LEVENDE TALEN BERICHTEN EN MEDEDELINGENVAN DE „VER E tiT IGI NG. VAN IN LEVENDE TALEN" LERAN
REGISTER VAN DE HOOFDARTIKELEN UIT DE NRS: 1-150 EN
ZAAKREGISTER
j. B. WOLTERS - GRONINGEN, BATAVIA
LEVENDE TALEN BERICHTEN EN MEDEDELINGEN VAN DE „VERENIGING VAN LERAREN IN LEVENDE TALEN" GOEDGEKEURD BIJ KON. BESL. VAN 6 DECEMBER 1912, No 52 EN VAN 20 APRIL 1940, No 54
REDACTEUR:
Dr. G. G. ELLERBROEK
REGISTER VAN DE HOOFDARTIKELEN UIT DE NRS. 1-150 EN
ZAAKREGISTER
BIJ J. B. WOLTERS' UITGEVERSMAATSCHAPPIJ N.V. GRONINGEN - BATAVIA - 1949
BOEKDRUKKERIJ J. B. WOLTERS' U.M.
REGISTER VAN DE HOOFDARTIKELEN A. 1. Abels, J., De levende talen op de kweekscholen. no. 97, 1937. 2. Amerongen, J. B. van, Twee belangrijke artikelen. Met naschrift van J. B. Schepers. no. 57, 1929. , Nog eens het vertaalprobleem. no. 63, 1930. 3. 4. Arum, R. J. van, Franse detectives. no. 133, 1946. B. 5. Baan, J. van der, De zee, de zee klotst voort .... no. 111, 1940. 6. Baardman, G. G., Nog eens: De relatie Latijn-Fransch bij het gymnasiaal onderwijs in het Fransch. no. 120, 1942. , Eugene Delacroix en de litteraire romantiek, no. 132, 1945. 7. , Franse tijdschriften en weekbladen. I, no. 136, 1946; 8. II, no. 137, 1946; III, no. 139, 1947; IV, no. 141, 1947. 9. Bantema, T., Hoe Engelse schoollectuur niet geannoteerd moet worden. no. 107, 1939. 10. Barnouw, A. J., Miltons sonnet op The Late Massacre in Piedmont. no. 3, 1915. 11. Baur, F., Holland-Belgische verhoudingen voor en na. no. 138, 1947. 12. Bavinck, E. M., Racine's „Athalie", spiegel van onze tijd. no. 136, 1946. 13. Bax, D., Het Afrikaanse boek en onze scholen voor middelbaar en voorbereidend hoger onderwijs. no. 104, 1939. 14. , Het Afrikaanse boek en onze schoolbibliotheek. no. 109, 1940. 15. , Stiefmoederlijke behandeling van het Afrikaans in onze bloemlezingen. no. 110, 1940. 16. , De gebroeders Hobson. no. 129, 1944. 17. Beckum, J. H. van, Naar aanleiding van het Verslag van de examencommissie Engels L.O. 1939. no. 110, 1940. 18, , Radio en uitspraak. no. 111, 1940. 19. Bekker, W. G., The Twelve Good Rules. no. 4, 1915. 20. Bellen, E. C. van, Verbes pronominaux. I, no. 33, 1923 ; II, no. 34, 1924. 21. , Het Kennemer stelsel door G. van der Laan. no. 54, 1929. , Hoe de jeugd in Engeland Frans leert. no. 63, 1930. 22. 23. , Knock, no. 78, 1934.
4 24. Benda, Julien, L'Europe sera une victoire de l'abstrait sur le concret. no. 150, 1949. 25. Besancon, J. B., De positie van de moderne talen op de H.B.S.-B, no, 87, 1935. 26. , Het nieuwe onderzoek naar de kennis van de theorie van onderwijs en opvoeding bij de middelbare taalexamens. no. 88, 1936. 27. Boer, C. de, Heeft het Frans „naamvallen" ? no. 83, 1935. 28. , Nogmaals : de Franse naamvallen. no. 85, 1935. 29. , Roncevaux en het „Chanson de Roland". no. 96, 1937. , Een historisch moment. no. 122, 1942. 30. 31. Boldingh, M. M., Het lezen van gedichten op de middelbare school. no. 135, 1946. , De didaktiek van de Duitse taal in de lagere klassen. 32. no, 143, 1948. 33. Bolkestein, G., De plaats en de doelstelling van het onderwijs in de moderne talen op de drie soorten van scholen voor voortgezet onderwijs. no. 64, 1931. 34, —, Gedachten over en indrukken van het onderwijs in het Nederlands, ook in verband met dat in de drie moderne (vreemde) talen. no. 98, 1938. , Het onderwijs in de moderne vreemde talen in Nederland 35, na de oorlog. no. 135, 1946. 36. Bongers, H., Some tendencies of modern English pronunciation. no, 85, 1935. , Vocabulaire selectie (met radius I—V). no. 89, 1936. 37. , Engelse gramophoonplaten. no. 90, 1936. 38. , Vocabulaire selectie. no. 91, 1936. 39. , Onze radio. no. 112, 1940. 40. , De twee aspecten van vreemde-talenstudie. no, 113, 1941. 41. , Basic English. no. 137, 1946. 42. , Vocabulaire selectie. no, 139, 1947. 43. —, Vocabulaire selectie. Antwoord aan Prof. Dr. H. Freuden44. thal. no. 146, 1948. 45. Bouman, P. J., De sociologische betekenis van de talenkennis. no. 143, 1948. 46. Breitenstein, P. H., Renaissance en Barok, no. 109, 1940. , Object with infinitive en verwante constructies. no. 111, 1940. 47. , Tennyson's „Lady of Shalott" en Plato, no, 115, 1941. 48. , Het toneelscherm bij Shakespeare. no. 147, 1948. 49. 50. Brouwer, C., Nieuwe onderzoekingen omtrent het begrip volkslied. no. 80, 1934. , De waarde van het Duits als leervak. no. 138, 1947. 51. 52. Bruch, H., Esmoreit. no. 141, 1947. 53, Bachli, M. J. C., Het detectiveverhaal. no. 134, 1946. 54. Buisonje, J. C. de, Zerfetzt. no. 40, 1925. , Het Hoogduitsche eindexamenwerk der H.B.S. met 5-jarige 55, cursus in 1928. no, 54, 1929.
