MAANDBLAD VAN DE VLAAMSE INGENIEURSKAMER
12-2011
INGENIEURSMAGAZINE
Leuvens Solar Team tiende in zonnerace
Na de bos- en zeeklassen de smaakklassen Big Blue voor klimaatbewustzijn Passiefschool: “Elke kleuter is een kacheltje.”
VIK, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem jaargang 49, nummer 12, december 2011 maandelijks tijdschrift, verschijnt niet in juli en augustus afgiftekantoor HASSELT 1- P2A8632
Commentaar I-mag Ingenieursmagazine is een uitgave van de Vlaamse Ingenieurskamer vzw Stichtend lid CIBIC – www.cibic.be Lid van Ex-Change vzw – www.ex-change.be Stichtend lid van European Young Engineers EYE – www.e-y-e.org Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers (U.P.P.)
VIK-lid is nu ook ie-net-lid Op 29 juni hebben de Vlaamse Ingenieurskamer VIK en de Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging KVIV samen de vzw ie-net opgericht. Ie-net staat voor de community van alle ingenieurs en technisch geïnspireerde mensen. Ie-net brengt niet alleen voor het eerst alle ingenieurs in Vlaanderen bijeen, maar ook iedereen met een passie voor techniek en technologie.
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Ing. Bart Demol MSc, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem HOOFDREDACTEUR
Sinds 2009 hebben VIK en KVIV succesvol samengewerkt in ie-net-projecten die zich richtten naar alle ingenieurs. Denk maar aan de startbaanenquêtes met de startbaanavonden, de vele roadmapevents en de succesvolle loopbaanenquête van 2010, die we volgend jaar zullen herhalen.
Ing. Noël Lagast MSc EINDREDACTIE Luc Vander Elst
We stellen met genoegen vast dat de projecten die ie-net opzet voor alle ingenieurs in Vlaanderen succesvol zijn en ook de nodige aandacht in de pers en de media weten te wekken. De ie-jobtrein van 16 november en de ie-prijzen voor alle masters ingenieur op 1 december in het justitiepaleis van Antwerpen getuigen daarvan.
REDACTIERAAD Ing. I. Born MSc - Ing. B. Demol MSc Ing. H. Derycke MSc - Ing. K. De Wever MSc Ing. N. Lagast MSc - Ing. G. Roymans MSc Ing. W. Samyn MSc - Ing. L. Wezenbeek MSc REDACTIESECRETARIAAT Francine Demaret SECRETARIAAT VIK Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem Tel. +32 3 259 11 00 - Fax +32 3 259 11 01 Website: www.vik.be - e-mail:
[email protected] Doorlopend open van 08.30 uur tot 17.00 uur Voor advertentieruimte of redactionele bijdragen: mail naar
[email protected]. LIDMAATSCHAPSBIJDRAGEN rek.nr.: 406-0098501-56 € 62,00 voor technisch en industrieel ingenieurs, die meer dan drie jaar gediplomeerd zijn; voor geassocieerde leden € 34,00 voor hen, die 3 jaar of minder dan drie jaar gediplomeerd zijn; voor een samenwonend lid; voor gepensioneerden € 17,00 voor studenten-industrieel ingenieur € 79,00 voor leden woonachtig in het buitenland
De operationele samenwerking tussen de beide verenigingen is nu geformaliseerd. De integratie van de secretariaten en de systemen is volop aan de gang. Ook zijn de VIK- en KVIV-leden automatisch lid van ie-net. Dat is statutair vastgelegd. Uw VIKlidkaart zal straks ook uw ie-net-lidmaatschap vermelden. De dienstverlening, gericht op alle ingenieurs, wordt door ie-net geleverd. Zo worden de programma's voor permanente vorming samengevoegd en aangeboden tegen ledentarief voor VIK- en KVIVleden. Straks wordt ie-vlaanderen gelanceerd, de unieke netwerkgids met alle ingenieurs in Vlaanderen. Alle leden krijgen die gids gratis thuisbezorgd. Mis die unieke uitgave niet door tijdig uw VIK-lidmaatschap te vernieuwen. Welke rol blijft er voor VIK en KVIV weggelegd? Dat is eenvoudig. Alles wat specifiek gebonden is aan het profiel van de industrieel ingenieurs zal vanuit VIK aangestuurd blijven. Maar naast de ie-net-projecten is er nog veel synergie mogelijk tussen de lokale werking in de VIK-afdelingen en de KVIV-gewesten. Daarvoor is nu een ‘Werkgroep VIK en KVIV’ gestart. Want dat samenwerken loont, is ondertussen voldoende aangetoond. Samen kunnen we nog meer animo en dynamiek brengen in onze bruisende verenigingen. Vanuit de vaste overtuiging dat techniek en technologie een belangrijke rol spelen in de hedendaagse en toekomstige maatschappij, richt ie-net zich naar de bedrijfswereld, de overheid, de onderzoeks- en onderwijsinstellingen. Ie-net brengt technologie en techniek op het voorplan en doet dat in een nauwe relatie tot actuele socio-economische thema’s. Ie-net maakt de bijdrage van de ingenieurs, zowel individeel als in groep, aan de handhaving en ontwikkeling van de welvaart van de maatschappij zichtbaar. Ie-net zal alle technisch geïnspireerden motiveren om een voortrekkersrol op te nemen in de diverse sectoren en disciplines. Alle VIK-leden zullen de positieve dynamiek daarvan ervaren. Ing. Paul BERTELS MSc Gedelegeerd bestuurder VIK en ie-net
DRUKKERIJ & LAY-OUT
Commentaar? Twitter @paulbertels
Drukkerij SLEURS nv, Overpelt Tel. +32 11 80 90 90 - Fax +32 11 80 90 95 Voor de ondertekende artikels zijn alleen de auteurs aansprakelijk. COVER Umicar Imagine onderweg © Umicore Solar Team
VIK-lidmaatschap 2012 Maak vandaag nog uw VIK-bijdrage over en krijg het ie-net-lidmaatschap er gratis bovenop. Gebruik het overschrijvingsformulier bij deze I-mag!
3
I-mag december 2011
Inhoud
Commentaar .....................................
03
...............................................................
04
VIK-lid is nu ook ie-net-lid.
Inhoudstafel
Big Blue bundelt kennis over warmte en water Technologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Solar Team uiteindelijk tiende in World Solar Challenge Technologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Groen-elektrisch met eNovates en Connect Systems Technologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Modern times Technologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Smaakklassen promoten gezonde voeding Samenleving
........................................................................
Kathleen Dupont is technolady tussen moderne magiërs Samenleving
........................................................................
In de kijker: Mystic Indonesië Afdeling Limburg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Nieuws van de afdelingen .....................................................................................
Ex-Change extra katern . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Directeur Van Gool kijkt uit naar lagere stookkostenl Samenleving
........................................................................
Opmerkelijke eindwerken beloond met High Tech Awards Netwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Postgraduaat bio-ecologisch bouwen breidt uit Netwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Nieuws van de studiegroepen VIK Studiegroepen
..................................................................
7de promotie ‘Fellow in gerechtelijke expertise’ gaat van start VIK Vorming
.........................................................................
Gebouwen klimatiseren VIK Vorming
.........................................................................
Praktijk van de geotechniek VIK Vorming
.........................................................................
Bekistingen en zichtbeton VIK Vorming
.........................................................................
Ventilatietechnieken VIK Vorming
.........................................................................
Cursusagenda november - december 2011 VIK Vorming
.........................................................................
Fellow in gerechtelijke expertise VIK Vorming
I-mag december 2011
.........................................................................
4
05 08 10 13 14 17 20 22 23 30 34 36 40 43 44 44 45 46 46 48
technologie TECHNOLOGIE
“Ingrijpen op alle niveaus om catastrofe te voorkomen” Big Blue bundelt kennis over warmte en water ZAVENTEM. Big Blue is een informatie-, verkoop- en expertisecentrum dat alle kennis en spelers rond energievriendelijke oplossingen voor warmte en water samenbrengt. Want er blijkt veel informatie te zijn, maar weinig concreet werkbare kennis. En dat zowel bij particulieren als bij professionals. Met het expertisecentrum Big Blue in Zaventem gaat het familiebedrijf Van Marcke de uitdaging aan om die kenniskloof te dichten.
Agnès Pringiers en Bart Deltour.
Agnès Pringiers staat bij Van Marcke in voor de public relations. Zij steekt onmiddellijk van wal: “Big Blue staat voor kennisoverdracht en maatwerk op het gebied van energievriendelijke oplossingen voor warmte en water. Particulieren kunnen hier terecht voor persoonlijke begeleiding en modulaire oplossingen. Alles wordt afgestemd op hun eigen, unieke profiel. Anders gezegd: de oplossingen die we aanbieden, plakken op hun woonomgeving, hun budget en hun verwachtingen. Met professionals werken we op eenzelfde manier: wij bieden hen informatie, opleiding en ondersteuning op maat aan.
Door kennis te delen en concrete oplossingen aan te reiken, maken wij ons duurzaam engagement hard.”
Batibouw “Eigenlijk begon het verhaal van Big Blue op Batibouw 2000”, zegt manager Bart Deltour. “Daar was Van Marcke aanwezig met de nieuwste technologieën op het gebied van energie- en milieuvriendelijke oplossingen voor warmte en water, maar voor het grote publiek was dat eigenlijk nog een ‘ver van hun bed’-verhaal. We breidden het bestaande aanbod uit, we
5
maakten een catalogus over duurzame technieken en we organiseerden ettelijke congressen en toen rees het idee om alle duurzame innovaties op één plek samen te brengen om installateurs, ingenieurs, architecten, studiebureaus én de modale geïnteresseerde te laten kennismaken met de recentste ontwikkelingen. Want het tempo waarmee de klimaatsverandering op ons afkomt, verrast iedereen. Ingrijpen op alle niveaus om een catastrofe te voorkomen is een noodzaak: zowel voor de industrie, de bedrijfswereld als de consument.”
I-mag december 2011
Vervuilers “De Belgische particulieren kunnen een verschil maken, want het hoge energie- en waterverbruik van woningen weegt door op het klimaat. Woningen zijn verantwoordelijk voor 31% van de totale CO2- uitstoot in België en daarmee zijn ze de tweede grootste vervuiler, enkel vooraf gegaan door industrie (35%) en gevolgd door transport (18%). Als men verder kijkt naar de CO2-emissie van een gemiddeld Belgisch gezin, dan is het energieverbruik verantwoordelijk voor 31% ervan. Kijken we nog dieper, dan is verwarming en warm water met 24,6 % uitstoot de grote boosdoener. Ook met drinkwater is de Belg kwistig: 52% van het gebruikte leidingwater van een gemiddeld gezin is perfect vervangbaar door regenwater. Hier zijn de slokoppen het toilet (31%), de wasmachine (12%) en water voor onderhoud van huis en tuin. (9%). Die cijfers tonen aan dat particulieren zeer zeker het verschil kunnen maken bij de bescherming van het klimaat door te kiezen voor duurzame oplossingen rond warmte en water. Precies daarom is het voor ons van belang om hen de juiste, concrete en begrijpbare informatie en begeleiding te geven.”
“ Toen rees het idee om alle duurzame innovaties op één plek samen te brengen om installateurs, ingenieurs, architecten, studiebureaus én de modale geïnteresseerde te laten kennismaken met de recentste ontwikkelingen. Want het tempo waarmee de klimaatsverandering op ons afkomt, verrast iedereen.”
“Om de kenniskloof bij professionelen mee te helpen dichten werd Van Marcke College opgericht. Dat ‘college’ leidt professionelen op om nieuwe technieken en
Voorbeeldig gebouw
duurzame oplossingen aan te bieden, te promoten en te plaatsen. Dat is nodig, want technologieën en innovaties evolueren snel. Wij helpen professionals om met de moduleaanpak technologische oplossingen op een correcte en begrijpbare manier aan hun klanten uit te leggen. Daarnaast kunnen particulieren in Big Blue zelf komen kijken en ervaren wat precies de bedoeling is en hoe een en ander
“Ook het gebouw waarin het concept Big Blue, een initiatief gesteund door 26 partners, onderdak vond, is op zich al een staaltje van energiebewustzijn”, zegt Bart Deltour. “De voormalige industriële loods van 1.500m2 onderging een grondige renovatie en werd omgebouwd tot een CO2-neutraal gebouw, dat beantwoordt aan de passiefhuisnorm. Ook alle elektriciteit voor de verwarming, ventilatie en verlichting is afkomstig van de zon. Het sanitaire water komt dan weer uit een installatie die regenwater van het dak opvangt en filtert.” WP
Zonnepanelen Op zijn site in Kortrijk installeerde Van Marcke fotovoltaïsche zonnepanelen met een vermogen van 175 kWp, goed voor 8% van het totale energieverbruik van de Van Marcke-centrale in Kortrijk. Het magazijndak heeft een oppervlakte van ongeveer 4.000 m². Na een positief stabiliteitsonderzoek werd het project uitgewerkt. Maar alvorens met de opbouw te beginnen, werd geïnvesteerd in een nieuwe dakbedekking, zodat de panelen probleemloos 20 jaar op het dak kunnen blijven. Er werden in totaal 765 panelen van het type Canadian Solar CS6P-230 Wp geplaatst. De installatie komt overeen met zo'n 50 à 60 huishoudelijke installaties. Alle opgewekte stroom wordt volledig op de site verbruikt. Na de installatie op het Big Bluedak ging het om een tweede project op de gebouwen van Van Marcke. WP Big Blue is opgebouwd in verschillende modules. I-mag december 2011
6
TECHNOLOGIE
gisch verantwoorde producten bij de mensen thuis vakkundig te installeren.”
Modules
“De modules werden zo opgebouwd dat de bezoeker ze zelfstandig kan doorlopen.”
werkt. Een van onze medewerkers, een ‘Big Blue Planner’, helpt en begeleidt hen daarbij.”
Actie “Begrippen als ‘energiezuinig’, ‘duurzaamheid’, ‘milieuvriendelijk’, … zijn momenteel erg in de mode, maar met Big Blue gaan wij een stap verder”, aldus
Pringiers. “Want als distributeur willen wij niet alleen met een langetermijnvisie een duurzame toekomst bewerkstelligen, wij staan ook centraal in het midden tussen de klanten en de leveranciers. Wij hebben de producten én de concrete oplossingen. Alle respect voor de vele informatiecampagnes van verschillende organisaties, maar wij gaan ook effectief tot actie over door onze duurzame, ecolo-
De enorme ruimte van Big Blue werd onderverdeeld in negen afzonderlijke modules die samen een geheel vormen. “De modules werden zo opgebouwd dat de bezoeker ze zelfstandig kan doorlopen. De logische stappen verwijzen via handige touchscreens van de ene module naar de andere. Iedere module toont aan de ene wand de algemene aspecten van een bepaalde toepassing en aan de andere wand de innovatieve producten, telkens voorzien van begrijpelijke informatie.” De eerste module behandelt ‘Isoleren & luchtdicht bouwen’: hoe kan de energievraag beperkt worden en het ventilatieaspect verbeterd worden? Een volgende module gaat over hernieuwbare energie, zoals zonne-energie, warmtepompen, pelletsketels, invertpompen, …
“ Woningen zijn de tweede grootste vervuiler van België.” Module 3 geeft inzicht in efficiënte fossiele energieopwekkers. Daarna gaat het over warmteafgiftesystemen: hernieuwbare energiesystemen in combinatie met lagere temperatuursystemen en vervolgens krijg je een module over ‘regeling’: van thermostatische radiatorkraan tot gesofisticeerde domoticasystemen. Module 6 pakt ‘warm water dankzij hernieuwbare energiebronnen’ aan: sanitaire warmwaterproductie, douchewarmtewisselaars, enz. Module 7 en 8 hebben het over alternatief waterverbruik. Eerst leer je je waterverbruik reduceren: comfortabel en toch duurzaam omspringen met water door hergebruik of slim gebruik. Daarna gaat het over regenwatergebruik en waterbehandeling: hoe kun je de helft van je leidingwater vervangen door regenwater, welke filters gebruik je en hoe zorg je ervoor dat je toestellen langer meegaan en beter presteren. In de laatste module tot slot vind je alles over fotovoltaïsche zonnecellen. Op de eerste verdieping vind je bij Big Blue een doorzichtig opgebouwde testopstelling van het opleidingscentrum voor de professional.
www.bigblue.be Tekst en foto’s: Wouter PEETERS Links een droogkast op aardgas en rechts een innovatieve ventilatiewarmtepomp. 7
I-mag december 2011
technologie TECHNOLOGIE
Solar Team uiteindelijk tiende in World Solar Challenge Nieuwe techniek met concentratorsysteem bleek minder efficiënt bij bewolking LEUVEN. Het Leuvense Umicore Solar Team werd achtste, zo vernamen we via het journaal, vlak na het einde van de World Solar Challenge. Even later werd dat herroepen en bleken de Leuvenaars van Groep T pas elfde te zijn geëindigd. Uiteindelijk werd het Zwitserse team nog een beetje achteruitgeschoven in de rangschikking en daardoor haalden Vanina Ickx, de Leuvense ingenieurs en hun Umicar Imagine net de top tien.
Het Solar Team kreeg zo uitsluitsel over de behaalde positie in de Veolia World Solar Challenge. Op zijn website meldt het Solar Team fijntjes dat ‘ze zeer trots zijn dat ze één van de acht teams zijn die de volledige 3021 km hebben afgelegd met hun zonnewagen’. Niet slecht, maar toch een beetje onder de verwachtingen?
taat. We hadden veel potentieel, maar door omstandigheden hebben we daar niet alles kunnen uithalen. Dat is een deel van het spel, zeker? Maar de sfeer in het team was ook bij aankomst nog altijd zeer goed. We zijn als één team over de streep gekomen. In zo’n project is dat ook al een hele prestatie.”
Michiel Uwaerts van het team is net terug en relativeert: “Sommigen hadden wel beter verwacht, maar het is nu eenmaal een race en soms gaat het er vrij hard aan toe. Iedereen was zeer tevreden over deze gigantische ervaring. En ja, sommigen zijn iets kritischer over het uiteindelijke resul-
Hebben jullie voorzichtiger gereden dan vorige keer vanwege de crash toen? “Dat was niet nodig. We hebben de wagen goed kunnen testen en we wisten wat hij wel en niet kon. Door de aanpassing van het reglement lag de topsnelheid sowieso
Verwarring over uitslag Hoe is de verwarring over de uitslag ontstaan: het Umicore Solar Team werd eerst als achtste in de eindstand aangekondigd, later als elfde en uiteindelijk werden ze tiende? Na 2.636 kilometer besliste het team om het batterijpakket technisch aan te passen. Het reglement laat dat toe, als je er een straftijd bij neemt. Om misverstanden te voorkomen vroeg en kreeg het team ook expliciet toestemming. Het Umicore Solar Team is een van de acht teams die de 3.021 km hebben afgelegd zonder de zonnewagen op een trailer te plaatsen. LVE
I-mag december 2011
8
een stuk lager: er was immers minder energie-input. Maar we hebben vijftien maanden lang naar een resultaat toe gewerkt en uiteindelijk moet alles waar je naartoe hebt gewerkt, zijn vruchten afwerpen in een paar dagen. Het was heel overweldigend om dat allemaal mee te maken.”
Tevreden Waarin waren de andere ploegen sterker dan jullie? “Achteraf bekeken zijn we zeker tevreden met onze tiende plaats, maar vooraf hoop je natuurlijk wel dat alles perfect loopt en dat je het onderste uit de kan kunt halen. In de gegeven omstandigheden kan bij zo’n competitie van alles gebeuren. We hebben moeten afrekenen met bosbranden en met meerdere regendagen. Met onze zonnewagen hebben we gefocust op dat concentratorsysteem van zonnecellen. Daarmee hadden we bij aanvang een potentieel voordeel qua energie-input, maar enkel bij goede weersomstandigheden. Bij bewolking en dus diffuus licht kregen we veel minder energie-input en zaten we in een nadelige positie ten opzichte van onze concurrenten.” Kan het volgende team daar lessen uit trekken? Zeker wel. Als je wilt voortbouwen op dat systeem, dan kun je spelen met de verdeling tussen de gewone zonnecellen en de concentratiezonnecellen: welke samenstelling rendeert het best onder welke omstandigheden? Maar keuzes zul je sowieso altijd moeten maken. Je moet immers ook met andere factoren rekening houden, zoals het wedstrijdreglement, het design van de wagen, het gewicht, enz.
TECHNOLOGIE
Avontuur
• Even voorbij Tennant Creek woedden bosbrandjes en voor de veiligheid werden alle teams opgehouden. Door de onvoorziene verplichte stop werden de strategieën van de teams in de war gestuurd en elk team kon zijn batterijpakket weer helemaal opladen. • Toen er echt geen hoop meer was op zon en er winden tot 50 km/u de kop opstaken, moest de zonnewagen aan de kant. Alle achtervolgers kampten met hetzelfde probleem, maar de voorliggers profiteerden van de zon door vlak voor de wolken te rijden. • Op racedag 6 sloeg het noodlot toe. De Umicar Imagine werd gehuld in een rookwolk, die uit het batterijpakket kwam. De piloot kon zich vlug in veiligheid brengen en het batterijpakket werd snel uit de auto genomen en in de kant geblust. De piloten en enkele teamleden hadden rook ingeademd en werden onderzocht in een ambulance en later naar het ziekenhuis gebracht voor verdere controle.
