LEVENSLANG LEREN RAPPORTERING
FASE
3:
ANALYSE VAN DE VRAAG VAN WERKGEVERS NAAR OPLEIDIN-
GEN
STUDIE UITGEVOERD IN OPDRACHT VAN HET PROVINCIEBESTUUR WEST-VLAANDEREN EN DE CONSORTIA VOLWASSENENONDERWIJS MENES EN WEBROS OKTOBER 2009
INHOUDSTAFEL HOOFDSTUK 1:
METHODOLOGIE
3
HOOFDSTUK 2:
RESULTATEN
5
1.
Respons op de enquête
5
2.
Kenmerken van de organisaties
7
2.1.
Regio, sector, tewerkstellingsklasse
7
2.2.
Andere kenmerken van de organisaties
8
3.
4.
5.
6.
7.
Opleidingsbehoeften
11
3.1.
Algemeen
11
3.2.
Opleidingsbehoeften per doelgroep
14
3.3.
Prioritaire opleidingsbehoeften
16
3.4.
Interne of externe invulling opleidingsbehoeften
29
De keuze van de externe opleidingsinstanties
31
4.1.
Imago van de diverse opleidingsverstrekkers
31
4.2.
Op welke opleidingsverstrekkers doet men een beroep?
37
De opleidingen zelf
39
5.1.
Welke opleidingen genieten de voorkeur?
39
5.2.
Wie is de initiatiefnemer voor het volgen van opleidingen?
42
5.3.
Hoe zoekt men geschikte opleidingen?
43
5.4.
Kent en gebruikt men tegemoetkomingen bij opleidingen?
45
5.5.
Effect huidige economische crisis op vraag naar opleidingen
53
De afstemming tussen vraag en aanbod
54
6.1.
Algemeen
54
6.2.
Verbeteracties
57
Besluiten
63
7.1.
Kenmerken organisaties
63
7.2.
Opleidingsbehoeften
63
7.3.
Externe opleidingsinstanties
64
7.4.
De opleidingen zelf
65
7.5.
Afstemming tussen vraag en aanbod
65
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
1
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
2
In deze onderzoeksfase gaan we via een onlinebevraging de opleidingsbehoeften bij de West-Vlaamse werkgevers na. We lichten eerst de methodologie toe. Daarna worden de resultaten uitgebreid besproken.
HOOFDSTUK 1: METHODOLOGIE De bedoeling van de bevraging is de opleidingsbehoeften van de West-Vlaamse bedrijven te achterhalen. Dit gebeurde in een korte online-enquête van ongeveer 10 minuten. Er werd een steekproef van West-Vlaamse organisaties aangeschreven (via brief of email) om mee te werken aan de enquête. De enquêtes werden verstuurd naar de maatschappelijke zetel en waren gericht aan de persoon verantwoordelijk voor de opleidingen of aan de verantwoordelijke van de personeelsdienst. De vragen hadden betrekking op alle West-Vlaamse vestigingen die tot de organisatie behoren. De organisaties werden als volgt geselecteerd: het was in eerste instantie de bedoeling om een representatieve steekproef van ongeveer 2.000 bedrijven te bevragen. We deden hiervoor een beroep op de Bel-First databank van Bureau van Dijk. Deze databank bevat alle neergelegde jaarrekeningen van de Belgische bedrijven die verplicht zijn om een jaarrekening neer te leggen (verkort en uitgebreid schema). Uit de circa 46.500 adressen van bedrijven met maatschappelijke zetel in West-Vlaanderen werden 2.017 adressen willekeurig geselecteerd. Van een aantal van deze bedrijven beschikten we over het e-mailadres. Deze bedrijven werden per e-mail benaderd. De overige 1.684 bedrijven werden per brief aangeschreven. Daarnaast werd beslist om alle andere bedrijven uit de Bel-First databank waarvan het e-mailadres gekend was ook aan te schrijven om deel te nemen aan de enquête. Dit zorgt voor een ruimere respons waardoor ook meer betrouwbare resultaten kunnen worden bekomen; de Bel-First databank bevat echter nauwelijks adressen uit de non-profitsector. Daarom werden ook andere databestanden geraadpleegd. Zo werden ook alle gemeenten en OCMW’s in West-Vlaanderen aangeschreven. Vervolgens werd ook een steekproef van onderwijsinstellingen en andere non-profitorganisaties (sociale dienstverlening, geestelijke en lichamelijke gezondheidszorg, …) geselecteerd. We deden hiervoor een beroep op de website van Onderwijs Vlaanderen en op gegevens uit de Sociale Kaart. Uiteindelijk werden 9.000 organisaties benaderd om deel te nemen aan de enquête: 7.223 per e-mail en 1.777 via brief. Om de organisaties aan te moedigen om deel te nemen aan de enquête werd hen meegedeeld dat zij achteraf het rapport met de belangrijkste resultaten zouden krijgen zodat ze zelf inzicht krijgen in een set van anonieme maar nuttige benchmarks. De deelnemers maakten bovendien kans op één van de 10 duo-cinematickets die zouden worden verloot. Er werd ook een advertentie rond de enquête (zie bijlage 1) gepubliceerd in ‘Ondernemers in West-Vlaanderen’ van VOKA, editie 12 juni 2009. De enquête zelf werd verstuurd in de eerste week van juni 2009. Ze werd gericht aan de opleidingsverantwoordelijke of aan de verantwoordelijke van de personeelsdienst. Een exemplaar van de vragenlijst is opgenomen als bijlage 2.
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
3
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
4
HOOFDSTUK 2: RESULTATEN In dit hoofdstuk bespreken we de resultaten van de enquête naar de opleidingsbehoeften van de West-Vlaamse bedrijven. We bespreken achtereenvolgens: de respons op de enquête; de kenmerken van de deelnemende organisaties; de opleidingsbehoeften van de organisaties; de keuze van de externe opleidingsinstantie; de kenmerken van de opleidingen die de organisaties prefereren; de afstemming tussen vraag en aanbod.
1. Respons op de enquête De globale respons op de enquête bedraagt 563 ingevulde vragenlijsten. Een exact responspercentage kan niet worden berekend, aangezien bij het verzenden van de enquête is gebleken dat heel veel e-mailadressen uit de Bel-First databank niet meer in gebruik waren. Er waren minstens 1.500 mails (maar allicht veel meer) onbezorgbaar. We schatten dat het responspercentage (het aantal ingevulde enquêtes op het totale aantal verstuurde (en terechtgekomen) enquêtes) dan ook tussen de 8 en de 10% ligt. Het was vooral de bedoeling om een representatieve steekproef te bereiken, waarbij uitspraken mogelijk waren tot op het niveau van de West-Vlaamse regio’s. Een voorwaarde hiervoor was dat er per regio minstens 100 organisaties zouden deelnemen aan de enquête. Tabel 1 geeft een overzicht van de deelgenomen bedrijven naar regio, sector en aantal werknemers. Tabel 1 Profiel van de bevraagde organisaties, WES-enquête 2009 (in absolute cijfers en in %) Omschrijving REGIO
Brugge Oostende-Westhoek Midden-West-Vlaanderen Kortrijk Land- en tuinbouw Industrie en bouw Groot- en kleinhandel, horeca Commerciële diensten Non-profitsector
SECTOR
AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN
FUNCTIE VAN DE RESPONDENT
Aantal respondenten (absoluut) 135 132 151 145 7 190 117 155 94
% respondenten
210 91 131 131 324
37,3 16,2 23,3 23,3 57,5
57 56 26 25 22 15 38 563
10,1 10,0 4,6 4,4 3,9 2,7 6,8 100,0
<5 werknemers 5-9 werknemers 10-49 werknemers 50 of meer werknemers Bedrijfsleider Administratief medewerker/secretariaatsmedewerker Verantwoordelijke personeelsdienst Managementassistent HR-manager Opleidingsverantwoordelijke Medewerker personeelsdienst Andere
Aantal respondenten
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
24,0 23,4 26,8 25,8 1,2 33,7 20,8 27,5 16,7
Oktober 2009
5
Uit de tabel blijkt dat er 135 enquêtes teruggekeerd zijn uit de regio Brugge, 151 uit de regio Roeselare-Tielt en 145 uit de regio Kortrijk. Vanuit de Westhoek ontvingen we 86 enquêtes en vanuit de regio Oostende 46. We hebben ervoor geopteerd om de regio’s Westhoek en Oostende samen te voegen, zodat ook voor deze (samengevoegde) regio betrouwbare uitspraken mogelijk zijn. De vier regio’s die we op die manier hebben afgebakend komen aldus overeen met de afbakening van de SERR-regio’s in WestVlaanderen. De regio’s Brugge en Oostende-Westhoek vormen daarenboven het werkingsgebied van het consortium Webros, de regio’s Roeselare-Tielt (Midden-WestVlaanderen) en Kortrijk deze van het consortium Menes. Van de 563 organisaties die de enquête hebben ingevuld, is 33,7% (190 bedrijven) actief in de industrie en de bouw. 27,5% (155 bedrijven) behoort tot de sector ‘commerciële diensten’, 20,8% (117 bedrijven) tot de sector ‘groot- en kleinhandel, horeca’ en 16,7% (94 bedrijven) tot de non-profitsector. 1,2% van de respondenten is een land- en tuinbouwbedrijf. Omwille van het geringe aantal respondenten (7) in deze sector, worden in het vervolg van het onderzoek geen afzonderlijke resultaten voor deze sector weergegeven. Opsplitsing per aantal werknemers toont dat 210 deelgenomen bedrijven (37,3%) minder dan 5 werknemers hebben, 131 (23,3%) hebben tussen 10 en 49 werknemers, 131 (23,3%) hebben meer dan 50 werknemers en 91 (16,2%) hebben tussen vijf en negen werknemers. Van alle bedrijven met meer dan 50 werknemers behoort 47,3% tot de non-profitsector en 36,6% tot de sector ‘industrie en bouw’. In bijna 60% van de bedrijven heeft de bedrijfsleider zelf de enquête ingevuld. Is deze steekproef nu representatief? Dit is een moeilijke vraag. We beschikken immers niet over statistieken betreffende de kenmerken van de organisaties met maatschappelijke zetel in West-Vlaanderen. We kennen met andere woorden niet de kenmerken van de totale populatie waarmee we onze steekproef kunnen vergelijken en indien nodig herwegen. Wel bestaan er gegevens van het aantal vestigingen met loontrekkende werknemers en de bezoldigde tewerkstelling per sector en arrondissement van West-Vlaanderen. Deze gegevens betreffen cijfers per vestiging en niet per maatschappelijke zetel. Ze houden ook geen rekening met het aantal zelfstandigen. Als we onze steekproef dan toch met deze cijfers willen vergelijken en als we veronderstellen dat de kenmerken van de West-Vlaamse vestigingen met loontrekkenden dezelfde zijn als deze van de bedrijven met maatschappelijke zetel in West-Vlaanderen, dan kunnen we (met enige voorzichtigheid) besluiten dat er allicht in onze steekproef een oververtegenwoordiging is van bedrijven uit de regio Roeselare-Tielt en een ondervertegenwoordiging van bedrijven uit de regio Oostende-Westhoek. Naar sector zien we dan een oververtegenwoordiging van de industrie en bouw en een ondervertegenwoordiging van de handel en diensten. We opteren er evenwel voor om geen weging op de resultaten door te voeren omdat de verschillen relatief beperkt zijn, enerzijds, en omdat de exacte kenmerken van de populatie niet gekend zijn, anderzijds. De resultaten hieronder zullen bovendien allemaal opgesplitst worden naar regio, sector en grootteklasse zodat verschillen tussen regio’s, sectoren en tewerkstellingsklassen duidelijk worden.
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
6
2. Kenmerken van de organisaties 2.1. Regio, sector, tewerkstellingsklasse Het profiel van de organisaties werd hierboven reeds besproken. Deze gegevens willen we hier verder verfijnen. Het is belangrijk dat we een goed zicht hebben op de kenmerken van de organisaties per regio. Daarom tonen tabellen 2 en 3 de sector, respectievelijk het aantal werknemers in de bevraagde organisaties en dit per regio. Tabel 4 toont de verdeling van het aantal werknemers in de West-Vlaamse vestigingen per sector. Er zijn duidelijke verschillen in de sectorstructuur per regio (tabel 2). Deze komen grotendeels overeen met de werkelijke spreiding van de sectoren over de regio’s. Zo zijn de industrie en de bouw sterk vertegenwoordigd in de regio’s Kortrijk en Midden-WestVlaanderen. De handel, horeca en commerciële diensten zijn sterk aanwezig in de regio Brugge en in de regio Oostende-Westhoek hebben relatief veel bedrijven uit de nonprofitsector deelgenomen aan de enquête. Tabel 2 De sector waartoe de organisaties behoren, naar regio, WES-enquête 2009 (in %) Sector
Brugge
Land- en tuinbouw Industrie en bouw Groot- en kleinhandel, horeca Commerciële diensten Non-profitsector Totaal Aantal respondenten
1,5 18,5 27,4 39,3 13,3 100,0 135
OostendeWesthoek 31,8 13,6 25,8 28,8 100,0 132
MiddenWestVlaanderen 2,0 42,4 16,6 24,5 14,6 100,0 151
Kortrijk
Totaal
1,4 40,7 25,5 21,4 11,0 100,0 145
1,2 33,7 20,8 27,5 16,7 100,0 563
Uit tabel 3 blijkt dat er relatief veel organisaties met minder dan 5 werknemers uit de regio Brugge hebben deelgenomen aan de enquête en relatief veel organisaties met meer dan 50 werknemers uit de regio Oostende-Westhoek. Ten slotte zien we in tabel 4 dat 66% van de organisaties uit de non-profitsector 50 of meer werknemers telt. Kleine bedrijven zijn vooral terug te vinden in de handel- en dienstensector. Tabel 3 Het aantal werknemers in de organisaties, naar regio, WES-enquête 2009 (in %) Aantal werknemers <5 werknemers 5-9 werknemers 10-49 werknemers 50 of meer werknemers Totaal Aantal respondenten
Þ
Brugge
OostendeWesthoek
46,7 17,0 18,5 17,8 100,0 135
35,6 17,4 18,2 28,8 100,0 132
MiddenWestVlaanderen 33,8 16,6 23,8 25,8 100,0 151
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Kortrijk
Totaal
33,8 13,8 31,7 20,7 100,0 145
37,3 16,2 23,3 23,3 100,0 563
Oktober 2009
7
Tabel 4 Het aantal werknemers in de organisaties, naar sector, WES-enquête 2009 (in %) Aantal werknemers
Land- en Industrie en tuinbouw bouw
<5 werknemers 5-9 werknemers 10-49 werknemers 50 of meer werknemers Totaal Aantal respondenten
57,1 28,6 14,3 100,0 7
24,2 18,4 32,1 25,3 100,0 190
Groot- en kleinhandel, horeca 49,6 19,7 21,4 9,4 100,0 117
Commerciële Nondiensten profitsector 59,4 17,4 16,8 6,5 100,0 155
10,6 4,3 19,1 66,0 100,0 94
Totaal 37,3 16,2 23,3 23,3 100,0 563
Het is belangrijk dat we met deze onderlinge verschillen rekening houden bij de verdere bespreking van de resultaten. Zo kunnen verschillen tussen regio’s grotendeels verklaard worden door verschillen in de onderlinge kenmerken van de bedrijven, eerder dan te zoeken naar regiospecifieke oorzaken.
2.2. Andere kenmerken van de organisaties Uit figuur 1 blijkt dat slechts 19,2% van de organisaties over een geschreven opleidingsplan beschikt. Bijna 30% heeft een jaarlijks opleidingsbudget. Ongeveer eenzelfde percentage heeft procedures rond opleidingen en ook 30% heeft een opleidingsverantwoordelijke. Figuur 1 De mate waarin de organisaties beschikken over een geschreven opleidingsplan, een jaarlijks opleidingsbudget, procedures rond opleidingen en een opleidingsverantwoordelijke (in %)
Opleidingsverantwoordelijke
30,2
69,8
Procedures rond opleidingen
31,4
68,6
29,3
Jaarlijks opleidingsbudget
Geschreven opleidingsplan
70,7
19,2
0%
10%
80,8
20%
30%
40%
Organisatie beschikt hierover
Þ
50%
60%
70%
80%
90% 100%
Organisatie beschikt hier niet over
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
8
Tabellen 5 tot en met 8 tonen de verschillen tussen de organisaties. Zo stellen we vast dat de non-profitsector een positieve uitschieter is: 30,9% van de non-profitorganisaties heeft een geschreven opleidingsplan. Hoewel dit percentage nog ondermaats is, ligt het toch duidelijk boven het algemeen gemiddelde van 19,2%; 80,9% heeft een jaarlijks opleidingsbudget; 76,6% heeft procedures rond opleidingen; 69,1% heeft een opleidingsverantwoordelijke. Tabel 5 Het percentage organisaties met een geschreven opleidingsplan, naar enkele kenmerken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %) Omschrijving REGIO
Brugge Oostende-Westhoek Midden-West-Vlaanderen Kortrijk Industrie en bouw Groot- en kleinhandel, horeca Commerciële diensten Non-profitsector
SECTOR
AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN
<5 werknemers 5-9 werknemers 10-49 werknemers 50 of meer werknemers
Totaal
Is er een geschreven opleidingsplan? Ja Neen Totaal 14,8 85,2 100,0 21,2 78,8 100,0 18,5 81,5 100,0 22,1 77,9 100,0 19,5 80,5 100,0 14,5 85,5 100,0 16,1 83,9 100,0 30,9 69,1 100,0 6,2 16,5 19,8 41,2 19,2
93,8 83,5 80,2 58,8 80,8
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Aantal respondenten 135 132 151 145 190 117 155 94 210 91 131 131 563
Tabel 6 Het percentage organisaties met een jaarlijks opleidingsbudget, naar enkele kenmerken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %) Omschrijving REGIO
Brugge Oostende-Westhoek Midden-West-Vlaanderen Kortrijk Industrie en bouw Groot- en kleinhandel, horeca Commerciële diensten Non-profitsector
SECTOR
AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN
Totaal
Þ
<5 werknemers 5-9 werknemers 10-49 werknemers 50 of meer werknemers
Is er een jaarlijks opleidingsbudget? Ja Neen Totaal 25,2 74,8 100,0 38,6 61,4 100,0 25,2 74,8 100,0 29,0 71,0 100,0 18,4 81,6 100,0 15,4 84,6 100,0 23,2 76,8 100,0 80,9 19,1 100,0 9,5 25,3 32,8 60,3 29,3
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
90,5 74,7 67,2 39,7 70,7
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Oktober 2009
Aantal respondenten 135 132 151 145 190 117 155 94 210 91 131 131 563
9
Tabel 7 Het percentage organisaties met procedures rond opleidingen, naar enkele kenmerken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %) Omschrijving REGIO
Brugge Oostende-Westhoek Midden-West-Vlaanderen Kortrijk Industrie en bouw Groot- en kleinhandel, horeca Commerciële diensten Non-profitsector
SECTOR
AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN
<5 werknemers 5-9 werknemers 10-49 werknemers 50 of meer werknemers
Totaal
Zijn er procedures rond opleidingen? Ja Neen Totaal 24,4 75,6 100,0 39,4 60,6 100,0 29,8 70,2 100,0 32,4 67,6 100,0 26,3 73,7 100,0 13,7 86,3 100,0 25,2 74,8 100,0 76,6 23,4 100,0 10,0 22,0 32,1 71,8 31,4
90,0 78,0 67,9 28,2 68,6
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Aantal respondenten 135 132 151 145 190 117 155 94 210 91 131 131 563
Tabel 8 Het percentage organisaties met een opleidingsverantwoordelijke, naar enkele kenmerken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %) Omschrijving REGIO
Brugge Oostende-Westhoek Midden-West-Vlaanderen Kortrijk Industrie en bouw Groot- en kleinhandel, horeca Commerciële diensten Non-profitsector
SECTOR
AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN
Totaal
<5 werknemers 5-9 werknemers 10-49 werknemers 50 of meer werknemers
Is er een opleidingsverantwoordelijke? Ja Neen Totaal 24,4 75,6 100,0 38,6 61,4 100,0 26,5 73,5 100,0 31,7 68,3 100,0 26,8 73,2 100,0 17,9 82,1 100,0 20,6 79,4 100,0 69,1 30,9 100,0 11,9 25,3 32,1 61,1 30,2
88,1 74,7 67,9 38,9 69,8
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Aantal respondenten 135 132 151 145 190 117 155 94 210 91 131 131 563
We merken ook op dat de grote organisaties (minstens 50 werknemers) beter scoren dan de kleinere: 41,2% van de organisaties met 50 of meer werknemers heeft een geschreven opleidingsplan; 60,3% heeft een jaarlijks opleidingsbudget; 71,8% heeft procedures rond opleidingen uitgewerkt; 61,1% heeft een opleidingsverantwoordelijke. Naar regio valt op dat vooral de regio Oostende-Westhoek goed scoort. Dit heeft vooral te maken met het relatief grote aandeel organisaties uit de non-profitsector dat in deze regio heeft deelgenomen aan de enquête.
