lesmap UNICEF brengt scholen en kinderen in India dichter bij elkaar
© UNICEF +
6 uitdagingen om met uw klas te ontdekken!
2012-2013
ACHTERGROND-INFORMATIE
www.unicef.be/kids Een website voor leerlingen, waar ze verschillende landen kunnen ontdekken en informatie krijgen over kinderrechten
info
ontdek
neem deel
India - Haïti - Indonesië - Burundi Congo - Libië - België Deze website is gericht op leerlingen van het 3de tot 6de leerjaar en reikt extra informatie aan waarmee zij verder kunnen werken. De website is opgevat als een verlengde van het pedagogisch materiaal en kan door leerkrachten gebruikt worden om leerlingen de campagne verder te laten ontdekken.
introductie
1. Inleiding 2. UNICEF: een korte voorstelling 3. Recht op onderwijs 3.1. In het kinderrechtenverdrag en de millenniumdoelstellingen 3.2. Waarom is onderwijs voor UNICEF belangrijk? 4. Onderwijs op het platteland 4.1. Rechtvaardigheid en onderwijs 4.2. Het platteland 4.3. Waarom een campagne voor onderwijs op het platteland? 4.4. De uitdagingen voor onderwijs op het platteland 4.5. Acties van UNICEF 5. Hoe is het gesteld met onderwijs op het platteland in India? 5.1. De prioriteiten van UNICEF in India 5.2. Uitdagingen voor onderwijs op het platteland in India
7 8 9 8 8 10 11 8 8 8 8 8 15 8 8
ACTIVITEITEN-FICHES
20
Hoe de activiteitenfiches gebruiken? Uitdaging 1: De afstand Uitdaging 2: Studeren of werken? Uitdaging 3: Onderwijs in noodsituaties Uitdaging 4: Over kasten en talen: ongelijkheid in de klas Uitdaging 5: Kwaliteit dankzij een kindvriendelijke school Uitdaging 6: Participatie van leerlingen en hun familie Uitdaging 7: Concrete actie met uw klas!
20 24 27 29 34 43 47
BIJLAGEN 1. Voor de leerlingen: Afbeeldingen kinderrechten
2
49 49
ACHTERGROND INFORMATIE
Voorwoord 1. Hoe deze lesmap gebruiken? 2. Wat zijn de doelstellingen van deze lesmap? 3. Waaruit bestaat het pedagogisch aanbod van UNICEF?
3 8 9 7 8
ACTIVITEITENFICHES
INTRODUCTIE
bijlagen
iNHOUDSTAFEL
introductie ACHTERGROND INFORMATIE
Voorwoord Beste leerkracht, Tof dat u onze lesmap aanvroeg! Bedankt voor uw interesse in kinderrechten en in onze organisatie. U vindt hierbij concrete activiteitenfiches en achtergrondinformatie, gelinkt aan de educatieve dvd in bijlage. De inhoudstafel hierboven laat u toe om zelf te kiezen met welke onderdelen u aan de slag gaat. De DVD geeft u als leerkracht een eerste introductie in de materie: het recht op onderwijs op het platteland in India. Aarzel niet om mij te contacteren voor bijkomende informatie.
ACTIVITEITENFICHES
Of ik kan u in contact brengen met één van onze educatieve vrijwilligers in uw regio, voor gratis gastlessen en animaties in uw klas, voor de organisatie van een actie met uw leerlingen, … Met vriendelijke groeten en tot binnenkort! Anneleen Van Kelecom Scholenwerking Vlaanderen
bijlagen
introductie
UNICEF België Keizerinlaan 66 - 1000 Brussel Tel: 02 230 59 70
[email protected]
4 © UNICEF/NYHQ2006-1914/Pietrasik
5
Ons pedagogisch aanbod is gratis en vrijblijvend verkrijgbaar op aanvraag.
2. Wat zijn de doelstellingen van deze lesmap? Ontwikkelingseducatie UNICEF België stelt zich tot doel het grote publiek te informeren over de rechten van het kind. UNICEF België is geen onbekende in de Belgische scholen. Reeds meer dan 20 jaar ontwikkelen we een speciaal aanbod voor scholen en leerkrachten om de situatie van kinderen wereldwijd onder de aandacht te brengen. Met ons programma rond ontwikkelingseducatie willen we kinderen echte wereldburgers laten worden, die op verantwoordelijke en actieve wijze hun omgeving positief mee vormgeven. Kinderen hebben het recht om te participeren én moeten daarom mee kunnen werken aan een samenleving die kinderrechten respecteert en waar nodig verdedigt.
Ontwikkelingseducatie wordt ook door UNICEF op internationaal niveau meer en meer naar voren geschoven:
“Ontwikkelingseducatie houdt een reeks activiteiten in die als doel hebben waarden zoals mondiale solidariteit, vrede, tolerantie, sociale rechtvaardigheid en milieubewustzijn bij kinderen en jongeren te promoten, die hen voldoende kennis en vaardigheden aanleert om met deze waarden om te gaan, die aanzetten tot veranderingen in hun eigen leven en gemeenschappen en die zowel lokaal als mondiaal Kinderrechten verdedigen.”
3. Waaruit bestaat het pedagogisch aanbod van UNICEF? Hieronder wordt ons pedagogisch aanbod uitgebreid besproken: de lesmap met activiteitenfiches, de educatieve DVD, de werkblaadjes, de themafiches, de gastlessen, de website en een concrete actie met uw klas. 6
U kunt bij ons ook altijd extra informatie en materiaal aanvragen over diverse thema’s: kinderrechten, onderwijs, water, voeding, kindsoldaten, noodsituaties, … De instrumenten die UNICEF aanbiedt om het bewustzijn over kinderrechten te stimuleren zijn: • De lesmap stelt in staat het thema in de klas uit te diepen. Deze lesmap met activiteitenfiches en achtergrondinformatie, en een educatieve DVD ondersteunen de leerkracht die met dit thema werkt. Hoe deze materialen aan te vragen is gemakkelijk terug te vinden op onze website www.unicef.be/scholen of via
[email protected] • Er zijn eveneens werkblaadjes voor de leerlingen beschikbaar, in overeenstemming met de activiteitenfiches voor de leerkracht. U kunt de werkblaadjes downloaden op onze website (www.unicef.be/scholen) of aanvragen via
[email protected]. • Een website voor leerlingen van het 3de tot 6de leerjaar reikt extra informatie aan waarmee zij verder kunnen werken. De website voor kinderen (www.unicef.be/kids) is opgevat als een verlengde van het pedagogisch materiaal en kan door leerkrachten gebruikt worden om leerlingen de campagne verder te laten ontdekken. • Vier keer per jaar worden er themafiches uitgebracht die enkele grote thema’s rond kinderrechten op maat van de leerlingen uitleggen. Ideaal om te gebruiken voor spreekbeurten of opsteloefeningen. De fiches worden automatisch toegestuurd voor uw leerlingen, als u ingeschreven bent als wereldklas. U kunt de fiches ook apart aanvragen.
introductie
• UNICEF werkt met een team van educatieve vrijwilligers. U kunt een beroep doen op hen voor gastlessen en animaties in uw klas, voor de organisatie van een actie met uw leerlingen, ...
ACHTERGROND INFORMATIE
In het tweede deel vindt u activiteitenfiches voor in de klas. Elke activiteitenfiche is gelinkt aan een uitdaging voor onderwijs op het platteland in India. En bij elke activiteitenfiche hoort een fragment uit de DVD in bijlage. Er zijn eveneens werkblaadjes voor de leerlingen beschikbaar, in overeenstemming met de activiteitenfiches voor de leerkracht. Deze 3 instrumenten
(activiteitenfiches, DVD en werkblaadjes) kunnen dus samen gebruikt worden. • U kunt de werkblaadjes downloaden op onze website (www.unicef.be/scholen) of aanvragen via
[email protected]. • De activiteitenfiches zijn opgesplitst in leerdoelen, materiaal (tekst, getuigenis of dvd) en verloop.
• Met een concrete actie om kinderen hun engagement voor een betere toekomst voor alle kinderen ter wereld te laten uiten. Wij noemen dit de ‘Dag voor Verandering’ en doen suggesties, maar u vult dit samen met uw klas zelf in en u kunt hiervoor ook beroep doen op één van onze pedagogische vrijwilligers. Contacteer ons via
[email protected]
Wij zijn nog op zoek naar vrijwilligers om dit team te versterken. Ben je zelf geïnteresseerd of ken je de geknipte persoon in jouw familie of vriendenkring, aarzel niet om ons te contacteren of om onderstaande oproep te verspreiden.
Wil jij de scholenwerking van UNICEF in jouw regio ondersteunen? Sluit je aan bij ons team van educatieve vrijwilligers, en bepaal zelf hoeveel tijd je vrijmaakt om schoolkinderen op een speelse manier vertrouwd te maken met kinderrechten.
ACTIVITEITENFICHES
Het eerste deel van deze lesmap biedt concrete achtergrondinformatie over het recht op onderwijs op het platteland, en meer specifiek in India.
tegenover UNICEF België. Deze aanmelding zorgt ervoor dat leerkrachten ons pedagogisch aanbod toegestuurd krijgen, dat ze gebruik kunnen maken van gratis gastlessen en dat ze met hun klas kunnen deelnemen aan de afsluitende activiteit. Meer informatie:
[email protected]
Contacteer Anneleen Van Kelecom: 02 230 59 70 of
[email protected]. Website: www.unicef.be > vrijwilligers > educatieve vrijwilliger worden Wij zorgen voor de nodige vorming, ondersteuning, pedagogisch materiaal en een vergoeding voor jouw verplaatsing. © UNICEF België/Etienne Musslin
bijlagen
1. Hoe deze lesmap gebruiken?
Leerkrachten die hun leerlingen gebruik willen laten maken van ons aanbod kunnen zich op de website www.unicef.be/scholen aanmelden als ‘Wereldklas’. Dit is volledig gratis en vrijblijvend en houdt bijgevolg geen enkele verbintenis in 7
ACHTERGRONDINFORMATIE
ACHTERGRONDINFORMATIE Elk kind heeft recht op onderwijs. Dit recht moet over de hele wereld gerespecteerd worden. Alle kinderen ter wereld worden met dezelfde rechten geboren. De rechten van het kind staan in het zogenaamde ‘Verdrag inzake de rechten van het kind’. Bijna alle landen ter wereld, ook België en India, hebben beloofd dit verdrag na te leven. Eén van de rechten in kwestie is het recht op onderwijs: dit is één van de belangrijkste kinderrechten! De regeringen hebben bovendien nog een andere overeenkomst ondertekend, waarin wordt beloofd dat alle kinderen ter wereld tegen eind 2015 naar de lagere school kunnen gaan: dat zijn de Millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling.
ACTIVITEITENFICHES
Op dit moment gaan minstens 67 miljoen kinderen niet naar school. Nietschoolgaande kinderen leven vaak in landen met zeer lage inkomens. Er zijn verschillende redenen waarom kinderen niet naar school gaan. Armoede is nog altijd één van de hoofdoorzaken. Voor veel gezinnen blijft het onderwijs te duur. In de samenleving groeit het besef dat geen enkel kind achter zou mogen blijven. In de komende jaren zal het ‘equity’-programma van UNICEF zich speciaal inspannen om vergeten kinderen zowel in rijke als in arme landen meer kansen te bieden. Investeren in een grotere participatie van kwetsbare kinderen is niet alleen een plicht volgens het KinderrechtenVerdrag, maar komt ook de ontwikkeling van de samenleving ten goede. Het pedagogisch aanbod van het jaar 2011-2012 ging over het recht op onderwijs in noodsituaties. We hebben u het thema ‘Leren (over)leven’ voorgesteld en onze pedagogische instrumenten op drie partnerlanden toegespitst: Haïti, Congo en Burundi.
bijlagen
Wij stellen u hierbij graag het tweede deel van deze campagne voor: recht op onderwijs op het platteland, en besteden in ons pedagogisch aanbod voor 20122013 aandacht aan het land India. India werd, net als Burundi, de Democratische Republiek Congo en Haïti uitgekozen als ‘partnerland’ van UNICEF België, om onderwijsprojecten te steunen in het kader van haar programma 2011-2013. India is een onmetelijk land met 447 miljoen kinderen! 8 miljoen van hen gaan niet naar de lagere school, en in de meest afgelegen gebieden hebben kinderen het erg moeilijk om te leren lezen, schrijven en rekenen… We zullen samen zien hoe UNICEF stap voor stap de school dichter bij deze kinderen probeert te brengen.
OPGELET: bij deze lesmap hoort een dvd gelinkt aan de activiteitenfiches voor in uw klas. Neem contact met ons op om deze dvd gratis en vrijblijvend te ontvangen, als perfecte introductie bij deze lesmap
8 © UNICEF/NYHQ2005-0458/Vitale
9
1. UNICEF: een korte voorstelling
• Doet UNICEF België aan pleidooiwerk voor de kinderrechten in België en in de wereld bij politieke leiders en het grote publiek. • Werft UNICEF België fondsen (via mailings, legaten, speciale evenementen, partnerschappen met bedrijven, enz.).
Recht op onderwijs… … in het kinderrechtenverdrag Wat zegt het Kinderrechtenverdrag over het recht op onderwijs? Artikel 28 en 29 handelen rechtstreeks over het recht op onderwijs. Doorheen het Kinderrechtenverdrag zijn er nog verwijzingen naar educatie en het recht op onderwijs terug te vinden. Bijvoorbeeld in artikel 2 wordt er duidelijk aangehaald dat de rechten gelden voor alle kinderen en dus dat onderwijs ook toegankelijk moet zijn voor iedereen los van geloof, etnische afkomst,…! Artikel 3 benadrukt dat bij alle maatregelen voor kinderen het belang van het kind altijd de eerste overweging dient te zijn. Dus ook met betrekking tot onderwijs is het noodzakelijk dat bij alle aspecten het belang van het kind vooropgesteld wordt. Het belang van onderwijs voor de ontwikkeling van een kind is voldoende aangetoond. In artikel 6 wordt erop gewezen dat ondertekenaars van het Verdrag de ontwikkeling van een kind optimaal moeten waarborgen.
Onze visie?
Een wereld geschikt voor alle kinderen en respectvol voor hun rechten. Onze missie?
Aandacht en financiële steun stimuleren bij het grote publiek, de bedrijven en de overheden in België voor kinderen en hun rechten en voor de programma’s van UNICEF.