Niet alleen de race down under, maar ook de voorbereidingen van meer dan een jaar en de heen- en terugreis hebben telkens weer een groot avontuurlijk gehalte. We pikken enkele elementen uit de blogs en nieuwsbrieven van het Solar Team. • Door een vertraging in Londen duurde de reis naar Darwin uiteindelijk geen 26 maar 60 uur. • Wat eerst opviel in Darwin was de hitte: 34 °C. De lente moest nog beginnen en het zou dus nog een stuk warmer worden. • Een inspecteur van de Australian Quarantine and Inspection Service doorzocht nauwgezet alle kisten op zoek naar sporen van ongewenste elementen als insecten, zaden of aarde. Het is namelijk verboden om dat op het Australisch continent te importeren. • ‘s Ochtends om vijf uur gaat de wekker al voor de paneelheffers. Elke dag richtten zij het zonnepaneel voor vertrek (en na aankomst) nog naar de zon om te profiteren van de eerste (en laatste) zonnestraaltjes.
Zijn er bepaalde dingen echt misgelopen? “Niet echt. We hadden zeker een hele goede wagen: heel stabiel, goede ophanging, uitstekende mechanica en motor. Alles werkte zeer goed. Daar mogen we zeker niet over klagen.” Was de inzet van Vanina Ickx een meerwaarde? “Toch wel. Het was zeer interessant om iemand mee te hebben met ervaring in de autosport. Je gaat dan ook meer als team denken, want je wil een zo goed mogelijke wagen afleveren. Zo’n sterke persoonlijkheid is ook nodig om het team te motiveren. Als zo iemand zegt dat we de auto morgen testen, dan voel je een extra verantwoordelijkheid. De druk om alles tijdig in orde te krijgen is dan groter. Iedereen wil zijn eigen auto-onderdeel dan klaar hebben tegen de vooropgestelde deadline.”
“ We hadden veel potentieel, maar door omstandigheden hebben we daar niet alles kunnen uithalen. Dat is een deel van het spel, zeker?”
LVE
Evenementen Hoe zien de volgende maanden er voor jullie uit? “De wagen is nu per boot onderweg naar België, maar we hebben nog verschillende evenementen op het programma staan: een netwerkavond, de achtste editie van de Solar Olympics, een zomerpromotoer en enkele beurzen en events. Voor de Solar Olympics loopt momenteel de selectie van dertig teams en in mei 2012 volgt dan de finale. We kijken meteen ook al een beetje uit naar een volgend team. Eerst moeten we nog afstemmen met onze belangrijkste partner, Umicore. Als die akkoord gaat, kunnen we weer snel uitkijken naar een volgende selectie.” Zijn er van het huidige team nog mensen die het volgende team zullen ondersteunen of bijstaan? “Vanaf het begin hebben heel wat teamleden hun hart verloren aan het project. Sommigen hebben ondertussen een job, maar daarnaast zijn ze toch nog altijd actief bezig met het Solar Team. Ze willen mee instaan voor de selectie van het volgende team en ze willen alle ervaringen
9
die ze zelf hebben opgedaan, ook meegeven voor dat volgende team. Als het volgende team aan de top wil meedraaien, dan moet het kunnen terugvallen op alle technologie en knowhow van de vorige teams.” Jullie schuwen de superlatieven niet? “Al bij al was het echt wel een fantastische ervaring voor het team en met onze geconcentreerde zonnecellen zijn we innovatief geweest. Het was een uitdaging om dat toe te passen in een auto, want je werkt met een veel complexer systeem met veel bewegende onderdelen. Dat systeem ook fysiek in de wagen inbouwen was geen sinecure. Ik denk dat we daar toch wel heel goed in geslaagd zijn.”
Tv De belevenissen van het Umicore Solar Team zijn te volgen op TMF en Exqi Sport. Beide kanalen zenden een licht aangepaste versie uit. De totale tv-serie beslaat vijf afleveringen van telkens dertig minuten. Tekst: Luc VANDER ELST Foto’s: UMICORE SOLAR TEAM
I-mag december 2011
technologie
“ Elektrisch rijden is een instelling” KAMPENHOUT. Vorig jaar keurde Vlaams minister van Innovatie, Ingrid Lieten, enkele projecten goed die ingediend waren bij het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT). Een van die projecten was het EVAconsortium (‘electric vehicles in action’), een zogenaamd proeftuinproject rond elektrische wagens en fietsen in Vlaanderen. Het Antwerpse bedrijf eNovates is in die context producent voor de laadpalen en de software die via het EVA-platform in Vlaanderen wordt uitgebouwd. eNovates werkt voorts nauw samen met het Kampenhoutse Connect Systems als onderaannemer. Voor eind september 2012 moeten ze meer dan 1.000 laadpunten voor auto’s en 300 laadpunten voor fietsen en scooters over heel Vlaanderen plaatsen. I-mag bracht beide bedrijven samen en weegt met hen de slaagkansen af van elektrisch rijden in de zeer nabije toekomst.
eNovates en Connect Systems kleuren Vlaanderen groen-elektrisch Een project van die omgang binnenhalen, betekent dat dat eNovates en Connect Systems proactief met de overheid hebben samengewerkt? Bart Vereecke, managing partner eNovates: “We volgen daarbij twee pistes. In het EVA-verhaal werken we nauw samen met de subsidiërende overheid. Ook bij de toekenning van ecologische premies speelt de overheid een rol, omdat ons bedrijf Blue Corner - zelf een feitelijke partner in het EVA-consortium - daar een deel van krijgt. We onderhouden contacten met de Vlaamse overheid over de visie van ons bedrijf en de uitrol ervan. Concreet betekent zulks dat we samenwerken met minister Lieten en uiteindelijk ook met minister-president Peeters.” Betekent het dat eNovates de eigenlijke opdrachtgever is? Vereecke: “Wij hebben de volledige intellectuele eigendom: wij schrijven voor hoe alles gebeurt, wij benaderen de markt en wij overleggen met de productie bij Connect Systems wanneer en hoe snel we alles moeten hebben.” Joris Clerbout, project engineer bij Connect Systems: “In dit project zijn wij niet zomaar een leverancier die wat onderdelen samenstelt. Hier is echt sprake van integrated subcontracting. Wij adviseren in het hele proces bij de productie. We gebruiken onze ervaring om zo productievriendelijk mogelijk te werken.” Vereecke: “Die manier van samenwerken is zonder meer positief. Het is een continu leerproces, vooral inzake vereenvoudiging Clerbout, Vereecke en Van Dyck bij een laadpaal. I-mag december 2011
10
TECHNOLOGIE
Bart Vereecke, managing partner eNovates
Jan Van Dyck, regional sales director Connect Systems
Joris Clerbout, project engineer Connect Systems
Elektrisch met auto of fiets? De elektrische auto staat aan het begin van zijn de carrière, de elektrische fiets daarentegen is niet meer weg te denken uit het toeristische landschap. Kwieke zeventigers bijvoorbeeld rijden berg op, berg af alsof het niets is. En ook technisch is het opladen van een fiets een stuk eenvoudiger.
Blankenberge en Poperinge hebben we netwerken staan met oplaadmogelijkheden voor zes fietsen tegelijk. We krijgen nu al mails uit Zeeland met de vraag of de toeristen daar kunnen opladen. Maar voor auto’s hebben we inderdaad drie systemen die regionaal over de wereld verschillend zijn. Daar zou best uniformiteit in komen.”
Bart Vereecke, managing partner eNovates: “In principe heb je een gewoon stopcontact nodig: 220 volt en 16 ampère. We hebben ook nog wel extra beveiliging voorzien, onder meer een kinderslot. In
Jan Van Dyck, regional sales director Connect Systems: “Er is natuurlijk nog een ander groot verschil. Als je als fietser zonder stroom valt, kun je nog verder fietsen met je pedalen. De angst om zonder
van de productie. Met Connect Systems heeft eNovates een echt partnership.”
Jan Van Dyck, regional sales director Connect Systems: “Wij doen de volledige geïntegreerde samenbouw van de meer dan duizend laadpalen die moeten worden geplaatst.”
Hoe werken jullie concreet samen? Clerbout: “Ik zorg ervoor dat wat de opdrachtgever wil – ontwerp van ideeën, definitie van het product – vertaald wordt naar de werkvloer, zodat de mensen op de werkvloer begrijpen wat ze moeten doen.”
Vereecke: “We hebben gekozen voor Connect Systems, omdat zij in staat zijn het eindproduct op korte termijn qua kwaliteit, snelheid en schaalbaarheid te reali-
elektriciteit te vallen is bij automobilisten veel groter. En de democratisering van fiets of auto als vervoermiddel is ook totaal verschillend. Voor een goede elektrische fiets betaal je pakweg 500 euro meer dan voor een gewone goede fiets. Voor een elektrische auto – type Smart – loopt het kostenplaatje algauw op tot 130.000 euro. Het is zoals bij elke nieuwe technologie: de early adapters moeten gedreven zijn door hun eigen argumentatie om elektrisch te gaan autorijden.” WVB
seren. Zo kunnen we in een professionele omgeving voldoen aan alle normen inzake milieu, ISO-waarde en ga zo maar door.” Van Dyck: “Bovendien past eNovates perfect in onze strategie om ons te focussen op enkele sleutelmarkten, waar ‘groene energie’ deel van uitmaakt.”
Kip en ei Hoe verloopt de timing?
“ In dit project zijn wij niet zomaar een leverancier die wat onderdelen samenstelt. Hier is echt sprake van integrated subcontracting. Wij adviseren in het hele proces inzake productie. We gebruiken onze ervaring om zo productievriendelijk mogelijk te werken.” 11
Vereecke: “We bekijken dat maandelijks. Het plaatsen zelf gebeurt met horten en stoten. Ik denk dat we nu aan vijf laadpalen per maand komen. Contractueel moe-
I-mag december 2011
TECHNOLOGIE
“ Als er geen laadinfrastructuur is, komen er geen auto’s. Zijn er geen elektrische auto’s, dan komen er geen laadpalen. Maar die cirkel doorbreken we: als bedrijf investeren we zelf volop in de laadinfrastructuur.”
Voor auto’s zijn er drie concurrerende systemen. In Kampenhout hopen ze dat type 2 het haalt.
ten we tegen eind september 2012 meer dan 1.000 laadpunten voor auto’s en 300 laadpunten voor fietsen en scooters over heel Vlaanderen plaatsen op de zogenaamde laadeilanden. Die laadeilanden zijn plaatsen waar zowel fietsen als auto’s opgeladen kunnen worden. We doen dat in samenwerking met Eandis, dat de voetpadkasten plaatst. Op de autolaadpalen komt dan nog een wifi-hotspotinstallatie van Telenet. Die eilanden komen er in diverse steden. We zijn nu volop aan het bekijken waar er eentje meer en waar er eentje minder komt.” De vraag die bij iedereen rijst, is natuurlijk: wanneer komt de doorbraak van de elektrische auto er? Vereecke: “Heel concreet: het succes loopt parallel met de beschikbaarheid van de wagens zelf. Het blijft het verhaal van de kip of het ei. Als er geen laadinfrastructuur is, komen er geen auto’s. Zijn er geen elektrische auto’s, dan komen er geen laadpalen. Ons bedrijf Blue Corner heeft alleszins het initiatief genomen om zelf mee te investeren in dat laadnetwerk. Zo proberen we het verhaal van de kip of het ei te doorbreken of daar althans een aanzet toe te geven.” Is het rijbereik van de elektrische auto niet hét grote probleem? Een bereik van 450 kilometer is nog altijd een struikelblok? Van Dyck: “Vergeet niet dat zo’n bereik vandaag enkel mogelijk is met ondersteuning van een kleine fossiele brandstofmotor. Maar goed, ik heb recent cijfers
I-mag december 2011
gezien van de penetratie van elektrische auto’s in Europa. Wat me daarbij opviel, is dat bijvoorbeeld Zwitserland redelijk scoort. En dat ondanks het feit dat er geen enkele vorm van financieel voordeel of subsidiëring bestaat. Dat bewijst dat elektrisch rijden een instelling is, iets dat nog moet groeien in de geesten van de mensen.” Vereecke: “Inderdaad. Vandaar dat Blue Corner en eNovates intens samenwerken om een breed netwerk in Vlaanderen te creëren dat zal bijdragen tot het wegnemen van die angst voor dat rijbereik. Hoe ook, elektrisch rijden is een totaal ander verhaal dan klassiek rijden. Een simpel voorbeeld. Stel: je hebt thuis in je garage of op je oprit een stopcontact – een homebox - die is goedgekeurd en beveiligd. Je vertrekt volgeladen naar je werk. En vanaf dan geldt bij elektrisch rijden, dat je overal kunt aanloggen waar je voor langere tijd stilstaat. We spreken dan niet meer van volladen, maar van bijladen. Je zult dus overal laadpalen zien opduiken bij kmo’s, bioscoopcomplexen, warenhuizen, bibliotheken. Zo zit het verhaal in elkaar voor wie een garage of een oprit heeft. Maar wat met appartementbewoners? Ons consultancy bedrijf 4iS speelt daar een belangrijke rol in: met steden en gemeenten bekijken we waar we die infrastructuur kunnen plaatsen. Wil je als gemeente de auto weren uit het centrum, dan is het aangewezen om een laadlocatie te voorzien van een zonnedak, bijvoorbeeld. Of heeft de gemeente liever laadplaatsen op de pleintjes? Samen met Eandis moeten we dan nog bekijken wat waar technisch allemaal mogelijk is.”
12
Uniformiteit Ander probleem: Europa moet meewillen, want aan een Vlaams laadnetwerk heb ik als automobilist niet genoeg. Vereecke: “Klopt, er moet overal oplaadinfrastructuur komen. Zo moet het probleem van de standaardisering van de stekkers opgelost worden. Voor fietsen volstaat een gewoon stopcontact waar we als producent nog wel bijkomende beveiliging hebben ingebouwd: kinderslot, stekkerdetectie, dat soort zaken. Maar voor auto’s zijn er drie concurrerende systemen: type 1 voor Amerika en Japan, type 2 voor Duitsland en Nederland en type 3 voor Frankrijk en Italië. We hebben voor type 2 gekozen en hopen dat onze concullega’s op dezelfde lijn zitten. Type 3 heb ik hier nog niet gezien, ik hoop dat type 2 het haalt.” Clerbout: “Het is wel zo dat onze laadpalen uitgerust zijn om van stekker te kunnen wisselen. Het aantal stekkers of systemen waarmee we de palen kunnen uitrusten, beperkt zich niet tot drie. Meerdere systemen of configuraties zijn mogelijk. Bij bestelling kan de klant een bepaalde configuratie kiezen. En later kan hij nog van systeem wisselen.” Van Dyck: “Anderzijds is het zo dat de automobielsector zijn huiswerk nog aan het maken is. Enkele grote constructeurs hebben zich verenigd om inderdaad alles op elkaar af te stemmen.” Op de website van eNovates kunnen we lezen dat jullie de doorbraakfase tussen 2012 en 2015 verwachten. Kan een groene crisis niet voor vertraging zorgen? Vereecke: “Hoe ook, één ding staat vast: de CO2-uitstoot moet naar beneden. Europa zal daar zeer nauwlettend op toezien. Er is hoe dan ook een discussie over het feit of elektrische wagens een hulpmotor op benzine kunnen hebben. Sommige zeggen ‘neen’, maar mijn visie is: zelfs als je maar zeventig of tachtig procent elektrisch rijdt, dan nog zal de CO2-uitstoot aanzienlijk dalen. We kunnen er nu eenmaal niet onderuit.” www.enovates.com www.connectsystems.eu
Tekst: Wilfried VANDEN BOSSCHE Foto’s: CONNECT SYSTEMS en Wilfried VANDEN BOSSCHE
technologie MODERN TIMES
MODERN TIMES Auto kan straks gedachten chauffeur lezen Autoconstructeur Nissan en de École Polytechnique Fédérale de Lausanne ontwikkelen een auto die de gedachten van de chauffeur kan lezen. In Lausanne ontwikkelde men eerder al een ‘brain machine interface’ of BMI. Met zo’n BMI kunnen rolstoelgebruikers hun rolstoel bewegen met hun gedachten. Dat bracht de wetenschappers op het idee om de technologie ook te gaan toepassen op auto’s. Zo zou de auto van de toekomst een richting en snelheid kunnen kiezen op basis van de gedachten van de chauffeur. Door de breinactiviteit te meten, de beweging van de ogen te monitoren en de omgeving van de auto te scannen zal de wagen volgens de wetenschappers uiteindelijk kunnen voorspellen wat de chauffeur van plan is. Daarbij kan de technologie hem dan helpen om dat manoeuvre veilig uit te voeren. Nu moeten we het er nog over eens geraken welke auto we in de toekomst willen: eentje die zonder chauffeur kan rijden, eentje die er zelf voor zorgt dat hij geen ongelukken meer veroorzaakt, eentje die de gedachten van de chauffeur leest, … Of misschien een combinatie van dat alles? Er is nog convergentiewerk, zo lijkt ons.
Amerikaan maakt water uit lucht Terry Lebleu. Wordt het een naam om te onthouden of een fait divers in de geschiedenis van de would-be uitvindingen? Lebleu is Amerikaan en vond een machine uit die van lucht water maakt. De vochtigheidsgraad van de lucht is daarbij vanzelfsprekend belangrijk en zijn toestel - de ‘Droughtmaster’ – produceert naargelang die vochtigheidsgraad 20 tot 30 liter water per dag. Je hebt er wel elektriciteit voor nodig, maar als aan die basisbehoefte is voldaan, kost een liter water nog niet eens een eurocent. Labo-onderzoek van het water dat door de Droughtmaster werd geproduceerd, wees uit dat het geen bacteriën of metaalhoudende stoffen bevat en dat de kwaliteit vergelijkbaar is met die van gedistilleerd water. En nog meer goed nieuws: de ‘Droughtmaster’ maakt amper lawaai, is onderhoudsvriendelijk en in een mum van tijd productieklaar. Een product dat – als u het ons vraagt – vooral in (w)arme, zwoele landen voor enig soelaas moet kunnen zorgen. Verbazingwekkend is wellicht nog dat mijnheer LeBleu zijn watermirakel al in 1980 heeft uitgevonden, maar onze doorluchtige Amerikaan is uitvinder in hart en nieren en doet wat hij moet doen: uitvinden. Er staan al minstens 57 uitvindingen op zijn naam en hij bezit 38 patenten. Alleen vergeet hij zo nu en dan iets te commercialiseren. Zijn zakenpartner voor de Droughtmaster - Gale Yarber – vindt dat nu het moment gekomen is om op zijn minst de Droughtmaster te commercialiseren. Misschien hebben ze wel gelijk? www.droughtmasters.net
Slapen met de hartslag van je partner Dames en heren ingenieurs: vaak uithuizig en vaak slapen, terwijl je partner aan het andere eind van de wereld smachtend op jou ligt te wachten? Er is nu een – gedeeltelijke – oplossing voor dat fenomeen: Pillow talk. Men neme: een ring, een sensor en een speciaal kussen. Leg het kussen naast je in bed. Doe de ring met sensor om je vinger. En zie: bij je partner ver weg van jouw bed licht het kussen zachtjes op én hij of zij kan zelfs je hartslag horen. Het gaat om een afstudeerproject van de Schotse Joanna Montgomery, dat enkele innovatieprijzen in de wacht sleepte. Zo rees het idee om het product ook op de markt te brengen. Met 400.000 hits op Youtube is succes kennelijk verzekerd. Het bedrijfje Little Riot ontwikkelt momenteel een industrieel prototype. Alleen nog wat fondsen bijeengaren om werkelijk te kunnen commercialiseren, zo lijkt het. Helemaal te gek zou het worden, als we de technologie van de Nissanauto hiernaast zouden inbouwen in het kussen van onze partner. Zou het leven niet eindeloos veraangenamen, als we via dat kussen de gedachten van onze bedpartner konden lezen en erop anticiperen? www.littleriot.co.uk
Tekst: Luc VANDER ELST
13
I-mag december 2011
samenleving SAMENLEVING
Smaakklassen promoten gezonde voeding
Aandacht voor voeding bij schoolkinderen en stimulans voor innovatie bij voedingsindustrie GENT. De Economische Raad voor Oost-Vlaanderen (EROV) wil jongeren in contact brengen met gezonde, smaakvolle en regionale voedingsproducten en tegelijk kmo’s uit de voedingsindustrie
aanzetten
tot
meer innovatie. Om dat doel te bereiken zetten ze het concept van de
Gedeputeerde Jozef Dauwe is voorzitter van EROV en een van de drijvende krachten achter het initiatief. “Wij willen de kennis over gezonde, smaakvolle en streekgebonden voeding aanwakkeren bij kinderen en hun ouders. Dat doen we met een geïntegreerde aanpak in scholen en binnen de voedingssector in Oost- en West-Vlaanderen en in Zeeland.”
hopen wij met dit project innovaties in de voedingssector te stimuleren. Mensen uit de voedingsindustrie kunnen een innovatietraject volgen dat hen de kennis aanreikt om voedingstrends als gezondheid, regionalisering, traditie en culturele identiteit te vertalen naar innovatie of marktuitbreiding."
Wat zijn smaakklassen precies?
“Het is een interregionaal project in Oosten West-Vlaanderen en in Zeeland. Het loopt in samenwerking met de vakgroep Landbouweconomie en de vakgroep Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit van de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van de Universiteit Gent. In WestVlaanderen doen het Expertisecentrum
Wie zijn de partners van het project?
‘Smaakklassen’ op poten. In september vonden al twee zulke smaakklassen plaats: één in Zeeland en één in West-Vlaanderen. Vorige week vond een derde plaats in OostVlaanderen. Het project moet in 2012 op volle snelheid komen.