5 56. Buisonje, J. C. de, Rilke's „Duineser Elegien". Name and Entstehung. no. 61, 1930. , Rainer Maria Rilke, no. 69, 1932. 57. —, Duitse schrijfletters op Nederlandse scholen, no. 84, 1935. 58. , Hoe leren wij onze leerlingen Duits spreken? no. 93, 1937. 59. 60. Bukowsky, De voorbereiding voor de eindexamenvertaling (Duits). no. 108, 1940. C. 61. Caron, W. J. H., Het geval: onheugelijk of onheuglijk. no. 129, 1944. 62. Charlton, H. B., Departments of education in English universities. no. 75, 1933. 63. Corbeau, L. J., De studie der Franse grammaire. no. 82, 1934. D. 64. Dam, C. F. A. van, Louis Couperus en Spanje. no . 145, 1948. 65. Dam, J. van, Nederlands en Duits. no. 70, 1932. , Het Duitse A-examen. no. 74, 1933. 66. —, Die Grundlagen der deutschen Literaturgeschichte. no. 91, 67. 1936. 68. Deiters, H., Zur Didaktik der lebenden Sprachen. no. 97, 1937. 69. Descaves, Pierre, Les lettres francaises contre le „condense" et le „comprime". no. 145, 1948. , Le tendre souvenir de Georges Rodenbach. no. 148, 1949. 70. , La nouvelle saison des „Annales". no. 149, 1949. 71. — 72. Dezaire, P., Stem uit Indie. no. 61, 1930. , Kunst en idee. no. 64, 1931. 73. , Idealisme en Letterkunde. no. 66, 1931. 74. , Het Nederlandsch en de moderne talen. no. 69, 1932. 75. —, Klankmanie en letterphobie. no. 71, 1932. 76. , Schoonheid en maatschappij. no. 89, 1936. 77. , Het gedicht in de klas. no. 99, 1938. 78. , De dichterlijke zegging. no. 107, 1939. 79. •, Conversanten. no. 120, 1942. 80. , Over de natuur der dichterlijke verbeelding. no. 121, 1942. 81. 82. Doorn, Willem van, Varia op Engels gebied. I, no. 1, 1914; II, no. 2, 1915; III, no. 3, 1915; IV, no. 5, 1915; V, no. 6, 1915; VI, 7, 1916. —, Lexicologische bijdragen. I, no. 24, 1921; II, no. 25, 1921; 83. III, no. 26, 1921. , Vitatio adverbii. I, no. 30, 1923; II, no. 32, 1923. 84. , Jets over het weergeven van Nederlandse verkleinwoorden 85. bij vertalen in het Engels. no. 33, 1923. , Also ran. no. 134, 1924; II, no. 35, 1924. 86. , Eldorado. no. 40, 1925. 87. , The Dean of Jaen. no. 63, 1930. 88. , Heer Halewijn. no. 64, 1931. 89. Levende Talen (Register).
2
6 90. 91. 92. 93. 94. 95. 96. 97. 98.
Doom; Willem van, Weer eens Heer Halewijn. no. 81, 1934. --, Vertaaltechniek, no. 96, 1937. , Aan de hand van 'n jongensboek. no. 101, 1938. —, Regels ? no. 104, 1939. —7-, Verstechniek. no. 111, 1940. Du choc des opinions. no. 112, 1940; no. 114, 1941. , Sonnetten en schijnsonnetten. no. 113, 1941. , Van drie „Vrouwen". no. 116, 1941. , Superlatieven met en zonder the. I, no. 119, 1942; II, no. 120, 1942. , Opslorping door buurman. no. 122, 1942; no. 128, 1944. 99. , Dichter en spreektaal. no. 123, 1943. 100. 101. , Van Alphen in 't Engels. no. 127, 1943. , Vertalen. I, no. 130, 1944; II, no. 131, 1945. 102. , Bij twee Franse sonnetten. no. 137, 1946. 103. 104. , Bij 'n gedicht van Emile Verhaeren. no. 147, 1948. 105, Doyle-Davidson, W. A. G., The teaching of the mother tongue in English secondary schools. no. 73, 1933. 106. Drewes, G. W. J., De rol van het Maleis in Indonesia, no. 148, 1949. 107. Duhamel, Georges, Sur la fête de la liberte. no. 146, 1948. 108. Duinkerken, A. van, De poezie van de nieuwste tijd. no. 143, 1947. 109. Duyverman, J. P., Regeering en school als „nieuwe" spellers, no. 125, 1943. E. 110. 111. 112. 113. 114. 115. 116. 117. 118. 119. 120. 121. 122. 123. 124. 125.
Eck Jr., P. L., Nog eens: Van Alphen in 't Frans. no. 126, 1943. —, Nog eens : Van Alphen in 't Duits. no. 127, 1943. Eek, D. van, Hoe komen wij uit den spellingchaos ? no. 102, 1938. Elders, Jos. J. L., Omzetoefeningen bij een moeilijk onderwerp uit de Duitse spraakkunst. no. 115, 1941. Elema, J., Duitse emigrantenliteratuur. no. 105, 1939. , Op zoek naar het prozarythme. I, no. 128, 1944; II, no. 129, 1944. —, Wat Bode dichters zich moeten laten welgevallen. no. 142, 1947. Ellerbroek, G. G., Moderne talen en wijsgerige vorming. no. 105, 1939. , Letterkunde-onderwijs op de H.B.S. no. 108, 1940. , Illustratie-materiaal bij de Franse les. no. 109, 1940. —, Beknopte bibliografie van methodiek en didactiek van het Frans op de middelbare school. no. 111, 1940. ---, Nogmaals: illustratie-materiaal bij de Franse les. no. 114, 1941. , Een nieuw Frans boek over onderwijs. no. 120, 1942. , L'art de dire .... enkele titels. no. 123, 1943. , Franse detectives. no. 132, 1945. —, Een aanval op 't Frans. no. 133, 1946.
7 126. Ellerbroek, G. G., Het Frans moet blijven. no. 135, 1946. , Verdieping van de Franse spraakkunst. no. 135, 1946. 127. 128. -, „Traduit du Hollandais". no. 142, 1947. 129. Enklaar, D. Th., Twee standenrechtelijke plaatsen in onze oudere literatuur. no, 121, 1942. , Een onopgemerkte middelnederlandsche navolging van 130. het Stabat Mater. no. 131, 1945. 131. Ent, W. van den, Een nieuwe verklaring van de naam Germanen. no, 61, 1930. 132. -, Het eindexamen H.B.S.-B en de „normvergaderingen", no, 67, 1931. 133. -, Fitt, gebruik van vreemde talen bij het onderwijs op de lit.-economiese scholen. no. 70, 1932. , De gramofoon bij het onderwijs in de moderne talen. no. 134. 71, 1932. Een moedertaal-nummer. no. 73, 1933. 135. , De Vereniging van leraren in levende talen en het moeder136. taalonderwijs, no. 88, 1936. 137. Evers, B. H. J., Het mondeling eindexamen Nederlands en de training daarvoor. no. 145, 1948. F. 138. Francken, M. J., De betekenis van het luid lezen. no. 75, 1933. , Taalkundige overpeinzingen achter. het bilik, no. 137, 1946. 139. , Hieronymus van Alphen in het Maleis. no. 141, 1947. 140. , De voorbereiding tot het mondeling eindexamen Neder141. lands in Indie. no. 146, 1948. 142. Freie, Margrita J., Der Deutschunterricht. Erfahrungen and Erlebnisse. no, 88, 1936. 143. Freudenthal, H., Vocabulaire-beheersing en vocabulaire-beperking. no. 145, 1948. , De kunst van het citeren. Antwoord aan Dr. H. Bongers, 144, no. 147, 1948. 145. Frings, H., Het moedertaalonderwijs op de middelbare scholen in Duitsland. no, 73, 1933. 146. Furstner, H., Het Duitse Boek. I, no. 136, 1946; II, no. 140, 1947; III, no. 144, 1948; IV, no. 149, 1949. , De bibliotheken in Duitsland. no, 141, 1947. 147. G. 148. Gallas, K. R., Varia op Frans gebied. I, no. 12, 1917; II. Specialiteiten, no. 14, 1917; III. Nieuwe werkwoorden, no. 17, 1918; IV, Voor „la crise du francais", no. 19, 1919; V. Rimbaud's Voyelles, no. 20, 1919; VI. Albert Samain's vijftienregelige sonnetten, no. 24, 1921; VII, no. 35, 1924; VIII, Fr. sel: bekoring (bij personen), no. 42, 1926; IX. Over de uitbreiding van de woordenschat van de studenten, no, 44, 1926.
