Ideeënboekje
26 September Dag van de2002 Talen n = in e l a t =t
ing = ser
tional a n i er
e an d gv Europese Da
de
Talen 2 00 2
Talen tellen! wordt gecoördineerd door het LinguaCentrum van het Europees Platform voor het Nederlandse Onderwijs. Voor informatie over het project kunt u contact opnemen met het Europees Platform: Nassauplein 8 1815 GM Alkmaar telefoon (072) 511 85 02 fax (072) 515 12 21
[email protected] www.linguacentrum.europeesplatform.nl
©Europees Platform 2002
e Talen 20 an d 02 v g Europese Da
st
n e l Ta en! l l e t
m o toek
Talen tellen!
Het ideeënboekje voor de Dag van de Talen 2002 wordt u geheel kosteloos toegestuurd...
Wij zouden het erg leuk vinden als u ons vóór 30 oktober kleurenfoto's, een video, een programma of een verslag stuurt waarop wij kunnen zien wat er op de Dag van de Talen op uw school is gebeurd...
Alvast bedankt!
☺
© 2002
LinguaCentrum/Europees Platform voor het Nederlandse Onderwijs Nassauplein 8 1815 GM Alkmaar telefoon 072- 5118502 fax 072- 5151221 e-mail
[email protected] internet www.linguacentrum.europeesplatform.nl Auteur: Vormgeving: Druk:
Katinka van Vuure Katinka van Vuure EuroPrint, Alkmaar
II
Met dank aan:
de volgende docenten: Anke Beerendonk Anneke Filippini Annemarieke de Jong Caroline Haitink Claire La Rivière Constance Schrijvers Edy van Renselaar Fonny Docter Frans Jacobs Hans Reinders Jean-Luc Cibert Jocelyne Hennen Joke Loch Jos Canton Judith van de Koevering Marinus de Laat Mustapha Yassine Paul Groot Trudy Tax-Shultz Wim Horsch
Friesland College (Heerenveen/Leeuwarden) Adelbert College (Wassenaar) OBS De Krullevaar (Nieuwegein) OBS Het Kompas (Overdinkel) Anna van Rijn College (Nieuwegein) International School Hilversum Archimedes Lerarenopleiding HvU OBS Letterland (Almere) Drienerwold Onderwijsadviseurs Gymnasium Bernrode (Heeswijk) Zwijsen College (Veghel) Basisschool Kardinaal de Jong (Alkmaar) ROC Ter AA College De Klop en Centrum voor Frankrijkstudies (Utrecht) Adelbert College (Wassenaar) Gymnasium Bernrode (Heeswijk) Berlage Lyceum (Amsterdam) OBS De Stadsweide (Enschede) Gymnasium Bernrode (Heeswijk) Sintermeertencollege (Heerlen)
…die op 26 juni met enthousiasme hebben deelgenomen aan een brainstormsessie onder de inspirerende leiding van prof. dr. Gerard Westhoff. Dit project is tot stand gekomen op initiatief van de Raad van Europa en dankzij een financiële bijdrage van het Ministerie van OCenW. Het LinguaCentrum van het Europees Platform coördineert het project Talen tellen! en werkt hierbij samen met het Nab-MVT.
III
Inhoud
pag.
• Talen tellen!
V
• Voor wie en waarvoor is dit boekje bedoeld?
VI
• Talen in het zonnetje - in het basisonderwijs - in het voortgezet onderwijs • Tot volgend jaar!
1 2 55
IV
Talen tellen!
Vanwege het enorme succes van de Dag van de Talen 2001, en dus mede dat van het project Taal over Grenzen, heeft de Raad van Europa besloten 26 september uit te roepen tot vaste jaarlijkse Europese Dag van de Talen. Talen zijn onmisbaar; ze vormen ons paspoort voor de multiculturele samenleving, een verenigd Europa en de rest van de wereld. Twee talen spreken staat gelijk aan een bestaansminimum, laten we samen streven naar meer! Daarbij willen wij de nadruk leggen op andere talen dan Engels. Spreek de taal van je buurman of -vrouw, van het buurland, of een taal van een buurcontinent. Met talen kom je verder! Op naar een geïntegreerd taalbeleid...taal en internationalisering zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden; vakoverstijgend werken binnen internationale projecten lijkt daarom vanzelfsprekend, maar dat blijkt het in de praktijk niet te zijn. Daarom spreken wij dit jaar met name de docenten aan: werk samen, besef dat je allemaal ook altijd taaldocent bent, en zorg dus dat je dezelfde taal spreekt. Samen gaan we met talen(t) op weg naar een internationale toekomst! Projectteam Talen tellen! Susanne van de Koevering, Katinka van Vuure (LinguaCentrum/Europees Platform) Gerard Westhoff (Nab-MVT)
V
Voor wie en waarvoor is dit boekje bedoeld?
V
De doelgroep Het ideeënboekje is bedoeld voor docenten in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Voor de duidelijkheid zijn de ideeën onderverdeeld naar doelgroep. Sommige activiteiten zijn echter in beide soorten onderwijs toepasbaar. Denk niet alleen aan leerlingen, maar ook aan collega-docenten die geen taaldocent zijn. Als leerlingen binnen een internationaal project vakoverstijgend willen werken, is het van belang dat ook de zaakvakdocent de betreffende taal spreekt. Lay out De opzet is, net als vorig jaar, eenvoudig, zodat het boekje gemakkelijk gekopieerd kan worden en er dus naar hartelust gebruik van kan worden gemaakt. De inhoud van het boekje is integraal te downloaden van de LinguaCentrumwebsite van het Europees Platform: www.linguacentrum.europeesplatform.nl Het niveau De ideeën voor de activiteiten zijn van uiteenlopend niveau, maar vaak kan één idee op verschillende niveaus worden uitgevoerd. Wees creatief en pas het niveau aan dat van leerlingen en/of collega-docenten aan! Voorbereidingstijd Mede omdat 26 september in het begin van het schooljaar valt, hebben wij geprobeerd met ideeën te komen die niet al te veel voorbereiding vereisen. Bijna altijd kan een activiteit groot- of kleinschalig worden uitgevoerd, met veel of weinig materiaal, de keus is aan u. Benodigdheden Deze verschillen per activiteit, maar woordenboeken en computers met toegang tot internet zijn voor veel activiteiten onontbeerlijk. Talen De activiteiten kunnen over het algemeen in alle talen worden uitgevoerd. Wij vragen uw speciale aandacht voor buurtalen en talen die gesproken worden binnen onze multiculturele samenleving: spreek de taal van de mensen om je heen! Vragen Voor prangende vragen of opmerkingen: stuur een e-mail naar
[email protected] onder vermelding van 'Dag van de Talen'
VI
Ñ Talen in het zonnetje Ò
Basisonderwijs • Museum • Kwartet • Goedemorgenparaplu • Restaurantjes • The country corner • Eurovisie-songfestival • Lunch voor de leerkrachten • Fototentoonstelling • Eten buiten de deur • Doe Taal • Verhaal en uitbeelding • Nieuws van de Dag • De Talenquiz • Stripverhaal • Poëzie
pag. 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
1
Ñ Talen in het zonnetje Ò Voortgezet onderwijs • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Internationale sportdag Reclame voor taal Webquest/Talenquest Drama ict-project Native speakers Internationaal plein Les voor docenten Waarom taal Talenvakantiekrant Vertalen met de computer Hoe werkt dit? Verhalen vertellen Schrijf een nieuw artikel Talendomino Probleem Ondertiteling Expressieve lichaamstaal Hoe red ik me hieruit? Internationaal twee voor twaalf Blaffende honden… Lied en Poëzie Netwerk videoconferentie Internationaal journaal Make-over van de school Modeshow in de pauze Standaardsituaties Beroepssituaties Taalportfolio Taalervaringen Taal en effect Hints Botsende meningen: het Lagerhuis of mini-parlement Themadag Culturele verschillen Inventarisatie internationalisering Afsluiting: Feest!
pag. 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 2
Basisonderwijs
t Activiteit en opzet
MUSEUM
Kinderen nemen een voorwerp uit een ander land mee, bijvoorbeeld uit een land waar ze op vakantie zijn geweest of iets uit het land van hun ouders. Dit kan een typisch product zijn, een gebruiksvoorwerp, een ansichtkaart, enzovoort. Daarna maken ze een kaartje met de naam van het voorwerp in de taal van het land van herkomst, de vlag van het land en de naam van de taal van het land. De kinderen presenteren het voorwerp aan groepjes medeleerlingen en/of ouders, die er vragen over mogen stellen.