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
10
3. Opleidingsbehoeften 3.1. Algemeen Uit figuur 2 en tabel 9 blijkt dat 66,8% van de bevraagde bedrijven een opleidingsbehoefte heeft op korte termijn (najaar 2009) of op iets langere termijn (2010) voor hun werknemers. We merken op dat de behoefte naar opleidingen groot is in de nonprofitsector. 92,6% van de non-profit organisaties geeft aan behoefte te hebben aan opleidingen voor werknemers, terwijl het percentage in de sectoren ‘commerciële diensten’ en ‘industrie en bouw’ gelijk is aan 63,2% en in de sector ‘groot- en kleinhandel, horeca’ aan 57,3%. Aangezien het overgrote deel van de organisaties met 50 of meer werknemers vertegenwoordigd wordt door bedrijven uit de non-profitsector of uit de sector ‘industrie en bouw’, is alsook de opleidingsbehoefte bij deze bedrijven groot (91,6%). Voor bedrijven tussen de 10 en 49 werknemers is dit voor 74% het geval, voor bedrijven tussen 5 en 9 werknemers is er een opleidingsbehoefte in 65,9% van de bedrijven en in de bedrijven met minder dan 5 werknemers in 47,1%. Verder zien we dat de bedrijven gevestigd in Brugge minder behoefte hebben aan opleidingen voor werknemers (59,3%) dan de bedrijven uit de regio Midden-West-Vlaanderen (68,2%), de regio Kortrijk (69%) en de regio Oostende-Westhoek (70,5%). Figuur 2 Het percentage organisaties met opleidingsbehoeften op korte termijn (najaar 2009) of op iets langere termijn (2010) voor hun werknemers, WES-enquête 2009 (in %)
Geen opleidingsbehoefte 33,2%
Opleidingsbehoefte 66,8%
Tabel 9 Het percentage organisaties met opleidingsbehoeften op korte termijn (najaar 2009) of op iets langere termijn (2010) voor hun werknemers, naar enkele kenmerken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %) Omschrijving
REGIO
Brugge Oostende-Westhoek Midden-West-Vlaanderen Kortrijk Industrie en bouw Groot- en kleinhandel, horeca Commerciële diensten Non-profitsector
SECTOR
AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN
Totaal
Þ
<5 werknemers 5-9 werknemers 10-49 werknemers 50 of meer werknemers
Is er een opleidingsbehoefte in de organisatie? Ja Neen Totaal 59,3 40,7 100,0 70,5 29,5 100,0 68,2 31,8 100,0 69,0 31,0 100,0 63,2 36,8 100,0 57,3 42,7 100,0 63,2 36,8 100,0 92,6 7,4 100,0 47,1 65,9 74,0 91,6 66,8
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
52,9 34,1 26,0 8,4 33,2
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Oktober 2009
Aantal respondenten 135 132 151 145 190 117 155 94 210 91 131 131 563
11
33,2% van de bedrijven heeft geen opleidingsbehoefte in de tweede helft van 2009 en in 2010. Figuur 3 en tabellen 10 tot en met 13 tonen de redenen waarom deze organisaties geen opleidingsbehoeften hebben. We stellen vast dat 78,8% van de bedrijven de reden ‘een te kleine organisatie’ aanduidt als één van de drie belangrijkste redenen waarom men niet voorziet in opleidingen voor het komende anderhalf jaar. Merk echter ook op dat 7 van de 10 organisaties met meer dan 50 werknemers die geen opleidingsbehoeften hebben deze reden aanhalen. Figuur 3 De belangrijkste redenen waarom men niet voorziet in opleidingen voor het komende anderhalf jaar, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten zonder opleidingsbehoeften) 78,8 55,8
12,8
12,8 1,3
Behoort tot de drie belangrijkste redenen
9,0
1,3
7,1
0,7
6,4 4,6
0,7
Wij hebben geen personeel
3,9
Wij hebben onvoldoende zicht op de opleidingsbehoeften van ons personeel
14,7 3,3
Wij hebben de voorbije jaren reeds veel opleidingsinspanningen geleverd
Wij proberen steeds mensen aan te trekken die reeds over de vereiste vaardigheden en kennis beschikken
De huidige kennis en vaardigheden van de werknemers zijn voldoende
4,6
Wij hebben geen opleidingsbudget
23,1
De kost van opleidingen is te hoog
23,7
Er zijn geen geschikte opleidingen
20,3
Er is geen tijd voor opleidingen in onze organisatie
58,8
We zijn een kleine organisatie
90,0 80,0 70,0 60,0 50,0 40,0 30,0 20,0 10,0 0,0
Belangrijkste reden
Tabel 10 De drie belangrijkste redenen waarom men niet voorziet in opleidingen voor het komende anderhalf jaar, naar regio, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten) Reden
Brugge
We zijn een kleine organisatie De huidige kennis en vaardigheden van de werknemers zijn voldoende Wij proberen steeds mensen aan te trekken die reeds over de vereiste vaardigheden en kennis beschikken Er is geen tijd voor opleidingen in onze organisatie Er zijn geen geschikte opleidingen De kost van opleidingen is te hoog Wij hebben geen opleidingsbudget Wij hebben de voorbije jaren reeds veel opleidingsinspanningen geleverd Wij hebben onvoldoende zicht op de opleidingsbehoeften van ons personeel Wij hebben geen personeel Wij werken met een interimbureau Totaal Aantal respondenten
Þ
Midden-WestVlaanderen 85,7
Kortrijk
Totaal
82,6
OostendeWesthoek 73,5
70,6
78,8
50,0
58,8
50,0
67,6
55,8
21,7 30,4 10,9 15,2 13,0
29,4 11,8 23,5 2,9 11,8
16,7 26,2 11,9 9,5 9,5
29,4 20,6 14,7 23,5 17,6
23,7 23,1 14,7 12,8 12,8
6,5
11,8
9,5
8,8
9,0
4,3 6,5 0,0 241,3 46
8,8 5,9 2,9 241,2 34
4,8 7,1 0,0 231,0 42
11,8 5,9 0,0 270,6 34
7,1 6,4 0,6 244,9 156
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
12
Tabel 11 De drie belangrijkste redenen waarom men niet voorziet in opleidingen voor het komende anderhalf jaar, naar sector, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten) Reden
Industrie en bouw
We zijn een kleine organisatie De huidige kennis en vaardigheden van de werknemers zijn voldoende Wij proberen steeds mensen aan te trekken die reeds over de vereiste vaardigheden en kennis beschikken Er is geen tijd voor opleidingen in onze organisatie Er zijn geen geschikte opleidingen De kost van opleidingen is te hoog Wij hebben geen opleidingsbudget Wij hebben de voorbije jaren reeds veel opleidingsinspanningen geleverd Wij hebben onvoldoende zicht op de opleidingsbehoeften van ons personeel Wij hebben geen personeel Wij werken met een interimbureau Totaal Aantal respondenten
Commerciële diensten
Nonprofitsector
Totaal
79,0
Groot- en kleinhandel, horeca 81,1
78,7
71,4
78,8
58,1
64,9
44,7
42,9
55,8
30,6 21,0 16,1 14,5 12,9
27,0 27,0 13,5 18,9 16,2
17,0 23,4 8,5 8,5 12,8
0,0 14,3 28,6 0,0 0,0
23,7 23,1 14,7 12,8 12,8
6,5
2,7
10,6
57,1
9,0
12,9 0,0 0,0 251,6 62
2,7 5,4 0,0 259,5 37
4,3 10,6 2,1 221,3 47
0,0 28,6 0,0 242,9 7
7,1 6,4 0,6 244,9 156
Tabel 12 De drie belangrijkste redenen waarom men niet voorziet in opleidingen voor het komende anderhalf jaar, naar aantal werknemers, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten) Reden
<5 werknemers
We zijn een kleine organisatie De huidige kennis en vaardigheden van de werknemers zijn voldoende Wij proberen steeds mensen aan te trekken die reeds over de vereiste vaardigheden en kennis beschikken Er is geen tijd voor opleidingen in onze organisatie Er zijn geen geschikte opleidingen De kost van opleidingen is te hoog Wij hebben geen opleidingsbudget Wij hebben de voorbije jaren reeds veel opleidingsinspanningen geleverd Wij hebben onvoldoende zicht op de opleidingsbehoeften van ons personeel Wij hebben geen personeel Wij werken met een interimbureau Totaal Aantal respondenten
Þ
82,8
5-9 10-49 50 of meer werknemers werknemers werknemers 77,8 69,2 70,0
Totaal 78,8
51,6
44,4
76,9
70,0
55,8
14,0 21,5 11,8 10,8 15,1
33,3 25,9 29,6 11,1 3,7
53,8 19,2 7,7 19,2 11,5
10,0 40,0 20,0 20,0 20,0
23,7 23,1 14,7 12,8 12,8
9,7
7,4
7,7
10,0
9,0
4,3 10,8 1,1 233,3 93
14,8 0,0 0,0 248,1 27
3,8 0,0 0,0 269,2 26
20,0 0,0 0,0 280,0 10
7,1 6,4 0,6 244,9 156
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
13
Tabel 13 De belangrijkste reden waarom men niet voorziet in opleidingen voor het komende anderhalf jaar, WES-enquête 2009 (in %) Reden We zijn een kleine organisatie De huidige kennis en vaardigheden van de werknemers zijn voldoende Wij proberen steeds mensen aan te trekken die reeds over de vereiste vaardigheden en kennis beschikken Wij hebben geen personeel Er zijn geen geschikte opleidingen Er is geen tijd voor opleidingen in onze organisatie De kost van opleidingen is te hoog Wij hebben de voorbije jaren reeds veel opleidingsinspanningen geleverd Wij hebben onvoldoende zicht op de opleidingsbehoeften van ons personeel Wij hebben geen opleidingsbudget Wij werken met een interimbureau Totaal Aantal respondenten
% respondenten 58,8 20,3 4,6 4,6 3,9 3,3 1,3 1,3 0,7 0,7 0,7 100,0 153
Voor iets meer dan de helft van de bedrijven (55,8%) behoort de reden ‘huidige kennis en vaardigheden van de werknemers zijn voldoende’ tot de drie belangrijkste redenen om geen opleidingen te voorzien. Verder duidt ongeveer 23% van de bedrijven ‘het steeds proberen mensen aan te trekken die reeds over de vereiste vaardigheden en kennis beschikken’ en ‘er is geen tijd voor opleidingen in onze organisatie’ aan als één van de drie belangrijkste redenen. Bijna 15% zegt dat er geen geschikte opleidingen beschikbaar zijn en voor 13% behoort de reden ‘de kost van opleidingen is te hoog’ tot de drie belangrijkste redenen waarom men geen vraag heeft naar opleidingen. Eenzelfde percentage zegt niet te beschikken over een opleidingsbudget. De redenen ‘wij hebben de voorbije jaren reeds veel opleidingsinspanningen geleverd’ (9%), ‘wij hebben onvoldoende zicht op de opleidingsbehoeften van ons personeel’ (7,1%) en ‘wij hebben geen personeel’ (6,4%) sluiten het lijstje af. De belangrijkste reden voor de organisaties waarom ze niet voorzien in opleidingen is het feit dat men een kleine organisatie is (58,8%) en de gedachte dat de huidige kennis en vaardigheden van de werknemers voldoende zijn (20,3%).
3.2. Opleidingsbehoeften per doelgroep Figuur 4 en tabel 14 geven een overzicht van de opleidingsmateries waaraan er behoefte is in de organisaties met opleidingsbehoeften. Het betreft dus antwoorden van de bedrijven die te kennen hebben gegeven dat er behoefte is aan opleidingen op korte termijn of op iets langere termijn. Deze bedrijven konden meerdere opleidingsmateries aankruisen, vandaar dat de totaalpercentages in tabel 14 groter zijn dan 100%. Voor de tweede helft van 2009 gaven de bedrijven bijvoorbeeld gemiddeld 1,2 opleidingsmateries voor arbeiders, 1,8 opleidingsmateries voor bedienden en 1,5 opleidingsmateries voor kaderleden op. Het is duidelijk dat relatief meer bedrijven opleidingsbehoeften hebben voor bedienden dan voor kaderleden en arbeiders.
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
14
Figuur 4 De doelgroepen waarvoor en de termijn waarin er opleidingsbehoeften zijn in de bedrijven met opleidingsbehoeften, WES-enquête 2009 (in %) 100% 90% 80% 70% 60%
55,0
64,0
50% 40% 30% 20%
32,9
35,4 62,0
67,1
64,6 45,0
36,0
38,0
46,2
53,8
10% 0% Arbeiders
Bedienden
Kaderleden
Arbeiders
Tweede helft 2009
Bedienden
Kaderleden
Jaar 2010
Opleidingsbehoefte
Geen opleidingsbehoefte
Tabel 14 De opleidingsmateries waaraan er een behoefte is in de organisaties, naar doelgroep en termijn, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met opleidingsbehoeften) Opleidingsmaterie Talen Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie Management Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving Informatica en automatisering, computergebruik Techniek en technologie (niet sectorspecifiek) Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid Basiscompetenties (rekenen, schrijven, lezen) Persoonlijke en sociale vaardigheden Andere materies Geen opleidingsbehoefte voor deze doelgroep Totaal Aantal respondenten
Tweede helft 2009 Arbeiders Bedienden Kaderleden 3,7 14,4 5,4 0,6 0,3 0,6 6,2 14,4 13,6 1,1 8,5 9,1 64,0 122,1 353
15,9 4,2 23,8 34,6 10,5 14,2 0,0 15,3 13,6 35,4 181,9 353
7,6 18,7 13,3 16,4 4,5 8,5 0,0 11,0 7,4 55,0 147,9 353
Arbeiders 3,4 1,4 0,3 0,8 6,2 15,3 15,0 0,8 9,6 10,2 62,0 125,2 353
Jaar 2010 Bedienden Kaderleden 15,6 7,6 17,8 5,9 26,6 37,1 11,6 17,3 0,0 19,0 14,2 32,9 198,0 353
11,3 27,2 18,4 17,6 4,5 9,9 0,0 13,0 9,3 46,2 165,2 353
Voor wat betreft de opleidingsmateries voor arbeiders voor de tweede helft van 2009 blijkt dat 64% van de bedrijven met opleidingsbehoeften geen opleidingsbehoefte heeft voor arbeiders. De grootste opleidingsbehoeften voor arbeiders zijn er voor de opleidingsmateries ‘techniek en technologie’ (14,4% van de bedrijven met opleidingsbehoeften) en de opleiding ‘milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid’ (13,6%). Ook voor 2010 worden deze opleidingsmateries het meest aangeduid. Meer organisaties, meer bepaald twee derden van de organisaties met opleidingsbehoeften in 2009 of 2010, hebben opleidingsbehoeften voor bedienden. De vraag is het grootst naar een opleiding ‘informatica en automatisering, computergebruik’ en naar een opleiding ‘boekhouden, financiën, administratie, wetgeving’. Opmerkelijk is ook dat er voor bedienden ook een belangrijke vraag is naar opleidingen ‘persoonlijke en sociale vaardigheden’. Zo heeft bijvoorbeeld 19% van de organisaties met opleidingsbehoeften een vraag naar een opleiding in 2010 in de materie ‘persoonlijke en sociale vaardigheden’.
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
15
45% van de respondenten met opleidingsbehoeften geeft aan een opleidingsbehoefte te hebben voor kaderleden in de tweede helft van 2009. Uit de tabel blijkt dat 18,7% wel geïnteresseerd is in de opleidingsmaterie ‘management’ en 16,4% in de opleidingsmaterie ‘ informatica en automatisering, computergebruik’. Ook in boekhoudmateries is er een sterke interesse. Voor 2010 zijn de behoeften voor opleidingen voor kaderleden nog hoger dan voor de tweede helft van 2009. Bijlagetabellen 1 tot en met 8 tonen de opleidingsmateries waaraan er behoefte is in de diverse sectoren en in de zeer kleine, kleine en grotere organisaties.
3.3. Prioritaire opleidingsbehoeften 3.3.1. Algemeen Aan de organisaties met opleidingsbehoeften werd ook gevraagd om de belangrijkste, de twee belangrijkste of de drie belangrijkste prioriteiten omtrent de opleidingsbehoeften aan te duiden. Vergelijken we de opleidingsmateries onderling met elkaar, dan staat ‘informatica en automatisering, computergebruik’ op kop. Voor 38,8% van de organisaties met opleidingsbehoeften behoort een opleiding in de informatica en automatisering tot één van de drie belangrijkste prioriteiten. Voor 18,4% van de organisaties met opleidingsbehoeften is dit zelfs de topprioriteit (zie figuur 5 en tabel 15). Figuur 5 De opleidingsmateries waarvoor de opleidingsbehoeften prioritair zijn en een opleiding het meest noodzakelijk is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met opleidingsbehoeften) 45,0 40,0 35,0 30,0 25,0 20,0 15,0 10,0 5,0 0,0
38,8 30,0
27,1
24,2
23,6
18,4 12,5
13,1
13,1
9,9
22,2
22,2
21,9
19,8
12,0 6,4
7,6
7,0
Opleidingsmaterie behoort tot de drie belangrijkste prioriteiten
Basiscompetenties (rekenen, schrijven, lezen)
Talen
Andere materies
Persoonlijke en sociale vaardigheden
Management
Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie
Techniek en technologie (niet sectorspecifiek)
Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid
Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving
Informatica en automatisering, computergebruik
1,20,0
Opleidingsmaterie vormt de belangrijkste prioriteit
Boekhouden, financiën, administratie en wetgeving’ behoort voor 30% van de organisaties met opleidingsbehoeften tot één van de drie belangrijkste prioriteiten en ‘milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid’ voor 27,1% van de organisaties met opleidingsbehoeften.
