Leven van de Bron Kerk-zijn in het begin van de 21e eeuw aan de oevers van de Eem
Parochieel beleidsplan RK. Parochie ‘Naam’ i.o. 2009-2016
081110 – versie 3.1c (Voorwoord door de voorzitter van de stuurgroep bij de definitieve versie)
1
Voorwoord U zult de Heer uw God liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. (Mat 22, 37 ‐ 39) Deze woorden van Jezus zijn het motto van het parochieel beleidsplan van parochie ‘Naam’ i.o. Met dit vers plaatst Jezus zich in het hart van het Rabbijnse Jodendom van zijn tijd en zijn volk. Het is voor Jezus een oude spreuk, ongeveer 1300 jaar oud en terug te voeren op zijn beroemde voorvader Mozes (Deut 6,5 en Lev. 19,18). Door dit vers als motto te kiezen willen wij ons voegen in een lange rij van mensen die door de eeuwen heen zijn geraakt door de liefde van God en daarop niet anders willen dan antwoorden in liefde voor Hem, de medemens en de wereld. Er zijn veel vragen aan dit vers gesteld om de bedoeling beter te begrijpen. Waarom staat er met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand? De opsomming vertelt ons dat we God dienen lief te hebben met heel onze persoon en met alles wat we bezitten aan talent en gebrek. Daar moeten we het mee doen, iets anders is er niet. Een andere vraag luidt: het vers begint en eindigt met ‘U’; is de eerste ‘U’ waarvan sprake is een andere dan de laatste ‘U’ (uzelf)? Het antwoord is ‘ja’ want de ‘U’ aan het einde van het vers is veranderd door het liefhebben van God, de naaste en zichzelf. Het is deze verandering van onszelf en de wereld die we beogen. We zijn bevoorrechte mensen door het leven dat we mogen leiden in het welvarende Nederland. Dat wil niet zeggen dat er ook in onze samenleving niet veel is dat zorgen baart en onze aandacht vraagt. Wereldwijd worstelen we met hardnekkige problemen als armoede, honger en oorlog. Het wil ook niet zeggen dat in onze samenleving mensen niet hartstochtelijk op zoek zijn naar de zin van hun bestaan. Het is de liefde van God die ons steeds beroert en oproept niet tevreden te zijn met onszelf en de wereld. We leven onder de belofte dat het de moeite waard is ons in te spannen voor een zinvolle, zorgzame en rechtvaardige wereld, dichtbij en ver weg. Onder die belofte worden we tot op vandaag bijeengeroepen, vanuit de wetenschap dat wat wij bieden aan liefdevolle zorg aan elkaar en aan onze naaste, wij uiteindelijk aan God bieden. Mensendienst is ultieme Godsdienst: Dat wat u aan de minste der mijnen hebt gedaan, hebt u aan Mij gedaan (Mat 25,40). De projectgroep Binnenstebuiten André van Boven Henk Brussel Wim de Grefte Jacques van de Pas Aimée Rijlaarsdam‐Coerwinkel Arie van de Wiel
2
1. Inleiding – met het oog op een vitale toekomst In 2006 zijn de 7 katholieke parochies van Amersfoort 1 een proces gestart om te komen tot een intensieve samenwerking. Op 24 januari 2008 is dat bekrachtigd met het tekenen van een samenwerkingsovereenkomst. Het parochieel beleidsplan dat u nu in handen heeft wil aan die samenwerking inhoud en richting geven. Verschillende impulsen hebben bijgedragen aan het tot stand komen van de samenwerking. Om te beginnen heeft het aartsbisdom Utrecht zelf in 2001 een ambitieus beleidsplan aangenomen. Dat plan bestaat uit twee belangrijke pijlers. Ten eerste, van parochies wordt gevraagd samenwerkingsverbanden te vormen met naburige parochies. In zo’n verband is een pastoraal team verantwoordelijk voor het pastoraat. Vanwege de complexe vragen van deze tijd is aan pastores gevraagd zich te specialiseren in een bepaald aspect van het pastoraat. Niemand kan meer alles, van solist is de professional teamspeler geworden. Ten tweede, parochies en pastorale teams is nadrukkelijk gevraagd meer aandacht te besteden aan die leden en groepen waar doorgaans geen of spaarzaam contact mee is. Missionair pastoraat zijn we dat gaan noemen. Een paar overwegingen spelen daarbij een rol: • De katholieke kerk in Amersfoort zal verder krimpen. Voor 2007 geeft het bevolkingsonderzoek naar Religie en geloofsbeleving aan dat 17% van de bevolking katholiek is, d.i. bij 139.065 bewoners 23.630 katholieken. Uit de Kaski‐cijfers die opgebouwd zijn uit de gegevens van onze eigen ledenadministratie zijn er in 2007 nog 18.241 ( in vgl. met 2006 een daling van – 237) parochianen (d.i. ong. 13,1 %). De cijfers van de gemeente Amersfoort geven een te rooskleurig beeld. Onderzoek naar de ontwikkeling van kerkelijkheid stelt dat in 2004 gemiddeld nog 15,5% van de burgers in ons land katholiek is en dat dit zal dalen naar 9,6% in 2020. De gegevens die we van Amersfoort hebben komen met deze trend overeen. Voor Amersfoort betekent dat een verdere krimp van 18.241 (in 2007) naar ongeveer 12.000 parochianen (in 2020), en van 1483 kerkbezoekers (in 2007, in vgl. met 2006 een lichte stijging van +85) naar 870 kerkbezoekers (in 2020). Hoewel dit soort cijfers slechts een indicatie geven is de trend over meerdere jaren gezien onmiskenbaar (zie bijlage 3, fig. 1 en 2 ). • Gevolg hiervan is o.a. dat het beroep op traditioneel pastoraat verder zal teruglopen (zie bijlage 3, fig. 3). Moderne mensen zijn niet persé ongeloviger maar herkennen zich niet langer of niet helemaal in het traditionele aanbod van de lokale parochies. • De opbouw van onze geloofsgemeenschappen via onze kinderen stokt. Ongeveer de helft van het aantal gedoopte kinderen laat zich nog vormen (zie bijlage 3, figuur 3). Het vormsel wordt door de meeste tieners (en hun ouders) gezien als een voorlopig eindpunt van hun religieuze ‘loopbaan’. Dit heeft tot gevolg dat de aanwas van jongeren van onderop stagneert en de gemeenschap krimpt en vergrijst. Dit proces is al vele jaren aan de gang, maar de effecten worden steeds scherper voelbaar. De dragende generatie van onze gemeenschappen leeft met het besef dat hun logische opvolgers ontbreken. Dat baart zorg en stemt tot nadenken. • Uit onderzoek is bekend dat pastores 90% van hun tijd besteden aan 10 % van de leden. De opdracht tot het ontwikkelen van missionair pastoraat spoort pastores en parochies aan deze verdeling evenwichtiger te maken, ten gunste van leden en groepen die nu nauwelijks bereikt worden. Deze verschuiving moet mogelijk worden doordat a) de traditionele vraag vermindert en b) geschoolde parochianen meer verantwoordelijkheid gaan dragen. In 2007 is door het aartsbisdom een volgende stap gezet in deze beleidslijn. Alle parochieverbanden is gevraagd zich samen te voegen tot een nieuwe parochie voor 1 januari 2010. Belangrijkste motief hiervoor is het creëren van een heldere, eenvoudige bestuurlijke structuur aan de basis waardoor de 1
Tot de gemeente Amersfoort behoren ook de dorpen Hoogland en Hooglanderveen. Tot het werkgebied van de parochie ‘Naam’ i.o. behoort ook de gemeente Bunschoten‐Spakenburg. Daarnaast heeft de St. Franciscus Xaverius‐parochie een grote regionale uitstraling.; de helft van haar leden komt uit de regio (o.a. Nijkerk). Als we in het beleidsplan Amersfoort gebruiken, dient deze aanvulling meegelezen te worden.
3
pastorale vernieuwing alle kans van slagen kan krijgen. Aan de kant van het bisdom speelt o.a. het versimpelen van de organisatiestructuur met het oog op het terugdringen van de kosten en het beter kunnen bedienen van de lokale gemeenschappen. Dit parochieel beleidsplan vormt de basis voor de verdere ontwikkeling van de parochie ‘Naam’ i.o. (zie bijlage 1 voor een voorstel voor een passende naam) voor de stad Amersfoort. Het bovenstaande wekt misschien de indruk dat de noodzaak tot verandering en vernieuwing alleen in de kerken zelf ligt. Niets is minder waar. De moderne samenleving is volop in beweging. We moeten concurreren met een ruim aanbod aan zingeving, cultuur en maatschappelijke inzet , dat zich vaak bedient van moderne presentatie, gesprekstechnieken en communicatiemiddelen. We zijn niet zo gewend de kerk in de markt te zetten. We hebben ons lang niet hoeven bekommeren over de vraag of we als kerk wel voldoende zichtbaar, eigentijds en aantrekkelijk waren. In allerlei maatschappelijke debatten ontbreekt de laatste jaren de stem van de kerken. We zijn terrein kwijt geraakt waar we vroeger vanzelfsprekend en dominant optraden. Hoewel sommigen van ons misschien heimelijk naar die tijd terug verlangen, kan dat niet de bedoeling zijn, sterker nog, die ruimte zullen de kerken ook niet krijgen. Wel zijn er maatschappelijke partijen die verwachtingsvol kijken waar wij blijven met onze stem en bijdrage. We dienen ons opnieuw een positie te verwerven in de pluriforme en multireligieuze samenleving van vandaag. Met het oog op een vitale toekomst voor de katholieke kerk in Amersfoort is het zaak aansluiting te vinden bij de samenleving van nu, bij mensen van nu en hun vragen naar de zin van hun persoonlijke leven en het samenleven met elkaar. Daarin zien wij, de gemeenschappen van parochie ‘Naam’ i.o. een uitdagende opdracht. Het leven van Jezus Christus is daarbij onze grootste inspiratiebron. Samenvattend We realiseren ons dat de instroom van jonge mensen van onderop stokt, met als gevolg dat de lokale gemeenschappen krimpen en vergrijzen. Dat maakt onze gemeenschappen kwetsbaar. Met de samenvoeging van onze parochies streven we na dat de nieuwe parochie ‘Naam’ i.o beter in staat is de voortgang van het ons vertrouwde pastoraat veilig te stellen. We denken zo ook een manier gevonden te hebben om krachten te bundelen voor een aantrekkelijke en betekenisvolle aanwezigheid in de Amersfoortse samenleving. We menen dat daar een wervingskracht vanuit gaat die zal leiden tot nieuwe vormen van verbondenheid en gemeenschap, waarin Gods liefde onder ons mag wonen.
