’Let op de kleintjes!’ Initiatiefvoorstel om de verkeersveiligheid van schoolgaande kinderen te verbeteren
GROENLINKS NIJMEGEN
"De ouders komen hun kinderen in hun auto's van school halen, omdat het voor de kinderen veel te druk is om alleen in het verkeer naar huis te lopen. En waarom is het veel te druk? Omdat de ouders hun kinderen in hun auto's van school komen halen!" (Freek de Jonge) Herkent u het beeld dat Freek de Jonge hier schetst? Uit onderzoek blijkt dat ruim een kwart van de 10-jarigen nog met de auto naar en van school wordt gebracht en gehaald. De belangrijkste reden, die ouders daarvoor aangeven is de onveiligheid van het verkeer. In de afgelopen 25 jaar is de gemiddelde leeftijd waarop kinderen zelfstandig naar school gaan, gestegen van 6 jaar naar 8,5 jaar. En dat is jammer. Want zelfstandige mobiliteit, zoals het zelf naar school kunnen gaan, is belangrijk voor de gezonde ontwikkeling van kinderen. Verkeers(on)veiligheid bij basisscholen is volgens Groenlinks een thema dat blijvend aandacht verdient om diverse redenen. Zo brengen veel ouders hun kinderen met de auto naar school, mede omdat ze het te gevaarlijk vinden om de kinderen lopend of met de fiets naar school te laten gaan. Dit heeft een averechts effect. Doordat er steeds meer kinderen met de auto bij school worden afgezet neemt de veiligheid alleen maar af. Veel van de kinderen die met de auto naar school gehaald en gebracht worden, vinden het echter veel leuker en stoerder om lopend of fietsend naar school te gaan. Bovendien is het lopen of fietsen ook nog eens goed voor de ontwikkeling van de zelfstandigheid en van het verantwoordelijkheidsbesef van het kind. Daar komt nog bij dat lopen en fietsen veel gezonder én beter voor het milieu is. Uit onderzoek blijkt dat kinderen tegenwoordig steeds minder bewegen. Één op de zeven kinderen is te dik. Door te weinig bewegen, in combinatie met een verkeerd voedingspatroon, treedt bij steeds meer kinderen overgewicht op. Overgewicht is volksziekte nummer 1 aan het worden. Meer dan driekwart van de dikke kinderen wordt een dikke volwassene. Afvallen lukt bijna nooit. Voorkomen is beter dan herstellen! Daarnaast worden er steeds meer jonge kinderen gesignaleerd met een bewegingsachterstand. Bewegen heeft dus een positieve invloed op het tegengaan van overgewicht en bewegingsachterstand. Redenen te meer om te stimuleren dat meer kinderen lopend en fietsend naar school gaan. Maar in dit voorstel gaat het gaat niet alleen om het stimuleren van fietsen en lopen. Ook op andere vlakken kan de verkeersveiligheid rond scholen verbeterd worden. Groenlinks vindt dat verkeersveiligheid een thema is dat met enige regelmaat op de politieke agenda moet verschijnen. Er is namelijk nog een wereld te veroveren als het gaat om kinderen nog veiliger naar en van school te kunnen laten gaan. Dat geldt natuurlijk niet alleen voor leerlingen van de basisscholen, maar even zo goed voor middelbare scholieren en studenten. In dit voorstel zal echter de verkeersveiligheid rond basisscholen centraal staan.
Wat doet de gemeente nu al? De gemeente zit op het gebied van verkeersveiligheid rond scholen gelukkig niet stil. Zo is in het collegeakkoord 2002-2006 opgenomen dat de voetganger als zwakste verkeersdeelnemer beter beschermd moet worden. Dit doet het college onder andere door de voetgangers-oversteekplaatsen bij basisscholen veiliger te maken. Hiervoor heeft het college in 2005 ruim € 200.000 euro beschikbaar gesteld. Voor dat bedrag konden vijf tot tien locaties worden aangepakt. Investeren in oversteekplaatsen is erg belangrijk vindt de fractie van Groenlinks Nijmegen, maar daarmee zijn we er nog niet. Vandaar dit initiatiefvoorstel dat tot verbreding moet leiden van de aanpak van verkeersveiligheid rond basisscholen.