8 149 Gallas, K. R., De „Modern Humanities Research Association", no.. 22, 1920. . —, Hoe kan de a. s. leeraar practisch voor zijn taak worden 150. gevormd ? no. 52, 1928. , Bestaan. er letterkundige genres ? no. 106, 1939. 151. , Du choc des opinions .... no. 111, 1940. 152. 153. Godthelp, Moet op de middelbare school de Neerlandicus ook de Franse, Duitse en Engelse literatuur voor zijn rekening nemen? no. 101, 1938. , De middelbare school en de Afrikaanse taal- en letter154. kunde. no. 102, 1938. , Het letterkunde-onderwijs op de middelbare school. 155. no. 103, 1939. 156. Gokkes, B., De relatie Latijn: Fransch bij het gymnasiaal onderwijs in het Fransch. no. 114, 1941. 157. Gombert, J., Literatuurgeschiedenis. no. 34, 1924. 158. Gosses, G., Friesland—Duitsland: kontakten, no. 95, 1937. 159. Graaf, J. de, De opgave Nederlands-Frans op het H.B.S.-Aeindexamen. no. 108, 1940. 160. Grave, J. J. Salverda de, Het onderwijs in de moedertaal in Frankrijk. no. 73, 1933. , De studie der levende talen in de laatste vijf en twintig 161. jaren. no. 88, 1936. 162. Guittart, L. J., Klankschrift in de klas. no. 64, 1931. , Een en ander over de klemtoon in het Engels. no. 65, 1931. 163. , De uitspraak van het standaard Nederlands. no. 87, 1935. 164. , Het wat, waarom en hoe bij het onderricht in het Engels, 165. no. 93, 1937. 166. Groot, H. de, Een toneelscherm bij Shakespeare. no. 148, 1949. 167. 168. 169. 170. 171. 172. 173. 174. 175. 176. 177.
H. Haan, J. C. de, Literatuur-onderwijs op de H.B.S. no. 86, 1935. Haan, J. Bierens de, De Genius als woordvoerder, no. 103, 1939. Habbema, D. M. E., Het onderwijs in de spraakkunst aan de middelbare school. no. 72, 1932. —, De practijk van het literatuuronderwijs in de hoogste klassen. Engels. no. 83, 1935. , De uitspraak van „breathed". no. 113, 1941. —, Het oordeel van de practijk over ons Engels onderwijs. no. 149, 1949. Ham, J. van, Modern taalonderwijs. no. 73, 1933. Harberts, D. W., Rainer Maria Rilke. no. 113, 1941. Hart, W. A. 't, Is de problematiek van het leven, zoals die zich uit in de moderne literatuur, kost voor onze kinderen ? I, no. 147, 1948; II, no. 150, 1949. Hartogh, C., Borne en Heine. no. 49, 1927. Hartsen, M. J., Die Darbietung des Gedichtes in der Schule. no. 123, 1943.
9 178. Havinga, J. C. A., L'avocat Barbier et son journal, no. 34, 1924. 179. Heberle, J. A., Calderon: „La Vida es Sueno" als Grundlage fur Hofmannsthal: „Der Turm" und Wilhelm von Scholz: „Das Leben ein Traum". no. 95, 1937. 180. ---, Individuum und Gemeinschaft bei Hugo von Hofmannsthal. no. 132, 1945. 181. Hedeman, C., Naar een standaarduitspraak van het Nederlands. no. 92, 1936. 182. , De psychologische factor bij klankverschuivingen. no. 106, 1939. 183. Heiden, J. J. van, Een kwarteeuw „English Studies". no. 127, 1943. 184. , English by radio. no. 133, 1946. 185. Helderman, P. C., De aanvullende examens in Handelsbriefwisseling (M.O.C.) en de nieuwe examens voor tolkvertaler. no. 124, 1943. 186. Hellinga, W. Gs., De krant en het onderwijs in levende talen. no. 95, 1937. 187. Hiegentlich, J., Aantekeningen bij 't lezen van Louis Couperus. no. 90, 1936. 188. Hofker, S., Een onderzoek naar de verhouding van het Nederlands grammatika-onderwijs tot dat van de vreemde talen. no. 16, 1918. 189. Hoornstra, G. W., Mephistopheles. no. 122, 1942. 190. —, „ModewOrter". no. 125, 1943. 191. —, Het rondeel. no. 133, 1946. 192. ---, Een vergeten Faustvertaling. no. 146, 1948. 193. Hosman, A. J. A., De K.L.M.-lijst van Dr. H. Bongers. no. 140, 1947. 194. ---, Het onderwijs van het Engels in het eerste leerja'ar. no. 143, 1948. 195. --, Gebondenheid en onafhankelijkheid weerspiegeld in Iers-Engelse poezie. no. 149, 1949. 196. Houben, H., Nog eens: Correctie - euve1. no. 61, 1930. 197. Huber, M. E., Loevestein Castle. no. 105, 1939; no. 108, 1940. I. 198. ingenhoes, C. W. B., Maitre. Seigneur. no. 1, 1914. J. 199. Jacob, W. G. J. A., Het mondelinge deel van het gymnasiale eindexamen voor Nederlands. no. 106, 1939. 200. , Onze radio. no. 110, 1940. 201. Jansonius, F., Lexicographische hartewensen. no. 134, 1946. 202. , Over stijlonderwijs. no. 137, 1946. 203. —, J. van Lodensteyn en Geerten Gossaert. no. 104, 1939. 204. Janssen, Joh,, Een toneelscherm bij Shakespeare. no. 148, 1949. 205. Jeanne, De lectuur in de lagere klassen, no. 92, 1936.
10 jeffares, A. Norman, The last twelve years' Yeatsiana, no. 149, 1949. Jong, A. J. de, Normenvergadering voor 't Nederlands, no. 75, 1933. , Klankleer in de klas. no. 77, 1933. , Naar aanleiding van de nieuwste examenspelling. no. 91, 1936. 210. , Gedachten in verband met een nieuwe _spellingregeling. no. 135, 1946. 206. 207. 208. 209.
K. 211, Kaiser, L., De platenreeks van de Commissie ter bevordering van eenheid in de uitspraak van het Nederlandsch, no. 97, 1937. 212. Karsemeyer, J., Het Nederlands opstel op het eindexamen gymnasium. no. 86, 1935. 213. , Het Nederlands op het eindexamen der gymnasia. no. 95, 1937; no. 100, 1938. 214. , De verwaarloosde component van het onderwijs in het Nederlands. no. 92, 1936. 215. , Het mondelinge deel van het gymnasiale eindexamen voor het Nederlands. no. 106, 1939. 216. , Roel Houwink boedelrechter van Jan Greshoff. no. 107, 1939. 217. , De uitspraak van het Nederlands. no. 110, 1940. 218. , Oudaan's Aandachtige Treurigheyd. no. 130, 1944. 219, Karsten, G., Paps en 1VIams. no. 116, 1941. 220, , Onheuglijk of onheugelijk ? no. 126, 1943. 221. , G. den Brabander. no. 140, 1947. 222. , Ed. Hoornik. no. 149, 1949. 223.
224. 225. 226. 227. 228.
Kempees, J. M. Loevestein Castle. no. 107, 1939.