I-mag december 2011
"Een equivalent van de bekende bos-, zeeof sneeuwklassen. In principe is het een driedaags programma, waarbij leerlingen niet alleen koken, maar het hele lessenpakket in het teken van gezonde eetgewoonten en -cultuur staat. Daarnaast
14
SAMENLEVING
Project Smaakklassen wil gezonde, smaakvolle en regionale producten onder aandacht van schoolkinderen brengen en tegelijk voedingsindustrie aanzetten tot innovatie Voeding van de campus Roeselare van Katho mee en het departement Lerarenopleiding van campus Tielt, evenals de REO-veiling. In Zeeland participeert een Zeeuwse vereniging voor natuur- en milieueducatie.”
een beperkt eenzijdig smaakpalet kennen met een voorkeur voor zoete en zoute smaken. En tot slot ‘regio’, omdat kinderen te weinig aandacht en dus kennis en consumptie hebben van onze eigen, regionale producten.”
Zorgen zij voor de wetenschappelijke onderbouw?
Hoe verloopt het project?
“De UGent doet regelmatig onderzoek naar trends in de voedingsindustrie. Wij hebben ons op die trends gebaseerd om
“Het is een Europees gesubsidieerd project van drie jaar dat gestart is in maart 2010. Toen hebben we vooral studiewerk uitgevoerd en schreef de UGent de weten-
Smaakklassen in de praktijk: bezoek aan een kaasmakerij.
het concept van de Smaakklassen te ontwikkelen. Een belangrijke trend is ‘socialisatie’: er wordt meer thuis gekookt, wat het succes van kookprogramma’s verklaart, er zijn koks die bij je thuis koken, enzovoort. Maar er is ook ‘globalisatie’, met een verhoogde aandacht voor de wereldkeuken. Tegelijk is er ook ‘regionalisatie’, met meer aandacht voor eigen streekproducten, ‘duurzaamheid’, ‘traditie’ en ‘gezondheid’.”
Jozef Dauwe is voorzitter van EROV en een van de drijvende krachten achter het initiatief.
schappelijke onderbouw uit. Het departement Lerarenopleiding van Katho stelde een cursus samen voor de leerkrachten en een voor de kinderen, maar ook een smaakgids voor ouders met tips en handigheidjes om kinderen een smaakvol en evenwichtig eetpatroon aan te leren. We zijn nu door de testfase heen en in 2012 moet het project op volle snelheid komen.” Jullie richten je ook op kmo’s?
Overgewicht “We baseerden onze smaakklassen op drie van die trends. ‘Gezondheid’, omdat we weten dat kinderen meer en meer een onevenwichtig eetpatroon hebben en een op vijf Vlaamse kinderen sukkelt met overgewicht. ‘Smaak’, omdat kinderen te vaak
lers smaak, gezondheid en regio. Kinderen zijn in die context ook een interessante doelgroep voor die kmo’s.” “Zo bieden wij hen een innovatietraject aan dat bestaat uit drie sessies. In de eerste sessie spreekt professor Xavier Gellynck van de vakgroep Landbouweconomie over marketing en voedingstrends: hoe kun je daarop inspelen, commercialiseren, je markt vergroten? De tweede sessie gaat over zintuiglijke waarneming en microstructuur: hoe kun je je product verbeteren op voedingsvlak? Hier komt professor Koen Dewettinck van UGent op het voorplan om te spreken over voedingswaarde, verbeteren van de smaak, inspelen op smaaktrends, enzovoort. Kmo’s kunnen hun producten bij-
“We willen kmo’s uit de voedingsindustrie aanzetten tot innovatie. Ook hier gebruiken we de voedingstrends als uitgangspunt: hoe kunnen kmo’s erop inspelen en welke trends zijn interessant voor kmo’s om er ook effectief iets mee te doen? Altijd rekening houdend met de drie pij-
15
voorbeeld laten testen door een smaakpanel in het Sensolab van de UGent. Slaat een product aan? Of moet er iets verbeterd worden?”
Productontwikkeling “De derde sessie is productontwikkeling, bij Katho. Die gaat bijvoorbeeld over het cradle-to-cradle-principe: hoe kun je de afvalstromen beperken of dingen hergebruiken? Ook willen we kmo’s begeleiden bij hun productontwikkeling.” “We richten ons eerder tot kleinere kmo’s die niet de tools hebben om te innoveren of minder goed de weg kennen om te innoveren, niet de juiste instanties kennen of niet alle beschikbare middelen kunnen exploiteren, omdat ze die simpelweg niet kennen. Daarom proberen we allerlei spe-
I-mag december 2011
SAMENLEVING
lers in de markt met elkaar in contact te brengen.” “Daarnaast geven we bedrijven de kans om hun producten te laten testen tijdens de smaakklas. UGent heeft voor de kinderen een smaakvragenlijst opgesteld en enkele bedrijven hebben enkele producten aan de kinderen voorgelegd. Zo’n smaaktest kan interessant zijn voor bedrijven. Neem nu speculaaspasta: vinden kinderen die lekker of moet er iets verbeterd worden?” Vanaf wanneer is jullie project een succes? “Het eerste innovatietraject is achter de rug. In 2012 bieden we nog twee nieuwe innovatietrajecten aan: een in het voorjaar en een in het najaar. Dankzij de subsidies van Europa, de drie provincies en de Vlaamse Gemeenschap is deelnemen gratis. We willen die sessies per innova-
Kinderen experimenteren met voedsel.
tietraject beperken tot maximaal 15 deelnemers om de interactie te bevorderen.” “Bij de doelgroep van de kinderen mikken we op duizend deelnemers. Het is onze ambitie dat scholen na afloop van ons project zelf zouden kiezen voor een smaakklas en dat ze naast de bosklas en de sneeuwklas blijft voortbestaan. Vraag is dan wie dat gaat organiseren, wie die structuur op poten kan zetten, of de pro-
Ellen Mols (Biscuiterie Willems): “Breder gezichtsveld” Ellen Mols is kwaliteitsverantwoordelijke en doet aan productontwikkeling bij Biscuiterie Willems uit Eeklo, een bedrijf van ongeveer 80 werknemers dat gespecialiseerd is in speculaas, speculaaspasta en andere koekjes. Zij was een van de vijftien deelnemers aan het eerste innovatietraject van de Smaakklassen. “Ik vond het nuttig om eens vanuit een ander standpunt of een breder gezichtsveld na te denken over de nieuwe trends in onze sector, of over Ing. Kathleen Dupont MSc de verschillende aspecten van productontwikkeling. De eerste sessie was nogal sterk gericht op marketing. Dat was niet mijn eerste interesseveld, maar ik merkte wel dat er bij de andere deelnemers veel interesse was. De tweede en de derde sessie vond ik zelf interessanter.” “We hebben er onder meer geleerd welke mogelijkheden er zijn om samen te werken aan nieuwe producten, met welke instanties je contact kunt opnemen. Dat is wel een van de belangrijkste dingen die ik van het project onthield: de belangrijkste sites, de belangrijke bronnen, enzovoort.” “Er zijn ons enkele aspecten uitgelegd waarvan wij totaal niet op de hoogte waren, ook al zitten we dagelijks in de praktijk. Er zat wel geen rechtstreekse concurrent in ons groepje, maar ik kreeg toch informatie aangereikt over hoe andere bedrijven aan innovatie en ontwikkeling doen.” “Vooral de laatste sessie was zeker van toepassing voor mijn vakgebied. Er liggen voor ons bedrijf nog zeker mogelijkheden op het vlak van smaaktests en productontwikkeling. Ik had toch nog het gevoel dat de sessie minder geschikt is voor kmo’s en eerder op grotere bedrijven gericht is.” “Er zijn nu geen volgende sessies meer gepland, maar ik heb nu wel meer aandacht voor alles wat met productontwikkeling te maken heeft. We hebben bij Willems plannen om een eigen smaakpanel op te starten. We kunnen ook een beroep doen op dat van de Gentse universiteit, maar het lijkt me zinvol om binnen ons bedrijf zelf een smaakpanel op te leiden en te ontwikkelen. Zo kan je altijd met dezelfde groep werken en hen inschakelen, als het nodig is.” DVE
I-mag december 2011
16
jectpartners en niet in het minst de voedingssector er achter blijven staan, enzovoort.” Hoe ver staan de sessie met de kinderen al? “De grote stroom van smaakklassen voor kinderen is getest en in 2012 willen we de grote groep bereiken, met 500 kinderen uit Zeeland en 500 uit Oost- en WestVlaanderen. In een eerste fase is deelnemen gratis, daarom verwachten we voldoende interesse vanuit de scholen. Ze hoeven ook (nog) niet te kiezen tussen ons aanbod en de traditionele sneeuw-, bos- of zeeklassen. We gaan er voorlopig van uit dat scholen dit aanbod als een surplus zien.” Worden de scholen en de kinderen voorbereid op de driedaagse? “Er is een lessenpakket voorbereid, waarin kinderen leren over een gezond voedingspatroon, over streekproducten, tafelmanieren, enzovoort. In het voorjaar 2012 lanceren we een oproep naar de basisscholen om deel te nemen aan de smaakklassen. Omdat we ons project willen toespitsen op voeding, moeten we ons ook duidelijk distantiëren van andere schooluitstappen, zoals de zeeklassen. Daarom zijn we in West-Vlaanderen met opzet niet aan de kust gehuisvest, maar wel in de regio Roeselare, de groentestreek bij uitstek.” Is er een link naar de cateringbedrijven van scholen? “Scholen beslissen zelf wie de maaltijden op school levert. Als zij bepaalde eisen willen stellen, hebben ze daar de macht toe, ook al is dat niet altijd evident. Wij willen ook die cateringbedrijven betrekken bij ons innovatietraject. Er zit ook een initiatief rond schoolmaaltijden in ons project.” Tekst: Dirk VANDER ELST Foto’s: EROV
samenleving
Wereldverbeteraars en laatste snufjes Ing. Kathleen Dupont MSc is technolady tussen moderne magiërs USG Innotiv biedt een breed pakket aan staffing solutions aan, is erkend als wervings- en selectiekantoor en is werkgever van 500 technische consultants die op projectmatige basis naar bedrijven worden uitgestuurd. Kathleen Dupont is sinds drie jaar directeur Engineering bij USG Innotiv. Ze studeerde in 1995 als industrieel ingenieur elektromechanica af aan de Antwerpse Karel de Grote Hogeschool. “Ik heb nog geen dag als ingenieur gewerkt, maar ik heb er al heel veel aan het werk gezet”, lacht ze. We kijken mee over de schouder van een enthousiaste technolady en lopen een dagje in haar kielzog.
9.00 uur: evoluties spotten Wanneer we het statige kantoor aan de Britselei in Antwerpen binnenlopen, zit Kathleen Dupont al met een dampende mok koffie over een stapel vaktijdschriften gebogen. “Evoluties spotten, daar begin ik mijn dag mee”, zo valt ze meteen met de deur in huis. “Ik volg zowel de technologische ontwikkelingen als de evoluties op de arbeidsmarkt op de voet. Hoe zal de ingenieursmarkt er binnen drie of vijf jaar uitzien? Waar gaat die markt naartoe? Waar liggen binnenkort de noden voor de industrie en de kansen voor onze ingenieurs? Dat is een groot stuk van mijn taak, want daar moeten we ons wel op voorbereiden en zorgen dat onze specialisten worden opgeleid of bijgeschoold in die richting. Een tijdje geleden trokken veel productiebedrijven naar de lagelonenlanden en dan hadden we in België minder productie-ingenieurs nodig. Vandaag werken specialisten van over heel de wereld samen in virtuele projectteams, waarbij expertise wordt ingezet waar en wanneer nodig. Dan is het wel zo handig dat ik kan meepraten over de productie, de processen, de installaties, de designafdeling of welk aspect ook van engineering, om de gepaste oplossing te kunnen formuleren.”
10.00 uur: maatoplossingen Niet alleen door evoluties op te volgen via nieuwsbrieven en vakbladen, maar ook door de vele contacten met de klanten bepaalt de directeur Engineering de strategie voor de komende jaren. Door haar kennis van de technologische bedrijven en haar brede netwerk met actieve ingenieurs kan USG Innotiv de perfecte match garanderen tussen kandidaten en werkgevers. Ing. Kathleen Dupont MSc 17
I-mag december 2011
SAMENLEVING
Dupont: “Zo dadelijk heb ik een vergadering met een bedrijf dat sterk aan het uitbreiden is en waar 13 ingenieursfuncties moeten worden ingevuld. We zouden gewoon 13 vacatures mee naar huis kunnen brengen, beginnen zoeken en kandidaten voorstellen, maar wij gaan een stapje verder. Ik luister naar wat er bij hen leeft, wat er op de planning staat. Door dieper te graven naar de achterliggende nood, kijken we waar precies het knelpunt zit en bieden we een oplossing op maat aan.”
Vrouwen hebben doorgaans een andere invalshoek en een andere kijk op een technologisch probleem dan hun mannelijke collega’s. En met een andere invalshoek kom je tot veel accuratere oplossingen. Meer technoladies inschakelen kan dus alleen maar verrijkend werken!
De Dag van de Ingenieur is de gelegenheid bij uitstek om jonge vrouwen warm te maken voor technologie.
12.30 uur: middagpauze Na het klantenbezoek gaan we een hapje eten. Tussen twee happen door vraag ik Kathleen Dupont wat technologie voor vrouwen aantrekkelijk maakt. “Ik denk dat er drie of vier factoren zijn die iemand voor techniek doen kiezen, afhankelijk van je interesses en doelstellingen. Wereldverbeteraars kiezen voor techniek, omdat ze het dagelijkse leven willen verbeteren en willen meewerken aan maatschappelijke projecten. Daar nauw bij aansluitend heb je de milieu- en sociaal geëngageerde mensen. Zij kiezen niet vaak voor technologie, want vandaag leeft nog sterk het idee dat technologie ons milieu alleen maar stuk maakt. Toch kun je dankzij de groene ontwikkelingen juist heel wat van ons leefmilieu verbeteren. Innovatoren zijn dan weer de technici die gaan voor nieuwe ontwikkelingen en de nieuwste snufjes, veelal de denkers. En ten slotte zijn er de probleemoplossers: mensen die hun creativiteit praktisch aanwenden, de doeners. Ik ben ervan overtuigd dat heel wat vrouwen zich herkennen in een van die factoren, maar niet steeds de link leggen met techniek. Vrouwen hebben doorgaans een andere invalshoek en een andere kijk op een technologisch probleem dan hun mannelijke collega’s. En met een andere invalshoek kom je tot veel accuratere oplossingen. Meer technoladies inschakelen kan dus alleen maar verrijkend werken!”
14.00 uur: teamoverleg Als directeur Engineering stuurt Kathleen Dupont drie teams aan, elk met hun eigen specialisatie. Het team ‘building’ omvat de bouwkundige ingenieurs en facility managers, in het team ‘productie’ zitten vooral de productieplanners en plantmanagers en het team ‘mechanical design’ bestaat uit 3D-ontwerpers en ontwikkelaars van machineen apparatenbouwers. “Dat we gespecialiseerd zijn per discipline zorgt ervoor dat de verschillende teams hun markt beter kennen. Het team ‘building’ bv. heeft mensen die zich enkel bezighouden met bouwkundige en facilitaire projecten. Als er een bouwkundig ingenieur bij hen advies komt vragen, dan kennen zij die markt zeer goed. Op dat vlak maken we ook het verschil met de concurrenten.”
Proud to be an engineer! Op 21 maart 2012 staat de vijfde ‘Dag van de ingenieur’ in het teken van creativiteit. “In plaats van te zeggen hoe tof en cool techniek wel is, zal dat evenement het allemaal laten zien”, zegt Kathleen Dupont trots. In de aanloop naar het evenement worden ingenieurstudenten opgeroepen om aan de hand van projecten te laten zien waar ze al tijdens hun opleiding mee bezig zijn, om hun competenties aan de arbeidsmarkt te tonen. Daarmee wil USG Innotiv ook 18-jarigen warm maken voor technische studies. Er wordt opnieuw een grootschalige enquête gehouden bij jongeren, ingenieurstudenten, professionals en bedrijven die ingenieurs tewerkstellen. De resultaten worden in de Ingenieursbarometer verzameld en op de ‘Dag van de ingenieur’ bekendgemaakt. “We roepen ook bedrijven op om hun ingenieurs in de bloemetjes te zetten. Sommige bedrijven rollen de rode loper uit, voorzien een uitgebreid ontbijt of organiseren een ludieke wedstrijd. Bij USG Innotiv krijgen al onze consultants een T-shirt waarop staat ‘Proud to be an engineer’. Ik denk dat de meeste ingenieurs best wel trots zijn op hun titel. Als elke ingenieur dat ook uitstraalt, dan werken we echt aan ons imago!” www.dagvandeingenieur.be AR
I-mag december 2011
18
SAMENLEVING
Ik zeg vaak dat ingenieurs de moderne magiërs van onze maatschappij van morgen zijn.
We hebben ook projecten rond maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO), waarbij we sociaal geëngageerde consultants de kans geven enkele weken in het buitenland te werken. Daar kunnen ze projectervaring opdoen, technische kennis uitbreiden en een sociaal engagement opnemen.
Om de juiste m/v op de juiste plaats in te schakelen bouwt Kathleen Dupont ook een uitgebreid netwerk met kandidaat-consultants uit en zet ze partnerschappen op met ingenieursverenigingen, hogescholen, Agoria, belangengroepen of met de USG-zusterbedrijven in binnen- en buitenland. Ook die contacten vertalen zich in operationele ondersteuning van de teams. Is er plotseling een groot pakket aan schoolverlaters nodig, dan moeten er schoolverlaterslijsten van afstuderende ingenieurs worden opgevraagd of mailings worden georganiseerd i.s.m. de marketingafdeling. “We werken heel sterk aan ‘employer branding’. Zo hebben we altijd 10 tot 15 projecten lopen binnen onze Innoversity waarmee we USG Innotiv in de kijker willen plaatsen.”
Vandaag ben ik volop bezig met de voorbereiding van de ‘Dag van de ingenieur’. Op 21 maart 2012 nodigen we voor de vijfde keer professionals en studenten uit op het netwerkevenement. Het Atomium zal daarvoor helemaal in het teken van ‘the Art of engineering’ staan. Een boeiende dag met veel netwerkgelegenheid bij een hapje en een drankje. Ook dat is technologie!”
17.30 uur: inpakken en wegwezen? Kathleen Dupont trekt de deur van het kantoor achter zich dicht om een van de talrijke netwerkevenementen van Agoria bij te wonen. “Het is geen nine-to-five-job en het leuke is dat geen enkele dag dezelfde is. Maar er is een duidelijke constante: ik wou altijd al problemen oplossen. Als kind schroefde ik de keukenklok uiteen om die terug aan de praat te krijgen of ik legde met twee conservenblikjes en een touw een telefoonlijn aan tussen mijn kamer en die van mijn broer. Of ik bouwde met een kartonnen doos mijn meisjesgocart om tot een tof autootje. Geef me heel veel input, data, impulsen en laat me daar een rode draad in vinden. Dat vind ik ook in mijn job terug: ik krijg heel veel detailinformatie te verwerken, zowel over de technologische evoluties als over de werkgeversnoden. En daar ga ik mee aan de slag.” Het leven van een technolady: alsof iedereen je elke dag nieuwe stukjes brengt en je er een oneindige puzzel mag mee maken. Tegenwoordig zelfs in 3D.
16.00 uur: Innoversity “Ik zeg vaak dat ingenieurs de moderne magiërs van onze maatschappij van morgen zijn. We doen er alles aan om een aantrekkelijke werkgever te zijn voor technische bachelors, ingenieurs en ervaringsdeskundigen en zetten daarvoor heel wat initiatieven op poten. We hebben onze ‘Vakantiejob-de-luxe’, een unieke formule voor bachelor- en ingenieurstudenten die vakantiewerk willen doen en tegelijkertijd ook iets willen bijleren. Het verhaal van waar een ingenieur in een bedrijf mee bezig is, brengen we op die manier naar de hogescholen. In onze startersklassen stomen we onze ingenieurs klaar voor een bepaald project of scholen we mensen om. Starters krijgen een maand intensieve opleiding, gevolgd door een stage om daarna in een bedrijf een project voor hun rekening te nemen.
Tekst: AN REKKERS Foto’s: USG INNOTIV
Bijscholen en evoluties op de voet opvolgen is voor USG Innotiv en voor Ing. Dupont MSc een absolute noodzaak. 19
I-mag december 2011
in de kijker Mystic Indonesië Van 31 maart 2012 tot 13 april 2012 organiseert Alk-reizen (Lic. 1995) speciaal voor VIK-leden een 14-daagse rondreis naar Indonesië. Hieronder vind je het volledige programma.
Op 4 april 2012 gaan we voor dag en dauw op pad voor een koude, maar magische ochtend. Bij de uitkijkpost van Penajakan genieten we van de spectaculaire zonsopgang over de keten van vulkanen van Mount Bromo. Daarna rijden we verder per jeep naar de vulkaankrater. Vervolgens rijden we te paard door een prachtige zee van zand en as die ons 700 treden hoger naar de rand van de rokende krater van Mount Bromo brengt: een onvergetelijke ervaring. We keren terug per jeep voor het ontbijt en rijden langs de kustweg naar Ijen, waar we aan de voet van de vulkaan verblijven in een magisch en sereen kader van rijstterassen en bloemen.
Op 31 maart 2012 vertrekken we om 5 uur vanuit Alken per autocar naar Schiphol, waar we om 8 uur aankomen en inchecken voor de Garuda Indonesiavlucht naar Jakarta. Op 1 april 2012 komen we om 8.40 uur aan in Indonesië. Na de immigratie- en douaneformaliteiten vliegen we door naar Jogjakarta (11.35 – 12.40 uur). Na de ontvangst door een Nederlandstalige gids en de transfer naar het stadscentrum van Yogyakarta maken we een eerste keer kennis met de Javaanse keuken tijdens de lunch in de stad. In de namiddag ontdekken we de Hindoetempels van het Prambanancomplex, een Unesco-werelderfgoedsite met 244 tempels.