Wat wil GroenLinks? GroenLinks zou graag zien dat er een overleg tussen organisaties als 3VO, de gemeente, scholen, ouders en de Fietsersbond komt om een plan van aanpak op te stellen om de verkeersveiligheid rond scholen te verbeteren. Uiteindelijk moet dit ertoe leiden dat er van elke school een op maat gemaakt pakket aan uit te voeren maatregelen ligt om leerlingen zo veilig mogelijk naar school te kunnen laten gaan. In het plan kunnen de volgende elementen worden verwerkt. • Verbod op zwaar verkeer rond scholen Aanrijdingen met vrachtwagens, bussen en grotere personenauto's hebben vaker een dodelijke afloop dan aanrijdingen met andere vervoersmiddelen. De kans op dergelijke aanrijdingen moet daarom vooral rond scholen zo klein mogelijk gemaakt worden. Dit kan door een verbod op zwaar verkeer rond scholen in te stellen. • (Gedeeltelijk) parkeer- en stopverbod bij scholen Door een totaal parkeerverbod bij scholen in te stellen beperk je het verkeer in straten waar scholen zitten. Natuurlijk zal dit op diverse plekken voor weerstand zorgen, maar GroenLinks geeft prioriteit aan de veiligheid van kinderen. Eventueel zou het parkeerverbod beperkt kunnen worden tot de schoolzijde: een dergelijk verbod zou al extra bevorderen dat automobilisten niet opeens verrast kunnen worden door overstekende kinderen die tussen auto's door de straat over steken. Ook voorkomt het dat het uitzicht van kinderen op de straat vanaf de stoep belemmerd wordt. De entrees bij scholen zouden in ieder geval vrij gehouden moeten worden door een gele band van plus minus 25 meter op de stoep aan te brengen.
• Kiss & Ride-zones Kiss & Ride-zones zijn speciale zones waar ouders met hun auto kort mogen stoppen om hun kinderen af te zetten. Deze zones bevinden zich op een bepaalde afstand van de school zodat er voor de school geen opstoppingen ontstaan omdat ouders hun kinderen voor de deur afzetten. Waar nodig zou Groenlinks het aantal Kiss & Ridezones willen uitbreiden: hierbij moet echter wel sprake zijn van een situatie waar het aantal ouders dat hun kinderen met de auto naar school brengt niet door andere maatregelen verminderd kan worden. • Snelheidsbeperkende maatregelen Bij oversteekplaatsen zouden extra snelheidsbeperkende maatregelen genomen kunnen worden, zoals wegversmallingen. Door bovendien bij elke school een mobiele flitser te installeren kunnen snelheidsduivels bestreden worden. Tot slot moet rond alle scholen 30 kilometer per uur de maximumsnelheid zijn. • Handhaving Handhaving is ook bij schoolverkeer een onmisbare stok achter de deur. Vorig jaar constateerde 3VO op basis van snelheidsmetingen in veertig gemeenten door het hele land, dat automobilisten in 30km/uur-zones de maximumsnelheid massaal aan hun laars lappen. Niet minder dan 85% rijdt te hard. Bijna de helft daarvan (44%) passeert de meetpunten met 40 à 45 km/uur. Scherpere inrichtingseisen en een lik-op-stuk-handhavingsbeleid kunnen daarbij ingezet worden om het tij keren. Kinderen kunnen de politie daarbij uitstekend helpen. In Soest onderwierpen kinderen uit groep 7 en 8 snelheidsovertreders aan een klein kruisverhoor: “Waarom reed u te hard?”, “Heeft u zelf ook kinderen?” en “Wat zou u ervan vinden als uw kinderen niet meer veilig over straat kunnen lopen?”, waren enkele van de indringende vragen die de bestuurders kregen voorgelegd. • Extra fietsenrekken bij scholen Door extra parkeergelegenheid voor fietsen te creëren maak je het aantrekkelijker voor ouders om hun kind met de fiets naar school te brengen. Bovendien bied je kinderen zo ook de gelegenheid hun fiets kwijt te kunnen. • Aanleg van 'kindlinten' naar basisscholen Diverse gemeenten (o.a. Delft en Amsterdam) hebben al experimenten met 'kindlinten' opgestart. 'Kindlinten' zijn duidelijk gemarkeerde routes waarlangs kinderen veilig van en naar school kunnen lopen of fietsen. GroenLinks zou graag zien dat ook Nijmegen een of meer 'kindlinten' aanlegt en dit na een bepaalde termijn evalueert en in geval van succes verder uitbreidt.