Keyzer, J., Handelscorrespondentie. no. 97, 1937. , Loevestein Castle, no. 108, 1940. Kl., Correctie- (K)Euvel. C. A. no. 58, 1929. , Tragiek. no. 61, 1930. Klaver, R., Het onderwijs in het Engels aan de H.B.S.-A. no. 98, 1938. 229. Koppelman, H. L., Onderwerp en werkwoord. no. 99, 1938. 230. Koster, Edward B., Het sonnet op Miltons blindheid, no. 4, 1915. 231. Kraak, J. C., „ModewOrter". no. 127, 1943. 232. Kramer, W., Concentratie in ons moedertaal-onderwijs. no. 74,1933. 233. , De hervorming van het stijlonderwijs in Frankrijk, Duitsland en Engeland. I, no. 78, 1934; II, no. 79, 1934. 234. Moedertaalonderwijs. no. 86, 1935, 235. , De plaats van de „spraakkunst" in een geconcentreerd moedertaalonderwijs. no. 89, 1936. 236, , De betekenis der werken van Erich Drach voor de hervorming van het taalonderwijs, no. 101, 1938. 237. Kranendonk, A. G. van, De plaats van de lektuur bij het onderwijs in de vreemde talen. no. 59/60, 1930.
11 238. Kroes, H. W. J., Jets over Goethe's „Hermann and Dorothea". , no, 2, 1915. 239. —, Grammatisch geslacht van bomen. no. 8, 1916. --, Neuere Literatur iiber Kleists „Kkhchen von. Heilbronn". 240. no. 17, 1918. . Het grammaties geslacht van schepen. no. 25, 1921. 241. , G. Hauptmanns „Weber" en Heyermans t „Op hoop van 242. zegen". no. 30, 1923. —, Zu Kleists „Prinz Friedrich von Homburg". no. 32, 243. 1923. Duitse voorstellen tot versterking van de band tussen 244. universiteit en school. no. 58, 1929. Vertellen voor de klas. no. 69, 1932. 245. 246. Een vermomde verzetsroman. no. 142, 1947. 247. Kruisinga, E., Een drietal plaatsen in Miltons sonnetten. no. 2, 1915. Een kwestie van woordorde. no. 6, 1915. 248. , Gender en sex. no. 10, 1916. 249. 250. —, Onscheidbare werkwoorden. no. 14, 1917; no. 15, 1918. , A neglected construction with the gerund. no. 15, 1918. 251. 252. , Plaatselik bestuur in Engeland. no. 16, 1918. , At least. no. 17, 1918. 253. 254. , English law. no. 18, 1919. , Maak samenhangende thema's. no. 20, 1919. 255. 256. , De vorm van de verkleinwoorden. no. 26, 1921, 257. —, Twee plaatsen in de Christmas Carol. no. 27, 1922. 258. --, Vitatio adverbii. no. 32, 1923. De opleiding van de taalleraar. no. 48, 1927. 259. , Nog een stem uit de praktijk over leraarsopleiding. no. 53, 260. 1928. , Verderfelijke leermiddelen. no. 55, 1929. 261. , De plaats van de lektuur bij het onderwijs in de vreemde 262. talen. no. 58, 1929. , Het Engelse taalonderwijs op de middelbare school. no. 263. 59/60, 1930. 264. —, Het vertaalprobleem. no. 61, 1930. 265. , Eenheid van fonetiese transkriptie. no. 65, 1931. 266. , Kleine bijdragen tot de Engelse syntaxis. no. 70, 1932; no. 71, 1932. 267. Monosyllabism in English. no. 70, 1932, 268. , De leraarsexamens voor het Duits. no. 72, 1932. 269. , Over de fonetiese transkriptie, no. 7, 1932. , De werkwoordsvorm op -ing. no. 74, 1933. 270. 271. , Taalwetenschap en taalgeschiedenis. no. 76, 1933. 272. —, Middel-Engelse studies. no. 76, 1933. 273. —, Grammatika en stilistiek. no. 77, 1933. 274. De attributieve zinnen in het Engels. no. 79, 1934. 275. , Naklanken van het spellingdebat. no. 81, 1934.
12 276. Kruisinga, E., Als een blinde over kleuren. no. 84, 1935. 277. , De middelbare en de universitaire examens in de vreemde talen. no. 85, 1935. 278. , Het gebruik van that, when, where, why in bijvoeglijke zinnen. no. 86, 1935. 279. , Lereersopleiding en leraarsexamens. no. 89, 1936. 280. Kuiper, J. W., De Duitse letters in ons onderwijs. no. 85, 1935. 281. Kuypers, A., Een merkwaardig exemplaar 1779a van „Nathan der Weise". no. 94, 1937. 282. Kuitert, R., Het Nederlands op het onderwijzers(staats-)examen te Groningen. no. 65, 1931. 283. , Noodzakelijke veranderingen iu het toelatingsexamen. no. 93, 1937. L. 284. Laan, J. E. van der, Comparistische dogmatiek. no. 85, 1935. 285. -, Het mondelinge deel van het gymnasiale eindexamen voor Nederlands. no. 106, 1939. 286. , Nog steeds: stillezen. no. 109, 1940. 287. , De letterkunde in het rapport 1941. no. 121, 1942. 288. , De zee klotst voort .... no. 111, 1940. 289. Langbroek, M., De Godsidee in Ernst Wiecherts „Das einfache Leben". no. 117, 1941. 290. Langeveld, M. J., Reichling's studie over het woord. no. 92,1936. 291. , Algemeen geestelijke ontwikkeling en taalontwikkeling, met name in de puberteit. no. 98, 1938. 292. , Leraar, leervak, leerplan. no. 100, 1938. 293. , Het rapport 1941 intake het Nederlands en de paedagogiek. no. 120, 1942. 294. Lansberg, Ph. A., Opstellen maken, nazien, waarderen. no. 84, 1935. 295. , Continuiteit. no. 108, 1940. 296. Leest, J,, Hoe besteden wij 't best de meerdere lesuren in klasse IV en V? no. 98, 1938. 297. Leeuwen, W. L. M. E. van, Moderne Nederlandsche poezie op de middelbare scholen. no. 64, 1931. 298. , Ideaal en practijk. I, no. 69, 1932; II, no. 70, 1932. 299. , Kanttekeningen. no. 75, 1933. 300. , Over de samenwerking van de leraren in de verschillende talen aan een school. no. 93, 1937. 301. Lenselink, S. J., De opera ,,Mareike von Nymwegen". no. 123, 1943. 302. , De dichter van het Wilhelmus. no. 146, 1948. 303. Liefde, C. L. de, Het tweede internationale congres te Parijs 31 Maart-4 April 1931. no. 69, 1932. 304. , De Grammaire de l'Academie francaise. no. 71, 1932. 305. , Eindexamens in Frankrijk. no. 77, 1933. 306. , De beoordeling van de eindexamenvertalingen. no. 79, 1934.
