J. OP DE BEECK SCHOOLHOOFD St-Mariaburg (Brasschaat)
EERSTE ONDER'WIJS IN
Lezen, Schrijven, Orthographiëeren bewerkt naar het Programma der Lagere Scholen
1
VAN BORD NAAR BOEK
JOZEF
L IER VAN IN & Co, Drukkers-Uitgevers
Groote Markt, 37
LEZEN, SCHRIJVEN,ORTHOGRAPHIgEREN ORTHOGRAPBIeEREN LEZEN, SCHRliVEN, •
o a ee IJij••
tl
I
0
••
•
o a ee IJij••
tl
I
0
..
.
..
oouijeaieaoij U IJ e a l e a 0 IJ . .. . eeiI a uuoijueio 0 IJ U e 1 0 •
os is OS IS •
os is OS IS
..
IJS
.
•• as as ijs IJS us US es eS ••
as as ijs IJS us US es eS
IS
OS
as
es
as
es
US
IS
OS
US
.
.
IS
..
IJS
..
IJS
- -~
••
sas sijs, sas SIJS,
sus, s s, • •
• • • •
MIN11/117,01111111111117/740 .•"• • •
7/0.1111V7.,"
o
00
7/0.1111V7.,"
0
us, sus, as, sas, ijs, sijs, sas, us, sus, SIJS, as, IJS, os, SUS, IS, is, SIJS, sijs, os, sus, as, sijs, os, ijs, sus, as, sas, SUS, SIJS, as, IJS, sas, 0
o
o 0
ros,
•• ras, rijs, ras, rIJS, • •
.
..
0
0
rus • •
7/0.1111V7.,"
..
o
7/0.1111V7.,"
..
sijs, riis, SIJS, rIJS, iis, IJS, ros, ros, os, as, sas, ras, ras, rus, rus, sus, SUS, as, sas, . . . . SUS ros; sijs SIJS is IS ras. ras. sus IS is ros;
-
3 -
• mIS, IllOS, mus, mus, mes mis, mos, • ZZZMUIIIIP7ZAFÅY .-1:0Are .0" mIS, IllOS, mus, mus, mes mis, mos, .is, mIS, . os, mos, IS, mis,
es, mes, es, US, mus, us, mus, ~ mos, ros, Lh"_~~ ___7'l~::.:'~~) sus, mos, ros, sus, rus, rus, rijs, sijs, ras, sas, ras, sas, -
oh
:
ros? mus is mos mos ros? mus is ros • is ros. . sus IS ras. ras. sus is •• rap, rijp, rIJp, sap,sop, sop,l~ep,op rap, sap, rep, op •
•• rap, rijp, rIJp, sap,sop, sop,l~ep,op rap, sap, rep, op •
is rap, rap, is is sus sus mis? mis? is is ijs ijs ros? mus is is sus sus rap rap op, op, mus? mus? is
-
4 -
•• pijp, pop, pap, PIJP, pOp, pap, pas pas
JftJtrWfltilF JftJtrWfltilF ~~
_ _ _ _ _-.-f.,,-_~ ~~ _ _ _ _ _-.-f.,,-_~
rijp, pijp, rijs, rijs, ras, pas, rijp, pijp, ras, pas, op, pop, op, pop, • • op, pas op, mus; op, pop. pop. pas op, mus, rijs rip
is sus op op pas? pas? is sus
.
sus IS op op pas. pas. sus is
••
• min, pan, pIJn, lnen, pen pijn, mln, men,
JftJtrWfltilF JftJtrWfltilF ~~
_ _ _ _ _-.-f.,,-_~ ~~ _ _ _ _ _-.-f.,,-_~
pas op mijn sijs, mus. mus. mijn sijs, pas op .In . . . in mijn mIJn pan pan is IS pap. pap. 1 en 2 is 3; 3 min 2 is 1.
T
..
rap mIJn sus, en en pas pas op. op. mijn pen, pen, sus,
-
5 -
rat, mot, mot, rot, met, met, pot, pot, put, pit, pet, pet, mat, mat, mijt ••
-d ", MAW/ 4141111W1IFIZZ ~
l
··l
mijn pot mijn
mijn mat
mijn pet
mijn mijt
..
..
mijn mes mIJn
mijn pen mIJn
..
..
mijn pen pen en mijn mes, pas op mes, sus. pas op mIJn en mIJn sus. ~-
mol, rol, pol, pel, pal, pijl, el rat, mot, mot, rot, met, met, pot, pot, put, pit, pet, pet, mat, mat, mijt pol en sus, sus, rap rap in in rij. rij. pol en
poL pas op mijn mijn pijl, pijl, pol. pas op rol mijn mat op, pol. pol. mat al al op, J. Op de Beeck Beeck:: Lezen, Lezen, Schrijven, Schrijven, Orthographiëeren. Orthographiëeren. I.I.