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
16
Tabel 15 De drie opleidingsmateries waarvoor de opleidingsbehoeften tot één van de drie belangrijkste prioriteiten behoren, naar regio, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met opleidingsbehoeften) Opleidingsmaterie
Brugge
Informatica en automatisering, computergebruik Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid Techniek en technologie (niet sectorspecifiek) Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie Management Persoonlijke en sociale vaardigheden Andere materies Talen Basiscompetenties (rekenen, schrijven, lezen) Totaal Aantal respondenten
29,7 35,1 21,6 23,0 24,3 27,0 21,6 17,6 23,0 1,4 224,3 74
OostendeWesthoek 34,1 31,8 28,2 20,0 17,6 20,0 29,4 28,2 15,3 1,2 225,9 85
Midden-WestVlaanderen 43,5 22,8 29,3 29,3 22,8 18,5 19,6 26,1 22,8 0,0 234,8 92
Kortrijk
Totaal
45,7 31,5 28,3 23,9 29,3 23,9 18,5 15,2 18,5 2,2 237,0 92
38,8 30,0 27,1 24,2 23,6 22,2 22,2 21,9 19,8 1,2 230,9 343
De belangrijkste opleidingsbehoeften (topprioriteiten) situeren zich in de opleidingsmateries: informatica, automatisering, computergebruik (18,4% van de bedrijven met opleidingsbehoeften duidt dit aan als topprioriteit); milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid (13,1%); techniek en technologie (13,1%). Op te merken is ook dat basiscompetenties voor de bedrijven zelden tot de drie prioriteiten qua opleidingsbehoeften behoren. Tabellen 15, 16 en 17 tonen de drie opleidingsmateries waarvoor de opleidingsbehoeften prioritair (top 3) zijn, naar regio, sector en aantal werknemers. Tabellen 18, 19 en 20 zijn analoog maar tonen de opleidingsmateries waarvoor de behoeften het meest prioritair zijn (top 1). Tabel 16 De drie opleidingsmateries waarvoor de opleidingsbehoeften tot één van de drie belangrijkste prioriteiten behoren, naar sector, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met opleidingsbehoeften) Opleidingsmaterie
Industrie en bouw
Informatica en automatisering, computergebruik Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid Techniek en technologie (niet sectorspecifiek) Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie Management Persoonlijke en sociale vaardigheden Andere materies Talen Basiscompetenties (rekenen, schrijven, lezen) Totaal Aantal respondenten
Þ
33,6 23,6 42,7 43,6 24,5 12,7 14,5 16,4 22,7 1,8 236,4 110
Groot- en Commerciële Nonkleinhandel, diensten profitsector horeca 34,4 48,3 38,8 21,3 32,6 42,5 16,4 11,2 30,0 16,4 16,9 11,3 44,3 25,8 5,0 19,7 20,2 40,0 19,7 20,2 35,0 18,0 22,5 31,3 24,6 21,3 10,0 0,0 0,0 2,5 214,8 219,1 246,3 61 89 80
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
Totaal 38,8 30,0 27,1 24,2 23,6 22,2 22,2 21,9 19,8 1,2 230,9 343
17
Tabel 17 De drie opleidingsmateries waarvoor de opleidingsbehoeften tot één van de drie belangrijkste prioriteiten behoren, naar aantal werknemers, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met opleidingsbehoeften) Opleidingsmaterie
<5 werknemers
Informatica en automatisering, computergebruik Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid Techniek en technologie (niet sectorspecifiek) Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie Management Persoonlijke en sociale vaardigheden Andere materies Talen Basiscompetenties (rekenen, schrijven, lezen) Totaal Aantal respondenten
44,3 26,1 17,0 21,6 27,3 15,9 15,9 21,6 17,0 0,0 206,8 88
5-9 10-49 werknemers werknemers 37,5 38,2 21,4 31,5 14,3 34,8 23,2 21,3 25,0 28,1 8,9 28,1 12,5 24,7 19,6 24,7 17,9 19,1 0,0 1,1 180,4 251,7 56 89
50 of meer werknemers 35,5 36,4 35,5 29,1 16,4 29,1 30,0 20,9 23,6 2,7 259,1 110
Totaal 38,8 30,0 27,1 24,2 23,6 22,2 22,2 21,9 19,8 1,2 230,9 343
Tabel 18 De opleidingsmateries waarvoor de opleidingsbehoeften het meest prioritair zijn, naar regio, WES-enquête 2009 (in %) Opleidingsmaterie
Brugge
Informatica en automatisering, computergebruik Techniek en technologie (niet sectorspecifiek) Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie Talen Persoonlijke en sociale vaardigheden Management Andere materies Totaal Aantal respondenten
12,2 16,2 9,5 12,2 14,9 10,8 5,4 13,5 5,4 100,0 74
OostendeWesthoek 17,6 7,1 16,5 15,3 7,1 4,7 12,9 1,2 17,6 100,0 85
Midden-WestVlaanderen 18,5 15,2 16,3 8,7 9,8 8,7 4,3 4,3 14,1 100,0 92
Kortrijk
Totaal
23,9 14,1 9,8 14,1 8,7 6,5 5,4 7,6 9,8 100,0 92
18,4 13,1 13,1 12,5 9,9 7,6 7,0 6,4 12,0 100,0 343
Tabel 19 De opleidingsmateries waarvoor de opleidingsbehoeften het meest prioritair zijn, naar sector, WES-enquête 2009 (in %) Opleidingsmaterie Informatica en automatisering, computergebruik Techniek en technologie (niet sectorspecifiek) Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie Talen Persoonlijke en sociale vaardigheden Management Andere materies Totaal Aantal respondenten
Þ
Industrie en bouw 19,1 24,5 24,5 8,2 5,5 5,5 4,5 0,9 7,3 100,0 110
Groot- en kleinhandel, horeca 13,1 8,2 6,6 8,2 21,3 8,2 8,2 9,8 16,4 100,0 61
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Commerciële diensten 23,6 12,4 3,4 18,0 14,6 11,2 4,5 3,4 9,0 100,0 89
Nonprofitsector 16,3 1,3 12,5 15,0 2,5 6,3 12,5 15,0 18,8 100,0 80
Oktober 2009
Totaal 18,4 13,1 13,1 12,5 9,9 7,6 7,0 6,4 12,0 100,0 343
18
Tabel 20 De opleidingsmateries waarvoor de opleidingsbehoeften het meest prioritair zijn, naar aantal werknemers, WES-enquête 2009 (in %) Opleidingsmateries
<5 werknemers
Informatica en automatisering, computergebruik Techniek en technologie (niet sectorspecifiek) Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving Andere materies Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie Talen Persoonlijke en sociale vaardigheden Management Totaal Aantal respondenten
19,3 15,9 5,7 14,8 17,0 12,5 5,7 5,7 3,4 100,0 88
5-9 10-49 werknemers werknemers 23,2 19,1 16,1 9,0 8,9 20,2 8,9 13,5 10,7 9,0 17,9 5,6 8,9 7,9 3,6 7,9 1,8 7,9 100,0 100,0 56 89
50 of meer werknemers 14,5 12,7 15,5 11,8 10,9 7,3 8,2 9,1 10,0 100,0 110
Totaal 18,4 13,1 13,1 12,5 12,0 9,9 7,6 7,0 6,4 100,0 343
Logischerwijze verschillen de opleidingsmateries waarvoor de opleidingsvraag het grootst is sterk naargelang de sector. Zo heeft de industrie een belangrijke prioritaire opleidingsbehoefte voor ‘techniek en technologie’ en ‘milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid’, terwijl een groot percentage organisaties in de handel en horeca een prioritaire behoefte heeft aan opleidingen ‘aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie’. De vraag naar opleidingen ‘informatica en automatisering, computergebruik’ is prioritair in veel organisaties die behoren tot de commerciële diensten. In de non-profitsector is er vooral behoefte aan opleidingen in ‘boekhouden, financiën, administratie en wetgeving’, ‘management’ en ‘informatica’.
3.3.2. Specifieke opleidingen waaraan er een behoefte is Aan de organisaties die prioritaire opleidingsbehoeften hebben aangeduid (top 3), werd de vraag gesteld om meer in detail aan te geven aan welke opleiding zij precies behoefte hebben. Opnieuw konden de bedrijven meerdere antwoorden aankruisen, vandaar dat de totaalpercentages groter zijn dan 100%.
3.3.2.1. Opleidingen informatica, automatisering, computergebruik Voor 38,8% van de bedrijven met opleidingsbehoeften behoort een opleiding ‘informatica, computergebruik en automatisering’ tot één van de drie belangrijkste opleidingsbehoeften. De behoefte bij deze organisaties is het grootst voor de opleiding ‘rekenbladen’: 44,3% wenst hiervoor een opleiding te volgen (tabel 21). 40,5% zou eerder kiezen voor de opleiding ‘specifieke software’. De opleiding ‘internet en websites’ weet zich een plaats in de top drie te bemachtigen (28,2%).
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
19
Tabel 21 De opleidingen informatica en automatisering en computergebruik waaraan er een opleidingsbehoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire opleidingsbehoefte informatica en automatisering) Opleiding Rekenbladen (bijvoorbeeld Excel) Specifieke software Internet en websites Tekstverwerking (bijvoorbeeld Word) Databases (bijvoorbeeld Access) Basisvaardigheden computer Grafische toepassingen Netwerken Besturingssystemen Programmeren IT-beveiliging Industriële automatisering CAD/autocad Publisher Navigatie Solid Edge tekenpakket Adobe Outlook Totaal Aantal respondenten
% respondenten 44,3 40,5 28,2 27,5 26,0 21,4 20,6 19,1 14,5 13,0 11,5 8,4 2,3 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 280,9 131
3.3.2.2. Opleidingen boekhouden, financiën, administratie en wetgeving Een opleiding in de materies boekhouden, financiën, administratie en wetgeving behoort in 30% van de organisaties met opleidingsbehoeften tot de drie meest prioritaire opleidingsbehoeften. De opleiding ‘boekhouden, bedrijfsadministratie’ is koploper: 53,9% van de organisaties met prioritaire opleidingsbehoeften in deze materies duidt deze opleiding aan (tabel 22). 49% van de organisaties is geïnteresseerd in een opleiding ‘personeelsbeleid en sociale wetgeving’. De opleiding ‘fiscaliteit en financieel beleid’ staat op plaats drie (37,3%).
3.3.2.3. Opleidingen milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid Voor 27,1% van de bedrijven met opleidingsbehoeften behoort een opleiding ‘milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid’ tot de drie belangrijkste opleidingsbehoeften. Deze bedrijven hebben vooral een behoefte aan een opleiding veiligheid (70,3%) en preventie (68,1%). De resultaten zijn terug te vinden in tabel 23.
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
20
Tabel 22 De opleidingen boekhouden, financiën, administratie en wetgeving waaraan er een opleidingsbehoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire opleidingsbehoefte boekhouden, financiën, administratie en wetgeving) Opleiding Boekhouden, bedrijfsadministratie Personeelsbeleid en sociale wetgeving Fiscaliteit en financieel beleid Personeelsadministratie Administratie algemeen Debiteurenbeheer Specifieke wetgeving/opvolgen wetgeving Receptie en secretariaat Andere Totaal Aantal respondenten
% respondenten 53,9 49,0 37,3 26,5 18,6 5,9 5,9 4,9 2,0 203,9 102
Tabel 23 De opleidingen milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid waaraan er een opleidingsbehoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire opleidingsbehoefte milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid) Opleiding Veiligheid Preventie Gezondheid en welzijn Kwaliteit Milieumanagement Energie Totaal Aantal respondenten
% respondenten 70,3 68,1 31,9 30,8 30,8 15,4 247,3 91
3.3.2.4. Opleidingen techniek en technologie Een opleiding in de techniek en technologie (niet sectorspecifiek) behoort in 24,2% van de organisaties met opleidingsbehoeften tot de drie meest prioritaire opleidingsbehoeften. Tabel 24 toont dat de meeste interesse uitgaat naar een opleiding elektromechanica (30,9%), elektronica (28,4%), industriële automatisering en productontwikkeling (27,2%).
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
21
Tabel 24 De opleidingen techniek en technologie (niet sectorspecifiek) waaraan er een opleidingsbehoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire opleidingsbehoefte techniek en technologie) Opleiding Elektromechanica Elektronica Industriële automatisering Productontwikkeling Meet- en regeltechnieken Bouw/bouwtechnieken Heftruckopleiding Machinebesturing Technische uitrusting in gebouwen Informatica EPB (Energie Prestatie Binnenklimaat) en EPC (Energie Presta) Poederlakken/polieren Computer hardware Chemie Websites Chocoladetechnieken Luchtvaarttechnologie ADR-opleiding (transport van gevaarlijke stoffen) Automechanica Weeftechniek Onderhoudstechnieken Werfleiding Loodgieterij Elektriciteit Rijbewijs BE en C Lassen Totaal Aantal respondenten
% respondenten 30,9 28,4 27,2 27,2 19,8 6,2 3,7 2,5 2,5 2,5 2,5 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 171,6 81
3.3.2.5. Opleidingen aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie Voor 23,6% van de bedrijven met opleidingsbehoeften behoort de opleidingsmaterie ‘aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie’ tot de drie belangrijkste opleidingsbehoeften. Tabel 25 toont dat de opleidingsbehoeften het grootst zijn voor: commercieel beleid; verkoop; public relations, reclame, externe communicatie; marketing.
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
22
Tabel 25 De opleidingen aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie waaraan er een opleidingsbehoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire opleidingsbehoefte aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie) Opleiding Commercieel beleid Verkoop Public relations, reclame, externe communicatie Marketing Productontwikkeling Aankoop Totaal Aantal respondenten
% respondenten 56,8 55,6 45,7 38,3 19,8 16,0 232,1 81
3.3.2.6. Opleidingen management Een opleiding management behoort in 22,2% van de organisaties met opleidingsbehoeften tot de drie meest prioritaire opleidingsbehoeften. De opleidingen ‘algemeen management en bedrijfskunde’ en ‘teammanagement’ staan op een gedeelde eerste plaats (42,1%). De bedrijven zijn ook zeer geïnteresseerd in de opleidingen ‘personeelsmanagement en human resources’ (38,2%) en ‘competentiemanagement (36,8%) (zie tabel 26). Tabel 26 De opleidingen management waaraan er een opleidingsbehoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire opleidingsbehoefte management) Opleiding Algemeen management en bedrijfskunde Teammanagement Personeelsmanagement en HR Competentiemanagement Changemanagement Financieel management Projectmanagement Timemanagement Commercieel management Kwaliteitsmanagement Productmanagement Veiligheidsmanagement Energiemanagement Milieumanagement Totaal Aantal respondenten
Þ
% respondenten 42,1 42,1 38,2 36,8 25,0 25,0 22,4 22,4 21,1 21,1 11,8 11,8 3,9 1,3 325,0 76
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
23
3.3.2.7. Opleidingen persoonlijke en sociale vaardigheden Persoonlijke en sociale vaardigheden behoren in 22,2% van de organisaties met opleidingsbehoeften tot de drie belangrijkste opleidingsbehoeften. Er is een grote vraag naar opleidingen (tabel 27) voor: communicatie; leiding geven; omgaan met klanten; omgaan met klachten; assertiviteit; timemanagement. Tabel 27 De opleidingen persoonlijke en sociale vaardigheden waaraan er een opleidingsbehoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire opleidingsbehoefte persoonlijke en sociale vaardigheden) Opleiding Communicatie Leiding geven Omgaan met klanten Omgaan met klachten Assertiviteit Timemanagement Commerciële vaardigheden Vergaderen Creativiteit Voedselhygiëne Coachen Totaal Aantal respondenten
% respondenten 66,7 58,7 41,3 38,7 32,0 32,0 24,0 21,3 14,7 10,7 1,3 341,3 75
3.3.2.8. Opleidingen talen Tabel 28 geeft een gedetailleerd overzicht van de opleiding ‘talen’ waaraan er een behoefte is bij de organisaties met prioritaire opleidingsbehoeften ‘talen’. 19,8% van alle bedrijven met opleidingsbehoeften geeft aan dat talen tot één van hun drie belangrijkste opleidingsbehoeften behoort. 41,2% van deze organisaties is geïnteresseerd in de opleiding ‘Frans voor specifieke opleidingen’, 33,8% in de opleiding ‘Frans, algemeen’, 23,5% in de opleiding ‘Nederlands voor anderstaligen’ en 17,6% in de opleiding ‘Duits voor specifieke doeleinden’. Geen enkel bedrijf gaf aan behoefte te hebben aan een opleiding ‘West-Vlaams voor anderstaligen’.
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
24
Tabel 28 De opleidingen talen waaraan er een opleidingsbehoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire opleidingsbehoefte talen) Opleiding Frans voor specifieke doeleinden Frans, algemeen Nederlands voor anderstaligen Duits voor specifieke doeleinden Spaans Engels, algemeen Duits, algemeen Engels voor specifieke doeleinden Italiaans Russisch Pools Nederlands moedertaal Portugees Totaal Aantal respondenten
% respondenten 41,2 33,8 23,5 17,6 10,3 8,8 8,8 7,4 7,4 4,4 2,9 1,5 1,5 169,1 68
3.3.2.9. Opleidingen basiscompetenties In heel weinig bedrijven is er behoefte aan een opleiding ‘basiscompetenties’. Slechts twee bedrijven gaven in detail op aan welke opleidingen basiscompetenties zij behoefte hebben (zie tabel 29). Tabel 29 De opleidingen basiscompetenties waaraan er een opleidingsbehoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire opleidingsbehoefte basiscompetenties) Opleiding Lezen Rekenen Schrijven Vingervlug typen, dactylografie Praktisch rijbewijs auto/bedrijfsvoertuig Totaal Aantal respondenten
3.3.2.10.
% respondenten 50,0 50,0 50,0 50,0 50,0 250,0 2
Andere opleidingen
Naast de bovenvermelde opleidingsmateries zijn er nog heel wat andere materies waaraan er een behoefte is in de organisaties. In 21,9% van de organisaties met opleidingsmateries staan deze ‘andere’ materies in de top 3 van prioritaire opleidingsbehoeften. Tabellen 30 tot en met 37 tonen de specifieke andere opleidingen waaraan er een behoefte is. Merk op dat het vaak gaat om sectorspecifieke opleidingen waarbij het aantal respondenten beperkt is.
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
25
Tabel 30 De opleidingen gezondheid, opvoeding, onderwijs en zorg waaraan er een opleidingsbehoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire opleidingsbehoefte gezondheid, opvoeding, onderwijs en zorg) Opleiding Algemene (medische) zorgonderwerpen (wondzorg, palliatieve zorgen, …) Fitnessinstructeur Diagnostiek & therapeutische interventies bij kinderen Technische vaardigheden Groepsdynamica, groepsoverleg Totaal Aantal respondenten
% respondenten 55,6 11,1 11,1 11,1 11,1 100,0 9
Tabel 31 De opleidingen in de grafische sector waaraan er een opleidingsbehoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire opleidingsbehoefte in de grafische sector) Opleiding Updaten van programma‘s Indesign (software) Acad (software) Ontwerp en lay-out Totaal Aantal respondenten
% respondenten 25,0 25,0 25,0 25,0 100,0 4
Tabel 32 De opleidingen hout en bouw waaraan er een opleidingsbehoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire opleidingsbehoefte hout en bouw) Opleiding Brandertechniek Kraanbesturing Veiligheid Afwerking Functiespecifieke opleiding voor technische dienst Totaal Aantal respondenten
Þ
% respondenten 20,0 20,0 20,0 20,0 20,0 100,0 5
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
26
Tabel 33 De opleidingen horeca en voeding waaraan er een opleidingsbehoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire opleidingsbehoefte horeca en voeding) Opleiding HACCP (voedselveiligheid) Wijnkennis Verfijning kookvaardigheden Chocolade Commercieel verkopen Kameropmaak Totaal
% respondenten 37,5 12,5 12,5 12,5 12,5 12,5 100,0
Tabel 34 De opleidingen land- en tuinbouw waaraan er een opleidingsbehoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire opleidingsbehoefte land- en tuinbouw) Opleiding Algemene kennis Totaal Aantal respondenten
% respondenten 100,0 100,0 1
Tabel 35 De opleidingen metaal, elektriciteit en autotechniek waaraan er een opleidingsbehoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire opleidingsbehoefte metaal, elektriciteit en autotechniek) Opleiding Kennis elektriciteit Uitlijnen CAD Productkennis Autotechniek Lassen Koeltechniek Snijgereedschappen Op de hoogte blijven van de nieuwste ontwikkelingen Totaal Aantal respondenten
Þ
% respondenten 22,2 11,1 11,1 11,1 11,1 11,1 11,1 11,1 11,1 111,1 9
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
27
Tabel 36 De opleidingen schoonmaak waaraan er een opleidingsbehoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire opleidingsbehoefte schoonmaak) Opleiding Algemene schoonmaaktechnieken Opfrissingstechnieken Opleiding tot kamermeisje Strijken Functiespecifieke opleiding poetsdienst Totaal Aantal respondenten
% respondenten 57,1 14,3 14,3 14,3 14,3 114,3 7
Tabel 37 De andere opleidingen waaraan er een opleidingsbehoefte is, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met prioritaire andere opleidingsbehoeften) Opleiding Opleidingen eigen aan de verschillende diensten/vakgebonden Verzekering Financiën/beleggingen Coaching Op de hoogte blijven van nieuwigheden/innovatie Informatica, gebruik computer EHBO/verzorgingstechnieken Vakbekwaamheid chauffeur/rijbewijs Productkennis Overheidswetgeving Topografie Landmeten Gemeentedecreet OCMW-decreet Inhoudelijk Welzijn (peter- en meterschap) Evaluaties en functioneringsgesprekken Beleidsnota's en adviezen schrijven Opleiding specifieke machines Talen Studie wegenis Dierengeneeskunde Ergonomie Personeelsadministratie Starters Vloeren Stress-, alcohol- en drugsbeleid Hef- en tiltechnieken Ruimtelijke ordening Netwerking Totaal Aantal respondenten
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
% respondenten 9,1 6,1 6,1 6,1 6,1 6,1 6,1 6,1 6,1 6,1 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 124,2 33
Oktober 2009
28
3.4. Interne of externe invulling opleidingsbehoeften Per opleidingsbehoefte die de organisaties als prioritair hadden aangeduid, werd gevraagd of ze die opleiding intern of extern zullen trachten in te vullen. Bij een interne opleiding is de eigen onderneming verantwoordelijk voor de inhoud van de opleiding. Bij een externe opleiding is een organisatie die geen deel uitmaakt van de onderneming verantwoordelijk voor de inhoud van de opleiding. Uit tabel 38 blijkt dat het louter intern organiseren van de opleidingen relatief weinig voorkomt. Bij de diverse opleidingsmateries zegt steeds minder dan 10% van de respondenten met opleidingsbehoeften voor deze materie dat ze de opleiding louter intern zullen organiseren. Enkel de opleidingen met betrekking tot milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid zijn hierop een uitzondering. 13,2% van de organisaties met een vraag naar deze opleidingen zal deze opleiding louter intern trachten in te vullen. Persoonlijke en sociale vaardigheden en management zijn domeinen waar men het minst terugvalt op een louter interne opleiding. Tabel 38 De mate waarin men de verschillende opleidingen intern of extern zal trachten in te vullen, WES-enquête 2009 (in %) Opleidingsmaterie Talen Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie Management Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving Informatica en automatisering, computergebruik Techniek en technologie (niet sectorspecifiek) Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid Basiscompetenties Persoonlijke en sociale vaardigheden Andere opleidingen
Louter intern 8,8 7,4 5,3 9,9 7,7 9,8 13,2 0,0 4,0 9,5
Louter Deels intern, extern deels extern 58,8 17,6 35,8 39,5 39,5 36,8 42,6 33,7 38,5 43,1 32,9 45,1 33,0 42,9 50,0 0,0 36,0 44,0 36,5 37,8
Weet nog niet 14,7 17,3 18,4 13,9 10,8 12,2 11,0 50,0 16,0 16,2
Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Aantal respondenten 68 81 76 101 130 82 91 4 75 74
De meeste organisaties gaan eerder voor een louter externe opleiding of voor een deels interne en deels externe opleiding. Taalopleidingen en opleidingen boekhouden, financiën, administratie en wetgeving worden het meest louter extern ingevuld. Figuur 6 biedt een overzicht van de redenen waarom een organisatie zou kiezen om bepaalde opleidingen intern te organiseren. Tabellen 39 tot en met 41 tonen de antwoorden, opgesplitst per regio, per sector en per tewerkstellingsklasse. De voornaamste reden blijkt de lagere kostprijs voor interne opleidingen (37,4%) te zijn, gevolgd door meer controle over de inhoud (36,5%). 21,4% van de respondenten zou kiezen voor een interne opleiding omdat het tijdstip van opleidingen van externe organisaties moeilijk ligt, 15,9% omdat het aanbod van externe opleidingsinstanties niet flexibel genoeg is en 14,2% omdat er geen of een ontoereikend aanbod is van de opleiding door externe opleidingsinstanties. 31,6% van de bedrijven zegt dat ze zelden of nooit interne opleidingen organiseren. Als we de prioritaire opleidingsbehoeften van de bedrijven, die vinden dat er geen of een ontoereikend aanbod is door externe opleidingsinstanties, vergelijken met de prioritaire opleidingsbehoeften van alle organisaties, dan stellen we vast dat bedrijven die vinden dat er geen of een ontoereikend aanbod is relatief meer behoefte hebben aan een opleiding ‘milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid’, ‘management’ en ‘technologie’ dan de andere organisaties.