Voor wie?
De hele school of een klas, ouders, collegaleerkrachten.
Wat heb ik nodig?
Voorwerpen, mee te brengen door leerlingen/leerkrachten. Kartonnen kaartjes met een gaatje erin en een touwtje eraan.
Voorbereiding
Bijna geen.
Hoe lang duurt het?
In te schatten door de docent: hoe lang blijven de kinderen geconcentreerd luisteren?
v
h
3
Activiteit en opzet
KWARTET
Kinderen spelen kwartet met kaarten waarop één woord in een vreemde taal staat. Op de plekken waar de drie overige woorden moeten staan, staan alleen vlaggen van verschillende landen. Als kinderen het woord in één van de ontbrekende talen weten, krijgen zij de kaart. Als je alle de kaarten hebt, heb je het woord dus in vier verschillende talen.
Voor wie?
Leerlingen uit de hogere klassen van het basisonderwijs.
Wat heb ik nodig?
Een spel kaarten met steeds eenheden van vier: op elke kaart staat één woord in een vreemde taal, en wel steeds in een andere vreemde taal.
Voorbereiding
De kaarten moeten gemaakt worden. Dit kan eenvoudig gedaan worden, door bijvoorbeeld leerlingen te laten knippen en tekenen.
Hoe lang duurt het?
Afhankelijk van het aantal kaarten en spelrondes.
v
h
4
¹ Activiteit en opzet
GOEDEMORGENPARAPLU
Hang een paraplu in de klas. Aan iedere balein komt, m.b.v. wasknijpers, een kaartje te hangen met in steeds een andere taal ‘goedemorgen’ erop. De kinderen krijgen allemaal een blanco kaartje mee naar huis en zoeken het woord in verschillende talen op. Gedurende bijvoorbeeld een week wenst de docent de kinderen steeds in een andere taal goedemorgen aan de hand van de kaartjes. Er kan ook iedere dag of week een ander woord gekozen worden of er kan op één dag gewerkt worden met verschillende kleuren kaartjes waarop verschillende woorden staan (goedemiddag, eet smakelijk…).
Voor wie?
Voor leerlingen uit alle klassen, ouders kunnen immers helpen het woord op te zoeken en op te schrijven.
Wat heb ik nodig?
Een paraplu, een waslijn, of een grote kamerplant, blanco kaartjes met touwtjes eraan.
v
Voorbereiding
h Hoe lang duurt het?
Weinig, het kiezen van een aantal woorden, het knippen van de kaartjes en het ophangen van een paraplu. De leerlingen doen thuis de rest. Kortdurende activiteit op verschillende momenten van de dag.
5
RESTAURANTJES Activiteit en opzet
Creëer vier hoeken in één lokaal, of kies voor vier verschillende plekken binnen de school. Kies vier geschikte landen uit, d.w.z. landen waarvandaan er native speakers op school zijn. Vier kinderen, native speakers of kinderen die een klein beetje een andere taal spreken, zijn ober. Vier anderen, kinderen, leerkrachten of ouders, zijn tolk. Ieder restaurant heeft een menukaart in de betreffende taal. Deze kaarten zijn van tevoren in de klas gemaakt. In ieder restaurant zijn de gerechten die op de kaart staan beschikbaar, hetzij in de vorm van plaatjes, hetzij in het echt. Kinderen die het restaurant bezoeken krijgen ook nog een kaart met eenvoudige zinnen in de betreffende taal: “Ober, mag ik een cola?”, “Ik wil graag…”, “Dank u wel”, enzovoort.
Voor wie?
Voor kinderen, ouders én leerkrachten, die allemaal verschillende rollen kunnen vervullen.
Wat heb ik nodig?
Stoelen, tafels, servies, eetgerei, foto’s, menukaarten, gesprekskaarten, eventueel gerechten, schorten. Een aantal behulpzame ouders.
Voorbereiding
De menukaarten kunnen bijvoorbeeld in de week vóór de Dag van de Talen in de klas worden gemaakt, ouders kunnen gerechten voorbereiden of daar foto’s van maken. Je kunt ook langs restaurants gaan en foto’s vragen. Op school koken is natuurlijk ook leuk!
Hoe lang duurt het?
Deze activiteit kan bijvoorbeeld in de lunchpauze worden uitgevoerd of aan het eind van de dag. Duur: anderhalf à twee lesuren.
Variant
Indien er kinderen zijn uit verschillende delen van Nederland is het ook mogelijk een Dialectenrestaurant te openen met streekgebonden gerechten of hapjes.
v
h
6
Þ Activiteit en opzet
THE COUNTRY CORNER
Iedere klas kiest een taal. Rond die taal komen er prentenboeken, voorleesverhalen, audiocassettes, cd's, teksten van liedjes, vlaggen, landkaarten, namen van kleuren, namen van cijfers, memory, woordspelletjes, kwartetten, enzovoort. Maak een circuit in het lokaal met een luisterhoek, een leeshoek, een spelletjeshoek, een knutselhoek, enzovoort. Alles gebeurt in de gekozen taal. Op de Dag van de Talen kan gewisseld worden tussen de verschillende klassen.
Voor wie?
Leerlingen. Leerkrachten en ouders regelen de organisatie, ouders kunnen helpen met onder andere (voor)lezen en het spelen van spelletjes die uit hun eigen land komen.
Wat heb ik nodig?
Veel materiaal, het is zaak bij het verzamelen daarvan zoveel mogelijk leerlingen en ouders in te schakelen: iedereen heeft thuis wel iets liggen.
Voorbereiding
Zorgen dat er materiaal wordt meegebracht. Het inrichten van de verschillende hoeken in het lokaal, bijvoorbeeld aan het eind van de middag, de dag vóór de Dag van de Talen. Ophangen van versieringen, klaarzetten van spellen, afspraken maken met ouders.
Hoe lang duurt het?
Te denken valt aan twintig minuten à een half uur per hoek. Vergeet niet dat er daarna ook nog gewisseld kan worden tussen de verschillende lokalen.
v
h
7
8 Activiteit en opzet
EUROVISIE-SONGFESTIVAL
Leerlingen mogen zich van tevoren aanmelden als zanger(es) of groep. Per taal mag er slechts één deelnemer - dus één liedje - zijn (1x Engels, 1x Frans, 1x Turks, 1x Spaans…). De leerlingen die niet meedoen worden ingedeeld in landen en dus landenjury's. Ieder land geeft na afloop van de liedjes punten in de taal van het 'eigen' land. Vergeet niet een presentator/presentatrice te benoemen!
Voor wie?
Leerlingen doen mee, ouders kunnen in het publiek zitten. Deze activiteit is zeer geschikt om schoolbreed te worden georganiseerd.
Wat heb ik nodig?