© UNICEF/INDA2011-00010/Halle’n
10
2.1. In het kinderrechten verdrag en de milleniumdoelstellingen
ACHTERGRONDINFORMATIE
• Informeert UNICEF België het brede publiek over de situatie van vrouwen en kinderen in ontwikkelingslanden en over de acties van UNICEF.
geeft aan echt graag naar school te gaan. Onderzoek heeft ook aangetoond dat er een duidelijke link is tussen het welbevinden op school en probleemgedrag, spijbelen en uitval. Het economische, sociale en culturele kapitaal van een bepaald gezin bepaalt in erg grote mate de opleiding van de kinderen. Van de start van hun schoolcarrière tot aan de arbeidsmarkt profiteren leerlingen uit kansarmere milieus minder van het kwaliteitsvolle onderwijs. Meer informatie over het werk van UNICEF België hieromtrent vindt u op het einde van de activiteitenfiche 6.
Ook voor België is er nog werk aan de winkel. Voor de Vlaamse, Franse en Duitse gemeenschap is onderwijs de grootste overheidsuitgave. Hoewel België één van de beste onderwijssystemen ter wereld heeft, zijn er toch nog enkele grote uitdagingen. Vlaamse jongeren voelen zich matig goed op school (hoewel het onderzoek enkel werd afgenomen in Vlaanderen, zijn er geen tekenen dat de situatie in andere delen van België beter zou zijn). Slechts 15 à 20%
Kinderrechtenverdrag Artikel 28: Ieder kind heeft recht op kwaliteitsvol gratis onderwijs. Kinderen moeten aangemoedigd worden om hun studies verder te zetten volgens hun capaciteiten. Artikel 29:
ACTIVITEITENFICHES
UNICEF België vertegenwoordigt UNICEF in België. Het is één van de 36 Nationale Comités voor UNICEF. UNICEF België is een stichting van openbaar nut en is actief in de drie gemeenschappen in België. De stichting heeft een raad van bestuur en beschikt over een eigen budget, waardoor de organisatie autonoom kan functioneren binnen de grenzen van het erkenningsakkoord dat werd afgesloten met UNICEF.
Om zijn missie te vervullen:
Meer algemene informatie over het recht op onderwijs in het Kinderrechtenverdrag en in de Millenniumdoelstellingen, en over onderwijs in de programma’s van UNICEF, kan u aanvragen via
[email protected]. Nu spitsen wij ons toe op het recht op onderwijs op het platteland.
Onderwijs moet kinderen de mogelijkheid geven hun talenten te ontwikkelen en moet kinderen leren opgroeien in vrede, milieubewust en met respect voor de ander.
… in de Millenniumontwikkelingsdoelen In de 8 millenniumontwikkelingsdoelen (MOD’s) kan er een duidelijke link getrokken worden met onderwijs. MOD 2 en 3 gaan expliciet over de toegang tot onderwijs voor jongens én meisjes.
Toegang tot basisonderwijs… dat spreekt voor zich Op 10 jaar tijd gingen 37 miljoen kinderen meer naar de lagere school. Toch is het nu meer dan ooit belangrijk nog meer aandacht te besteden aan het verzekeren van de toegang tot lager onderwijs, vermits de economische en financiële crisissen deze evolutie tot een
bijlagen
UNICEF, het Kinderfonds van de Verenigde Naties, zag het daglicht in 1946. UNICEF is op dit moment aanwezig in 156 landen en gebieden om kinderen en hun rechten te verdedigen. Leidraad bij het werk van UNICEF is het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind. UNICEF wordt volledig gefinancierd door vrijwillige bijdragen van particulieren, bedrijven, stichtingen en overheden.
2. Recht op onderwijs
11
2.2. Waarom is onderwijs voor UNiCEF belangrijk?
Educatie is het beste middel tegen armoede en honger! Onderwijs voorziet mensen van de kennis en vaardigheden die ze nodig hebben om een beter leven op te bouwen. Het verhoogt de productiviteit en opent deuren naar jobs en kredietverstrekking.
Onderwijs ondersteunt gendergelijkheid en de emancipatie van vrouwen Jonge vrouwen hebben nog steeds minder toegang tot onderwijs. Hierdoor zijn ze vatbaarder voor uitbuiting. Onderwijs heeft een impact op het inkomen van de vrouw, op het aantal kinderen dat ze krijgt en de onderwijsloopbaan van die kinderen.
Rechtstreeks verband tussen scholingsgraad en kindersterfte Kinderen van moeders die secundair onderwijs gevolgd hebben, hebben dubbel zoveel overlevingskansen voor hun 5de verjaardag, als kinderen van moeders die geen onderwijs genoten hebben. Kinderen wiens moeder onderwijs genoten heeft, zijn vaker gevaccineerd en hebben minder risico op ondervoeding.
Vrouwen die onderwijs genoten hebben, zullen langer wachten met het baren van kinderen en sneller professionele medische hulp zoeken.
Onderwijs doet het aantal HIV/ Aids, malaria en andere levensbedreigende ziektes afnemen: Onderwijs zorgt voor een grotere toegang tot behandelingen, sensibiliseert en vermindert taboes en stigma’s. 90% van de met HIV besmette kinderen overlijdt voor ze de schoolleeftijd bereikt hebben, indien ze geen antiretrovirale behandeling krijgen. HIV/Aids is verantwoordelijk voor 77% van het lerarentekort in landen getroffen door hoge hiv besmettingen.
Educatie ondersteunt het belang van duurzame ontwikkeling: Onderwijs stelt mensen in staat geïnformeerde beslissingen te nemen die op lange termijn minder schade opleveren. Onderwijs over duurzame ontwikkeling is noodzakelijk om de nodige veranderingen in waarden en attitudes te bereiken. De gevolgen van de klimaatverandering zorgen in heel wat landen voor een beperkte toegang tot onderwijs. Meisjes spenderen 15 uur per week aan het halen van water voor het gezin. Voor velen is er daardoor geen tijd meer om naar school te gaan. Wanneer inkomens dalen door klimaatveranderingen, zullen kinderen meer moeten werken om voor het gezin te zorgen.
Onderwijs is nodig om een globale samenwerking voor ontwikkeling te bereiken Hoewel de focus in de eerste 7 doelen ligt bij lage inkomens landen, is doel 8 specifiek gericht op de rijke landen om voldoende aandacht te blijven hebben voor hun aandeel in ontwikkeling door een bijdrage aan onderwijs in het Zuiden.
ACHTERGRONDINFORMATIE
Onderwijs bevordert moedergezondheid
In het algemeen is er sprake van 4 grote aandachtspunten voor UNICEF: 1. Voorschoolse opvoeding is essentieel voor de latere ontwikkeling van een kind. Kinderen die voorschoolse opvoeding hebben genoten hebben 10 tot 20% meer kans om de lagere school succesvol te beëindigen. Het is efficiënter om achterstelling te voorkomen in plaats van deze recht te trekken. Investeringen in voorschoolse opvoeding hebben de hoogste economische return in een samenleving.
ACTIVITEITENFICHES
halt zouden kunnen brengen. 67 miljoen kinderen gaan nog steeds niet naar school en velen vallen voor het einde van de lagere school uit zonder voldoende vaardigheden. Ongelijkheden te wijten aan armoede, gender, etniciteit, taal en plaats zijn nog steeds de grootste obstakels voor een universele toegang tot basisonderwijs. De toename van het aantal kinderen in de lagere school loopt spijtig genoeg ook niet altijd gelijk met de kwaliteit van het onderwijs. De andere MOD’s hebben ook een een duidelijke link met onderwijs.
2. Onderwijs is essentieel voor de ontwikkeling van een samenleving. Zonder onderwijs kan de vicieuze cirkel van onwetendheid en armoede niet doorbroken worden. 3. Kinderen haken vroegtijdig af indien het onderwijs niet kwaliteitsvol is. Kwaliteit is nodig om een blijvende impact te hebben op ontwikkeling en verbeterde levenskansen van kinderen. Het levert eveneens een hoger economische return.
bijlagen
© UNICEF/INDA2009-00439/Sampson
Onderwijs staat sinds de jaren 60 centraal in de werking van UNICEF. Het is wereldwijd het tweede belangrijkste programma in termen van investeringen op het terrein door UNICEF. De programma’s zijn gelinkt aan programma’s rond gezondheidszorg; water, hygiëne en sanitatie (WaSH); aidspreventie, bescherming en kinderrechteducatie. Onderwijs is immers essentieel in de aanpak van andere problemen en deze beïnvloeden op zich de onderwijskansen.
4. Kinderen lopen tijdens crisissituaties best geen leerachterstand op omdat deze bijna nooit meer kan ingehaald worden (meer info zie onderdeel onderwijs in noodsituaties).
12
13 © UNICEF/INDA2010-00062/Crouch
Momenteel zijn 67 miljoen kinderen uitgesloten van onderwijs , drie vierde van hen leeft in Sub-Sahara Afrika en in Zuid- en West-Azië. De belangrijkste redenen van die uitsluiting zijn armoede, gender, handicap, HIV, minderheidstaal, inheemse afkomst, woonplaats (platteland, sloppenwijken, conflict- of rampgebied).
De jongste tien jaar is er snelle vooruitgang geboekt in de richting van universeel basisonderwijs (terwijl er in 2000 nog 106 miljoen kinderen niet naar school gingen, zijn er dat nu 67 miljoen). Sommige van de armste landen ter wereld zijn er spectaculair op vooruitgegaan. Toch zijn er nog steeds miljoenen kinderen die niet naar school gaan en daarnaast nog miljoenen kinderen die hun basisschool niet afmaken. Armoede verklaart niet alles, er zijn ook andere belemmeringen, in verband met het geslacht van de kinderen, de groep waartoe ze behoren (etnische of taalkundige minderheid, inheemse groep, lagere kaste), hun woonplaats (sloppenwijken, afgelegen plattelands- of conflict- of rampgebied). Handicap en aids verhogen voorts de marginalisatie in het onderwijs.
De plattelandsbevolking is echter niet homogeen. Er zijn grote verschillen op het gebied van cultuur, hulpbronnen en sociale organisatie. De plattelandsbevolking heeft weinig economische middelen en de werkgelegenheid is beperkt. De toegang tot basisdiensten (gezondheid, onderwijs) is eveneens beperkt. De plattelandsbevolking heeft weinig inspraak op het vlak van politiek - vooral arme bevolkingsgroepen - zelfs al vormen ze in sommige ontwikkelingslanden de meerderheid en spelen ze een vitale rol in de milieubescherming en de voedselzekerheid.
De bevolking op het platteland maakt bijna 3/4de uit van de armen op onze planeet. In 2011 vertegenwoordigde de plattelandsbevolking 71% van de bevolking van de minst ontwikkelde landen (waaronder Burkina Faso, Laos, Haïti, …) en 55% van de bevolking van minder ontwikkelde regio’s (bijvoorbeeld West-Afrika) tegenover 25% in ontwikkelde regio’s. Ondanks alle wereldwijde inspanningen heeft de plattelandsbevolking een grote achterstand in scholingsgraad. Het lage onderwijsniveau is tegelijk oorzaak en gevolg van de plattelandsarmoede.
ACHTERGRONDINFORMATIE
3.1. Rechtvaardigheid en onderwijs
Het platteland bestaat meestal uit dunbevolkte gebieden en ruimtes die vooral bestaan uit bos, gebergte, land- of bosbouwbedrijven, waterlopen of woestijn. Meestal wonen hier vooral landbouwers, nomaden, herders of vissers. Deze bevolkingsgroepen houden zich doorgaans bezig met veeteelt, verwerking en commercialisering van producten en alle diensten in verband met landbouw en visteelt.
3.3. Waarom een campagne voor onderwijs op het platteland?
Plattelandskinderen, vooral in afgelegen gebieden, lopen veel kans om nooit naar school te gaan. Doordat die gebieden dunbevolkt zijn, moeten de kinderen lange afstanden afleggen om naar school te gaan. Tal van plattelandskinderen zijn nog nooit in een school geweest. Dat geldt des te meer als ze arm zijn en van het vrouwelijke geslacht, als ze tot een etnische of taalkundige
ACTIVITEITENFICHES
3. Onderwijs op het platteland
3.2. Het platteland
14
© UNICEF/NYHQ2011-1461/Friedman-Rudovsky
bijlagen
Bovendien wijzen internationale evaluaties nadrukkelijk op hardnekkige problemen in verband met de onderwijskwaliteit die sterk verschilt volgens land en streek. In veel ontwikkelingslanden vertonen de onderwijssystemen grote verschillen tussen de scholen onderling, wat betreft de omvang van de klassen, het beschikbare materiaal, de kwaliteit van de leerkrachten en de schoolgebouwnormen. De ongelijkheid tussen de scholen staat in wisselwerking met andere aspecten zoals inkomen en onderwijsniveau van de ouders, de taal die thuis gesproken wordt en de toegang tot voorschools onderwijs. Als er een nauwe band is tussen het ‘statuut’ van kinderen en hun prestaties, volstaat het niet dat de kwaliteit van het onderwijs verbeterd wordt. In die specifieke gevallen zijn er doelgerichte programma’s nodig om het leerproces te verbeteren voor kinderen die aan hun lot overgelaten zijn.
© UNICEF/NYHQ2010-0432/Cullen
15
Hieronder vindt u een algemene beschrijving van de uitdagingen voor onderwijs op het platteland, die u kan linken aan de 6 concrete uitdagingen in de activiteitenfiches.