4
2. Onze missie In dit hoofdstuk willen we antwoord geven op de vraag: wie zijn we? In een missie formuleert een organisatie zijn bestaansgrond, de oeropdracht waarvoor zij is opgericht. 2.1 Missie Wij zijn katholieke christenen in Amersfoort. Dat is kort en bondig geformuleerd, maar helaas roept dat niet bij iedereen hetzelfde en/of evenveel op, zodat we zouden kunnen weten wie we zijn en met welke opdracht we in de wereld staan. Voordat gevraagd wordt naar wat een organisatie kan of doet, wordt gevraagd wie ze is, wat is haar identiteit? Nu zijn er in de Bijbel vele verhalen die bouwstenen aanreiken voor het beschrijven van onze identiteit. Onze missie is al eeuwenoud en algemeen geformuleerd kunnen we zeggen dat een christelijke geloofsgemeenschap zich weet samengeroepen door het appel van Jezus van Nazareth om de boodschap van het Rijk Gods aan te zeggen aan ieder die het horen wil. Door te doen wat Jezus heeft gezegd (samenleven en dienen) en te zeggen wat hij heeft gedaan (vieren en leren) proberen christenen met hoofd, hart en handen niet alleen God te eren maar ook in het hier en nu iets van het Koninkrijk te realiseren. Dit is niet alleen van belang voor de leden binnen de kring, maar strekt zich ook uit naar mensen die nog niet van de bevrijdende boodschap van het Evangelie hebben gehoord. Katholieken zetten daarin hun eigen accenten; in hun sacramenten, in de liturgie, in de relatie met Rome, in hun leer, om maar een paar punten te noemen. De parochies in Amersfoort hebben zich de afgelopen jaren steeds meer teruggetrokken op het eigen erf. Daarmee dreigt het leven van de geloofsgemeenschap te verengen tot overleven. Met deze trend willen we breken. We zijn er van overtuigd dat de vitaliteit van onze gemeenschappen toeneemt naarmate we in staat zijn de samenleving met open vizier tegemoet te treden en er te zijn voor mensen die een beroep op ons doen. De zeven parochies treden de Amersfoortse samenleving tegemoet onder één naam: ‘Naam’. Met de keuze voor deze nieuwe en o zo vertrouwde naam maken we kenbaar dat we ons verbinden met de geschiedenis van kerk en geloof aan de oevers van de Eem. De locaties van de nieuwe parochie i.o. blijven onder hun eigen naam bekend. Wat in de 11e eeuw is begonnen zetten wij in de 21e eeuw op onze eigen manier voort. Maria inspireert ons tot op vandaag als eerste onder de gelovigen. Samenvattend luidt onze missie : 1. Parochie ‘Naam’ i.o. nodigt mensen uit te leven in verbondenheid met God, met elkaar en met de wereld. 2. Parochie ‘Naam’ i.o. zoekt samen met mensen naar zin en levensvervulling. 3. Parochie ‘Naam’ i.o. is er voor mensen die in hun lijden en nood een beroep op haar doen.
5
3. Visie In dit hoofdstuk beschrijven we op eigentijdse wijze ons visioen van een vitale kerk. Vervolgens plaatsen we onze kerkvisie in de maatschappelijke context van Amersfoort. We kijken we naar de talenten en beperkingen van onze lokale geloofsgemeenschappen. Tot slot stellen we vast tot welke pastorale speerpunten dit ons brengt. 3.1 Een vitale RK. Parochie in Amersfoort Er is een prachtige uitspraak van de onlangs overleden pater J. van Kilsdonk waarvan de strekking is dat het moeilijke van de Evangeliën is dat zij een ieder in herinnering brengt dat God niet zozeer moet worden besproken, maar dat Hij moet worden gedáán. Deze prikkelende gedachte zou ons meteen tot actie kunnen verleiden. Maar dan zouden we voorbij gaan aan de vraag wat voor kerk we willen zijn als we op weg gaan missionaire geloofsgemeenschap te worden. Onze kerkvisie steunt op een viertal kernwaarden, waarin wij kenbaar maken wie wij zijn en hoe wij onze missie verstaan: aanwezig, gastvrij, dienstbaar en aandachtig. We lichten deze kernbegrippen toe. 3.1.1 Aanwezig Al eerder hebben we erkend dat we de afgelopen jaren gefocust zijn geraakt op overleven, en daarmee gericht zijn geraakt op onszelf. Het effect daarvan is dat we onzichtbaar zijn geworden. Hoe logisch en verklaarbaar ook, met deze trend willen we breken. We willen er voor mensen zijn, nabij en betekenisvol, binnen en buiten onze gemeenschappen. We willen onze kinderen een christelijke levensstijl voorleven. We willen beter zichtbaar zijn in de Amersfoortse samenleving, want kerkgebouwen alleen zijn daarvoor niet genoeg. Mensen die ons zoeken, moeten ons kunnen vinden in de stad en op herkenbare plaatsen in de wijk, op internet, in de geschreven pers of per telefoon. We willen zelf eerste stappen zetten en niet afwachten tot mensen naar ons toe komen. Mensen kunnen zien wat ze aan ons hebben: een betrouwbare bondgenoot die bereid is met hen op weg te gaan. Daarom is het belangrijk dat wij op het spoor komen van wat er leeft in de wijken van de stad. Uit die kennis kunnen belangrijke oriëntaties komen voor missionaire initiatieven. In die lijn is het ook belangrijk dat we als parochie ‘Naam’ i.o. onderdeel gaan uitmaken van een stedelijk netwerk van kerkelijke en maatschappelijke organisaties en overheden die het beste met de mensen en de stad voor hebben. 3.1.2 Gastvrij In een samenleving waarin veel contacten tussen mensen vaak vluchtig en doelgericht zijn, willen wij als kerk juist ruimte maken voor ontmoeting en tijd. We willen ruimte maken voor elkaar, en voor wat ons overkomt en beweegt. We zien dat voor ons tijdens een doordeweekse inloop in de buurt, in kleine of grotere kring, door samen te koken en te eten of een uitstapje te maken. We willen gastvrije plekken bieden waar mensen bij elkaar en bij het Evangelie op verhaal kunnen komen. We weten heel goed dat gastvrijheid een hele kunst is. Met gelijken uit de eigen kring is het makkelijk vertoeven, maar omgaan met gemeenschappen die anders zijn dan de jouwe of de onze, en omgaan met mensen die anders zijn dan jij en je groep, daar komt veel geduld en energie bij kijken. Maar uit eigen ervaring weten we ook heel goed, dat als het lukt, dat als het klikt en er echt contact is, dat dit momenten zijn om nooit te vergeten. Dan zijn we zout van de aarde en komt het licht onder de korenmaat vandaan. 3.1.3 Dienstbaar De christelijke beweging heeft vanaf het begin speciale aandacht gehad voor hen die kwetsbaar en hulpbehoevend zijn, die naar de marge van wereld en maatschappij worden geduwd als nutteloos en overbodig. Elke generatie gelovigen, heeft de opdracht te onderzoeken wie en wat kwetsbaar is in zijn tijd en zich af te vragen of en zo ja hoe je er dan kunt zijn voor de ander. Ook de parochie ‘Naam’ i.o heeft deze opdracht. Wij zijn dienstbaar aan kwetsbare mensen. In elke tijd en maatschappij horen daar andere gezichten bij. Wij zoeken naar wat verloren dreigt te gaan. We luisteren naar wie niet gehoord wordt. We helpen waar geen helper is. We maken los wat hopeloos dreigt vast te lopen. Dat doen we niet voor onszelf, voor eigen eer en glorie. We doen dit om het leven, zoals wij denken dat God het bedoeld heeft alle kans te geven.
6
3.1.4 Aandachtig Er is zoveel te doen en er zijn nooit genoeg werkers in de wijngaard. We willen zichtbaar, gastvrij en dienstbaar zijn aan mens en maatschappij. Dat betekent een hele omslag in denken en doen voor de geloofsgemeenschappen van de parochie ‘Naam’ i.o.. We willen in beweging komen voor een missionaire kerk, maar we mogen elkaar niet overvragen of verloren gaan in blind activisme. Daarom is een vierde kernwoord onmisbaar: aandacht. In alles wat we ons voornemen en wat we doen nemen we tijd voor bezinning, voor feest en ontspanning, voor dankzegging aan God. Aandacht heeft zijn eigen tempo, het is onthaast, het is attent en geconcentreerd, nabij zijn. We willen elkaar vasthouden, als mensen en gemeenschappen. We willen geïnspireerd worden door de woorden van Jezus, inspiratie‐ en levensbron bij uitstek. Aandacht helpt ons te zien wat moet worden gezien. Aandacht maakt stil waar woorden tekort schieten. Aandacht maakt liefde voor God, onszelf en de ander mogelijk. Samenvattend De parochie ‘Naam’ i.o. wil zich in haar kerk‐zijn laten leiden door vier kernwaarden, te weten: zichtbaar, gastvrij, dienstbaar en aandachtig. Het zijn ijkpunten voor al ons doen en laten. De kernwaarden doordesemen onze gemeenschappen en ons pastoraat. We zijn aanwezig in stad en buurt. We zijn er, open, ontvankelijk en nabij. Vanuit die gelovige grondhouding willen we betekenisvol kerk‐zijn in de stad Amersfoort en omstreken aan het begin van de 21e eeuw.