Een geschikte ruimte met podium. Stereotoren, microfoons, eventueel een camcorder/camera: dit is natuurlijk bij uitstek een activiteit om te filmen! Verder bordjes met cijfers voor de verschillende jurylanden.
Voorbereiding
Leerlingen moeten zich aanmelden en thuis of op school de gelegenheid krijgen om te oefenen. Op school moet er een ruimte worden vrijgemaakt, liefst met een podium en met geluidsinstallatie. Verder dient er publiek te worden uitgenodigd. Voor het geven van de cijfers door de jury kunnen bordjes worden gemaakt met het cijfer en daaronder het cijfer in letters in de betreffende taal. Rest natuurlijk het aanschaffen van een prijs voor de winnaars.
Hoe lang duurt het?
Afhankelijk van het aantal deelnemers en de vraag of het schoolbreed wordt georganiseerd, zal het neerkomen op twee à drie uur. Een pauzenummer door de docenten zal veel applaus oogsten!
v
h
8
Ç Activiteit en opzet
LUNCH VOOR DE LEERKRACHTEN Een lunch uit de kandidaat-landen voor de Europese Unie (Polen, Estland, Letland, Litouwen, Tsjechië, Hongarije, Slowakije, Slovenië, Cyprus en Malta). Zorg dat er in de bibliotheek een aantal internationale kookboeken is, selecteer uit ieder land een lunchgerecht en vraag iedere collega om één (klein) gerecht te kiezen, te maken en op 26 september mee te brengen voor een gezamenlijke internationale lunch in de leerkrachtenkamer.
Voor wie?
Alle leerkrachten.
Wat heb ik nodig?
Internationale kookboeken, servies, eetgerei enzovoort.
v
Voorbereiding
Kopiëren van de gerechten, kopen van de benodigde ingrediënten, eventueel wat informatie opzoeken over de taal en cultuur van het betreffende land.
Hoe lang duurt het?
De activiteit duurt even lang als de lunchpauze.
h
9
Activiteit en opzet
FOTOTENTOONSTELLING
Leerlingen van groep 7 en 8 krijgen, in groepjes, een wegwerpcamera. Zij gaan wijk, dorp of stad in en fotograferen op straat zoveel mogelijk uitingen in een andere taal dan het Nederlands. Te denken valt aan het uithangbord van de Chinees, een nummerbord van een Spaanse auto, de reclame voor een Zweeds product, de menukaart bij de pizzeria, enzovoort. De foto's worden daarna opgehangen in school met daarbij toelichting - hetzij schriftelijk, hetzij mondeling - door de leerlingen. Leerlingen kunnen daarnaast buitenlanders interviewen en vragen sinds wanneer en waarom zij hier zijn.
Voor wie?
Leerlingen uit de hoogste groepen.
Wat heb ik nodig?
Een aantal wegwerpcamera’s (bijvoorbeeld één per vijf leerlingen). Borden om de foto's op te hangen met daarbij commentaar.
Voorbereiding
De foto's kunnen op de Dag zelf worden gemaakt, of daarvóór zodat de foto's op de Dag van de Talen kunnen worden opgehangen. Het klaarzetten van borden waar de foto's worden opgehangen, eventueel het regelen van begeleiding voor de groepjes leerlingen die naar buiten gaan.
Hoe lang duurt het?
De leerlingen zullen een dagdeel onderweg zijn, het bekijken van de expositie kan tussen andere activiteiten op de Dag van de Talen door gebeuren.
v
h
10
Æ Activiteit en opzet
Voor wie?
v
ETEN BUITEN DE DEUR
Vraag welke ouders bereid zijn tussen de middag een groepje kinderen uit te nodigen voor een lunch. Laat de ouders de kinderen tijdens de lunch vertellen wat ze eten, hoe ze het moeten eten, enzovoort. Kinderen vertellen daarna op school wat ze gegeten hebben, hoe, en wat ze ervan vonden. Voor een school met een (behoorlijke) diversiteit aan allochtone leerlingen.
Wat heb ik nodig?
Een aantal bereidwillige allochtone ouders. De zoon/dochter van die ouders kan tijdens de lunch als tolk optreden als dat nodig is.
Voorbereiding
Contact opnemen met ouders, leerlingen indelen in lunchgroepjes. Eventueel kan er in de klas al eens gesproken worden over het ' land' waar de kinderen heengaan en de taal die daar gesproken wordt.
Hoe lang duurt het?
Zolang als de lunchpauze, die in dit geval wat verlengd kan worden.
h
11
Activiteit en opzet
DOE TAAL
Een lesje T.P.R. in het Frans, Duits, Engels, Arabisch of... De leerkracht doet de 'activiteit' voor, laat daarna één kind meedoen en vervolgens de hele groep. Het gaat om simpele dingen als 'stand up' , 'sit down', ' turn around', enzovoort. Het is ook leuk om dit met de hele school als gymnastiekles op het schoolplein te doen.
Voor wie?
Voor de kleuters en groep 3.
Wat heb ik nodig?
Niets bijzonders, behalve een lijst met handelingen in verschillende talen. Bij een schoolbrede les: een megafoon of geluidsinstallatie.
Voorbereiding
Het opstellen van de lijsten met handelingen in verschillende talen. Vraag daarbij hulp van ouders en leerlingen.
v
h
Hoe lang duurt het?
Zolang de kinderen er plezier aan beleven!
12
Activiteit en opzet
VERHAAL EN UITBEELDING
Vertel een kort verhaal in een andere taal en laat kinderen die de betreffende taal verstaan (eventueel uit een hogere groep) het verhaal uitbeelden. Zorg voor een goede sfeervolle entourage en zorg ervoor dat er voorwerpen liggen die kunnen worden gebruikt bij de uitbeelding, dit helpt enorm bij het begrijpen.
Voor wie?
Voor alle groepen. Voor de lagere groepen kunnen leerlingen uit hogere groepen het verhaal uitbeelden of kunnen handpoppen gebruikt worden als 'tolk'.
Wat heb ik nodig?
Een sfeervol ingerichte ruimte, voorwerpen die in het verhaal voorkomen, kleding/maskers en eventueel handpoppen. Een verhaal om voor te lezen.
Voorbereiding
Oefenen met het voorlezen van het verhaal in een andere taal (kan ook door een allochtone ouder of leerling worden gedaan). De leerling die het verhaal gaat uitbeelden moet het verhaal misschien een keer gehoord hebben, afhankelijk van hoe goed hij/zij de betreffende taal verstaat.
Hoe lang duurt het?
Een half uurtje, daarna kan er gewisseld worden tussen klassen/groepjes.
v
h
13
Activiteit en opzet
Voor wie?
NIEUWS VAN DE DAG
Koop zoveel mogelijk buitenlandse kranten die allemaal op dezelfde dag zijn uitgekomen. Maak daarmee een nieuwe muurkrant ingedeeld naar soort bericht. Hang het weerbericht in alle talen naast elkaar, het grote wereldnieuws van die dag uit de verschillende kranten, de sportprestaties die voorop staan in de verschillende kranten, enzovoort. Laat de leerlingen in groepjes werken. Per groepje kiezen ze één of twee onderwerpen. Voor groep 7 en 8.
v Wat heb ik nodig?
Zoveel mogelijk kranten, scharen, lijm, grote kartonnen platen om de muurkrant op te maken.
Voorbereiding
Het inkopen van de benodigde materialen, van tevoren eens een krant bekijken in de klas of thuis.
Hoe lang duurt het?