A. Toegang tot onderwijs Sommige plattelandsgebieden hebben helemaal geen school. Fysieke afstand is dus een van de hoofdredenen waarom kinderen verstoken blijven van onderwijs. In veel plattelandsstreken wonen de armste gezinnen ook het verst van basisdiensten (medische consultatiebureaus, ziekenhuizen, scholen). De grote afstand tussen woonplaats en school is vaak de doorslaggevende factor waarom kwetsbare groepen niet naar school gaan. Indiase kinderen uit stammen in afgelegen streken behoren in het hele subcontinent tot diegenen die het verst moeten lopen om op school te geraken. De afstand is vaak groter in afgelegen gebieden. Enquêtes in tal van landen wijzen uit dat de afstand tot de school een doorslaggevende factor is om meisjes thuis te houden. Zelfs als er scholen zijn, zijn er andere economische en sociale uitdagingen waardoor kinderen niet naar school gaan. Voor gezinnen die de inkomsten of de hulp van hun kinderen thuis, op het veld of elders nodig hebben, vormen de schoolkosten een grote hinderpaal. Er wordt ook gewezen op gendergebonden uitdagingen. Sommige tradities staan positiever tegenover onderwijs voor jongens en onderschatten het belang van onderwijs voor meisjes. In sommige landen staan juridische aspecten de toegang tot het onderwijs in de weg voor kinderen zonder geboortebewijs. 16
ACHTERGRONDINFORMATIE
3.4. De uitdagingen voor onderwijs op het platteland
B. De onderwijskwaliteit De inhoud van het onderwijsprogramma en de schoolperceptie kunnen een andere belangrijke reden zijn waarom plattelandskinderen niet naar school gaan. In de meeste ontwikkelingslanden is het onderwijsprogramma een eenheidsconcept waarin soms elementen zitten die ‘strijdig’ zijn met de plaatselijke gewoontes en plattelandstradities. Bovendien zien de kinderen en hun ouders niet altijd het nut in van de school, omdat de leerinhoud vaak erg ver afstaat van hun levenservaring en hun behoeften. De taal op school werkt die geringe belangstelling verder in de hand, zeker als op school een andere taal gebruikt wordt dan thuis. Ook voor de plaatselijke leerkrachten is het moeilijk om les te geven in een taal die ze niet volledig beheersen. Een andere belangrijke factor van onderwijskwaliteit is de gezinsomgeving. Heel wat kinderen op het platteland worden intellectueel niet gestimuleerd voor ze naar de basisschool gaan (er is heel weinig of geen toegang tot voorschools onderwijs). Kinderen uit gemeenschappen die thuis een andere taal spreken dan de voertaal op school hebben een bijkomend probleem. Door de lange afstand tussen school en woonplaats, de karweien die kinderen buiten school moeten opknappen en de slechte voeding eist ook vermoeidheid zijn tol, wat het onderwijs van kinderen op het platteland extra bemoeilijkt. De kwaliteit van de leerkrachten, het lesmateriaal en de uitrusting vormt een ander struikelblok. Leerkrachten op het platteland zijn vaak laag opgeleid, krijgen weinig toezicht of ondersteuning en een laag loon. Vaak tellen de klassen te veel leerlingen, zijn er grote leeftijdsverschillen tussen de kinderen en zijn de klassen slecht uitgerust. Leerkrachten uit stedelijke gebieden voelen er vaak weinig voor om op het platteland les te geven. Veel leerkrachten op het platteland zijn bovendien vaak afwezig, vanwege een slechte gezondheid en een lage verloning. Een ander probleem is het aantal aan hiv/aids overleden leerkrachten. Ook het gebrek aan lesmateriaal (handboeken, potloden, bord, …) vormt een probleem. Ten slotte laten de
© UNICEF/NYHQ2009-0913/Sokol
voorzieningen in plattelandsscholen vaak te wensen over wat ventilatie, verlichting, water en sanitatie (geen aparte toiletten) betreft en verkeren de gebouwen dikwijls in slechte staat.
3.5. Acties van UNICEF • De klassen dichter bij achtergestelde kinderen brengen, en gebruik maken van lokale multimediacentra en ICT voor afstandsleren. • Onderwijssteun voor de meest arme en kwetsbare groepen (beurzen, gratis uniform, kwijtschelding van schoolkosten, schoolboeken, …) • Aanpassing van de scholen aan de plaatselijke culturele context (analyse van culturele waarden die een rem zetten op de onderwijsmogelijkheden voor de meest achtergestelden, met inschakeling van programma’s zoals voedselrantsoenen om mee te nemen naar huis, lokale kinderopvang, …)
ACTIVITEITENFICHES
De ouders van kinderen in plattelandsgebieden zijn bovendien minder ontwikkeld en de traditionele cultuur staat niet altijd gunstig tegenover onderwijs. Ten slotte vormen plattelandsgebieden – vooral afgelegen gebieden – zelden een prioriteit voor de regeringen, die dan ook niet in staat zijn om in die gebieden nieuwe scholen te bouwen en goede leerkrachten aan te trekken.
Ten slotte kunnen noodsituaties (conflicten en natuurrampen) in plattelandsgebieden het onderwijssysteem ontwrichten en het moeilijk maken om regelmatig naar school te gaan. De twee hoofdoorzaken waarom kinderen in Sub-Sahara Afrika in de jaren 1990 niet naar school gingen, waren gewapende conflicten die vooral in plattelandsgebieden duizenden mensen uit hun omgeving verdreven, en hiv/aids, waardoor het aantal leerkrachten daalde en duizenden kinderen wees werden.
• Een tweede kans geven aan kinderen die nooit naar school zijn gegaan (rationalisering van schoolprogramma’s om ze toe te spitsen op de belangrijkste prioriteiten, basisinhoud combineren met lokale knowhow door communautaire, menselijke of materiële hulpbronnen aan te boren om actief leren te bevorderen, ...) •L eerkrachten aanstellen in afgelegen gebieden (leerkrachten betere inkomsten of stimuli aanbieden, vooral in plattelandsgebieden, en leerkrachten in afgelegen plattelandsgebieden meer erkenning geven, ...) • Ontwikkelen van innovatieve ondersteuningssystemen op school- en gemeenschapsniveau (scholen die een adequaat programma aanbieden in talen die rekening houden met etnische minderheden, scholen die rekening houden met de cultuur en de kalender van nomaden, …)
bijlagen
minderheid of tot een lagere kaste behoren, een handicap hebben of besmet zijn met hiv. Onder de schoolgaande kinderen zijn er veel die de lagere school niet afmaken en als ze daar wel in slagen gebeurt het vaak dat ze toch nog niet kunnen lezen of schrijven. Plattelandscholen zijn vaak minder goed uitgerust, de leerkrachten slecht opgeleid en onderbetaald.
17
1. overleving en ontwikkeling van het kind 2. kleuter-en basisonderwijs en gendergelijkheid 3. bescherming van het kind tegen geweld 4. HIV/aids en kinderen 5. p leidooiwerk en partnerschappen voor kinderrechten 6. noodhulp aan kinderen. In India ontwikkelt UNICEF deze prioriteiten met volgende accenten: • Onhoudbare sociale tweedeling De Indiase bevolking zit gevangen tussen een democratische grondwet en een archaïsch sociaal systeem, tussen een snel groeiende economie en structurele onderontwikkeling. Het land moet dringend diegenen die bij het economische wonder uit de boot zijn gevallen, aan boord hijsen. • Inclusieve groei Alleen de elite - 10% van de bevolking – heeft in India geprofiteerd van de nieuwe rijkdom. De economische groei moet alle Indiërs ten goede komen. Ze moet de ongelijkheid helpen uitroeien en de inspanningen voor eerlijke en duurzame ontwikkeling ondersteunen. • Nergens ter wereld meer kinderen dan in India India telt 447 miljoen kinderen, en die moeten centraal staan in het ontwikkelingsbeleid. Dat is de grote uitdaging én de sleutel voor de toekomst van dit land, waar elk jaar 27 miljoen kinderen geboren worden! • Over mensen en cijfers UNICEF is het VN-agentschap met het grootst aantal kantoren in India. Medewerkers en vrijwilligers gaan er een uitdaging aan op uitzonderlijke schaal, naar het evenbeeld van dit immense land dat, na China, het grootste bevolkingsaantal ter wereld heeft en kampt met de meest schrijnende ongelijkheid. • Milleniumdoelstellingen in India, een spiegel voor de wereld India, met 1/5 van de wereldbevolking op zijn grondgebied, is de voornaamste indicator voor menselijke ontwikkeling. De wereld haalt de Milleniumontwikkelingsdoelstellingen alleen als ook India daar in slaagt.
• Kinderrechten in India Kinderarbeid, kindhuwelijken en kinderhandel zijn schendingen van de kinderrechten die in India verboden zijn of gereglementeerd door de wet. Op het terrein zijn kinderen door traditionele gebruiken en vooral door de armoede echter dagelijks het slachtoffer van uitbuiting en van misbruik. • Onderwijs Dankzij de schoolplicht en het gratis basisonderwijs heeft India een grote sprong voorwaarts gemaakt. Maar 8 miljoen kinderen tussen 6 en 14 jaar gaan nog altijd niet naar school. En er haken nog altijd veel kinderen af door de armoede. • Gendergelijkheid De grote paradox van dit land: vrouwen kunnen er eerste minister zijn, maar ze zijn ook het eerste slachtoffer van discriminatie. Net als aan de lagere kasten en de traditionele stammen gaat de economische groei ook aan hen voorbij. Terwijl vrouwen een essentiële hefboom voor ontwikkeling zijn.
HET ANTWOORD VAN UNICEF
• Elk jaar haken 8 miljoen kinderen af op school. • Vooral kinderen uit de stammen en de lagere kasten, van wie de rechten nog altijd geschonden worden, haken af. • Er zijn nog altijd verschillen tussen meisjes en jongens, tussen steden en het platteland en tussen de deelstaten. • De regel is 1 leerkracht per 30 leerlingen; in de feiten gaat het om 1 leerkracht per 34, en zelfs 61 in sommige deelstaten zoals Bengalen, Madhya Pradesh of Jharkhand. • Aan het einde van de lagere school kunnen en kennen de kinderen te weinig. • Leerkrachten willen niet gaan werken in te arme of ver afgelegen gebieden. • Migrantenkinderen veranderen te vaak van school of haken af om te gaan werken. • Meisjes stoppen vaker dan jongens met school. • Kinderen die het dialect van hun stam spreken worden gediscrimineerd in het licht van de dominante onderwijstaal. • De alfabetiseringsgraad bij de stammen is de laagste van het land: 34,8%. • De kwaliteit van het onderwijs is pover. • Er is geen enkel beleid om acties voor kleuteronderwijs te ondersteunen
• Opleiding van leerkrachten en van hun opleiders - 66.000 per jaar. • Een mobilisatiecampagne «Recht op onderwijs, neem het woord», via de sociale en digitale media. • Systematische acties voor de minstbedeelde en afgelegen bevolkingsgroepen en voor meisjes. • Meertalig onderwijs aanmoedigen door cursussen te organiseren voor leerlingen en bijscholingen voor leerkrachten. • Zorgen voor pedagogische steun voor de minstbedeelde kinderen. • Genderongelijkheid bestrijden. • De toegang tot water, sanitatie en hygiëne in alle scholen verbeteren. • Gratis schoolmaaltijden voor alle leerlingen - 470.000 scholieren genieten nu van deze aanmoedigingsmaatregel voor de allerarmsten. • Het nationale beleid versterken en de hervorming van de lesprogramma’s sturen. • Het concept van de «Kindvriendelijke scholen» maximaal uitbreiden - het gaat om 470.000 scholen voor 3.100.000 kinderen. • Het pleidooi voor een georganiseerd en wettelijk onderbouwd kleuteronderwijs en voor de veralgemening van het middelbaar onderwijs verstevigen. • Sport als een instrument voor ontwikkeling stimuleren. • De kinderen opsporen die nog niet naar school gaan, ervoor zorgen dat ook zij een plek op de schoolbanken krijgen en ijveren voor scholen die aangepast zijn om hen als leerlingen te verwelkomen.
• Bescherming In India ben je maar beter volwassen, rijk en stedeling als je veilig wilt zijn. Er is dringend nood aan bescherming voor alle kinderen, ook de meest geïsoleerde, de uitgebuite, de arme en de onzichtbare. Hun recht op een veilige kindertijd moet gerespecteerd worden. • Noodsituaties Meer dan 80% van het land is risicogebied bij natuurrampen. In alle noodsituaties zijn kinderen het eerste slachtoffer. UNICEF bekommert zich om de preventie, voorbereiding en interventie. UNICEF doet dit samen met de lokale gemeenschap en gericht op de meest kwetsbare bevolkingsgroepen.
bijlagen
UNICEF werkt rond volgende prioriteiten om alle kinderen ter wereld te betrekken in een proces van duurzame ontwikkeling:
DE SITUATIE
ACHTERGRONDINFORMATIE
4.1 De prioriteiten van UNICEF in India
4.2 Uitdagingen voor onderwijs op het platteland in India
ACTIVITEITENFICHES
4. Hoe is het gesteld met onderwijs op het platteland in India?
Als u meer wilt weten over de UNICEF-programma’s in India, bestel dan gratis onze brochure ‘Indiase Kinderen: Tussen Groei En Onderontwikkeling’ op
[email protected]
18
19 © UNICEF/INDA2009-00551/Purushotham
© UNICEF/NYHQ2006-1895/Pietrasik
190 miljoen kinderen tussen 6 en 14 jaar gaan voortaan gratis en verplicht naar school. Dit is nog maar een begin. 2010 was een historisch jaar voor kinderen in India. Een nieuwe wet op het gratis en verplicht basisonderwijs en op deelname aan en voltooiing van het basisonderwijs zette voor hen de deuren open naar kennis, alfabetisering en socialisatie. De nationale overheid is gaan beseffen dat investeren in onderwijs noodzakelijk is om het land te ontwikkelen en de armoede te bestrijden. Gedaan met zwoegen op de katoenvelden voor de armsten. Gedaan met de uitbuiting en de misbruiken, de huishoudelijke karweien en het corvee van water dragen voor meisjes, en de metallurgiefabrieken voor jongens. Gedaan met bedelen. Een jaar na de toepassing van de wet is deze droom nog niet helemaal werkelijkheid, maar de vooruitgang in het lager onderwijs is indrukwekkend. 190 miljoen kinderen tussen 6 en 14 jaar kunnen voortaan naar het basisonderwijs. De nationale wetgeving bevat extra voorzieningen voor uitgesloten
Zo krijgen ze de smaak van het leren te pakken. Er zijn ook pilootprojecten in de sloppenwijken waar consultants, samen met de ngo’s, de overheid en de privésector, programma’s voor «schoolprestaties» uitwerken, en waar scholen, door de bekwaamheid van de leerkrachten te versterken en de kwaliteit van de leerstof op te krikken, kinderen aantrekken die anders gedoemd waren om te gaan werken of uitgebuit te worden. Tests met de
UNICEF organiseert ook «zomerkampen voor onderwijs» om jongeren die afgehaakt zijn aan te zetten om terug te keren naar de schoolbanken en jongeren die nog nooit geweest zijn, de school binnen te loodsen. Sommigen gaan daarna naar de Kasturba Ghandi Balika Vidyalaya, een programma voor minstbedeelde meisjes uit de lagere kasten en stammen die op internaat gratis onderwijs, een uniform, handboeken, onderdak en voedsel krijgen. Orthopedagogen begeleiden hen zodat ze hun leerachterstand kunnen inhalen en het openbaar examen kunnen afleggen. Deze jongeren krijgen ook les over hun rechten en worden geleidelijk geïntegreerd in het sociale leven. Vaak zijn ze de enigen in hun familie of in hun gemeenschap die studeren; iedereen is trots op hen.