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
29
Figuur 6 De redenen waarom men zou kiezen om bepaalde opleidingen intern te organiseren, naar regio, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met opleidingsbehoeften) 0,0
5,0
10,0 15,0 20,0 25,0 30,0 35,0 40,0 37,4
Lagere kostprijs interne opleidingen
36,5
Meer controle over de inhoud
21,4
Tijdstip opleidingen externe organisaties ligt moeilijk Aanbod externe opleidingsinstanties is niet flexibel genoeg Geen/ontoereikend aanbod van de opleiding door externe opleidingsinstanties
15,9
14,2
Andere reden 2,0
Tabel 39 De redenen waarom men zou kiezen om bepaalde opleidingen intern te organiseren, naar regio, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met opleidingsbehoeften) Reden
Brugge
Lagere kostprijs interne opleidingen Meer controle over de inhoud Tijdstip opleidingen externe organisaties ligt moeilijk Aanbod externe opleidingsinstanties is niet flexibel genoeg Geen/ontoereikend aanbod van de opleiding door externe opleidingsinstanties Andere reden Wij organiseren zelden of nooit interne opleidingen Totaal Aantal respondenten
Midden-WestVlaanderen 42,4 41,3 22,8 14,1
Kortrijk
Totaal
38,0 26,8 26,8 23,9
OostendeWesthoek 37,2 33,7 19,8 15,1
32,3 41,7 17,7 12,5
37,4 36,5 21,4 15,9
14,1 1,4 35,2 166,2 71
14,0 3,5 30,2 153,5 86
13,0 1,1 26,1 160,9 92
15,6 2,1 35,4 157,3 96
14,2 2,0 31,6 159,1 345
Tabel 40 De redenen waarom men zou kiezen om bepaalde opleidingen intern te organiseren, naar sector, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met opleidingsbehoeften) Reden Lagere kostprijs interne opleidingen Meer controle over de inhoud Tijdstip opleidingen externe organisaties ligt moeilijk Aanbod externe opleidingsinstanties is niet flexibel genoeg Geen/ontoereikend aanbod van de opleiding door externe opleidingsinstanties Andere reden Wij organiseren zelden of nooit interne opleidingen Totaal Aantal respondenten
Þ
Industrie en bouw 47,4 40,4 25,4 14,9
Groot- en kleinhandel, horeca 26,8 25,4 19,7 19,7
14,9 0,0 27,2 170,2 114
19,7 2,8 40,8 154,9 71
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Commerciële Nondiensten profitsector 28,3 43,1 40,2 35,4 18,5 21,5 16,3 13,8 10,9 1,1 32,6 147,8 92
Oktober 2009
10,8 6,2 27,7 158,5 65
Totaal 37,4 36,5 21,4 15,9 14,2 2,0 31,6 159,1 345
30
Tabel 41 De redenen waarom men zou kiezen om bepaalde opleidingen intern te organiseren, naar aantal werknemers, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met opleidingsbehoeften) Reden
<5 werknemers
Lagere kostprijs interne opleidingen Meer controle over de inhoud Tijdstip opleidingen externe organisaties ligt moeilijk Aanbod externe opleidingsinstanties is niet flexibel genoeg Geen/ontoereikend aanbod van de opleiding door externe opleidingsinstanties Andere reden Wij organiseren zelden of nooit interne opleidingen Totaal Aantal respondenten
30,3 37,9 15,2 13,6
5-9 10-49 werknemers werknemers 41,5 37,7 32,1 37,7 30,2 22,1 20,8 15,6
12,1 1,5 34,1 144,7 132
13,2 1,9 32,1 171,7 53
50 of meer werknemers 45,8 36,1 25,3 16,9
Totaal
15,7 3,6 27,7 171,1 83
14,2 2,0 31,6 159,1 345
16,9 1,3 31,2 162,3 77
37,4 36,5 21,4 15,9
4. De keuze van de externe opleidingsinstanties 4.1. Imago van de diverse opleidingsverstrekkers In de enquête vroegen we aan de bedrijven om een aantal opleidingsverstrekkers te typeren. Het ging om volgende aanbieders van opleidingen: volwassenenonderwijs (CVO, avondschool); basiseducatie (Wijzer, Open School, Bijleren in de Westhoek, …); VDAB; Syntra; hogescholen (Howest, Katho, KHBO, …) universiteiten; managementscholen; private opleidingsverstrekkers; sectorale opleidingsinstituten. Vooraf tonen we in figuur 7 en in tabellen 42 tot en met 44 de mate waarin de bevraagde organisaties de opleidingsverstrekkers kennen. Syntra is het best gekend als opleidingsverstrekker bij de West-Vlaamse organisaties: 95,1% kent de organisatie. Ook VDAB is als opleidingsverstrekker gekend bij 87,3% van de respondenten. 83,2% is vertrouwd met de hogescholen als opleidingsverstrekker en 77,5% met het volwassenenonderwijs. Het minst gekend zijn de basiseducatie (62,4% kent dit niet) en de sectorale opleidingsinstituten (niet gekend bij 45,8% van de respondenten). Interessant om weten is hoe de West-Vlaamse bedrijven de verschillende opleidingsverstrekkers typeren. We legden hen een lijst voor met termen en vroegen met welke zij de verschillende opleidingsverstrekkers die ze kennen associëren. Het gaat hier dus louter om een perceptie van de bedrijven, die evenwel kan afwijken van de realiteit.
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
31
Figuur 7 De mate waarin de verschillende opleidingsverstrekkers gekend zijn bij de organisaties, naar regio, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten) 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 95,1
Syntra
4,9 12,7
87,3
VDAB
83,2
Hogescholen (Howest, Katho, KHBO)
16,8
Volwassenenonderwijs (CVO, avondschool)
77,5
22,5
Universiteiten
77,1
22,9
Managementscholen
74,6
25,4
45,8
54,2
Sectorale opleidingsinstituten Basiseducatie (Wijzer, Open School, Bijleren in de Westhoek)
30,7
69,3
Private opleidingsverstrekkers
62,4
37,6 Gekend
Niet gekend
Tabel 42 De mate waarin de verschillende opleidingsverstrekkers gekend zijn bij de organisaties, naar regio, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten) Opleidingsverstrekker
Syntra VDAB Hogescholen (Howest, Katho, KHBO) Volwassenenonderwijs (CVO, avondschool) Universiteiten Managementscholen Private opleidingsverstrekkers Sectorale opleidingsinstituten Basiseducatie (Wijzer, Open School, Bijleren in de Westhoek) Totaal Aantal respondenten
Þ
% organisaties die de opleidingsverstrekker kennen Brugge OostendeMidden-WestKortrijk Westhoek Vlaanderen 94,8 93,2 98,5 93,4 85,2 88,1 89,6 86,0 81,7 82,2 85,9 82,6 73,9 79,7 80,0 76,0 75,7 78,8 75,6 78,5 75,7 73,7 72,6 76,9 73,0 65,3 64,4 75,2 50,4 52,5 51,1 62,8 35,7 50,0 34,1 31,4 646,1 663,6 651,9 662,8 115 118 135 121
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
Totaal
95,1 87,3 83,2 77,5 77,1 74,6 69,3 54,2 37,6 656,0 489
32
Tabel 43 De mate waarin de verschillende opleidingsverstrekkers gekend zijn bij de organisaties, naar sector, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten) Opleidingsverstrekker
Syntra VDAB Hogescholen (Howest, Katho, KHBO) Volwassenenonderwijs (CVO, avondschool) Universiteiten Managementscholen Private opleidingsverstrekkers Sectorale opleidingsinstituten Basiseducatie (Wijzer, Open School, Bijleren in de Westhoek) Totaal Aantal respondenten
% organisaties die de opleidingsverstrekker kennen Industrie en Groot- en Commerciële Nonbouw kleinhandel, diensten profitsector horeca 95,2 96,0 94,0 97,6 88,0 89,1 82,1 93,9 81,3 81,2 82,1 93,9 75,3 78,2 75,4 87,8 71,7 76,2 79,1 89,0 69,9 72,3 79,1 84,1 64,5 68,3 73,1 76,8 65,1 42,6 48,5 59,8 28,9 639,8 166
33,7 637,6 101
36,6 650,0 134
63,4 746,3 82
Totaal
95,1 87,3 83,2 77,5 77,1 74,6 69,3 54,2 37,6 656,0 489
Tabel 44 De mate waarin de verschillende opleidingsverstrekkers gekend zijn bij de organisaties, naar aantal werknemers, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten) Opleidingsverstrekker
Syntra VDAB Hogescholen (Howest, Katho, KHBO) Volwassenenonderwijs (CVO, avondschool) Universiteiten Managementscholen Private opleidingsverstrekkers Sectorale opleidingsinstituten Basiseducatie (Wijzer, Open School, Bijleren in de Westhoek) Totaal Aantal respondenten
% organisaties die de opleidingsverstrekker kennen <5 werknemers 5-9 10-49 50 of meer werknemers werknemers werknemers 92,9 92,4 96,4 99,1 84,1 84,8 86,5 94,9 80,8 77,2 87,4 87,2 75,8 70,9 79,3 82,9 76,4 67,1 80,2 82,1 75,3 64,6 72,1 82,9 65,9 69,6 63,1 80,3 42,3 51,9 58,6 70,1 37,4 630,8 182
36,7 615,2 79
32,4 655,9 111
43,6 723,1 117
Totaal
95,1 87,3 83,2 77,5 77,1 74,6 69,3 54,2 37,6 656,0 489
Tabel 45 en figuur 8 tonen de resultaten. Het volwassenenonderwijs wordt vooral geassocieerd met ‘goede reputatie’, ‘goede bereikbaarheid’ en ‘erkende opleidingen (met certificaat)’. Zo associeert 43% van de organisaties die het volwassenenonderwijs kent, het volwassenenonderwijs met een ‘goede reputatie’, 30,1% met ‘goede bereikbaarheid’ en 29,3% met ‘erkende opleidingen’. Geen enkele andere opleidingsverstrekker scoort hoger op het aspect ‘goede bereikbaarheid’. Bij de organisaties die (verder in de enquête) stelden dat ze mogelijks een beroep zullen doen op een CVO voor het invullen van de opleidingsbehoeften zien we nog hogere scores op deze aspecten. 62,4% van deze organisaties associeert het volwassenenonderwijs met ‘goede reputatie’, 45,9% met ‘goede bereikbaarheid’, 44,7% met ‘erkende opleidingen’ en 27,1% met ‘hoge kwaliteit’. Basiseducatie staat voor 20,7% van de respondenten die dit kennen voor ‘goede reputatie’. 11,4% associeert basiseducatie met ‘persoonlijke aanpak’.
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
33
Syntra scoort heel sterk op de termen ‘goede reputatie’, ‘erkende opleidingen’ en ‘goede bereikbaarheid’. In tegenstelling tot het volwassenenonderwijs associeert ongeveer een kwart van de respondenten Syntra ook met een ‘hoge kostprijs’. 31% van de respondenten die Syntra kent, associeert deze opleidingsinstantie ook met ‘hoge kwaliteit’.
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
34
35
Volwassenenonderwijs (CVO, avondschool) Basiseducatie (Wijzer, Open School, Bijleren in de Westhoek) VDAB Syntra Hogescholen (Howest, Katho, KHBO) Universiteiten Managementscholen Private opleidingsverstrekkers Sectorale opleidingsinstituten
3,4 0,0 0,7 25,4 11,5 21,0 51,8 54,6 6,4
8,2 11,9 31,0 41,8 47,2 33,4 18,0 18,5
Hoge kostprijs
15,8
Hoge kwaliteit
20,7 39,6 51,4 46,2 35,5 23,0 11,8 28,3
43,0
Goede reputatie
9,2 23,9 28,0 12,5 4,8 2,2 5,0 8,3
30,1
Goede bereikbaarheid
11,4 12,4 9,0 2,0 1,6 4,7 17,4 9,1
9,8
Persoonlijke aanpak
4,3 9,4 8,8 1,5 0,8 1,6 14,5 6,0
8,7
Flexibel (naar tijdstip opleiding)
4,3 7,7 8,2 1,7 1,3 2,2 13,6 8,3
7,7
Flexibel (naar inhoud opleiding)
6,0 30,2 35,3 25,1 23,3 13,7 4,4 10,2
Erkende opleidingen (met certificaat) 29,3 64,1 135,8 197,0 142,3 135,5 132,6 139,2 95,1
147,8
Totaal
184 427 465 407 377 365 339 265
379
Aantal respondenten
Tabel 45 De termen waarmee de opleidingsverstrekkers geassocieerd worden bij de organisaties die de opleidingsverstrekker kennen, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten die de opleidingsverstrekker kennen)
Figuur 8 De termen waarmee de opleidingsverstrekkers geassocieerd worden bij de organisaties die de opleidingsverstrekker kennen, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten die de opleidingsverstrekker kennen) 0,0
10,0
20,0
30,0
40,0
50,0
60,0
Volwassenenonderwijs (CVO, avondschool)
Basiseducatie (Wijzer, Open School, Bijleren in de Westhoek)
VDAB
Syntra
Hogescholen (Howest, Katho, KHBO)
Universiteiten
Managementscholen
Private opleidingsverstrekkers
Sectorale opleidingsinstituten
Hoge kwaliteit
Hoge kostprijs
Goede reputatie
Goede bereikbaarheid
Persoonlijke aanpak
Flexibel (naar tijdstip opleiding)
Flexibel (naar inhoud opleiding)
Þ
Erkende opleidingen (met certificaat)
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
36
De VDAB wordt op een gelijkaardige manier getypeerd als het volwassenenonderwijs: ze scoren goed op het vlak van ‘goede reputatie’, ‘goede bereikbaarheid’, ‘erkende opleidingen met certificaat’. Het volwassenenonderwijs scoort wel nog iets beter op ‘goede reputatie’ en ‘goede bereikbaarheid’ dan de VDAB. Op het vlak van ‘persoonlijke aanpak’ scoort de VDAB dan lichtjes beter. Merk wel op dat de VDAB iets beter gekend is bij de organisaties dan het volwassenenonderwijs (87,3% tegenover 77,5%). Hogescholen, universiteiten en managementscholen worden in belangrijke mate geassocieerd met ‘hoge kwaliteit’. Ze genieten ook van een ‘goede reputatie’. De helft van de respondenten die de managementscholen kent, associeert deze opleidingsverstrekkers ook met een hoge kostprijs. Ook de private opleidingsverstrekkers worden met een hoge kostprijs geassocieerd. Van alle opleidingsverstrekkers worden de private opleidingsverstrekkers ook relatief het vaakst geassocieerd met ‘persoonlijke aanpak’, ‘flexibel (naar tijdstip opleiding)’ en ‘flexibel (naar inhoud opleiding)’. Toch is het opmerkelijk dat laatstgenoemde termen voor alle instellingen vrij laag scoren. De sectorale opleidingsinstituten worden met vrij weinig termen geassocieerd. Goede reputatie scoort het best: 28,3% van de organisaties die deze instellingen kent, associeert de sectorale opleidingsinstituten met ‘goede reputatie’.
4.2. Op welke opleidingsverstrekkers doet men een beroep? Aan de organisaties werd gevraagd op welke externe opleidingsinstanties zij mogelijks een beroep zullen doen om hun opleidingsbehoeften in te vullen. Uit tabellen 46 tot en met 48 blijkt dat de bedrijven gemiddeld drie externe opleidingsinstanties opgaven. Hierbij zegt bijna 70% van de bevraagde bedrijven dat ze mogelijks een beroep zal doen op Syntra voor het invullen van hun opleidingsbehoeften, 37,4% zal kiezen voor private opleidingsverstrekkers en 36,5% voor de VDAB. De sectorale opleidingsinstituten (29,7%), het volwassenenonderwijs (26,1%) en de werkgeversorganisaties, Kamer van Koophandel, VKW, UNIZO (26,1%) sluiten de top vijf af. Opmerkelijk is dat 20,5% van de bedrijven mogelijks hogescholen zal contacteren voor het invullen van hun opleidingsbehoeften, terwijl dit percentage voor de universiteiten slechts 10,4% bedraagt. Syntra scoort heel goed bij de organisaties in de handel en horeca en in de industrie en bouw en iets minder bij de commerciële diensten en de non-profitorganisaties. Op private opleidingsinstanties wordt daarentegen relatief meer een beroep gedaan door de commerciële dienstensector en de non-profitsector. De VDAB en de sectorale opleidingsinstituten zijn het populairst bij de industrie en bouw en worden ook vaker ingeschakeld in grotere bedrijven dan in kleinere. Het volwassenenonderwijs wordt nagenoeg in alle sectoren even vaak vermeld. Enkel de non-profit scoort hier iets minder. De nonprofitsector doet ook in belangrijke mate een beroep op hogescholen voor het invullen van hun opleidingsbehoeften.