Een paar uur, afhankelijk van het aantal kranten en artikelen.
h
14
Activiteit en opzet
DE TALENQUIZ
Te denken valt aan de opzet van een programma als 'Ren je rot' of 'Waar of niet waar'. Stel een gesloten vraag, bijvoorbeeld: “Betekent casa in het Italiaans paard ?”. Alle leerlingen houden een bordje met ja of nee omhoog. Alleen leerlingen die het goede antwoord hebben gekozen gaan door naar de volgende vraag, totdat er een winnaar overblijft. Er kunnen verschillende rondes gespeeld worden.
Voor wie?
Alle groepen. De vragen kunnen worden aangepast aan het niveau van de leerlingen; voor de allerjongsten valt te denken aan simpele vragen over een land.
Wat heb ik nodig?
Een lijst met vragen, ja- en nee-bordjes, een prijs voor de winnaar.
Voorbereiding
h
Het opstellen van vragen, eventueel samen met leerlingen, enige voorbereiding in de klas zodat de leerlingen een aantal vragen kunnen beantwoorden. Verder het maken van de bordjes en het kopen van de prijs.
Hoe lang duurt het?
Ongeveer een half uur per ronde.
v
15
A Activiteit en opzet
STRIPVERHAAL
Kies een stripverhaal in een andere taal. Maak een kopie voor iedere leerling. Maak een tweede kopie voor iedere leerling waarbij de tekst is weggelakt. Iedere leerling schrijft een vertaling op de lege kopie. Geef de verhalen aan elkaar door en kijk wie de beste, én wie de leukste vertaling heeft gemaakt.
Voor wie?
Met name de hoogste groepen. Voor de lagere groepen kan klassikaal worden geprobeerd te vertalen, of kunnen de leerlingen in beide versies tekst hebben en bijvoorbeeld kijken hoe de stripfiguren in de verschillende talen heten.
Wat heb ik nodig?
Enkele buitenlandse strips en een Nederlandse vertaling. Kopieën van een aantal bladzijden.
Voorbereiding
Stripboeken kopen of lenen, ' lege' kopieën maken. Van tevoren eens een stripboek in een andere taal in de klas lezen om te oefenen.
Hoe lang duurt het?
Een uurtje.
v
h
16
Activiteit en opzet
POËZIE
Schrijf een haiku of rijmpje. Dit wordt per e-mail met een buitenlandse partnerschool – of een andere school in Nederland- uitgewisseld. Variant: kies een krantenartikel of bijvoorbeeld een advertentie. Haal er enkele woorden of zinsneden uit en laat kinderen er een gedicht van maken in de vreemde taal.
Voor wie?
De hogere groepen.
Wat heb ik nodig?
Voorbeelden van versjes/gedichtjes, krantenartikelen in verschillende talen.
Voorbereiding
h
Zoeken van kranten/boekjes, organiseren van emailcontact op 26 september met een partnerschool in het buitenland of in Nederland. Vergeet niet een tijd af te spreken en daarbij rekening te houden met eventuele tijdverschillen.
Hoe lang duurt het?
Te denken valt aan een dagdeel.
v
17
Voortgezet onderwijs
l Activiteit en opzet
INTERNATIONALE SPORTDAG Kies een aantal landen en stel verschillende teams samen die shirts dragen in de landkleur. Selecteer een paar typisch buitenlandse sporten (cricket, jeu de boules et cetera.) en speel een competitie.
Voor wie?
Docenten en leerlingen.
Wat heb ik nodig?
T-shirts in verschillende kleuren, sportmateriaal afhankelijk van de gekozen sporten.
v
Voorbereiding
Kiezen van sporten, opzoeken van de spelregels, samenstellen van teams en aanstellen van scheidsrechters.
Hoe lang duurt het?
Kan een dagdeel of een hele dag duren.
h
18
æ Activiteit en opzet
RECLAME VOOR TAAL
Richt de docentenkamer een hele dag in als talencentrum. Zorg voor literatuur, muziek, informatieboeken, folders van talencursussen, vakcursussen in het buitenland (bijvoorbeeld een biologieseminar in Brussel), studiebezoeken, boeken over taalverwerving, en natuurlijk voor hapjes en drankjes uit de diverse landen zodat de collega's even blijven zitten...
Voor wie?
Docenten, waarbij de talendocenten optreden als voorlichters.
Wat heb ik nodig?
Veel informatiemateriaal, drankjes, hapjes en een flinke dosis enthousiasme!
v
Voorbereiding
h Hoe lang duurt het?
Verzamelen van boeken, aanvragen van folders, een voorstel maken voor een vakoverstijgend project waar een taal deel van uitmaakt, inkopen van hapjes en drankjes. De hele dag door tijdens pauzes en andere inloopmomenten.
19
WEBQUEST/TALENQUEST Activiteit en opzet
Voor wie?
v Wat heb ik nodig?
Leerlingen doen mee aan verschillende talenquests op internet. In de ochtend doen ze research en vullen ze de quest in, in de middag geven ze een presentatie. Zorg ervoor dat de leerlingen verschillende talen kiezen. Voor leerlingen, maar ook voor (zaakvak)docenten kan het leuk én nuttig zijn hun talenkennis te testen.
Een lokaal met computers/de mediatheek, adressen van geschikte talenquests (bijvoorbeeld via www.talenquest.nl)
Voorbereiding
Het reserveren van een ruimte met computers, het doorlopen van verschillende talenquest-sites om het concept te leren kennen.
Hoe lang duurt het?
Een hele dag of een dagdeel.
h
20
* Activiteit en opzet
DRAMA
Leerlingen en eventueel een docententeam voeren stukjes op uit beroemde theaterstukken in verschillende talen. Leerlingen uit de hoogste klassen kunnen optreden als begeleiders, ook kan aan studenten van lerarenopleidingen worden gevraagd mee te doen. 's Avonds of aan het eind van de dag worden de stukken opgevoerd voor medeleerlingen, ouders en docenten.
Voor wie?
Iedereen kan meedoen.
Wat heb ik nodig?
Teksten van theaterstukken in verschillende talen, materiaal voor decors, kostuums, et cetera, en een geschikte ruimte, liefst met podium.
v
Voorbereiding
Opzoeken van teksten, repeteren, fabriceren van decorstukken, reserveren van ruimte, uitnodigingen doen toekomen aan ouders.
Hoe lang duurt het?
Een hele dag indien er niet eerder wordt gerepeteerd.
h
21
@ Activiteit en opzet
Voor wie?
v Wat heb ik nodig?
Voorbereiding
ICT-PROJECT
E-mailen of chatten met een partnerschool, liefst in het buitenland, maar met een (internationale) school in Nederland kan het ook. Stel een thema vast zodat de leerlingen in de ochtend onderzoek kunnen doen op internationale websites (voor de hogere klassen bijvoorbeeld de uitbreiding van de Europese Unie) en 's middags van gedachten kunnen wisselen met hun collega-leerlingen elders, vanzelfsprekend in een andere taal dan het Nederlands. Dit is op alle niveaus mogelijk, ook docenten kunnen meedoen en ervaringen uitwisselen met collegadocenten, bijvoorbeeld over vakoverstijgende projecten. Een lokaal met computers of de mediatheek, een thema, een partnerschool waarmee duidelijke afspraken worden gemaakt.
h
Ruimte reserveren, het verzinnen van een aantal thema's en het vinden van een partnerschool waarmee duidelijke afspraken moeten worden gemaakt over thema en tijdschema gedurende de dag.
Hoe lang duurt het?
Dagdeel of een hele dag.
22
y Activiteit en opzet
NATIVE SPEAKERS
Nodig een aantal native speakers uit die in verschillende klassen presentaties geven over hun land en die daarna samen met een aantal leerlingen uit die klassen een presentatie voorbereiden over hun land. 's Middags presenteren alle groepjes 'hun' land in de betreffende taal, indien nodig kan een leerling als tolk optreden voor het publiek.