13 307. Liefde, C. L. de, Over het onderwijs in het Frans in de laatste 25 jaar. no. 88, 1936. , Theorie van onderwijs en opvoeding op de examens 308. M.O.-A. no. 92, 1936. , Het Frans in de hogere klassen der H.B.S.-A. no. 98, 309. 1938. , Me Congres International Paris 1937. no. 101, 1938. 310. , Het toelatingsexamen Nederlands in het K. B. van 1938. 311. no. 106, 1939. , Het nieuwe stylistische gedeelte in het toelatingsexamen 312. werk voor Nederlands. no. 106, 1939. , Uit de practijk. I, no. 112, 1940; II, no. 113, 1941; III, 313. no. 116, 1941; IV, no. 117, 1941; V, no. 119, 1942 ; VI, no. 120, 1942; VII, no. 124, 1943; VIII, no. 132, 1945. 314. Liere, C. van, De practijk van het literatuuronderwijs in de hoogste klassen. Duits. no. 83, 1935. , Wat lezen we met onze leerlingen van de hoogste klassen? 315. no. 103, 1939. 316. Lindenburg, C. W. A., Het rondeel. no. 132, 1945. M. 317. Maanen, W. van, Nieuwste letterkunde in de klas. Met naschrift van J. B. Schepers. no. 45, 1926, , Prof. Grierson's vertalingen van Nederlandse poezie. 318. no. 126, 1943. 319. Malssen, P. J. W., Jets over het in de Zaanstreek en to Amsterdam gebruikte woord „fikkie". no. 97, 1937. 320. Manders, W. J. A., Kunsttalen. no. 148, 1949. 321. Marmelstein, J. W. , De Romantiek op school. no. 8, 1916. •, De practijk van het literatuuronderwijs in de hoogste 322. klassen. Frans. no. 83, 1935. , Cadet, jeune fille, lundi. no. 85, 1935. 323. 324. —, Illustratie bij het literatuur-onderwijs. no. 93, 1937. , Een didactisch foefje. no. 122, 1942, 325. , Een Franse bewerking van Van Aiphens „Kleine Gedich326. ten". no. 125, 1943. 327. Meer, M. J. van der, Taaloudheden in het Nieuwnederlands. no. 57, 1929. , Het Engels gedurende de eerste twee leerjaren. no. 75, 328. 1933. 329. Mensonides, W,, Nederlands grootste zondares verstechnisch berecht. no, 112, 1940. , Vergelijkbaar toetsingsmateriaal (bijdrage tot Bilderdijk's 330. eerherstel). no. 115, 1941. —, Onverdiende vergetelheid. no. 120, 1942. 331. 332. Meurer, R., Kind and sort. no. 56, 1929. , Public schools, no. 62, 1930. 333.
14 334. Meurs, S. J., Bern, van, De stil-leesmethode. no. 105, 1939, , Het Rapport-1941 inzake het Nederlands en het lees335. onderwijs. no. 122, 1942. 336. Mierlo, J. van, De voornaamwoordelijke aanduiding in het Zuidnederlandsch. no. 100, 1938. N. 337. Neervens, Th., Vocabulary-selection en de eindexamens, no. 144, 1948. 338. Noord, A. van, De beoordeling van de eindeksamen-vertaling (Frans). no. 78, 1934. 0. 339. Opstelten, G. E., Een gevaarlijke bepaling. no. 31, 1923. , Hoe is er de laatste jaren les gegeven in het Engelsch ? 340. no. 88, 1936. 341. Ornee, Een statistiekje. no. 110, 1940. P. 342. Paulhan, Jean, Beschouwingen over het vertalen. Bewerkt door M. J. Premsela. no. 102, 1938. 343. Peperzak, A., Naar aanleiding van de Nederlandsche sectievergadering. no. 76, 1933. 344, Pichon, Ch., Un grand Tricentenaire : le sieur de Vaugelas parrain de la langue francaise. no. 144, 1948. 345. Pleiter Hzn., J., Duits in de hogere klassen der H.B.S.-A. no 98, 1938. 346. Poggenbeek, A. F., Van Volapiik tot Occidental. no. 110, 1940. 347. Polak, M., Eigenaardige leerboekjes. no. 64, 1931. , Phonetiek en phonologie. no. 109, 1940. 348. 349. Portengen, A. J., Het mondelinge deel van het gymnasiale eindexamen voor Nederlands. no. 106, 1939. 350. Portheine, M. B., De beoordeling van de eindexamenvertaling (Engels). no. 78, 1934. 351. Postma, J. Nog eens over het onderwijs in Engelsche literatuur. no. 66, 1931. 352. Premsela, M. J., zie Jean Paulhan, no. 102, 1938. , Enige opmerkingen over de vorming van nieuwe sub353. stantiva in het bizonder van merk- en firmanamen met den uitgang 0. no. 109, 1940. , Eenige aanteekeningen bij de nieuwe „Phedre"vertaling. 354. no. 109, 1940. , Addenda en corrigenda bij enige opmerkingen over de 355. vorming van nieuwe substantieva. no. 110, 1940. —, Eenige aanteekeningen bij een Nederlandse „Misanthrope" 356. vertaling. no. 112, 1940.
15 357. Premsela, M. J., Een nieuwe „La Fontaine"vertaling. no. 114, 1941. 358. , Jules Renard's moeilijke debuutjaren in zijn brieven weerspiegeld. no. 116, 1941. 359. , Raymond Guerin. no. 142, 1947. 360. Jets over de Franse schrijver Julien Benda, no. 150, 1949. 361. Prins, J. P., Milton en de predestinatie, no. 114, 1941. 362. , Een achttiende-eeuwse reiziger over Nederland. I, 125, 1943 ; II, no. 126, 1943. R. 363. 364. 365. 366.
367. 368. 369. 370. 371. 372. 373. 374. 375. 376. 377. 378. 379. 380. 381. 382. 383. 384. 385.
G. R., Taalkundig handelsonderwijs. no. 65, 1931. Raa, R. ten, Een drietal plaatsen in Miltons sonnetten. Rameckers, S. J. R., Een Hongaarse ontdekking. no. 149, 1949. Rapport van de Commissie ingesteld volgens besluit van de Alg. Verg. van de Ver. van Leeraren in Levende Talen op 7 Juni 1927 intake het onderwijs in de levende talen aan de z.g. H.B.S.-A. no. 50, 1928. Ras, G., De vertaling uit het Hollands in de vreemde taal. no. 19, 1919. Remmerswaal, C. C., You can't eat your cake and have it. no. 40, 1925. Riemens, K. J., Het Frans op het toelatingsexamen. no. 21, 1920. , Frequentie van idiomatiese woorden en uitdrukkingen in het Frans. no. 61, 1930. , Schoolvocabularia van vroeger en nu, no. 64, 1931. , Het onderwijs in het Frans in Nederland op de tentoonstelling der Alliance Francaise to Parijs. no. 91, 1936. , Lieue en sou. no. 92, 1936. , Fonograaf, film en radio bij 't onderwijs in Frankrijk. no. 95, 1937. Rispens, J. A., Naar aanleiding van Kloos' Zeesonnet. no. 112, 1940. , Kristal tegen Kruis. (naar aanleiding van A. Roland Holst's bundel „Onderweg"). no. 115, 1941. , De metamorphose van het alledaagsche. no. 118, 1942. , Muzische bezonnenheid. no. 125, 1943. , Bij den 8en druk van Geerten Gossaerts „Experimenten". no. 126, 1943. —, Problematisch dichterschap. no, 129, 1944. Robert, C. M., Schuilnamen. no. 17, 1918. —, Une nouvelle explication du Sonnet des Voyelles d'Arthur Rimbaud. no. 1918. Sens et emploi de quelques prepositions. no. 27, 1922. , Vers les dix heures. no. 30, 1923. , Quelques procedes de syntaxe de la langue parlee. I, no. 32, 1923 ; II, no. 33, 1923; III, no. 38, 1925; IV, no. 39, 1925; V, no. 41, 1925 ; VI, no. 42, 1926; VII, no. 45, 1926.
