verslag gedaan van de Waarheidscommissie. Een citaat. “Voor de waarheidscommissie beschreef een van de slachtoffers hoe zijn vrouw werd doodgeschoten terwijl ze in de kerk naast hem zal.
Wat doe je met verlies? Wat doet verlies met je? © Margret van Paassen 2005
7
Overmand door emoties zei hij: “Ze viel opzij op mijn schoot. Ik boog me over haar heen om haar te beschermen. Er zat een vlinder op haar gele blouse. Die vlinder, wiens vleugels vlak voor mijn ogen steeds groter werden terwijl ik half over haar heen leg. Destijds schrok ik van zo’n bloemrijk verslag van zo’n afschuwelijke en tragische dood. De psycholoog van de getuige vertelde me na afloop da die man er vijf jaar over had gedaan voordat zij tot zo’n zinnetje in staat was – de woorden te vinden voor zo’n afschuwelijke gebeurtenis. Maar waarom is het belangrijk woorden te vinden? Omdat je op het moment dat je de woorden hebt gevonden, greep krijgt op het geheugen, het kan je niet langer naar willekeur achtervolgen, je kunt er stap voor stap een halt aan toeroepen of proberen om wat respijt te vragen. Op het moment dat die man die zin formuleerde begon zijn genezing. Mensen zijn soms een heel leven bezig een zin te formuleren om te voorkomen dat ze instorten. Maar die man zei niet gewoon: bloedvlekken, hij zei: vlinder. De psycholoog gelooft dat het juist dat beeld van die vlinder is dat hem op de weg van genezing zette – de transformatie van ultieme gruwel in iets wat ruimte geeft om te ademen. Her-innering Wat mij ook geholpen heeft zijn herinneringen. Op mijn eerste verjaardag kreeg ik een kaartje van een vriendin met het volgende prachtige en troostrijke gedicht: Herinneringen Herinneringen zijn voor altijd En overal En van alle seizoenen Maar het voorjaar is bijzonder Zij is de herinnering van de aarde Dat het leven nooit eindigt Het raakte mij extra omdat Tara in het voorjaar geboren is. Mijn huis hangt vol met herinneringen aan Tara. Zo is zij stilzwijgend in ons dagelijks leven aanwezig. Als laatste hebben mijn man en ik een schilderij gekocht van de vrouw die het verlies van haar kind in schilderijen had vorm gegeven. Maar ook de herinneringen aan mijn moeder en grootmoeder, wat zij hebben doorstaan in hun leven, hebben mij kracht gegeven toen het zwaar en moeilijk was. Casper, ons zoontje van 7 heeft op zijn beurt weer zijn herinneringen aan Tara. Enkele dagen geleden bracht hij wat schoolwerkjes mee naar huis. Ze waren bezig geweest met emoties. Er zat een hartje bij en op het hartje stond de emotie, die Casper had uitgekozen, blijheid. Er stonden twee herinneringen aan blijheid op. Ik ben blij als ik trampoline spring. Ik ben blij met mijn zusje. Op zo’n moment gaan de rillingen door mij heen, want een prachtig joch: hij is blij met zijn dode zusje, terwijl hij ook vaak te kennen geeft dat hij haar mist en dat iedereen in de klas bijna een zusje heeft om mee te spelen en hij niet. Ook Casper is voor mij een enorme inspiratiebron. Dorothee Sölle drukt op prachtige wijze de kracht van de herinnering uit, van degenen die ons zijn voorgegaan. Ze schrijft: “Voor mij zijn deze novemberdagen, die nog in onze kalenders staan en die namen hebben als Allerzielen en Dodenzondag, van groot belang. Ze doen mij herinneren . Ze sturen mij, op zijn minst innerlijk, naar de begraafplaats. Ze maken me bewust: ik heb mij het leven niet zelf
Wat doe je met verlies? Wat doet verlies met je? © Margret van Paassen 2005
8
geschonken. In de mantel van mijn leven is geweven al die aanhankelijkheid en tederheid van de mensen die niet meer hier zijn en die ik me herinner. Het leven is niet met mij begonnen, en ik hoeft niet als eerste alles te doen, ik hoef ook niet alles af te maken wat ik zo graag met mijn leven zou hebben gedaan. Ik kan fragmentarisch leven, zoals het leven van mijn doden fragment is geweest. Ze leren me iets, wat ik niet wil vergeten, ze zeggen mij dat ik zal sterven. Elk mens die mij dierbaar is en die sterft vóór mij, trekt een pin uit de tent van mijn eigen leven. Ze verminderen onze angst, de doden. En vaak denk ik dat de doden ons verwarmen. Tot de humaniteit behoort ook de herinnering, evenals de blik te richten op degenen die na ons komen. Zonder herinnering zijn betekent: geen toekomst nodig hebben . Het engelse woord remember laat letterlijk zien wat herinneren doet – je weer lid (member) voelen van een familie, een groep, een volk – je deel voelen van – je verbonden weten. Ook het nederlandse woord her-inneren geeft een mooie letterlijke betekenis weer. We hebben geen afscheid genomen van onze doden, maar onze relatie tot hen verandert. Eerst hadden we een relatie in de buitenwereld. Na de dood verinnerlijkt zich deze relatie. We praten nog steeds met hen, maar nu van binnen. Als we hen herinneren, dan roepen wij ze innerlijk tot leven. Wij bouwen ons levensverhaal op aan de hand van onze herinneringen. Het mooie is dat met het verstrijken van de jaren de kleur van de herinneringen kan veranderen, waardoor het perspectief van ons levensverhaal kan veranderen. Zo blijft ons verhaal, ons leven in beweging en zoeken wij naar nieuwe samenhang en oude betekenis. Ik wil deze lezing graag besluiten met een uitspraak van Victor Frankl, die enorme verliezen heeft geleden in de concentratiekampen tijdens de tweede wereld oorlog: “Omdat iedere situatie in het leven een uitdaging voor de mens betekent en een probleem dat hij zelf moet oplossen, daarom kan de vraag naar de zin van het leven eigenlijk worden omgekeerd. Uiteindelijk moet de mens niet vragen naar de zin van zijn leven, maar moet hij veeleer zich ervan bewust zijn dat hèm iets gevraagd wordt. In het kort gezegd: de mens wordt door het leven ondervraagd; en hij kan alleen maar antwoord geven door middel van zijn eigen leven; op het leven kun je allen maar een antwoord geven; door verantwoordelijk te zijn.”
Wat doe je met verlies? Wat doet verlies met je? © Margret van Paassen 2005
9