• 'veilig naar school'-convenanten tussen gemeente,politie, personeel en ouders Het onderwijzend personeel kan natuurlijk zelf ook het goede voorbeeld geven door met de fiets of openbaar vervoer naar school te komen. Waar dat niet mogelijk is zouden scholen hun personeel kunnen stimuleren om auto's in elk geval niet in de straat waar de school staat te parkeren. Verder zullen ouders hun kinderen niet meer met de auto naar school moeten brengen als het niet echt nodig is. Door 'veilig naar school'-convenanten af te sluiten tussen gemeente, politie, scholen en ouders kunnen hierover afspraken gemaakt worden. Zo zou er bijvoorbeeld afgesproken kunnen worden dat kinderen die binnen een bepaalde straal wonen in principe niet met de auto gebracht worden, of zou er na analogie van het carpoolen, gewerkt kunnen worden met loop-poolen of fiets-poolen. Ouders fietsen of lopen samen met een groepje buurkinderen samen naar en van school. Met de gemeente worden afspraken gemaakt over de ruimtelijke ordening rondom de school. Een goede inrichting van de schoolomgeving en schoolroutes kan namelijk heel wat verkeersleed voorkomen. Afspraken die met de politie gemaakt worden hebben bijvoorbeeld betrekking op de handhaving. • Meer aandacht voor educatie en communicatie Verkeersouders hebben hun effect bewezen en GroenLinks denkt daarom dat het goed zou zijn als op alle scholen verkeersouders worden aangesteld. Deze mensen doen dit vrijwillig en moeten gemotiveerd blijven. Daarom zou het goed zijn als er per school meerdere ouders zijn die zich hiermee bezig houden. Daarnaast zou er ook extra aandacht besteed kunnen worden aan educatie: zo heeft de gemeente Leek tijdens de Week van de Vooruitgang in september vorig jaar voor de groepen 7 en 8 op scholen verkeersmarkten gehouden. Iets dergelijks zouden we in Nijmegen bijvoorbeeld ook kunnen organiseren. Dit kan tijdens de jaarlijkse week van de vooruitgang, maar bijvoorbeeld ook heel goed op andere momenten tijdens het schooljaar, bijv. wanneer de leerlingen van groep 8 zich voorbereiden op de middelbare school. Dit zou natuurlijk in samenwerking met 3VO georganiseerd kunnen worden. Indien nodig zou de gemeente 3VO hier extra in moeten ondersteunen. Daarnaast zou het ook goed zijn als er door de gemeente meer aandacht voor de communicatie van verkeersveiligheid zou komen. Dit kan bijvoorbeeld door het intensiveren van de directe communicatie met ouders, ouderraden, directies en onderwijzend personeel van basisscholen. Uit Belgisch onderzoek blijkt dat er een aantal succesfactoren zijn aan te wijzen als het gaat om lokale mobiliteitsmanagement-campagnes. Dit zijn: publieke betrokkenheid vanaf het begin, een open debatcultuur, werkelijke samenwerking tussen betrokken partijen en een professionele begeleiding. Campagnes die gebaseerd zijn op een dergelijke geïntegreerde aanpak, waarbij elke betrokken partij haar deel bijdraagt, bieden de meeste kansen op succes.
