unicef helpt Kinderen leren oVerleVen in burundi 6 uitdagingen om met jouw klas te ontdekken!
di
n uru
B
1
2013-2014
lesmap
inleiding
VoorWoord
5
i. inleiding
6 7 7 8 10 11 13
ii. achtergrond 1. 2.
3. ©UNICEF België/Lien Vanden Bossche
onderteKen onZe petitie Voor onderWijs in noodsituaties! Teken vóór eind 2013 als leerkracht de petitie voor onderwijs in noodsituaties, en moedig je collega’s aan om hetzelfde te doen! Met deze petitie willen we bereiken dat minstens 4% van het budget voor noodhulp naar onderwijs gaat. Alvast hartelijk bedankt!
op dit moment hebben we ongeveer 30 000 handtekeningen verzameld, maar we hebben er 50 000 nodig, dus ook die van jou en jouw collega’s! De petitie kan online ondertekend worden via http://noodschool.be Of laat ze (bijlage in deze lesmap) rondgaan in de leraarskamer. Je kunt ze inscannen en doorsturen per mail naar
[email protected] of opsturen per post naar UNICEF België, Keizerinlaan 66, 1000 Brussel
4.
inleiding recht op onderwijs 2.1. In het kinderrechtenverdrag en de millenniumdoelstellingen 2.2. Waarom is onderwijs voor UNICEF belangrijk? onderwijs en oorlog 3.1. Onderwijs als slachtoffer 3.2. Concrete gevolgen 3.3. Specifiek voor vluchtelingen 3.4. De rol van onderwijs in oorlogssituaties leren overleven in burundi 4.1. Algemene context 4.2. Onderwijs 4.3. Wat doet UNICEF? 4.4. Oorlog 4.5. Vluchtelingen
iii. actiViteiten-fiches 0. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
hoe de activiteitenfiches gebruiken? introductie: (A) kinderrechten, (B) wereldklas en (C) Burundi uitdaging 1: Liliane moet blijven zitten uitdaging 2: Dani heeft geen schoolgerief uitdaging 3: Juf Félicité geeft les in een kerk uitdaging 4: Benigne wordt uitgesloten uitdaging 5: Justine helpt de buren uitdaging 6: Joseph gaat naar een kindvriendelijke school Een concrete actie met jouw klas!
iV. bijlagen 1. 2.
Voor de leerlingen: afbeeldingen kinderrechten boodschap jongeren getuigenis 3, bij uitdaging 1
15 15 16 16 16 17 18 19 20 20 21 21 22 23 24 25
actiViteitenfiches
Korte handleiding link met de eindtermen ontwikkelingseducatie én kinderrechteneducatie Waarom unicef? overzicht educatief materiaal agenda voor leerkrachten
29 29 30 34 39 42 46 51 56 61 65 66 73
bijlagen
1. 2. 3. 4. 5. 6.
achtergrond informatie
inhoudstafel
UNICEF België maakt deze petitie met jouw handtekening eind 2013 over aan de Belgische overheid. 3
inleiding achtergrond informatie
VoorWoord beste leerkracht, tof dat je er dit schooljaar (opnieuw) bij bent! bedankt voor jouw interesse in kinderrechten en in onze organisatie. je vindt hierbij concrete activiteitenfiches en achtergrondinformatie, gelinkt aan de educatieve dvd in bijlage. deze dvd geeft je als leerkracht een eerste introductie in de materie: de obstakels die kinderen in burundi, ervaren om naar school te gaan. de inhoudsopgave hierboven laat je toe om zelf te kiezen met welke onderdelen je verder werkt. in het midden van deze lesmap vind je een lege poster om met de leerlingen mee aan de slag te gaan. meer uitleg hierover vind je op bladzijde 62.
actiViteitenfiches
Het bijbehorende werkboekje voor de leerlingen kan je gemakkelijk downloaden op www.unicef.be/kids > info > lezen en opzoeken > infobladen of op www.unicef.be > documentatie > pedagogisch materiaal Vergeet niet tijdig jouw gratis gastles aan te vragen of contacteer ons voor extra ondersteuning voor een spel of actie! op de rugzijde van deze lesmap vind je meer informatie over onze gastlessen. op pagina 11 vind je meer informatie over wat het betekent wereldklas te zijn.
inleiding
aarzel niet om mij te contacteren voor bijkomende informatie.
met vriendelijke groeten en tot binnenkort! anneleen Van Kelecom scholenwerking Vlaanderen
4 Copyright UNICEF België / Benoît Melebeck
bijlagen
unicef belgië Keizerinlaan 66 - 1000 brussel tel: 02/230.59.70.