16 386. Rolland de Reneville, A., La poesie de Jules Supervielle. no. 147, 1948. 387. Roozendaal, A., Onderwerp en werkwoord. no. 107, 1939. 388. Rothe, Karl, Die deutsche Sprache im Umbruch. no. 86, 1935. 389. Royen O.F.M., P. Gerlach, De mogelijkheid van syntheties taalonderwijs. no. 68, 1932. , Een standaardgrammatika. no. 77, 1933. 390. , Casus-casuistiek. no. 78, 1934. 391. , De n-suggestie. no. 80, 1934. 392. , S.v.p. geen legendevorming. no. 80, 1934. 393. , Naamvallen en pseudo-naamvallen. no. 84, 1935. 394. , Grammatika en syntaxis. no. 93, 1937. 395. , Het taalonderwijs ernstig bedreigd, no. 100, 1938. 396. Bij Paps en Mams. I, no. 117, 1941. II, no. 118, 1942. 397. , Taalkundige beginselen van het rapport 1941. no. 121, 398. 1942. , Het raadsel van Paps en Mams, no. 123, 1942. 399. , Reinterpretatie van buigingsvormen in het Nederlands. 400. no. 126, 1943; no. 127, 1943 401. —, Biologische en grammatische vervrouwelijking. no. 139, 1947. S. 402. Saalborn, A., Het lezen van moeilijk Nederlands. no. 109, 1940. , Rilke en Rusland. no. 112, 1940. 403. 404. Schepers, J. B., Bredero en zijn kennis van het Frans. no. 41, 1925. , De tijd van ontstaan van enkele verzen van G. A. Bredero 405. en die van 't „Geestigh Liedtboexken" en andere uitgaven. no. 45, 1926. , Het moedertaalonderwijs. no. 46, 1927. 406. , Romantiek en I
17 onderwijs in de moderne talen aan de H.B.S.-B in verband met de afschaffing van de literatuur op het eindexamen, no. 99, 1938. 422. Schneiders, A. J., 'n Idealist. no. 51, 1928. 423. --, Nederlandse spraakkunst, no. 53, 1928. , Kollegiale kritiek. no. 59/60, 1930. 424. , Opleiding tot het examen. no. 61, 1930. 425. , De moedertaal en het gymnasium. no. 62, 1930. 426. , Correctie-euvel. no. 62, 1930. 427. , Literatuur-onderwijs. no. 65, 1931. 428. 429. Schneiders, A. J., Het klasse-spel. no. 69, 1932. , „Chaos". no. 72, 1932. 430. , Ter voorbereiding van „sinteties" grammatica-onderwijs. 431. no. 74, 1933. Bekentenis, no. 79, 1934. 432. , Toekomstmuziek. no. 80, 1934. 433. , Taalwetenschap en taalonderwijs. no. 81, 1934. 434. , Dagboek-fragment. no. 84, 1935. 435. 436. , Die tussenletters ! no. 85, 1935. , Het Nederlands—de vreemde talen. no. 87, 1935. 437. , Over voordragen. no. 89, 1936. 438. 439. , Richting of ruimte. no. 90, 1936. , De Lof der Zotheid. no. 91, 1936. 440. , Onze klassiek de „Elkerlijk". no. 94, 1937. 441. 442. Scholte, J. H., Taalonderwijs en geestescultuur. no. 48, 1927. , Ons land bij Grimmelshausen. no. 128, 1944. 443. 444. Scholten, W., "Absolute uniformity in phonetic transcription is highly desirable". Met naschrift van E. Kruisinga. no. 43, 1926. —, Moet in voor de school geannoteerde Engelse lektuur de 445. uitspraak worden aangegeven ? no. 59/60, 1930. , De argumenten voor en tegen het indelen van het betrek446. kelik voornaamwoord that bij de voegwoorden. no. 79, 1934. 447. Schothorst, W. van, De talen als kernvakken der H.B.S.-A in verband . met het K.B. van 8 Juni 1929 (no. 310) in zake het eindexamen aan die school, no. 59/60, 1930. 448. Schouten, J. H., Duits reclamedrukwerk als klasselectuur. no.101, 1938. 449. , Moderne Duitse literatuur in de beide hoogste klassen van de M. S. no. 107, 1939. 450, . Ernst Wiechert. no. 113, 1941. 451. —, Het onderwijs in Duitse letterkunde in verband met persoonlijke vragen van onze leerlingen. no. 127, 1943. 452. , Thaleia in de vijfde klas. no. 131, 1945. 453. —, Drie lyrische gedichten. no. 136, 1946; no. 137, 1946. 454. —, Wiecherts weg tot resignatie. no. 150, 1949. 455, Schroder, P. H., Sara Burgerhart stilistisch-psychologisch beschouwd. no. 121, 1942.
18 456. Schutt, J. H., Moeilik of makkelik literatuur-onderwijs. no. 63, 1930. 457, Schwitters Jr., M. E., „Volks". no. 126, 1943. , „De Rijks H.B.S." een anglicistische prae-genitief. no. 458. 128, 1944. 459. Simons, Ph. J., Genitief en getal, graad en afstand, structureel en psychologisch. no. 130, 1944, , Berlijn of New-York? no, 134, 1946. 460. 461. Sivirsky, A. M., De ontdekking van de Hongaarse literatuur en haar ontdekster. no. 147, 1948. 462. Smedes, Egbert, De literair-economische H.B.S. als „menschvormende" school. no. 37, 1924. 463. Soeteman, C., Bij de tekst van de Matthaus-Passion. no. 134, 1946. 464. Sparnaay, H., Die Fabel von Schillers „Biirgschaft". no. 25, 1921. , Romantiek in de „burgerlijke" middeleeuwen in Duitsland. 465. no. 27, 1922. , Methoden tot onderzoek van de Graalsage, no. 31, 1923. 466. , De Ring als verhaalmotief, no. 40, 1925. 467. , Het middeleeuwsch geestelijk leven in Duitschland. no. 47, 468. 1927. , Een Arthurroman van onze dagen. no, 54, 1929. 469. , Des Archipoeten erhaltene Gedichte. no. 58, 1929. 470. , Arthurian Bibliography. no, 68, 1932. 471. , Germania romana. no. 77, 1933. 472. 473. Sparnaay, H., Een merkwaardig boek. no. 87, 1935. —, Uit een oude Duitse literatuurgeschiedenis. no, 125, 1943. 474. , Lessen uit Amerika. no. 139, 1947. 475. 476. Spek, C. van der, You can't eat your cake and have it. no. 39, 1925 ; no. 43, 1926. 477. Spronk, J. W. E., Tweeklanken. no. 150, 1949. 478. Staal, A. J., Het gebruik van verschillende woordsoorten, o. a. in verband met de leeftijd, no, 145, 1948. 479. Stals, P. J., Verdieping. no. 73, 1933. 480. —, Une traduction francaise du Wilhelmus, no. 136, 1946. 481. Starrenburg, C., Geminatie. no, 131, 1945. —, Liaison. no. 133, 1946. 482. , Frankrijk en de Nederlandse letterkunde. no. 141, 1947. 483. •, Structuurverschillen, no, 149, 1949. 484. 485. Staverman, W. H., Het lezen van moeilijk Nederlands in de hoogste klassen. no. 108, 1940. —, Nog eens moeilijk Nederlands, no. 110, 1940. 486. , Wit is goed Nederlands ? no, 114, 1941. 487. , Voltooid verleden tijd, no. 118, 1942. 488. •, Een Duitse vertaling van Huygens' "Scheepspraat". 489, no. 126, 1943. 490. Stemvers, F. G. A., Galathea, siet den dach comt aen. no. 70, 1932. , Het moedertaalonderwijs op de middelbare school. I, no. 491. 72, 1932 ; II, no. 75, 1933.