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
37
Tabel 46 De externe opleidingsinstanties waarop men mogelijks een beroep zal doen voor het invullen van de opleidingsbehoeften, naar regio, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten) Opleidingsinstantie Syntra Private opleidingsverstrekkers VDAB Sectorale opleidingsinstituten Volwassenenonderwijs (CVO, avondschool) Werkgeversorganisaties, Kamer van Koophandel (VOKA), VKW, UNIZO Hogescholen Managementscholen Private ondernemingen die het organiseren van opleidingen niet als hoofdactiviteit hebben Universiteiten Basiseducatie (Wijzer, Open School, Bijleren in de Westhoek) Vakbonden Weet nog niet Geen, wij voorzien enkel interne opleidingen Totaal Aantal respondenten
Brugge OostendeWesthoek 66,7 62,7 43,1 28,9 29,2 33,7 31,9 22,9 23,6 28,9
Midden-WestVlaanderen 69,9 38,7 43,0 30,1 25,8
Kortrijk
Totaal
70,8 39,3 38,2 33,7 25,8
67,7 37,4 36,5 29,7 26,1
18,1 20,8 11,1
32,5 21,7 20,5
20,4 21,5 18,3
32,6 18,0 20,2
26,1 20,5 17,8
11,1 13,9 2,8 0,0 8,3 0,0 280,6 72
10,8 10,8 4,8 1,2 15,7 1,2 296,4 83
19,4 4,3 1,1 0,0 10,8 1,1 304,3 93
16,9 13,5 3,4 1,1 4,5 0,0 318,0 89
14,8 10,4 3,0 0,6 9,8 0,6 300,9 337
Tabel 47 De externe opleidingsinstanties waarop men mogelijks een beroep zal doen voor het invullen van de opleidingsbehoeften, naar sector, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten) Opleidingsinstantie
Industrie en bouw
Syntra Private opleidingsverstrekkers VDAB Sectorale opleidingsinstituten Volwassenenonderwijs (CVO, avondschool) Werkgeversorganisaties, Kamer van Koophandel (VOKA), VKW, UNIZO Hogescholen Managementscholen Private ondernemingen die het organiseren van opleidingen niet als hoofdactiviteit hebben Universiteiten Basiseducatie (Wijzer, Open School, Bijleren in de Westhoek) Vakbonden Weet nog niet Geen, wij voorzien enkel interne opleidingen Totaal Aantal respondenten
Þ
73,8 28,0 45,8 41,1 27,1
Groot- en Commerciële kleinhandel, diensten horeca 79,4 59,1 27,0 53,4 38,1 21,6 25,4 18,2 30,2 25,0
Nonprofitsector
Totaal
57,9 40,8 38,2 28,9 22,4
67,7 37,4 36,5 29,7 26,1
39,3 17,8 14,0
22,2 6,3 15,9
28,4 15,9 19,3
7,9 42,1 23,7
26,1 20,5 17,8
14,0 2,8 0,9 0,0 4,7 0,0 309,3 107
14,3 6,3 1,6 0,0 9,5 1,6 277,8 63
18,2 17,0 0,0 0,0 11,4 1,1 288,6 88
13,2 17,1 10,5 2,6 15,8 0,0 321,1 76
14,8 10,4 3,0 0,6 9,8 0,6 300,9 337
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
38
Tabel 48 De externe opleidingsinstanties waarop men mogelijks een beroep zal doen voor het invullen van de opleidingsbehoeften, naar aantal werknemers, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten) Opleidingsinstantie
<5 werknemers
Syntra Private opleidingsverstrekkers VDAB Sectorale opleidingsinstituten Volwassenenonderwijs (CVO, avondschool) Werkgeversorganisaties, Kamer van Koophandel (VOKA), VKW, UNIZO Hogescholen Managementscholen Private ondernemingen die het organiseren van opleidingen niet als hoofdactiviteit hebben Universiteiten Basiseducatie (Wijzer, Open School, Bijleren in de Westhoek) Vakbonden Weet nog niet Geen, wij voorzien enkel interne opleidingen Totaal Aantal respondenten
62,9 36,0 22,5 16,9 29,2
5-9 10-49 werknemers werknemers 60,7 72,9 21,4 35,3 28,6 38,8 19,6 31,8 28,6 17,6
50 of meer werknemers 71,0 48,6 50,5 43,9 29,0
Totaal 67,7 37,4 36,5 29,7 26,1
15,7 15,7 11,2
21,4 10,7 10,7
36,5 23,5 20,0
29,0 27,1 25,2
26,1 20,5 17,8
13,5 14,6
12,5 5,4
18,8 5,9
14,0 13,1
14,8 10,4
1,1 0,0 10,1 2,2 251,7 89
0,0 1,8 8,9 0,0 230,4 56
0,0 1,2 12,9 0,0 315,3 85
8,4 0,0 7,5 0,0 367,3 107
3,0 0,6 9,8 0,6 300,9 337
5. De opleidingen zelf 5.1. Welke opleidingen genieten de voorkeur? Figuur 9 en tabellen 49 tot en met 51 geven een overzicht van het soort opleidingen voor werknemers waaraan de organisaties de voorkeur geven. De kenmerken van de opleidingen hebben betrekking op1: duurtijd; intensiteit; tijdstip opleiding; opleiding binnen of buiten de werkuren; de vorm van de opleidingen (contact-, afstands- of gecombineerd onderwijs).
1
De organisaties konden meerdere antwoorden aanduiden. Merk op dat ook binnen een bepaald kenmerk (bijvoorbeeld binnen de werkuren of buiten de werkuren) de totaalpercentages soms hoger liggen dan 100, waarbij sommige bedrijven dus beide antwoorden hebben aangeduid. Dit kan te maken hebben met het feit dat men verschillende voorkeuren heeft voor verschillende opleidingen en/of voor verschillende doelgroepen.
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
39
Figuur 9 Het soort opleidingen voor werknemers waaraan de organisaties de voorkeur geven, naar regio, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten) 90,0 80,0
77,1 69,2
70,0 58,6
60,0
54,1
50,0 40,0
51,1
50,1
54,3
34,4
30,0
23,7
19,9
20,0 10,7 10,0
4,4
NAAR DUURTIJD NAAR INTENSITEIT NAAR TIJDSTIP OPLEIDING
BINNEN OF BUITEN DE WERKUREN
Gecombineerd onderwijs
Afstandsonderwijs
Contactonderwijs
Buiten de werkuren
Binnen de werkuren
In het weekend
's Avonds
Overdag
Over diverse weken, maanden
In korte tijdsspanne
Langere opleiding (meer dan 10u)
Korte opleiding (maximum 10u)
0,0
NAAR VORM
Tabel 49 Het soort opleidingen voor werknemers waaraan de organisaties de voorkeur geven, naar regio, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten) Omschrijving NAAR DUURTIJD NAAR INTENSITEIT
NAAR TIJDSTIP OPLEIDING BINNEN OF BUITEN DE WERKUREN NAAR VORM
Totaal Aantal respondenten
Þ
Brugge
Midden-WestVlaanderen 80,3 19,7
Kortrijk
Totaal
73,9 25,2
OostendeWesthoek 77,6 21,6
76,0 28,8
77,1 23,7
54,6
59,5
62,0
57,6
58,6
34,5
35,3
29,9
38,4
34,4
Overdag 's Avonds In het weekend
51,3 44,5 8,4
56,9 48,3 6,9
51,8 56,9 13,1
56,8 49,6 13,6
54,1 50,1 10,7
Binnen de werkuren Buiten de werkuren Contactonderwijs (100% contact) Afstandsonderwijs (schriftelijk of via web) (100% afstands) Gecombineerd onderwijs (combinatie van contact- en afstandsonderwijs)
45,4 52,1 64,7
57,8 47,4 71,6
48,9 60,6 69,3
52,8 56,0 71,2
51,1 54,3 69,2
2,5
10,3
2,9
2,4
4,4
21,0 478,2 119
16,4 509,5 116
21,9 517,5 137
20,0 523,2 125
19,9 507,6 497
Korte opleiding (maximum 10 uren) Langere opleiding (meer dan 10 uren) Alle opleidingsuren worden in een korte tijdsspanne gegeven Opleidingsuren liggen verspreid over diverse weken, maanden
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
40
Tabel 50 Het soort opleidingen voor werknemers waaraan de organisaties de voorkeur zouden geven, naar sector, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten) Omschrijving NAAR DUURTIJD NAAR INTENSITEIT
NAAR TIJDSTIP OPLEIDING BINNEN OF BUITEN DE WERKUREN NAAR VORM
Totaal Aantal respondenten
Korte opleiding (maximum 10 uren) Langere opleiding (meer dan 10 uren) Alle opleidingsuren worden in een korte tijdsspanne gegeven Opleidingsuren liggen verspreid over diverse weken, maanden
Industrie en bouw 78,9 20,5
Groot- en Commerciële kleinhandel, diensten horeca 77,5 69,6 22,5 31,1
Nonprofitsector
Totaal
83,1 21,7
77,1 23,7
57,3
55,9
59,3
61,4
58,6
31,6
34,3
36,3
38,6
34,4
Overdag 's Avonds In het weekend
42,7 58,5 15,8
51,0 57,8 9,8
50,4 55,6 11,9
85,5 16,9 0,0
54,1 50,1 10,7
Binnen de werkuren Buiten de werkuren Contactonderwijs (100% contact) Afstandsonderwijs (schriftelijk of via web) (100% afstands) Gecombineerd onderwijs (combinatie van contact- en afstandsonderwijs) Totaal Aantal respondenten
40,9 64,3 69,6
47,1 61,8 64,7
45,9 60,7 64,4
83,1 16,9 79,5
51,1 54,3 69,2
5,3
2,0
5,2
4,8
4,4
15,8 501,2 171
21,6 505,9 102
26,7 517,0 135
16,9 508,4 83
19,9 507,6 497
Tabel 51 Het soort opleidingen voor werknemers waaraan de organisaties de voorkeur zouden geven, naar aantal werknemers, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten) Omschrijving NAAR DUURTIJD NAAR INTENSITEIT
NAAR TIJDSTIP OPLEIDING BINNEN OF BUITEN DE WERKUREN NAAR VORM
Totaal Aantal respondenten
Þ
<5 werknemers Korte opleiding (maximum 10 uren) Langere opleiding (meer dan 10 uren) Alle opleidingsuren worden in een korte tijdsspanne gegeven Opleidingsuren liggen verspreid over diverse weken, maanden
72,1 21,9
5-9 10-49 werknemers werknemers 73,8 78,6 22,6 25,9
50 of meer werknemers 85,6 25,4
Totaal 77,1 23,7
58,5
54,8
59,8
60,2
58,6
31,1
31,0
38,4
38,1
34,4
Overdag 's Avonds In het weekend
44,3 54,1 8,2
45,2 59,5 13,1
55,4 47,3 16,1
74,6 39,8 7,6
54,1 50,1 10,7
Binnen de werkuren Buiten de werkuren Contactonderwijs (100% contact) Afstandsonderwijs (schriftelijk of via web) (100% afstands) Gecombineerd onderwijs (combinatie van contact- en afstandsonderwijs)
40,4 56,3 61,2
40,5 65,5 60,7
54,5 53,6 75,9
72,0 44,1 81,4
51,1 54,3 69,2
4,9
2,4
4,5
5,1
4,4
24,6 477,6 183
20,2 489,3 84
15,2 525,0 112
16,9 550,8 118
19,9 507,6 497
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
41
Ongeveer drie vierde van de bevraagde organisaties (77,1%) prefereert korte opleidingen van maximum 10 uren. Het liefst zouden de bedrijven hebben dat alle opleidingsuren in een korte tijdsspanne worden gegeven. Slechts 34,4% wenst dat de opleidingsuren verspreid liggen over diverse weken of maanden. Over het tijdstip op dewelke de opleiding moet doorgaan, bestaat er een grotere verdeeldheid. 54,1% van de bedrijven verkiest dat de opleidingen overdag georganiseerd worden, 50,1% wil dit eerder ’s avonds en 10,7% geeft te weten dat de opleidingen het best in het weekend worden gehouden. 54,3% van de bedrijven wil geen tijd vrijmaken tijdens de werkuren voor een opleiding, terwijl 51,1% dit wel wil. Daarnaast blijkt dat het merendeel van de bedrijven (69,2%) het liefst een opleiding wenst te volgen via contactonderwijs (100% contact). 19,9% is vooral te vinden voor gecombineerd onderwijs (combinatie van contact- en afstandsonderwijs) en slechts 4,4% is voorstander van afstandsonderwijs (schriftelijk of via web; 100% afstands). De preferenties verschillen sterk tussen de sectoren. Vooral de non-profitsector vertoont andere voorkeuren voor de opleidingen van hun werknemers dan de andere sectoren: zij kiezen relatief meer voor opleidingen overdag, binnen de werkuren en via 100% contactonderwijs dan de overige sectoren. Opleidingen in het weekend zien zij absoluut niet zitten. En terwijl ongeveer 60% van de organisaties in de secundaire en tertiaire sectoren opleidingen buiten de werkuren prefereert, is dat slechts het geval bij 16,9% van de organisaties in de non-profitsector.
5.2. Wie is de initiatiefnemer voor het volgen van opleidingen? We stellen vast dat het initiatief tot het volgen van een opleiding zowel van de werkgever als van de werknemer kan komen. Indien er bij de organisaties werknemers opleidingen volgen, gebeurt dit bij 61,6% van de organisaties soms op initiatief van de werknemer en soms op initiatief van de werkgever. Bij 28,2% komt het initiatief louter van de werkgever en bij 10,3% louter van de werknemer. De gedeelde verantwoordelijkheid tot het nemen van opleidingsinitiatieven ligt hoger in de non-profitsector en de grotere organisaties dan in de andere organisaties (zie figuur 10 en tabel 52). Figuur 10 De initiatiefnemer voor het volgen van opleidingen, WES-enquête 2009 (in %) Werknemer 10,3 Werkgever 28,2
Soms de werknemer, soms de werkgever 61,6
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
42
Tabel 52 De initiatiefnemer voor het volgen van opleidingen, naar enkele kenmerken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %) Omschrijving
Werknemer Werkgever
REGIO
SECTOR
AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN
Brugge Oostende-Westhoek Midden-West-Vlaanderen Kortrijk Industrie en bouw Groot- en kleinhandel, horeca Commerciële diensten Non-profitsector
15,1 9,5 10,9 5,6 9,9 9,8 11,9 8,4
31,9 25,9 25,5 29,6 32,2 38,2 28,1 6,0
Soms de werknemer, soms de werkgever 52,9 64,7 63,5 64,8 57,9 52,0 60,0 85,5
<5 werknemers 5-9 werknemers 10-49 werknemers 50 of meer werknemers
13,7 10,7 10,7 4,2 10,3
39,3 33,3 25,0 10,2 28,2
47,0 56,0 64,3 85,6 61,6
Totaal
Totaal
Aantal respondenten
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
119 116 137 125 171 102 135 83
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
183 84 112 118 497
5.3. Hoe zoekt men geschikte opleidingen? Aan de organisaties waar de werkgever mee zoekt naar opleidingen voor de werknemers vroegen we op welke manier zij op zoek gaan naar gepaste opleidingen voor hun personeel. Gemiddeld gaven de bedrijven twee manieren op waarop ze zoeken (zie tabellen 53, 54 en 55). Tabel 53 De manier waarop er binnen de organisatie naar gepaste opleidingen wordt gezocht voor de werknemers, naar regio, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten) Manier We krijgen interessante opleidingen binnen via mail of per post We zoeken geschikte opleidingen op de websites van verschillende opleidingsinstanties We organiseren (een deel van) onze opleidingen intern We nemen zelf contact met één of meerdere opleidingsverstrekkers die de vraag verder behandelen en een opleiding aanbieden We organiseren zelden of nooit opleidingen voor ons personeel We nemen contact met een externe organisatie (geen opleidingsverstrekker) om informatie en advies in te winnen omtrent opleidingen We zoeken geschikte opleidingen op één website Totaal Aantal respondenten
Þ
Brugge
OostendeWesthoek
Midden-WestVlaanderen
Kortrijk
Totaal
60,6
60,8
65,5
60,3
61,9
29,3
34,3
40,3
44,8
37,6
31,3
32,4
37,0
31,0
33,0
29,3
29,4
38,7
31,9
32,6
18,2
18,6
21,8
16,4
18,8
13,1 4,0 185,9 99
15,7 2,0 193,1 102
24,4 1,7 229,4 119
14,7 0,0 199,1 116
17,2 1,8 203,0 436
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
43
Tabel 54 De manier waarop er binnen de organisatie naar gepaste opleidingen wordt gezocht voor de werknemers, naar sector, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten) Manier We krijgen interessante opleidingen binnen via mail of per post We zoeken geschikte opleidingen op de websites van verschillende opleidingsinstanties We organiseren (een deel van) onze opleidingen intern We nemen zelf contact met één of meerdere opleidingsverstrekkers die de vraag verder behandelen en een opleiding aanbieden We organiseren zelden of nooit opleidingen voor ons personeel We nemen contact met een externe organisatie (geen opleidingsverstrekker) om informatie en advies in te winnen omtrent opleidingen We zoeken geschikte opleidingen op één website Totaal Aantal respondenten
Industrie en bouw
Groot- en kleinhandel, horeca
Commerciële diensten
Nonprofitsector
Totaal
62,7
46,5
57,1
86,8
61,9
38,0
34,9
33,6
47,4
37,6
28,0
23,3
28,6
61,8
33,0
34,0
22,1
26,1
52,6
32,6
19,3
29,1
20,2
3,9
18,8
17,3 0,0 199,3 150
11,6 4,7 172,1 86
15,1 2,5 183,2 119
26,3 1,3 280,3 76
17,2 1,8 203,0 436
Tabel 55 De manier waarop er binnen de organisatie naar gepaste opleidingen wordt gezocht voor de werknemers, naar aantal werknemers, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten) Manier
<5 werknemers
We krijgen interessante opleidingen binnen via mail of per post We zoeken geschikte opleidingen op de websites van verschillende opleidingsinstanties We organiseren (een deel van) onze opleidingen intern We nemen zelf contact met één of meerdere opleidingsverstrekkers die de vraag verder behandelen en een opleiding aanbieden We organiseren zelden of nooit opleidingen voor ons personeel We nemen contact met een externe organisatie (geen opleidingsverstrekker) om informatie en advies in te winnen omtrent opleidingen We zoeken geschikte opleidingen op één website Totaal Aantal respondenten
5-9 10-49 werknemers werknemers
50 of meer werknemers
Totaal
50,3
58,1
65,3
77,0
61,9
22,5
29,7
43,9
57,5
37,6
11,3
23,0
43,9
59,3
33,0
15,9
28,4
37,8
53,1
32,6
32,5
20,3
13,3
4,4
18,8
7,3 3,3 143,0 151
16,2 1,4 177,0 74
25,5 0,0 229,6 98
23,9 1,8 277,0 113
17,2 1,8 203,0 436
Ongeveer twee derde van de respondenten (61,9%) zegt interessante opleidingen via mail of per post binnen te krijgen. 37,6% gaat zelf op zoek naar een geschikte opleiding op de websites van verschillende opleidingsinstanties. Circa een derde van de bedrijven organiseert (een deel van) de opleiding intern (33%) of neemt zelf contact met één of meerdere opleidingsinitiatieven (32,6%). De overige bedrijven organiseren zelden of nooit opleidingen (18,8%) of nemen contact met een externe organisatie (geen opleidingsverstrekker) om informatie en advies omtrent opleidingen in te winnen (17,2%). Slechts 1,8% van de organisaties zoekt geschikte opleidingen op slechts één website.
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
44
De websites die door deze organisaties vermeld werden, zijn: www.syntrawest.be (3 respondenten); website Horeca Vlaanderen (2); www.vdab.be (2); school voor bestuursrecht (1); WIVO (1); Schaubroeck (1); CEVI (1); managementscholen (1);
[email protected] (specifiek voor branche architectuur) (1); www.IFBD.be (1); www.ipv.be (1); www.vvsg.be (1); overheidssites (1); leveranciers van software (1).
5.4. Kent en gebruikt men tegemoetkomingen bij opleidingen? We vroegen aan de West-Vlaamse organisaties of zij volgende tegemoetkomingen bij opleidingen kennen en gebruiken: opleidingscheques; KMO-portefeuille; tegemoetkomingen van sectorfondsen; ESF-subsidies voor opleidingen; subsidie voor opleidingen in het kader van het diversiteitsplan; betaald educatief verlof. Figuur 11 en tabel 56 bieden een samenvattend overzicht van de mate waarin de tegemoetkomingen gekend zijn en - indien gekend - ook effectief gebruikt worden. We stellen vast dat opleidingscheques het best gekend zijn: 81,8% van de organisaties kent ze. 52,8% van deze groep van bedrijven gebruikt evenwel de opleidingscheques niet. Betaald educatief verlof is de tweede meest gekende tegemoetkoming: 60,5% van de organisaties kent dit. Betaald educatief verlof wordt evenwel slechts in 38,5% van de organisaties die deze tegemoetkoming kennen, werkelijk gebruikt. De KMO-portefeuille en de tegemoetkomingen van sectorfondsen zijn minder gekend bij de bedrijven maar de organisaties die deze tegemoetkomingen kennen, maken er relatief veel gebruik van: 73,8% van de organisaties die tegemoetkomingen van sectorfondsen kent, maakt er ook effectief gebruik van. Bij de KMO-portefeuille is dit 60,4%.
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
45
Figuur 11 De mate waarin bepaalde tegemoetkomingen bij opleidingen gekend zijn en gebruikt worden, WES-enquête 2009 (in %)
Indien gekend, maakt u er ook gebruik van?
80,0
Tegemoetkomingen van sectorfondsen
70,0
KMO-portefeuille
60,0 50,0
Subsidies voor opleidingen in het kader van het diversiteitsplan
40,0 30,0
Opleidingscheques Betaald educatief verlof
ESF-subsidies voor opleidingen
20,0 10,0 0,0 0,0
10,0
20,0
30,0
40,0
50,0
60,0
70,0
80,0
90,0
Tegemoetkoming gekend?
Tabel 56 De mate waarin bepaalde tegemoetkomingen bij opleidingen gekend zijn en gebruikt worden, WES-enquête 2009 (in %) Tegemoetkoming Ja Opleidingscheques KMO-portefeuille Tegemoetkomingen van sectorfondsen ESF-subsidies voor opleidingen Subsidie voor opleidingen in het kader van het diversiteitsplan Betaald educatief verlof
Gekend? Neen Totaal
81,8 41,3 30,5 16,6
18,2 58,7 69,5 83,4
100,0 100,0 100,0 100,0
Aantal respondenten 489 489 489 489
17,6 60,5
82,4 39,5
100,0 100,0
489 489
Indien gekend, maakt u er ook gebruik van? Ja Neen Totaal Aantal respondenten 47,3 52,8 100,0 400 60,4 39,6 100,0 202 73,8 26,2 100,0 149 33,3 66,7 100,0 81 36,0 38,5
64,0 61,5
100,0 100,0
86 296
De ESF-subsidies en de subsidie voor opleidingen in het kader van het diversiteitsplan zijn de minst gekende tegemoetkomingen bij opleidingen. Respectievelijk 16,6% en 17,6% van de bevraagde bedrijven kennen deze subsidies. Bij beide mogelijkheden maakt iets meer dan een derde er gebruik van. Tabellen 57 tot en met 62 geven meer detailcijfers per tegemoetkoming.