7
3.2 Amersfoort In 2009 viert Amersfoort haar 750‐jarig bestaan. Van een knooppunt van handelsroutes aan de oevers van de rivier de Eem is Amersfoort in 1000 jaar uitgegroeid tot een middelgrote stad met ca. 140.000 inwoners (zie bijlage 2 – de ontstaansgeschiedenis van de stad). Doordat Amersfoort een groeistad‐status heeft is de stad de laatste decennia uitgegroeid tot een gevarieerde stad. Een historisch hart, in het zuid‐westen omringd door vooroorlogse woonwijken, in het noorden en oosten een gordel van jaren ‘60‐ en ‘70 woonwijken. Boven deze gordel recentere nieuwbouwwijken, die de 2 oude dorpskernen Hoogland en Hooglanderveen insluiten. De afzonderlijke wijken laten grote verschillen zien in samenstelling, inkomen, leeftijdsopbouw, etc. Doordat de stad zo in ontwikkeling is volgt de gemeente nauwkeurig hoe de burgers de leefbaarheid en de veiligheid in de eigen buurt en de stad ervaren. De staat van Amersfoort Een belangrijke bron om een beeld te schetsen van het maatschappelijk leven in de stad Amersfoort is het tweejaarlijkse onderzoek dat de gemeente verricht naar leefbaarheid en veiligheid in de stad, onder de titel ‘De staat van de stad’ (laatste versie 2007). Andere bronnen zijn ‘Amersfoort in cijfers’ (2007) en ‘Religie en geloofsbeleving’ (stadspeiling 2007). Bewoners waarderen de stad met een 7,2. Dit cijfer stijgt langzaam sinds 2003. De verbetering komt door de vele nieuwbouw‐ en verbeterprojecten in en rond het centrum, en de activiteiten en festivals. De gemeente vraagt aan haar burgers • hoe zij hun woning waarderen • wat zij van de sociale samenhang in hun wijk vinden • wat de belangrijkste buurtproblemen zijn • hoe zij de (gemeentelijke) voorzieningen waarderen • wat zij van de openbare ruimte vinden • hoe veilig de leefomgeving wordt gevonden. Voor het ontwikkelen van pastoraal beleid signaleren we de volgende zes punten: • De stad groeit in omvang (2007 kende een inwonertal van 139.065, voor 2017 is de bevolkingsprognose 160.032). Op grond van de wijkprofielen tekent de volgende trend zich af: de wijken in het zuiden vergrijzen, de bewoners zijn overwegend welgesteld en honkvast, in het noorden vestigen zich de nieuwe bewoners, veelal jonge gezinnen, twee verdieners en goed opgeleid. • De wijken in het midden kenmerken zich door een grote verscheidenheid aan bevolkingsgroepen en levensstandaarden. De sociale problemen concentreren zich met name in deze gordel ten noorden en oosten van de binnenstad (Soesterkwartier, Kruiskamp, Schuilenburg, Randenbroek en Liendert). Het zijn wijken met relatief veel inwoners uit de lagere inkomensgroepen, van verschillende etnische afkomst, lager opgeleid, werkeloos of arbeidsongeschikt, alleenstaande ouderen. De meest kwetsbare groepen leven in deze wijken samen. • Door de bevolkingsopbouw van de stad behoort de overlast door jongeren tot een van de meest genoemde knelpunten. Dit is nu realiteit in de nieuwbouwwijken stammend uit het eind van de vorige eeuw. Over tien tot vijftien jaar zal dit ook voor Vathorst gaan gelden. Op 1 januari 2007 telt Amersfoort in de categorie 10‐14 jaar 8.689 inwoners en in de categorie 15‐19 jaar 7.973 inwoners (d.i. bij elkaar ong. 12% van de bevolking). • Op 1 januari 2007 zijn op een totaal van 139.065 geregistreerde inwoners 108.555 inwoners Nederlands, Turks 5.656, Marokkaans 4.059, Surinaams 1.510 en Antilliaans 1.632 (overige ‘westerse’landen 11.742 en overig ‘niet‐westerse’ landen 5.894). In bepaalde wijken wonen meer allochtonen dan in andere: Kruiskamp 1718, Liendert 2107, Schuilenburg 1087, Randenbroek 1232. In deze wijken is het percentage moslims gelijkwaardig aan of groter dan het aandeel katholieken en/of protestanten (zie bijlage 5 – kerkelijke gezindte naar wijk). • In vergelijking met andere steden in Nederland van de zelfde omvang is het inkomens‐ en opleidingsniveau relatief hoog. Een op de drie volwassen Amersfoorters heeft een HBO‐ of universitaire studie afgerond. Het gemiddelde besteedbaar inkomen van een huishouden bedroeg in 2004 €30.500,‐ (Bergkwartier Noord €51.700 en Kruiskamp €23.300). Voor beleidsontwikkeling gaat de gemeente Amersfoort uit van een gestandaardiseerd
8
•
huishoudinkomen van €21.300. In Amersfoort heeft 17,7 % van de huishoudens een inkomen dat lager ligt dan €15.800 (landelijk is dit 20 %). 8% van de huishoudens ontvangt 105% van het bijstandsniveau (landelijk is dit 9%). Mede door de groei van de stad onttrekt Amersfoort zich langzamerhand aan het lang gehanteerde beeld van gemiddelde stad. De bevolking is relatief jong, welgesteld en goed opgeleid. De uitslag van de Gemeenteraadsverkiezingen 2006 laat zien dat de PvdA met een bijna een kwart van de stemmen de grootste partij van de stad is. Zo’n 20% van de stemmen ging naar lokale partijen. In vergelijking met de landelijke uitkomsten stemde de stad verhoudingsgewijs minder op het CDA en meer op Groenlinks, SP en ChristenUnie. Iets meer dan de helft (52%) rekent zich tot een kerkelijke gezindte of levensbeschouwelijke groepering. 19 % noemt zich katholiek, 10% PKN (Nederlands‐Hervormd) 12% anders christelijk en 7% islamitisch. (Zie bijlage 4)
Tot het werkgebied van de parochie ‘Naam’ i.o. behoort ook Bunschoten‐Spakenburg. Bunschoten is vanouds een boerendorp, terwijl Spakenburg het vroeger moest hebben van de visserij. De gemeente heeft ca. 19.500 inwoners. De bevolking is overwegend protestants. De katholieke gemeenschap bestaat naar eigen zeggen uit ongeveer 150 leden. Zij vormen samen een kleine maar hechte gemeenschap (kerkgang in 1997 gemiddeld 50, in 2007 is de gemiddelde kerkgang ca. 30). Samenvattend Als parochie ‘Naam’ i.o. vanuit haar missie de blik richt op de stad dan zijn voor de ontwikkeling van onze maatschappelijke presentie de volgende doelgroepen en thema’s relevant: • de tweeverdieners en de jonge gezinnen; • de jongeren (vanaf 12 jaar); • de huishoudens met een lager inkomen; • de senioren, m.n. de alleenstaanden onder hen; • de multiculturele dimensie van de stad. In alle gevallen willen we onderzoeken of we als parochie ‘Naam’ i.o. een bijdrage kunnen leveren aan het welzijn van deze groepen mensen, al dan niet in samenwerking met andere maatschappelijke partners.
9
3.3. De parochies In de onderzoeksfase van het project Binnenstebuiten hebben de parochies de kans gekregen om zich aan de hand van een gespreksmodel een beeld te vormen van de eigen situatie van de desbetreffende parochies. Deze eigen situatie wordt bepaald door de eigenheid van de wijk(‐en) of het territorium, de organisatie en de sterkte en zwakte van de gemeenschap (zie bijlage 6). Voor de realisering van dit beleidsplan willen we uitgaan van de sterktes van gemeenschappen omdat we daarin even zovele kansen zien voor continuïteit en vernieuwing. De zwaktes brengen we in beeld om vooral ook realistisch te blijven. 3.3.1 De sterktes en kansen Liturgie als sterkste kracht Op de vraag wat een gemeenschap zou kunnen bijdragen aan de parochie ‘Naam’ i.o. werd in alle gevallen de liturgie als sterkste punt genoemd. Logisch als we ons realiseren dat op dit veld de meeste vrijwilligers actief zijn, de meeste werkgroepen bestaan, koren en voorbereidingsgroepen hun bijdragen leveren. In deze lokale kracht ligt een geweldige kans besloten voor o.a. liturgische samenwerking aan vieringen die speciaal voor de gehele parochie ‘Naam’ i.o. worden gehouden. Ook is het heel goed mogelijk dat naburige gemeenschappen elkaar bij staan. De gemeenschappen, een veelzijdig palet In deze paragraaf brengen we verder m.n. die dingen in beeld die per gemeenschap er in positieve zin uit springen in relatie tot de andere gemeenschappen. Daarmee wordt geen beoordeling gegeven over het geheel van de gemeenschap en het pastoraal programma: • St. Ansfridus: een traditionele, zelfbewuste parochie, met een stevige basis, waarvan de gemeenschap vergrijst. Ze is sterk in het organiseren van een paar grootschalige jaarlijkse evenementen. Daarmee zetten zij zichzelf ook in de wijk en de stad op de kaart (Kerststallententoonstelling, Jaarmarkt). • Brandpunt: een nog jonge oecumenische gemeenschap, hecht en enthousiast. Ze is sterk in oecumene in de praktijk, bij uitstek een aantrekkelijke gemeenschap voor gemengd gehuwden. Er heerst een zekere experimenteerdrift. Door de aanwezigheid van veel gezinnen met jonge kinderen en de hechte samenwerking met de PKN is de catechese goed ontwikkeld. • H. Geest: een warme, gemengde gemeenschap, van wit en gekleurd, jong en oud en hoog‐ en laagopgeleid. Haar kracht is het engagement met de (sociaal‐problematische) buurt, met aandacht voor het maatschappelijk bestaan van mensen. Ze is uitnodigend naar de buurt. Er is diaconaal bewustzijn. Ze is ook sterk in het initiëren van activiteiten voor tieners en jongeren, die overigens vaak samen met andere parochies worden uitgevoerd en voorbereid. • St. Henricus: een hechte gemeenschap van mensen die elkaar veelal lang kennen, via de kerk en de wijk. Het is een gemeenschap die vindingrijk moet zijn in het overleven. Haar kracht ligt in het bieden van een plek voor samenkomst en gebed in een wijk waar veel voorzieningen afbrokkelen. • Herberg: een nog jonge oecumenische gemeenschap, mens‐ en maatschappijbetrokken. Ze is sterk in het gastvrij onthalen van mensen die door de week op zoek zijn naar gezelschap, een kop koffie en een luisterend oor. Ook de maandelijkse maaltijden en de gespreksgroepen verbinden bezoekers met elkaar. Het gebouw is ook een sterk punt omdat het de bijzondere plek van de gemeenschap in de wijk onderstreept, en omdat het andersoortige activiteiten mogelijk maakt. • St. Joseph: een vanouds dorpse, gesloten gemeenschap, die zich in een cruciale fase van haar geschiedenis bevindt: op de oude en vertrouwde voet verder of zich openstellen voor de nieuwe wijk Vathorst en haar bewoners. Alle veranderingen in de omgeving vergen veel energie, ook van de gemeenschap en haar leden. Ze is sterk in het ‘doen’, praktische en concrete dingen krijgt deze gemeenschap makkelijk voor elkaar. • H. Kruis: van een getalsmatige grote en hechte gemeenschap is ze geleidelijk in een krimpsituatie terechtgekomen. In de parochie functioneren een aantal kleinere groepen waarvan de leden sterk op elkaar betrokken zijn. In deze goed functionerende organisatie ligt het accent op overleven. In de gemeenschap is catechetisch talent aanwezig.
10
• • •
St. Martinus: een vanouds dorpse, hechte traditionele gemeenschap. Van nature gesloten en behoudend van aard, trots en strijdbaar als waardevolle zaken worden bedreigd. Ze is sterk in het organiseren van een aantal jaarlijkse kerkelijke feesten. Open Kontakt: een kleine gemeenschap die het lukt om met bescheiden middelen te overleven. Zelf zeggen ze: “doordat we klein zijn is intimiteit onze kracht”. St. Franciscus Xaverius: een mondige, kritisch‐loyale gemeenschap, met veel talent en uitstraling. Ze is sterk in het organiseren van de gemeenschap. Ze is inventief in het inspelen op maatschappelijke vragen op nieuwe manieren. Het gebouw en de ligging in het historische stadsdeel wakkeren cultureel‐religieuze interesse aan bij bezoekers van de stad.
3.3.2 De zwaktes en beperkingen De familiecultuur Uit de cultuurproef kwam naar voren dat de dominante cultuur in de parochie de familiecultuur is. Hoewel een cultuur op zich niet goed of slecht kan zijn, is de eenzijdigheid geen kracht maar een beperking. Voor het ontwikkelen van missionair pastoraat dienen we ook inventief en marktgevoelig (extern gericht) te zijn. Deze cultuur dragen we niet vanzelfsprekend bij ons. Onze natuurlijke houding is vooral gericht te zijn op de eigen kernleden. Veranderingen in het activiteitenaanbod en de programmering vergt en veronderstelt een andere cultuur. De werkers in de wijngaard raken vermoeid Het is ongelofelijk om te horen en te zien hoeveel mensen mee werken aan het realiseren van kerk en pastoraat ter plaatse. Toch is het algemene geluid dat er op grond van het huidige aanbod en programmering sprake is van een toenemend personeelstekort en vergrijzing en daarmee kans op vermoeidheid. In elke gemeenschap is het opvullen van vacatures een zorg. Het moeilijk vinden van nieuwe medewerkers belemmert ook nieuwe initiatieven. Oorzaken zijn verschillende: krimpende gemeenschappen, veranderende stijl van vrijwilligerswerk, minder beroepskrachten enz. Gebrekkige identiteit Een belangrijk deel van de parochies heeft geen of te weinig eigen gezicht. Dat kent vaak verschillende oorzaken, waaronder het ontbreken van een beleidsplan en een daaraan gekoppeld activiteitenplan. Daardoor wordt niet zichtbaar en ervaarbaar wat de gemeenschap wil zijn. Daarachter gaat nogal eens een bestuur schuil dat zich overvraagd weet. Dat resulteert in een gebrekkige presentatie naar de leden en naar buiten. Er ontbreekt een belangrijke motivatiebron. Dit versterkt nog eens het naar binnen gericht zijn en het vooral bezig zijn met overleven. Voor het ontwikkelen van missionair pastoraat verleggen we juist onze blik van binnen naar buiten en verwachten we leven en inspiratie te vinden in nieuwe contacten met mensen, groepen en organisaties. Kerk en wereld: twee gescheiden werelden? Hoewel het feitelijk onmogelijk is ervaart het merendeel van de gemeenschappen dat de wijk en de parochiegemeenschap ieder een wereld op zich vormen. Als gevraagd wordt of er betrokkenheid is vanuit de parochie bij de leefomgeving en hoe die gestalte krijgt dan wordt verlegenheid zichtbaar. Bij navraag zijn er heel wat mensen of kleine groepjes die zich inzetten voor een goede zaak of voor een mens die zorg nodig heeft, maar het wordt zelden beleefd of zichtbaar als iets van de parochie. Onze kracht is ook onze zwakte De nadruk op liturgie heeft tot gevolg dat de andere profielen en daarmee aspecten van kerk‐zijn minder aandacht krijgen en/of onderbelicht raken. Dit geldt voor catechese maar in nog sterkere mate voor gemeenschapsopbouw en vooral diaconie. Onze tijd en energie zouden beter verdeeld kunnen worden over de breedte van het pastoraat. Samenvattend In parochie ‘Naam’ i.o. is het vermogen aanwezig om in de stad Amersfoort nabij aan het leven van mensen liturgie te vieren. Dit vermogen kan ook aangewend worden om op speciale momenten liturgie te vieren met de gehele katholieke gemeenschap van Amersfoort.