Goed voorbeeld doet goed volgen! In het Belgische Vlaanderen werden in op zes lagere scholen in Geel en twee lagere scholen in Mol campagnes georganiseerd om (ouders en) leerlingen te stimuleren zich op een meer milieuvriendelijke wijze te verplaatsen. De resultaten waren opvallend positief. De campagnes werden stapsgewijs opgezet volgens een binnen het TAPESTRY- project (Travel, Awareness,Publicity and Education, Supporting a Sustainabe Transport Strategy in Europe) ontwikkelde zeven-fasen-veranderingsmodel. In de fasen 1 en 2 ging het erom de schooldirecties ervan te overtuigen dat het gebruik van de auto voor het naar school brengen van kinderen problemen met zich meebrengt en dat juist zij een belangrijke rol kunnen spelen in het terugdringen van dit autogebruik.In de fasen 3, 4 en 5 inventariseerden scholen en gemeenten samen de problemen en de mogelijkheden om die aan te pakken. Dit leidde onder meer tot campagne- en educatiemateriaal, schoolbereikbaarheidsplannen en schoolvervoerplannen. Mooi resultaat Op het bewustzijnsniveau werd een duidelijke verandering ten aanzien van het imago van de auto gemeten: de waardering van het gemak van de auto daalde aanzienlijk. Wat betreft effect op het verplaatsingsgedrag waren de campagnes ook uiterst succesvol: een daling van het aantal leerlingen dat met de auto gebracht en gehaald wordt met ruim 10 procent. De campagnes hebben zowel het fietspoolen als het individueel fietsen (al of niet door eigen ouders begeleid) sterk vooruitgeholpen: samen 9,9 procent meer. Hier heeft zich dus een heel duidelijke overstap van auto naar fiets voorgedaan, waarbij de andere vervoerwijzen een nagenoeg ongewijzigd gebruik hebben. De schooldirecties in zowel Geel als Mol bleken zeer tevreden over de baten van de campagne. Zij waren vooral tevreden over het gegroeide partnership met de gemeente, het succes van het lokale engagement en de geïntegreerde aanpak. De scholenaanpak heeft dan ook een vervolg gekregen: inmiddels zijn voor vijf andere scholen bereikbaarheids -en vervoersplannen opgezet.
In een aantal provincies in Nederland wordt ook gewerkt met het Verkeersveiligheidslabel. Dit label is een keurmerk voor scholen die veel aandacht besteden aan verkeersveiligheid. Bedacht in Noord-Brabant is het inmiddels overgenomen door ROV/POV's in Groningen, Friesland, Drenthe, Flevoland, Utrecht en Zeeland. Utrecht heeft er intussen twee jaar ervaring mee. Het biedt een structuur, een programma waar een school aan kan werken. Een prima initiatief dat ook navolging verdient in de provincie Gelderland.
• Tot slot: betrek kinderen bij verkeersveiligheid rond hun school Kinderen zijn heel goed zelf in staat verkeersknelpunten rond hun school te inventariseren. GroenLinks denkt dat dit een goede manier is om kinderen bewust te maken van verkeerssituaties waar ze dagelijks mee geconfronteerd worden. Bijgestaan door leerkrachten, ouders en deskundigen zouden leerlingen zelf de loop- en fietsroutes naar hun school kunnen langslopen om uiteindelijk een lijst op te stellen van noodzakelijke maatregelen. Maar het moet ook leuk zijn voor kinderen om mee te doen. Daarom zou het goed zijn als er iets valt te verdienen voor de kinderen en voor de school. Zo zou er bijvoorbeeld de gemeente jaarlijks een prijs kunnen uitloven aan de school waarvan de meeste kinderen lopend of fietsend naar school gaan. De school die het beste presteert wordt bijvoorbeeld beloond met een mooie speelplaats of met opknappen van het schoolplein. Een soort en met van Nijmeegse loop- of fietsstrippenkaart zou hierbij gebruikt kunnen worden om kinderen, ouders en de school enthousiast te maken. De school met de meeste afgestempelde strippenkaarten per jaar krijgt van de gemeente Nijmegen deze prijs.
Financiën Deze maatregelen kosten geld. Dat kan uit diverse potjes betaald worden. Zo is in de gemeentelijke begroting bijvoorbeeld geld beschikbaar voor verkeersveiligheid en we kunnen bij de provincie actiever gelden aanvragen uit de verkeersveiligheidsmiddelen. Verder kan er geld uit het meerjarenplan Verkeer & Vervoer worden aangewend voor dit doel. GroenLinks denkt dat de kosten niet heel hoog zullen zijn, zeker niet in verhouding tot het doel. De veiligheid van schoolgaande kinderen is namelijk een groot goed.