ACHTERGRONDINFORMATIE
Maar India is zo groot dat de sensibilisering en de mobilisatie rond dit idee, hoe evident ze ook lijkt, traag en moeilijk is. Er zijn te weinig financiële middelen en mensen om deze historische wet uit te voeren. De infrastructuur, de leerkrachten en de leerprogramma’s schieten tekort, kwantitatief en kwalitatief; de studieprestaties van de leerlingen zijn middelmatig. Er is een groot verschil tussen scholingsgraad en schoolbezoek: tientallen miljoenen leerlingen haken af voor ze de basiscyclus hebben afgemaakt. Het lager onderwijs wordt niet ondersteund door degelijk kleuteronderwijs, en wordt niet gevolgd door een degelijke middelbare cyclus. Daardoor krijgt de onderwijs- en kenniscultuur onvoldoende voet aan grond bij een bevolking wier eerste zorg is om eten en een dak boven het hoofd te hebben en niet ziek te worden.
De panchayat raj, een vorm van zelfbestuur op dorpsniveau, zijn verantwoordelijk voor onderwijs en worden daarbij ondersteund door specialisten van UNICEF die ambtenaren en leerkrachten bijscholen. De populaire formule «Kindvriendelijke scholen» (zie kader hieronder) wordt toegepast tot in de verste uithoeken van het land om ook kinderen uit de achtergebleven en gemarginaliseerde bevolkingsgroepen te bereiken. Vele nieuwe pedagogische initiatieven en succesvolle pilootprojecten worden herhaald wanneer er voldoende middelen zijn. Zo is het absenteïsme opmerkelijk gedaald in de pilootscholen met een actieve en participatieve onderwijsmethode. Respect voor individuele mogelijkheden, sociale inclusie, peterschap, een leertempo op maat van de leeftijd, enthousiaste leerkrachten en betrokken ouders geven leerlingen opnieuw vertrouwen.
verdeling van tablet computers en toegang tot het internet in scholen op het platteland zijn veelbelovend. Er worden ook cursussen voor de officiële talen georganiseerd buiten de scholen; deze «Tea Gardens» voor kinderen die op het veld werken, stomen hen klaar om onderwijs te volgen in een andere taal dan hun dialect.
Tot slot is de investering in het kleuteronderwijs als fundament voor het onderwijs een prioriteit in het pleidooi van UNICEF. De veralgemening van het middelbaar onderwijs is de volgende grote uitdaging voor India.
ACTIVITEITENFICHES
Dit nationale programma loopt over vijf jaar en legt ook de nadruk op aanwerving, op het leerproces en de noodzakelijke pedagogische hervormingen. Meer dan een miljoen nieuwe en ongeschoolde leerkrachten moeten opgeleid worden, de bekwaamheid van de huidige leerkrachten om kindvriendelijk onderwijs te garanderen moet versterkt worden. Zoals altijd in India mikt men breed om de ongelijkheden te overstijgen en het hele sociale, culturele en economische patchwork dat de Indiase samenleving is, te bereiken. Dit voornemen werd genomen, ook bij de allerhoogste kringen van de macht.
deelde ouders betrekken bij deze comités.
«Kindvriendelijke scholen» De «Kindvriendelijke scholen» hebben overal ter wereld hun nut bewezen op het vlak van onderwijs. Voor UNICEF zijn ze een echte springplank voor ontwikkeling. «Kindvriendelijke scholen» zijn inclusief, veilig en beschermend. Ze streven naar de gelijkheid van meisjes en jongens en naar rechtvaardigheid, ze bevorderen de gezondheid en de hygiënische basisregels die leerlingen hun leven lang van pas zullen komen en die ze doorgeven aan hun families. Er zijn waterpompen om de handen te wassen met zeep en aparte toiletten. Het label «Kindvriendelijke school» staat voor een actieve onderwijsmethode, betrokkenheid van de plaatselijke gemeenschap, voor kwaliteitsvol onderwijs, voltooiing van de schoolcyclus, hiv-/aidspreventie en een gratis schoolmaaltijd ‘s middags.
UNICEF grijpt deze wet aan om de bevolking bewust te maken en te mobiliseren via zijn inclusieve aanpak. Het ontwikkelt strategieën om alle betrokkenen op dit immense werkterrein, dat de sleutel is tot ontwikkeling, mee te krijgen. De wet streeft decentralisatie na; het accent van de acties ligt dan ook op de betrokkenheid van gezinnen en gemeenschappen. Schoolcomités, samengesteld uit de plaatselijke overheid, ouders, leerkrachten en kinderen, moeten het ontwikkelingsplan activeren, de subsidies voor de scholen beheren, en hygiëne en sanitatie op school stimuleren. Het is bekend dat gemeenschappen gemakkelijker de ongelijkheid uit het verleden achter zich laten als ze 50% vrouwen en minstbe-
20
bijlagen
Van de 8,1 miljoen kinderen in India tussen 6 en 13 jaar die niet naar school gaan, komen er 6,7 miljoen van het platteland.
kinderen, kinderen uit minstbedeelde huishoudens, voormalige kindarbeiders, kinderen met een handicap of migrantenkinderen. De wet wil ook de kwaliteit van het onderricht en van het leren verbeteren. UNICEF heeft een groot aandeel in dit succes, niet in het minst door de wet en het bijbehorende programma te ondersteunen dat elke deelstaat verplicht om strategieën uit te werken om de gezinnen te bereiken die «sociaal, economisch, cultureel en geografisch, of omwille van taal, gezondheid, gender of een andere reden» achtergebleven zijn.
21 © UNICEF/NYHQ2009-2164/Pietrasik
bijlagen
ACTIVITEITENFICHES
ACTIVITEITENFICHES
22
23 © UNICEF/Buno Brioni
Uitdaging 1: De afstand
UNICEF België stelt eveneens themafiches ter beschikking als educatieve ondersteuning voor de leerlingen. Om deze te ontvangen meldt u zich vrijblijvend aan als ‘Wereldklas’, zonder verdere verplichting of voorwaarden op www.unicef.be/scholen. De themafiches worden gespreid over het schooljaar en worden opgestuurd voor het aantal leerlingen in uw klas(sen). Op het einde van de dvd (laatste keuzemenu) worden leerkrachten en leerlingen uitgenodigd voor een concrete actie, de zogenaamde ‘Dag voor Verandering’. U vindt hierover meer informatie in de laatste activiteitenfiche van dit hoofdstuk en op www.unicef.be/scholen. Of doe voor deze concrete actie beroep op een educatieve vrijwilliger via UNICEF.
ACHTERGROND VOOR DE LEERKRACHT Het onderwijs en de uitvoering van onderwijsprogramma’s hangt af van de afzonderlijke Indiase staten. Hoewel er een federale wetgeving is, volgen de Staten elk hun eigen aanpak en zijn er verschillen in de onderwijsindicatoren. De nationale norm in India voor de afstand tot aan de school is 1,5 km. Maar in werkelijkheid is dit vaak anders. UNICEF werkt met verschillende instanties samen om de school dichter bij elk kind te brengen. • Op nationaal niveau werkt UNICEF voor haar onderwijsprogramma samen met de regering om kindvriendelijke beleidslijnen uit te tekenen en een werkkader te creëren dat alle kinderen van het land ten goede komt. • UNICEF biedt rechtstreekse ondersteuning aan 15 van de 35 staten en territoria die het laagst scoren op de ontwikkelingsindicatoren voor de uitvoering van het onderwijsbeleid. • In samenwerking met de plaatselijke autoriteiten werkt UNICEF aan de verbetering van de onderwijsprestaties van de scholen en aan een vernieuwende aanpak om het percentage ingeschreven kinderen en het percentage kinderen die de school afmaken te verhogen en ook de leerresultaten doeltreffend te verbeteren. Volgende tabel illustreert de omvang van de uitdaging! Alfabetiseringsgraad, 2011 (Staten en federale territoria)
Aarzel niet om ons te contacteren voor gratis gastlessen en animaties in uw klas. Onze educatieve vrijwilligers begeleiden eveneens een spel over de uitdagingen voor onderwijs op het platteland, en kunnen helpen om een concrete actie met uw leerlingen te organiseren, …
INDIA Jammu 68,7 & Kashmir 83,8
Voorbeelden uit India In de activiteitenfiches maken we regelmatig gebruik van concrete voorbeelden uit de Staat Odisha in India. Deze staat is zeer kenmerkend voor de uitdagingen van UNICEF in India.
Himachal 76,7 Pradesh 79,6 Punjab Uttarakhand 76,6
67,0
Haryana Delhi Sikkim 82,2
67,1
Uttar Pradesh
De Indiase staat Odisha telt meer dan 37 miljoen inwoners en behoort tot de armste staat van het land. Naast de officiële taal, het Odia, zijn er veel verschillende dialecten, zelfs binnen éénzelfde district. Traditioneel hecht de lokale bevolking weinig belang aan onderwijs. In de meest afgelegen gebieden zijn schoolgaande meisjes een uitzondering. 60% van de 600.000 niet-schoolgaande kinderen in Odisha zijn meisjes en slechts 40 à 50% van de kinderen maakt de basisschool af.
79,3
67,6
Madhya Pradesh
Gujarat
Jharkhand 71,0
80,1
Assam
63,8
Meghalaya
Bihar
70,6
Arunachal Pradesh 73,2
69,7
Rajasthan
Voorbeeld: Het onderwijsprogramma in Odisha
ACTIVITEITENFICHES
Deze fiches bieden een keuze aan activiteiten voor de leerlingen in de klas, aansluitend op de educatieve dvd over het recht op onderwijs op het platteland in India. Via het menu van de dvd kan men dieper ingaan op de 6 uitdagingen die het voor kinderen in afgelegen gebieden in India moeilijk maken hun recht op onderwijs ten volle te benutten. Per uitdaging die in de dvd en in de tekst besproken wordt, is er achtergrondinformatie voor de leerkracht en een activiteitenfiche voorzien. De activiteitenfiches zijn opgesplitst in leerdoelen, materiaal (tekst, getuigenis of dvd) en verloop. Voor de leerlingen kan u eveneens bijbehorende werkblaadjes aanvragen.
6 km te voet naar school: een normale afstand in India.
77,1
Nagaland
Manipur 79,8
87,8 Tripura
Mizoram 91,6
West Bengal
Chhattisgarh 73,5 Orissa
Diu (UT)
Daman (UT) 87,1 Dadra & Nagar Haveli Maharashtra 77,7 82,9
67,7
Andhra Pradesh
Goa 87,4
bijlagen
Hoe de activiteitenfiches gebruiken?
Karnataka 75,6
86,5
Pondicherry 93,9 80,3 (UT) Kerala Tamil Nadu
Effective Literacy rate
Andaman Islands(UT) 86,3
National average : 74,0
24
Nicobar Islands(UT)
25
Activiteitenfiche 1:
KINDERRECHTEN 1. Leerdoelen: De leerlingen kunnen… • … uitleggen wat (kinder)rechten zijn. • … verschillende kinderrechten opnoemen. • … uitleggen waarom het recht op onderwijs belangrijk is. • … hun mening geven over situaties die verband houden met kinderrechten.
2. Materiaal: • Bijlage 1: afbeeldingen van kinderrechten voor de leerlingen • Themafiche voor de leerlingen over kinderrechten: verkrijgbaar op aanvraag via
[email protected] • Kies in het menu van de dvd het fragment: ‘Rachana moet lang wandelen’.
3. verloop: © UNICEF België
Afstandsleren met digitale technieken is één van de oplossingen van UNICEF.
«
• Fase 1: lectuur van de getuigenis: «Mijn kindertijd, mijn recht!»
Mijn kindertijd, mijn recht! Dorp Hosnabad Diyara, district Mala, deelstaat Bengalen
De schooldirecties, leerkrachten en plaatselijke gemeenschappen hebben strategieën ontwikkeld om deze problemen te verhelpen. In verschillende scholen heeft UNICEF in samenwerking met de overheid en verschillende partners, clubs opgericht voor onderwijs voor meisjes. In de Meena Manch-clubs worden activiteiten opgezet om niet-schoolgaande meisjes en hun ouders te overtuigen van het nut om naar school te gaan. Die clubs zijn genoemd naar een erg populair personage, Meena (zie illustratie). Het is bijvoorbeeld door de inspanningen van de Meena-clubs dat er nu meer aandacht is voor meisjestoiletten.
26
ACTIVITEITENFICHES
Het gaat vaak om kinderen uit kansarme groepen.
«
• Fase 2: > Bespreek met de leerlingen welke problemen Anita in haar leven ondervindt. > De leerlingen krijgen de tekeningen over de kinderrechten. (zie bijlage): de leerlingen mogen bij elke prent, het bijbehorend recht zoeken. > Bespreek met de leerlingen de kinderrechten waarover het in deze getuigenis gaat. Verschillende rechten komen in de getuigenis aan bod: het recht op bescherming, op gelijke kansen, op onderwijs. > Leg uit hoe UNICEF hierbij helpt. > De leerlingen worden opgedeeld in drie groepjes om een toneeltje te spelen over één van de rechten die Anita worden ontzegd, en als oplossing voor te stellen dat ze weer naar school gaat. Elk groepje komt aan de beurt om het toneeltje op te voeren voor de andere leerlingen, en er wordt gediscussieerd over het recht op onderwijs.
bijlagen
UNICEF en de regering van de staat Odisha hebben een systeem van regelmatige opvolging ingevoerd (www.opepa.in) waarmee het aantal niet-schoolgaande kinderen nauwkeurig kan worden geteld.