[email protected]
5
In het inleidende deel vind je ook informatie over ontwikkelings- en kinderrechteneducatie en hoe dit via diverse thema’s (solidariteit, milieubewustzijn, burgerschap, …) binnen verschillende vakken (wereldoriëntatie, geschiedenis, sociale vaardigheden, …) aanwezig kan zijn in de klaspraktijk.
Het eerste deel van deze lesmap biedt een inleiding, gevolgd door concrete achtergrondinformatie over het recht op onderwijs voor kinderen in conflictsituaties (deel II). In het derde deel vind je activiteitenfiches voor in de klas. Elke activiteitenfiche is gelinkt aan een uitdaging voor onderwijs in het kader van een conflict of oorlog, specifiek voor kinderen in Burundi. Bij elke activiteitenfiche hoort een fragment uit de dvd in bijlage. Deze bevat veel informatie en kan hierdoor best fragment per fragment bekeken worden. De dvd zelf duurt 12 minuten en elk fragment ongeveer 1,5 à 2 minuten.
INLEIDING
Zoals jullie weten, heeft elk kind recht op onderwijs. Overal ter wereld moet dit recht gerespecteerd worden. Vorig schooljaar hadden we het over de « afstand » tussen kinderen en de school. Dit jaar gaat onze campagne over het belang om de toegang tot onderwijs te verbeteren voor kinderen die leven in conflictgebieden. We bespreken de impact van oorlog op onderwijs, het belang van onderwijs voor vrede en de specifieke noden van kinderen op de vlucht in het kader van hun schoolcarrière.
1. Korte handleiding OPGELET! Bij deze lesmap hoort een dvd en een werkboekje voor de leerlingen. Deze 3 instrumenten (activiteitenfiches in de lesmap, dvd en werkboekje) worden dus best samen gebruikt. Neem contact met ons op, via
[email protected], om de dvd gratis en vrijblijvend te ontvangen, als perfecte introductie bij deze lesmap. Je kan een exemplaar van het werkboekje downloaden op onze kidswebsite www.unicef.be/kids > info > lezen en opzoeken > infobladen of op onze website www.unicef.be > documentatie > pedagogisch materiaal Ons pedagogisch aanbod is voor iedereen gratis en vrijblijvend verkrijgbaar op aanvraag.
achtergrond informatie
I. INLEIDING
• Aandacht voor ontwikkelings- en kinderrechteneducatie past volledig binnen het Vlaamse onderwijsbeleid, beschreven in de beleidsnota 2009-2014: “Onderwijs moet open, veelzijdige en sterke persoonlijkheden vormen. [...] Kritische zin, respect, verantwoordelijkheid, zorgzaamheid, zelfredzaamheid, een positief zelfbeeld, zin voor initiatief, ... zijn eigenschappen die op school gestimuleerd moeten worden.”
Copyright UNICEF België / Benoît Melebeck
6
• De eindtermen wereldoriëntatie en sociale vaardigheden in het lager onderwijs sluiten naadloos aan op de vraag naar aandacht voor kinderrechten. “Met ‘Wereldoriëntatie’ [...] verwerven kinderen kennis en inzicht in zichzelf, in hun omgeving en in hun relatie tot die omgeving, verwerven zij vaardigheden om in interactie te treden met die omgeving en worden zij gestimuleerd tot een positieve houding ten aanzien van zichzelf en hun omgeving.”
• De vakoverschrijdende eindtermen (VOET) binnen het secundair onderwijs, bevatten onder meer socio-culturele eindtermen, zoals “het illustreren van het belang van sociale samenhang en solidariteit”, die mede door kinderrechten- en ontwikkelingseducatie kunnen bereikt worden. Leerkrachten hebben heel wat te winnen bij kinderrechteneducatie ook los van de eindtermen. In onze brochure voor leerkrachten ‘Kinderrechten in uw klas’ vind je nog meer informatie over de positieve impact van kinderrechteneducatie en ontwikkelingseducatie in de klas: voor de leerlingen individueel, voor het hele klasgebeuren, en gelinkt aan bepaalde vakken en eindtermen.
bijlagen
Hoe past ons aanbod in de eindtermen?:
activiteitenfiches
2. Link met de eindtermen
Je vindt deze brochure op www.unicef.be > documentatie > pedagogisch materiaal of je kan ze gratis aanvragen via
[email protected] 7
Ontwikkelingseducatie bij UNICEF gaat over een manier van lesgeven en leren waardoor er bij jonge mensen een engagement groeit voor globale solidariteit, vrede, het aanvaarden van verschillen, sociale rechtvaardigheid en bewustzijn van de omgeving1. Het doel is om kinderen en jongeren te versterken in hun participatie om zowel lokaal als globaal verandering teweeg te brengen2.