19 492. Stemvers, F. G. A., De leerschool der verveling. no. 104, 1939. 493. . De voorbereiding voor het mondeling eindexamen Nederlands. no. 144, 1948. 494. Stevense, M., De symboliek bij Emile Verhaeren, no. 94, 1937. 495. , Inspiratie en metriek. no. 101, 1938. 496. , Bij de herdenking van Jean Racine's 300sten geboortedag. no. 107, 1939. 497. , De Franse letterkunde van de Middellandse Zee. no. 118, 1942. 498. , Camille Melloy: dichter en priester. no. 124, 1943. 499. , De dood van Gerard de Nerval. no. 133, 1946. 500. Stockum, Th. C. van, Wilhelm Heinse en zijn roman Ardinghello. no. 74, 1933. 501. , De ontdekking van het letterkundige „Biedermeyer". no. 85, 1935. 502. Goethe en Schopenhauer. no. 124, 1943. 503. Drie Zwitsersche geschiedenissen der Duitse letterkunde. no. 141, 1947. 504. Straus, Leo, Duitse letters. no. 84, 1935. 505. —, Jiddisch. no. 99, 1938. 506. , Taaltrucjes. no. 102, 1938; no. 104, 1939. 507. , Heeft memoriseren zin ? no. 107, 1939. 508. —, Van Volapuk tot Occidental. no. 109, 1940. 509. — , Stelling (eindexamen gymnasium). no. 113, 1941. 510. Stutterheim, C. F. P., Het woord en de woordsoorten. no. 79, 1934. 511. —, Bewuste, onderbewuste en onbewuste „fouten". no. 101, 1938. 512. , Gevoelsintensiteit en vorm-anarchie in de dichtkunst. no. 150, 1949. 513. Swaen, A. E. H., Loevestein Castle, no. 108, 1940. 514. , Broadside-ballads, no. 117, 1941. T. 515. Tieghem, Philippe van, Ce que lisent les elêves. no. 80, 1934. 516. Timmer, B. J., 'deafen en grenzen bij het onderwijs in de moderne talen. no. 98, 1938. 517. Trenite, G. Nolst, Ons geschenk. no. 88, 1936. 518. Tuinstra, A., „Standaard-Nederlands". no. 90, 1936. V. 519. Valkhoff, M., De zestiende eeuw en wij, no. 149, 1949. 520. Veen, H. R. S. v. d., De leraren in de moderne talen en het zingen op de middelbare school. no. 90, 1936. 521. , Poesjkin in Nederland. no. 150, 1949. 522. Veenstra. H. D., Het wereldbeeld, zoals men zich dat dacht in de 13e eeuw. no. 103, 1939.
20 523. Veldkamp, J., Het gebruik der vreemde moderne taal in de klas. no. 69, 1932. 524. Ven, M. H. van de, Een weinig voorkomend taalverschijnsel. no. 109, 1940. 525. Vendeloo, J. W. van, Onheuglijk of onheugelijk ? no. 129, 1944. 526. Versluys, J. C., La fiancee du timbalier in Nederland. no. 129, 1944. 527. Visserman, W. N., Thomas Mann and das burgerliche Leben. no. 147, 1948. 528. Vooys, C. G. N. de, Van Ginneken's geruchtmakende bekering. no. 68, 1932. 529. Vries, Jan de, De wetenschap der sprookjes. no. 36, 1924. W. 530. Wely, F. P. H. Prick van, De lexicographen aan het werk. no. 2, 1915. 531. , La question de savoir si .... en La regle que .... no. 4, 1915. —, Ce(tte) canaille de D.... en zijn familie. no. 7, 1916. 532. 533. , Nieuwe Franse afkortingen. no. 7, 1916. , Een kwestie van woordorde. no. 7, 1916. 534. , Modelvertalingen. no. 8, 1916. 535. 536. —, That what of schijn bedriegt. no. 27, 1922. 537. —, Also .... not and nor. no. 27, 1922. , Frans, Duits en Engels as she is wrote in Den Haag. 538. no. 33, 1923. , English as she is wrote in .... Paris. no. 33, 1923. 539. 540. , Sluitappel. no. 35, 1924. —, Verraderlijke vertalingen. no. 38, 1925. 541. —, „Chic" in verschillende beteekenissen. no, 39, 1925. 542. 543. Wely Jr., F. Prick van, Een Hollandsche vertaling van een Engelsch boek. no. 37, 1924. 544. Westra, P., Moet het Duits alleen als facultatief vak bij het V.H.O. gehandhaafd blijven ? no. 137, 1946. 545. Wey, C. J. van der, Re Hamlet's fatness. no. 4, 1915. . Comparison of adjectives. no. 39, 1925. 546. 547. Wielink, H. J. van, Oude wijn in nieuwe zakken. no. 91, 1936. 548. Wolthuis, G. W., De Wiskunstenaars of 't gevlugte juffertje. no. 94, 1937. 549. , De zee, de zee klotst voort. no. 110, 1940. , Goethe's Faust en Mariken van Nieumeghen. no. 110, 550. 1940. 551. —, Frau Jutte en Mariken van Nieumeghen. no. 111, 1940. , De Faust van het volksboek en Mariken van Nieumeghen. 552. no. 112, 1940. 553. —, Een populaire opvatting van de seven vrie consten. no. 113, 1941. 554. -, Brigandijn-brigantijn. no. 116, 1941.
21 555. Wolthuis, G. W., Het rapport inzake het Nederlands. no. 119, 1942. , Uit Uilenspiegel's kring. no. 119, 1942. 556. , Mephistopheles. no. 120, 1942. 557. —, Mariken in de vreemde. no. 12, 1942. 558. —, Het „Victimae pascali laudes" in Paasgedichten. no. 123, 559. 1943. , Merkwaardige vertalingen van Nederlandse lyriek. no. 560. 125, 1943. , A. H. van der Feen en zijn werken. no. 126, 1943; no. 127, 561. 1943. , De sprookjes van Moeder de Gans. I, no. 130, 1944; 562. II, no. 131, 1945 ; III, no. 134, 1946; IV, no. 136, 1946; V, no. 140, 1947. 563. —, De berijming van het oude Faustboek door Tubinger studenten, no. 144, 1948. , De Fauststudien van J. W. Bruinier. no. 145, 1948. 564. 565. Wijk, N. van, De betekenis der phonologie. no. 108, 1940. Y. 566. Ypes, Cath., Het rapport 1941 en het gymnasium. no. 123, 1943. Z. 567. Zaalberg, C. A., De didaktische waarde van het speurdersverhaal. no. 99, 1938. , Afrikaans in onze leesboeken. no. 105, 1939. 568. De terminologie van het taal- en letterkunde-onderwijs. 569. no. 114, 1941. 570. —, De accenttekens in het Nederlands. no. 120, 1942. 571. Zandvoort, R. W., Een oude druk van Herrig. no. 82, 1934. , Het Engels van onze leerlingen. no. 84, 1935. 572. , Aanbevolen gramofoonplaten bij het onderwijs. no. 86, 573. 1935. , Het onderwijs in de moderne talen op het gymnasium. 574. no. 103, 1939. 575. —, Jets over literair-historische morphologie: „Renaissance" en „Barok" in de geschiedenis der Engelse letterkunde. no. 107, 1939. 576. —, Over de kennis der moderne talen bij studenten. no. 115, 1941. 577. —, De Engelse letterkunde en de school: een steekproef. no. 128, 1944. , Een lectorale rede uit 1825. no. 133, 1946. 578. 579, Zeyen, M. H. Jac., Goethe, Shakespeare et Virgile dans rceuvre de Berlioz. I, no. 144, 1948; II, no. 145, 1948. , De schilder Eugene Delacroix en de muziek. no. 134. 1946. 580.