© UNICEF/NYHQ1995-0154/Shankar
Voorbeeld: het onderwijsprogramma in Odisha
Enkele honderden mensen zijn samengetroept op het dorpsplein. In het midden staat Anita, 15 jaar, te schreeuwen en te huilen. Twee jongeren spelen de rol van haar ouders die ruzieën over haar gedwongen huwelijk. Uiteindelijk moet de politie tussenbeide komen. Die spelt de stomverbaasde vader van Anita de les: zijn dochter heeft rechten. In het publiek applaudisseert de echte moeder van Anita luid. Anderhalf jaar geleden stond zij te ruzieën met Anita’s vader om te vermijden dat haar dochter gedwongen werd tot een huwelijk met een neef. Ze wilde dat Anita verder naar school kon gaan. De wet die huwelijken voor meisjes onder 18 jaar verbiedt, haalt de gewoontes van vele Indiërs onderuit. Toch vrezen ze nauwelijks de dreiging van een boete of zelfs een gevangenisstraf, want ouders worden zelden vervolgd. Hetzelfde verhaal voor de bruidsschat, die ook verboden is maar nog altijd gebruikelijk is in veel regio’s. Als de vertegenwoordiger van het kinderwelzijnscomité de schadelijke gevolgen van een kindhuwelijk aankaart, beginnen de mensen na te denken. Vooral moeders, die zelf het slachtoffer zijn van die praktijken en die begrijpen dat onderwijs en emancipatie voor hun dochters de oplossing zijn. De vaders volgen vooral als ze zien dat hun dochters, die zij ervaren als een financiële last, ook andere mogelijkheden hebben voor hun toekomst zoals onderwijs, vorming en financiële zelfstandigheid. De sensibiliseringsgroepen die opgeleid zijn door UNICEF en de theatergroep van Anita gaan van dorp tot dorp. Daar waar ze geweest zijn, wijzen meer en meer jongeren huwelijksverzoeken van hun ouders af. Vorig jaar werden 33 kindhuwelijken in het district voorkomen.
27
© UNICEF België
Uitdaging 2: studeren of werken? Elk jaar zijn er in India 8 miljoen kinderen die vroegtijdig school verlaten: de belangrijkste reden is de armoede in hun gezin. ACHTERGROND VOOR DE LEERKRACHT In India zijn er 28 miljoen kinderen van 8 tot 14 jaar aan het werk Werken aan een beschermende omgeving waarin kinderen kunnen opgroeien en zich ontwikkelen met al hun basisrechten: dat is de doelstelling van UNICEF en zijn partners. Er bestaan geen officiële statistieken, maar volgens schattingen zijn 28 miljoen kinderen tussen 5 en 14 jaar aan het werk. Deze cijfers tonen aan dat de overheden dringend maatregelen moeten nemen. India heeft nog altijd geen wettelijke minimumleeftijd waarop kinderen mogen beginnen te werken. Er zijn wel enkele wetten en verordeningen die «gevaarlijk werk» verbieden voor kinderen jonger dan 14 jaar. De modaliteiten verschillen van deelstaat tot deelstaat. 28
In het hele land zijn kinderen actief in de landbouw, ook als het gevaarlijk werk is. Door de snelle verstedelijking, met sloppenwijken aan de rand van grote steden, stijgt de uitbuiting van kinderen onrustwekkend snel. Kinderarbeid en kinderhandel brengen wel een inkomen binnen voor gezinnen, maar dit misbruik ondermijnt de ontwikkeling van kinderen. 17 deelstaten hebben nu een wet op de kinderbescherming; de juridische en politieke kaders worden strenger. Volgens artikel 32 van het Verdrag voor de Rechten van het Kind, dat India geratificeerd heeft, heeft ieder kind recht op bescherming tegen arbeid en economische uitbuiting. Maar het land talmt met het aanpassen van zijn eigen wetgeving. Een uniforme wet die geldt voor het hele land zou nochtans erg nuttig zijn zolang er zulke grote verschillen zijn tussen de deelstaten. Zo is volgens de cijfers in Gujarat 32 % van de kinderen aan het werk, tegenover 3% in Kerala.
Van de katoenvelden naar de schoolbanken Kinderen zijn gemakkelijke werkkrachten: ze werken langer (minimum 12 uur), ze worden minder (of niet) betaald en ze kunnen nergens terecht met hun klachten.
Een voorbeeldprogramma In Uttar Pradesh, waar UNICEF een aantal dorpen steunt in hun strijd tegen kinderarbeid, zijn de resultaten indrukwekkend. Het schoolbezoek is gestegen met 47%, 24.000 kinderen zitten opnieuw op de schoolbanken, 120 alternatieve leercentra hebben de deuren geopend om kinderen die niet naar school gaan te re-integreren. Meer dan 1.000 groepen voor sociale hulp zijn opgericht, zodat arme en plattelandsfamilies hun schulden kunnen afbouwen en de positie van vrouwen werd versterkt. 50% van deze dorpen past nu praktijken toe die de basisontwikkeling stimuleren: vaccinatiegraad van 80%, scholingsgraad van 90%, een hogere huwelijksleeftijd. Het welzijn van kinderen is verbeterd in deze dorpen.
Ze zijn ook een bron van inkomsten voor arme ouders, die hen gebruiken om schulden of medische zorgen te betalen. 20.000 roepie (500 dollar) voor vier jaar op de katoenvelden - maar voor deze kinderen is het de hel,
bijlagen
UNICEF ondersteunt de reïntegratie van kinderen in de klas: een bijdrage voor de schoolkosten en aanpassing van de school aan de behoeften van de kinderen.
In samenwerking met het Ministerie voor de Vrouw en de Ontwikkeling van het Kind, het Ministerie voor Arbeid en de regering is een nationale communicatiestrategie uitgewerkt rond kinderhandel. De toepassing ervan op gemeenschapsniveau is in handen van de UNICEF-kantoren. Er zijn handboeken voor maatschappelijk werkers, rechters en adviseurs. Er is bijscholing voor de magistratuur en de ambtenarij, voor de leden van de kinderwelzijnscomités, de politie en kinderverzorgers, met het oog op de hervorming van het jeugdrecht.
onder de brandende zon, in de walm van de pesticiden en met een opzichter met losse handjes die zijn gezag vaak misbruikt om hen te mishandelen. Steeds vaker komen medewerkers van het programma tegen kinderhandel en kinderarbeid, ondersteund door UNICEF, tussenbeide bij ouders en bij de dorpschef en brengen ze de kinderen weer naar school. Men schat dat er 414.000 kinderen worden uitgebuit op de Indiase katoenvelden.
ACTIVITEITENFICHES
Kinderarbeid is uiteraard gelinkt aan de armoede van gezinnen, aan slechte sociale en economische omstandigheden, aan het gebrek aan basisonderwijs. Maar ook aan het feit dat veel volwassenen geen deftige baan hebben, aan culturele factoren en aan migratie. Het is dus een heuse mozaïek van negatieve factoren. Dat maakt de globale aanpak van UNICEF noodzakelijk. UNICEF wil onderzoeken wat mensen kwetsbaar maakt, om zo die groepen te kunnen bereiken en de sensibilisering te optimaliseren. UNICEF wil ook effectief kinderen uit het arbeidscircuit halen.
+ info, spelletjes en actie op www.unicef.be/kids
29
• Fase 3:
ARMOEDE EN KINDERARBEID 1. Leerdoelen: De leerlingen kunnen… • … uitleggen wat er in het Kinderrechten-Verdrag bedoeld wordt met ‘kinderarbeid’. •… verschillende voorbeelden van kinderarbeid noemen en het onderscheid maken met hun plicht om thuis een handje te helpen. • … uitleggen waarom het recht op onderwijs belangrijk is, tegenover kinderarbeid. • … hun mening geven over kinderrechten en de daarbij horende plichten.
2. Materiaal: • Educatieve dvd: kies in het menu de film ‘Ashu moet werken’. • Ontdekkingsspelen op de website www.unicef.be/kids: kies het land ‘India’. • Themafiche voor de leerlingen over kinderarbeid: beschikbaar vanaf januari 2013. • BIJLAGE 1: voor de leerlingen: afbeeldingen over kinderrechten, bijschriften.
3. Verloop: • Fase 1: bekijk via het dvd-menu de film ‘Ashu moet werken’, waar werkende kinderen tijdens de naamafroeping in een Indiase klas op het appel ontbreken.Wat doen de kinderen? Zien de kinderen die niet op school zitten er gelukkig uit? Waarom? • Fase 2: lezen van de getuigenis: “Onze kindertijd is belangrijk!”
Onze kindertijd is belangrijk!
«
Mukesh, 12 jaar, werkte al jaren 14 uur per dag in de katoenvelden van Gujurat. ’s Avonds kreeg hij een zak bloem om zijn eten klaar te maken – als hij groenten wilde, moest hij die kopen. Opeengepakt met een tiental andere kinderen in een hangar, waar een televisie stond te blèren, huilde hij zich vaak in slaap. ’s Ochtends om 4 uur besproeide hij de gewassen met insecticiden, met een lege maag en zonder masker of andere beschermingskledij. Het lokale jeugdbeschermingscomité van zijn dorp, Dungapur, is erin geslaagd om hem op te sporen en terug naar huis te brengen. Mukesh gaat vandaag terug naar school en is door het dolle heen: «Gedaan met het katoenveld, nu wil ik studeren!»
Stap 1 – info en getuigenissen 1. In groepjes van twee vergelijken de leerlingen het werk dat in de film door de kinderen wordt gedaan, met het werk in bovenstaande schriftelijke getuigenis. Welk werk doen kinderen het meest op het platteland en welk werk doen kinderen het meest in de stad? 2. Bespreek op basis van de dvd het verschil tussen werk of karweitjes die in India door jongens of door meisjes worden gedaan. Geef een aantal voorbeelden. Stap 2 - «enquête» - Vraag de leerlingen een rondvraag te houden in hun klas of school (een leerling ondervraagt bijvoorbeeld drie medeleerlingen). Voorbeeldvragen: > Helpen de andere kinderen thuis een handje? Wat doen ze? > Hoeveel tijd nemen die huishoudelijke taken in beslag? > Doen meisjes andere karweitjes dan jongens? Stap 3 - vergelijken en nadenken > De bevindingen van de leerlingen uit hun rondvraag samenbrengen (stap 1). > Op basis van de resultaten van de rondvraag en de gelezen getuigenissen discussiëren over het verschil tussen 1. werk dat kinderen doen om te overleven 2. ‘werk’ dat erin bestaat thuis een handje te helpen na school. > Bespreken wat UNICEF in India doet om kinderen tegen arbeid te beschermen en om ze weer naar school te laten gaan, op basis van de achtergrondinformatie voor de leerkracht. > Rechten en plichten: neem de afbeeldingen over kinderrechten erbij. Ga voor elk recht na of er voor de leerlingen ook een plicht aan vast zit. Bijvoorbeeld: Recht op onderwijs gaat samen met de taak van de leerling om bij te dragen aan zijn eigen leerproces: naar school gaan, huiswerk maken, lessen leren, …
ACTIVITEITENFICHES
Activiteitenfiche 2:
Pargi, 13 jaar, is vrijwillig gaan werken op de katoenvelden. Tenminste, dat wilde hij proberen. De nieuwe kleren en de grote uurwerken waarmee kinderen uit het dorp pronkten, staken hem de ogen uit. Hij ging dromen van een gsm. Met zijn neef en met vier andere kinderen is hij in een jeep van kinderhandelaars gestapt. Hij heeft het geluk gehad dat ze tijdens hun dolle avontuur werden onderschept door een controlepost die gespecialiseerd is in kinderhandel. Hij werd terug naar huis gebracht en opgevangen door UNICEF. Hij beseft vandaag dat hij geluk heeft gehad en dat de school meer waard is dan alle dure uurwerken samen.
30
bijlagen
«
31 © UNICEF België
Uitdaging 3: Onderwijs in noodsituaties
Activiteitenfiche 3:
ONDERWIJS IN NOODSITUATIES IN INDIA
In noodsituaties is het belangrijk om kwetsbare kinderen via onderwijs een tweede kans te geven. • Bij rampen blijft het in India een uitdaging om de meest kwetsbare kinderen te bereiken. • Jaarlijks worden ongeveer 9 miljoen kinderen van jonger dan vijf jaar getroffen door rampen. • Meer dan 80% van het land is risicogebied! Bij een ramp is het voor UNICEF prioritair om ervoor te zorgen dat de meest getroffen kinderen weer naar school gaan, want de school is de plaats bij uitstek om kinderen te beschermen.
1. Leerdoelen: De leerlingen kunnen… • … onderscheid maken tussen verschillende noodsituaties (natuurramp en/of oorlog). • … uitleggen waarom en hoe noodsituaties een obstakel zijn om naar school te gaan. • … in hun eigen woorden vertellen waarom onderwijs in noodsituaties belangrijk is.
2. Materiaal: • Film:
ACHTERGROND VOOR DE LEERKRACHT
‘Pankaj moet vluchten’ in het menu van de dvd. UNICEF helpt leerlingen die uit conflictsituaties zijn weggevlucht om weer vertrouwen te krijgen. De leerkrachten zijn opgeleid in ‘creatieve therapie’, waardoor leerlingen terug zin krijgen in het leven en gemotiveerd zijn om te leren. • Website voor de leerlingen www.unicef.be/kids, in de zone ‘Info’ (news-item 2) en in het spel ‘Ontdek’(de verschillende landen), vind je meer informatie over hoe kinderen na een ramp terug naar school gaan • Themafiche over ‘kindsoldaten’ voor de leerlingen: op aanvraag gratis verkrijgbaar via
[email protected] • Pedagogisch dossier over het recht op onderwijs in noodsituaties: ‘Leren overleven, project noodschool’, downloadbaar op de website www.unicef.be (zie pedagogische documentatie) of gratis te bestellen via
[email protected]
De capaciteit van overheden en organisaties wordt versterkt om de risico’s voor de meest kwetsbare kinderen en kinderen in noodsituaties te beperken, met specifieke aandacht voor het onderwijs. UNICEF geeft een tweede kans aan kinderen die nog nooit naar school zijn geweest of niet meer naar school kunnen gaan.
ACTIVITEITENFICHES
3. verloop: • Fase 1:
© UNICEF België
> Bekijk de film in het menu van de dvd of laat de leerlingen individueel de themafiche over kindsoldaten lezen. > Bespreek met de klas wat UNICEF doet om kinderen met een oorlogstrauma te helpen. > Verdeel de leerlingen in groepjes: elk groepje bedenkt een sportactiviteit of een creatieve activiteit waardoor een getraumatiseerd kind weer zin kan krijgen om te leren als het opnieuw naar school gaat. • Fase 2:
De staat Odisha wordt elk jaar getroffen door overstromingen. In samenwerking met de overheid zorgt UNICEF ervoor dat de risicogebieden in kaart worden gebracht en dat er in geval van nood hulp geboden wordt. In 2008 werden 3500 dorpen door hevig onweer geteisterd. Dankzij een doeltreffende samenwerking tussen de regering, UNICEF en de andere partners werd er een systeem opgezet om snel te reageren. Op onderwijsgebied werd uitstekend werk geleverd. De website ‘Odisha Disaster Management Authority’ biedt een overzicht van de verschillende preventie- en actiemaatregelen in geval van noodtoestand. Het ‘School Safety Plan’ zit stevig in elkaar. Het schoolpersoneel in risicogebieden wordt opgeleid en stelt in samenwerking met de autoriteiten noodplannen op (zie http://www.osdma.org).