Met ons programma ontwikkelingseducatie willen we kinderen echte wereldburgers laten worden, die op een verantwoordelijke en actieve wijze hun omgeving positief mee vormgeven. Kinderen hebben het recht om te participeren én moeten daarom mee kunnen werken aan een samenleving die kinderrechten respecteert en waar nodig verdedigt.
Kinderrechteneducatie moet worden opgevat in ruime zin, vakoverschrijdend en verder dan het lesplan, dus ook binnen de klas-en schoolomgeving. Kinderrechteneducatie is4 • Leren als een recht: het recht op toegang tot onderwijs • Leren over rechten in de klas, via de lesmethodes en via het lesplan • Leren door rechten: de leeromgeving evolueert en maakt plaats voor kinderrechten (o.a. gezondheid, veiligheid, identiteit, participatie, ...) Bijvoorbeeld: rekening houden met gezondheids-en veiligheidsvereisten op school; aandacht voor de participatie van de leerlingen op alle schoolniveau’s;… • Leren voor rechten: actie ondernemen om rechten te realiseren en de samenleving te veranderen
Copyright UNICEF België / Benoît Melebeck
8
1 Susan Fountain, Education for Development: A Teacher’s Resource for Global Learning, 1995 2 UNICEF, From ‘Education for Development’ toward ‘Child Rights Education’, 2013
INLEIDING
Onderwijs over kinderrechten houdt in dat er geleerd wordt over de rechten in het Internationaal Verdrag inzake de rechten van het Kind. Uiteraard wordt ook de link gelegd met onderwijs of educatie over rechten zoals in de Universele Verklaring van de Rechten van de mens. Beiden vertrekken vanuit een ‘rechtenperspectief’. Dit wil zeggen dat er niet uitgegaan wordt van de noden, maar van de rechten die kinderen en volwassenen hebben. Noden zijn immers niet per sé universeel, rechten zijn dat wel. Het vervullen van rechten gaat ook over meer dan alleen liefdadigheid. Het is kinderen en volwassenen versterken zodat ze voor hun eigen rechten kunnen opkomen. Kinderen worden zo aangemoedigd om de impact van schendingen van rechten, zowel thuis als wereldwijd te begrijpen, en een gevoel van empathie en solidariteit te ontwikkelen met diegenen waarvan de rechten ontkend worden. Kinderrechteneducatie gaat ook over de verantwoordelijkheden die samengaan met rechten (om zo bij te dragen tot verandering).3
Copyright UNICEF België / Sonja Abeels
Het concept van kinderrechteneducatie geeft ruimte om kinderen betekenisvol te betrekken bij de verwezenlijking van de rechten wereldwijd, met de nadruk op ongelijkheid en de situatie van gemarginaliseerde kinderen in zowel ontwikkelingslanden als in de geïndustrialiseerde wereld.
«
achtergrond informatie
ONTWIKKELINGSEDUCATIE
Bij ontwikkelingseducatie wordt er, naast de inhoud, ook aandacht besteed aan de lesmethode. Interactieve en participatieve lesmethodes zijn even belangrijk als de inhoud van ontwikkelingseducatie. Deze methodes laten leerlingen toe om complexe concepten beter te begrijpen, probleemoplossende capaciteiten op te bouwen en sociale vaardigheden te ontwikkelen.
KINDERRECHTENEDUCATIE
»
Leerlingen die hun rechten kennen, zijn zelfzekerder en meer geëngageerd.
Zoals hierboven wordt aangegeven, sluiten ontwikkelingseducatie en kinderrechteneducatie inhoudelijk en qua werkvormen nauw bij elkaar aan. Ze behandelen gelijkaardige thema’s, maar hun uitgangspunt is anders. Bij kinderrechteneducatie zal er bijvoorbeeld meer aandacht gegeven worden aan kinderrechten bij ons en wordt er ook meer aandacht besteed aan het rechtenperspectief.
activiteitenfiches
Hieronder vind je meer informatie over ontwikkelings- en kinderrechteneducatie en hoe dit via diverse thema’s (solidariteit, milieubewustzijn, burgerschap, …) binnen verschillende vakken (wereldoriëntatie, geschiedenis, sociale vaardigheden, …) aanwezig kan zijn in de klaspraktijk.