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
46
47
Totaal
AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN
SECTOR
REGIO
Omschrijving
<5 werknemers 5-9 werknemers 10-49 werknemers 50 of meer werknemers
Brugge Oostende-Westhoek Midden-West-Vlaanderen Kortrijk Industrie en bouw Groot- en kleinhandel, horeca Commerciële diensten Non-profitsector 73,2 78,0 86,5 93,2 81,8
82,2 81,4 84,2 79,2 78,3 81,8 83,0 88,0
Ja
26,8 22,0 13,5 6,8 18,2
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
179 82 111 117 489
Opleidingscheques gekend? Neen Totaal Aantal respondenten 17,8 100,0 118 18,6 100,0 113 15,8 100,0 133 20,8 100,0 125 21,7 100,0 166 18,2 100,0 99 17,0 100,0 135 12,0 100,0 83 38,2 43,8 65,6 44,0 47,3
61,8 56,3 34,4 56,0 52,8
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
131 64 96 109 400
Indien gekend, maakt u er ook gebruik van? Ja Neen Totaal Aantal respondenten 42,3 57,7 100,0 97 53,3 46,7 100,0 92 44,6 55,4 100,0 112 49,5 50,5 100,0 99 54,6 45,4 100,0 130 45,7 54,3 100,0 81 44,6 55,4 100,0 112 39,7 60,3 100,0 73
Tabel 57 De mate waarin OPLEIDINGSCHEQUES gekend zijn en gebruikt worden, naar enkele kenmerken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %)
48
Totaal
AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN
SECTOR
REGIO
Omschrijving
<5 werknemers 5-9 werknemers 10-49 werknemers 50 of meer werknemers
Brugge Oostende-Westhoek Midden-West-Vlaanderen Kortrijk Industrie en bouw Groot- en kleinhandel, horeca Commerciële diensten Non-profitsector 29,1 45,1 50,5 48,7 41,3
37,3 32,7 47,4 46,4 50,6 37,4 48,9 15,7
Ja
70,9 54,9 49,5 51,3 58,7
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
179 82 111 117 489
KMO-portefeuille gekend? Neen Totaal Aantal respondenten 62,7 100,0 118 67,3 100,0 113 52,6 100,0 133 53,6 100,0 125 49,4 100,0 166 62,6 100,0 99 51,1 100,0 135 84,3 100,0 83 50,0 62,2 80,4 49,1 60,4
50,0 37,8 19,6 50,9 39,6
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
52 37 56 57 202
Indien gekend, maakt u er ook gebruik van? Ja Neen Totaal Aantal respondenten 59,1 40,9 100,0 44 62,2 37,8 100,0 37 55,6 44,4 100,0 63 65,5 34,5 100,0 58 56,0 44,0 100,0 84 67,6 32,4 100,0 37 69,7 30,3 100,0 66 15,4 84,6 100,0 13
Tabel 58 De mate waarin de KMO-PORTEFEUILLE gekend is en gebruikt wordt, naar enkele kenmerken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %)
49
Totaal
AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN
SECTOR
REGIO
Omschrijving
<5 werknemers 5-9 werknemers 10-49 werknemers 50 of meer werknemers
Brugge Oostende-Westhoek Midden-West-Vlaanderen Kortrijk Industrie en bouw Groot- en kleinhandel, horeca Commerciële diensten Non-profitsector 10,6 23,2 38,7 58,1 30,5
89,4 76,8 61,3 41,9 69,5
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
179 82 111 117 489
Tegemoetkomingen van sectorfondsen gekend? Ja Neen Totaal Aantal respondenten 21,2 78,8 100,0 118 23,9 76,1 100,0 113 33,1 66,9 100,0 133 42,4 57,6 100,0 125 44,6 55,4 100,0 166 25,3 74,7 100,0 99 17,0 83,0 100,0 135 31,3 68,7 100,0 83 57,9 63,2 67,4 85,3 73,8
42,1 36,8 32,6 14,7 26,2
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
19 19 43 68 149
Indien gekend, maakt u er ook gebruik van? Ja Neen Totaal Aantal respondenten 88,0 12,0 100,0 25 74,1 25,9 100,0 27 68,2 31,8 100,0 44 71,7 28,3 100,0 53 75,7 24,3 100,0 74 68,0 32,0 100,0 25 69,6 30,4 100,0 23 76,9 23,1 100,0 26
Tabel 59 De mate waarin TEGEMOETKOMINGEN VAN SECTORFONDSEN gekend zijn en gebruikt worden, naar enkele kenmerken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %)
50
Totaal
AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN
SECTOR
REGIO
Omschrijving
<5 werknemers 5-9 werknemers 10-49 werknemers 50 of meer werknemers
Brugge Oostende-Westhoek Midden-West-Vlaanderen Kortrijk Industrie en bouw Groot- en kleinhandel, horeca Commerciële diensten Non-profitsector 3,9 8,5 16,2 41,9 16,6
96,1 91,5 83,8 58,1 83,4
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
179 82 111 117 489
ESF-subsidies voor opleidingen gekend? Ja Neen Totaal Aantal respondenten 10,2 89,8 100,0 118 17,7 82,3 100,0 113 16,5 83,5 100,0 133 21,6 78,4 100,0 125 18,1 81,9 100,0 166 7,1 92,9 100,0 99 11,9 88,1 100,0 135 33,7 66,3 100,0 83 0,0 28,6 44,4 34,7 33,3
100,0 71,4 55,6 65,3 66,7
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
7 7 18 49 81
Indien gekend, maakt u er ook gebruik van? Ja Neen Totaal Aantal respondenten 33,3 66,7 100,0 12 40,0 60,0 100,0 20 27,3 72,7 100,0 22 33,3 66,7 100,0 27 33,3 66,7 100,0 30 14,3 85,7 100,0 7 18,8 81,3 100,0 16 46,4 53,6 100,0 28
Tabel 60 De mate waarin ESF-SUBSIDIES VOOR OPLEIDINGEN gekend zijn en gebruikt worden, naar enkele kenmerken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %)
51
Totaal
AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN
SECTOR
REGIO
Omschrijving
<5 werknemers 5-9 werknemers 10-49 werknemers 50 of meer werknemers
Brugge Oostende-Westhoek Midden-West-Vlaanderen Kortrijk Industrie en bouw Groot- en kleinhandel, horeca Commerciële diensten Non-profitsector 3,4 9,8 20,7 41,9 17,6
96,6 90,2 79,3 58,1 82,4
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
179 82 111 117 489
Subsidies voor opleidingen in het kader van het diversiteitsplan gekend? Ja Neen Totaal Aantal respondenten 12,7 87,3 100,0 118 18,6 81,4 100,0 113 18,8 81,2 100,0 133 20,0 80,0 100,0 125 19,9 80,1 100,0 166 14,1 85,9 100,0 99 8,1 91,9 100,0 135 32,5 67,5 100,0 83 16,7 12,5 39,1 40,8 36,0
53,3 38,1 36,0 24,0 36,4 21,4 36,4 44,4
Ja
83,3 87,5 60,9 59,2 64,0
46,7 61,9 64,0 76,0 63,6 78,6 63,6 55,6
Neen
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Totaal
6 8 23 49 86
Aantal respondenten 15 21 25 25 33 14 11 27
Indien gekend, maakt u er ook gebruik van?
Tabel 61 De mate waarin SUBSIDIES VOOR OPLEIDINGEN IN HET KADER VAN HET DIVERSITEITSPLAN gekend zijn en gebruikt worden, naar enkele kenmerken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %)
52
Totaal
AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN
SECTOR
REGIO
Omschrijving
<5 werknemers 5-9 werknemers 10-49 werknemers 50 of meer werknemers
Brugge Oostende-Westhoek Midden-West-Vlaanderen Kortrijk Industrie en bouw Groot- en kleinhandel, horeca Commerciële diensten Non-profitsector 47,5 45,1 65,8 86,3 60,5
59,3 63,7 60,9 58,4 66,3 56,6 54,1 66,3
Ja
52,5 54,9 34,2 13,7 39,5
40,7 36,3 39,1 41,6 33,7 43,4 45,9 33,7 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Betaald educatief verlof gekend? Neen Totaal
179 82 111 117 489
Aantal respondenten 118 113 133 125 166 99 135 83 10,6 32,4 43,8 60,4 38,5
89,4 67,6 56,2 39,6 61,5
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
85 37 73 101 296
Indien gekend, maakt u er ook gebruik van? Ja Neen Totaal Aantal respondenten 30,0 70,0 100,0 70 36,1 63,9 100,0 72 39,5 60,5 100,0 81 47,9 52,1 100,0 73 50,0 50,0 100,0 110 35,7 64,3 100,0 56 23,3 76,7 100,0 73 40,0 60,0 100,0 55
Tabel 62 De mate waarin BETAALD EDUCATIEF VERLOF gekend is en gebruikt wordt, naar enkele kenmerken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %)
5.5. Effect huidige economische crisis op vraag naar opleidingen 69,7% van de bevraagde bedrijven is van mening dat de economische crisis geen invloed heeft op het aantal opleidingen dat zij voorzien voor hun werknemers (figuur 12 en tabel 63). 24,3% voorziet minder opleidingen voor werknemers met de huidige economische crisis en 5,9% voorziet meer opleidingen. Vooral bij de handel en horeca en de kleine ondernemingen zijn er relatief veel organisaties die minder opleidingen voorzien als gevolg van de economische crisis. De nonprofitsector is op dit vlak het minst gevoelig aan de economische crisis. Figuur 12 De mate waarin er met de huidige economische crisis meer, minder of evenveel opleidingen worden voorzien voor werknemers, WES-enquête 2009 (in %) Meer; 5,9 Minder; 24,3
Evenveel; 69,7
Tabel 63 De mate waarin er met de huidige economische crisis meer, minder of evenveel opleidingen worden voorzien voor werknemers, naar enkele kenmerken van de organisaties, WESenquête 2009 (in %) Omschrijving REGIO
SECTOR
AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN
Totaal
Þ
Meer
Evenveel
Minder
Totaal
Brugge Oostende-Westhoek Midden-West-Vlaanderen Kortrijk Industrie en bouw Groot- en kleinhandel, horeca Commerciële diensten Non-profitsector
5,9 8,0 3,8 6,4 6,6 7,1 5,9 3,6
66,1 69,9 75,9 66,4 67,5 61,6 67,4 85,5
28,0 22,1 20,3 27,2 25,9 31,3 26,7 10,8
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Aantal respondenten 118 113 133 125 166 99 135 83
<5 werknemers 5-9 werknemers 10-49 werknemers 50 of meer werknemers
5,6 7,3 5,4 6,0 5,9
64,2 67,1 77,5 72,6 69,7
30,2 25,6 17,1 21,4 24,3
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
179 82 111 117 489
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
53
6. De afstemming tussen vraag en aanbod 6.1. Algemeen 63,4% van de bevraagde organisaties vindt dat de vraag van de bedrijven naar opleidingen en het aanbod momenteel goed op elkaar zijn afgestemd (figuur 13). Figuur 13 De mate waarin de organisaties vinden dat de vraag van de bedrijven naar opleidingen en het aanbod momenteel goed op elkaar zijn afgestemd, WES-enquête 2009 (in %)
Vraag en aanbod niet goed op elkaar afgestemd: 36,6
Vraag en aanbod goed op elkaar afgestemd: 63,4
Bij de commerciële diensten en de kleinere organisaties zijn er wel relatief meer bedrijven die vinden dat de vraag en het aanbod minder goed op elkaar zijn afgestemd (tabel 64). Tabel 64 De mate waarin de organisaties vinden dat de vraag van de bedrijven naar opleidingen en het aanbod momenteel goed op elkaar zijn afgestemd, naar enkele kenmerken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %) Omschrijving
REGIO
Brugge Oostende-Westhoek Midden-West-Vlaanderen Kortrijk Industrie en bouw Groot- en kleinhandel, horeca Commerciële diensten Non-profitsector
SECTOR
AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN
Totaal
<5 werknemers 5-9 werknemers 10-49 werknemers 50 of meer werknemers
Vraag en aanbod goed op elkaar afgestemd? Ja Neen Totaal 60,3 39,7 100,0 65,7 34,3 100,0 63,9 36,1 100,0 63,7 36,3 100,0 63,8 36,2 100,0 67,0 33,0 100,0 54,9 45,1 100,0 73,2 26,8 100,0 59,8 59,5 63,1 71,8 63,4
40,2 40,5 36,9 28,2 36,6
Aantal respondenten
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
116 108 133 124 163 97 133 82 174 79 111 117 481
We zijn deze algemene vraag nog verder gaan verfijnen aan de hand van een aantal stellingen rond de vraag en het aanbod van opleidingen. De uitgebreide meningen vind je terug in tabel 65. Figuur 14 toont de samenvatting. In de bijlagetabellen 9 tot en met 15 lees je de resultaten op de verschillende stellingen opgesplitst naar regio, sector en aantal werknemers.
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
54
55
We hebben een duidelijk zicht op de opleidingsbehoeften van onze werknemers In onze organisatie wordt er op regelmatige tijdstippen gepeild naar de opleidingsbehoeften van onze werknemers In onze organisatie zijn er regels/afspraken die opleidingen bij onze werknemers verplichten of stimuleren We hebben een goed overzicht van het opleidingsaanbod in onze regio/streek Het aanbod van opleidingen in onze regio voldoet aan onze vraag Bij de keuze van een opleidingsverstrekker weten we eigenlijk niet of er geen andere opleidingen zijn die beter aan onze behoeften zouden voldoen Een webapplicatie die onze opleidingsvraag automatisch doorstuurt naar alle relevante opleidingsverstrekkers in onze regio zou een meerwaarde voor ons zijn
Stelling 59,7 39,1 29,9 52,6 47,4 48,6 35,6
12,1 9,1 6,9 4,6 6,2 13,9
17,3
22,9
27,2 22,7 23,1
23,7
16,0
Eerder Eerder niet akkoord akkoord
12,9
Heel erg akkoord
9,4
5,4
18,9 7,3 8,5
10,6
Helemaal niet akkoord 2,3
23,9
16,8
14,8 10,6 16,4
14,6
9,1
Weet niet/nvt
100,0
100,0
100,0 100,0 100,0
100,0
100,0
Totaal
Tabel 65 De mate waarin de organisaties akkoord gaan met een aantal stellingen rond vraag naar en aanbod van opleidingen, WES-enquête 2009 (in %)
481
481
481 481 481
481
481
Aantal respondenten
Figuur 14 De mate waarin de organisaties akkoord gaan met een aantal stellingen rond vraag naar en aanbod van opleidingen, WES-enquête 2009 (in %) 0%
10% 20% 30%
We hebben een duidelijk zicht op de opleidingsbehoeften van onze werknemers In onze organisatie wordt er op regelmatige tijdstippen gepeild naar de opleidingsbehoeften van onze werknemers In onze organisatie zijn er regels/afspraken die opleidingen bij onze werknemers verplichten of stimuleren We hebben een goed overzicht van het opleidingsaanbod in onze regio/streek Het aanbod van opleidingen in onze regio voldoet aan onze vraag Bij de keuze van een opleidingsverstrekker weten we eigenlijk niet of er geen andere opleidingen zijn die beter aan onze behoeften zouden voldoen Een webapplicatie die onze opleidingsvraag automatisch doorstuurt naar alle relevante opleidingsverstrekkers in onze regio zou een meerwaarde voor ons zijn
40% 50% 60% 70% 80% 90% 79,9
100%
20,1
59,9
40,1
45,9
54,1
66,5
33,5
62,2
37,8
66,0
34,0
65,0
35,0
Akkoord
Niet akkoord
80% van de West-Vlaamse organisaties gaat akkoord met de stelling ‘wij hebben een duidelijk zicht op de opleidingsbehoeften van onze medewerkers’1. Daarentegen wordt slechts in 60% van de organisaties op regelmatige tijdstippen gepeild naar de opleidingsbehoeften van het personeel. In de commerciële dienstensectoren en in de non-profitsector ligt het percentage ‘(heel erg) akkoord met deze stelling’ beduidend hoger dan in de andere sectoren. In ongeveer 46% van de organisaties zijn er regels/afspraken die opleidingen bij werknemers verplichten of stimuleren. Vooral in de non-profitsector en in de grotere organisaties komen dergelijke regels en afspraken vaak voor. Wat betreft het aanbod is 66,5% van de organisaties helemaal akkoord of akkoord met de stelling dat ze een goed overzicht hebben van het opleidingsaanbod in hun regio/streek. Vooral in de non-profit en in de grotere bedrijven beweert men een goed overzicht van het opleidingsaanbod te hebben. De groot- en kleinhandel en de horeca scoren hier echter zwak. 62,2% van de organisaties vindt ook dat het aanbod van opleidingen in hun regio voldoet aan hun vraag. Vooral in de tertiaire sector gaat echter een relatief groot percentage van de organisaties niet akkoord met deze stelling. Twee derden van de organisaties geeft toe dat ze bij de keuze van een opleidingsverstrekker eigenlijk niet weten of er geen andere opleidingen zijn die beter aan de behoeften zouden voldoen. 65% gaat akkoord met de stelling dat een webapplicatie die de opleidingsvraag doorstuurt naar alle relevante opleidingsverstrekkers in de regio een meerwaarde voor hen zou zijn.
1
Het gaat hier om 80% van de organisaties die een mening heeft gegeven over de stelling, met andere woorden, de organisaties die ‘weet niet’ hebben aangeduid, worden buiten beschouwing gelaten.
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
56
6.2. Verbeteracties Tot slot vroegen we nog aan de deelnemende bedrijven of zij zelf suggesties van maatregelen hebben die zouden kunnen leiden tot een (nog) betere afstemming tussen vraag naar en aanbod van opleidingen. In totaal deden 57 organisaties één of meerdere suggesties. De antwoorden zijn, zoals ze werden genoteerd door de bedrijven, weergegeven in tabel 66. Acht van de 57 organisaties die suggesties deden, pleiten voor een centrale website waar alle opleidingen terug te vinden zijn. Een aantal ondernemingen stelt ook voor om bepaalde opleidingen die nu meestal doorgaan buiten de provincie, ook in de eigen regio te organiseren. Voor sommige organisaties is de kostprijs voor opleidingen vaak een drempel. Er worden ook suggesties gedaan rond het aanbod en rond een betere afstemming van het aanbod met de vraag.
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
57
58
SUGGESTIES ROND EEN CENTRALE DATABANK/WEBSITE/…, EN ROND COMMUNICATIE VAN HET AANBOD
1 centrale website/organisatie per regio/provincie die alle mogelijke soorten opleidingen registreert en waar vragen over opleidingen kunnen worden gesteld en een "neutrale" oplossing(en) wordt gegeven. 1 portaal waar alle mogelijke opleidingen met een woordje uitleg vermeld staan + contactgegevens of offerteaanvraag. Via webapplicatie zou er een tool moeten bestaan om een opleiding te zoeken met daarbij de verschillende mogelijkheden. Centrale databank waarin met een zoekfunctie (kernwoorden) verschillende opleidingsmogelijkheden kunnen gevonden worden. Centrale site waar kan gezocht worden per soort opleiding en waar dan het aanbod van alle opleidingsverstrekkers te zien is. Op heden moet op elke site van elke opleidingsverstrekker gekeken worden en heeft men geen garantie dat men ergens een opleiding of verstrekker heeft vergeten. Een centrale website waar alle opleidingen terug te vinden zijn. Een portaalsite met alle opleidingen in Vlaanderen zou de noden beter op elkaar afstemmen. Een website die alle opleidingen vermeldt, zou optimaal zijn! Er worden veel te veel folders en aanbiedingen verstuurd en je ziet het bos door de bomen niet meer. Vaak 3 tot 4 keer dezelfde folders. Het voorstel van een overzichtsite is niet slecht. Ook bijvoorbeeld de werking van Vion (een opleidingsmakelaar) is niet slecht. Een organisatie die helpt zoeken naar een opleiding die bij jou past. Liever meer overzichten van alle opleidingsverstrekkers in de buurt dan massa's post, flyers, brochures van steeds dezelfde aanbieders. Kort en bondige mail. Meer info over de bestaande opleidingen via e-mail. Nog meer geïnformeerd worden volgens sector. Op school is het belangrijk dat ze reeds een basis VCA-attest hebben. Ingewikkelde procedure om de opleidingscheques te gebruiken.