11
Voor het overige pastoraat zijn in de parochie ‘Naam’ i.o. verschillende krachtbronnen aanwezig: organisatievermogen, creativiteit, handen uit de mouwen en werklust, overlevingsdrang en doorzettingsvermogen, organiseren van evenementen, gastvrijheid en maatschappelijk engagement, gemeenschapszin. We realiseren ons dat missionair pastoraat van ons vraagt dat we als geloofsgemeenschap een open houding nodig hebben voor andere mensen en de wereld. We realiseren ons dat we moed nodig hebben om in de maatschappij van vandaag te laten zien wie we zijn en waar we voor staan. We realiseren ons dat we niet teveel hooi op elkaars vork kunnen laden. We moeten keuzes maken en anderen uitnodigen actief mee te bouwen aan een gemeenschap waar een ieder die zich aangesproken weet, zich thuis kan voelen.
12
3.4 Visie op de toekomst In deze paragraaf maken we de balans op. We stellen onszelf de vraag of zich pastorale speerpunten aandienen die een beleidsmatige benadering verdienen. We brengen in beeld om welke doelgroepen en/of thema’s het gaat en óf en zo ja hóé de parochie i.o. daar nu al bij betrokken is. Welke uitdagingen zijn er? Jongeren • In onze geloofsgemeenschappen zijn jongeren een minderheid. We komen ze tegen via de initiatie‐sacramenten Doopsel, Eerste Heilige Communie en Vormsel. Van de kinderen die zich laten dopen, besluit ongeveer de helft zich te laten vormen. Daarvan gaat een klein deel enige tijd door in een van de Navormsel‐groepen. In parochie ‘Naam’ i.o. is een aantal waardevolle jongerenactiviteiten ontwikkeld: o.a. jongerengroep Unity (jong volwassenen 15‐25 jaar) en Lighthouse, dauwtrappen op Hemelvaartsdag en Kerk‐on‐stage. Voortdurend klinkt de roep ons te richten op jongeren en hen te betrekken bij wat wij doen, hen aan ons te binden. In dit verband wordt de relatie met de katholieke basisscholen genoemd. Maar… jongeren willen niet hetzelfde, ze willen wat anders, en dat brengt ons in verlegenheid. Aan ons de uitdaging om samen met jongeren op te trekken en vorm te geven aan aantrekkelijke zingevingactiviteiten. De roep om een talentvolle professionele jongerenwerker m/v klinkt. Deze werker kan jongerengroepen begeleiden, meer en andere jongeren erbij betrekken en zo mogelijk nieuwe activiteiten opzetten. Vanuit een versterkte basis kunnen we onszelf toestaan na te denken of we iets kunnen betekenen voor andere jongeren in de stad. Nieuwe bewoners • De parochie komt een deel van de nieuwe bewoners tegen als zij een gezin stichten en overwegen hun kinderen te laten dopen. Een klein deel sluit zich aan als lid van een gemeenschap. Het blijkt moeilijk met deze groep een relatie op te bouwen en in stand te houden. De drukke levensfase van de jonge gezinnen en een niet (geheel) passend aanbod van de kerken zijn enkele oorzaken. Dit gegeven speelt voor geheel Amersfoort‐Noord en is extra actueel door de bouw van de nieuwe wijk Vathorst. Met ingang van 1 juli jl. is een pastoraal werkster met het profiel Oecumene benoemd die m.n. de gemeenschapsopbouw van Vathorst tot een van haar kerntaken mag rekenen. Een betekenisvolle aanwezigheid in deze nieuwe wijk vanuit de parochie vergt creativiteit, moed en openheid. Zowel het contact zelf als de inhoud er van zal anders zijn dan wij gewend zijn. De vanzelfsprekende opbouw van een gemeenschap door en via een wijkgebonden kerkgebouw is losgelaten. Misschien zijn de katholieke basisscholen in de wijk een manier om in contact te treden met geïnteresseerde ouders. Voor de gehele parochie (en stad) geldt de uitdaging hoe we betekenisvol aanwezig kunnen zijn voor de 30‐er en 40‐er van nu. Een serieus deel is alleenstaand en blijft dat (voor langere tijd) en krijgt ook geen kinderen. Het zou goed zijn met een nieuw aanbod te experimenteren. De historische binnenstad biedt daarvoor naar ons idee veel mogelijkheden. Senioren • De ouderen vinden hun weg in het reguliere aanbod van de parochie. Voor de senioren en zieken worden met enige regelmaat speciale activiteiten georganiseerd en op beperkte schaal vindt pastoraal huisbezoek plaats. Voor alleenstaande senioren die steeds meer aan huis gekluisterd raken is eenzaamheid een belangrijk sociaal probleem. Met het oog op de verdere vergrijzing van onze gemeenschappen komt de vraag op of parochie ‘Naam’ i.o. zich de komende jaren niet moet specialiseren in pastoraat voor oudere parochianen. In het verlengde hiervan vinden wij het een uitdaging in samenwerking met andere maatschappelijke organisaties vanuit onze opdracht een eigen bijdrage te leveren aan het welzijn van ouderen in de stad. Mensen in de knel • Hoewel het de stad en haar burgers over het algemeen goed gaat wil dit niet zeggen dat het iedereen voor de wind gaat. Mensen in de knel komen de geloofsgemeenschappen tegen via inloopactiviteiten, pastoraal bezoekwerk en (individuele) noodhulp. Met enige regelmaat doen
13
mensen een beroep op de geloofsgemeenschappen voor ondersteuning. Via via hebben zij de weg gevonden naar ons. Hulp kent verschillende vormen: advies, gezelschap, materiële en financiële ondersteuning. Dit werk wordt m.n. gedaan door pci‐en en het Diaconaal Sociaal Beraad Amersfoort (DSBA). Het is moeilijk de hulp te krijgen op de plaats waar die het hardst nodig is. We vinden het een uitdaging om armoede beter op het spoor te komen en hulp te bieden waar nodig. Daarnaast blijft het noodzakelijk de overheden aan te spreken op hun verantwoordelijkheden naar hun burgers. Multicultureel • In haar oriëntatie op de wijk komt de H. Geest‐gemeenschap in aanraking met de multiculturele dimensie van de wijk. Het optreden van de gemeenschap heeft in ieder geval de drempel verlaagd voor katholieken uit andere landen om zich bij hen aan te sluiten. Resultaat daarvan is o.a. het multiculti‐koor. Als we het thema breder trekken dan constateren we dat het samenleven van burgers met een verschillende achtergrond, een uitdagende en soms moeizame zaak is. Door diverse ingrijpende gebeurtenissen is het politiek beladen geworden. De omvang van de moslimgemeenschap in Amersfoort is aanzienlijk en draagt bij aan het multiculturele karakter van onze stedelijke samenleving. In samenwerking met de PKN en andere religieuze gemeenschappen vinden wij het een uitdaging om vanuit onze opdracht een bijdrage te leveren aan het vreedzaam samen leven van burgers in de stad. (zie bijlage 5). Samenvattend De oriëntatie op de stad vanuit onze kerkvisie richt onze aandacht op een vijftal doelgroepen en/of thema’s: jongeren, de generatie 30‐40ers, senioren, mensen in de knel en de multiculturele samenleving. Vanuit het bestaande pastoraat zijn we daarmee reeds vertrouwd. In die zin zijn het geen nieuwe thema’s maar er schijnt wel een ander licht op. De noodzaak komt nog scherper in beeld om onze benadering en aanpak te wijzigen. En we zien kansen dit verder uit te bouwen en/of te vernieuwen.
14
3.5 Doelen – algemeen Op grond van onze missie en onze visie op de stad Amersfoort en onze eigen kracht, hebben we beschreven welke pastorale speerpunten wij zien. H. 3 ronden wij af met het in algemene termen beschrijven van de doelen, die we deze beleidsperiode willen realiseren. We maken een onderscheid in lange en korte termijn doelen, bij de laatste noemen we richtinggevend jaartallen. In H. 5 worden de doelen concreet ingevuld. 1. Parochie ‘Naam’ i.o. is over 7 jaar een gemeenschap van gemeenschappen geworden. De leden ervaren een dubbele binding, met de lokale geloofsgemeenschap en met de stedelijke Naam‐gemeenschap. Er is een vanzelfsprekende manier van werken en leven ontstaan, waarbij we ons steeds bij aanvang afvragen wat passend is: een stedelijk of lokale aanpak. 2. Parochie ‘Naam’ i.o. heeft in 3 jaar het traditionele pastoraat zoals de lokale gemeenschappen dat nu kennen voor langere tijd veilig gesteld voor de stad: daarbij gaat het om wekelijkse eucharistievieringen, andersoortige en bijzondere liturgievieringen, sacramentenvoorbereiding, gespreksgroepen en pastoraal bezoekwerk en hulp aan mensen in nood. Parochie ‘Naam’ i.o. streeft er naar bij dit aanbod haar kernwaarden te realiseren: zichtbaar, gastvrij, dienstbaar en aandachtig. 3. Parochie ‘Naam’ i.o. bezit over 3 jaar een parochiële aanpak vrijwilligersbeleid. De te verrichten werkzaamheden bestaan o.a. uit het opzetten van een actueel registratiesysteem van vraag en aanbod en de matching van die twee. Doel is nieuwe vrijwilligers te werven en de overbelasting van huidige vrijwilligers terug te dringen. Verder zijn aandacht voor tevredenheid, scholing en toerusting belangrijke pijlers in de begeleiding van pastorale medewerkers. 4. Parochie ‘Naam’ i.o. bezit over 2 jaar een advies hoe om te gaan met de kerkgebouwen van de parochie. Wij realiseren ons dat dit een moeilijk onderwerp is, maar we kunnen er niet omheen. We zitten in een te ruime en mogelijk ook niet helemaal geschikte jas. Op grond van de cijfers die wij nu tot onze beschikking hebben en de prognoses die daarbij horen, zullen in 2020 nog maar een kwart van de zitplaatsen van alle kerklocaties in de weekendvieringen bezet worden. Daarbij komt nog dat er op grond van het pastorale programma de behoefte kan ontstaan aan andere voorzieningen, of aanpassingen aan bestaande gebouwen. 5. Parochie ‘Naam’ i.o. heeft in 7 jaar voor elke doelgroep die we in paragraaf 3.4 hebben geformuleerd een activiteit of project gerealiseerd of geïnitieerd, met het oog op een blijvend vervolg. Kortom, we spannen ons in om tenminste 5 nieuwe missionaire projecten te starten met het oog op nieuwe doelgroepen en nieuwe vormen van kerkelijke presentie. In dit beleidsplan zijn we niet uitputtend; we reiken enkele projecten als suggestie en startmogelijkheid aan. Gaandeweg kunnen nieuwe projecten geformuleerd worden binnen het gestelde beleidskader. Van de projecten mag gevraagd worden dat ze een krachtig eigen gezicht hebben, en zichtbaar maken hoe het is om anno 2008 te leven vanuit het Evangelie.