32
Rollenspel: verdeel de klas in twee groepen, afhankelijk van de ideeën die in de kleine groepjes naar boven zijn gekomen. De ene groep verdedigt het belang van sport om leerlingen weer zin te geven om naar school te gaan, de andere groep moet aantonen dat creatieve activiteiten het meest geschikt zijn. • Fase 3: Leg de leerlingen tot slot uit waarom onderwijs in noodsituaties belangrijk is op basis van de volgende krachtlijnen: > Recht op onderwijs is volgens het Kinderrechten-Verdrag een fundamenteel recht, ongeacht de omstandigheden. > Onderwijs biedt het kind individuele hulp (bescherming/geestelijke gezondheid/ cognitieve ontwikkeling/reïntegratie), als de school het kind activiteiten (sport, kunst, …) aanbiedt om de draad terug op te pakken en zich niet door tegenslagen te laten ontmoedigen > Onderwijs biedt de gemeenschap hoop en steun: de kinderen leren een beroep voor de toekomst
bijlagen
Voorbeeld: het onderwijsprogramma in Odisha
33
Uitdaging 4: Over kasten en talen:
ongelijkheid in de klas
Onderzoek toont aan dat bepaalde kasten en stammen in India op alle onderwijsniveau’s achtergesteld blijven.
ACHTERGROND VOOR DE LEERKRACHT
Het archaïsche kastesysteem - verboden, maar nog gebruikelijk - en het systeem van de stammen bestendigen de enorme ongelijkheid in de inkomens en hinderen de herverdeling van de rijkdom. © UNICEF België
UNICEF bevordert meertalig onderwijs en leidt leerkrachten hiervoor op
Slechts 1/3de van de kinderen van Indiase stammen gaat naar school
Binnen de kastes, verbonden door een hogere en een lagere sociale hiërarchie, zijn de onaanraakbaren het kwetsbaarst. Bij de stammen is er minder sprake van hiërarchie, maar wel van identiteit. De criteria van de kastes zijn welomlijnd en bepalen iemands plaats op de sociale ladder. In die mate dat bepaalde groepen die vroeger benadeeld zijn vandaag schadevergoeding eisen. De stammen, op hun beurt, omschrijven zichzelf op basis van verschillende kenmerken die vaak losstaan van elkaar. Grondgebied, taal, raciale typologie, isolement, alfabetiseringsgraad, anciënniteit. Deze «oorspronkelijke bewoners» worden, net als de onaanraakbaren, te vaak gezien als «wilden»; ze zijn verworpen en vergeten. Ondanks de positieve discriminatie die voor hen in de grondwet werd ingeschreven, zijn deze bevolkingsgroepen een sociale onderklasse, zonder toegang tot basisvoorzieningen en uitgesloten van de vruchten van de economische groei. Deze sociale tweedeling is een hinderpaal voor de ontwikkeling van India.
34
UNICEF werkt al lang samen met de overheid van Odisha zodat alle kinderen naar school kunnen gaan. Eén van de grootste uitdagingen voor het onderwijs in Odisha is tegemoet komen aan de verscheidenheid in spreektalen. De leerkrachten zijn opgeleid in de officiële taal (het Odia) en alle schoolboeken zijn geschreven in die taal. Dit is een obstakel voor kinderen die een andere lokale taal spreken. Sinds een paar jaar hebben UNICEF, de scholen en de overheid schoolmateriaal ontwikkeld om in de eerste jaren van het basisonderwijs de lokale taal te combineren met de officiële taal. Er zijn ook programma’s uitgewerkt waarbij kinderen, ouders en leerkrachten van verschillende scholen binnen hun gemeenschap aandacht vragen voor het belang van onderwijs. In traditionele gemeenschappen in Odisha zijn er culturele obstakels om kinderen en vooral meisjes naar school te laten gaan. Eén van de doeltreffendste oplossingen is om die mensen te ondersteunen die al overtuigd zijn van het nut van onderwijs. De hele gemeenschap komt samen op het dorpsplein, waar de kinderen toneeltjes opvoeren over het belang van lezen, schrijven en rekenen. Daarna wordt er gediscussieerd met ouders die er weinig voor voelen om hun dochter(s) naar school te laten gaan. Dankzij deze aanpak nam het aantal inschrijvingen toe.
ACTIVITEITENFICHES
India is het 119de land op 182 landen in de ontwikkelingsindex van het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP): het is een teken dat veel te veel mensen uit de boot vallen bij het economische wonder van India.
Voorbeeld: het onderwijsprogramma in Odisha
bijlagen
De vergeten Indiërs: lagere kasten en stammen
35 © UNICEF België
Activiteitenfiche 4:
EXTRA INFO: Het Vlaams Ministerie van Onderwijs financierde schoolboeken in lokale taal voor India.
• … weten dat Indiase kinderen van hun leeftijd verschillende talen spreken. •… begrijpen dat de Indiase leerlingen van hun leeftijd geen les volgen in hun moedertaal, maar in een tweede of zelfs derde taal.
2. Materiaal: • Tekst: India is een enorm groot land. Het heeft de grootste bevolking (na China) en er zijn enorm veel culturele en geografische verschillen binnen het land zelf. De nationale taal is het Hindi, en de administratieve taal het Engels – een overblijfsel van de Britse overheersing in de koloniale tijd. Het succes van films in het Hindi (Bollywood) heeft bijgedragen tot de verspreiding van het Hindi in de grote steden. Er zijn ongeveer 22 regionale talen, en nog eens 13 talen die geen statuut hebben, en dan zijn er nog afgeleide talen van deze talen. Naast die talen zijn er nog een hele reeks dialecten.
«
• Getuigenis:
«
Goeiendag, ik heet Ichhabati Jhadia. Ik ben 11 jaar oud en woon in een dorpje in Odisha, een staat in India. Ik behoor tot de Paroja-minderheid. De meesten onder ons spreken alleen het Desia, een taal die op school niet wordt onderwezen.
3. verloop:
• De leerkracht vormt vier verschillende groepen, waarvan een aantal kleine groepen en een aantal grote groepen om het verschil aan te tonen tussen officiële talen (die door de meerderheid gesproken worden) en de talen van minderheidsgroepen. • Elke groep vindt een eigen taal uit, een ‘Desia’ zoals in de getuigenis, één zin is genoeg (bijvoorbeeld door de a’s te vervangen door o’s …). •Een afgevaardigde van elke groep komt zijn zin in de gecodeerde taal uitspreken voor de klas. • Vervolgens proberen de andere leerlingen te raden wat er gezegd werd. Wie heeft begrepen wat hij zei? Wie denkt dat hij het heeft begrepen? • De leerkracht stelt de leerlingen verschillende vragen, om hen te doen beseffen dat de ene groep veel groter was dan de andere; dat bepaalde talen door meer leerlingen in de klas begrepen werden dan andere talen. Welke taal werd door de meeste personen begrepen? Als al deze taalgroepen samen in één klas zitten, in welke taal moet de les dan gegeven worden? De leerlingen overleggen en komen tot de conclusie dat de kleinere groepen zich moeten aanpassen aan de taal die wordt gesproken door de meerderheid. • De leerkracht legt de leerlingen uit dat de situatie in India heel sterk lijkt op de situatie die ze zonet ervaren hebben. Stel jullie voor dat de kinderen hun eigen taal spreken. Naast die taal zijn er twee officiële talen (het Hindi en het Engels), die in de klas gesproken worden. De leerkracht spreekt vaak ook nog een andere taal. Wanneer ze dan naar school gaan, moeten de kinderen zich aanpassen aan de officiële talen én de taal van de leerkracht. • Vervolgens stelt de leerkracht de kinderen voor om de situatie in India te vergelijken met die in België, waar er Nederlands, Frans en Duits gesproken wordt; en waar er ook nog veel dialecten bestaan. Wat zijn de gelijkenissen en de verschillen tussen België en India? • Bespreek met de leerlingen hoe moeilijk het soms is om een taal te leren, zoals het Frans of het Engels. In België heben we het al moeilijk om naast onze moedertaal een andere taal te spreken, terwijl Indiase kinderen les moeten volgen in drie talen (plus daarnaast vaak nog hun eigen moedertaal). Er zijn bij ons ook kinderen in de klas die meerder talen spreken of die thuis een andere taal spreken dan op school. Hoe ervaren zij dit?
36
4.2 DE KASTEN 1. Leerdoelen: de leerlingen … • … beseffen dat er samenlevingen zijn die anders in elkaar zitten dan onze samenleving • … kunnen de naam van de kasten verbinden met hun invloed op gelijkheid van kansen • … begrijpen dat een kind het recht heeft om anders te zijn en respect hebben voor de verschillen in de klas
2. Materiaal: • Film:
ACTIVITEITENFICHES
1. Leerdoelen: de leerlingen …
Het was een financiering van 3 jaar van het Ministerie van Onderwijs voor India, Malawi en Mozambique. De financiering is afgelopen in 2011. Er zijn nu in de staat Orissa boeken voor het eerste en tweede leerjaar, die zorgen voor de taalkundige overgang van kinderen uit etnische groepen. De boeken maken gebruik van verhalen van etnische groepen of legendes in de geschreven taal van de staat. De leerlingen hier hebben vaak ook leerkrachten die de volkstaal spreken en bijgevolg ook in staat zijn om hen te helpen. Na de eerste 2 jaar van de lagere school, zijn deze kinderen beter in staat om te spreken, lezen en schrijven in de officiële taal van de staat (Oryia in Orissa). Uiteraard is hiermee niet alles opgelost en kost het meer tijd om alles te veranderen. Maar het proces wordt gestart met een handleiding en vormingen voor de leerkrachten door UNICEF. De staat Orissa zorgt voor de uitvoering op lange termijn. UNICEF heeft een kantoor in deze staat en zorgt voor de opvolging.
Kies in het menu van de dvd, de film ‘Vari is niet welkom’. Een Indiase wet bepaalt dat de basisschool gratis en verplicht is voor alle kinderen. Maar kinderen uit lagere kasten (bevolkingsgroepen die het vuile werk doen, zoals rattenvangers) worden vaak door hun medeleerlingen uitgesloten. Net als hier moeten leerlingen een inspanning doen om andere leerlingen te aanvaarden en te respecteren. • Tekst: De kasten in India Volgens het hindoeïsme (de voornaamste godsdienst in India) is de samenleving opgebouwd uit kasten. Je behoort tot de kaste waarin je bent geboren, en je kan die nooit meer veranderen. Je kaste toont aan hoe ‘rein’ je bent: hoe hoger de kaste, hoe ‘reiner’ en hoe beter. In welke kaste je geboren wordt hangt volgens de Indiërs af van hoe je je in je vorig leven gedragen hebt. Als je een goed leven geleid hebt wordt je in een hogere kaste geboren dan wanneer je een slecht leven geleid hebt. Dat is dan ook de reden waarom mensen uit de hogere kasten meer respect krijgen en waarom er neergekeken wordt op mensen uit een lage kaste. Hoewel het kastensysteem in India officieel in 1950 afgeschaft is, leeft bij de bevolking zelf nog sterk het idee dat mensen tot een bepaalde kaste behoren. Wettelijk gezien mag je mensen uit een lagere kaste dus niet discrimineren, maar in de werkelijkheid gaat het er vaak anders aan toe. Door het kastenstelsel is de situatie van de onaanraakbaren of laagste kaste heel onrechtvaardig. Ze worden als onrein beschouwd, worden door de hogere kasten veracht en kunnen niet opklimmen in de maatschappij.
bijlagen
4.1. talen
37
In het schema kan je zien hoe de kasten zijn ingedeeld: • De brahmanen (de priesters en de geleerden) • De kshatriya’s (de krijgers en de heersers) • De vaishya’s (de handelaars en de boeren) • De shudra’s (diegenen die de andere kasten bedienen, zoals arbeiders). Tot slot zijn er nog die mensen die tot geen enkele kaste behoren, namelijk de dalits of ‘onaanraakbaren’. Zij worden als het meest onrein beschouwd en moeten het werk doen dat niemand anders wil doen. Zij worden dus ook het meest gediscrimineerd.
Brahmanen (priesters)
Kshatriya’s (heersers)
Vaishya’s (handelaars en boeren)
Uitdaging 5: Kwaliteit dankzij een
kindvriendelijke school
In sommige staten in India is er één leerkracht voor 60 leerlingen met verschillende niveau’s, en is de infrastructuur primitief: hoe zit het dan met de kwaliteit? ACHTERGROND VOOR DE LEERKRACHT In deze moeilijke context ijvert UNICEF om de normen voor ‘Kindvriendelijke scholen’ te integreren in de uitvoering van de wet over de schoolplicht. Alle staten zullen een werkkader krijgen over kindvriendelijke scholen om kindgericht onderwijs te garanderen. UNICEF pleit ervoor om in de onderwijsplannen van de staten mechanismen op te nemen om de meest kwetsbare kinderen te beschermen.
Shudra’s (arbeiders)
Dalits
UNICEF leidt per jaar 66.000 leerkrachten op. Doelstelling: lesgeven aan een klas met verschillende niveau’s en leeftijden in een ‘kindvriendelijke school’
3. verloop: • Fase 1: Bekijk de dvd. Stel vragen aan de leerlingen:
ACTIVITEITENFICHES
>W at gebeurde er in de klas? Toen het meisje ging zitten in de klas, deinsden alle andere kinderen achteruit. Het meisje wordt uitgesloten. >D e leerlingen bespreken de houding van de andere leerlingen uit de film: wat gebeurde er in het begin? Op het einde? Wat kunnen ze daaruit besluiten? Kennen ze zulk gedrag op hun school? • Fase 2: Lees de tekst hierboven en leg het verband met het bovengenoemd filmfragment om te bepalen tot welke kaste het meisje behoort op basis van de informatie hierboven De leerlingen begrijpen dat het meisje tot geen enkele kaste behoort, maar tot de groep van de ‘onaanraakbaren’ (“je mag ze niet aanraken”), die een achtergestelde plaats in de samenleving hebben, omdat ze als onrein beschouwd worden. Men noemt ze ook wel paria’s. • Fase 3: Mimespel: de leerlingen brengen een beroep in verband met een kaste en beelden dat beroep voor de andere leerlingen uit. De andere leerlingen moeten raden om welk beroep het gaat, welke kaste hierbij hoort en uitleggen waarom. Doelstelling is de leerlingen te doen begrijpen dat de kaste waartoe een persoon behoort geen vrije keuze is, maar vaststaat bij de geboorte.
bijlagen
De beroepen om uit te beelden: Priester (brahmaan) – straatveger (onaanraakbare) – rattenvanger (onaanraakbare) – bedelaar (onaanraakbare) – slager (onaanraakbare) – koning (kshatriya) – leraar (brahmaan) – verkoper (vaishya) – politieman (kshatriya) – dakwerker (shudra) De conclusie wordt in de volledige klasgroep besproken: iedereen moet de verschillen in de klas aanvaarden en zich respectvol gedragen zonder iemand uit te sluiten.