Voor wie?
Iedereen kan meedoen.
Wat heb ik nodig?
Informatie over de verschillende landen in de vorm van voorwerpen, foto’s, boeken en dergelijke. Computers met internetaansluiting.
Voorbereiding
Uitnodigen van native speakers die zelf een presentatie moeten voorbereiden, leerlingen kunnen vast wat informatie opzoeken, maar dat kan ook tijdens de dag. Indien er verschillende klassen meedoen: een ruimte reserveren voor de uiteindelijke presentaties.
v
h
Hoe lang duurt het?
Een dagdeel of de hele dag.
23
INTERNATIONAAL PLEIN Activiteit en opzet
Leerlingen geven presentaties over verschillende landen met betrekking tot een specifiek onderwerp. Het eerste deel van de dag - of vóór 26 september zoeken ze informatie, waarbij nadrukkelijk opdrachten worden verstrekt uit verschillende zaakvakken. Allochtone leerlingen presenteren hun ' eigen' land en cultuur.
Voor wie?
Leerlingen. Voor de presentaties kunnen ook ouders worden uitgenodigd.
Wat heb ik nodig?
Verschillende soorten materiaal, computers, eventueel hulp van ouders, voorwerpen en foto's, hapjes uit verschillende landen.
Voorbereiding
h
Zoveel mogelijk leerlingen inschakelen om materiaal te verzamelen, zorgen dat collega's van de verschillende secties geschikte opdrachten verstrekken.
Hoe lang duurt het?
Een dagdeel of de hele dag.
v
24
LES VOOR DOCENTEN Activiteit en opzet
Voor wie?
Docenten krijgen les in andere dan de gangbare moderne vreemde talen. Leerlingen leren de docenten basiszinnen in talen als Turks, Arabisch, Russisch, Pools; afhankelijk van de afkomst van de leerlingen. Voor alle docenten. Leerlingen kunnen ook meedoen.
v Wat heb ik nodig?
Pennen, papier, lokalen.
Voorbereiding
Leerlingen bereiden korte lessen voor zodat docenten zich in eenvoudige situaties leren te redden. Talendocenten helpen daar zonodig bij.
Hoe lang duurt het?
Een lesuur per taal of per twee talen.
h
25
WAAROM TAAL? Activiteit en opzet
Zaakvakdocenten bewustmaken van het belang van taal en talenkennis. Presenteer toetsjes/oefeningen in verschillende talen op een aantal niveaus voor de verschillende vaardigheden (lezen, luisteren, schrijven, spreken: monoloog en dialoog).
Voor wie?
Voor collega-docenten die geen taal geven.
v Wat heb ik nodig?
Een aantal toetsen en luistertoetsen, wat invuloefeningen, geluidsapparatuur, et cetera.
Voorbereiding
h
Waarschijnlijk zijn voor de moderne vreemde talen bovenbouwtoetsen en -oefeningen heel goed te gebruiken. Vakantiesituaties kunnen worden toegevoegd: slaagt de leraar aardrijkskunde erin zijn auto te laten repareren in Frankrijk?
Hoe lang duurt het?
Een lesuur of een paar lesuren.
26
Activiteit en opzet
TALENVAKANTIEKRANT
Groepen leerlingen en eventueel docenten worden samengesteld per land waarnaar ze op vakantie zijn geweest. Zij gaan een presentatie voorbereiden over dat land en gaan op zoek naar sporen van dat land in de wijk, het dorp of de stad. Ze interviewen zoveel mogelijk mensen die uit het betreffende land afkomstig zijn of die daarmee te maken hebben, in de betreffende taal. Daarna wordt er hetzij een artikel geschreven voor een lokale krant, hetzij een speciale schoolkrant ‘Talenvakantie’ geproduceerd. Nodig een journalist uit voor tips.
Voor wie?
Leerlingen en docenten.
Wat heb ik nodig?
Weinig, bijvoorbeeld een fotocamera en geluidsopnameapparatuur, pen en papier.
Voorbereiding
h
Afhankelijk van de aanpak: uitnodigen van een journalist, verder het plannen van het drukken/kopiëren van een schoolkrant of vragen of er een artikel in de plaatselijke krant kan komen.
Hoe lang duurt het?
Minimaal een dagdeel.
v
27
!
VERTALEN MET DE COMPUTER
Activiteit en opzet
à
Probeer verschillende soorten tekst (een alinea uit het biologieboek, een verhaaltje, een gebruiksaanwijzing, een songtekst) te vertalen met behulp van diverse vertaalsites en cd-rom’s. Kijk naar de verschillende oplossingen en bediscussieer na afloop of vertalen met de computer werkt en voor welke tekst het wel/niet heeft gewerkt.
Voor wie?
In eerste instantie voor zaakvakdocenten, die vakspecifieke teksten gaan vertalen. Leerlingen kunnen ook meedoen!
Wat heb ik nodig?
Computers, adressen van vertaalsites, vertaal-cdrom's, te vertalen teksten.
Voorbereiding
Ruimte met computers reserveren, selecteren van vertaalsites, lenen of aanschaffen van cd-rom’s, zoeken van geschikte teksten.
v
h
Hoe lang duurt het?
Een paar uur.
28
# Activiteit en opzet
HOE WERKT DIT ?
Schaf bijvoorbeeld een eenvoudig bouwmodel aan per twee à drie leerlingen, of neem apparaten met de gebruiksaanwijzing in verschillende talen. Deel de leerlingen in groepjes in en laat ze aan de slag gaan. Variant: neem recepten mee in een andere taal en laat de leerlingen de gerechten bereiden.
Voor wie?
Leerlingen. Dit kan op alle niveaus.
Wat heb ik nodig?
Afhankelijk van de keuze: bouwmodellen, huishoudelijke apparaten, et cetera. Ingeval van recepten: keuken- en kookgerei, ingrediënten.
Voorbereiding
Vrij weinig, wat de apparaten betreft: leerlingen vragen die mee te brengen, mét gebruiksaanwijzing in diverse talen. Ingeval van recepten: schakel leerlingen in om de boodschappen te doen.
Hoe lang duurt het?
Een à twee lesuren, afhankelijk van de moeilijkheidsgraad.
v
h
29
2 Activiteit en opzet
VERHALEN VERTELLEN
Laat ouders en/of leerlingen volksverhalen, legendes of sprookjes vertellen in verschillende talen, in de bijbehorende sfeer. Ook leuk: laat leerlingen om beurten een stuk van een verhaal vertellen, steeds in een andere taal, dit kan ook een compleet nieuw verhaal zijn!
Voor wie?
Leerlingen en eventueel ouders.
Wat heb ik nodig?
Bereidwillige ouders, teksten van verhalen, ingeval van het bedenken van een nieuw verhaal zo goed als niets, woordenboeken zijn dan wel een must.
Voorbereiding
Contact opnemen met ouders (via leerlingen), zoeken naar teksten van verhalen, of een thema bedenken voor een nieuw te creëren verhaal.
Hoe lang duurt het?
Een à twee lesuren.
v
h
30
SCHRIJF EEN NIEUW ARTIKEL Activiteit en opzet
Verzamel inhoudelijk parallelle artikelen uit kranten in verschillende talen. Kijk naar de overeenkomsten en verschillen en probeer met behulp van al deze artikelen samen één verhaal te maken over de betreffende gebeurtenis in een andere taal. Maak met alle nieuwe artikelen een eigen meertalige krant.
Voor wie?
Leerlingen uit de bovenbouw.
Wat heb ik nodig?
Veel kranten in verschillende talen die door (een aantal) leerlingen redelijk beheerst worden. Woordenboeken.
Voorbereiding
Inkopen van kranten.
Hoe lang duurt het?