Beslispunten De gemeenteraad besluit: 1. Akkoord te gaan met de maatregelen genoemd in het voorstel en roept het college op te komen met een plan van aanpak; 2. Roept het college op te komen met een raming van de kosten en dekkingsmogelijkheden zoals hierboven aangegeven.
GROENLINKS NIJMEGEN Januari 2006
Fractie GroenLinks
Hennie Roorda
(024) 323 50 27
Directie Grondgebied Openbare Ruimte Ontwikkeling
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen
aan de gemeenteraad van de gemeente Nijmegen
Telefoon
(024) 329 91 11
Telefax
(024) 323 93 34
E-mail
[email protected]
Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
Datum
Datum uw brief
Ons kenmerk
Contactpersoon
31 januari 2006
19 januari 2006
G520/06.0002432
Guus Cornelissen
Aantal bijlagen
Doorkiesnummer
Onderwerp
"Let op de kleintjes" initiatiefvoorstel om de verkeersveiligheid van schoolgaande kinderen te verbeteren
3299753
Geachte leden van de Raad, Met belangstelling hebben wij kennis genomen van het initiatiefvoorstel om de verkeersveiligheid van schoolgaande kinderen te verbeteren. Het voorstel sluit goed aan bij de aandachtspunten van het gemeentelijke verkeersveiligheidsbeleid en vult dit deels aan. In 2006 wordt een nieuw verkeersveiligheidsplan voor de gemeente opgesteld. In dit plan zal aandacht zijn voor de gedragsbeïnvloeding van de verkeersdeelnemer, onderverdeeld in doelgroepen op basis van leeftijd en vervoerwijze. De leeftijdsgroep 4 tot 12 jaar is één van de doelgroepen waar de aandacht zich op richt. Via de basisscholen wordt deze aandacht ook gericht op de ouders of begeleiders van de kinderen. Wat doet de gemeente nu al? De volgende activiteiten zijn gericht op de verkeersveiligheid van schoolgaande kinderen: 1. inrichting 30 km/uur routes 2. verbeteren voetgangers oversteekplaatsen bij basisscholen 3. verkeersouders (3VO) 4. op voeten en fietsen (SOM) 5. verkeersproeven op basisscholen (3VO) 6. verkeersbrigadiers (Stichting Verkeersbrigadiers) 7. de scholen zijn weer begonnen (3VO) 8. van acht naar één (actie dode hoek) (3VO) 9. straatspeeldag (3VO)
Nijmegen, de oudste stad van Nederland. Kijk op www.nijmegen2000.nl
antwoordbrief let op de kleintjes
Gemeente Nijmegen Directie Grondgebied Openbare Ruimte Ontwikkeling
Vervolgvel
1
Hoe verhouden deze activiteiten zich tot de actiepunten uit het initiatiefvoorstel? Hieronder volgt een opsomming van de actiepunten uit het initiatiefvoorstel, waarbij is aangegeven hoe deze zich verhouden met het bestaande beleid: •
overleg tussen betrokken organisaties over een plan van aanpak In 2003 is een start gemaakt met het project “Op voeten en fietsen” en heeft één school meegedaan (de Sterredans). Begin 2005 zijn alle basisscholen benaderd met het aanbod om met begeleiding van de SOM invulling te geven aan dit project. Daarbij hebben 3 scholen aangegeven mee te willen doen. De overige scholen hebben (vooralsnog) geen belangstelling. Inmiddels is het project op de Mauritsschool (Zwanenveld) uitgevoerd. Bij dit project worden de kinderen, de leerkrachten en de ouders betrokken bij het opstellen van een actieplan verkeersveiligheid voor de school. Gemeente en politie vervullen daarbij een beoordelende rol over de voorgestelde maatregelen. Het project “Op voeten en fietsen” biedt een goede basis om met de basisscholen in contact te komen en in overleg met betrokken partijen een actieplan op te stellen. De begeleiding door de SOM zorgt daarbij voor de continuïteit.