15
4. Het pastorale programma nader beschreven In dit H. 4 beschrijven we het pastoraat zoals we ons dat voorstellen vanuit de bestaande praktijk en vanuit de visie die we in H. 3 hebben beschreven. We brengen globaal de vijf profielvelden in kaart: a) het profielveld wordt afgebakend, b) we geven de belangrijkste elementen van beleidsontwikkeling voor de komende jaren en c) we noemen als het even kan per profiel minimaal 2 projectvoorstellen, ter inspiratie en keuze, de ene meer gericht op gebruikelijk pastoraat en de andere geeft een aanzet tot vernieuwing. We sluiten af met een paragraaf waarin we enkele projectsuggesties noemen in relatie tot de doelgroepen die in paragraaf 3.4 zijn beschreven. In de beschrijving van het pastoraat onderscheiden we twee sporen: • Spoor 1: gebruikelijke vormen van pastoraat en kerk‐zijn • Spoor 2: nieuwe missionaire initiatieven Beide sporen komen uit dezelfde bron en zijn niet concurrerend maar aanvullend ten opzichte van elkaar. Idealiter vinden er kruisbestuivingen plaats. We onderscheiden traditioneel 4 profielen: vieren (liturgie), leren (catechese), dienen (diaconie) en bouwen (gemeenschapsopbouw). De parochie ‘Naam’ i.o. heeft gekozen voor een vijfde profiel oecumene. Doorslaggevend voor deze keuze is vooral de specifieke situatie van Amersfoort als groeistad. Bij de opbouw van geloofsgemeenschappen in grootschalige nieuwbouwwijken zoals in Amersfoort‐Noord trekken PKN en RK gezamenlijk op om hun leden te benaderen en de mogelijkheden te onderzoeken voor gemeenschapsopbouw in een dergelijke setting. Gezien de eigen aard van die opdracht en de omvang ervan heeft de stuurgroep van het parochieverband Amersfoort besloten tot het instellen van het profiel oecumene. Het is te verstaan als een verbijzondering van gemeenschapsopbouw. 4.1 Gebruikelijke vormen van pastoraat Het accent zal in de eerste fase liggen op de integratie van gemeenschappen, van werkgroepen en activiteiten. Elk profielveld heeft een parochieel overleg, een profielberaad, nodig. Meegenomen wordt welk ander overleg daardoor mogelijk overbodig zal zijn. Voor elk profielveld zal het profielberaad een jaarwerkplan opstellen. Daarin staat beschreven welke bijdrage het betreffende profielveld levert aan de realisering van dit beleidsplan. Na bespreking in het pastorale team zal het jaarwerkplan vastgesteld worden door het bestuur. 4.1.1 Vieren bij de Bron In de liturgie viert en voedt onze gemeenschap haar geloof in God door Woord en Sacrament. Het ritme van het kerkelijke jaar en de levensloop van mensen zijn daarbij van groot belang: de kerkelijk feest‐ en gedenkdagen en de belangrijke gebeurtenissen in een mensenleven van geboorte tot sterven en daarna. In onze diensten vieren we dat God de bron van ons bestaan is en dat Hij met ons meetrekt als Gids, Trooster en Helper, alle dagen. Liturgie blijkt het sterkste veld in alle deelgemeenschappen. Samenwerking kan verder opgebouwd en vormgegeven worden zodat betrokken vrijwilligers en pastores steeds beter op elkaar ingespeeld raken. Een ideale kans dus om liturgie in te zetten om gemeenschappen aan elkaar te smeden tot de OLV‐gemeenschap. Daarnaast kan, met zoveel kracht, op eenvoudige wijze een goed liturgisch aanbod in de stad worden gegarandeerd. Dit vraagt verdere reflectie en uitwerking. 4.1.1.a Beleid: • verzorgen profielberaad Liturgie; • Versterken van de organisatie rond de liturgie; • Verzorgen van permanente toerusting van allen die voorbereidend en uitvoerend bij de liturgie betrokken zijn zodat zelfwerkzaamheid van vrijwilligers wordt vergroot; • Ontwikkelen van een veelzijdig en sterk liturgisch aanbod binnen het parochieverband dat zoveel mogelijk aansluit bij de verschillende wijken en doelgroepen; • Structureren van doopvieringen (en doopvoorbereiding) in de parochie; • Inrichten van een goede liturgische bibliotheek (voor de parochie i.o. en/of per locatie);
16
• Aandacht voor gezamenlijk vieren om de parochie ‘Naam’ i.o. inhoud te geven. 4.1.1.b Project: • Veelvormig vieren (doel: verder ontwikkelen van andersoortige vieringen mede met het oog op de groep nieuwe bewoners); • Kinderwoorddiensten en gezinsvieringen parochiebreed (doel: methode, aanpak en kwaliteit op orde brengen); • Korendag (doel: integratie van gemeenschappen, impulsen voor repertoire en presentatie voor de stad d.m.v. een concert). 4.1.2. Leren bij de Bron Catechese is een permanent leerproces van ingeleid worden in en verdiepen van christelijk leven. In de huidige tijd gaan mensen vrijwillig zo’n leerproces aan, waarin de inhoud gevormd wordt door die levensvragen van mensen, die raken aan het religieuze aspect van ons bestaan. Dit gebeurt door het in gesprek brengen van het geleefde leven met de Schrift en de traditie, om te komen tot een levende relatie met God. Het leren spreken over ons geloof helpt ons bewuste christenen te zijn en kan ons leven verrijken. Kinderen, jongeren, mensen van alle leeftijden kunnen in gesprek en wederzijdse ontmoeting leren van elkaars (geloofs‐)ervaringen, van de rijkdom van de Bijbel en van de religieuze traditie door de eeuwen heen. Daarbij gaat het over voortdurende catechese, over geloofscommunicatie, die plaats vindt in een lerende geloofsgemeenschap. In een lerende gemeenschap delen we het geloof in gelijkwaardigheid met elkaar. Elke parochiaan nodigen we daartoe uit. Het doel van dit alles is om zowel als individuele persoon te groeien in geloof, als om als christenen gezamenlijk een goede en zinvolle bijdrage te leveren aan de inrichting van de samenleving als geheel. In dit veld werken gemeenschappen al intensief samen. Deze samenwerking kan verder doorgevoerd worden waardoor er voor parochie ‘Naam’ i.o mogelijkheden ontstaan om een levende, lerende gemeenschap te worden. 4.1.2.a Beleid: • Verzorgen profielberaad catechese • Inzetten van locale, succesvolle activiteiten voor de gehele parochie: o.a. Peuterkerk in de Herberg, bijeenkomsten voor een groep jonge ouders die hun kind laten dopen • aanbieden van een programma‐aanbod voor elke levensfase zodat permanent leren daadwerkelijk mogelijk wordt: o Versterken tussencatechese (leeftijd 8 tot 12 jaar), gericht op kinderen na de EHC, nodig zijn goede materialen en begeleiding van de medewerkers; o Uitbouwen Na‐vormsel catechese (leeftijd vanaf 13 jaar), uitloop naar meer specialistisch jongerenwerk en activiteiten, verder uitbouwen wat er nu is; o Versterken volwassenencatechese (leeftijd vanaf 21 jaar), betreft zowel programma als deelname. o Huwelijkscatechese verplichtend aanbieden aan kandidaten 4.1.2.b Project: • Introductiecursus Rooms Katholiek voor Beginners aanbieden aan doelgroep rand‐ kerkelijken (doel: kennismaking met de eigen religieuze traditie voor m.n. generatie 30‐ 40’ers); • Bijbelverhalen creatief (doel: door kunstzinnige verwerking stimuleren van andere manier van omgaan met de Bijbel, met als mogelijk resultaat een presentatie / tentoonstelling voor de stad). 4.1.3 Dienen bij de Bron In diaconie maken we het wezen van onze God zichtbaar ‘Ik zal er zijn ’. Diaconie wordt wel gezien als de grondhouding van de christelijke traditie. Heel het openbare optreden van Jezus vraagt en veronderstelt een kerk waar mensen zorg dragen voor elkaar, waar mensen iets voor elkaar willen betekenen, waar mensen solidair zijn met elkaar. Deze houding heeft zich nooit beperkt tot de eigen leden, maar is altijd betrokken geweest op mensen in nood.
17
In de diocesane kadernotitie In Gods naam doen wordt diaconie getypeerd met de kernwoorden: zorg, gerechtigheid en verzoening. Diaconie staat voor de handen en voeten van de geloofsgemeenschap. Het veld is kwetsbaar in die zin, dat er relatief veel gebeurt, zeer divers van aard en kwaliteit, door overwegend eenlingen of kleine groepjes, geëngageerd en ouder, aan het oog onttrokken van de gemeenschappen. De nadruk ligt veelal op zorg, gericht op de eigen leden. Het ontbreken van een beroepskracht laat zich voelen. 4.1.3.a Beleid: • Verzorgen profielberaad diaconie; • Verbreden van de diaconale actieradius, nu ligt de nadruk op zorg; • Diaconie van de parochie zichtbaar maken in de parochie (o.a. de noodhulp door pci‐en en DSBA); • Verjongen van de medewerkers; • Versterken en verdiepen parochiële samenwerking door: o oprichten 1 parochiële MOV‐werkgroep; o oprichten 1 loket voor hulp aan mensen in nood voor de gehele parochie; doel: verbeteren bereik en hulp aan mensen in nood; • versterken en verdiepen samenwerking met RK Armbestuur en pci‐en; naast overleg zien we kansen bij de realisering van enkele projecten; • Versterken gastvrije ontmoetingsmomenten in de stad, doel: verbeteren leefbaarheid voor m.n. kwetsbare en oudere mensen in de stad. De inloophuizen vervullen in deze een belangrijke functie. De parochie ‘Naam’ i.o. wil dit graag continueren, maar we overwegen het volgende: o Op dit moment kent de stad 4 oecumenische inloopcentra: De Herberg (Nieuwland), inloophuis de Ontmoeting (Kattenbroek), inloophuis Schothorst (Schothorst) en in het stadscentrum het DAC. We constateren dat het niet evenwichtig verspreid is over de stad, en dat we afwezig zijn in de gordel ten noorden van het stadscentrum waar zich de meeste sociale problemen voordoen. We bevelen aan hier kritisch naar te kijken en op grond daarvan te besluiten hoe en waar de parochie ‘Naam’ i.o. in de stad present wil zijn. Dit i.s.m. het RK Armbestuur. 4.1.3.b Project: • Opzetten van een team van deskundige huisbezoekers (doel: aanbieden van aandacht namens de gemeenschap), gemotiveerde bezoekers wordt de gelegenheid geboden zich verder te scholen in de omgang met zieken, stervenden of rouwenden; o Ervaringen Daadkracht en Ravelijn meenemen, i.s.m. RK Armbestuur • Een parochiële MOV‐groep maakt uit de landelijke campagnes een keuze voor een (of meerdere) concreet project en breidt dat uit met andere activiteiten (o.a. een uitwisselingsreis met en voor jongeren); o i.s.m. Cordaid, CMC, Xplore e.a. 4.1.4 Opbouwen bij de Bron De gemeenschap wordt bijeen geroepen door God. Het is God die de gemeenschap opbouwt tot een vitale gemeenschap, wij werken mee. Gemeenschapsopbouw bewaakt dat het pastorale programma als geheel bijdraagt aan de ontmoeting met God, met elkaar en met onze naaste. Gemeenschapsopbouw stimuleert het functioneren van de parochie ‘Naam’ i.o. en van de lokale gemeenschappen. Gemeenschapsopbouw stimuleert de relatie van de parochie i.o. en haar geloofsgemeenschappen met de stedelijke samenleving. Kerkelijke aanwezigheid is afhankelijk van verschillende factoren: o.a. de eigenheid van een wijk, de aanwezigheid van een pastorale vraag en de mogelijkheden van een lokale gemeenschap.