Een à twee lesuren of langer.
v
h
31
Activiteit en opzet
TALENDOMINO
Kies zes of meer talen en stel een basiswoordenlijst samen van 20 à 25 woorden. De lijst moet in iedere taal worden vertaald en de verkregen woorden moeten worden genoteerd op dominostenen. Er ontstaat op deze manier een spel met een ongekend aantal aansluitmogelijkheden. Woorden kunnen ook gekozen worden aan de hand van een bepaald thema.
Voor wie?
Onderbouwleerlingen.
Wat heb ik nodig?
Woordenboeken, karton en stiften, et cetera.
Voorbereiding
Selecteren van talen en woorden, aanschaffen van karton, et cetera.
v
h
Hoe lang duurt het?
Een à twee lesuren, daarna kan er gespeeld worden! Naast het dominospel kunnen eenvoudige kruiswoordpuzzels of andere woordspellen in vreemde talen worden aangeboden zodat er in groepjes gewerkt kan worden.
32
Activiteit en opzet
Voor wie?
v
PROBLEEM
Presenteer een probleem met betrekking tot een ander vakgebied dan taal, waarvoor de oplossing alleen gevonden kan/mag worden op anderstalige websites. Dit kan betrekking hebben op de cultuur van een ander land, de politiek, de flora en fauna et cetera. Voor alle leerlingen, afhankelijk van de taal en het niveau van het probleem.
Wat heb ik nodig?
Computers met internetaansluiting, vakliteratuur in verschillende talen.
Voorbereiding
Reserveren van ruimte met computers, verzinnen van een probleem: roep de hulp in van de zaakvakcollega’s.
Hoe lang duurt het?
Een lesuur of langer.
h
33
Activiteit en opzet
ONDERTITELING
Laat een (stukje van een) stomme film zien en laat de leerlingen tekst toevoegen in verschillende talen. Een variant is om een deel van een tv-programma in verschillende talen laten ondertitelen. Zorg ervoor dat de leerlingen rekening houden met de beperkte ruimte die er is voor ondertitels!
Voor wie?
Leerlingen van de bovenbouw.
Wat heb ik nodig?
Tv en videorecorder, woordenboeken.
Voorbereiding
h
Uitzoeken van een film of tv-programma, dit kan prima aan leerlingen worden overgelaten. In een ambitieuzere aanpak maken leerlingen hun eigen anderstalige film(pje).
Hoe lang duurt het?
Zeker twee lesuren.
v
34
EXPRESSIEVE LICHAAMSTAAL Activiteit en opzet
Laat leerlingen eerst zoeken naar gebaren/lichaamstaal zoals die in verschillende landen gebruikelijk zijn/is. Naast ‘gewone’ gebaren kan gedacht worden aan andere fysieke uitingen, zoals volksdansen of het uitbeelden van sporten. Eén leerling beeldt uit, de anderen raden om welk gebaar of welke activiteit het gaat, uit welk land.
Voor wie?
Voor de onderbouwleerlingen.
Wat heb ik nodig?
Er is bijna niets nodig voor de activiteit zelf.
Voorbereiding
h
Docenten en leerlingen zoeken naar gebaren/dansen e.d. uit verschillende landen. Leerlingen oefenen het nadoen ervan. Allochtone leerlingen zijn ongetwijfeld een geschikte bron van ideeën.
Hoe lang duurt het?
Een lesuur of langer.
v
35
É Activiteit en opzet
HOE RED IK ME HIERUIT?
Bedenk een – liefst dolkomische – ‘probleemsituatie’ die voor leerlingen herkenbaar is. Wijs leerlingen aan die in een rollenspel de situatie gaan naspelen, vanzelfsprekend in een andere taal dan het Nederlands. Ze mogen niet stoppen voordat de situatie gered is!
Voor wie?
Voor alle leerlingen, maar bovenbouwleerlingen kunnen zich waarschijnlijk beter redden dan onderbouwleerlingen.
Wat heb ik nodig?
Weinig, eventueel wat kleding en rekwisieten om het rollenspel aantrekkelijker te maken. Kaartjes waarop de verschillende situaties beschreven staan.
Voorbereiding
Het verzinnen en opschrijven van een aantal situaties.
Hoe lang duurt het?
Een à twee lesuren.
v
h
36
´
INTERNATIONAAL TWEE VOOR TWAALF
Activiteit en opzet
Dit wordt bij voorkeur gespeeld samen met een buitenlandse partnerschool, maar het kan ook met een Nederlandse school of met verschillende teams binnen een klas/school. Vragen kunnen uit verschillende spellen worden overgenomen, maar er zal dan wel vertaald moeten worden. Het eindwoord kan betrekking hebben op het betreffende land.
Voor wie?
Alle leerlingen.
Wat heb ik nodig?
Onontbeerlijk ingeval er met een partnerschool gewerkt wordt: computers met internetaansluiting. Kaarten met vragen, naslagwerken, stopwatch, prijzen.
Voorbereiding
h
Vrij veel, er moeten vragen bedacht/gezocht worden waarvan de beginletters van de antwoorden het eindwoord vormen, de kaarten moeten worden gemaakt en er moet eventueel afstemming plaatsvinden met een andere school.
Hoe lang duurt het?
Een à twee lesuren.
v
37
× Activiteit en opzet
BLAFFENDE HONDEN…
Neem als uitgangspunt een aantal Nederlandse spreekwoorden en gezegden en ga op zoek naar equivalenten in een aantal andere talen. Of maak een lijst met buitenlandse spreekwoorden en probeer, eventueel binnen de context van een verhaal, te bedenken wat die zouden kunnen betekenen en of er een gelijksoortig Nederlands spreekwoord bestaat.
Voor wie?
Voor alle leerlingen. Voor de onderbouw kan de lijst eventueel al tweetalig worden aangeboden zodat ze uitdrukkingen uit de twee lijsten kunnen koppelen.
Wat heb ik nodig?
Woordenboeken, computers met internetaansluiting, lijsten met spreekwoorden.
Voorbereiding
Samenstellen van een aantal lijsten met spreekwoorden in verschillende talen.
v
h
Hoe lang duurt het?
Een lesuur of langer.
38
á Activiteit en opzet
LIED en POËZIE
Zoek een aantal gedichten en/of liedjes en probeer de teksten te vertalen. Er kan ook worden gezocht naar teksten waar al vertalingen van bestaan. Zo bestaat het lied ‘I did it my way’ in vele talen, en hebben bijvoorbeeld de Fransen enorm veel popmuziek vertaald en laten zingen door Franse sterren. Welke veranderingen heeft de tekst ondergaan en kunnen daar redenen voor bedacht worden? Zouden leerlingen zelf een andere vertaling maken?
Voor wie?
Voor alle leerlingen, waarbij teksten moeten worden gezocht die aansluiten bij het niveau van de verschillende klassen.
Wat heb ik nodig?
Liedteksten, versjes, gedichten (er bestaan heel wat tweetalige poëziebundels!), computers met internetaansluiting.
Voorbereiding
Zoeken van teksten, een activiteit waaraan de leerlingen ongetwijfeld een grote bijdrage kunnen leveren.
Hoe lang duurt het?
Een of twee lesuren, afhankelijk van het aantal teksten, het aantal talen, et cetera.
v
h
39
¤ Activiteit en opzet
NETWERK VIDEOCONFERENTIE Leerlingen praten door middel van videoconferentie met leerlingen van andere scholen. Dit dient in de les grondig te worden voorbereid aan de hand van een thema. De klas kan worden verdeeld in groepen van ongeveer 10 leerlingen; een sessie duurt maximaal 10 minuten.
Voor wie?