• • •
verbod op zwaar verkeer rond scholen (gedeeltelijk) parkeer- en stopverbod bij scholen Kiss en Ride zones Uit de probleeminventarisatie per school wordt duidelijk of het halen en brengen van de kinderen tot problemen leidt en of dit kan worden opgelost door bovenstaande maatregelen. Bij een aantal scholen is in het verleden al maatwerk verricht. In het verlengde van het project “Op voeten en fietsen” kan met alle deelnemende scholen aandacht aan dit probleem worden geschonken. Het instellen van een parkeer- en stopverbod maakt het verder overbodig om extra maatregelen te treffen tegen “zwaar verkeer” (grote personenauto’s). Al deze maatregelen staan of vallen bij een goede handhaving.
•
snelheidsbeperkende maatregelen Door de inrichting van de 30 km/uur gebieden is voor grote delen van de stad inmiddels een snelheidsreductie tot 30 km per uur ingesteld. De meeste scholen voor het basisonderwijs liggen binnen de verblijfsgebieden. In de Hazenkamp zal in het voorjaar van 2006 een schoolzône worden ingericht met een adviessnelheid van 15 km/uur. Daar waar een school is gelegen aan een gebiedsontsluitingsweg, of waar de schoolroute een gebiedsontsluitingsweg kruist is er door de
Nijmegen, de oudste stad van Nederland. Kijk op www.nijmegen2000.nl
antwoordbrief let op de kleintjes
Gemeente Nijmegen Directie Grondgebied Openbare Ruimte Ontwikkeling
Vervolgvel
2
verbetering van voetgangersoversteekplaatsen bij basisscholen (2) de mogelijkheid geboden om passende maatregelen te treffen. •
handhaving De wijkagent is betrokken bij de planvorming voor verkeersveiligheid op de scholen (4). Indien er in overleg gedragsregels zijn afgesproken over het halen en brengen van de kinderen zal dit zich in eerste instantie via sociale controle moeten reguleren, maar ondersteuning van de wijkagent is daarbij mogelijk. De politie zal zich in eerste instantie richten op de handhaving van de wettelijke verkeersregels en de speerpunten voor verkeersveiligheid (alcohol, autogordel. Bij het opstellen van het verkeersveiligheidsplan (8) vormt de handhaving een essentiële bouwsteen voor de gedragsbeïnvloeding. We willen in de komende maanden onderzoeken of we tijdens de schoolspitsen (’s ochtends en ’s middags) extra controle kunnen inzetten, vooral bij de scholen die ook zelf actie ondernemen om de verkeersveiligheid te verhogen.
•
extra fietsenrekken Bij de meeste basisscholen is wel voorzien in een fietsenstalling voor de leerlingen en leerkrachten. Vaak is deze niet geschikt voor degenen die hun kinderen komen halen of brengen. Indien uit de probleeminventarisatie (4) blijkt, dat er onvoldoende mogelijkheden zijn om de fietsen (tijdelijk) te stallen, is het een uitstekende gedachte om daarvoor een passende oplossing te bieden.
•
aanleg kinderlinten naar basisscholen Het ontbreekt niet aan goede initiatieven en creatieve projecten voor de verkeersveiligheid op basisscholen. Uit een inventarisatie van het Verkeersveiligheidslabel blijkt dat er inmiddels ruim 50 goede projecten zijn. Alle reden om gebruik te maken van deze ervaringen en niet zelf het wiel te gaan uitvinden. Het draagvlak voor een van deze projecten en de bereidheid van scholen, ouders en kinderen om aan een project deel te nemen lijkt ons voorshands een belangrijke voorwaarde voor de keuze van een project. Deels wordt de schoolroute begeleid door de verkeersbrigadiers, die op verschillende plaatsen in Nijmegen actief zijn (6). De stichting Verkeersbrigadiers wordt door de gemeente ondersteund.
•
veilig naar school convenant Het lijkt ons een goed idee om het afsluiten van een convenant mee te geven aan de scholen die een actieplan opstellen voor de verkeersveiligheid (4). Hiervoor geldt eveneens dat het hebben van draagvlak voor zo’n convenant een belangrijke randvoorwaarde moet zijn.