Op 5 april 2012 rijden we na een vroeg ontbijt naar het basiskamp van de Yen Kwaad door adembenemende landschappen, van jungle, koffie- en kruidnagelplantages. Op de kraterrand van de Ijen krijgen we een spectaculair uitzicht op het turkooizen meer en de zwavel fumarolen. De zwaveldragers met ladingen tot 100 kilogram op hun rug beklimmen deze berg meerdere keren per dag in hoog tempo. We lunchen onderweg naar de haven van Ketapang, waar we met een lokale ferry de Straat van Bali over te varen. In de late namiddag komen we aan in het vissersdorp Permuteran, waar we in schilderachtige huisjes overnachten.
Op 2 april 2012 ontdekken we Jogjakarta en zijn culturele tradities. De speciale regio van Jogjakarta is een legaat van het sultanaat met dezelfde naam en de sultan bezit de titel van gouverneur. We bezoeken de kraton, een schitterend voorbeeld van prinselijke architectuur. Na een wandeling op de vogelmarkt gaan we per ‘becak’ (driewieler) naar de wijk van Taman Sari, het oude, prinselijke badhuis met tuinen door Portugese architecten aangelegd. In de namiddag ontdekken we twee zeer belangrijke aspecten van de Javaanse cultuur: een batikatelier en schimmenspeltheater (wayang kulit). 42 km meer naar het westen verkennen we Borobudur, de grootste en indrukwekkendste boeddhistische tempel ter wereld. Per paardenkoets maken we kennis met de traditionele levenswijze van de bewoners van het dorpje Candirejo en we genieten van een diner met Ramayana-dansen. Op 3 april 2012 gaan we na een vroeg ontbijt met een lokale trein van Jogjakarta naar Mount Bromo. We reizen in de 'executive class' wagon. Bij aankomst in Surabaya lunch in een lokaal restaurant. In de kleine haven van Pasuruan bewonderen we de prachtige Indonesische houten zeilschepen, de pinisis. Via de bergweg gaan we naar Tosari, in het nationaal park van Mount Bromo-Tengger. Overnachting in zeer eenvoudige Bromo Cottages.
I-mag december 2011
Veertiendaagse rondreis over 3 eilanden
20
Limburg
Op 10 april 2012 doen we een rondvaart per boot met snorkelstops. Deze namiddag en de volgende ochtend is er vrije tijd om nog meer te genieten. Op 11 april 2012 brengen we in de namiddag een bezoek aan een pottenbakkersdorp en een Sasak-dorp waar we levenswijze ontdekken van de originele bewoners van Lombok. In de vooravond nemen we een binnenlandse vlucht en genieten we van een heerlijk afscheidsdiner. Op 12 en 13 april keren we stapsgewijze naar België terug.
• PRAKTISCH Prijs per persoon bij minimaal 20 betalende deelnemers: 2.495 euro voor VIK-leden en partner, 2.745 euro voor niet leden. Toeslag single: 475 euro. In de prijs is begrepen: • Autocar Alken – Schiphol – Alken • Internationale vluchten met Garuda Indonesia incl. taksen en brandstof 155 euro • Vertrekbelasting op binnenlandse vluchten 10 US dollar per vlucht en op de internationale vlucht naar huis 20 US dollar • 11 overnachtingen op basis van kamer en ontbijt • Alle transfers en excursies per aircovoertuig • Nederlandstalige lokale gidsen op elk eiland • Toegangsgelden voor alle vermelde excursies • Maaltijden volgens programma (O, L, D) • Cyclopousse in Surabaya • Jeeps in Bromo en Ijen • Paardentocht op de Bromo • Vermelde shows tijdens bepaalde diners • Btw • Bijdrage garantiefonds reizen
Op 6 april 2012 bezoeken we in Bali het Bratanmeer met de tempel van Ulun Danu Bratan. Op weg naar Bedugul, waar we de traditionele markt bezoeken, bezoeken we Mengwi met de koninklijke tempel van Taman Ayun en Tanah Lot, de beroemdste tempel in Bali. Op 7 april 2012 bezoeken we Ubud, in feite het ware Bali. We wandelen door de rijstvelden rond Ubud en leren alles over de rijstterrassen. Ten zuiden van de stad bezoeken we de ambachtsdorpen: zilverwerk, houtsnijwerk en stenen beelden. Terug in Ubud bezoeken we het koninklijk paleis en snuisteren we op de markten. Op 8 april 2012 bezoeken we eerst de heilige bronnen van Pura Gunung Kawi. In de namiddag volgt Besakih, de grootste en belangrijkste tempel van Bali, op de westelijke hellingen van Mount Agung , de hoogste vulkaan op Bali (2.567 m). Van daar vertrekken we naar de oostkust.
Niet inbegrepen: • Visum bij aankomst 25 US dollar • Dranken en persoonlijke uitgaven • Annulerings- en bijstandsverzekering: 126 euro per persoon • Fooien – 60 euro per persoon
Op 9 april 2012 bezoeken we minder bekende sites: met Tenganang verkennen we een van de meest traditionele dorpen van Bali. Het dorp is omgeven door een muur die hun van de buitenwereld isoleert. Daarna volgt een korte trekking van ongeveer 2 uur door het platteland, rijstvelden en diverse plantages van tropische vruchten tot het dorpje Bebandem. Van daar gaat het naar de oude hoofdstad van Amplapura en Tirta Gangga, wat letterlijk betekent ‘water van de Ganges ', waar we een enorme tuin met vele fonteinen en vijvers bezoeken, gebouwd door de koning van Karangasem. Deze oorspronkelijke baden mogen we na onze wandeling ook gebruiken en dan is een plonspartij zalig. In de late namiddag vliegen we naar Mataram op Lombok.
Je kunt inschrijven via mail bij
[email protected], tel. 011 31 36 20, fax: 011 59 74 01, met vermelding van de naam en geboortedatum van alle deelnemers. Tevens type kamer vermelden (dubbel, twin of single) en, indien van toepassing, of je een annulerings- en bijstandsverzekering wenst af te sluiten voor 126 euro per persoon. Voor deze reis moet uw reispas geldig zijn tot minstens 01.10.2012. Visum moet bij binnenkomst aangekocht worden.
21
I-mag december 2011
afdelingen
ANTWERPEN
script aanpaste voor een langspeelfilm. Nog later werd het tot toneelstuk omgevormd en aangepast.
05/02/2012 AKO-concert, Antwerpen, 11 uur
Het stuk speelt zich af op het einde van de jaren vijftig in de Verenigde Staten van Amerika. We zien een assisenjury in de deliberatiekamer. De twaalf leden van de jury moeten zich uitspreken over de schuldvraag van een jonge man die zijn vader zou hebben vermoord.
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
AKO-nieuwjaarsconcert met receptie zondag 5 februari 2012 Het Antwerps Kultureel Overleg (AKO), waarbij ook de VIK is aangesloten, organiseert op zondag 5 februari 2012 in de Singel in Antwerpen voor de 32ste keer zijn traditioneel nieuwjaarsconcert met bijbehorende receptie. Het concert vangt aan om 11 uur en vanaf 12.15 uur volgt de receptie.
Uitvoerders: het Euregio Jeugdorkest o.l.v. Hans Casteleyn. Soliste: Liesbeth Baelus, viool.
In de ongeveer negentig minuten durende voorstelling zien we niet alleen een gesprek van twaalf mensen, maar beseffen we gaandeweg hoe elk van de juryleden zelf tegenover de misdaad en het leven staat. Hun eigen karakter en de wijze waarop ze hun leven tot nog toe hebben geleid, bepalen mede hun oordeel over anderen. Ook de kleine hebbelijkheden die ieder van hen bezit, spelen een rol bij die zo belangrijke beslissing. In Amerika moet de jury eensgezind antwoorden op de vraag of iemand schuldig of niet schuldig is. Bij ons geldt een meerderheid. Daarenboven werd wie schuldig bevonden werd aan moord, ook werkelijk geëxecuteerd. Dat aspect bepaalt mee de houding van de jury. En vermits de dader in dit stuk een jonge kerel van negentien jaar is, weegt die beslissing nog zwaarder. Ook de getuigen à charge worden grondig doorgelicht en hun houding wordt besproken. Hoe zo’n jury op het einde van de jaren vijftig in de USA, tewerkging, ziet u in dit stuk.
• PRAKTISCH
• PRAKTISCH
Plaats: De Singel, Desguinlei, Antwerpen Datum: zondag 5 februari 2012 om 11 uur Kostprijs: 25 euro per persoon; 15 euro voor kinderen tot 15 jaar. Te betalen op rekeningnummer BE20 4060 0985 0156 van de VIK in Wommelgem met vermelding ‘AKO-concert’. Eerst inschrijven bij het secretariaat, daarna betalen. De toegangskaarten worden tegen eind januari 2012 verstuurd. Inschrijving vereist: www.vik.be/activiteiten
Plaats: zaal Centrum, Hollandsveldlaan 32, Hasselt Datum: zaterdag 10 december 2011 om 20 uur Kostprijs: reductieprijs 9 euro per persoon Inschrijving vereist: www.vik.be/activiteiten en te bevestigen door overschrijving van het juiste bedrag op rekening nummer BE68 4518 5278 5134 van de VIK-afdeling Limburg met vermelding ‘toneel 10.12.2011’
Op het programma staan: • De Vlaamse Leeuw, K. Mire • Die Leichte Kavallerie, F. Von Suppé • Vioolconcerto ‘Butterfly lovers’ - met soliste, G. Chen / Z. He • Einzug der Gladiatoren op. 68, J. Fucik • ‘Main Title’ uit ‘Stars Wars’, J. Williams • Capriccio Espagnol, N. Rimsky-Korsakov • Hongaarse Rapsodie nr. 2, F. Lisztt
MECHELEN
KEMPEN
16/03/2012 Bezoek Hilti, Asse, 13.30 uur 20/04/2012 Bezoek werken RER (GEN)expressnet, Rixensart, 14 uur 05/05/2012 3de Huifkartocht, Lier, 10 uur
04/02/2012 Gezellig samenzijn
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
Hilti
LIMBURG 10/12/2011 16/02/2012 31/03/2012 17/04/2012
vrijdag 16 maart 2012
Toneel 'De 12 gezworenen', Hasselt, 20 uur Nacht van de ingenieur, Diepenbeek 14-daagse reis naar Indonesië (tot 13/04/2012) Bezoek vliegbasis Kleine Brogel
Hilti is wereldwijd marktleider in het produceren en commercialiseren van hoogwaardige producten en diensten voor professionals in de bouwsector. Integriteit, teamwork, engagement en moed om volop te kiezen voor verandering zijn de vier kernwaarden die de basis vormen van de bedrijfscultuur.
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
Toneel: De twaalf gezworenen
Hilti is een succesvol bedrijf, net omdat het producten en diensten aanbiedt die het de klanten mogelijk maken om zelf succes te boeken. Dat doet Hilti door dicht bij de klanten te staan en door met hen mee te denken bij de ontwikkeling van het aanbod. De vier sleutelbegrippen voor het succes van
zaterdag 10 december 2011 De twaalf gezworenen is een toneelstuk van Reginald Rose, die het oorspronkelijk schreef voor televisie, maar later het
I-mag december 2011
22
Raadsel
Nieuwsbrief Ex-Change Jaargang 7 - nr.2 december 2011
Wat deel je en wordt daardoor steeds groter? Antwoord: kennis.
Investeren in Ex-Change: what’s in it for you? Ex-Change vzw kiest steevast voor win-winrelaties: behalve bedrijven in het Zuiden hebben ook bedrijven in het Noorden en individuele experts baat bij onze projecten. Individuele experts – uit (Vlaamse) bedrijven – krijgen een unieke, doorleefde ervaring aan no cost. Ex-Change Company Club biedt volgende concrete mogelijkheden aan bedrijven en experts: n Een netwerk van gelijkgestemde bedrijfsleiders, met gelijkaardige vragen of uitdagingen. n Een expert leveren voor opdrachten in het Zuiden: - Gekozen worden voor een opdracht met ExChange is een kwaliteitslabel: enkel topexperts uit bedrijven die kwaliteit koesteren, komen in aanmerking. Er wordt geselecteerd uit meer dan 800 voorgeselecteerde topprofielen in onze database op basis van: - uitmuntende vakkundige expertise; - zeer goede interpersoonlijke en communicatievaardigheden; - breeddenkend en open van geest. - incentive voor medewerkers en bedrijf. - Een teambuilding binnen uw bedrijf: medewerkers kunnen zich identificeren met het engagement van uw bedrijf. - Als exclusieve training voor de medewerker in ‘andere’ omstandigheden. n Een blik op de wereld en dus mogelijke partnerships met bedrijven uit het Zuiden. n Omkadering bieden aan een individueel expert met sectorspecifieke expertise. n Een concrete invulling van uw sympathie voor gelijkaardige uitdagingen van bedrijven elders in de wereld; hun ondernemerschap mee stimuleren.
n
Bedrijven kunnen machines en/of uitrustingsgoederen leveren (nieuw of tweedehands) aan aanvragers uit het Zuiden tegen marktprijzen of tegen speciale voorwaarden.
Een bedrijf kan die samenwerking op verschillende manieren invullen: n Een structureel partnership, met verschillende formules voor 3 jaar (10.000, 20.000 of 40.000 euro) en aangepaste voordelen inzake zichtbaarheid, ondersteuning, gebruik van het Ex-Change-logo, … n De adoptie van individuele projecten (5.000 euro per project) n Lidmaatschap voor 3 jaar van de Ex-Change Company Club (1.000 euro per jaar) Bijkomend kan een bedrijf zijn engagement extra in de verf zetten door bijvoorbeeld: n De openstaande projecten van Ex-Change vzw via het intranet van het bedrijf te verspreiden. n Mee te helpen om de naam van Ex-Change in de markt te zetten. n Actief evenementen te ondersteunen. n ‘Congé solidaire’ te verlenen aan experts binnen het bedrijf. Onze honderden experts zullen graag getuigen dat een project met ExChange gelijkstaat met een intense en zeer efficiënte training ‘on the job’. Bedrijven die dat inzien, kunnen hun werknemers extra aanmoedigen door hen bv. door te betalen tijdens de werkreis in het Zuiden.
Zo’n werkuitwisseling: iets voor mij? Test het even uit door de vier eenvoudige stellingen hieronder al dan niet aan te kruisen voor jezelf! 1] Ik zou graag zien dat mijn inspanningen voor MVO rechtstreeks en onrechtstreeks een investering zijn voor mijn bedrijf. 2] Ik wil voor mijn bedrijf meer internationale contacten uitbouwen. 3] Ik denk dat een ervaringsuitwisseling met een bedrijf in het Zuiden een interessante ervaring kan zijn voor mijzelf of voor een van mijn managers. 4] Ik overweeg mijn budget voor MVO te investeren in ondernemerschap in het Zuiden.
Heb je 3 of 4 keer positief geantwoord op bovenstaande vragen? Kom dan eens langs: we moeten beslist eens praten. Of wij komen bij u langs. Neem contact op: 03 259 11 12 of
[email protected]
In overleg met Ex-Change vzw kunnen natuurlijk ook andere, nieuwe formules worden uitgewerkt.
Met deze nieuwsbrief informeert Ex-Change tweemaal per jaar met de steun van I-mag sympathisanten en geïnteresseerden. Op de volgende bladzijden vindt u meer informatie over onze werking, onze projecten, onze vrijwilligers en onze successen. Meer informatie vindt u via www.ex-change.be of door ons te mailen:
[email protected].
Guido Beazar Roy Jurriens
MVO IN TIJDEN VAN CRISIS WIN-WIN VOOR ZUIDEN EN NOORDEN!
Dirk Vyncke, voorzitter Ex-Change vzw Beste lezer, In oktober organiseerde Ex-Change vzw de ondernemersreis naar Madagaskar: samen met 14 ondernemers trokken we voor 11 dagen naar dat land van belofte. Het werd een onvergetelijke tijd voor alle deelnemers. Eén ervaring steekt uit boven alle andere. Sinds de politieke crisis in 2009 en tot er erkende democratische verkiezingen zijn, blijft het land uitgesloten van enige internationale of Europese hulp. Die hulp maakte een zeer aanzienlijk deel uit van de inkomsten van het land. Dat de hulp wegviel, heeft een dramatische impact gehad, want de overgangsregering kan geen geld meer uitgeven. Van die kant valt voorlopig dus weinig hulp te verwachten. Maar werd het daardoor een hopeloze situatie? Integendeel, zo bleek! Want nu – twee jaar later – kun je zien dat de mensen het heft vastberaden in eigen handen nemen. Ondernemers staan op om het zélf te doen. De tijd van wachten is voorbij. Die drive voelen zorgt ervoor dat je graag wilt deelnemen aan die golf van enthousiasme. Je wilt investeren in een gezamenlijke toekomst. ‘Emerging economies’ zijn immers geen bedreiging, maar een gedroomde kans om samen te werken aan een betere wereld. Hopelijk hebt u ook zin in de toekomst! Hartelijke groeten, Dirk Vyncke Voorzitter Ex-Change vzw
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen mág iets opbrengen Ondernemers dragen de maatschappij. Nu ze zelf onder druk staan in een financieel onzekere wereld, is het logisch dat ook de uitgaven voor ‘Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen’ (MVO) onder druk komen te staan. Dat heeft natuurlijk daarmee te maken dat MVO gezien wordt als ‘kosten’ voor de onderneming. Die perceptie is vaak ook terecht: voor B2C-bedrijven is er misschien nog het indirecte voordeel dat klanten de bedrijfsnaam associëren met ‘goede doelen’, maar in een B2B-omgeving geldt dat al een stuk minder. En als middel om de belastingen te reduceren is het ook niet zaligmakend. Daarvoor doen we het bovendien ook niet. Nochtans zijn er veel bedrijfsleiders die wel degelijk nog een extra steentje willen bijdragen. Alleen is dat in het huidige economisch klimaat geen evidentie: elke euro moet een paar keer omgedraaid worden. Terecht: ‘maatschappelijk verantwoord ten onder gaan’ is immers ook geen optie.
Niet in tegenspraak Een ander nijpend tekort draait om ‘goede arbeidskrachten’. Bedrijfsleiders hebben er wel wat voor over om hun sterke krachten aan zich te binden, maar dat kost ook weer geld. Bestaan er dan geen betere incentives? Roland Waeyaert, general director van ExChange vzw: “Stel dat je die twee elementen kunt combineren: een vorm van MVO die iets opbrengt en tegelijk ook een incentive kan zijn voor je medewerkers… We moeten eens praten, geloof ik.”
Toch geen ontwikkelingssamenwerking? “Traditionele ontwikkelingssamenwerking zet geen zoden aan de dijk, het brengt niets op!” Dat is althans de stelling van tegenstanders en critici. Anderen zijn ervan overtuigd dat het nog steeds hét antwoord is om het onevenwicht uit de wereld te helpen. Het is een uiterst complexe discussie waarover nog steeds bibliotheken worden volgeschreven. De discussie speelt dan ook in op onze diepste gevoelens: is de attitude ‘stop ontwikkelingssamenwerking, want het brengt niet op!’ geen uitvlucht om zich niet te moeten engageren? We kunnen wel degelijk ‘iets doen’. Misschien moeten we gewoon doen wat we het beste kunnen: ondernemen. Misschien moeten we wat minder ‘ontwikkelen’ en wat meer ‘samenwerken’. Misschien is het geen kwestie van geven en ontvan-
Roland Waeyaert, general director van Ex-Change vzw.
gen, maar van delen wat we hebben: onze expertise
Samenwerkingsontwikkeling? Daar komt het op neer voor de vzw Ex-Change: expertise delen met potentiële partners in het Zuiden. Dat stelt de ondernemer in staat om door te groeien, om mensen aan het werk te zetten en om welvaart te creëren. Ex-Change vzw specialiseert zich al tien jaar in die rechtstreekse, no-nonsense internationale samenwerking. Concreet sturen we topexperts uit Vlaanderen en Europa voor een korte periode van ongeveer 2 à 3 weken naar ondernemers in het Zuiden. We doen dat 100% vraaggestuurd en op maat. De resultaten zijn opmerkelijk, zoals de recente externe audit over de periode 20082010 aantoont. Vorig jaar bereikte Ex-Change rechtstreeks meer dan 13.000 werknemers in het Zuiden.
En de begunstigden? “Hoeveel van mijn geld komt bij de begunstigden terecht?”, hoor je wel eens vragen. Voor ExChange is het antwoord simpel: niets! Kennis uitwisselen kost niets. Expertise gaat nooit verloren en als je ze doorgeeft, ben je zelf ook niets kwijt. De kosten per project zijn dan ook bijzonder laag en het gaat enkel om uitzend- en werkingskosten. Correct geven en correct ontvangen: niets is complexer of ingewikkelder. De wereld van de ontwikkelingssamenwerking kent niet toevallig termen als ‘donormoeheid’, ‘aangeleerde hulpeloosheid’, enz. Zowel het geven als het ontvangen leveren ons moeilijke vraagstukken op: wat geef je, hoe geef je, wanneer geef je, wanneer geef je niet?
In onze westerse dualistische doe-mentaliteit wordt de vraag te vaak gereduceerd tot ‘to give or not to give?’. Het antwoord is misschien wel: to share. Delen.
MEN ZEGGE HET VOORT!
Experience Ex-Change Enkele experts, aan de slag in het Zuiden, gunnen ons een blik achter de schermen: ze vertellen hun verhaal online of... er wordt over hen geschreven. Een bloemlezing.