Voor leerlingen uit alle klassen, waarbij de onderbouw waarschijnlijk meer begeleiding nodig zal hebben dan de bovenbouw.
Wat heb ik nodig?
Materiaal benodigd voor videoconferentie; dit is alleen haalbaar indien dit op school al aanwezig is en men met het materiaal weet om te gaan.
Voorbereiding
h
Vrij intensief. Tijdens de les moet een draaiboek worden voorbereid en er moeten partnerscholen worden gezocht. Leren hoe videoconferentie in zijn werk gaat. Als het materiaal op school aanwezig is, moet er iemand zijn die dit kan uitleggen.
Hoe lang duurt het?
Een lesuur, zonder de voorbereiding en afwerking.
v
40
Activiteit en opzet
Voor wie?
INTERNATIONAAL JOURNAAL Leerlingen maken een televisiejournaal met anderstalige items van een minuut of drie over een situatie in hun thuisland of een land naar keuze. Er kan natuurlijk ook een heel journaal per land worden gemaakt, of een schooljournaal in verschillende talen. Gedacht kan worden aan Nederlandse ondertiteling, of, makkelijker te realiseren én beter; simultaanvertaling door een leerling. Zo luister je in eerste instantie zonder afleiding naar de vreemde taal. Alle leerlingen.
v Wat heb ik nodig?
Een camcorder, een videoband, videorecorder, televisie, eventueel kostuums voor de presentatoren, een decor waarin het journaal gefilmd kan worden.
Voorbereiding
Indelen van leerlingen in verschillende ‘taalgroepjes’. De leerlingen gaan vervolgens op zoek naar items over het betreffende land en werken hun idee uit.
Hoe lang duurt het?
Het journaal zelf duurt een minuut of twintig, de voorbereiding en het filmen zullen naar schatting samen zeker een dagdeel duren.
h
41
. Activiteit en opzet
Voor wie?
v
MAKE-OVER VAN DE SCHOOL Verander het uiterlijk van de school: zorg ervoor dat alle opschriften en aankondigingen in de school er in zoveel mogelijk verschillende talen komen te hangen, in ieder geval in alle talen die binnen de school door leerlingen vertegenwoordigd worden. Leerlingen leiden medeleerlingen door de school en lezen de opschriften in diverse talen voor, anderen raden welke taal het is. Idealiter worden de intercomberichten ook in verschillende talen uitgesproken en verstaat de kantinejuffrouw op 26 september alles behalve Nederlands. Je kunt leerlingen ook een lijst geven: ga naar de…en dan volgt een Turks woord; ze moeten dan binnen de school zoeken wat dat woord kan betekenen, of hulp inroepen van medeleerlingen. Voor alle leerlingen, voor de bovenbouw kunnen de mededelingen gecompliceerder zijn.
Wat heb ik nodig?
Kartonnen borden om de nieuwe opschriften op te schrijven, tekst voor degene die de intercom bedient en een overzicht met standaardzinnen in verschillende talen voor de kantinejuffrouw.
Voorbereiding
Vertalen van alle mogelijke mededelingen. Laat de leerlingen dit doen in één van de lessen voorafgaand aan 26 september; ook de borden dienen vooraf te worden gemaakt. Op de dag zelf of de middag ervóór hoeven dan alleen de borden nog te worden opgehangen.
h
Hoe lang duurt het?
De hele dag door.
42
d Activiteit en opzet
MODESHOW IN DE PAUZE
Organiseer een modeshow met bijvoorbeeld klederdracht of ‘gewone kleding’ uit diverse landen (je kunt dus ook ‘de typische Française’ laten langstrippelen) met daarbij muziek en commentaar in de diverse talen.
Voor wie?
Voor leerlingen, als pauzenummer.
Wat heb ik nodig?
Een catwalk in de aula, stereo-installatie, microfoon, eventueel spotlights, kleding, presentator(en), modellen.
v
Voorbereiding
Relatief veel voorbereiding, die echter door de leerlingen kan worden uitgevoerd.
Hoe lang duurt het?
De activiteit zelf een lesuur, of twee.
h
43
Y Activiteit en opzet
STANDAARDSITUATIES
Hoe red ik me in een ander land? Hoe neem ik de bus, waar vind ik een apotheek en hoe leg ik daar uit wat er aan de hand is, hoe voer ik een telefoongesprek? Dit alles kan van pas komen tijdens een werkweek, vakantie of een uitwisseling. Neem de gesprekjes op video op om ze later aan de hele klas te laten zien zodat iedereen ervan kan leren.
Voor wie?
Voor leerlingen.
Wat heb ik nodig?
Voorbeelden van situaties, standaardzinnen in de vreemde talen, één expert (liefst een leerling, maar een docent of ouder kan ook) in de vreemde taal.
Voorbereiding
Uitschrijven van situaties, dit kan worden gedaan tijdens een les vóór 26 september.
v
h
Hoe lang duurt het?
Een lesuur of langer.
44
) Activiteit en opzet
Voor wie?
v
BEROEPSSITUATIES
Leerlingen gaan de stad in en vragen bij bedrijven naar het gebruik van vreemde talen. Welke talen worden gebruikt, waarvoor worden die talen gebruikt? Wat voor opleiding hebben de mensen die in die vreemde talen werken en wat voor cursussen kunnen ze eventueel nog volgen? Zijn er wel eens misverstanden ontstaan door een taalprobleem? Door wie laten bedrijven hun stukken vertalen? Vraag naar voorbeelden. Leerlingen, die idealiter tot de conclusie komen dat talenkennis onmisbaar is in de werkomgeving.
Wat heb ik nodig?
Een overzicht van bedrijven met internationale contacten, afspraken bij bedrijven, een lijst met relevante vragen.
Voorbereiding
Bellen en/of mailen naar bedrijven om een afspraak te maken; bij sommige bedrijven kun je misschien zo naar binnen lopen, het opstellen van een vragenlijst.
Hoe lang duurt het?
De uitvoering duurt ongeveer een dagdeel.
h
45
TAALPORTFOLIO Activiteit en opzet
Voor wie?
Ga naar www.taalportfolio.nl en kijk eens naar een taalportfolio. Met een taalportfolio kun je een inventaris maken van wat je kunt in een vreemde taal. Hierdoor kom je er ook achter wat je nog zou kunnen/willen leren. Zoals je zult zien zijn nog niet alle taalportfolio’s helemaal klaar. Probeer er toch eens één in te vullen en kijk daarna of iedereen in de klas er ongeveer hetzelfde voorstaat in de talen die op school worden aangeboden. Alle leerlingen.
v Wat heb ik nodig?
Computers met internetaansluiting, en waarschijnlijk moet de docent enige begeleiding geven.
Voorbereiding
De docent kijkt vast eens op de site om te zien hoe de taalportfolio werkt.
Hoe lang duurt het?
Eén à twee lesuren.
h
46
☺ Activiteit en opzet
TAALERVARINGEN
Leerlingen interviewen hun medeleerlingen en vragen hen naar ervaringen in andere talen. Vraag naar misverstanden, grappen, schelden, contact maken, wat lukte wél, wat helemaal niet. Wat kunnen hun ouders wel/niet in Nederland (voor allochtone leerlingen) en op vakantie (voor Nederlandse leerlingen) en waarbij helpen zij dan? Neem dit bij voorkeur op video op en/of maak er een boekje van.
Voor wie?
Alle leerlingen.
Wat heb ik nodig?
Camcorder met cassette, materiaal voor een boekje, computer.
Voorbereiding
h
Kondig van tevoren aan dat hiernaar gevraagd zal worden, zodat leerlingen kunnen nadenken over hun ervaringen. Regelen van een camcorder en het andere benodigde materiaal.