Binnen ontwikkelingseducatie besteden we ook aandacht aan kinderrechteneducatie.
Ook andere thema’s kunnen onder de noemer ontwikkelings- en kinderrechten-educatie besproken worden: respect en waardering voor anderen, inlevingsvermogen, milieubewustzijn, wederzijdse afhankelijkheid, wereldoriëntatie, globalisering, wereldburgerschap, solidariteit, vrede, verdraagzaamheid, diversiteit, ….
bijlagen
3. Ontwikkelingseducatie én kinderrechteneducatie
Meer informatie vind je in onze brochure voor leerkrachten ‘Kinderrechten in uw klas’ op www.unicef.be > documentatie > pedagogisch materiaal of aan te vragen via
[email protected]
3 Susan Fountain, Peace Education in UNICEF, 1999 4 UNICEF, Child rights education toolkit: rooting child rights in early childhood education, primary and secondary schools, 2012.
9
Heb je graag meer informatie of documentatie over UNICEF België of UNICEF Internationaal, aarzel niet om ons te contacteren via
[email protected] of informatie op te zoeken via www.unicef.be > documentatie > pedagogische materiaal Je kunt ook een gratis gastles aanvragen over deze thema’s.
Copyright UNICEF België / Etienne Musslin
5. oVerZicht educatief materiaal Leerkrachten die hun leerlingen gebruik willen laten maken van ons educatief aanbod kunnen zich op de website www.unicef.be/scholen inschrijven als ‘Wereldklas’. Dit is volledig gratis en vrijblijvend en houdt bijgevolg geen enkele verbintenis in tegenover UNICEF België. Deze aanmelding zorgt ervoor dat leerkrachten ons pedagogisch aanbod toegestuurd krijgen, en dat ze gratis een gastles krijgen of ondersteuning bij een spel of actie door één van onze educatieve vrijwilligers. Meer informatie:
[email protected]
5.1. Wat is een WereldKlas? Een wereldklas is een klas die tijdens het schooljaar extra aandacht besteedt aan ontwikkelings- en kinderrechteneducatie. Dit wil zeggen dat de klas stilstaat bij kinderrechten, bij de rechten van de kinderen in de klas, maar ook bij de rechten van andere kinderen in haar omgeving, en in andere landen in de wereld. 10
achtergrond informatie
De komende jaren zal het ‘equity’-programma van UNICEF zich speciaal inspannen om vergeten kinderen uit zowel rijke als arme landen meer kansen te bieden. Investeren in een grotere participatie van kwetsbare kinderen is niet alleen een plicht volgens het KinderrechtenVerdrag, maar komt de ontwikkeling van de hele samenleving ten goede. UNICEF is ook actief in 36 industrielanden via de Nationale Comités. UNICEF België is er daar één van. UNICEF wordt volledig gefinancierd door vrijwillige bijdragen van particulieren, bedrijven, stichtingen en overheden.
actiViteitenfiches
UNICEF, het Kinderfonds van de Verenigde Naties, zag het daglicht in 1946. Het is de grootste organisatie in de wereld die opkomt voor kinderen en hun rechten. UNICEF is aanwezig in 156 landen en gebieden en helpt kinderen zodat ze een menswaardig leven kunnen leiden, kunnen overleven en zich ontwikkelen, van baby tot adolescent. UNICEF werkt hiervoor samen met de nationale en lokale overheden van de betrokken landen om zo de duurzaamheid van haar acties te verzekeren. Leidraad bij het werk van UNICEF zijn de 54 artikelen in het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind. UNICEF besteedt in zijn werking aandacht aan een zo breed mogelijke spectrum van kinderrechten, want deze rechten zijn ondeelbaar en moeten als een geheel benaderd worden.