Bakker Meester-bakker Guido Devillé keerde terug van een project in Burundi. Hij assisteerde er een semiindustriële bakkerij bij kwaliteitszorg en management. Zijn verhaal is online te lezen via de link http://www.bloggen.be/ bakker_guido_in_afrika/. Ook zijn volgende project, in Kenia, zal hij daar publiceren. Ook Radio 2 kreeg belangstelling en interviewde hem tijdens zijn verblijf in Burundi. Je kan het nog eens beluisteren via http:// www.radio2.be/regio/vlaams-brabant/bakker-in-burundi
Pottenbakker Onze expert pottenbakken, Dirk Vanhaeren, was dan weer in Rwanda. Zijn ervaringen kun je nalezen op http://dirkvanhaeren.blogspot.com.
Andere experts houden zelf geen dagboek bij, maar worden ter plaatse geïnterviewd door de nationale of internationale pers. Blijkbaar is hun impact groot genoeg om erover te schrijven in kranten of nieuwsbrieven.
Plaatselijke pers Roland Waeyaert was onlangs in Chili voor een project in samenwerking met de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO), die het vermeldde in zijn nieuwsbrief: http://www.ilo.org/public/english/region/eurpro/brussels/. Ook de lokale pers wou Ex-Change leren kennen en publiceerde het volgende artikel in ‘El detallista’: http://www.eldetallista.cl/portal/gremial/confedechtur_invitada_a_importante_seminario_internacional_de_educaci_n_previsional_organiza.
VAN DONORLOGICA NAAR ONDERNEMERSLOGICA
Werken in me t het Zuiden Internationale samenwerking wordt met de regelmaat van een klok in vraag gesteld: helpt het allemaal wel? Nieuwe internationale studies komen vaak met scherpe conclusies, maar bieden ook nieuwe perspectieven. De private sector krijgt daarbij meer en meer aandacht. Stilaan wordt het debat ook in België gevoerd. Vaak zijn economische ontwikkeling en ‘ontwikkelingshulp’ nu in handen van verschillende spelers. Daarbij richt de ontwikkelingshulp zich op welvaartsherverdeling of enige eigendomverwerving: een waterpomp, een hut, een lening. Welvaartscreatie daarentegen wordt gezien als een taak die bijna exclusief voor de bedrijven en overheden is weggelegd.
‘Ontwikkelingshulp’ zou zich volgens meerdere studies moeten beperken tot ‘hulp bij ontwikkeling’. Dat veronderstelt een vraag voor ondersteuning vanuit het Zuiden, geënt op een lokaal initiatief. Opmerkelijk is dat men economische ontwikkeling en overdracht van kennis daarover als een belangrijke opdracht ziet voor de organisaties die actief zijn in internationale samenwerking. Het lijkt het onverenigbare verenigen en uiteraard zijn de ontwikkelingsorganisaties vaak beduusd voor de reacties van het ‘grote publiek’: ondernemers ondersteunen? Is dat niet de rijken rijker maken? Stilaan wordt evenwel ingezien dat winwinrelaties duurzamer zijn: ondernemers in het Zuiden en in het Noorden kunnen –
“ I believe that you are providing a valuable service to small entrepreneurs and strongly suggest that you continue to do so.” (Johan Du Toit, CEO I’langa)
en mogen – welvaart creëren. De ontwikkelingsorganisaties kunnen, in een nieuwe rol, ongelijkheden helpen wegwerken, duurzaamheid stimuleren en werkgelegenheid creëren. Ook in België merken we de invloed van die nieuwe bevindingen: enkele ontwikkelingsorganisaties nemen in hun communicatie duidelijk een deel van het discours over. Waar er vroeger vooral met middenveldorganisaties werd samengewerkt, wordt nu ook de lokale ondernemer erkend als motor van ontwikkeling. Vanuit 10 jaar ervaring in vraaggestuurde ondersteuning van kmo’s in het Zuiden, met expertise uit het Noorden, wil ExChange vzw een voortrekkersrol spelen in dit debat. Ex-Change gelooft in samenwerkingsontwikkeling.
EX-CHANGE ALS DIENSTVERLENER
1 plus 1 is 3 Op 21 augustus lanceerde minister-president Kris Peeters in Pretoria, Zuid-Afrika officieel het LADA-II-programma. Een ‘Lokale vertegenwoordiger’ en twee experts vertegenwoordigden er Ex-Change. Ex-Change vzw kreeg tijdens de opening uitgebreid de kans om haar werking voor te stellen. Dat was ook logisch: niet alleen wordt Ex-Change vzw gedeeltelijk ondersteund door de Vlaamse regering, maar we hebben ook een actieve rol te spelen in het verhaal. De formule die Ex-Change aanbiedt, is namelijk compatibel met heel wat gelijkaardige inspanningen in internationale samenwerking. Voor zowat 20% (35) van onze projecten werken we als toeleverancier van expertise voor andere actoren in internationale samenwerking. Het gaat dan met name over overheden, ngo’s, internationale organisaties, Kamers van koophandel, enz. De expertise die Ex-Change levert, verhoogt de kwaliteit en slaagkansen van die projecten. Zo ook dus met het LADA-II-project, waar Ex-Change hopelijk weer enkele topexperts kan inzetten. Het gaat om een capaciteitsontwikkelingsproject in de agricultuur en agro-industrie voor de provincie Limpopo in Zuid-Afrika.
DAGEM ELECTRO VAN 8 NAAR 18 WERKNEMERS IN ÉÉN JAAR TIJD
U wil graag meer weten over Ex-Change? Wij informeren u graag!
Impact in Ethiopië
Eva Escobar
[email protected]
Verslag van onze Lokale vertegenwoordigster, Saskia Kloezeman
Martine Hustinx
[email protected]
Dagem Mengistu en zijn vrouw Azeb leerden elkaar kennen in het Ethiopische leger, waar ze vliegtuigonderdelen repareerden. Nu hebben ze samen een bedrijf in Hawasa: ‘Dagem Electro’. Het bedrijf legt zich toe op het reviseren en herstellen van dynamo’s. In februari 2009 bracht ik een bezoek aan Hawasa. Ik bezocht hen in de kleine werkplaats, waar heel veel gebeurde. Dagem en Azeb vertelden me over hun plannen voor uitbreiding. De werklast was zo groot dat uitbreiding absoluut noodzakelijk was. Maar hoe zouden ze dat aanpakken en waar zouden ze het kapitaal vandaan halen? Ze hadden op dat moment acht mensen in dienst. ExChange zocht en vond een expert om de uitbreidingsplannen van Dagem Electro te begeleiden.
Kris Binon
[email protected] Roland Waeyaert
[email protected]
Ex-Change vzw Herentalsebaan 643 B-2160 Wommelgem T 0032 3 259 11 12 F 0032 3 259 11 16 www.ex-change.be
Azeb en Dagem zijn zeer sociaalvoelend. Ze leiden straatjongeren op, leren hen een vak en geven hen onderdak en eten. Hun voorlopig enige ‘eigen’ kind is een jongetje van twee dat ze van de straat geplukt hebben.
100% ondernemerschap 100% direct B2B 100% welvaartscreatie
Ex-Change informeert tweemaal per jaar - met de steun van I-mag - sympathisanten en geïnteresseerden via deze nieuwsbrief. Onze nieuwsbrief bevat meer informatie over onze werking, onze projecten, onze vrijwilligers en onze successen. U vindt nog meer informatie via www.ex-change.be of door ons te mailen:
[email protected]. Sudsidiërende overheid:
Onlangs was ik weer in Hawasa en ik wou het project opvolgen. Wat bleek? Dagem was verhuisd! Wat verder in de straat met een grotere werkplaats en een al bewoonbaar woongedeelte achteraan. Bovendien wordt er onderhandeld over een stuk grond op het industrieterrein om nog verder uit te breiden en de geluidsoverlast voor de buurt te verminderen.
Structurele partners:
Het werd een hartelijk bezoek mét de traditionele koffieceremonie, een heerlijk ontspannen babbel en uitweiding over de toekomst en de mogelijkheden die Ex-Change nog kan bieden. Het bedrijf doet het erg goed. De Ex-Changeexpert Jean-Pierre Van den Broeck heeft verschillende manieren aangegeven waarop het bedrijf kan uitbreiden. Die adviezen werden, waar mogelijk, opgevolgd. Azeb en Dagem hebben nu ook een tweede werkplaats in Dilla, ongeveer 150 km ten zuiden van Hawasa. En ze hebben een minibus gekocht om onderdelen op te halen en te leveren. Momenteel werken er 18 mensen in vaste dienst, een groei waartoe het advies van de expert zeer zeker heeft bijgedragen. Het was leuk om Dagem te horen zeggen dat ExChange de ‘klik’ had gegeven, de schakelaar in zijn hoofd had omgedraaid. Ex-Change kan het verschil maken!
Azeb en Dagem
In samenwerking met:
ACTIVITEITEN
• PRAKTISCH Plaats: Hilti, Z.4, Broekooi 220, Asse Datum: vrijdag 16 maart 2012 om 13.30 uur Kostprijs: 5 euro ‘inschrijvingswaarborg’ voor VIK- , KVIM- en KVIV-leden. De aanwezige VIK- ,KVIM- en KVIV-leden krijgen die waarborg teruggestort. 2,50 euro voor VAM-leden en 5 euro voor niet-leden. Inschrijving vereist: www.vik.be\activiteiten vóór 10 maart 2012 (inschrijving en betaling) met vermelding van bedrijfsgegevens werkgever, daarna te betalen bedrag overmaken op rekeningnummer BE86 4050 1063 3150 van de VIK-afdeling Mechelen, met vermelding ‘Hilti’. Uw inschrijving is pas geldig na ontvangst van de betaling. Er worden geen latere inschrijvingen/betalingen aanvaard. Maximum: 30 deelnemers
Hilti zijn dan ook innovatie, topkwaliteit, direct contact met de klant en een efficiënte marketing. Prof. dr. Martin Hilti stichtte het bedrijf in 1941 in Liechtenstein en Hilti concentreerde zich die eerste jaren volop op bevestigingssystemen. Anno 2011 is Hilti nog steeds een familiebedrijf, maar ondertussen heeft het meer dan 20.000 werknemers in dienst, verspreid over 120 landen. De totale omzet loopt op tot 2.848 miljard euro per jaar. Hilti is steeds een bedrijf geweest dat met nieuwe, vooruitstrevende en innovatieve producten en diensten de toon aangaf. En de 125 miljoen euro die Hilti jaarlijks aan onderzoek en ontwikkeling besteedt, garandeert dat het bedrijf ook vandaag nog de absolute marktleider is en voorloper in zijn sector.
NOORD-WEST-VLAANDEREN 21/12/2011 Demodag wetenschappelijke projecten, Oostende, 14.30 uur
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
Demodag wetenschappelijke projecten woensdag 21 december 2011 De tweedejaarsstudenten van de academische bachelor in Industriële Wetenschappen werken tijdens het eerste semester een multidisciplinaire opdracht uit in een projectgroep en onder begeleiding van een projectcoach. De oplossing ligt vooraf niet vast en dus moeten de studenten zelf creatief op zoek gaan naar specifieke en innovatieve ideeën. De studenten van de KHBO laten graag hun realisaties zien aan alle geïnteresseerden. Kom dus naar de campus Oostende en breng een boeiend bezoek aan deze jonge talenten, de industrieel ingenieurs van de toekomst!
De activiteiten van Hilti in België gingen van start in 1953. Sinds die eerste dagen zijn er heel wat producten en diensten aan het gamma toegevoegd. Hilti commercialiseert momenteel negen productlijnen: boor- en beiteltechniek, geschoten montage, schroeftechniek, ankers en pluggen, diamanttechniek, bouwchemie en firestop, installatietechniek, schuur- en zaagtechniek en, ten slotte, meettechniek. Daarnaast biedt Hilti een waaier aan diensten aan die het professionals in de bouwsector makkelijker maken om hun taken zonder onderbrekingen uit te voeren: fleetmanagement, hersteldienst en veel meer.
• PRAKTISCH Plaats: KHBO, IW&T, Zeedijk 101, Oostende Datum: woensdag 21 december 2011 van 14.30 tot 17.30 uur Kostprijs: gratis Inschrijving vereist: www.vik.be/activiteiten
Topics die behandeld worden: • onderwerp 1: stof op de werf en mogelijke oplossingen • onderwerp 2: verankeringen (van wapening en ankers) – nieuwe ontwikkelingen • onderwerp 3: geschoten montage – een veilige en productieve bevestigingswijze • onderwerp 4: brandwerende producten
OOST-VLAANDEREN 05/12/2011 Lezing 'IJsland - geothermische energie', Zwijnaarde, 20 uur
• PROGRAMMA 13.30 uur: 13.45 uur: 14.00 uur: 14.30 uur: 15.00 uur: 15.15 uur: 15.45 uur: 16.15 uur: 16.30 uur:
ontvangst introductie onderwerp 1 (alle groepen) onderwerp 2 (deelnemers opgesplitst in 3 groepen) koffiepauze onderwerp 3 (deelnemers opgesplitst in 3 groepen) onderwerp 4 (deelnemers opgesplitst in 3 groepen) afsluiter einde
15/12/2011 Ondertitelen? Mij niet gezien!, Hogeschool Gent, 19.30 uur 22/01/2012 Nieuwjaarsconcert en -aperitief, Gent, 9.30 uur 06/02/2012 Lezing 'Slimme netten', Zwijnaarde, 20 uur 02/04/2012 Lezing 'Luchtdichtheid van gebouwen', Zwijnaarde, 20 uur
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
27
I-mag december 2011
WAASLAND
VIKafee: IJsland en duurzame energie maandag 5 december 2011
07/06/2012 Regionale Ledenvergadering Het land binnen Europa dat op de meest duurzame wijze energie gebruikt, is IJsland. Het gebruikt vooral geothermie om elektriciteit op te wekken en om gebouwen te verwarmen. Daarnaast wordt veel waterkracht ingezet om elektriciteit op te wekken. IJsland haalt op die manier 100% van zijn elektriciteitsbehoefte uit duurzame bronnen. Alleen voor zijn transportsector blijft het land nog afhankelijk van fossiele energiebronnen. IJsland dank dat voor een groot stuk aan zijn geologische situatie: het is immers een van de meest actieve gebieden ter wereld. Met ruim 200 vulkanen, 600 hotsprings, 20 stoomgebieden van hoge temperatuur en honderden watervallen beschikt het land immers over een enorm energetisch potentieel. Dat potentieel wil IJsland nu ook maximaal kunnen benutten. Energieintensieve industrieën, zoals aluminiumproductie, werden aangetrokken en er lopen studies om via een onderzeese kabel elektriciteit te leveren aan Europa.
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
Ondertitelen? Mij niet gezien! donderdag 15 december 2011 Hoewel we dagelijks geconfronteerd worden met ondertiteling van tv-programma’s, zijn we ons niet bewust van de complexiteit van die bijzonder moeilijke taak, zowel i.v.m. taaleigen, beperkingen in tijd en plaats, technieken, verstaanbaarheid, … Het departement Vertaalkunde van de hogeschool Gent heeft unieke kennis en ervaring over ondertiteling in huis en tijdens ons bezoek zal professor Anna Vermeulen ons dat uitleggen en demonstreren.
• PRAKTISCH Datum: Hogeschool Gent, Campus Mercator, Lokaal A214, Ingang Abdisstraat 1, Gent (Parking Nonnemeersstraat) Datum: 15 december 2011 om 19.30 uur Organisatie: VIK-afdeling Waasland i.s.m. de VIK-afdeling Oost-Vlaanderen Kostprijs: 5 euro voor VIK-leden en partner, 10 euro voor niet-leden. Uw inschrijving is pas geldig, als het inschrijvingsgeld betaald is op rekeningnummer BE10 4012 5389 6104 van de VIK-afdeling Waasland of BE86 4430 6286 0150 van de VIK-afdeling Oost-Vlaanderen met vermelding ‘Voordracht ondertitelen’ Inschrijving vereist: www.vik.be/activiteiten Maximum 60 deelnemers
Maar IJsland heeft de ambitie om tegen 2030 volledig onafhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen en wordt wellicht de eerste waterstofeconomie. Op dit ogenblik lopen er dan ook heel wat waterstofprojecten.
• PRAKTISCH Plaats: Huis van de Bouw, Tramstraat 59, Zwijnaarde Datum: maandag 5 december 2011 om 20 uur Spreker: Ing. Roland Debruyne MSc Kostprijs: gratis voor VIK-leden en partner; niet-leden betalen 10 euro Inschrijving vereist: www.vik.be/activiteiten Maximum 40 deelnemers
Uw advertentie op deze pagina? Deze pagina’s met aankondigingen worden gelezen door duizenden ingenieurs, die zich verenigen volgens hun regio, hun interesses of hun opleiding, maar die tegelijk vaak ook belangrijke functies opnemen in het bedrijfsleven. Bereik dat interessante doelpubliek door hier jouw advertentieruimte te kopen.
I-mag december 2011
28
Meer weten? Neem gerust en vrijblijvend contact op met de Vlaamse Ingenieurskamer: Francine Demaret - 03 259 11 09
[email protected]
samenleving
“Onze kleuters zijn kleine kacheltjes die elk 37° produceren” Directeur Van Gool kijkt al lang uit naar lagere stookkosten voor zijn basisschool HEIDE-KALMTHOUT. Het nieuwe gebouw van vrije basisschool Zonnekind aan de Zonnekinddreef in Heide-Kalmthout wordt een passiefschool. Men wil een gebouw realiseren dat eigentijds is in vormentaal, flexibel in plan en gebruik, duurzaam in materiaalgebruik en intelligent in energie-efficiëntie. Maar bovenal moet het een aangename en kleutervriendelijke leer- en verblijfsomgeving worden voor de kinderen. De school ziet de deelname aan het voorbeeldproject passiefscholen als een kans om een bijzondere – ook educatieve – meerwaarde te bewerkstelligen.
“Momenteel bekijken we de budgettaire mogelijkheden”, begint directeur Gino Van Gool (53). “Onze raming lag natuurlijk wat lager dan de prijsbieding van de aannemer. Ook lopen de procedures bij AGIOn (Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs) nog om te kijken of het dossier volledig en correct is. Maar het is wel de bedoeling om in februari volgend jaar eindelijk met de bouw te beginnen. Als alles volgens plan verloopt, kunnen we het nieuwe gebouw in februari 2013 in gebruik nemen. Met het geld dat wij dan zullen besparen op stookkosten, kunnen materialen voor onze 170 kleuters en leerlingen aangekocht worden.”
toenmalige directeur meende dat er tien jaar later een nieuw lokaal zou staan, maar we zijn nu ruim 26 jaar verder.”
Problemen “Mijn eerste taak als directeur, 13 jaar geleden, was het op orde brengen van het bouwdossier. Zo lang loopt dat al. Voor
Brandstichting “In 1985 pleitte toenmalig minister Coens ervoor om meer kleuterscholen op te richten. Om onze basisschool te verzekeren van een permanente aanvoer van nieuwe leerlingen gingen we daar graag op in. Men bouwde toen een houten lokaal met twee klasjes. Toen dat bijna af was, werd het op 13 juli 1985 door brandstichting totaal verwoest. In amper zes weken tijd moest er dan een ander gebouw staan, want anders mochten we dat schooljaar niet met een kleuterschool beginnen. We kochten toen een tweedehandsprefablokaal aan dat nu nog altijd in gebruik is. De Basisschooldirecteur Gino Van Gool is blij, omdat de realisatie nadert. I-mag december 2011
30
SAMENLEVING
een deel komt dat door de lange wachttijd. Als men vandaag een nieuw dossier indient, moet men ongeveer 20 jaar wachten op de goedkeuring van de subsidies. Daar zijn de scholen zich heel bewust van en dus wordt de wachtlijst almaar langer. Daarnaast hadden wij ook het probleem dat onze school in parkgebied ligt. Daar mag je niet zomaar bouwen. Aan de gemeente moesten we toen een ‘bijzonder plan van aanleg (BPA)’ vragen. Dan
kwam het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en ook daar gingen jaren overheen. Nadien moesten we een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) opstellen, wat ook jaren vroeg.”
“ Het gebouw één dag verwarmen vraagt evenveel energie als het bakken van één pannenkoek.” “Uiteindelijk kwam onze school twee jaar geleden aan de beurt voor subsidies, maar toen was de gemeente Kalmthout nog niet helemaal klaar met het RUP. Inmiddels is dat ook in orde. Het is hoognodig dat de werken worden aangevat, want de kleuters zitten nu al decennialang in een prefablokaal zonder vloerisolatie, met enkele beglazing, geen plafondisolatie, ongeïsoleerde wanden,… Dat is warm stoken met de ramen en deuren wijdopen, bij wijze van spreken. Elke winterweek stond hier een tankwagen. Op jaarbasis betaalden wij wel 9.000 euro aan verwarmingskosten.”
Geselecteerd “Terwijl we nog bezig waren met het papierwerk voor AGIOn, organiseerde diezelfde organisatie een wedstrijd om het passiefschoolconcept te promoten. Zij zochten 25 scholen om, na selectie, aan het project deel te nemen.” De oproep leverde 75 kandidaturen op. Een selectiecommissie beoordeelde de projecten op basis van een aantal vastgelegde criteria, zoals o.m.: de snelheid waarmee het project gerealiseerd kon Het huidige schoolgebouwtje is totaal versleten.