1929.
2
-
6 --
les, los, lot, lat, let, lip, lap
r' l:i 7J}t, ~ mijn mijn les, les, mijn mijn lot, lot, mijn lat, lat, mijn lijn met mijn mijn lat, lat, pol, pol, lijn met in mijn mijn pot, pot, sus? sus? is mijn pap pap in is mijn mijn les les mis, mis, pol? pol? is is mijn rol rol mijn mijn lijn lijn op op mijn mijn rol, rol, mus. mus.
vos, vos, vijs, vijs, val, vel, vol, vel, vul, vul, vol, vijl, vat, vat, vet, vet, • van, VIn. van, vin.
r' l:i 7J}t, ~ vul mijn pot met vet, sus. is mij n pan al vol, pol?
-
77 -
da,s, das, dus, dus, des, des, dal, dal, dol, dul, dit, dat, dop, dul, dan, dan, den, den, dun
arm •wig"dal, rztmdol, da,s, das, dus, dus,Ades, des, dal, is dat dat de de das, das, pol pol? ? de lat latdun, dun, sus sus? is de ? 1. dop dop de pen in in den den pot. pot. de pen 2. 2. is is al al ijs ijs op op den den put, put, sus sus?? 3. vul dit .vat vat met met vet, vet, pol. pol. 4. 4. dat dat mes mes is is van van mij, mij, mus. mus. 5. 5. mijn mijn pijl pijl is van van den. den. mijn mes mes? en mijn mijnpen pen? en mijn ? en. ? 6. 6. pas pas op op mijn mijn part pan en en miju mijn lat. lat. 7. 7. is is de de rat rat in in de deval? val?
-
88 -
tas, tOll_, ton, tol, tel, ta,p, top, tip, tip, tap, top,
tin, tot, tal, til, tij
ta,p, top, tip, tip, tijtil, tap, top, tap dit vat vol. vol. is de de ton ton vol?? tap dit vat de pot de tas tas is is vet. vet. de pot isis van van tin. tin. in in de
das das en en tas tas dal en en tal tal dal dol en dol en tol dop en en top top dop tol en en lot lot lat en tal en tel la p en en pal pal lap let en pil en en lip lip top en en pot pot pil top vul tot tot dat dat de de pot pot vol vol is. is. vul de pan pan op, op, pal, pol, en en let let op. op·. til de de pin pin van van mijn mijn tol, tol, lot lot?? is de
-
9 -
dak, dek, dik, duk, dijk, pak, pek~ lijk, lik, lik, pak, pek, pik, pik, lijk, 10k, lek, lak, lak, tik, tik, tak, tak, lok, lek, vak, mik mik tijk, vak
10k, lek, lak, lak, tik, tik, tak, tak, lok, lek, de tak is dik, ik ik lak lak mijn pak. de tak is dik, ik pak mijn mijn pen pen en en mijn lat. ik pak ik dek mij met mij mijnn pet. 1. 2. 3. 4. 5. 6. pijl. 77,.
pak de rat, rat, duk. duk. pak de is de das das dik dik en en vet? vet? is de is de rok rok van van tijk, tijk, rik? rik? is de de pot is is vol vol met met pek. pek. de pot ik mik met met mijn op de de rat. ik mik mijn pijl op rik, let op op mijn tol en op op mijn tol en ik ijl met pol tot op den den dijk. tot op
-
10 -
kat, kap, kap, kop, kop, kip, kip, kas, kat, kin, ken, kon, kan, kijk, kok, kus kok, kus kin, ken, kon, kan, de kas, de de kat, kat, de de kok, kok, de kas, les al. ik kap, ik kan mijn les al. kan mijn kap, ik 1. L 2. 3.
op die kas kas is de de kat. op die de kip is is in in de de rem ren. de kip is de kan tin, pol? pol van tin, is de ka-n van
4. 5.
kijk, rik, de rat is inde val. de rat is in de val. pas op, mus, ik pak den tak en kap.
-
11
-
ko:m, kam, ka:m, lam, la:m, lijm, lij:m, liom, do:m, dam, da:m, tam, tem, tem, dom, •
SOlll, ram, ralll, rim rllll som, rei 2Prl 7/ 74(A Prl KI-TAI II I Fir PA I I rei 2 7/ 74(A
poL kam mij, mij, kom kom met met mij, mij, pol. ik kam is dit lam van rik, rik, sus sus?? lam van de som van van 3 en 4 is 7. de som 1. 2. 3.