Zo is UNICEF actief rond 7 prioriteiten: 1. Gezondheid 2. HIV/aids en kinderen 3. Wash (water, sanitaire voorzieningen en hygiëne) 4. Voeding 5. Onderwijs 6. De bescherming van het kind 7. Sociale inclusie
Het is een klas die zich kan inleven in de situatie van andere kinderen en hierover kan nadenken. Tijdens de verschillende vakken wordt waar mogelijk automatisch de link gelegd met kinderrechten. Deze klas ontvangt materiaal van UNICEF België en kan ook begeleiding krijgen voor projecten en acties of kan een gastles krijgen van een educatieve vrijwilliger. De klas kan ook werken met de website van UNICEF Kids (www.unicef.be/kids) waar er via info en spel meer uitleg wordt gegeven over kinderrechten en er kennis gemaakt kan worden met kinderen uit de hele wereld. Een wereldklas kan vrijblijvend ook een project of actie organiseren (de Dag voor Verandering). Door educatieve, ludieke en originele acties die de klas zelf kiest, worden de kinderrechten die dag extra in de verf gezet.
bijlagen
Omdat: • kinderen rechten hebben; • kinderen een stem hebben die gehoord moet worden; • kinderen niet mogen sterven aan ziektes die gemakkelijk te vermijden zijn; • het terugdringen van armoede bij kinderen begint.
inleiding
4. Waarom unicef?
11 Copyright UNICEF België / Pascaline Carnat
Vraag als wereldklas tijdig uw gratis gastles aan via
[email protected] of bel 02 230 59 70 5.3. Welk educatief materiaal? Al ons educatief materiaal (zie hieronder) is opgebouwd aan de hand van volgende structuur. Dit is het pedagogisch continuum in het kader van ontwikkelingseducatie: • BEWUSTMAKEN: informatie over het thema • ONTDEKKEN: oefeningen, activiteiten en spelletjes om het thema zelf verder te ontdekken • DEELNEMEN: de mogelijkheid om samen met UNICEF een actie te organiseren, aangepast aan de context van je school - Met deze lesmap kun je het thema in de klas verder uitwerken. De achtergrondinformatie en activiteitenfiches ondersteunen jou als leerkracht die met dit thema werkt. Je kan deze materialen gemakkelijk aanvragen via onze website www. unicef.be/scholen of via
[email protected] - Een educatieve DVD over de onderwijssituatie van kinderen in Burundi. - Er is eveneens een werkboekje voor de leerlingen beschikbaar, in overeenstemming met de activiteitenfiches voor de leerkracht. Je kunt het werkboekje downloaden op: • Onze kidswebsite www.unicef.be/kids > info > lezen en opzoeken > infoblaadjes • Onze website www.unicef.be > documentatie > pedagogisch materiaal - Een website voor kinderen reikt extra informatie aan waarmee zij verder kunnen werken. Deze website (www.unicef.be/kids) is opgevat 12
INLEIDING
- Drie keer per jaar worden er themafiches uitgebracht die enkele grote thema’s rond kinderrechten op maat van de leerlingen uitleggen. Ideaal om te gebruiken voor spreekbeurten of opstel/ schrijf-oefeningen. De fiches krijg je automatisch toegestuurd voor het aantal leerlingen in jouw klas, als je ingeschreven bent als wereldklas. Je kunt de fiches ook apart aanvragen. Dit schooljaar behandelen we volgende thema’s: 1. Wat is een kindvriendelijke school? 2. Kinderrechten en milieu 3. Het kinderrechtenverdrag viert zijn 25ste verjaardag
Wat staat er nog op onze agenda voor leerkrachten: Dit schooljaar gaat onze campagne over het belang om de toegang tot onderwijs te verbeteren voor kinderen die leven in conflictzones. We bespreken de impact van oorlog op onderwijs, het belang van onderwijs voor vrede en de specifieke noden van kinderen op de vlucht in het kader van hun schoolcarrière. Je vindt in deze lesmap meer informatie over onze campagne ‘Leren OverLeven’ in Burundi.
Aangezien dit het derde en laatste jaar is van onze campagne over het recht op onderwijs, gaan we de petitie waarmee we in 2011 begonnen op het einde van 2013 afgeven bij de Belgische overheid. Onderteken samen met jouw collega’s deze belangrijke petitie!
Meer info over onze petitie vind je in het begin van deze lesmap en op http://noodschool.be
Je kunt bij ons ook altijd extra informatie, materiaal en gastlessen aanvragen over volgende onderwerpen: kinderrechten, onderwijs, water, voeding, kindsoldaten, kinderarbeid, noodsituaties, …
Dit schooljaar is er een nieuwe poster voor in jouw klas met afbeeldingen van de belangrijkste kinderrechten. Je kan deze poster gratis aanvragen via
[email protected]
activiteitenfiches
We werken met gevarieerd didactisch materiaal: posters, panelen, een dvd, educatieve spelletjes, … over kinderrechten, onderwijs, kindsoldaten, kinderarbeid, water,…. Dit schooljaar: de gevolgen van oorlog op onderwijs met als themaland Burundi … op niveau van de leerlingen!
als een verlengde van het pedagogisch materiaal en kan door leerkrachten gebruikt worden om leerlingen de thema’s verder te laten ontdekken.