Nijmegen, de oudste stad van Nederland. Kijk op www.nijmegen2000.nl
antwoordbrief let op de kleintjes
Gemeente Nijmegen Directie Grondgebied Openbare Ruimte Ontwikkeling
Vervolgvel
3
Met De Wingerd en de Montessorischool Lindenholt heeft de gemeente onlangs een convenant gesloten, “gezonder, veiliger en duurzamer naar school”. Algemeen geldt dat een school die zelf actief is extra steun kan verwachten (bv extra toezicht). •
meer aandacht voor educatie en communicatie De verkeersouders worden door de gemeente ondersteund. De plaatselijke afdeling van 3VO heeft in haar werkplan 2006 een actiepunt opgenomen om verkeersouders te werven en te begeleiden. In het actieplan van 3VO zijn meerder activiteiten opgenomen die aansluiten bij educatie en voorlichting.
•
verkeersveiligheidslabel Tot nu toe doet de provincie Gelderland (nog) niet mee met het verkeersveiligheidslabel. De ervaringen met het label in andere provincies hebben er tot nu toe nog niet toe geleid dat alle provincies daartoe over gaan. Gezien het grote aanbod van activiteiten voor de verkeersveiligheid op basisscholen lijkt het ons onverstandig om de beschikbare energie te richten op de invoering van het label in Gelderland.
•
betrek de kinderen erbij Bij het project “Op voeten en fietsen” en bij de verkeerproeven worden de kinderen op de basisscholen actief betrokken bij hun eigen verkeersveiligheid. Het lijkt ons een goed idee om in het actiepakket gebruik te maken van de onderlinge competitie tussen scholen.
Hoe kunnen deze activiteiten worden gefinancierd? De gemeentebegroting biedt de volgende financiële ruimte voor verkeersveiligheid: Product
deelproduct
2006
2007
2008
verkeersveiligheid
campagnes/educatie
26.187
26.187
26.187
extra verkeerseducatie
8.729
8.729
8.729
scholierenroutes
8.729
8.729
8.729
uitwerking DV2
0
0
0
verkeersveiligheidsplan
13.094
13.094
13.094
(400185)
verkeersveiligheid
41.410
41.410
41.410
verkeersongevallenregistratie
6.969
6.969
6.969
Totaal
105.118
105.118
105.118
Nijmegen, de oudste stad van Nederland. Kijk op www.nijmegen2000.nl
antwoordbrief let op de kleintjes
Gemeente Nijmegen Directie Grondgebied Openbare Ruimte Ontwikkeling
Vervolgvel
4
investerings plan
2006
2007
2008
Black Spots
390.000
390.000
390.000
Leefbaar/oversteekbaarheid
215.000
215.000
215.000
Voor de activiteiten die gericht zijn op het verbeteren van de infrastructuur rondom scholen biedt het regionale mobiliteitsfonds de mogelijkheid om tot 50% in de kosten bij te dragen.
Samengevat zijn wij van mening dat het bestaande pakket van activiteiten die op de doelgroep 4-12 jarigen is gericht een goede basis vormen om invulling te geven aan het initiatiefvoorstel. Bij de opstelling van het verkeersveiligheidsplan kunnen de activiteiten nader worden aangescherpt ten aanzien van de volgende punten: • Het project “Op voeten en fietsen” te gebruiken om de contacten met de basisscholen te intensiveren en uit te bouwen. De SOM kan hierbij zorgen voor begeleiding, continuïteit en stimulering. De opgebouwde contacten kunnen worden uitgebreid. • Om de scholen te stimuleren kan meer gebruik worden gemaakt van de onderlinge competitie door het invoeren van een jaarlijkse prijs voor de meest actieve school. • Voor zover het actieplan van de scholen daartoe aanleiding geeft kan de gemeente meer mogelijkheden bieden om de infrastructuur rondom de school aan te passen en veiliger te maken. • Voor scholen die zich actief opstellen wordt extra toezicht gehouden op de naleving van de afgesproken gedragsregels bij het halen en brengen van de kinderen. • De raming van de kosten en de financiële dekking worden gevonden binnen de gemeentebegroting en met gebruikmaking van de bijdrageregeling van het regionale mobiliteitsfonds.
Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Secretaris,
mevr. dr. G. ter Horst
ir. H.K.W. Bekkers
Nijmegen, de oudste stad van Nederland. Kijk op www.nijmegen2000.nl
antwoordbrief let op de kleintjes