ik kam mij rnet met den kam. kam mij kijk, de lijm is in den den pot. pot. is in kijk, de is de vos ·vos tam? taln? en en de de das? is de
4. sus met de de kom kom om om vet vet sus is is met 5. mijn lam tam. lam is is tam. 5. mijn
-- 12 12 --
~ I
I
134 bel, bijl~ bal, bol, bil, bus, bes, bak, bes, bak, bek, buk, ban, ben, bot, bijt, bim, bOln, bin', bom, bot, blit, ban1, bii b am, bij
bot, bijt, bim, bOln, bin', bom, bot, blit, ik kap met met de de bijl. bijl. ik kap in den bak bak is is mijn mijn pen pen in den mijn mes is bot. bot. mijn mes dak, dak, tak tak bek, pek pek bel, bel, pel pel 1. 2. 2. 3. 3.
dijk, tijk tijk dijk, bol, pol pol bol, pot bot, pot bot,
bak, pak pak bak, bijl, pijl ben, pen pen ben,
de baas baas vol? vol? de de bes bes isis rijp. rijp. is de pak den bal en bol tot bij bij mij. mij. pol, pak deu bal en bol duk bijt bijt in in den den kop kop van van de de kip. kip. duk
-- 13 13 --
dog, dag, rog, rug, rog, rug, •• mug, rijg, nlug, r1Jg, •• vijg, eg, VIJg, eg, lig , lag, lig, leg, log leg, log.
-~1Y'fL/~ /Alt/1741111r/X7
rag dat hlg mes op op de de kas? kas? dat mes is de kop kop van van den dendog dogdun dun? is de ? in den bek bek van van de de sijs sijs is is de de mug. mug. in den
dag, pol. dag, poL dag, rik. dag, rik. pak mijn bal, bal, pol. pol. pak mijn dan rik rik? en en dan ? rol den bal bal tot tot bij bij mij, mij, pol. pol. rol den pas rol. pas dan dan op, op, rik, rik, ik rol.
-- 1144 --
nok, nat, net, nut, nek, nolr, nul, nijl, niejl, nam, nog, non
21/L,21dr~ nul en nul nul is is nog nog nul. nul. nul en is de nek nek van van den den dog dog dik? dik? is de de kat nam nam de de kip kip van van de de kas. kas. de kat is mijrk mij n pet pet net? net?
1. pol, isisinindedepan pannog nog vet? vet? I. pol, 2. pan .is nog vol vol vet, vet, net. net. 2. de de pan is nog 3. is mijn pijl nog nat, nat, rik? rik? is mieju piji nog 4. de kop van van de kat is is dik. dik. de kop de kat 5. in de ren ren is is de de kip. kip. in de 6. dit vat nog vol vol pek. pek. vat is is nog 7. is de mug mug nog nog in in den den bek bek van van de de is de ? sijs? SIJS 8. kijk, de pan is is nog nog van van dit dit dak. dak. de pan 00
0
-- 15 15 --
hak, hok, hok, hek, hek, -hol, hol, hal, hel, heg, h\jg, hijg, ham, hem, hen, hun
~,~~~ de vos is is het het hol. hol. ik ik ken ken hop. hop. de vos is de hak hak van van rik? rik? is is het het mes mes bot? bot? is de de sijs is is in in de de lieg. heg. de sijs al, hal; el, el, hel, hel; eg, eg, heg, heg; en, en, hen. hen. al, hal,
za,g, zak, zag, zeg, zijg, zijg, zak, zes, zal, zin, zijn, zes, zus, zat, zit, zot zus,
:t::ff~~= • •
•
zat de de hen hen nog nog in in het het hok, hok, zus? zus? zij zit zit op op het het hek, hek, rik. rik. zij 6+0 = = 6. 6. zes zes en en nul nul isis zes. zes.
- 16 16 -
mijn mes mes zit zit ill in mijn mijn zak. zak. mijn rijp de bes bes is is vol sap; clan dan zal zij zij rijp de .. zijn. ZIJn. 3. is de de hak hak van van pol? pol? zij is van van rik. 4. de de mug mug zat zat op op den den tak; tak; dat dat zag zag en de de sijs. hap! hap! en de mug mug lag lag in den den bek bek van van de de sijs. sijs. in mis zijn? 5. zeg, mus, zal pol in de de mis zijn? zal pol
1. 2.
wat, wet, wit, weg, wek, 'Wel, wek, wel, wal, wil, wal, wil, wol, wijk, wol, • •• WIn, WIJn, win, wijn, •• wijs was, WIJS
~,u:t·,ud wijs mij de de wip, wip, pol. wijs mij dat ik wel, wel, rik. dat wil wil ik wiL zeg : ik kan en en ik wil.