Tabel 66 De suggesties van de organisaties rond een betere afstemming tussen vraag naar en aanbod van opleidingen, WES-enquête 2009
59
SUGGESTIES ROND KOSTPRIJS
SUGGESTIES ROND AFSTAND
Forum waar opleidingsverantwoordelijken/deelnemers ervaringen kunnen delen met betrekking tot samenwerking met opleidingsleveranciers, waardevolle trainingen kunnen adviseren, etc. Vooral voor West-Vlaanderen is het opleidingsaanbod beperkter dan bijvoorbeeld voor het binnenland. Bijvoorbeeld opleidingen van Cevora: moet je meestal voor naar Gent gaan, ... Regelmatiger in Brugge organiseren, zou voor ons drempelverlagend zijn. Heel wat externe opleidingen (zeker voor bedienden en kader) gaan door buiten de provincie. We kunnen niet vragen aan onze medewerkers om zich te verplaatsen naar de regio Antwerpen of Brussel voor een bepaalde opleiding. Zelfs het aanbod van Cevora in de provincie is beperkt tenzij je kiest voor een interne opleiding (wat we dan ook meestal doen). Het zou interessanter zijn indien er meer opleidingen in het bedrijf zelf zouden kunnen georganiseerd worden. Interessante opleidingen vaak in Brussel of Antwerpen. Misschien dichter bij ons bedrijf - werknemers verplaatsen zich niet zo graag - willen graag binnen een half uur aan het opleidingscentrum staan - willen geen tijd verliezen op de weg. Opleidingen op diverse locaties in plaats van nu vooral in Brussel of Gent. Opleidingstruck ter plaatse, vooral voor kleine ondernemingen om lange afwezigheden te vermijden. Aandacht voor de kleine KMO's met specifieke noden. Het quasi gratis maken heeft als gevolg dat de bedrijven zullen toehappen, dat ze hun personeel langer aan zich willen binden doordat deze een kennis verworven hebben die een meerwaarde betekent voor het bedrijf en indien de medewerkers niet aan de slag kunnen blijven, zijn ze van grotere waarde op de bredere arbeidsmarkt en zullen ze bijgevolg sneller een nieuwe job vinden. De bedrijven betalen hiervoor genoeg belastingen om dit te kunnen bewerkstelligen (gratis opleiding voor winstgevende ondernemingen: door de nadruk te leggen op winstgevend stimuleer je elke ondernemer!!!). Het grootste probleem is en blijft de kostprijs van opleidingen tijdens de betaalde werkuren. Kostprijs. Maak de kostprijs een héél stuk goedkoper en er zal heel wat meer interesse zijn!
Tabel 66 De suggesties van de organisaties rond een betere afstemming tussen vraag naar en aanbod van opleidingen, WES-enquête 2009 (vervolg 1)
60
SUGGESTIES ROND AANBOD OPLEIDINGEN
SUGGESTIES ROND AFSTEMMING VRAAG EN AANBOD
Alle opleidingen zijn afgestemd op bedrijven met veel werknemers en op de klassieke branches. Dit is ook zo voor het onderwijs, vooral binnen het technisch onderwijs. De opleidingen die daar gegeven worden, zijn ook niet afgestemd op de kleine KMO. Binnen onze sector in West-Vlaanderen hebben we een werkgroep (bestaande uit directies) die jaarlijks een opleidingskalender opstelt met nuttige vormingen voor onze medewerkers. Betere afstemming en samenwerking tussen opleidingaanbieders als CVO, VDAB, Syntra, ... Bijeenbrengen van vragen van de sociale sector en in dialoog gaan met de potentiële aanbieders op regelmatige basis. Opleidingsverstrekkers die tijdens bepaalde opleidingen peilen naar de nood aan andere specifieke opleidingen. Peilen door overheidsinstellingen (bijvoorbeeld de VDAB) naar echte opleidingsbehoeften van ondernemingen in de regio. Indien die niet bestaan (bijvoorbeeld de glassector), interne opleidingstrajecten via bijvoorbeeld IBO bepalen voor bijvoorbeeld 50+ werkzoekenden, enz. Persoonlijkere aanpak van de opleidingsconsultant versus het bedrijf. Op die manier wordt er rekening gehouden met de behoeften van eenieder (kwestie van organisatie, centralisatie, structuur). Sector per sector laten informeren. De grafische sector weet bijvoorbeeld niet dat er een tekort is aan opleidingen voor zeefdrukkers. Veel opleidingen zijn vrij algemeen en nemen behoorlijk wat tijd om een basis te omlijnen die eigenlijk gekend moet zijn. Opleidingen specifieker afstemmen op de knelpunten of problemen. Dit zorgt voor vrij enge en misschien nietrendabele opleidingen. Flexibeler moduleerbare leerprogramma's waarbij elke module op zelfstandige basis en op persoonlijke tijdslijn via internet kan worden afgewerkt en die bovendien leidt tot een volwaardig diploma/getuigschrift. Stoppen met de voortdurende nivellering naar beneden van de opleidingen, genre Syntra, waarbij niet de kwaliteitsnorm maar het aantal afgestudeerden (ongeacht of ze geschikt, gemotiveerd of bekwaam zijn voor de studierichting) primeert. Leg de examennormen hoger maar maak ze ook moderner, dit wil zeggen toets ze aan reële omstandigheden in plaats van aan een theoretisch model dat meestal nog uit de oudheid stamt. Geven van meer sectorgevoelige opleidingen. Graag meer opleidingen voor fitnessleraars.
Tabel 66 De suggesties van de organisaties rond een betere afstemming tussen vraag naar en aanbod van opleidingen, WES-enquête 2009 (vervolg 2)
61
ANDERE SUGGESTIES
SUGGESTIES ROND KWALITEIT
In de bouwsector, bij slecht weer, direct een korte opleiding kunnen volgen tijdens die dagen, met andere woorden kort op de bal spelen. In onze sector moeten we ze zelf opleiden, daar het een beetje specifiek is. In technische scholen moet de basis van de technieken, onder andere handwerk, terug gestimuleerd worden om deze ervaring dan ook manueel en op cnc-machines te kunnen toepassen. De opleidingen schieten echt tekort! Kleine groepen waar veel interactie is tussen lesgever en deelnemer. Concrete en praktische seminaries waar je niet op je honger blijft zitten. Geen cursussen met stomme slides maar een volwaardige tekst die later nog kan geraadpleegd worden. Een opleiding vinden voor ongeschoold personeel is niet evident. Meer opleidingen en stages in de scholen zelf zijn noodzakelijk. Momenteel een te grote versnippering in het aanbod voor opleidingen: geen zicht op kwaliteit/prijs/aanpak /inhoud. Tekort aan korte opleidingen zoals excel, internet, wetten over personeel. Versterking nodig van competentiegerichte vorming. Bepaalde instituten voor opleiding moeten zelf eens meer hun eigen mensen opleiden. Hierbij denk ik (uit eigen ervaring en uit die van anderen) dat bijvoorbeeld bij Syntra de organisatie en de kwaliteit van de opleiding dikwijls ernstig te wensen overlaat. Meer bundelen van krachten en een soort "echt" kwaliteitslabel opzetten. De opmaak van een CAO die een opleidingsplan in het bedrijf verplicht, zou een hulp kunnen zijn. Veel bedrijven gaan immers nogal lichtzinnig om met de opleiding van hun medewerkers. Ondanks een aantal wettelijke verplichtingen van de WG ten opzichte van WN, waar vaak weinig tot geen rekening mee wordt gehouden. Als kleinhandelaar zouden we verkoopstechnieken, contact met cliënteel, stock, computergebruik en dergelijke kunnen gebruiken. Het vormingsinstituut geeft die opleidingen. We maken er geen gebruik van. Misschien kunnen we er eens over nadenken om samen met onze medewerkers een opleiding te volgen.
Tabel 66 De suggesties van de organisaties rond een betere afstemming tussen vraag naar en aanbod van opleidingen, WES-enquête 2009 (vervolg 3)
62
Elke softwarefirma, die specifieke pakketten ontwikkelt in ERP, CRM, Publishing, .... (ook als het niet om Microsoft gaat) zou automatisch moeten erkend zijn als opleidingsverstrekker voor zijn pakket: dit tegenover hun klanten, hun potentiële klanten, bestaande bedienden en werkgevers, nieuwe bedienden en werkgevers, en dit zowel voor mensen met een arbeidersstatuut als voor mensen met een bediendestatuut. Gebruikmaken van leegstaande gebouwen van scholen om 's avonds les te geven. Jonge bruggepensioneerden zorgen dat opleiding voor jongeren ter plaatse kan gebeuren. Opleiding intern, aangepast aan het bedrijf, is zeer efficiënt. Financiële tussenkomst voor deze bruggepensioneerden zou wel nuttig kunnen zijn. Sommige opleidingen worden bij gebrek aan deelnemers te lang uitgesteld. Eventueel toch geven mits compensatie door bedrijven. Stages van studenten. Te veel jongeren die afstuderen, zijn niet klaar voor de arbeidsmarkt. Juist daarom moeten bedrijven zich intern en extern bevoorraden met opleidingen. Ik ben er me van bewust dat je de jongeren niet 100% kan klaarstomen voor alle mogelijke werkgevers, maar al te vaak worden we in onze business geconfronteerd met jongeren die zelfs de basis van bankieren en verzekeren niet hebben meegekregen, hoewel ze daar voor de rest van hun dagen mee geconfronteerd zullen worden. Het secundair onderwijs moet daar beter zijn rol spelen zodat bijkomende opleidingen kunnen gegeven worden aan minder heterogene groepen waar de basiskennis veel te divers is. Vereenvoudiging van de administratieve rompslomp met betrekking tot tussenkomsten voor opleidingen zou het volgen van opleidingen een stuk aantrekkelijker maken. Ook na het volgen van opleidingen moet soms nog een hele papierwinkel doorlopen worden om de nodige attesten te bekomen, hetgeen misschien beter door de opleidingsverstrekker zou worden gedaan. We bieden zelf sectoriële opleidingen aan die door de Vlaamse overheid goedgekeurd zijn, maar hebben als KMO weinig slagkracht om dit op een goede manier te promoten.
Tabel 66 De suggesties van de organisaties rond een betere afstemming tussen vraag naar en aanbod van opleidingen, WES-enquête 2009 (vervolg 4)
7. Besluiten De onlinebevraging naar de opleidingsbehoeften bij de West-Vlaamse organisaties werd uitgevoerd in juni 2009 en leverde ons een respons op van 563 organisaties, met name 135 uit de regio Brugge, 151 uit de regio Roeselare-Tielt, 145 uit de regio Kortrijk en 112 uit de regio Oostende-Westhoek. De antwoorden op de enquêtevragen werden geanalyseerd volgens regio, sector en grootteklasse van het aantal werknemers. Hieronder vatten we de belangrijkste vaststellingen samen.
7.1. Kenmerken organisaties Van de 563 organisaties die de enquête hebben ingevuld, is 33,7% actief in de industrie en de bouw. 27,5% behoort tot de sector ‘commerciële diensten’, 20,8% tot de sector ‘groot- en kleinhandel, horeca’ en 16,7% tot de non-profitsector. 1,2% van de respondenten is een land- en tuinbouwbedrijf. Opsplitsing per aantal werknemers toont dat 37,3% van de bedrijven minder dan 5 werknemers heeft, 16,2% heeft tussen vijf en negen werknemers, 23,3% heeft tussen 10 en 49 werknemers en 23,3% heeft meer dan 50 werknemers. Slechts 19,2% van de organisaties beschikt over een geschreven opleidingsplan. Bijna 30% heeft een jaarlijks opleidingsbudget. Ongeveer eenzelfde percentage heeft procedures rond opleidingen en ook 30% heeft een opleidingsverantwoordelijke. Grotere organisaties en non-profitorganisaties scoren echter beter op deze aspecten dan de andere organisaties.
7.2. Opleidingsbehoeften 66,8% van de bevraagde bedrijven heeft een opleidingsbehoefte op korte termijn
(najaar 2009) of op iets langere termijn (2010) voor hun werknemers. In de nonprofitsector heeft 92,6% van de organisaties een opleidingsbehoefte, in de sectoren ‘commerciële diensten’ en ‘industrie en bouw’ is dit 63,2% en in de sector ‘groot- en kleinhandel, horeca’ is dit 57,3%. Organisaties die geen opleidingsbehoeften hebben, geven als belangrijkste reden aan dat ze een kleine organisatie zijn (58,8%) en dat ze van mening zijn dat de huidige kennis en vaardigheden van de werknemers voldoende zijn (20,3%). Relatief meer bedrijven hebben opleidingsbehoeften voor bedienden dan voor kaderleden en arbeiders. De grootste opleidingsbehoeften voor arbeiders zijn er voor de opleidingsmateries ‘techniek en technologie’ en de opleiding ‘milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid’. Voor bedienden is de vraag het grootst naar een opleiding ‘informatica en automatisering, computergebruik’ en naar een opleiding ‘boekhouden, financiën, administratie, wetgeving’. Voor deze doelgroep is er ook een belangrijke vraag naar opleidingen ‘persoonlijke en sociale vaardigheden’. Voor kaderleden is er vooral behoefte aan opleidingen ‘management’, ‘informatica en automatisering, computergebruik’ en ‘boekhouden, financiën, administratie en wetgeving’.
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
63
Informatica, automatisering en computergebruik behoren voor 38,8% van de organi-
saties met opleidingsbehoeften tot de drie belangrijkste opleidingsprioriteiten. Voor 18,4% van de organisaties met opleidingsbehoeften is dit zelfs de topprioriteit. Ook opleidingen die behoren tot de materies ‘boekhouden, financiën, administratie en wetgeving’, ‘milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid’ en ‘techniek en technologie’ zijn voor relatief veel bedrijven belangrijke prioriteiten. De opleidingsmateries waarvoor de opleidingsvraag het grootst is, verschillen sterk naargelang de sector:
industrie: techniek en technologie, milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid;
handel en horeca: aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie;
commerciële diensten: informatica en automatisering, computergebruik;
non-profitsector: informatica, boekhouden, financiën, administratie en wetgeving, management. Weinig opleidingen worden louter intern ingevuld. De meeste organisaties kiezen voor een louter externe opleiding of voor een deels interne en deels externe opleiding. Als men dan toch kiest voor een interne opleiding, dan is dit vooral omwille van de lagere kostprijs van interne opleidingen of omdat men meer controle over de inhoud wil behouden. Andere redenen hebben te maken met het tijdstip van opleidingen van externe organisaties, het onvoldoende flexibele aanbod van externe opleidingsinstanties of het ontoereikende aanbod.
7.3. Externe opleidingsinstanties Syntra is het best gekend als opleidingsverstrekker bij de West-Vlaamse organisaties.
Daarna volgen de VDAB en de hogescholen. Het volwassenenonderwijs komt op plaats 4 en is gekend door 77,5% van de bevraagde organisaties. Meer dan 60% van de organisaties kent basiseducatie niet. Aan de organisaties die de opleidingsinstanties kennen, werd ook gevraagd hoe zij deze organisaties typeren. Het volwassenenonderwijs wordt vooral geassocieerd met ‘goede reputatie’, ‘goede bereikbaarheid’ en ‘erkende opleidingen (met certificaat)’. De VDAB wordt op een gelijkaardige manier getypeerd als het volwassenenonderwijs. Het volwassenenonderwijs scoort wel nog iets beter op ‘goede reputatie’ en ‘goede bereikbaarheid’ dan de VDAB. Op het vlak van ‘persoonlijke aanpak’ scoort de VDAB dan lichtjes beter. Syntra scoort heel sterk op de termen ‘goede reputatie’, ‘erkende opleidingen’ en ‘goede bereikbaarheid’ maar wordt ook door een kwart van de respondenten geassocieerd met een ‘hoge kostprijs’. Relatief veel respondenten die Syntra kennen, associëren deze opleidingsinstantie ook met ‘hoge kwaliteit’. Van alle opleidingsverstrekkers worden de private opleidingsverstrekkers het vaakst geassocieerd met ‘persoonlijke aanpak’, ‘flexibel naar tijdstip opleiding’ en ‘flexibel naar inhoud opleiding’. Toch is het opmerkelijk dat over het algemeen flexibiliteit voor alle instellingen vrij laag scoort. Voor het invullen van hun opleidingsbehoeften, denkt bijna 70% van de bevraagde bedrijven dat ze mogelijks een beroep zullen doen op Syntra. 37,4% zal (ook) kiezen voor private opleidingsverstrekkers en 36,5% voor de VDAB. De sectorale opleidingsinstituten (29,7%), het volwassenenonderwijs (26,1%) en de werkgeversorganisaties, Kamer van Koophandel, VKW, UNIZO (26,1%) sluiten de top vijf af.
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
64
7.4. De opleidingen zelf De meerderheid van de bevraagde organisaties verkiest korte opleidingen (maximum
10 uren), gegeven in een korte tijdsspanne via contactonderwijs. Over het tijdstip op dewelke de opleiding moet doorgaan (overdag, ’s avonds, binnen of buiten de werkuren, …), bestaat er wel verdeeldheid tussen de organisaties. De non-profitsector vertoont andere voorkeuren voor de opleidingen van hun werknemers dan de andere sectoren: zij kiezen relatief meer voor opleidingen overdag en binnen de werkuren dan de overige sectoren. Het initiatief tot het volgen van een opleiding is in 62% van de organisaties een gedeelde verantwoordelijkheid van werknemer en werkgever. Werkgevers die zoeken naar opleidingen voor hun personeel krijgen vaak informatie over interessante opleidingen binnen via mail of per post. Daarnaast gaan veel werkgevers zelf op zoek naar een geschikte opleiding op de websites van verschillende opleidingsinstanties. Weinig organisaties vallen terug op één website voor het detecteren van opleidingen. Van de bestaande tegemoetkomingen bij opleidingen zijn de opleidingscheques en het betaalde educatief verlof het meest gekend bij de West-Vlaamse organisaties. De KMO-portefeuille en de tegemoetkomingen van sectorfondsen zijn minder gekend. Subsidies voor opleidingen in het kader van het diversiteitsplan en ESF-subsidies voor opleidingen zijn het minst gekend. De tegemoetkomingen van sectorfondsen en de KMO-portefeuille zijn tegemoetkomingen waarvan het meest gebruik wordt gemaakt in de organisaties die deze subsidies kennen. De meerderheid van de bevraagde bedrijven vindt dat de economische crisis geen invloed heeft op het aantal opleidingen dat zij voorzien voor hun werknemers. Toch voorziet een kwart minder opleidingen en 6% voorziet meer opleidingen. Vooral bij de handel en horeca en de kleine ondernemingen zijn er relatief veel organisaties die minder opleidingen voorzien als gevolg van de economische crisis.
7.5. Afstemming tussen vraag en aanbod Iets meer dan een derde van de bevraagde organisaties is van mening dat de vraag
van de bedrijven naar opleidingen en het aanbod momenteel niet goed op elkaar zijn afgestemd. Vooral bij de commerciële diensten en de kleinere organisaties zijn er relatief veel organisaties die vinden dat de vraag en het aanbod niet goed op elkaar zijn afgestemd. Bij de organisaties die verbetervoorstellen doen om tot een betere afstemming van vraag naar en aanbod van opleidingen te komen, komt de wens naar een centrale website waarop alle opleidingen terug te vinden zijn naar voor. Sommige ondernemingen wensen ook dat bepaalde opleidingen in de eigen regio georganiseerd worden zodat de afstand tot de opleidingsinstantie kleiner wordt. Ook de kostprijs van opleidingen is voor bepaalde werkgevers een rem om (meer) opleidingen te voorzien. ______________________
Þ
Levenslang Leren Fase 3: analyse van de vraag van werkgevers naar opleidingen
Oktober 2009
65
BIJLAGEN
BIJLAGE 1 Advertentie enquête
LEVENSLANG LEREN, OOK IN UW BEDRIJF?
Ervaart u dezelfde opleidingsbehoeften bij uw medewerkers als de andere WestVlaamse bedrijven? Vul de enquête in en werk mee aan een onafhankelijke studie om de opleidingsbehoeften van de West-Vlaamse bedrijven in kaart te brengen. Achteraf ontvangt u het rapport met de belangrijkste resultaten. Onder de deelnemende bedrijven worden 10 duo-cinematickets verloot. Meer info op www.wes.be/leren Deze enquête heeft een niet-commercieel doel en is onderdeel van het onderzoek Levenslang Leren dat wordt uitgevoerd door WES in opdracht van de provincie West-Vlaanderen en de consortia volwassenenonderwijs Comenes en Webros.