18
Door de samenwerking is de nadruk meer komen te liggen op het (stimuleren van) verbinden van deelgemeenschappen tot een nieuwe gemeenschap met een gezamenlijke identiteit: in gezamenlijke activiteiten en projecten. 4.1.4a. Beleid: • verzorgen profielberaad gemeenschapsopbouw; • oprichten pastoraatsgroepen (doel: zichtbaar pastoraal aanspreekpunt (oog en oor) in elke gemeenschap); • Versterken en verdiepen van de gemeenschap van deelgemeenschappen; • Uitdragen en uitdiepen van de ‘Naam’ ‐identiteit; • Organiseren van activiteiten voor de parochie als geheel (bijv. deelname aan de Vrouwevaert); • Aansluiten en versterken van kerkelijke presentie bij de mogelijkheden van een wijk; • ondersteunen van de parochie ‘Naam’ i.o. in kansrijke initiatieven voor missionaire projecten; • Verbeteren interne en externe communicatie; • Versterken vrijwilligersbeleid, m.n. de coaching en toerusting. 4.1.4.b Projecten: • Oriëntatie op Kleine Kerkgemeenschappen voor de parochie ‘Naam’ i.o. (doel: in navolging van het succes van de geloofsmaaltijdgroepen van de SFX‐gemeenschap, onderzoek naar en advies over een introductie van vorming van kleinschalige geloofsgroepen. Ter ondersteuning staan ons inmiddels verschillende materialen ter beschikking, zoals Geloven NU. Binnenkort komen ook de Nederlandse vertalingen van het Amerikaanse Small Cristian Communities op de markt.) • Opzet pastoraatgroepen (doel: op elke locatie functionerende pastoraatsgroepen die oog en oor van de gemeenschap zijn). • Nieuwe Buren (doel: vanuit het welkomstbezoek ontwikkelen van een relatie tussen de RK parochie i.o. en geïnteresseerde bewoners van de nieuwbouwwijk Vathorst). 4.1.5 Oecumene bij de Bron In Amersfoort is de oecumene op bijzondere wijze zichtbaar in de nieuwbouwwijken Nieuwland, Kattenbroek en Zielhorst, waar van meet af aan is gekozen voor een sterke oecumenische samenwerking tussen de RK en de PKN. Deze samenwerking krijgt fysiek vorm in de centra De Herberg en Het Brandpunt, en daarnaast in diverse projecten en andere samenwerkingsverbanden. In de meest recente nieuwbouwwijk Vathorst staan de christelijke kerken opnieuw voor de uitdaging de kerkelijke presentie gestalte te geven. In de oudere wijken van de stad wordt de oecumenische samenwerking, veelal ontstaan vanuit lokale contacten tussen kerken en pastores, gekenmerkt door een grote diversiteit. De katholieke parochies van Amersfoort zijn vertegenwoordigd in de Amersfoortse Raad van Kerken. Deze Raad van Kerken wordt reeds langere tijd door de burgerlijke overheid als aanspreekpunt voor de christelijke kerken erkend. De afzonderlijke christelijke kerken worden allemaal geconfronteerd met grote veranderingen in de moderne samenleving, zoals individualisering, secularisatie, vergrijzing, afnemende kerkelijke betrokkenheid en de komst van de islam. Het brengt iedere geloofsgemeenschap ertoe, zich te bezinnen op de eigen identiteit en missie. Voor de katholieke parochies van Amersfoort maakt de oecumenische opdracht tot samenwerking en dialoog met andere christelijke kerken onverminderd deel uit van haar zelfverstaan en doelstellingen. De samenwerking en dialoog met de zusterkerken zal actief worden gezocht en waar mogelijk worden versterkt. Mogelijkheden voor dialoog en ontmoeting met vertegenwoordigers van andere religies zullen worden gezocht en benut. 4.1.5a – Beleid • Verzorgen profielberaad oecumene • Ondersteunen oecumenische gemeenschappen Het Brandpunt en De Herberg; • Versterken en verdiepen oecumenische gezindheid in de parochie ‘Naam’ i.o;
19
• •
Versterken RK‐participatie in de Amersfoortse Raad van kerken; Bevorderen dialoog met zusterkerken, met name gericht op het vinden van kansen tot samenwerking en/of het verdiepen van samenwerking; Bevorderen dialoog met andere godsdiensten
• 4.1.5b – projecten • Oecumene in beeld (doel: inventarisatie oecumenische activiteiten in en van de parochie, met het oog op nieuwe initiatieven); • Nog nader te formuleren project (en doel) dat inspeelt op de multiculturele dimensie van de stad.
20
4.2. Nieuwe missionaire initiatieven Hierbij hebben we die eigentijdse vormen van pastoraat en pastorale voorzieningen op het oog die gericht zijn op die mensen uit onze doelgroepen, die nu niet bereikt worden met en/of geen gebruik maken van het aanbod zoals in paragraaf 4.1 beschreven. • Bij het opbouwen, inrichten en vullen van de media website en parochieblad is het belangrijk te letten op de toegankelijkheid voor mensen die contact zoeken met de parochie of slechts op de hoogte gehouden willen worden zonder actieve deelname. Deze media bieden mogelijkheden voor pastoraal contact met ‘onzichtbare’ gelovigen. • Het jongerenwerk in onze parochie i.o. is zo kwetsbaar dat we alle zeilen zullen moeten bijzetten om het bestaande te behouden en te versterken. Wel kunnen we onderzoeken of we vanuit onze parochie kunnen deelnemen aan diocesane activiteiten (zoals de deelname aan Wereldjongerendagen, kloostertochten, zomerkampen e.d.) en daarvoor meer en ook andere jongeren weten te interesseren. We kunnen onderzoeken welke nieuwe mogelijkheden ontstaan om jongeren te bereiken en aan ons te binden door de inzet van moderne communicatiemiddelen. • Voor de groep van 30‐40’ers gaan we experimenteren met het aanbieden van een alternatief programma op het snijvlak van geloof, religieuze cultuur en bezinning. De stad Amersfoort heeft mede door haar historie en wat daarvan nog zichtbaar is in de binnenstad veel mogelijkheden om dit te gaan ontwikkelen. We denken daarbij aan het aanbieden van afgeronde activiteiten, van verschillende aard, met als doel de katholieke en christelijke beschouwing op het eigen leven en het samen leven met elkaar in de stad te stimuleren. Een geslaagd initiatief in dit kader is Kerk on stage . Als tweede voorbeeld stellen we ons een project voor zoals op dit moment succesvol in Roosendaal tot ontwikkeling komt onder de titel Spirit. Voor aanvang van de werkzaamheden zullen we ons laten informeren door de mensen van Spirit. • De groep 50+ ‘ers belandt langzamerhand in een rustigere levensfase. Er komt steeds meer tijd vrij om er op uit te trekken. Ons pastoraat krijgt veelal gestalte in een van onze kerkgebouwen of bij mensen thuis, maar er ligt nog een hele wereld tussen. Vele mensen, al dan niet kerkelijk of religieus gebonden, kiezen voor het afleggen van een pelgrimstocht, naar een van de populaire oorden. Minder bekend is dat pelgrimeren dichtbij huis ook heel goed kan. In het project Pelgrimeren met ‘Naam’ organiseren wij een aantal spirituele wandelingen langs interessante locaties en mooie natuur, in en om Amersfoort. Doel is mensen kennis te laten maken met het wandelgezelschap van dat moment, met elementen van de katholieke traditie en met zichzelf. Het bisdom bereidt de uitgave van een spirituele wandelgids voor met daarin een wandelroute langs 7 kerken Het basiliekenpad. Deze uitgave kan ons tot inspiratie zijn. • Er is een groep parochianen die hun aanvankelijke kerkbetrokkenheid hebben verloren. De redenen daarvoor zijn meestal heel verschillend, maar het effect is dat het contact met de lokale gemeenschap is verbroken. Als geloofsgemeenschappen zijn we ook niet zo alert op het afhaken van mensen en wat daar achter schuilgaat. In het project Verliezen van geloof stellen we ons tot doel mensen uit te nodigen over het verlies van hun kerkbetrokkenheid met ons en lotgenoten in gesprek te gaan. We vinden dat een gastvrije gemeenschap bereid moet zijn om naar moeilijke ervaringen met het geloof of de RK kerk en de parochie te luisteren. Misschien kunnen wij er van leren en schept het bij de genodigden ruimte voor nieuwe verhoudingen in hun leven. Een dergelijk project in Apeldoorn inspireert ons tot een gelijksoortig initiatief.
21
5. Doelen ‐ concreet De geformuleerde doelen geven aan welke resultaten we in deze beleidsperiode willen halen, m.n. de eerste vier jaar. Op drie manieren kunnen we een onderscheid maken: 1. tussen (A) doelen die betrekking hebben op de herinrichting van de organisatie en (B) doelen die betrekking hebben op het pastoraat dat we nastreven. 2. tussen taak en bijdrage vanuit de besturen en taak en bijdrage vanuit het pastoraal team en door pastorale medewerkers. 3. tussen de korte termijn (met jaartallen) en de lange termijn (vetgedrukt) Op grond van onze missie en de achterliggende visie wenst parochie ‘Naam’ i.o. de volgende doelen na te streven in een periode van 7 jaar: A. Herinrichting van de organisatie – integratie van gemeenschappen • Parochie ‘Naam’ i.o. is over 7 jaar een gemeenschap van gemeenschappen geworden. De leden ervaren een dubbele binding, met de lokale geloofsgemeenschap en met de stedelijke ‘Naam’‐gemeenschap. Er is een vanzelfsprekende manier van werken en leven ontstaan, waarbij we ons steeds bij aanvang afvragen wat passend is: een stedelijk of lokale aanpak. Voor het bestuur betekent dit: ¾ 2009: start voorbereiding samenvoeging van de 7 parochies ¾ 2009: inrichten van een centraal parochiesecretariaat en vergader‐ en werkcentrum (nb. realisering afhankelijk van het tempo van de verbouwing) ¾ 2009: inrichten centraal parochieblad en website, met in achtneming van de bestaande samenwerking met de PKN op dit gebied ¾ 2009‐2011: opbouwen van een netwerk van externe contacten met maatschappelijke organisaties en de lokale overheden Voor het pastoraal team / medewerkers betekent dit: ¾ 2009 en verder: liturgisch rooster voor gehele parochie ¾ 2009 en verder: enkele liturgische vieringen voor de parochie ‘Naam’ i.o. ¾ 2009 en verder: evenementen voor parochie ‘Naam’ i.o. (bijv deelname aan de jaarlijkse Vrouwevaert) ¾ 2009 en verder: integratie van de werkvelden • Parochie ‘Naam’ i.o. heeft in 3 jaar het traditionele pastoraat zoals de lokale gemeenschappen dat nu kennen voor langere tijd veilig gesteld voor de stad: daarbij gaat het om wekelijkse eucharistievieringen, andersoortige en bijzondere liturgievieringen, sacramentenvoorbereiding, gespreksgroepen en pastoraal bezoekwerk en hulp aan mensen in nood. Parochie ‘Naam’ i.o. streeft er naar bij dit aanbod haar kernwaarden te realiseren: zichtbaar, gastvrij, dienstbaar en aandachtig. Voor het bestuur betekent dit: ¾ 2009: Opstart pastoraatsgroepen in en voor alle gemeenschappen ¾ 2009: opstart gesprek over de vraag wat elke lokale gemeenschap kan bijdragen aan de realisering van het beleidsplan. Dit vormt de aanzet tot een eerste lokaal werkplan. ¾ 2009: besluit over komst van een jongerenwerker en het vaststellen van de opdracht ¾ 2010: ombouw parochiebesturen naar lokatieraden en opstart samenspel locatieraden en pastoraatsgroepen. Voor het pastoraal team / medewerkers betekent dit ¾ 2009: Opstart en begeleiding pastoraatsgroepen in en voor alle gemeenschappen ¾ 2009: opstart profielberaden op de profielen liturgie, catechese, diaconie en gemeenschapsopbouw van parochie ‘Naam’ i.o. ¾ Eind 2008 en begin 2009: opstart gesprek over de vraag wat elk profiel in het eerste werkjaar kan bijdragen aan de realisering van het beleidsplan. Dit vormt de aanzet tot een werkplan per profielveld. ¾ 2009: opstart 3‐jarig project Pastoraal bezoekwerk i.s.m. Stedelijk Armenbestuur.