Energieprestatie en subsidievoorwaarden In 2007 besliste de Vlaamse overheid om de energieprestatie-eisen voor scholen te koppelen aan de subsidievoorwaarden en ze verstrengde daarbij de eisen. Vergunningsplichtige scholenbouwprojecten, zoals nieuwbouw en zware renovatie, moeten sinds 2008 voldoen aan een E70-peil. Die eis wordt vanaf 2014 nog strenger. Gesubsidieerde nieuwbouw en zware renovatieprojecten van scholen zullen dan moeten beantwoorden aan de E60norm. Uit een studie van het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB) blijkt dat de E70norm economisch optimaal is; de som van de investeringskosten én de energiekosten voor scholen zijn minimaal. Een school die voldoet aan de E70-norm is 30% energiezuiniger dan een school die voldoet aan de gangbare E100-norm waaraan nieuwe gebouwen sinds 1/1/2006 moeten voldoen. De extra investeringskosten om de E70-norm te halen worden daarbij volledig vergoed. Passiefscholen gaan nog verder dan E70scholen. Ze zijn zo energiezuinig dat ze bijna geen verwarming of koeling meer nodig hebben. Enerzijds is een intelligent ontwerp van belang, waarbij er rekening gehouden wordt met passieve warmtewinsten via goed georiënteerde ramen, geïntegreerde zonwering, menselijke warmte,… Anderzijds wordt extra aandacht besteed aan goede isolatie, extreme luchtdichtheid, gezond en voldoende ventileren. Passiefscholen moeten een netto-energieverbruik hebben voor koeling en voor verwarming dat niet hoger ligt dan 15 kW/m²/jaar, terwijl een optimaal binnenklimaat wordt gegarandeerd. Er worden eisen opgelegd aan de luchtdichtheid en het energieprestatiepeil moet voldoen aan een E55-vereiste. Daarmee verbruikt een passiefgebouw 75% minder dan een traditioneel opgericht schoolgebouw. Keerzijde van de medaille is dat de bouwkosten voor een passiefschool hoger zijn dan voor een traditioneel gebouwde school. Daarom krijgen de scholen voor hun voorbeeldfunctie in het project ‘passiefscholen’ van de Vlaamse overheid 237 euro/m² bovenop de standaardsubsidie. WP
Tekening van het nieuwe passiefgebouw. 31
I-mag december 2011
Een beetje geschiedenis De school Zonnekind werd in 1949 opgericht door het echtpaar Withofs in de gemeente Schoten. In 1958 verhuist het internaat naar het huidige domein in HeideKalmthout en wordt er uitgebreid met een externaat. Het aantal klassen blijft met drie à vier gelijk. In 1973 lopen de energiekosten zo hoog op dat het internaat moet sluiten. Het externaat blijft. Het voortbestaan is onzeker, omdat er geen kleuterschool aan verbonden is. In 1984 komt daar verandering in en wordt Zonnekind dus een basisschool. Het tweedehandsprefabgebouw uit 1985 is nog steeds in gebruik met 3 kleuterklassen en 1 instapklas. Omdat het zijn levensduur al lang voorbij is, werd al in 1999 een subsidiedossier ingediend voor een nieuwe kleuterschool. WP
worden, de representativiteit, de bereidheid om de energieprestaties permanent op te volgen en het project open te stellen voor geïnteresseerden en de totaalvisie van de inrichtende macht op duurzaamheid. Uiteindelijk werden 25 projecten geselecteerd. Alle onderwijsnetten stapten mee in het project en zullen samen een bouwvolume van 65.565 m² realiseren. “Onze school behoort gelukkig ook tot de geselecteerden. De meerkosten om tot een passiefschool te komen worden voor 100 % vergoed.”
Opdracht “Wij gaven vijf architectenbureaus de opdracht om een ontwerp te maken. Die beoordeelden we op waardecriteria als: stedenbouwkundig, architecturaal, tech-
Simulaties van binnenaanzichten en inplanting.
“ Elke soort ruimte heeft haar eigen portie geborgenheid en gezelligheid.”
nisch, functioneel en economisch. We kozen uiteindelijk voor B-architecten uit Antwerpen. De anderen kregen een vergoeding voor hun werk. Een architect in de bestuursraad van onze school volgt het bouwdossier met kennis van zaken op. Zelf heb ik een cursus bij het Passiefhuisplatform gevolgd om goed geïnformeerd te zijn over isolatiewaarden, koudebruggen, enz.”
daarboven een klas voor het eerste leerjaar, een polyvalente zaal en een eetzaal. Het architectenbureau heeft in de mate van het mogelijke rekening gehouden met onze eisenbundel. Zo hadden wij liever een grotere uitspreiding door alles gelijkvloers te houden, maar een van de eerste vereisten voor een passiefproject is de compactheid. Vandaar die eerste verdieping.”
Compactheid vereist
Warme boel
“B-architecten heeft een concept uitgewerkt in houtskeletbouw met hier en daar het gebruik van betonelementen, zoals voor de vloer. De buitenkant zal opgetrokken worden in cedersingels. Het worden drie volwaardige kleuterklassen en een instapklas op de benedenverdieping met
“Het architectenbureau maakt zich sterk dat men om het gebouw één dag te verwarmen maar evenveel energie nodig heeft als om één pannenkoek te bakken. ’s Morgens moet er een klein beetje voorverwarmd worden voor de kleuters binnenkomen en daarna wordt er geprofiteerd van de warmtewinst van de aanwezigen. Het zijn in feite allen kleine kacheltjes die elk 37° C produceren. Die warmte wordt gebruikt om heel de boel warm te houden. Dat is ook het grote verschil tussen een passiefschool en een passiefhuis. Elk klaslokaal is heel de dag lang gevuld met 20 kinderen, terwijl in een woonhuis enkel ’s morgens en ’s avonds 3 à 4 mensen aanwezig zijn. Daardoor maakt een schoolgebouw meer gebruik van de interne warmtewinst en is de zongerichtheid minder belangrijk dan bij een huis.”
Prijskaartje
Het team van B-architecten.
I-mag december 2011
32
“In 2008 raamden we dit project op 1 miljoen euro. Dat bedrag is nu bijgesteld naar 2,2 miljoen euro. 75 % daarvan wordt door AGIOn gesubsidieerd, net als 100 % van de kosten om tot een passiefgebouw te komen. 600.000 euro moeten we zelf bij-
SAMENLEVING
de toegangssassen. Al die verschillende ruimtes hebben elk hun bijzondere breedte, hoogte, lichtinval en relatie met de omgeving. Elke soort ruimte heeft haar eigen portie geborgenheid en gezelligheid, eigen aan de specifieke functie van de ruimte.”
Luifel
Passiefschool verbruikt 75 % minder energie dan traditionele school.
eenzoeken. Inmiddels kloppen we daar al tien jaar lang bij de ouders voor aan, zodat we al een spaarpotje hebben. Maar we zullen nog heel wat pannenkoekenslagen en wafelverkopen meer moeten organiseren. We gaan ook een lening aan van 350.000 euro.” “Een passiefschool is voor ons een grote winsituatie”, besluit directeur Van Gool. “Want dat wat we nu meer moeten betalen om tot passief te komen, krijgen we volledig gesubsidieerd en achteraf hebben we alleen maar winst, omdat onze energiekosten veel lager zullen liggen. De olievoorraden zijn ook niet onuitputtelijk en hoe minder afhankelijk we zijn, hoe beter.” B-architecten heeft voor deze opdracht zijn team versterkt met Studieburo Mouton uit Gent en met adviesbureau gebouwentechniek Gebotec uit Edegem. “Wij opteren ervoor om de gunstige inplanting van het bestaande schooltje te behouden. Zo willen we het open speelterrein vrijwaren en krijgen we een optimale oriëntatie voor de passiefbouw. De structuur is gemoduleerd op een traveemaat van 1,80 m. Zo wordt een kostenefficiënte opzet en een maatvoering van de structuuronderdelen bereikt die de ruimtelijkheid van de verschillende programmaonderdelen niet beknot. Er wordt geopteerd voor een hybride structuur, gevormd door houten kolommen (40 x 18 cm), en die een composietvloer van houten balken (60 x 18 cm) dragen, verbonden met een relatief dunne betonnen bovenplaat. Het hout werkt daarbij vooral op trek, het beton op druk. Beide materialen worden dus toegepast waarvoor ze het best geschikt zijn. De betonnen dekvloer bestaat uit een pre-
dalvloer van 5 cm in combinatie met een opstortlaag van eveneens 5 cm. Daarbovenop komt een zwevende dekvloer van 7 à 8 cm en de vloerafwerking. Het geheel voorziet dus in een doeltreffende vloeropbouw die een belangrijke thermische massa aan het gebouw verleent.”
“Het gebouw is opgevat als een compact volume dat noord-zuid georiënteerd is. De klassen hebben ruime raamopeningen aan de zuid- en zuidwestkant. In de noordgevel komen ondersteunende daglichtopeningen, die bij een verhoogde koelingsvraag ’s nachs opengezet kunnen worden. Aan de zuidzijde wordt langs het gehele gebouw een overkragende luifel gepland met een oppervlakte van 165 m². De dakbalken zijn van spintarme Siberische lariks vanwege het economisch voordeel als naaldhout en de natuurlijke duurzaamheid. De balken kragen 4,40 m uit en dragen een lichte dakopbouw. Naast de bescherming tegen weersomstandigheden biedt de luifel een tussenstadium tussen het ‘geborgene’ van de klassen en het open speelveld.”
Blowertest Windstijfheid “Tussen de balken wordt een vals plafond aangebracht dat de luchtkanalen van de mechanische ventilatie afschermt. De plafondafwerking is geperforeerd om het akoestisch comfort te garanderen. Daardoor kunnen de betondelen van de vloeropbouw optimaal fungeren. Bij een klassieke plafondafwerking is dat niet het geval. Door de binnenmuren langs de toegangssassen en de polyvalente ruimte uit te voeren in metselwerkwanden van 19 cm verkrijgen we windstijfheid. Samen met de betonnen dekvloer, die de nodige schijfwerking bezorgt, volstaat dat voor de horizontale stabiliteit van het gebouw.”
Toegangssassen “De drie kleuterklassen en de instapklas op de benedenverdieping zijn per twee geschakeld rond een ruim toegangssas en een sanitair blok. De leefwereld van de kleuters blijft afgescheiden van het intensievere gebruik van de bovenverdieping. Daar is er tussen de refter en het klaslokaal van het eerste leerjaar een open polyvalente ruimte, die fungeert als veelzijdige publieksplek en meermaals van gedaante kan wisselen. Het plan stapt ook af van de klassieke gang-klastypologie en organiseert de toegang tot de klassen via
33
“Het gebouw wordt opgetrokken rond een houten portiekenstructuur. De gevel is opgevat als een schil rondom de houten portiekenstructuur en heeft een lage thermische massa, maar een hoge isolatiewaarde. Hij is opgebouwd als houtskeletstructuur, opgevuld met isolatie om het binnenklimaat zo stabiel mogelijk te houden. Door dat ter plaatse op te bouwen en niet met prefabpanelen te werken, krijgen we een grotere garantie op een luchtdicht gebouw. Een blowertest zal de laatste luchtlekken opsporen. De thermische massa, die een gunstig effect heeft op de energievraag van schoolgebouwen, wordt verkregen door betonnen vloeren en plafonds. De materiaalkeuze wil een evenwicht bieden tussen de vraag naar warm aanvoelende ruimtes en akoestische en energetische vraagstukken. Voor de buitenafwerking van de schil worden shingels gebruikt. Die dakleien uit gekliefd massief cederhout vormen een bijzonder duurzame en ecologisch verantwoorde dak- of gevelbedekking.”
Tekst: Wouter PEETERS Foto’s: B-ARCHITECTEN en Wouter PEETERS
I-mag december 2011
netwerk
VIK beloont opnieuw opmerkelijke eindwerkprojecten met High Tech Awards WOMMELGEM. Half oktober ontvingen negen jonge ingenieurs en onderzoekers de jaarlijkse ‘Barco High Tech Awards’, een prestigieuze onderscheiding met een leuke geldprijs er bovenop. Met deze awards proberen de organisatoren Barco, de Vlaamse Ingenieurskamer (VIK), vzw Bachelor.be en het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) wetenschappelijk en technologisch onderzoek een duw in de rug te geven. De prijzen worden al uitgereikt sinds 1987. De laureaten worden ingedeeld in vier categorieën. Bij de professionele bachelors gingen Dante De Weirt (KHK, Geel), Matthias Van den Bossche (KaHo Sint-Lieven, Gent) en Jeroen Vervenne en Steve Deloof (KATHO, Kortrijk) met de prijzen lopen. De tweede categorie is die van de afgestudeerden ‘master in de Industriële Wetenschappen’, de VIK High Tech Awards. Het verhaal van de laureaten Maarten Slembrouck, Izaak Van Crombrugge en Robbie Vincke leest u hieronder.
Van 3D naar robots Izaak Van Crombrugge Izaak Van Crombrugge is de tweede van drie laureaten die door de VIK genomineerd werden voor de Barco High Tech Awards. Hij studeerde af als industrieel ingenieur, optie elektronica-ICT, specialisatie elektronica, aan het KaHo SintLieven in Gent. “Mijn eindwerkproject heet voluit ‘Volumetrisch display door rotatie om twee assen’ en is in feite een 3D-display, waarop je figuren kunt zien zonder dat je daarvoor een 3D-brilletje nodig hebt. Weliswaar alleen in zwart-wit en in een vrij lage resolutie. Het voordeel is dat je de afbeeldingen langs alle kanten kunt bekijken op een display van 10 cm doorsnee. Dat kan bijvoorbeeld toegepast worden in het onderwijs om bepaalde 3D-concepten duidelijk te maken of in reclamedisplays en andere gebieden.” “Het idee schoot mij te binnen, toen ik op het internet beelden zag van tweedimen-
I-mag december 2011
In de derde categorie, ‘master in de Ingenieurswetenschappen’, ging de award naar Kevin Anckaert van Universiteit Gent en de award voor Wetenschappelijk onderzoek werd toegekend aan Michael De Volder van K.U.Leuven. Tekst: Dirk VANDER ELST Foto’s: VIK en BARCO
sionale displays die werken met bijvoorbeeld een ventilator waarop een strook leds staan. Die wordt zo aangestuurd dat je 2D-figuren ziet, als die ventilator ronddraait. Ik heb dat idee uitgebreid door een tweede as toe te voegen en zo 3D-beelden te genereren.” “Het gaat om visualisatie. Dus ik denk dat mijn project overal toepasbaar is waar beelden nodig zijn: misschien wel bij de medische beeldvorming, maar dan is er zeker nog veel onderzoek nodig om een veel hogere resolutie te bereiken. Dat vraagt vooral een betere mechaniek en een duurdere constructie: leds die veel dichter bij elkaar staan of een heel ander concept. Maar bij mijn weten is er niemand die mijn eindwerk voort uitwerkt.” Van Crombrugge bereidt nu zijn doctoraat voor aan de K.U.Leuven in robotica. “Nu ben ik bezig met robots in een mensvriendelijke omgeving. Ik probeer klassieke industriële robots die functioneren in een omgeving waar ook mensen rondlopen, op een aangename manier te laten samenwerken met die mensen. Klassieke robots zijn gevaarlijk voor mensen, veiligheid is een belangrijk aandachtspunt. Ik probeer ervoor te zorgen dat bijvoorbeeld de kracht van de robot eerder beperkt is. Ook dat hij uitgerust wordt met sensoren die de aanwezigheid van mensen waar-
34
neemt. En vooral dat hij gevoelig is voor die mens: als een mens tegen een robot duwt, moet de robot beseffen dat die beperkte krachtimpuls afkomstig is van een mens, en niet van een machine.”
Computers bedienen met gebaren Maarten Slembrouck Met zijn scriptie over hoe computers met handgebaren kunnen worden bediend, won Maarten Slembrouck van HoGent de Barco High Tech Award 2011. Voluit draagt zijn eindwerk de titel ‘Multi-camera bewegingsgestuurde computerinterface’. Slembrouck studeerde af als industrieel ingenieur optie elektronica-ICT. “Het gaat om vier markers die je op duimen en wijsvingers aanbrengt en die worden gevolgd door twee camera’s die bij de computer staan”, verduidelijkt Maarten. “Door die markers te volgen kan de computer gebaren afleiden die worden vertaald in acties, zoals de muis bewegen of beelden vergroten of verkleinen of scrollen door een presentatie, enzovoort. Je
De laureaten tijdens de officiële prijsuitreiking. Robbie Vincke, Maarten Slembrouck en Izaak Van Crombrugge worden geflankeerd door Eric Van Zele (CEO Barco - links) en Ing. Marc Demolder MSc (VIK - rechts).
kunt je computer dus bedienen van op afstand, zonder dat je erbij staat. Ik heb trouwens mijn eigen eindwerk verdedigd met dat systeem. Zo kon ik meteen de juiste overredingskracht gebruiken. Ook bij mijn presentatie op de VIK voor de award heb ik mijn eigen nieuwe technologie gedemonstreerd.” “Uit alle eindwerken selecteerde de school twee laureaten die in aanmerking kwamen voor de nominatie. De kandidaten moesten vervolgens het project voorstellen in een abstract, wat eigenlijk een synthese van je scriptie is. Op basis van dat dossier zijn er zes geselecteerd die hun project in de lokalen van de VIK mochten presenteren aan een vakjury.” “Het idee voor mijn onderwerp komt van mezelf. Ik bedacht dat het toetsenbord en de muis al zo lang bestaan en ik vroeg me af of ze wel zo noodzakelijk zijn bij de computer. Het zou toch leuker en veel natuurlijker zijn als je op dezelfde manier met je computer zou kunnen communiceren als je met mensen communiceert?” “Toen ik er moest aan beginnen, had ik er geen flauw benul van hoe ik dat zou doen. Ik heb gelukkig veel ondersteuning gekregen van mijn promotor, Peter Veelaert, en de begeleiders, Dimitri Van Cauwelaert en David Van Hamme.” “Pas toen mijn eindwerk al vrij ver gevorderd was, ben ik te weten gekomen dat onderzoekers aan het befaamde Massachusetts Institute of Technology (MIT) met een gelijkaardig project bezig zijn. Ook bij Microsoft wordt er aan onderzoek en ontwikkeling van een gelijkaardige technologie gewerkt. Ze doen dat voor de spelconsole Kinect, een uitbreiding van de Xbox. Die moet je kunnen besturen met
gebaren, een beetje zoals met de Wii, maar dan zonder apparaat in de hand. Alleen je gebaren besturen de spelconsole.” “Dat is wellicht het lot van een industrieel ingenieur: je probeert nieuwe technologieën te ontwikkelen en als dat lukt, wordt de verdere uitwerking en commercialisering overgenomen door andere mensen of bedrijven. Ik zit er zeker niet over te piekeren.” “Ik zie de award ook niet meteen als een lancering van een unieke carrière. Aangezien ik meteen na mijn studies hier op de HoGent kon beginnen werken als wetenschappelijk medewerker, heb ik niet echt actief gesolliciteerd. Niettemin zal het natuurlijk mooi staan op mijn cv en zo’n award heeft zeker zijn waarde.” “Bij de HoGent begeleid ik nu zelf een thesisstudent die mijn eindwerk verder wil verfijnen. We willen onder meer uitbreiden naar meer camera’s. In een ruimte waar verschillende camera’s staan, zou je met je gebaren allerlei projectieschermen in die ruimte tegelijk kunnen bedienen. Het ligt ook in de bedoeling het zonder de markers op de vingers te doen.”
Van videostreams naar softwareonderzoek Robbie Vincke De derde laureaat van de Awards bij de VIK is Robbie Vincke, afgestudeerd als
35
industrieel ingenieur elektronica aan de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende. De titel van zijn eindwerk luidt ‘Ontwerp en implementatie van een ‘Video-to-pci express bridge’ in een avionics display’. “In mensentaal gaat het om videobeelden van een camera aan de buitenkant van een helikopter of vliegtuig die live gestreamd worden en rechtstreeks doorgestuurd naar de piloot in de cockpit”, legt Robbie Vincke uit. “Vroeger gebeurde dat via een specifieke inputpoort voor video. Nu gebeurt dat via een ‘pci express bus’. Dat vind je eigenlijk in elke huis-, tuin- en keukencomputer en het dient om data naar de grafische kaart te sturen. In mijn project loopt dat een beetje gelijkaardig. Alleen komen de data van een videocamera en die moeten gestreamd worden naar het geheugen van de grafische kaart.” “Het doel van mijn eindwerk is om een soort chip te programmeren, zodat die de videodata rechtstreeks naar de grafische kaart kan sturen. Ze moet dus een hoge bandbreedte kunnen halen. Zonder direct memory access (dma) kan je beeld niet of veel te traag toekomen op die grafische kaart.” “Die technologie kan op heel wat andere vlakken worden toegepast: bewakingssystemen bij bedrijven, in voertuigen, enzovoort. Het grootste verschil is dat mijn computercode in de luchtvaart door heel strenge controles moet, om te bewijzen dat die technologie wel degelijk doet wat ze moet doen. Het is natuurlijk gevaarlijk als de videobeelden in volle vlucht niet zouden toekomen waar ze moeten toekomen.” “Het idee heb ik opgedaan, toen ik bij Barco ging solliciteren voor een stage. Het leek mij uitdagend, niet alledaags. Het sprak me ook aan, omdat ik van jongs af aan gefascineerd was door de luchtvaart en de elektronica. Ik heb er meer dan een jaar aan gewerkt bij Barco zelf. Nadien pas heb ik vernomen dat ik genomineerd was voor de award.” “Nu werk ik als onderzoeksassistent aan de KHBO, bij de onderzoeksgroep Enterprise Programming. Dat is toegepast wetenschappelijk onderzoek naar software voor ‘multicore embedded systemen’. Ik heb bewust voor die stap gekozen: ik had het gevoel dat ik iets miste op het gebied van software en daarom wilde ik zeker meedraaien in de onderzoeksgroep.” “Bij Barco wordt ondertussen voortgewerkt op het design dat ik daar achterliet. Ze plannen aanpassingen aan mijn ontwerp om het te integreren in hun bestaande of nieuwe systemen. Mijn ontwerp zal zeker niet in een schuif verdwijnen.”