Hoe lang duurt het?
Ongeveer een dagdeel.
v
47
T Activiteit en opzet
TAAL EN EFFECT
Zaakvakdocenten en mensen uit de praktijk (bedrijf of instelling) spreken van het effect van taalgebruik: op wat voor manier begroet je je vrienden, je schoonouders, je baas, een advocaat – woordgebruik, zinsvorming – en wat voor effect heeft dat? Je kunt ook denken aan het geven van voorbeelden: je wordt op drie manieren ontslagen, welke manier is het meest acceptabel? Je probeert iets te verkopen, met welke taaluiting ben je succesvol? Hoe weet je zeker dat een afspraak goed gemaakt is?
Voor wie?
Voor alle leerlingen.
Wat heb ik nodig?
Een vragenlijst aan de hand van een thema, bijvoorbeeld ict, welzijn, marketing, et cetera.
Voorbereiding
Het bepalen van een thema in samenspraak met een vakdocent, het opstellen van een vragenlijst, het formuleren van mogelijke antwoorden.
Hoe lang duurt het?
Een dagdeel.
v
h
48
x Activiteit en opzet
HINTS
Maak kaartjes in de categorieën Wie?, Wat?, Waar?, Wanneer?, Hoe? in verschillende talen met daarop een korte omschrijving. Maak stapeltjes per categorie. Groepjes leerlingen pakken van ieder stapeltje een kaartje – waarschijnlijk dus kaartjes in verschillende talen –, zij combineren de woorden, bedenken daar een situatie of een korte gebeurtenis bij en beelden die uit.
Voor wie?
Alle leerlingen.
Wat heb ik nodig?
Heel veel kaartjes met uiteenlopende omschrijvingen in zoveel mogelijk talen. Zorg ervoor dat op de kaartjes veel typische kenmerken (Waar? : bijvoorbeeld op de Eiffeltoren) voorkomen.
v
Voorbereiding
h
Schrijven van de kaartjes, dit kan een leuke lesbesteding zijn vóór 26 september, leerlingen kunnen dit ook thuis voorbereiden, en ook de verschillende talendocenten kunnen bijspringen.
Hoe lang duurt het?
Het spel duurt één à twee lesuren.
49
BOTSENDE MENINGEN – HET LAGERHUIS of MINIPARLEMENT
Activiteit en opzet
Organiseer, net als in het bekende tv-programma, een debat waarbij de verschillende leerlingen verschillende landen vertegenwoordigen. Kies ongeveer ieder kwartier een andere taal en bediscussieer een situatie in het betreffende land.
Voor wie?
Leerlingen uit de bovenbouw.
Wat heb ik nodig?
Een geschikte ruimte, een lijst met onderwerpen, woordenboeken, groepjes leerlingen met woordvoerders die zich in verschillende talen redelijk kunnen uitdrukken.
Voorbereiding
In de klas vast groepen indelen, het eens worden over een aantal landen en thema’s.
Hoe lang duurt het?
Een dagdeel.
v
h
50
½ Activiteit en opzet
THEMADAG
De hele school houdt zich een dag lang bezig met bijvoorbeeld een verhaal van Roald Dahl, of met Harry Potter. Alle vakken worden bijvoorbeeld in het Engels gegeven en docenten halen een aspect uit het verhaal dat betrekking heeft op hun vak en borduren daarop voort.
Voor wie?
Met name voor de onderbouw.
Wat heb ik nodig?
Een verhaal dat als thema kan dienen, materiaal ter illustratie, informatie over het betreffende thema.
Voorbereiding
Dit vereist heel wat research omdat een hele (of halve) dag moet worden gevuld.
Hoe lang duurt het?
Hele of halve dag.
v
h
51
E Activiteit en opzet
CULTURELE VERSCHILLEN Ga op zoek, bijvoorbeeld op www.executiveplanet.nl naar verschillende gewoontes in verschillende landen: wat voor bloemen neem je mee bij een bezoek, hoe spreek je je docenten aan, hoe ga je naar je werk, ga je spontaan bij iemand op visite of niet, hoe laat wordt er gegeten en wat voor soort maaltijd is het? Houd een presentatie in de klas, in de betreffende taal, en vergelijk dit met je eigen gewoonten.
Voor wie?
Voor alle leerlingen.
Wat heb ik nodig?
Computers met internetaansluiting, naslagwerken, ouders en leerlingen uit andere landen.
v
Voorbereiding
Er hoeft niet veel te worden voorbereid: leerlingen kunnen al eerder beginnen met zoeken, maar dit is geen absolute voorwaarde.
Hoe lang duurt het?
Eén à twee lesuren.
h
52
q
INVENTARISATIE INTERNATIONALISERING
Activiteit en opzet
Maak een overzicht van alle nationaliteiten die op school aanwezig zijn, een overzicht van alle activiteiten die plaatsvinden in samenwerking met scholen uit andere landen, welke studiebezoeken en/of uitwisselingen er worden georganiseerd naar het buitenland, welke talen er worden gegeven op school. Noteer of jullie wel eens een taalassistent in de klas hebben gehad, of docenten wel eens taalstages volgen, wat voor materiaal (boeken, cd-roms, folders) er op school aanwezig is in andere talen. En: wat zou je graag willen dat de school organiseert? Kijk ter inspiratie ook eens op www.europeesplatform.nl
Voor wie?
Alle leerlingen.
Wat heb ik nodig?
Medewerking van iedereen op school, bereidheid tot uitleg bij en het verlenen van inzage in projectverslagen, et cetera.
Voorbereiding
Iedereen op de hoogte stellen, leerlingen ideeën aanreiken met betrekking tot onderwerpen of projecten waar ze naar kunnen vragen.
Hoe lang duurt het?
Een halve dag.
v
h
53
j Activiteit en opzet
Voor wie?
AFSLUITING: FEEST!
Organiseer een feest met muziek in de meest uiteenlopende talen, dansworkshops (salsa, klompendans, buikdansen) en hapjes uit allerlei landen. Voor iedereen!
v Wat heb ik nodig?
Ruimte, slingers, vlaggen, dj, stereo-installatie, cd’s, hapjes, voordansers, et cetera.
Voorbereiding
Dit vereist een gedegen organisatie.
Hoe lang duurt het?
Tot het schoolalarm afgaat…
h
54
Tot volgend jaar! Wij hopen dat de Dag van de Talen wederom geslaagd is geweest, en dat iedereen zo langzamerhand overtuigd raakt van het feit dat Talen tellen! Talen = internationalisering = de toekomst, zo luidt de leus op de poster van dit jaar. En in die toekomst zal er ieder jaar een Dag van de Talen zijn. Laten we daar samen een blijvend succes van maken! Met andere woorden: denk vast na over 26 september 2003… ideeën voor volgend jaar zijn meer dan welkom bij het Europees Platform. Tot ziens op de volgende Dag van de Talen: vrijdag 26 september 2003 en bedankt voor de enthousiaste deelname! Susanne van de Koevering, Katinka van Vuure LinguaCentrum/Europees Platform
55
Ideeënboekje
26 September Dag van de2002 Talen n = in e l a t =t
ing = ser
tional a n i er
e an d gv Europese Da
de
Talen 2 00 2
Talen tellen! wordt gecoördineerd door het LinguaCentrum van het Europees Platform voor het Nederlandse Onderwijs. Voor informatie over het project kunt u contact opnemen met het Europees Platform: Nassauplein 8 1815 GM Alkmaar telefoon (072) 511 85 02 fax (072) 515 12 21
[email protected] www.linguacentrum.europeesplatform.nl
©Europees Platform 2002
e Talen 20 an d 02 v g Europese Da
st
n e l Ta en! l l e t
m o toek