38
39 © UNICEF België
In 2005 hebben UNICEF en de regering van Odisha samen beslist om een reeks maatregelen in te voeren in het district Koraput. UNICEF bezocht de 700 scholen van het district en met de jaren is de situatie sterk verbeterd. Na een evaluatie werd beslist deze maatregelen over de hele staat Odisha toe te passen.
© UNICEF België
© UNICEF België © © UNICEF UNICEF België België
Een eerste belangrijke maatregel was de schoolgebouwen aangenamer te maken voor de kinderen. De kleine, vaak stoffige klasjes werden opgefrist. Maar het ging om veel meer dan een nieuw laagje verf. Iedereen moest mee aan de slag: de leerkrachten, de pedagogen en zelfs de kinderen. Het resultaat is kleurrijk en aantrekkelijk. De leerkrachten hebben verschillende klashoeken, waar ze rond verschillende thema’s kunnen werken. Ook het gebouw zelf kan gebruikt worden als didactisch materiaal. Op deze foto ziet u bijvoorbeeld hoe een deur wordt gebruikt voor de les driehoeksmeting. De kinderen beginnen vaak op een wat oudere leeftijd aan de school dan voorzien. Wanneer ze voor het eerst naar school gaan, kunnen ze nog niet lezen en schrijven en toch komen ze in het eerste leerjaar terecht. Bovendien hebben veel kinderen een schoolachterstand doordat ze weinig of geen ondersteuning krijgen van hun familie (de ouders zijn vaak analfabeet) of doordat ze in bepaalde periodes niet naar school gaan (omdat ze voor hun broertjes of zusjes moeten zorgen, of op het veld moeten helpen). In samenwerking met de staat en de leerkrachten heeft UNICEF schoolboeken en methodes ontwikkeld voor de leerkrachten om met deze leerlingen van verschillende niveaus in één klas te werken. In dit wiskundeboek staat boven elke oefening een dier afgebeeld. Kinderen van een bepaald niveau mogen de oefeningen maken waar een tijger boven staat, anderen doen alleen de oefeningen die zijn aangeduid met een pauw.
«
• Getuigenis:
Kindvriendelijke scholen in de Indiase staat West-Bengalen Op de lagere school “Nationale Plaats” begint de dag zoals in de meeste basisscholen in het West-Bengaalse district Howrah. De kinderen staan in de rij per leeftijd, klas, grootte, jongens en meisjes apart. De beste leerlingen van het vierde jaar of een leerkracht gaat voorop en leidt de ochtendgebeden. Daarna lopen de jongens en meisjes zeer gedisciplineerd in de rij naar de klas. Als er een bezoeker in de klas komt kijken, staren de leerlingen verlegen naar hun handboek. Ze zijn verlegen om te antwoorden op de gestelde vragen. Op basis van de evaluatie van hun kennis zal vermoedelijk slechts de helft over de nodige kennis beschikken bij het verlaten van de school. De leerlingen van het 1e en het 2e jaar van een school die meedoet aan de test-fase van het Sakriata Bhittik Shikshan-programma (SBS), komen in een heel andere leeromgeving terecht. Ze beginnen de ochtendactiviteiten in een kring waar ze per twee naar het midden worden geroepen om de Engelse begroetingen te oefenen, een traditioneel lied te zingen of een gedicht voor te dragen. In de klas controleren de leerlingen elk voor zich hun portfolio en hun leertraject om te weten wat ze moeten doen. Ze vormen groepjes per activiteit. Sommigen blijven bij de leerkracht om iets nieuws te leren. Anderen passen toe wat ze net geleerd hebben met de hulp van hun leerkracht of hun klasgenoten. Anderen doen apart activiteiten om hun nieuwe kennis te verbeteren en gaan dan naar de evaluatiegroep, waar geëvalueerd wordt of ze de vaardigheden beheersen. In de SBS-benadering leren de kinderen op een actieve en betrokken manier. De kinderen zijn geen passieve leerlingen aan wie de leerkracht informatie doorgeeft, maar zijn zelf de werkzame en drijvende kracht achter hun ontdekkingstocht tijdens het leren. Het leren verloopt speelser en de kennis blijft beter hangen.
ACTIVITEITENFICHES
Voorbeeld: het onderwijsprogramma in Odisha
De lessen en activiteiten worden op blaadjes uitgewerkt. Die blaadjes worden vakoverschrijdend samengebracht tot een leertraject, dat op een klein aanplakbiljet wordt weergegeven. Stap voor stap en stukje bij beetje werkt het kind in groepjes van éénzelfde niveau aan dezelfde materie en als het kind klaar is voor een volgende stap verandert het van groepje. Volgens de ouders is het grote verschil tussen SBS en traditioneel onderwijs dat kinderen al spelend leren. Als ze een paar dagen school missen, hebben ze niet te veel achterstand, want ze kunnen de draad terug oppakken waar ze gebleven zijn. De ouders beklemtonen ook dat er in het nieuwe systeem minder schoolverzuim is. Een leerkracht bevestigt dat het afwezigheidspercentage op een normale dag in een traditionele klas ongeveer 50% is, tegenover 10% in een klas die met de SBS-methode werkt. Sinds de leerlingen deze methode volgen dringen ze erop aan om naar school te gaan, zelfs als het hard regent. De ouders hebben door de invoering van gezondheidskaarten ook een verbetering op het vlak van hygiëne vastgesteld en dit al na twee maanden. Bovendien zijn de kinderen, sinds ze worden aangemoedigd om het leerproces thuis en in hun gemeenschap verder te zetten, meer geneigd om bij het maken van hun huistaken hulp te vragen aan hun familie.
© UNICEF België
40
Sommige ouders geven aan dat ze geen bijles meer moeten betalen om hun kind te laten slagen, zoals in het oude systeem wel het geval was. Bovendien helpt de nieuwe methode de kinderen om een even hoog niveau te halen, maar dan zonder stress. De ouders zijn nauw betrokken bij dit pilootproject. In minstens één school hebben de leerkrachten vanwege de grote belangstelling een ruimte ingericht waar ouders en bezoekers de klasactiviteiten kunnen observeren. Sommige ouders blijven na de schooluren om het leerportfolio van hun kind in te kijken en te zien welke vorderingen het gemaakt heeft.
bijlagen
De leerkracht heeft een duidelijk beeld van het niveau van elk kind in zijn klas. Hij kan dus bepalen welk niveau elk kind tegen het einde van het jaar moet halen. De ‘klim’ op de dierenladder is voor de kinderen ook een belangrijke motivatie. De afgelopen jaren zijn duizend leerkrachten opgeleid in deze methode. Het blijft een constante uitdaging om de kennis en vaardigheden van de leerkrachten te verbeteren.
«
41
Een leerling voor haar ‘kennisladder’, waarmee ze haar eigen vooruitgang kan opvolgen.
Activiteitenfiche 5:
PERSOONLIJKE LEERTRAJECTEN 1. Leerdoelen: de leerlingen… • … kunnen de belangrijke voorwaarden voor een kwaliteitsschool of ‘kindvriendelijke’ school zowel in België als in India, herkennen. (Meer uitleg over de ‘kindvriendelijke school’ vindt u op het einde van deel II achtergrondinformatie, vlak vóór de activiteitenfiches) • … zien het belang in van een persoonlijk leertraject voor kinderen op het Indiase platteland en ook voor kinderen overal ter de wereld.
2. Materiaal:
Boven een traditionele klas, versus onderaan een klas die werkt met de SBS-methode in het pilootproject
• Film: kies de film ‘Urna geeft les’ in het menu van de dvd: Leerlingen werken in de klas met individueel materiaal. De leerlingen vormen verschillende niveaugroepen. UNICEF heeft de leerkracht pedagogisch materiaal gegeven om les te geven aan een klas met leerlingen van verschillende niveau’s. Elke leerling volgt zijn eigen ‘leertraject’ en elke etappe wordt aangeduid met een dier. Zo kan een leerling die achterstand heeft omdat hij bijvoorbeeld moest gaan werken, inhaken waar hij gebleven was. Na een inhaalbeweging van 9 maanden kan hij weer het gewone lesprogramma volgen. Deze methode heeft zoveel succes dat de Indiase regering haar in het hele land wil toepassen.
«
• Getuigenis:
42
‘s Ochtends als ik wakker werd, moest ik water halen om ons te wassen en om te koken. Daarna was ik een uur te voet onderweg naar school. Als er thuis te veel werk was, ging ik niet naar school. Dan moest ik helpen in het huishouden en voor mijn jongere broertjes en zusjes zorgen. Soms bleef ik twee of zelfs drie dagen thuis. Op school zat ik samen met andere kinderen achteraan in de klas omdat we niet konden lezen en schrijven, in tegenstelling tot de overige klasgenootjes. Dat was niet zo leuk! Toen ik 14 was, ben ik gestopt met school en als huisbediende in een rijke familie gaan werken. Daarna heb ik een frituur overgenomen.
3. verloop: Een leerling van het eerste leerjaar oefent op zijn individueel krijtbord de nieuwe woorden. De pijlen op de SBS-kaart geven hem de juiste schrijfrichting aan.
ACTIVITEITENFICHES
Een leerling van het tweede leerjaar en zijn leerkracht gebruiken een groene SBS-kaart met een konijntje. Dit betekent dat de leerkracht een nieuw begrip moet introduceren en uitleggen aan de leerling.
De leerlingen vullen samen met de leerkracht hun persoonlijk dossier in, terwijl een moeder het persoonlijk dossier van haar zoon inkijkt om na te gaan hoeveel vooruitgang hij heeft geboekt.
Oma Laura is 87 jaar oud, komt uit Eupen in België, en vertelt…
«
• De leerlingen vergelijken de film met de schriftelijke getuigenis en schrijven de verschillen en gelijkenissen op. • Er wordt een kolom gemaakt voor de gelijkenissen en één voor de verschillen. • De leerlingen delen individueel de gelijkenissen en de verschillen in 2 categorieën in: problemen en oplossingen. • De leerlingen zoeken oplossingen bij de problemen. • De resultaten worden samen gebracht in een bordtekening met de sleutelelementen voor een ‘kindvriendelijke school’. (Meer uitleg over de ‘kindvriendelijke school’ vindt u op het einde van deel II achtergrondinformatie, vlak vóór de activiteitenfiches) • De leerlingen verzinnen individueel hun eigen ‘leertraject’ en tekenen het uit (onder begeleiding van de leerkracht), op basis van wat ze al geleerd hebben en van wat ze nog moeten leren. • De leerlingen vergelijken in groepjes van twee hun leertraject en ontdekken mogelijke manieren om elkaar te helpen.
bijlagen
Klasgenootjes helpen elkaar om eenzelfde begrip onder de knie te krijgen. Deze werkwijze geeft de leerkracht niet alleen de kans om zich met elke leerling individueel bezig te houden, maar bevordert ook het wederzijds begrip en de interactie tussen de verschillende sociale groepen in de klas.
43
Basic verbeteringen: • Gemakkelijke uitgang via een tweede deur • Betere ventilatie door het toevoegen van ramen en muuropeningen • Terras voor outdoor-activiteiten • Tuin • Aparte toiletten voor jongens en meisjes • Multifunctioneel klaslokaal • Veranda voor gedeelde activiteiten
Uitdaging 6: Participatie
van leerlingen en hun familie
De betrokkenheid van leerlingen en hun familie is belangrijk om de leerlingen voor te bereiden op school en hen op de schoolbanken te houden. Zowel bij ons als in India is dit een noodzakelijke voorwaarde voor goed onderwijs.
UNICEF bevordert de participatie van leerlingen en bevordert ook programma’s voor het beheer van schoolcentra door de lokale gemeenschap
Plan 1: Oud klaslokaal Trappen
© UNICEF België
Veranda Bio-omheining
Ramp
Tuin Terras Toiletten
Bron: Manuel Child Friendly Schools, UNICEF, 2009
44
Deze overheidsdienst heeft een verlengstuk gekregen in de gemeenschappen en in de wijken, via de kinderraden die jongeren zelf hebben opgericht en die zeer actief zijn op het vlak van collectieve mobilisatie. Tot slot registreert de Nationale Commissie voor de bescherming van de kinderrechten sinds 2007 elke klacht rond minderjarigen; ze kan die voor een rechtbank brengen. Kinderen
Ondanks de vooruitgang op het vlak van ontwikkeling moet er nog veel gebeuren om een beschermende omgeving te creëren voor kinderen, die bijna een derde van de bevolking uitmaken en die de toekomst zijn van dit land. De overheid heeft moeite om alle uithoeken van dit immense land te bereiken met haar ontwikkelings- en beschermingsbeleid. Veel gebieden profiteren niet van deze veranderingen, waardoor veel achtergestelde kinderen hun rechten niet kunnen uitoefenen. India heeft in absolute cijfers het grootste aantal kinderen dat niet van zijn rechten gebruik kan maken.
ACTIVITEITENFICHES
Plan 2: Verbeterd klaslokaal
India heeft het Verdrag voor de Rechten van het Kind geratificeerd in 1992. Dit eerste internationale juridische instrument voor kinderen, met verplichtend karakter, is het referentiekader voor alle interventies van UNICEF. Het responsabiliseert de lidstaten en is de basis voor de strijd tegen discriminatie en ongelijkheid bij kinderen en de allerzwaksten. India verbindt zich sinds 1968 ook tot het Verdrag voor de Eliminatie van alle vormen van Discriminatie. Het heeft nog verdragen ondertekend - zoals dat tegen foltering in 1992 - maar de ratificering ervan blijft aanslepen. De overheden zijn zich nochtans bewust van de hiaten met betrekking tot de rechten van kinderen en van de allerzwaksten. Samen met UNICEF hebben ze een geïntegreerde overheidsdienst voor kinderbescherming opgericht, die zich vooral bezighoudt met de meest kwetsbare kinderen, namelijk die uit de lagere kasten, de stammen en de inheemse minderheden.
kunnen bellen naar een speciale telefoonlijn.