I-mag december 2011
netwerk
Postgraduaat bio-ecologisch bouwen breidt uit Wegens succes vanaf januari ook opleiding in Limburg BERCHEM. Het Vlaams Instituut voor bioecologisch bouwen, kortweg VIBE, begon in samenwerking met onder andere KAHO SintLieven in 2010 met een eerste postgraduaat ‘bio-ecologisch bouwen’. Passief bouwen of zuinig omspringen met materialen en energie is een eerste stap. Daarbij ook nog nadenken over nagroeibaar materiaal en niet uitputtelijke grondstoffen, is de volgende. Het eerste postgraduaat was in een mum van tijd volzet en de eerste 24 studenten konden aanschuiven voor de proclamatie. Het tweede loopt en vanaf januari komt er ook eentje aan de andere kant van het land.
VIBE zette het eerste postgraduaat in Gent op de rails, in samenwerking met KAHO Sint-Lieven, UGent, het Centrum voor Duurzame Ontwikkeling en het SintLucasinstituut voor Architectuur in Gent. Peter Thoelen, directeur van VIBE: “We hoopten aanvankelijk op twintig inschrijvingen, maar uiteindelijk namen dertig studenten deel. Bovendien moesten we
Studenten: meerwaarde! Bij de evaluatie door de studenten van het eerste postgraduaat sprong al snel het woord ‘meerwaarde’ in het oog. Robin Lommers is projectleider bouw bij het architectenbureau van de groep Colruyt: “Voor mij en mijn collega Hilde Carens was het zeker een nuttige ervaring. We maken beiden deel uit van de werkgroep ‘Green Line’ bij Colruyt. Daar staat het thema duurzaam bouwen centraal. We pasten het al toe
I-mag december 2011
nog veertien mensen op een wachtlijst zetten. Ongeveer de helft van de deelnemers waren architect. Twee studenten kwamen uit Nederland en de bedrijven Wienerberger, De Lijn en Colruyt stuurden iemand naar de opleiding. We weten dat minstens één student inmiddels al werk vond dankzij het postgraduaat.” Het tweede postgraduaat ging van start
in verschillende testprojecten en deze opleiding sloot daar nauw bij aan.” Webbey De Keyser is adviseur energie en duurzaam bouwen bij Beco België: “Ik was al een tijdje op zoek naar een grondige opleiding over duurzaam wonen of bouwen. Ik werkte als onderzoeker aan de universiteit van Gent, maar ik wou mijn loopbaan heroriënteren in de richting van de duurzame bouwsector. Na het postgraduaat kon ik aan de slag als energieadviseur bij het duurzaamheidsadviesbureau Beco.” LVE
36
op dinsdag 20 september en telde 27 gegadigden. Onder hen 7 architecten, 7 studie- en adviesbureaus, een producent, twee aannemers/installateurs, een vastgoedmakelaar, twee mensen uit de sleutel-op-de-deurbouw, twee uit onderwijs en vorming en enkele particulieren. Ook voor die tweede editie was er een wachtlijst.
Bio-ecologisch? De term duurzaam bouwen is de laatste jaren gemeengoed geworden, maar in diezelfde beweging is de term ook uitgehold, want al te vaak blijft alleen nog het aspect ‘energiezuinig bouwen’ over. Het bio-ecologische aspect ging dan vaak verloren en het werkveld van de bouwprofessionelen was vragende partij naar een opleiding over alle facetten van een bio-ecologisch bouwproject. Het postgraduaat bio-ecologisch bouwen kiest voor een geïntegreerde benadering van duurzaamheid: niet alleen energiezuinig bouwen, maar ook rationeel watergebruik, duurzame stedenbouw en bio-ecologische materiaalkeuze komen aan bod.
Kinderziektes De eerste opleiding kende enkele ‘kinderziektes’: administratieve probleempjes zoals een nog niet volledig uitgewerkt programma of cursussen die te laat klaar waren. Erik Rombaut, docent: “De evaluatie van het eerste postgraduaat is daarom juist een goede basis om die kinderziektes bij de tweede editie weg te werken. We hadden de gelegenheid om na het eerste jaar het cursusmateriaal en de lessen beter op elkaar af te stemmen.” Ondanks de verbeterpunten evalueerden de studenten de eerste editie zeer hoog. Het postgraduaat kreeg een score van 8 op 10 van de studenten, een uitzonderlijk hoog cijfer voor een voortgezette opleiding, zeker voor een eerste jaargang.
Diepenbeek Vanaf 12 januari 2012 werkt VIBE ook samen met de XIOS-hogeschool en het Steunpunt Duurzaam Bouwen Limburg om ook in Diepenbeek met een postgraduaat te beginnen. Voor het grootste deel is dat postgraduaat gelijklopend met dat
in Gent. Voor het stedenbeleid wordt er wel toegespitst op Limburgse voorbeelden. Ook in Diepenbeek zijn er twintig studentenstoelen vacant. Peter Thoelen: “Bij elke nieuwe lessencyclus mikken we op twintig studenten. Meer studenten toelaten belemmert de broodnodige interactie tussen de studenten en de docenten. De meeste studenten slagen voor het postgraduaat, maar dat betekent niet dat er licht over de evaluatie wordt gegaan. De meeste mensen komen al naar de cursus in een functie die nauw aanleunt bij het bouwprofessionalisme. De materie is hen dus niet geheel vreemd.” Dirk Franco, algemeen directeur van XIOS, motiveert waarom XIOS met VIBE in zee gaat om ook zo’n postgraduaat aan te bieden: “Onze hogeschool is de enige in Vlaanderen die zowel industrieel ingenieurs bouwkunde als professionele bachelors bouw opleidt. Het nieuwe postgraduaat ligt in het verlengde daarvan en versterkt onze expertise, knowhow en onze centrale positie binnen de Limburgse bouwsector.”
Modules en studiepunten Het postgraduaat is goed voor 21 studiepunten en bestaat uit vijf onderdelen: vier lespakketten en een paper. De lespakketten behandelen de onderwerpen ‘context’, ‘gebouw in omgeving’, ‘bio-ecologisch project’ en ‘bouwproces volgens duurzaamheidsprincipes’. Het onderdeel ‘context’ is goed voor vijf studiepunten en behandelt onder meer het juridisch en beleidsmatig kader, de invloed van de bouwsector op globale en lokale milieuproblemen en op wereldwijde sociale gevolgen. Bij ‘gebouw in omgeving’ (vier studiepunten) gaat het over het juridisch en beleidsmatig kader van de ruimtelijke ordening, Ecopolis en ontwerpen volgens Ecopolis-principes, sociale planning en biodiversiteit rond ge- of bebouwde omgeving.
Draagkracht Bio-ecologisch bouwen is energie- en waterbesparend bouwen met zo weinig mogelijk chemische of schadelijke materialen en stoffen in en rond het gebouw, rekening houdend met de draagkracht van de aarde en met de gerechtvaardigde behoeftes van huidige en toekomstige generaties wereldwijd. Het postgraduaat bio-ecologisch bouwen richt zich vooral tot bouwprofessionelen, zoals architecten, ingenieurs bouwkunde, aannemers, studiebureaus, ... Ook bedrijven of gemotiveerde particulieren met een bachelordiploma kunnen het postgraduaat volgen. www.vibe.be
www.xios.be
Tekst: Luc VANDER ELST Foto’s: VIBE
Erik Rombaut: mature groep Erik Rombaut is docent aan het postgraduaat en vond de eerste jaargang een succes: “Vooral de enorme mix van studenten en de maturiteit van de groep viel me op. De studenten konden voor hun eindwerk problemen uit hun praktijkervaring aankaarten. De opleiding is dan wel in de eerste plaats gericht op een academisch publiek, maar de docenten staan vaak zelf in het veld. Dat straalt ook af op het postgraduaat en zo ontstaat een synergie tussen theorie en praktijk. Een verbeterpunt blijft toch dat er nog meer input moet komen vanuit de praktijk. Bij de tweede editie wordt daar al werk van gemaakt.” LVE
37
De belangrijkste cursusmodule is het bio-ecologisch project, goed voor 9 studiepunten. Hier gaat het over energiezuinig bouwen en betrekken (energieberekeningen, goed isoleren, laagenergie-, passief- en NZEB-projecten, verwarming en ventilatie en verlichting), waterbesparing en -beheer in en rond gebouwen (water in huis, infiltratie en regenwatergebruik), bio-ecologische materiaalkeuze en constructies (beoordelingsmethodieken voor materialen, labels, cradle-to-cradle, rekensystemen, LCA’s, EPD’s, bioecologische constructies en details in de praktijk) en welzijn en gezond binnenklimaat (ongewenst vocht in huis, biologische binnenhuisvervuiling, chemische binnenhuisvervuiling, elektromagnetische velden, universal design en toegankelijkheid). De laatste module is goed voor 3 studiepunten en behandelt het bouwproces volgens duurzaamheidsprincipes: opvolging bouwproces en ketenbeheer, commissioning, instrumenten voor milieu-impactberekeningen. Het geheel wordt afgerond met een paper en een integratieoefening en de eindevaluatie gebeurt aan de hand van meerkeuzevragen. LVE
I-mag december 2011
“Consultants spreken de taal van ons lijnmanagement” Ingenieurscommunity van Insel opent nieuwe mogelijkheden voor wereldspeler Petersime
Nagenoeg één op de drie industriële broedmachines die wereldwijd worden geïnstalleerd komen van Petersime in Zulte. Na de recente uitbreiding met nieuwe productie-eenheden kon de wereldleider zijn omzet met 50 procent verhogen. “Als sluitstuk van de uitbreidingsoperatie waren we dringend op zoek naar enkele hooggeschoolde technische profielen”, zegt HR-manager Karlijn Lippens. “Het actieve netwerk en de dedicated aanpak van Insel hebben ons daarbij uitstekende diensten bewezen.”
“Hoe kunnen we ervoor zorgen dat er uit een hoeveelheid bevruchte eieren zoveel mogelijk kuikens geboren worden?” Dat was initieel de drijfveer om de eerste broedmachines te perfectioneren, zegt strategic business developement manager Geert Callens. “Bijna honderd jaar nadat mijnheer Petersime de eerste elektrische broedmachine heeft gemaakt, hebben we de efficiëntie van de huidige generatie zodanig geperfectioneerd dat we tegen de grens van het theoretisch haalbare uitkompercentage van kuikens zijn gekomen. De laatste jaren zijn we ons ook meer gaan concentreren op het gebruikscomfort en op het energie-efficiënter maken van onze machines. Vandaag produceren we broedmachines met het laagste verbruik in de wereld.”
Inspelen op nieuwe vragen “Aangezien de markt vraagt om heel specifieke eindproducten, gaan we ook na hoe we daar in het broedproces kunnen op inspelen”, vult R&D manager Pascal Garain aan. De uniformiteit van de kuikens is wat dat betreft uiterst belangrijk. Als er honderdduizenden kuikens uit het ei komen, dan moeten die allemaal in hoge mate identiek zijn om het verwerkingsproces voor een specifiek eindproduct gemakkelijker te maken. Omdat onze activiteiten bijgevolg variëren van zuiver onder-
zoek naar de creatieve en praktische verwerking daarvan, hebben we een breed gamma van ingenieurstypes nodig. Van mensen met een zeer wetenschappelijke achtergrond die kunnen samenwerken met onze universitaire partner tot zeer praktische hands-on profielen die onze eindproducten perfectioneren.” De kleinste broedkast die in het bedrijf wordt gemaakt heeft een capaciteit van 19.200 eieren maar de meest populaire formaten kunnen tot 115.600 eieren tegelijk aan. “Veel broeierijen zijn de jongste jaren geïntegreerd in grote bedrijven die meerdere schakels in de volledige voedselketen controleren”, aldus Geert Callens. “Daardoor is ook het koopgedrag van onze klanten geëvalueerd. We hebben ons productaanbod en onze dienstverlening daaraan aangepast. Vandaag leveren we op vraag van onze klant overal ter wereld ook volledige sleutel op de deur broeierijen en staan we in voor het projectmanagement en de training van het personeel. Onlangs hebben we een applicatie geïntroduceerd waardoor je via je iPad de broeierij kan bedienen. Door onze innovatie en onze ‘one stop shop’ benadering verhogen wij de toegevoegde waarde voor onze klanten en staan we daardoor een heel stuk sterker dan onze concurrenten.”
PUBLIREPORTAGE
Ing. Gert Van de Walle van Insel (2e van rechts) zoekt voor Petersime een afdelingsverantwoordelijke, een CAD-tekenaar en een projectingenieur.
Een tandje hoger Petersime stapte in februari naar Insel omdat ze heel wat vacatures voor ingenieurs en technische bachelors via de traditionele advertentiekanalen niet ingevuld kregen. De customer service afdeling had nood aan een medewerker, twee CAD-tekenaars en een projectingenieur. De reorganisatie van de productieafdeling bracht bovendien met zich mee dat ook daar een productiemanager, een maintenance, process & manufacturing engineer en een afdelingsverantwoordelijke in dienst moesten komen. Tot slot had ook de R&D afdeling een productontwikkelaar nodig. “De nieuwe aanwervingen moesten onze werking op een hoger niveau te tillen”, verduidelijkt HR-manager Karlijn Lippens. “We hadden nieuwe krachten nodig die al ervaring hadden opgedaan en die nieuwe inzichten binnen het bedrijf konden brengen. Onze eigen HR-afdeling is echter te klein om voor dergelijke profielen een intensief selectieparcours op een efficiënte manier voor elkaar te krijgen. Daarom zochten we een partner die ons daarbij kon helpen en die niet alleen bereid was om de technische aspecten van onze business te leren kennen maar die ook rekening zou houden met onze bedrijfscultuur en de richting waarin we willen evolueren.” “Aangezien we vaststelden dat onze eigen ingenieurs allemaal op de hoogte waren over de dedicated aanpak van Insel, vonden we dat een vertrouwenwekkend signaal om hen als rekruteringspartner aan boord te halen. Insel slaagde er bovendien in om onze hoge verwachtingen heel snel in te lossen. Volgens mij komt dat in hoofdzaak omdat de consultants zelf ingenieurs zijn en ze bijgevolg de taal van ons lijnmanagement spreken. Ze verstaan perfect de nuances die de afdelingsverantwoordelijken in de functieomschrijvingen leggen. Precies daar is het in de samenwerking met andere recruiters vaak misgelopen.”
Een actieve ingenieurscommunity Van de acht vacatures zijn er intussen vijf ingevuld. “We investeren veel in het opbouwen en onderhouden van onze ingenieurscommunity”, zegt senior consultant Gert Van de Walle van Insel. Hij is het exclusieve aanspreekpunt voor Petersime. “Onze databank telt 70.000 ingenieurs en technische bachelors. In het verleden was dat vooral een passief netwerk dat we aanspraken op basis van de vacatures bij onze klanten. De jongste twee jaar hebben we er stap voor stap
een actieve community van gemaakt. Dat gebeurt onder meer aan de hand van onze LinkedIn-groep. Aangezien we zelf als consultant van Insel ook ingenieur zijn en lid van het netwerk, kunnen we op een organische manier thema’s aanbrengen, voorstellen doen en constant de temperatuur meten. Het is ook het ideale forum om discussies te lanceren. Via onze databank nodigen we mensen uit naar opleidingen, voordrachten en infosessies. Op die manier slagen we erin om de band met onze ingenieurs te onderhouden, ook al kunnen we ze niet meteen een opdracht aanbieden en zijn ze zelf niet actief op zoek naar een nieuwe werkplek. Naarmate onze community verder leeft, merken we dat het niveau van de beschikbare profielen evolueert van expertfuncties naar managementfuncties, waardoor we ook steeds beter een antwoord kunnen bieden op de grote vraag in de markt naar technische managers.”
Witte raven Momenteel is Gert voor Petersime nog op zoek naar een afdelingsverantwoordelijke, een CAD-tekenaar en een projectingenieur. “Die laatste moet zich vooral bezighouden met het berekenen van gebouwen en nutsvoorzieningen”, vertelt hij. “Dergelijk studieprofiel is in alle sectoren zeer moeilijk te vinden maar in dit geval is de bijkomende focus op klimatisatie een extra hindernis. Aanvankelijk zochten we zelfs een specialist in deze materie maar intussen hebben we in overleg met Petersime het profiel bijgestuurd tot iemand die geïnteresseerd is om specialist te worden.” “Als we met een klant in zee gaan, dan is het met de bedoeling om hem zo kwalitatief mogelijk te helpen. Zo slagen we erin om 98 procent van de opdrachten die we aanvaarden ook in te vullen. We maken er echter een erezaak van om een opdracht niet te aanvaarden als we niet overtuigd zijn dat we op een realistische termijn ook een geschikte kandidaat zullen vinden.”
Wie interesse heeft voor de technische vacatures bij Petersime of meer informatie wil over andere opportuniteiten bij Insel kan contact opnemen met Ing. Gert Van de Walle op 09 259 12 12 of via
[email protected] www.insel.be
studiegroepen
BEDRIJFSBELEID
ELEKTRICITEIT
‘De zin van het degusteren’
Laboratorium voor lichttechnologie
dinsdag 6 december 2011
donderdag 22 maart 2012
Wijn drinken is vandaag, meer dan ooit, de uitdrukking geworden van een verfijnde levensstijl, waarbij niet zozeer de kwantiteit maar de kwaliteit telt. Daarom is het zo belangrijk dat je écht weet wat je in het glas hebt.
Door de ontwikkeling en de productie van leds met hoog vermogen als nieuwe lichtbron is de verlichtingssector volop in beweging. Nieuwe ontwikkelingen spelen zich af op verschillende vlakken: • lichtbronnen (leds, oleds, nieuwe fosforen, kleurweergave, …) • ervaring van licht en kleur (kleurmodellen, ervaring van helderheid en kleurverschil, contrastperceptie, …) • verlichtingstoestellen (verblinding, prototyping, optisch en thermisch design, …) • verlichtingsontwerp (energieverbruik, computer rendering, contrastervaring, emotie, …).
Iets te weten komen over de geschiedenis van de wijn, over de geheimzinnige techniek om van simpel druivensap een mooie, complexe wijn te maken, het kan alleen maar het esthetisch genot van het wijnproeven verhogen. Wanneer dan, bij het wijnproeven zelf, het degusteren dus, de wijn eerst geduldig en zorgvuldig wordt bekeken, en uitgebreid aan het oordeel van de neus is onderworpen, komt eindelijk het ‘moment suprême’: het geconcentreerd drinken en genieten van de edelste drank die de mens ooit creëerde.
Die nieuwe ontwikkelingen hebben een ding gemeen: ze bieden onze bedrijven kansen om via een bundeling van complementaire expertise innovatieve ideeën uit te werken.
Zei een groot Frans dichter immers niet: “C’est Dieu qui créa l’eau… mais c’est l’homme qui fit le vin!” Inhoud wijnintroductie en degustatie: • De geschiedenis van de wijnbouw: van primitieve klimplant in de prehistorie tot de hedendaagse wijntechnologie (ongeveer 10 minuten). • Waar kan wijn verbouwd worden? • Factoren van kwaliteit en identiteit. • Degustatietechniek en wijnproef (6 wijnen: 2 wit, 1 rosé, 3 rood). • Tijdens en eventueel na het degusteren: vraag-antwoord.
Binnen de verlichtingssector is het Laboratorium voor lichttechnologie van KaHo Sint-Lieven al lang geen onbekende meer. Met zijn vijftien medewerkers en uitgebreide meetfaciliteiten ondersteunt het laboratorium tientallen bedrijven en voert het experimenteel onderzoek uit. In 2011 werd het Laboratorium voor lichttechnologie volledig vernieuwd en is er fors geïnvesteerd in nieuwe apparatuur, zoals goniometers in een geklimatiseerde ruimte. Tijdens de rondleiding maakt u kennis met talrijke innovaties in verlichting!
Bert Gilles is gediplomeerd vinoloog, docent wijnkennis GION - KHK Geel, voorzitter wijnclub Te Judice, Vinifera, Dule Voluptas en publicist wijnrubriek ONDEROX. Uw inschrijving is pas definitief nadat wij uw betaling én inschrijving ontvangen hebben.
• PRAKTISCH • PRAKTISCH
Plaats: VIK-huis, Herentalsebaan 643, Wommelgem Datum: dinsdag 6 december 2011 om 20 uur Spreker: Bert Gilles Kostprijs: 15 euro voor VIK-leden; 20 euro voor medewerkers van bedrijfsleden; 30 euro voor niet-leden. Betalingsmodaliteiten: via overschrijving op rekeningnummer VIK-Vorming: BE09 4060 0985 0257 met de melding ‘BED wijn 06.12.2011’. Een factuur wordt alleen opgesteld voor bedragen van minimum 25 euro. Per factuur worden er 5 euro extra administratiekosten aangerekend. U kunt uw inschrijving tot 48 uur voor aanvang van de activiteit kosteloos annuleren. Bij latere annulatie wordt het inschrijvingsgeld volledig ingehouden. Inschrijving vereist: www.vik.be/activiteiten
I-mag december 2011
Plaats: KaHo Sint-Lieven, Laboratorium voor lichttechnologie, Gebroeders De Smetstraat 1, Gent Datum: donderdag 22 maart 2012 om 19.30 uur, ontvangst vanaf 19 uur Kostprijs: 10 euro voor VIK/KVIV-leden; 15 euro voor medewerkers van bedrijfsleden; 25 euro voor niet-leden. Te betalen op rekeningnummer BE09 4060 0985 0257 van VIK Vorming met de vermelding ‘STU ELE 22.03.2012’. Er kan niet cash betaald worden de avond zelf. Een factuur wordt alleen opgesteld voor bedragen van minimum 25 euro. Per factuur worden er 5 euro extra administratiekosten aangerekend. Broodjes en een KaHo-biertje zijn inbegrepen in de prijs. U kunt uw inschrijving tot 48 uur voor aanvang van de activiteit kosteloos annuleren. Bij latere annulatie wordt het inschrijvingsgeld volledig ingehouden. Inschrijving vereist: www.vik.be/activiteiten Maximum 30 deelnemers
40
ACTIVITEITEN
MEET- EN REGELTECHNIEK
het ontwerp, de installatie, het gebruik en het onderhoud van stoominstallaties, om te garanderen dat de gebruikte stoom van de juiste hygiënische kwaliteit is.