BIJLAGE 2 Online-enquête naar de opleidingsbehoeften van de West-Vlaamse bedrijven
BIJLAGE 3 Bijlagetabellen
Bijlagetabel 1 De opleidingsmateries waaraan er een behoefte is in de industrie en bouw, naar doelgroep en termijn, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met opleidingsbehoeften) Opleidingsmaterie Talen Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie Management Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving Informatica en automatisering, computergebruik Techniek en technologie (niet sectorspecifiek) Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid Basiscompetenties (rekenen, schrijven, lezen) Persoonlijke en sociale vaardigheden Andere materies Geen opleidingsbehoefte voor deze doelgroep Totaal Aantal respondenten
Tweede helft 2009 Arbeiders Bedienden Kaderleden 8,0 17,0 6,3 0,9 0,9 1,8 9,8 25,9 21,4 1,8 8,9 10,7 47,3 137,5 112
13,4 5,4 25,0 31,3 18,8 24,1 0,0 9,8 6,3 40,2 191,1 112
7,1 15,2 11,6 13,4 6,3 11,6 0,0 8,9 2,7 59,8 142,9 112
Arbeiders 8,0
Jaar 2010 Bedienden 17,0
Kaderleden 7,1
2,7 0,9 2,7 8,0 25,0 24,1 1,8 9,8 11,6 46,4 141,1 112
21,4 6,3 20,5 33,0 21,4 22,3 0,0 15,2 7,1 40,2 204,5 112
10,7 21,4 14,3 14,3 7,1 13,4 0,0 9,8 3,6 57,1 158,9 112
Arbeiders 1,6
Jaar 2010 Bedienden 24,2
Kaderleden 9,7
3,2 0,0 0,0 6,5 9,7 4,8 4,8 14,5 64,5 109,7 62
24,2 6,5 12,9 32,3 8,1 12,9 8,1 3,2 35,5 167,7 62
14,5 25,8 16,1 22,6 3,2 9,7 9,7 0,0 53,2 164,5 62
Arbeiders 0,0
Jaar 2010 Bedienden 17,4
Kaderleden 13,0
0,0 0,0 0,0 4,3 7,6 3,3 1,1 1,1 90,2 107,6 92
17,4 4,3 27,2 34,8 6,5 8,7 15,2 16,3 34,8 182,6 92
14,1 20,7 18,5 21,7 4,3 4,3 16,3 12,0 44,6 169,6 92
Bijlagetabel 2 De opleidingsmateries waaraan er een behoefte is in de groot- en kleinhandel en horeca, naar doelgroep en termijn, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met opleidingsbehoeften) Opleidingsmaterie Talen Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie Management Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving Informatica en automatisering, computergebruik Techniek en technologie (niet sectorspecifiek) Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid Persoonlijke en sociale vaardigheden Andere materies Geen opleidingsbehoefte voor deze doelgroep Totaal Aantal respondenten
Tweede helft 2009 Arbeiders Bedienden Kaderleden 3,2 17,7 6,5 1,6 0,0 0,0 4,8 11,3 6,5 8,1 12,9 61,3 109,7 62
29,0 1,6 9,7 27,4 4,8 8,1 6,5 1,6 40,3 146,8 62
8,1 24,2 12,9 16,1 3,2 4,8 11,3 1,6 59,7 148,4 62
Bijlagetabel 3 De opleidingsmateries waaraan er een behoefte is in de commerciële diensten, naar doelgroep en termijn, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met opleidingsbehoeften) Opleidingsmaterie Talen Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie Management Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving Informatica en automatisering, computergebruik Techniek en technologie (niet sectorspecifiek) Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid Persoonlijke en sociale vaardigheden Andere materies Geen opleidingsbehoefte voor deze doelgroep Totaal Aantal respondenten
Tweede helft 2009 Arbeiders Bedienden Kaderleden 0,0 15,2 8,7 0,0 0,0 0,0 5,4 6,5 1,1 2,2 3,3 88,0 106,5 92
18,5 4,3 22,8 34,8 8,7 6,5 15,2 17,4 29,3 172,8 92
12,0 10,9 13,0 22,8 6,5 5,4 10,9 9,8 52,2 152,2 92
Bijlagetabel 4 De opleidingsmateries waaraan er een behoefte is in de non-profitsector, naar doelgroep en termijn, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met opleidingsbehoeften) Opleidingsmaterie Talen Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie Management Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving Informatica en automatisering, computergebruik Techniek en technologie (niet sectorspecifiek) Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid Basiscompetenties (rekenen, schrijven, lezen) Persoonlijke en sociale vaardigheden Andere materies Geen opleidingsbehoefte voor deze doelgroep Totaal Aantal respondenten
Tweede helft 2009 Arbeiders Bedienden Kaderleden 2,4 7,2 0,0 0,0 0,0 0,0 3,6 8,4 19,3 2,4 13,3 9,6 63,9 122,9 83
7,2 4,8 33,7 44,6 4,8 14,5 0,0 28,9 28,9 30,1 204,8 83
3,6 28,9 16,9 14,5 1,2 10,8 0,0 14,5 14,5 47,0 151,8 83
Arbeiders 2,4
Jaar 2010 Bedienden 4,8
Kaderleden
0,0 0,0 0,0 6,0 14,5 22,9 1,2 21,7 15,7 50,6 134,9 83
9,6 7,2 44,6 49,4 6,0 22,9 0,0 36,1 30,1 18,1 228,9 83
7,2 44,6 26,5 14,5 2,4 12,0 0,0 16,9 20,5 27,7 172,3 83
Bijlagetabel 5 De opleidingsmateries waaraan er een behoefte is in de organisaties met minder dan vijf werknemers, naar doelgroep en termijn, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met opleidingsbehoeften) Opleidingsmaterie Talen Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie Management Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving Informatica en automatisering, computergebruik Techniek en technologie (niet sectorspecifiek) Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid Persoonlijke en sociale vaardigheden Andere materies Geen opleidingsbehoefte voor deze doelgroep Totaal Aantal respondenten
Tweede helft 2009 Arbeiders Bedienden Kaderleden 0,0 8,7 5,4 0,0 0,0 0,0 4,3 8,7 5,4 3,3 7,6 78,3 107,6 92
10,9 2,2 13,0 23,9 7,6 2,2 7,6 9,8 52,2 138,0 92
9,8 5,4 12,0 19,6 7,6 6,5 7,6 7,6 56,5 138,0 92
Arbeiders 1,1
Jaar 2010 Bedienden 8,7
Kaderleden 9,8
3,3 0,0 0,0 3,3 7,6 3,3 1,1 6,5 82,6 108,7 92
8,7 2,2 10,9 23,9 6,5 1,1 5,4 7,6 58,7 133,7 92
15,2 10,9 14,1 23,9 5,4 5,4 6,5 9,8 53,3 154,3 92
Arbeiders 1,7
Jaar 2010 Bedienden 10,3
Kaderleden 8,6
0,0 0,0 1,7 1,7 12,1 6,9 1,7 8,6 3,4 75,9 113,8 58
15,5 5,2 13,8 31,0 8,6 3,4 0,0 5,2 10,3 41,4 144,8 58
6,9 15,5 15,5 12,1 1,7 5,2 0,0 1,7 3,4 53,4 124,1 58
Bijlagetabel 6 De opleidingsmateries waaraan er een behoefte is in de organisaties met 5-9 werknemers, naar doelgroep en termijn, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met opleidingsbehoeften) Opleidingsmaterie Talen Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving Informatica en automatisering, computergebruik Techniek en technologie (niet sectorspecifiek) Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid Basiscompetenties (rekenen, schrijven, lezen) Persoonlijke en sociale vaardigheden Andere materies Geen opleidingsbehoefte voor deze doelgroep Totaal Aantal respondenten
Tweede helft 2009 Arbeiders Bedienden Kaderleden 5,2 5,2 3,4 1,7 1,7 0,0 6,9 15,5 8,6 1,7 12,1 5,2 63,8 122,4 58
19,0 1,7 13,8 24,1 6,9 3,4 0,0 6,9 8,6 44,8 134,5 58
5,2 6,9 8,6 12,1 1,7 5,2 0,0 3,4 3,4 60,3 110,3 58
Bijlagetabel 7 De opleidingsmateries waaraan er een behoefte is in de organisaties met 10-49 werknemers, naar doelgroep en termijn, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met opleidingsbehoeften) Opleidingsmaterie Talen Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie Management Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving Informatica en automatisering, computergebruik Techniek en technologie (niet sectorspecifiek) Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid Persoonlijke en sociale vaardigheden Andere materies Geen opleidingsbehoefte voor deze doelgroep Totaal Aantal respondenten
Tweede helft 2009 Arbeiders Bedienden Kaderleden 1,1 20,0 4,4 0,0 0,0 0,0 5,6 14,4 16,7 2,2 8,9 64,4 113,3 90
20,0 6,7 24,4 33,3 8,9 18,9 14,4 15,6 24,4 186,7 90
7,8 20,0 13,3 8,9 3,3 6,7 8,9 7,8 60,0 141,1 90
Arbeiders 1,1
Jaar 2010 Bedienden 23,3
Kaderleden 4,4
1,1 1,1 0,0 7,8 11,1 15,6 3,3 11,1 63,3 115,6 90
22,2 6,7 23,3 31,1 11,1 24,4 18,9 15,6 28,9 205,6 90
7,8 25,6 16,7 8,9 4,4 13,3 12,2 7,8 54,4 155,6 90
Arbeiders 8,0
Jaar 2010 Bedienden 17,7
Kaderleden 8,0
0,9 0,9 0,9 9,7 26,5 28,3 1,8 22,1 15,9 37,2 152,2 113
23,0 8,8 48,7 55,8 17,7 31,9 0,0 37,2 20,4 10,6 271,7 113
13,3 47,8 24,8 22,1 5,3 13,3 0,0 24,8 13,3 30,1 202,7 113
Bijlagetabel 8 De opleidingsmateries waaraan er een behoefte is in de organisaties met 50 of meer werknemers, naar doelgroep en termijn, WES-enquête 2009 (in % van het aantal respondenten met opleidingsbehoeften) Opleidingsmaterie Talen Aankoop, verkoop, marketing en externe communicatie Management Boekhouden, financiën, administratie, wetgeving Informatica en automatisering, computergebruik Techniek en technologie (niet sectorspecifiek) Milieu, veiligheid, kwaliteit en arbeidsgezondheid Basiscompetenties (rekenen, schrijven, lezen) Persoonlijke en sociale vaardigheden Andere materies Geen opleidingsbehoefte voor deze doelgroep Totaal Aantal respondenten
Tweede helft 2009 Arbeiders Bedienden Kaderleden 8,0 19,5 7,1 0,9 0,9 0,9 8,0 18,6 20,4 2,7 15,9 12,4 52,2 140,7 113
15,0 5,3 37,2 49,6 15,9 25,7 0,0 26,5 17,7 25,7 238,1 113
7,1 34,5 16,8 22,1 4,4 13,3 0,0 19,5 8,8 46,9 180,5 113
Bijlagetabel 9 De mate waarin de organisaties akkoord gaan met de stelling ‘WIJ HEBBEN EEN DUIDELIJK ZICHT OP DE OPLEIDINGSBEHOEFTEN VAN ONZE WERKNEMERS’, naar enkele kenmerken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %) Omschrijving REGIO
SECTOR
AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN
Brugge Oostende-Westhoek Midden-West-Vlaanderen Kortrijk Industrie en bouw Groot- en kleinhandel, horeca Commerciële diensten Non-profitsector <5 werknemers 5-9 werknemers 10-49 werknemers 50 of meer werknemers
Totaal
Heel erg akkoord 11,2 12,0 12,8 15,3 9,8 13,4 15,8 13,4
Eerder akkoord 65,5 57,4 60,9 54,8 58,3 54,6 60,9 67,1
15,5 15,2 13,5 6,8 12,9
53,4 63,3 64,0 62,4 59,7
Eerder niet Helemaal akkoord niet akkoord 8,6 1,7 17,6 3,7 18,0 1,5 19,4 2,4 19,6 2,5 18,6 5,2 9,8 0,8 15,9 1,2 12,1 10,1 16,2 25,6 16,0
4,0 1,3 0,9 1,7 2,3
Weet niet/nvt 12,9 9,3 6,8 8,1 9,8 8,2 12,8 2,4
Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Aantal respondenten 116 108 133 124 163 97 133 82
14,9 10,1 5,4 3,4 9,1
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
174 79 111 117 481
Bijlagetabel 10 De mate waarin de organisaties akkoord gaan met de stelling ‘IN ONZE ORGANISATIE WORDT ER OP REGELMATIGE TIJDSTIPPEN GEPEILD NAAR DE OPLEIDINGSBEHOEFTEN VAN ONZE WERKNEMERS’, naar enkele kenmerken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %) Omschrijving REGIO
SECTOR
AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN
Brugge Oostende-Westhoek Midden-West-Vlaanderen Kortrijk Industrie en bouw Groot- en kleinhandel, horeca Commerciële diensten Non-profitsector <5 werknemers 5-9 werknemers 10-49 werknemers 50 of meer werknemers
Totaal
Heel erg akkoord 12,1 13,9 10,5 12,1 3,1 9,3 18,0 22,0
Eerder akkoord 38,8 38,9 39,1 39,5 35,6 34,0 40,6 51,2
8,6 11,4 13,5 16,2 12,1
35,6 40,5 36,9 45,3 39,1
Eerder niet Helemaal akkoord niet akkoord 23,3 8,6 21,3 10,2 21,1 15,0 29,0 8,1 26,4 18,4 33,0 8,2 15,0 7,5 20,7 3,7 23,6 19,0 23,4 27,4 23,7
8,6 15,2 12,6 8,5 10,6
Weet niet/nvt 17,2 15,7 14,3 11,3 16,6 15,5 18,8 2,4
Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Aantal respondenten 116 108 133 124 163 97 133 82
23,6 13,9 13,5 2,6 14,6
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
174 79 111 117 481
Bijlagetabel 11 De mate waarin de organisaties akkoord gaan met de stelling ‘IN ONZE ORGANISATIE ZIJN ER REGELS/AFSPRAKEN DIE OPLEIDINGEN BIJ ONZE WERKNEMERS VERPLICHTEN OF STIMULEREN’, naar enkele kenmerken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %) Omschrijving REGIO
SECTOR
AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN
Totaal
Brugge Oostende-Westhoek Midden-West-Vlaanderen Kortrijk Industrie en bouw Groot- en kleinhandel, horeca Commerciële diensten Non-profitsector <5 werknemers 5-9 werknemers 10-49 werknemers 50 of meer werknemers
Heel erg akkoord 9,5 11,1 9,0 7,3 2,5 5,2 10,5 24,4
Eerder akkoord 27,6 34,3 29,3 29,0 25,8 16,5 32,3 51,2
4,6 6,3 10,8 16,2 9,1
23,0 31,6 25,2 43,6 29,9
Eerder niet Helemaal akkoord niet akkoord 26,7 16,4 25,0 14,8 22,6 24,8 34,7 18,5 31,3 23,9 39,2 24,7 20,3 18,0 17,1 3,7 28,7 22,8 33,3 22,2 27,2
18,4 25,3 18,9 15,4 18,9
Weet niet/nvt 19,8 14,8 14,3 10,5 16,6 14,4 18,8 3,7
Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Aantal respondenten 116 108 133 124 163 97 133 82
25,3 13,9 11,7 2,6 14,8
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
174 79 111 117 481
Bijlagetabel 12 De mate waarin de organisaties akkoord gaan met de stelling ‘WIJ HEBBEN EEN GOED OVERZICHT VAN HET OPLEIDINGSAANBOD IN ONZE REGIO/STREEK’, naar enkele kenmerken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %) Omschrijving REGIO
SECTOR
AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN
Brugge Oostende-Westhoek Midden-West-Vlaanderen Kortrijk Industrie en bouw Groot- en kleinhandel, horeca Commerciële diensten Non-profitsector <5 werknemers 5-9 werknemers 10-49 werknemers 50 of meer werknemers
Totaal
Heel erg akkoord 5,2 6,5 7,5 8,1 6,1 2,1 9,0 11,0
Eerder akkoord 53,4 49,1 54,9 52,4 56,4 44,3 44,4 69,5
7,5 8,9 6,3 5,1 6,9
41,4 45,6 54,1 72,6 52,6
Eerder niet Helemaal akkoord niet akkoord 16,4 8,6 25,0 8,3 26,3 4,5 22,6 8,1 19,0 9,2 34,0 7,2 25,6 9,0 12,2 1,2 25,3 19,0 27,0 17,1 22,7
Weet niet/nvt 16,4 11,1 6,8 8,9 9,2 12,4 12,0 6,1
Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Aantal respondenten 116 108 133 124 163 97 133 82
16,7 13,9 6,3 3,4 10,6
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
174 79 111 117 481
Weet niet/nvt 19,8 16,7 16,5 12,9 14,7 24,7 18,8 3,7
Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Aantal respondenten 116 108 133 124 163 97 133 82
23,0 25,3 9,9 6,8 16,4
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
174 79 111 117 481
9,2 12,7 6,3 1,7 7,3
Bijlagetabel 13 De mate waarin de organisaties akkoord gaan met de stelling ‘HET AANBOD VAN OPLEIDINGEN VOLDOET AAN ONZE VRAAG’, naar enkele kenmerken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %) Omschrijving REGIO
SECTOR
AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN
Brugge Oostende-Westhoek Midden-West-Vlaanderen Kortrijk Industrie en bouw Groot- en kleinhandel, horeca Commerciële diensten Non-profitsector <5 werknemers 5-9 werknemers 10-49 werknemers 50 of meer werknemers
Totaal
Heel erg akkoord 2,6 4,6 5,3 5,6 5,5 2,1 3,8 7,3
Eerder akkoord 44,8 44,4 45,9 54,0 55,8 37,1 36,8 61,0
4,6 6,3 2,7 5,1 4,6
38,5 39,2 51,4 62,4 47,4
Eerder niet Helemaal akkoord niet akkoord 22,4 10,3 26,9 7,4 24,8 7,5 18,5 8,9 17,8 6,1 23,7 12,4 28,6 12,0 24,4 3,7 22,4 19,0 30,6 19,7 23,1
11,5 10,1 5,4 6,0 8,5
Bijlagetabel 14 De mate waarin de organisaties akkoord gaan met de stelling ‘BIJ DE KEUZE VAN EEN OPLEIDINGSVERSTREKKER WETEN WE EIGENLIJK NIET OF ER GEEN ANDERE OPLEIDINGEN ZIJN DIE BETER AAN ONZE BEHOEFTEN ZOUDEN VOLDOEN’, naar enkele kenmerken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %) Omschrijving REGIO
SECTOR
AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN
Totaal
Brugge Oostende-Westhoek Midden-West-Vlaanderen Kortrijk Industrie en bouw Groot- en kleinhandel, horeca Commerciële diensten Non-profitsector <5 werknemers 5-9 werknemers 10-49 werknemers 50 of meer werknemers
Heel erg akkoord 7,8 3,7 9,0 4,0 7,4 6,2 3,0 8,5
Eerder akkoord 45,7 56,5 43,6 50,0 51,5 44,3 51,1 46,3
6,3 2,5 5,4 9,4 6,2
47,1 53,2 49,5 47,0 48,6
Eerder niet Helemaal akkoord niet akkoord 19,8 4,3 19,4 2,8 26,3 6,8 25,0 7,3 23,9 1,8 17,5 7,2 19,5 7,5 31,7 7,3 15,5 19,0 27,9 31,6 22,9
3,4 5,1 5,4 8,5 5,4
Weet niet/nvt 22,4 17,6 14,3 13,7 15,3 24,7 18,8 6,1
Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Aantal respondenten 116 108 133 124 163 97 133 82
27,6 20,3 11,7 3,4 16,8
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
174 79 111 117 481
Bijlagetabel 15 De mate waarin de organisaties akkoord gaan met de stelling ‘EEN WEBAPPLICATIE DIE ONZE OPLEIDINGSVRAAG AUTOMATISCH DOORSTUURT NAAR ALLE RELEVANTE OPLEIDINGSVERSTREKKERS IN ONZE REGIO ZOU EEN MEERWAARDE VOOR ONS ZIJN’, naar enkele kenmerken van de organisaties, WES-enquête 2009 (in %) Omschrijving REGIO
SECTOR
AANTAL WERKNEMERS IN DE WEST-VLAAMSE VESTIGINGEN
Totaal
Brugge Oostende-Westhoek Midden-West-Vlaanderen Kortrijk Industrie en bouw Groot- en kleinhandel, horeca Commerciële diensten Non-profitsector <5 werknemers 5-9 werknemers 10-49 werknemers 50 of meer werknemers
Heel erg akkoord 14,7 12,0 16,5 12,1 12,3 13,4 18,0 9,8
Eerder akkoord 37,1 36,1 32,3 37,1 33,1 33,0 42,1 34,1
14,4 12,7 15,3 12,8 13,9
32,8 36,7 42,3 32,5 35,6
Eerder niet Helemaal akkoord niet akkoord 19,0 6,0 15,7 9,3 18,0 9,8 16,1 12,1 22,1 10,4 14,4 9,3 10,5 6,0 22,0 13,4 16,1 11,4 13,5 26,5 17,3
6,9 10,1 10,8 11,1 9,4
Weet niet/nvt 23,3 26,9 23,3 22,6 22,1 29,9 23,3 20,7
Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Aantal respondenten 116 108 133 124 163 97 133 82
29,9 29,1 18,0 17,1 23,9
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
174 79 111 117 481
WES vzw • Baron Ruzettelaan 33 BE-8310 Assebroek-Brugge • Tel. +32 50 36 71 36 • Fax +32 50 36 31 86
[email protected] • www.wes.be