22
¾ 2009: opstart 2 jarig project Veelvormig vieren ¾ 2011: opstart 3 jarig project Introductie in Katholieke Leer en geloof • Parochie ‘Naam’ i.o. bezit over 3 jaar een parochiële aanpak vrijwilligersbeleid. De te verrichten werkzaamheden bestaan o.a. uit het opzetten van een actueel registratiesysteem van vraag en aanbod en de matching van die twee. Doel is nieuwe vrijwilligers te werven en de overbelasting van huidige vrijwilligers terug te dringen. Verder zijn aandacht voor tevredenheid, scholing en toerusting belangrijke pijlers in de begeleiding van pastorale medewerkers. Voor het bestuur betekent dit: ¾ 2009 en 2011: start 3‐jarig project vrijwilligersbeleid parochie ‘Naam’ i.o. met het maken van een projectplan, zo nodig beschikbaar stellen van financiën voor de inzet van een projectmedewerker en overige faciliteiten, en o.a. het leveren van kennis over de inzet van medewerkers per locatie. Deelprojecten zijn: opzetten vacaturebank (doel: inzicht verwerven in bestaande vacatures en noodzakelijke kwalificaties) en Zet jezelf op de kaart (doel: werven nieuwe medewerkers) Voor het team betekent dit: ¾ 2009‐2011: het pastoraal team draagt bij aan de ontwikkeling van het vrijwilligersbeleid. Bijdrage is afhankelijk van het feit of een tijdelijke projectmedewerker kan worden ingezet. •
Parochie ‘Naam’ i.o. bezit na 2 jaar een advies hoe om te gaan met de kerkgebouwen van de parochie. Wij realiseren ons dat dit een moeilijk onderwerp is, maar we kunnen er niet omheen. We zitten in een te ruime en mogelijk ook niet helemaal geschikte jas. Op grond van de cijfers die wij nu tot onze beschikking hebben en de prognoses die daarbij horen, zullen in 2020 nog maar een kwart van de zitplaatsen van alle kerklocaties in de weekendvieringen bezet worden. Daarbij komt nog dat er op grond van het pastorale programma de behoefte kan ontstaan aan andere voorzieningen, of aanpassingen aan bestaande gebouwen. Voor het bestuur betekent dit: ¾ 2010: het instellen van een speciale commissie, die een tweeledig advies ontwikkelt: a) er is vanuit het veranderend pastoraat een behoefte‐inventarisatie gemaakt, b) de staat van alle gebouwen en lokale voorzieningen is in beeld gebracht. Het advies betrekt de behoefte op de feitelijke situatie en komt op grond daarvan tot een voorstel. Deze commissie laat zich daarin zo nodig bijstaan door externe deskundigen. ¾ 2011: start communicatietraject naar de gemeenschappen Voor het pastoraal team/ medewerkers betekent dit: ¾ 2010: vanuit de pastorale praktijk adviseren welke voorzieningen noodzakelijk zijn om de pastorale doelen te realiseren. ¾ 2011: bijdrage leveren aan het communicatietraject naar de gemeenschappen. B. Missionaire initiatieven • Parochie ‘Naam’ i.o. heeft in 7 jaar voor elke doelgroep die we in paragraaf 3.4 hebben geformuleerd een activiteit of project gedaan of gestart, met het oog op een blijvend vervolg. Kortom, we spannen ons in om tenminste 5 nieuwe missionaire projecten te starten met het oog op nieuwe doelgroepen en nieuwe vormen van kerkelijke presentie. Deze projecten hebben een krachtig eigen gezicht, en maken zichtbaar hoe het is om anno 2008 e.v. te leven vanuit het Evangelie. Voor het bestuur betekent dit: ¾ 2009 en verder: faciliteren van deze nieuwe initiatieven en bewaken dat deze initiatieven de identiteit van de nieuwe parochie helpen opbouwen en er mee in overeenstemming zijn. Voor het pastoraal team / medewerkers betekent dit: ¾ 2010: start 3 jarig project Spirit ¾ 2011: start 2 jarig project Pelgrimeren dichtbij ¾ 2012: start 1 jarig project Verliezen van je geloof
23
6. De werkzaamheden in een globale planning
2009 – integratie van gemeenschappen •
bestuur
• • • • • • •
•
Pastoraal team
• • • • • •
Vaststellen benodigde formatie bij dit beleidsplan Goedkeuren werkplannen pastoraal team en lokale gemeenschappen Samenvoegen zeven parochies Inrichten centraal parochiesecretariaat Inrichten 1 parochieblad en website Opbouwen netwerk van externe contacten Vaststellen opdracht jongerenwerker Opstart pastoraatsgroepen (werven en installeren) 2009 en verder: liturgisch rooster voor gehele parochie 2009 en verder: enkele liturgische vieringen voor de Naam‐ gemeenschap 2009 en verder: evenementen voor parochie ‘Naam’ i.o. (bv. Deelname aan de Vrouwevaert) Begeleiding pastoraatsgroepen in en voor alle gemeenschappen ( toerusten en coachen) opstart profielberaden per profiel start project pastoraal bezoekwerk i.s.m. Stedelijk Armenbestuur opstart project Veelvormig vieren
2010 – start nieuwe projecten
•
Opbouwen en onderhouden van netwerk externe contacten
• • •
Opstart locatieraden Start project vrijwilligersbeleid een speciale commissie ontwikkelt een advies m.b.t. het aantal locaties en de gewenste gebouwen en voorzieningen. Deze commissie laat zich daarin bijstaan door externe deskundigen. Faciliteren missionaire initiatieven Evalueren voortgang en goedkeuren werkplannen 2e jaar project bezoekwerk Start missionair project Spirit start project Veelvormig vieren bijdrage project Vrijwilligersbeleid start werkzaamheden jongerenwerker begeleiding pastoraatgroepen 2e jaar project Veelvormig vieren
• • • • • • • • •
2011
2012
•
•
• • •
• • • • •
een speciale commissie werkt het advies om tot een ontwerp en start een communicatietraject met alle gemeenschappen van de ‘Naam’‐parochie i.o. 2e jaar project vrijwilligersbeleid Faciliteren missionaire initiatieven Evalueren voortgang en goedkeuren werkplannen
3e en laatste jaar project bezoekwerk 2e jaar project spirit Start missionair project Pelgrimeren dichtbij start project Introductie in het katholicisme bijdrage project Vrijwilligersbeleid
• • •
• • • • •
Start voorbereiding uitvoering besluit gebouwen en locaties 3e en laatste jaar project vrijwilligersbeleid Faciliteren missionaire initiatieven Evalueren voortgang en goedkeuren werkplannen
3e en laatste projectjaar Spirit 2e en laatste projectjaar Pelgrimeren dichtbij Start project Verliezen van geloof 2e jaar project Introductie in het katholicisme bijdrage project Vrijwilligersbeleid
24
[ De hoofdstukken 7. Personeel en 8. Financiën zijn in voorbereiding. De beschrijving kan afgerond worden als de ambitie zoals die in het voorgaande is vastgelegd is aangenomen. Dan kunnen we een voorstel ontwikkelen voor de benodigde organisatie en m.n. de menskracht en overige voorzieningen. De projectgroep zal een voorstel aanbieden aan de stuurgroep na de bijeenkomst van 22 november.]
25
Bijlage 1 – Achtergrond bij de parochienaam 1. De Legende van Onze Lieve Vrouw ter Eem. Over de reden van de bouw van de Onze Lieve Vrouwetoren doet al eeuwenlang een legende de ronde. Een meisje genaamd Geertje Arends uit Nijkerk zou in het jaar 1444 een houten Mariabeeldje in de buitengracht (tegenwoordig Scheltussingel) van Amersfoort hebben gegooid, omdat ze het te lelijk vond voor het Agnietenklooster waar zij in wilde treden. Op Kerstmis kreeg een dienstmeid met de naam Margriet Alberts een visioen: Maria vertelde haar dat ze het beeldje uit het water moest halen. In begin geloofde ze zich zelf niet en er waren nog twee visioenen nodig om haar zo ver te krijgen het beeldje op te vissen. Aangekomen op de plek die Maria haar had aangeduid, vond ze het Mariabeeldje ongeschonden, precies waar Geertje het had weggegooid. Ze nam het beeldje mee naar huis en onmiddellijk begonnen de eerste wonderen zich te openbaren: de kaarsen die Margriet bij het beeldje had neergezet brandden niet meer op. Haar biechtvader nam het beeldje mee naar zijn kapel en vanaf dat moment kwam de bedevaart in Amersfoort op gang. Amersfoort groeide snel uit tot een van de meest populaire bedevaartsoorden in de Noordelijke Nederlanden. De pelgrims brachten zoveel geld in dat besloten werd een hoge toren te bouwen. Volgens de legende symboliseert de toren de Moeder Gods en het uitgebouwde traptorentje tegen de lantaarn het Christuskind. Na de Reformatie (rond 1579) bleef de verering op beperktere schaal bestaan, tot de stadsoverheid in 1720 ingreep, waarschijnlijk omdat de Vrouwevaert betrokken was bij de kerkscheuring in de Rooms‐Katholieke Kerk (het Utrechts Schisma). Het beeldje en toebehoren bevinden zich sinds die tijd in de Oud‐Katholieke Kerk. In 1933 is door Rooms‐Katholieken het Onze Lieve Vrouwegilde opgericht, dat sindsdien weer een jaarlijkse ommegang organiseert op de zaterdag acht dagen voor Pinksteren. Begin jaren zestig liep de belangstelling terug. Sindsdien is het aantal deelnemers weer gestegen; het is tegenwoordig vrij stabiel met enkele honderden mensen. 2. Motieven ter ondersteuning van de keuze 1. De naam ‘Onze Lieve Vrouw’ en de stad Amersfoort hebben historisch gezien een sterke band met elkaar. Denk maar aan de geschiedenis van Amersfoort als bedevaartplaats rond het mirakel van het Mariabeeldje in het water van de stadsgracht. (rond 1444) De jaarlijkse ‘Vrouwevaert’ is daar nog steeds op gebaseerd. Denk ook aan de Onze Lieve Vrouwetoren, gebouwd met giften van de pelgrims en de opbrengst van een bloeiende handel in pelgrims‐ souvenirs. Deze Onze Lieve Vrouwetoren is tot op de dag van vandaag een prachtig monument met een krachtige uitstraling in de regio. 2. De naam ‘Onze Lieve Vrouw’ is een naam die, zeker in eigen kring, positieve associaties oproept. De meeste katholieken hebben op de een of andere manier wel een band met Maria. Zij neemt in de religieuze beleving van velen een belangrijke plaats in. 3. Met de toevoeging ‘ter Eem’ aan de parochienaam, plaatsen we de parochie als geheel in een bredere geografische context dan alleen de stad Amersfoort. De rivier de Eem stroomt immers ook door het buitengebied van Amersfoort/ Eemland. Dit zal ook de mensen in Hoogland, Bunschoten en Hooglanderveen wellicht goed doen. 4. Omdat vijf van de zeven ‘oude’ parochies de naam dragen van een mannelijke patroonheilige, (alleen de H. Kruisparochie en de H. Geest parochie niet), gaat er wellicht een positief signaal uit van de keuze voor een vrouwelijke heilige als overkoepelende patrones voor de nieuwe parochie. 5. De naam van de parochie Onze Lieve Vrouw ter Eem i.o.kan ook gezien worden als een eerbetoon aan de zusters van Onze Lieve Vrouw van Amersfoort als zij over enige
26
tijd hun klooster Onze Lieve Vrouw ter Eem (aan de Daam Fockemalaan) moeten opheffen. Daarmee wordt tevens de continuïteit van de (kerk)geschiedenis benadrukt en de waarde van de levende traditie.