22 581. Zwager, L. H., Gedachte en vorm in de dichtkunst. no. 96, 1937. , Over het annoteren van Engelse schoollectuur. no. 103, 582. 1939. 583. Zijderveld, A., Het opstel in Duitsland. no. 62, 1930. 584. , Over het onderwijs in literatuur en haar historie. no. 66, 1931. 585. , Grenzen, die zich voordoen bij het onderwijs in literatuur en literatuur-historie, no. 68, 1932, , Antwoord aan collega Van Leeuwen. no. 71, 1932. 586. 587. , Spellingautoriteiten. no. 81, 1934. 588. , Een les uit de spellingstrijd van deze zomer. no. 82, 1934. 589. , De leermiddelen voor het onderwijs in de Nederlandse letterkunde gedurende de laatste 25 jaar. no, 88, 1936. 590. Middelen tot voorbereiding van het examenopstel. no. 100, 1938. 591. Het mondelinge deel van het gymnasiale eindexamen voor Nederlands. no. 106, 1939. 592. , De opvoeder Locke. no. 124, 1943. 593. , Een halve eeuw moedertaalonderwijs, no, 133, 1946.
ZAAKREGISTER De getallen verwijzen naar de nummers van de titels in het Register. Afrikaans: 13, 14, 15, 16, 154, 568. Bibliographie:
Duits : 146, 147, 475. Frans: 8, 120, 123. Engels: 206. Buitenlandse Betrekkingen: 11, 24, 158,
362, 443, 483. Detectives: 4, 53, 124, 567. Didactiek:
Algemeen: 1, 25, 30, 31, 33, 35, 41, 68, 72, 78, 93, 133, 138, 150, 155, 157, 161, 167, 173, 186, 188, 196, 205; 226, 229, 236, 237, 255, 259, 260, 261, 262, 279, 291, 292, 293, 300, 334, 347, 363, 366, 411, 421, 427, 428, 430, 431, 432, 433, 437, 439, 440, 462, 507, 515, 516, 523, 574, 576, 577, 584, 585. Duits : 32, 58, 59, 80, 113, 142, 177, 245, 280, 314, 315, 345, 448, 451, 452, 504. Engels: 9, 165, 169, 170, 172, 194, 228, 263, 317, 328, 340, 351, 445, 572, 582. Frans: 6, 21, 22, 118, 119, 121, 127, 156, 160, 306, 307, 309, 313, 321, 322, 324, 325, 338, 341, 371, 372. Nederlands : 34, 202, 213, 232, 234, 235, 286, 287, 294, 295, 296, 297, 298, 335, 389, 402, 426, 429, 485, 486, 491, 492, 493, 547, 555, 566, 567, 586, 589, 590, 593. Examens:
Algemeen : 26, 132, 207, 277, 308, 337, 419, 425. Duits : 55, 60, 66, 268. Engels : 17, 350. Frans: 159, 338, 369.
Nederlands : 137, 141, 199, 212, 214, 215, 282, 283, 285, 311, 312, 339, 349, 509, 591. Fries: 408, 417. Gramofoon: 38, 134, 374, 573. Indonesie: 106, 139. Jiddisch: 505. Literatuur:
Algemeen: 46, 50, 73, 74, 77, 79, 81, 92, 94, 96, 97, 100, 108, 115, 151, 152, 191, 316, 377, 378, 380, 410, 422, 456, 512, 529, 581. Duits : 56, 57, 67, 114, 174, 176, 179, 180, 189, 238, 240, 242, 243, 246, 281, 289, 301, 403, 449, 450, 451, 453, 454, 463, 464, 465, 466, 467, 468, 470, 474, 500, 501, 502, 503, 527, 557, 563, 564. Engels : 10, 48, 49, 88, 166, 195, 204, 230, 247, 257, 361, 364, 471, 545, 571, 575, 578. Frans : 7, 12, 23, 29, 69, 70, 71, 103, 104, 107, 148, 178, 344, 358, 359, 360, 381, 382, 386, 469, 473, 494, 495, 496, 497, 498, 499, 519, 522, 562. Nederlands : 5, 52, 64, 89, 90, 129, 187, 203, 216, 218, 221, 222, 242, 288, 299, 302, 329, 330, 331, 365, 375, 376, 379, 404, 405, 407, 412, 455, 461, 490, 548, 549, 550, 551, 552, 553, 556, 559, 561. Maleis: 106. Muziek en Zingen: 520, 579, 580. Onderwijs in het Buitenland: 62, 105,
122, 233, 244, 303, 305, 310, 583. Paedagogiek en Psychologie: 175, 182,
293, 308, 313, 592.
24 Philosophie: 117, 168, 479. Programma-moderne talen: 56, 125, 126,
153, 167, 409, 447, 544. Radio: 18, 40, 184, 200, 374. Russisch: 521. Spelling: 76, 109, 112, 209, 210, 418,
528, 587, 588. Taal:
Algemeen: 45, 99, 135, 136, 227, 271, 273, 290, 320, 346, 353, 355, 387, 406, 420, 434, 442, 459, 460, 478, 506, 508, 510, 511, 530, 569, 570. Duits: 51, 54, 65, 145, 190, 231, 239, 241, 388, 472, 538. Frans : 20, 27, 28, 63, 95, 148, 185, 198, 304, 323, 373, 383, 384, 385, 481, 484, 524, 531, 532, 533, 538, 540. Engels: 42, 47, 82, 83, 84, 86, 98, 183, 197, 223, 224, 225, 248, 249, 250, 251, 252, 253, 254, 256, 258, 266,
267, 270, 272, 274, 278, 332, 333, 368, 446, 458, 476, 513, 514, 534, 536, 537, 538, 539, 546. Nederlands : 2, 61, 65, 75, 87, 131, 201, 219, 220, 284, 319, 327, 336, 343, 390, 391, 392, 393, 394, 395, 396, 397, 398, 399, 400, 401, 413, 414, 415, 416, 423, 424, 435, 436, 441, 457, 487, 488, 517, 518, 525, 542, 554. Uitspraak, phonetiek en phonologie: 18,
36, 162, 163, 164, 171, 181, 182, 208, 211, 217, 265, 269, 275, 276, 348, 444, 445, 477, 482, 565. Verenigingen: 149. Vertalen en Vertalingen: 2, 3, 85, 91, 101, 102, 110, 111, 116, 128, 310, 140, 192, 264, 318, 326, 342, 354, 356, 357, 367, 480, 489, 526, 535, 541, 543, 558, 560, 562. Vocabulaire-selectie: 37, 39, 43, 44, 143, 144, 193, 337, 370. Voordracht: 123, 438.