UNICEf India heeft een hele reeks acties uitgewerkt om de situatie te verbeteren, waaronder de directe participatie van kinderen: • Een grote sociale mobilisatie door deelname aan alle initiatieven voor kinderrechten, via steun aan organisaties voor kinderrechten en jongerenplatformen in de verschillende deelstaten. • Jongeren moeten hun eisen formuleren en het woord nemen rond de beleidsmaatregelen die hen aanbelangen.
bijlagen
ACHTERGROND VOOR DE LEERKRACHT
• Een jongerenzitting in het nationaal parlement, met als titel «Kinderen als motor voor verandering: stemmen uit de lokale realiteit» was het startsein voor een reeks initiatieven in het hele land; een parlementair kinderforum is sindsdien actief. 45
meenschap Ge
Activiteitenfiche 6:
PARTICIPATIE, IN INDIA EN BIJ ONS! oo
1. Leerdoelen: De leerlingen…
Bron: Manuel Child Friendly Schools, UNICEF, 2009
«
• … kunnen hun recht op participatie herkennen als een fundamenteel recht, zowel bij ons als elders in de wereld
• Getuigenis:
de jonge reporters van unicef ‘Journaliste’ Pausha Madharia, 16 jaar, neemt het woord tijdens de vergadering in de deelstaat Chhattisgarh. Zij schrijft voor Bal Swaraj (Kinderrepubliek), een tweemaandelijkse uitgave in het kader van het programma «Jonge Reporters» van UNICEF. «Er worden drankstalletjes geopend naast onze scholen. Dat veroorzaakt overlast en ik eis dat ze verplaatst worden» pleit ze tegenover de parlementsleden, die aandachtig luisteren terwijl ze kinderarbeid en discriminatie van jonge meisjes aankaart, en de obstakels voor kinderen op de weg naar school. «Dronken mannen bedreigen ons» zegt ze. In haar dorp Durg en in de hele regio heeft de krant veel lezers en dat laat zich voelen; de reportages brachten al dingen in beweging. Een barhouder vertelt dat hij het zich nu meer aantrekt en dat hij effectief al dronken mannen heeft weggejaagd. Leerkrachten gebruiken gepubliceerde artikels als lesmateriaal en leerlingen schrijven artikels. Umashankar Joshi, 14 jaar, schreef over een kindje dat in een open put getuimeld was; het dorpshoofd heeft daarna beslist om alle putten te laten toedekken. Hij maakte ook een reportage over een kind dat als acrobaat optrad tijdens een festival, waardoor de jeugdbescherming gealarmeerd werd over dit geval van kinderarbeid. Pausha zelf heeft geschreven over de gevaarlijke praktijken van een genezer na de dood van één van zijn jonge patiëntes. Armoede, illegale arbeid, gezondheidsproblemen of problemen binnen de gemeenschap: geen enkel thema is taboe, in de geest van artikel 12 van het Verdrag van de Verenigde Naties voor de Rechten van het Kind dat kinderen het recht geeft op vrije meningsuiting. Dit initiatief van UNICEF, dat jonge reporters rekruteert en opleidt, doet het goed in gebieden waar mensen zich nog niet erg bewust zijn van de rechten van het kind en van de gemeenschap.
«
• … begrijpen het belang van hun eigen inzet in een participatieproces, en het doel van die participatie.
2. Materiaal: • Film: Kies in de dvd het fragment ‘Naman is lid van de ouderraad’. UNICEF heeft ‘kindvriendelijke scholen’ opgericht. De scholen worden samen beheerd door de leerkracht, de leerlingen en de ouders. De dorpgemeenschap komt samen om beslissingen te nemen over de school: een huis bouwen voor de leerkracht, het onderhoud van de waterpomp,… Ze maken van de gelegenheid gebruik om alfabetiseringslessen te volgen en allerlei weetjes op te doen die nuttig zijn voor de ontwikkeling van hun kind (gezondheid, hygiëne,…). De leerlingen vormen zogenaamde ‘brigades’ en elk van die groepjes is verantwoordelijk voor een specifiek aspect, bijvoorbeeld de speelplaats netjes houden.
«
• Getuigenis:
Daar waar ik geboren ben Om Prakash Gurjar
Daar waar ik geboren ben, bestaat het idee van kinderrechten niet. Kinderen werken meestal op het veld en zorgen voor het vee in plaats van naar school te gaan. Mijn vader heeft geld geleend van zijn huiseigenaar, en in ruil daarvoor heeft die man ons tot slavernij gedwongen. Toen ik vijf jaar was, werkte ik me te pletter op de boerderij van de eigenaar. Ik zorgde voor de dieren en de gewassen en ik vroeg me af waarom ik niet naar school kon zoals de andere kinderen. Op een dag, toen ik acht jaar was, kwam een groep actievoerders van «Save the Children» langs in het dorp; zij voerden campagne tegen de uitbuiting van kinderen. Zij zijn ons komen opzoeken, maar mijn ouders en de eigenaar wilden geen woord horen over kinderrechten. De militanten hebben aangedrongen en zij hebben mij vrij gekregen. Ik ben dan naar Bal Ashram gegaan, een opvangtehuis voor jongeren in Rajasthan, waar kinderen die voordien werden uitgebuit nu onderwijs krijgen. Daar heb ik begrepen wat kinderrechten zijn. Daar heb ik ontdekt dat er wel plekken zijn waar geluisterd wordt naar kinderen, waar hun mening waardevol is, waar bij beslissingen rekening wordt gehouden met wat zij denken. Een panchayat (vergadering) van kinderen vertegenwoordigt de belangen en de bezorgdheden van jongeren tijdens bijeenkomsten met de directie en de leerkrachten. Geleidelijk aan heb ik begrepen dat er wetten zijn om kinderen te beschermen. Het is ieders verantwoordelijkheid om de normen in het Verdrag voor de Rechten van het Kind toe te passen.
3. verloop:
«
• In de film en in de getuigenis staat participatie centraal. Vraag de leerlingen om de verschillende vormen van participatie te analyseren en in 2 categorieën in te delen: participatie van de kinderen en participatie van de volwassenen. • Een debat over de noodzaak van participatie van kinderen én volwassenen bij het beheer van een school in India. Benadrukken dat het voor de opvoeding van hun kinderen belangrijk is dat ouders van leerlingen een huis bouwen voor de leerkracht. • Aan de leerlingen vragen om plaatsen op te sommen waar hun participatie gewenst is: in hun klas, op hun school, in hun gemeente… Waar of binnen welke domeinen hebben kinderen ook iets te zeggen? Zoek samen naar voorbeelden. • Ontdek met de leerlingen het project ‘What Do You Think’ hieronder:
46 © UNICEF België
ACTIVITEITENFICHES
S
bijlagen
ili
e
ch
Fa m
l
Kind
47
Uitdaging 7: Een concrete actie met uw klas!
De Dag voor Verandering is een concreet actiemodel waarbij kinderen kunnen nadenken over een betere toekomst voor alle kinderen ter wereld. Elk schooljaar wordt in de scholen een actie opgezet om het belang aan te tonen van verandering voor kinderen wereldwijd.
De school speelt een belangrijke rol in het leven van jongeren, maar een school kan ook kwetsen en uitsluiten, al vanaf de jongste leeftijd. Dat geldt specifiek voor kinderen die in armoede en sociale uitsluiting leven. Het doel van ons project is kinderen centraal te stellen in de politieke en maatschappelijke onderwijskeuzes en -debatten, zodat de school voor alle kinderen een sleutel tot succes wordt. De standpunten van kinderen die in het schooljaar 2011-2012 verzameld werden (door groepswerk, postkaartactie, debatten, vragen…) worden in november 2012 in een rapport gepubliceerd, dat samen met een video gebruikt zal worden om een constructieve dialoog op te zetten met de betrokken actoren (minister, vakbonden, netwerken, plaatselijke overheden, leerkrachten, …). Ontdek het project: • Voor leerkrachten op www.unicef.be/nl/project-belgium/what-do-you-think • Voor leerlingen in de zone Info op de website www.unicef.be/kids Contacteer ons voor meer informatie! Gaëlle Buysschaert
[email protected] - 02 230 59 70
Voor het schooljaar 2012-2013 werken de leerlingen rond de toegang tot scholen op het platteland in India. De resultaten zullen te zien zijn op de website www.unicef.be/kids, in de zone ‘Neem deel’ onder ‘Dag voor Verandering’.
Hoe deelnemen met uw leerlingen? Organiseer met uw klas of school een actie gelinkt aan het cijfer 6. Rachana uit India moet elke dag 6 kilometer wandelen naar school. Zo staan de leerlingen stil bij de afstand die Rachana moet afleggen om naar school te gaan.
ACTIVITEITENFICHES
Het debat over gelijke kansen op school houdt de publieke opinie, onderzoekers en politici sterk bezig. Paradoxaal genoeg worden kinderen vaak buiten dit debat gehouden, dat hen zo nauw aanbelangt. UNICEF België wil dit verhelpen. Het project ‘What do you think?’ wil alle kinderen een stem geven en hun stem tot op het hoogste niveau laten horen. Wij verzamelen hun ideeën, ervaringen en voorstellen en brengen ze over aan de politieke beleidsmakers van ons land en aan het Comité voor de Rechten van het Kind, dat moet toezien op de naleving van het Verdrag inzake de rechten van het kind.
Bekijk het DVD-fragment ‘De Dag voor Verandering’.
Bijvoorbeeld: een stadsrally of wandeling van 6 kilometer. Eventueel met opdrachtjes. Of 60 minuten sport voor UNICEF (op www.unicef.be/nl/page/sport-unicef). Of 60 meter zaklopen. Een hindernissenparcours of iets anders, … Hoe gekker, hoe beter… Schrijf een tekstje over uw actie, neem foto’s of maak een filmpje, en post dit op www.unicef.be/kids. Elke geposte actie (video, tekst of foto) krijgt een plaats op onze website. En dan nodigt UNICEF uw klas uit voor een toffe activiteit.
Doe mee met uw klas! Of doe beroep op één van onze educatieve vrijwilligers om te helpen bij de organisatie van uw Dag voor Verandering.
bijlagen
UNICEF België zet zich in de hele wereld en ook in België in voor kinderrechten. UNICEF wil kinderen wereldwijd helpen om hun stem te laten horen. Zo ook in België. Zo heeft UNICEF het jongerenproject ‘What do you think?’ opgestart, dat probeert om de stem van de kwetsbaarste kinderen en jongeren in onze samenleving te laten horen. Zijn kinderen allemaal gelijk op school? Belgische scholieren gaven vorig schooljaar hun mening te kennen in het project ‘What do you think?’.
+ info, spelletjes en actie op www.unicef.be/kids
48
49
bijlagen
bijlagen
50
51 © UNICEF/NYHQ2006-1894/Pietrasik
1.
Voor de leerlingen: Afbeeldingen kinderrechten
Je hebt het recht om beschermd te worden tegen geweld, misbruik en uitbuiting
e Zi
js i b . en en n pp e r ni u k g fi te : e uit d ij z r om o vo
bijlagen
Je hebt recht op een eigen mening
n e t if r ch
52
53
Gehandicapten hebben recht op speciale verzorging en bescherming
n e t if r ch
Je hebt het recht om beschermd te worden tegen kinderarbeid
e Zi
js i b . en en n pp e r ni u k g fi te : e uit d ij z r om o vo
bijlagen
Je hebt recht op vrijheid
54
55
Je hebt het recht om te spelen
Je hebt het recht om beschermd te worden tegen oorlog
Je hebt recht op een eigen naam en nationaliteit
Je hebt recht op een plek om je thuis te voelen bijlagen
Je hebt recht op onderwijs
Vluchtelingenkinderen hebben recht op speciale bescherming
Wij nodigen alle Wereldklassen uit op een zanghappening • Waar? In jouw regio • Wanneer? In mei 2012 • Waarom? Om onze wereldklassen te bedanken voor hun engagement! • Hoe? Schrijf uw klas vrijblijvend in als wereldklas op www.unicef.be/scholen. Dit is volledig gratis en zorgt ervoor dat u automatisch ons pedagogisch aanbod toegestuurd krijgt, dat u gebruik kan maken van gratis gastlessen en kan deelnemen aan de afsluitende activiteit.
Deze zanghappening wordt georganiseerd in samenwerking met de organisatie “Children of the Street”.
© Children of the Street
© Children of the Street
© Children of the Street
© Children of the Street
Net zoals UNICEF, wil de organisatie Children of the Street iets doen aan de situatie van kinderen in de wereld. Children of the Street doet dit door samen met kinderen in Vlaanderen te zingen voor kinderen in het Zuiden. Voor dit schooljaar werd er speciaal een liedje geschreven over de educatieve campagne van UNICEF België, het recht op onderwijs voor kinderen op het platteland. In februari 2013, ontvangen uw leerlingen een themafiche over de samenwerking van UNICEF en Children of the Street, met het UNICEF-lied in bijlage (tekst en CD) en praktische informatie over de zanghappening. Meer info: www.unicef.be/scholen of www.childrenofthestreet.eu Contacteer ons:
[email protected]
©UNICEF België/ Etienne Musslin
Kinderrechten wereldwijd en bij ons? Gratis gastlessen en pedagogisch materiaal Thema’s: water, onderwijs, kinderrechten, voeding, kindsoldaten, … Contacteer UNICEF België vrijblijvend Anneleen Van Kelecom 02 230 59 70 -
[email protected]
www.unicef.be/scholen
advertentie
DVD
Kant-en-klaar voor je leerlingen
Activiteitenfiches
Schrijf uw klas vrijblijvend in als wereldklas op www.unicef.be/scholen Dit is volledig gratis en zorgt ervoor dat u automatisch ons pedagogisch aanbod toegestuurd krijgt, dat u gebruik kan maken van gratis gastlassen en kan deelnemen aan de afsluitende activiteit. Meer informatie:
[email protected]
www.unicef.be/stapnastap
Redactie: Pascale Recht en Anneleen Van Kelecom
© UNICEF/2012
Verantwoordelijke uitgever: UNICEF België, Yves Willemot, Keizerinlaan 66, 1000 Brussel
Animatie in jouw klas
D/2012/5606/07