-- 17 17 --
sus en mus. mus. sus en dag, sus. dag, sus. dag, mus. dag, mus. ik ken ken mijn mijn les. les. wel, sus, ik wel, sus, zeg dan wat is is hol? hol? dan :: wat de ton en en het het vat vat zijn zijn hol. hol. de ton wat zag de de kat? kat? wat zag de kat zag zag de de rat rat in in het het hol. hol. de kat wat indedepan pan? wat is in ? de pan is is vol vol met niet vet. vet. de pan is het vet vet ros? ros? is het het vet is is wit. wit. het yet wat nog wit? wit? wat is nog wijn en wol wol zijn zijn wit. wijn en wat van wol? wol? wat is van de sok is van wol. de sok van wol. het wel, mus. DIUS. het is wel,
-- 18 18 --
bed, bad, bid, bid, bed, bad, rijd, rad, mijd; J1IP';:~~" pad, tijd, lijd, ~~1r nijd, vod nijd, lid, lid, vod =~..
&rt; dd~d; V1Jd; ik lig op tijd in het bed. bed. in het ik lijd pijn in den kop. kop. ik lijd in den ik mijd den nijd en bid op op tijd. tijd. en bid
gom, gam, gat, gal, gom, gam, gat, gal, giej, gil, gij, glll, gek, gel{, god god gil, gul,
r;#;rd;É ik leg mijn gom' weg in den den bak. bak. ik leg mijn gom* weg in de gek is is zot. zot. de gek mijn god, giod, wijs mijn mij den den weg weg tot tot 'U.. wijs mij
-
\1/4'%\\V\ '
I
(
19
-
laf, laf, lof, lof, lijf, lijf, kaf, l~af, kijf, kij f, gaf, dof, dof, of, of, af, hef, rijf, hef, viejf, v~j f, rij f, pif, pof, pof, paf, paf" hof
ILrr#~
ik hak en en ik ik rijf -rijf in in den den hof. hof. ik hak had pijn in in het het lijf? lijf? had pol pol pijn ik ben op op tijd tijd in in mis mis en en lof. lof. ik ben
f ik, f,jIl, fok, fop, fik, fijn, fijt, fel, fol~,
ILrr#~ de vos is is fijn. fijll. de vos wat het fijt? fij t ? wat is is het fik, is fok in in het het hok? hok? is fok
-
20
-
fok. de de kip kip lag lag op op de de kas kas;; fok zag zag' rap rap wat het het was was;;
de mij mijnn ;; kom, kom, zij is is de wel, wel, wel, wat wat is is zij zij fijn! wel, fijn ------
kar, dor, dor, der, der, mor, lnor , nar, nar, ver, ver, er
~> ~;L?0 ut; het rad der der kar kar is is rot. rot. het rad de nar is gek of of zot. de nar is gek
---- 21 21
-
jan, jas, jak, juk, jok jan, jas, jak, juk, jok nlijn is van van wol. wol. mijn jas jas is is de jak jak van van wol? wol? is de jan zit zit op op de de kar. kar. jan
1.
kom ver weg. weg. kom rap, rap, pol, pol, jan jan isis al ver
2.
er wol wol in inhet hetbed bed? is is er ?
jan, pak pak mijn mijn mes; mes; het het zit zit in in den den 3. jan, zak van mijn. mijn jas. jas. zak van 4.
wat zit er in in de de val val? wat zit er
5.
ik rijd rijd met met jam jan per per kar kar weg. weg. ik
6.
is 10. 10. vijf en vijf is
-- 22 22 --
job, tob, ,veb, lob, lob, web, heb, rib, dllb dub de rib van van den den os os is is dik. de rib de web is is Ain. fijn. de web de rib van van den den os os is is dik. de rib ik tob mij mij af af met met jan. ik tob
duw, ruw, ruw, -uw llW duw, .7411",A111111Z027
1"/"Ii
uw pen. pen. duw duw op op de de bel. bel. wijs uw
-
- 23 23 -
1. I.. 2. 3. 4. 5.
de bak bak is is nog nog ruw. ruw. de mijn tol tol zit zit in in den den zak zak van van uw uw miju .jas, . Jas, jan. Jan. is de de pin pin van van uw uw tol tol los, los,rik? rik? is zeg uw uw les les op, op, jan. jan. zeg jan kan dat is wel. wel. jam kan mijn mijn les; les; dat
och, toch, poch, poch, doch, och, toch, noch, ach, lach, kuch, noch, ach, lach, noch, ach, lach, kuch, noch, ach, lach, noch, ach, lach, kuch, noch, lach, noch, ach, lach, kuch, noch, ach, ach, lach, zich noch, ach, lach, lach, kuch, noch, ach, 1. 2. 3. 4. 5.
ik heb noch noch rijf, rijf, noch noch hak. hak. ik heb ach, rik, "rat heb heb ik ik pijia! pijn! rik, wat jan, pak pak toch toch uw uw pij1 pijl op. op. jan, kap doch pas pas op. op. kap den den tak tak af, af, rik, doch zich op op den den bak. bak. zet zich jan zet
--<}~
Elk echt exemplaar exemplaar draagt draagtdedehandteekening handteektmingvanvan schrijver. Elk echt denden schrijver.
yofoole Beeeis