27
Bijlage 2 – De ontstaansgeschiedenis van de stad Amersfoort. De stad dankt zijn ontstaan en naam aan een doorwaadbare plaats of voorde in de rivier de Eem (vroeger: Amer). Verschillende beken die water afvoerden uit de Gelderse Vallei kwamen bij elkaar in een laagte tussen de Amersfoortse Berg en het hoger gelegen gebied ten noorden van Amersfoort (Hoogland). Bij die doorwaadbare plaats werd de Eem gekruist door handelsroutes die van Utrecht naar het oosten en noorden liepen. De eerste vermelding van de plaats dateert uit 1028. Er moet toen sprake geweest zijn van een boerennederzetting. De strategische ligging was voor de bisschop van Utrecht aanleiding om er één van zijn hoven te bouwen, om van hieruit de Gelderse Vallei te ontginnen. Waarschijnlijk werd dit bisschoppelijk hof in de eerste helft van de twaalfde eeuw gesticht op de plaats waar thans de Sint‐Joriskerk staat. Handel en nijverheid leefden op en de nederzetting kreeg in 1259 (op 12 juni) stadsrechten van de Utrechtse bisschop Hendrik van Vianden. In de acte, waarin aan Amersfoort stadsrechten werd verleend werd het stadje omschreven als een oppidum, dat wil zeggen dat de stad versterkt was, waarschijnlijk door een aarden wal, wellicht met poorten. Tegen het einde van de dertiende eeuw werd de eerste stenen muur gebouwd, met een lengte van 1550 meter, en omgeven door een gracht. Op de plattegrond van het centrum van Amersfoort is deze eerste stadsmuur nog goed terug te vinden. Omstreeks 1380 werd al begonnen met de bouw van een nieuwe muur (gereed rond 1450). Daarvan was de totale lengte 2850 meter. En het oppervlak van de ommuurde stad verdrievoudigde. In deze muur werd een aantal poorten gebouwd die tot op de dag van vandaag te bewonderen zijn, zoals de Koppelpoort en de Monnikendam. Van de eerste muur is weinig bewaard gebleven, slechts de sterk gerestaureerde Kamperbinnenpoort resteert. Niettemin is het verloop van de eerste muur nog intact; de Muurhuizen volgen het tracé van de muur en maken gebruik van diens fundering. In de Middeleeuwen groeit Amersfoort uit tot een echte stad. De handel in textiel en bier, en later in turf en tabak, maakt van de stad een regionaal centrum. De economische bloei wordt versterkt door de komst van veel pelgrims. Zij komen voor het Mariabeeldje dat in 1445 gevonden is. Met het geld dat de pelgrims inbrengen wordt de Onze Lieve Vrouwetoren (Lange Jan) gebouwd. Amersfoort had in de Middeleeuwen een bijzonder groot aantal brouwerijen en een belangrijke textielnijverheid De stad beleefde in de 18e eeuw een bloeiperiode dankzij de tabaksteelt. In 1629 werd Amersfoort door Hendrik van den Bergh veroverd. Hendrik van den Bergh moest eigenlijk de aanval van Frederik Hendrik van Oranje op 's‐Hertogenbosch beantwoorden, maar het lukte door onder andere de circumvallatielinie rond 's‐Hertogenbosch niet om door de verdediging van Frederik Hendrik te komen. In de 16e eeuw gaat het op economisch gebied veel minder. De groei van het aantal inwoners stagneert en in het begin van de negentiende eeuw wonen er in Amersfoort nog maar zo’n 8.000 mensen. Halverwege de 19e eeuw breken de inwoners grote delen van de muren en poorten af. Arme mensen worden zo van werk voorzien en van de stenen worden straten, pleinen en wegen verhard. Koning Willem II weet te voorkomen dat ook de Koppelpoort, Monnikendam, Kamperbinnenpoort en een restant van de stadsmuur verdwijnen. Groeistad De komst van de spoorwegen deed de stad uit haar 19e eeuwse slaap ontwaken. Amersfoort werd een belangrijk knooppunt en is dat tot op heden. De stad groeide in omvang door de bouw van de voor‐oorlogse woonwijken (de Kwartier‐wijken) in het zuiden van de stad. Na de Tweede Wereldoorlog is de stad gestaag gegroeid, zichtbaar in de komst van nieuwe wijken (zoals Schuilenburg, Kruiskamp, Liendert, Rustenburg en Schothorst Noord‐Zuid). Dit proces kreeg een enorme impuls door de Groeistad‐status, die inmiddels heeft geleid tot de bouw van grote nieuwe wijken aan de noordzijde van de stad (Nieuwland, Kattenbroek en Zielhorst). Onderdeel van die enorme groei is de opname van de plattelands dorpen Hoogland en Hooglanderveen in de gemeente Amersfoort. Op dit moment wordt rondom Hooglanderveen de nieuwe wijk Vathorst als voorlopig laatste bouwplan ontwikkeld. Het economische hart van de stad wordt niet langer bepaald door de teelt van tabak en het brouwen van bier, en in het noorden de landbouw. De zakelijke en financiële dienstverlening is een belangrijke sector (naast handel, gezondheidszorg en onderwijs) van werkgelegenheid in de stad en
28
dat aandeel groeit nog steeds, terwijl het aantal arbeidsplaatsen in de industrie en bouw verder afkalft. Dit profiel van de stad bepaalt voor een belangrijk deel de ontwikkeling in de bevolkingssamenstelling, zoals we hieronder zullen zien.
29
Bijlage 3 – Cijfers parochieleden, kerkgang en doopsel‐EHC‐vormsel parochieleden parochieverband Amersfoort - feit en trend 30000
aantal leden
25000 20000 15000 10000 5000
20 07
20 06
20 05
20 04
20 03
20 02
20 01
20 00
19 99
19 98
19 97
19 96
19 95
0
jaar 1995-2007
kerkgang parochieverband Amersfoort - feit en trend
aantal kerkgangers
3000 2500 2000 Reeks1
1500 1000 500
19 95 19 96 19 97 19 98 19 99 20 00 20 01 20 02 20 03 20 04 20 05 20 06 20 07
0
jaar 1995-2007
Doopsel, EHC en Vormsel 'Naam'-parochie i.o. 300
aantallen
250 200
Doopsel
150
Communie
100
Vormsel
50
19 95 19 96 19 97 19 98 19 99 20 00 20 01 20 02 20 03 20 04 20 05 20 06 20 07
0
periode 1995-2007
30
Bijlage 4 – uitslagen recente verkiezingen en kerkelijk gezindte
aantal stemme
Gemeente Amersfoort - Tweede Kamerverkiezingen 2002, 2003 en 2006 25.000 20.000 TK 2002
15.000
TK 2003
10.000
TK 2006
5.000 LP F PV V Pv dD O ve rig
C U
SP
G L
D 66
VV D
C D A PV D A
0
politieke partijen
aantal stemme
Gemeente Amersfoort Gemeenteraadsverkiezingen 2006 16.000 14.000 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 0 CDA PVDA VVD BPA
GL
SP
CU
JA
Overig
politieke partijen
kerkelijke gezindte gemeente Amersfoort anders; 4 islam; 7
geen
anders chr.; 6
rk
geref.; 6
ned. herv. geen; 48
ned. herv.; 10
geref. anders chr. islam
rk; 19
anders
31
Bijlage 5 – Kerkelijke gezindte naar wijk2 Kerkelijke gezindte Kruiskamp
anders; 6 geen rk
islam; 26
geen; 42
ned. herv. geref. anders chr.
anders chr.; 5
islam anders
geref.; 2 ned. herv.; 8
rk; 11
Kerkelijke gezindte Liendert
anders; 3 geen
islam; 18 geen; 36
rk ned. herv.
anders chr.; 6
geref. anders chr.
geref.; 5
islam anders
ned. herv.; 14
rk; 18
Kerkelijke gezindte - Schuilenburg
anders; 3 geen
islam; 23
geen; 33
rk ned. herv. geref. anders chr.
anders chr.; 7
islam
geref.; 8 ned. herv.; 11
rk; 15
anders
Kerkelijke gezindte - Randenbroek
anders; 6 geen
islam; 12 geen; 38 anders chr.; 8
rk ned. herv. geref. anders chr.
geref.; 10 ned. herv.; 12
islam anders rk; 14
2
Weergegeven zijn de de 4 wijken met het hoogste percentage ‘islam’. Ter vergelijking, alle andere wijken hebben 7 % of minder.
32
Bijlage 6 - Sterkte en zwakte, per gemeenschap en per parochie i.o. (op grond van gesprekken Binnenstebuiten - 2007) Zelfdefintie Ansfridus Brandpunt Franciscus Xaverius Geest Henricus Herberg Joseph Kruis Martinus Open Kontakt
Beleid
Medew.ers
Kerk/wereld
Pastoraat
Samenw.
Toekomst
zonnig licht bewolkt bewolkt onweer
Enkele algemene conclusies: 1. De gemeenschappen die een gedeelde identiteit als geloofsgemeenschap bezitten, en op grond daarvan beleid hebben gemaakt scoren overwegend goed op de andere aspecten van kerk zijn. Deze gemeenschappen bezitten besturen met vertrouwen en de ervaring dat ze opgewassen zijn tegen hun taak. Het tegenovergestelde is ook zichtbaar. 2. De aspecten die over de gehele linie slecht scoren zijn achtereenvolgens: a) Kerk in de wereld – de noodzaak tot missionair handelen laat zich hieruit aflezen, b) de toekomstverwachting wordt met meer of minder zorg bekeken, maar het overheersende gevoel is zorgelijk, c) medewerkers – dat is niet alleen ingegeven door vergrijzing en vacatures maar ook door het gegeven tekort te schieten in de begeleiding en niet weten hoe nieuwe vrijwilligers te vragen voor welke klus. 3. Dit beleidsplan geeft richting aan de gezamenlijkheid van de geloofsgemeenschappen maar moet ook aanknopingspunten bieden om lokaal tot versterking te komen.
33