PH en geleidbaarheid donderdag 16 februari 2012
De principes, die worden uitgelegd tijdens dit seminarie, stellen voedingsmiddelenfabrikanten in staat om het risico op productcontaminatie door stoom te minimaliseren, als ze correct worden opgevolgd.
Misschien is het tijdstip aangebroken om de theorie eens op te frissen of werd u tot dusver nog niet geconfronteerd met analysetechnieken? Dan hebben wij goed nieuws voor u. De VIK organiseert in samenwerking met Yokogawa een technische ‘cursus’ pHmetingen, geheel merkonafhankelijk.
De doelgroep voor deze avond bestaat enkel uit eindklanten in de voedings- en drankenindustrie (en eventueel ziekenhuizen), dus geen installateurs, voortverkopers of anderen.
Er wordt niet alleen nadruk gelegd op de theorie, soorten sensoren en installaties, maar we bespreken ook zaken, zoals onderhoud, nauwkeurigheid en levensduur van de totale oplossing.
Volgende onderwerpen komen aan bod: regelgeving, industriële, gefilterde en zuivere stoom, stoomkwaliteit testen en een rondleiding Spirax-Sarco-stoominstallatie.
Doelgroep: iedereen die te maken heeft met analyse-instrumenten en graag voeling wil houden met de basisprincipes en de ontwikkelingen van die meettechniek.
De activiteit is een organisatie van de VIK-studiegroep ‘Hygienic engineering & design for food and pharma’, studiegroep Piping, pijpleidingen & lastechnieken en studiegroep Meet- en regeltechniek en EHEDG België.
• PRAKTISCH Plaats: VIK-huis, Herentalsebaan 643, Wommelgem Datum: donderdag 16 februari 2012 om 20 uur, ontvangst vanaf 19.30 uur Spreker: Ing. Koen Hoogstoel MSc. - Yokogawa Belgium nv Kostprijs: 10 euro voor VIK/KVIV-leden; 15 euro voor medewerkers van bedrijfsleden; 25 euro voor niet-leden. Te betalen op rekeningnummer BE09 4060 0985 0257 van VIK Vorming met de vermelding ‘STU PH 16022012’ of cash de avond zelf. Een factuur wordt alleen opgesteld voor bedragen van minimum 25 euro. Per factuur worden er 5 euro extra administratiekosten aangerekend. Broodjes en uitgebreid drankenbuffet zijn inbegrepen in de prijs. U kunt uw inschrijving tot 48 uur voor aanvang van de activiteit kosteloos annuleren. Bij latere annulatie wordt het inschrijvingsgeld volledig ingehouden. Inschrijving vereist: www.vik.be/activiteiten
• PRAKTISCH Plaats: Spirax-Sarco nv, Industriepark 5, Zwijnaarde Datum: donderdag 1 maart 2012 om 19.45 uur Sprekers: Kurt Verschatse en Jamal Saouti, Spirax-Sarco nv Kostprijs: 10 euro voor VIK-leden; 15 euro voor medewerkers van bedrijfsleden; 25 euro voor niet-leden. Broodjes en uitgebreid drankenbuffet inbegrepen. U kunt uw inschrijving tot 48 uur voor aanvang van de activiteit kosteloos annuleren. Bij latere annulatie wordt het inschrijvingsgeld volledig ingehouden. Inschrijving vereist: www.vik.be/activiteiten
WEGENBOUW Nieuwe regelgeving asfaltverhardingen
VOEDING & FARMA
woensdag 14 december 2011 Standaardbestek 250, versie 2.2: van opmaak bestek tot oplevering Er zijn grondige veranderingen in de hoofdstukken 6 en 12 en in de bijbehorende catalogus van genormaliseerde posten, met betrekking tot asfaltverhardingen en bitumineuze overlagingen. In de nieuwe versie wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen beide hoofdstukken, niet enkel in de beschrijving, maar ook in de meetstaat. Met AVS en APO werden mengsels met prestatiekenmerken ingevoerd. Gietasfalt wordt als een volwaardig asfaltmengsel omschreven.
Stoomkwaliteit beheersen donderdag 1 maart 2012 Stoomkwaliteit levensmiddelen- en drankenindustrie beheersen Stoom is essentieel in de voedings- en drankenindustrie, vooral als warmtebron bij de bereiding en verlenging van de houdbaarheid van levensmiddelen en als middel om procesapparatuur te decontamineren.
Wat is allemaal nieuw en waarom? Margo Briessinck, ingenieur bij de ‘Afdeling wegenbouwkunde’ van het Agentschap Wegen en Verkeer licht de veranderingen omtrent asfaltwerken toe vanaf de opmaak van het bestek tot en met de controle en de oplevering. In een twee-
De hygiënische kwaliteit van stoom, vooral in direct contact met het levensmiddel of met het productcontactoppervlak van de apparatuur, is van cruciaal belang. Daarom moeten alle nodige maatregelen genomen worden bij de specificatie,
41
I-mag december 2011
AGENDA BIJEENKOMSTEN
de deel krijgt u een concrete toelichting over de veranderingen aan de hand van enkele praktijkvoorbeelden door een aannemer.
Studiegroep Bedrijfsbeleid 06/12/2011 Wijnproefavond: de zin van het degusteren, VIK-huis, 20 uur
Voor wie? De toelichting bestrijkt het hele traject en is dus interessant voor studiebureaus, besturen en aannemers!
Studiegroep Elektriciteit 22/03/2012 Bezoek Laboratorium voor lichttechnologie, KAHO Sint-Lieven Gent, 19.30 uur
• PROGRAMMA 18.00 uur: 18.30 uur: 19.15 uur: 19.45 uur: 20.30 uur:
ontvangst met broodjes toelichting door Margo Briessinck praktijkvoorbeelden discussie netwerkborrel
Studiegroep Regeltechniek 08/12/2011 Theoretische achtergronden en selectiecriteria voor vaste stoffen, VIK-huis, 20 uur 16/02/2012 Lezing: PH en geleidbaarheid, VIK-huis, 20 uur
• PRAKTISCH Studiegroep Voeding en farma 01/03/2012 Lezing: De stoomkwaliteit voor de levensmiddelen- en drankenindustrie, Zwijnaarde, 19.45 uur
Plaats: VIK-huis, Herentalsebaan 643, Wommelgem Datum: woensdag 14 december 2011 om 18.30 uur, ontvangst vanaf 18 uur Spreker: ir. Margo Briessinck (Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap) Kostprijs: 15 euro voor VIK-leden; 20 euro voor medewerkers van bedrijfsleden; 30 euro voor niet-leden. Broodjes en uitgebreid drankenbuffet inbegrepen. U kunt uw inschrijving tot 48 uur voor aanvang van de activiteit kosteloos annuleren. Bij latere annulatie wordt het inschrijvingsgeld volledig ingehouden. Inschrijving vereist: www.vik.be/activiteiten
Studiegroep Wegenbouw 14/12/2011 Lezing: Realisatie asfaltverhardingen volgens SB 250 versie 2.2, VIK-huis, 18.30 uur
MS Project: Werken met het softwarepakket Deze opleiding toont de deelnemer de tools die in het pakket voorhanden zijn en hoe deze gebruikt kunnen worden voor planningsdoeleinden. Programma:
• • • • • •
Ingeven van de projecttaken Het inbrengen van resources Het opvolgen van een project Aanmaken van views en rapporten MS Project als bedrijfstool Nieuw in de laatste MS Project releases (er wordt gewerkt met MS Project 2007) Meer informatie?
Praktisch: De cursus vindt plaats op 9 en 16 februari 2012 telkens van 10 tot 18 uur in het VIK-huis, Wommelgem.
Kijk op de website: www.vikvorming.be/msproject Of neem contact op met VIK Vorming:
[email protected] of 03 259 11 06
Een uitgebreid naslagwerk en een verzorgde middaglunch zijn inbegrepen.
I-mag december 2011
42
VIK Vorming Herentalsebaan 643 2160 Wommelgem
7de promotie ‘Fellow in gerechtelijke expertise’ gaat van start Cursus vangt aan op 21 januari 2012 In vorige artikels hebben wij deze cursus, die al voor de 7de keer wordt georganiseerd, al uitgebreid aangekondigd en toegelicht. De cursus behandelt vooral het procedurele aspect van een gerechtelijke expertise en tracht de cursisten ook praktische ervaring te laten opdoen. Dat gebeurt onder andere door hen een eindwerk op te leggen over een fictieve expertise met een onderwerp naar eigen keuze, maar ook een ‘coach’ toe te wijzen aan wie daarbij geholpen wil worden en door een ‘rollenspel’ te spelen.
Onze docenten zijn zodanig geselecteerd dat het hele deskundigenonderzoek wordt belicht vanuit verschillende hoeken, zoals vanuit de gerechtelijke wereld (rechter, griffie en advocatuur) en vanuit de praktijk (ervaringen, disciplines, psychologie, fiscaliteit en verzekeringen). Er gaat ook veel aandacht naar de administratieve afhandeling van een gerechtelijk dossier en de cursus wordt afgerond met een rollenspel en de opmaak van een fictief deskundigenverslag dat moet worden verdedigd voor een jury.
adviseren. De keuzecriteria daarbij zijn niet altijd even duidelijk en transparant en soms ‘des mensen’. De expert, in ons geval de ‘ingenieur’ met al zijn technische kennis en ervaring, moet zich eerst goed voorbereiden. Hij begint met luisteren en vragen stellen en geeft zichzelf niet al te vroeg bloot. Zelfs in het voorverslag bouwt hij nog enige voorzichtigheid in. Een expert, aangewezen bij een gerechtelijk geschil, moet dus voor dat alles oog hebben. Dat is wat we bijgevolg beetje bij beetje proberen mee te geven in deze cursus.
Met onze cursus, die binnenkort mogelijk samen wordt georganiseerd met onze collega’s van de KVIV, willen we minimaal een evenwaardige appreciatie krijgen vanwege de gerechtelijke instanties als de zeer theoretische en juridische cursus die de Gentse universiteit organiseert. Naast de technische kennis en ervaring van de expert, waar wij van uitgaan, en het procedurele aspect van de expertise is er ook nog een zeer belangrijke derde pijler, nl. het ‘spel’ dat wij in deze cursus behandelen. Het woord ‘spel’ heeft heel wat betekenissen, zo leert ons ook de Van Dale. Bij de gerechtelijke expertise is het zeker van toepassing. Iedereen kent het bekende gezegde van Joost van den Vondel: ‘De wereld is een schouwtoneel, elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel’. Een ietwat bijzondere kijk op het expertisegebeuren, maar wel de moeite waard om het eens op die manier te bekijken.
Uit de ervaringen tijdens de zes vorige sessies blijkt dat het rollenspel een ideale manier is om dat aan te tonen en de programmacommissie vindt dat ‘spel’ een absolute must voor wie ooit zelf gerechtelijke expertises wil uitvoeren. In het rollenspel is iedere cursist de ‘gerechtsexpert’, die de startvergadering leidt en waarbij de overige cursisten de rol overnemen van de partijen die betrokken zijn bij het geschil.
Het begint bij één partij, die zich tekortgedaan voelt en daarom, al dan niet via een advocaat, naar de rechtbank stapt. Die partij deelt natuurlijk alleen die elementen mee die voor haar nuttig en voordelig zijn. De tegenpartij levert dan gelukkig het nodige weerwerk en brengt andere elementen naar voren. Van in den beginne denken de partijen er dus al goed over na wat men wel en niet mag of zal zeggen. De respectievelijke advocaten doen daar nog een schepje bovenop en als het inhoudelijk niet volledig lukt, zoekt men naar mogelijke procedurele tekortkomingen vanwege de andere partij(en). De trukendoos van bepaalde advocaten mag niet worden onderschat.
De cursus richt zich ook tot degenen die door hun werk regelmatig betrokken worden bij geschillen van allerlei aard en daarover meer willen te weten komen. Details van de cursus zijn uitgebreid weergegeven in de folder ‘Fellow gerechtelijke expertises’, die men ook kan raadplegen op de VIK-website. http://www.vik.be/fge
Ook de rol van de rechter is vanaf het begin zeer belangrijk, want hij of zij wijst de expert aan die de rechtbank moet bijstaan en
Ing. Robert MOOREN MSc Lid van de VIK-programmacommissie FGE
43
I-mag december 2011
Gebouwen klimatiseren vanaf vrijdag 20 januari 2012 De cursus geeft vooral een praktisch inzicht in de capaciteitsbepaling en de daarbij behorende parameters: hoe wordt warmte- en koudeproductie geconcipieerd, op welke eindgebruikers en roosters moet men letten, wat is de energetische en comforttechnische impact van een bepaald concept? Het wil vooral een praktische en geen al te theoretische cursus zijn. Onze docenten staan al jaren in het vak en hanteren talloze voorbeelden uit de praktijk van elke dag.
• Programma Wat zijn de comfortparameters? • De warmtebehoefte, de koellast en de nodige ventilatie bepalen
• De luchtbehandelingskast samenstellen • Mogelijkheden om op de exploitatiekosten te besparen
•
• Invloed van architectuur en kunstlicht op de bepaling van de energiebehoefte
•
• Wat zijn de verschillende concepten van een technische installatie - dimensionering - technische vergelijking - kosten/baten en het voorgaande wordt onderverdeeld voor: • productie van koude, warmte - conceptbepaling • luchtbehandeling - koelen - verwarmen
•
• • • •
- drogen - bevochtigen decentrale of centrale luchtbehandelingsgroepen distributie van - koude - warmte - lucht eindgebruikers - ventilo's - koude balken - luchtroosters hydraulische en aerologische schema's sturing, soorten regelaars en analoge/digitale regeling energiekosten van een gebouw, energiekostenbesparende ontwerpen en maatregelen gebouwenbeheerssysteem
• Praktisch vrijdagen 20 en 27 januari, 3, 10 en 17 februari 2012, telkens van 10 tot 18 uur, VIK-huis in Wommelgem. Info: www.vik.be/klimatisatie of
[email protected] of 03 259 11 06.
Praktijk van de geotechniek vanaf dinsdag 7 februari 2012 • Programma • De ingenieursgeologie als input bij het grondmechanische
Voor de uitvoering van een geotechnisch ontwerp of de begeleiding van een realisatie, zoals bv. funderingen, bronbemalingen of bouwputten, moet men de juiste afwegingen en keuzes maken over het grondonderzoek, de keuze van de grondkarakteristieken, de berekeningsmethodes en de gehanteerde norm(en) om het resultaat te beoordelen. Ook om geotechnische projecten op te volgen moet men een juiste inschatting kunnen maken van het grondgedrag en de manier waarop dat wordt gemonitord.
ontwerp
• In situ grondonderzoeken: alle besproken grondonderzoeken worden gedemonstreerd op terrein
• Laboratoriumonderzoeken en afleiding grondkarakteristieken uit het grondonderzoek
• Ondiepe funderingen • Funderingstechniek: diepe funderingen en • • • •
grondbeschoeiingen Gronddynamica Stabiliteit van taluds Grondwaterverlaging Het gebruik van geavanceerde rekenmodellen in de geotechniek
• Praktisch dinsdagen 7, 14, 28 februari en 6 maart, telkens van 14 tot 21 uur en 13 maart 2012 van 19 tot 22 uur. Info: www.vik.be/geotechniek of
[email protected] of 03 259 11 06.
I-mag december 2011
44
Bekistingen en zichtbeton vanaf maandag 27 februari 2012 Veel bouwwerken worden nog opgericht met ter plaatse gestort beton. De bekisting is daarbij een essentieel onderdeel. Er bestaan ook veel stelregels om zichtbeton te verzorgen: met welke regels moet rekening worden gehouden om een perfect betonvlak te verkrijgen? Aan de hand van tal van fouten worden mogelijke remedies uiteengezet.
• • • •
Programma
Hoe een bekisting ontwerpen? Aan welke sollicitaties is een bekisting onderworpen? Onvolmaaktheden in de oppervlakken van zichtbeton - oorzaken, voorkomen en herstellen • Welke voorwaarden moeten in het bestek worden opgenomen? • Voorzieningen inzake veiligheid, gezondheid en welzijn van de arbeiders en de omgeving
• Praktisch maandagen 27 februari en 5 maart telkens van 14 tot 21 uur, en 12 maart 2012 van 14 tot 17 uur. Info: www.vik.be/zichtbeton of
[email protected] of 03 259 11 06.
Ventilatietechnieken vanaf zaterdag 4 februari 2012 werper van een systeem ervoor zorgen dat er ook een comfortabel geluidsklimaat in het gebouw heerst.
Slechts drie thema’s zijn verantwoordelijk voor de meeste klachten bij ventilatie- en luchtbehandelingssystemen: tocht, geluid en ‘slechte lucht’. De oorzaak van het eerste probleem is vaak terug te brengen tot het ontwerp en de uitvoering van de installatie. Een goede kennis van de dimensioneringsregels bij ventilatiesystemen kan al veel leed voorkomen. Aan de hand van een voorbeeld worden in de eerste module van deze cursus de basisregels om een ventilatiesysteem te ontwerpen met behulp van de norm NBN EN 13779 nogmaals duidelijk gemaakt.
‘Slechte lucht’, sickbuildingsyndroom en een benauwd gevoel zijn veelgehoorde begrippen, als het ‘slechte’ klimaatsystemen gaat. Vaak valt de oorzaak van die symptomen terug te brengen tot een gebrekkig onderhoud. In dit deel van de cursus wordt aangegeven hoe ventilatie-installaties opgebouwd moeten worden, opdat onderhoud mogelijk blijft en hoe onderhoud uitgevoerd moet worden.
Geluid door ventilatiesystemen kan een niet te onderschatten bron van hinder zijn in moderne gebouwen. Door de betere (geluids)isolatie ten opzichte van de buitenomgeving valt installatiegeluid immers sneller op. Met de nieuwe norm NBN S01-400 en een hele reeks oplossingen voor geluidsproblemen kan de ont-
• Programma Module 1: 'Wettelijke eisen' • Wat staat in de Norm NBN EN 13779? • Hoe kan een dimensionering van een installatie aangepakt worden volgens de regels van EPB? Module 2: 'Onderhoud & geluid' • Toepassing van stappenplan om een ventilatiesysteem in een kantoor te dimensioneren • Een ventilatiesysteem onderhouden: norm EN 12097 en impact op bestaande installaties • Ventilatiesystemen inspecteren en reinigen • Geluid in ventilatiesystemen: impact van de norm NBN S01400 (installatiegeluid) op bestaande systemen en ontwerpen • Hoe geluidsproblemen voorkomen en oplossen?
• Praktisch zaterdagen 4 en 11 februari, 3, 10, 17 en 24 maart 2012 telkens van 9 tot 12 uur, XIOS Hogeschool, Diepenbeek. U kunt ook enkel voor module 1 of module 2 inschrijven. Info: www.vik.be/klimatisatie of
[email protected] of 03 259 11 06.
cursusagenda december 2011 – januari 2012 CURSUS
STARTDATUM
EINDDATUM
AANTAL DAGEN
UREN (VAN... TOT…) LEDENTARIEF
Gebouwen klimatiseren
20/01/2012
17/02/2012
5
10-18
1190
CE-machinerichtlijn 2006/42/EG
28/01/2012
18/02/2012
4
09-13
490
Bitumen-asfalt: de link
31/01/2012
14/02/2012
3
14-17
390
02/12/2011
02/12/2011
1
14-21
340
TECHNOLOGIE
BEDRIJFSKUNDE Humanresourcesmanagement Planning & scheduling van onderhoudsactiviteiten
06/12/2011
20/12/2011
3
14-21
680
Reach voor downstream users
08/12/2011
08/12/2011
1
10-16
300
Kostenramingen en doorlooptijden van projecten (Project estimates)
19/01/2011
26/01/2012
2
10-18
650
Fellow in gerechtelijke expertise
21/01/2012
02/06/2012
13
09-13
1450
TOC-sturing van projecten (critical chain)
24/01/2012
31/01/2012
2
10-17
640
Alle vermelde prijzen (in euro) zijn excl. 21% BTW. Tarieven geldig tot 01/01/2012.
I-mag december 2011
De prijzen zijn onder voorbehoud van eventuele vergissingen of drukfouten. Meer info en updates op www.vikvorming.be
46
Fellow in gerechtelijke expertise Start 21 januari 2012 7de promotie
In elke regio is er vraag naar experts die zowel technisch als juridisch onderlegd zijn. Komt daarbij dat de expert meestal onbekend is en over geen officiële erkenning beschikt. Technische expertise kan nochtans erg nuttig zijn bij onder meer de afhandeling voor justitie, de arbitrage bij betwistingen in industriële of contractuele omstandigheden en bij de afhandeling van schadeclaims bij verzekeringen of bij discussies tussen partijen. Programma: • Basisbegrippen: expert, expertise, expertiseverslag, het gerecht, verslagen, … • De praktijk – expertiseafhandeling • Ondersteunende opleiding: psychologie, fiscaliteit/verzekeringen • Rollenspel en eindwerk Meer informatie?
Praktische info: De lessen vinden plaats vanaf zaterdag 21 januari 2012 tot juni 2012, telkens van 9 tot 13 uur in het VIK-huis in Wommelgem.
Kijk op de website: www.vik.be/fge Of neem contact op met VIK Vorming:
[email protected] of 03 259 11 06
VIK Vorming Herentalsebaan 643 2160 Wommelgem