5.4. Een concrete actie organiseren? Je kan een concrete actie organiseren om kinderen hun engagement voor een betere toekomst voor alle kinderen ter wereld te laten uiten. Wij noemen dit de ‘Dag voor Verandering’ en doen suggesties, maar je vult dit samen met jouw klas zelf in. Je kunt hiervoor ook beroep doen op één van onze educatieve vrijwilligers die jullie actie kan ondersteunen. Jullie acties kunnen gepost worden op onze kidswebsite www.unicef.be/kids.
Meer informatie vind je op pagina 75. Of contacteer ons via
[email protected].
Copyright UNICEF België / Collège Saint Augustin
En wat daarna? Op 20 november 2014 bestaat het kinderrechten-verdrag 25 jaar! Leerkrachten zijn belangrijke ambassadeurs voor kinderrechten, daarom willen we jullie graag uitnodigen om deze 25ste verjaardag samen met ons te vieren….. Je krijgt dit schooljaar, op het einde van het 3de trimester, hierover nog meer informatie. 2015 is het slotjaar voor de Milleniumdoelstellingen….we zullen hieraan dan ook extra aandacht besteden in ons aanbod.
bijlagen
Een dynamische animatie in de klas door een enthousiaste educatieve vrijwilliger van UNICEF België verhoogt de betrokkenheid van de leerlingen en helpt om kinderen op jonge leeftijd bewust maken van hun rechten en van ontwikkelingsthema’s in de wereld.
6. Agenda voor leerkrachten
achtergrond informatie
5.2. Waarom gastlessen?
13
achtergrondinformatie
ii. achtergrond 1. inleiding Elk kind heeft recht op onderwijs. Dit recht moet over de hele wereld gerespecteerd worden.
Dit jaar besteden we aandacht aan de invloed van een conflict en oorlog op onderwijs en kinderen. Daarom heet de campagne ‘Leren OverLeven in Burundi ’. De campagne gaat over het belang van het verbeteren van de toegang tot onderwijs voor de duizenden kinderen die leven in conflictzones, en wil zo de Millenniumdoelstelling “Basisonderwijs voor Allen” in 2015 mee helpen realiseren opdat alle kinderen overal ter wereld basisonderwijs kunnen volgen en afronden.
bijlagen
achtergrond
actiViteitenfiches
Dit is het derde schooljaar dat het recht op onderwijs centraal staat in onze educatieve campagne. Het pedagogisch aanbod van het jaar 2011-2012 ging over het recht op onderwijs in noodsituaties via het thema ‘Leren (over)leven’ project noodschool in Haïti. Vorig schooljaar (2012-2013) behandelden we het recht op onderwijs op het platteland met specifieke aandacht voor het land India.
14 Copyright UNICEF België / Pascaline Carnat
15
In het algemeen is er sprake van 4 grote aandachtspunten voor UNICEF: 1. Voorschoolse opvoeding is essentieel voor de latere ontwikkeling van een kind. Kinderen die voorschoolse opvoeding hebben genoten hebben 10 tot 20% meer kans om de lagere school succesvol te beëindigen. Het is efficiënter om achterstand te voorkomen in plaats van deze achteraf proberen
in te halen. Investeringen in voorschoolse opvoeding hebben de hoogste economische return in een samenleving. 2. Onderwijs is essentieel voor de ontwikkeling van een samenleving. Zonder onderwijs kan de vicieuze cirkel van onwetendheid en armoede niet doorbroken worden.
achtergrondinformatie
Ze voedt sociale vaardigheden en interactie, taal, denkvermogen en het vermogen om te leren en te redeneren. Op een meer pragmatische manier stimuleert ze de toegang tot het lager onderwijs, maakt ze registratie bij de burgerlijke stand mogelijk en is ze een weg om gezinnen te bereiken en hen te sensibiliseren rond bescherming, gezondheid, voeding en hygiëne van kinderen.
3. Kinderen haken vroegtijdig af als het onderwijs niet kwaliteitsvol is. Kwaliteit is nodig om een blijvende impact te hebben op ontwikkeling en verbeterde levenskansen van kinderen. Het levert eveneens een hogere economische return. 4. Kinderen lopen tijdens crisissituaties best geen leerachterstand op omdat deze bijna nooit meer kan ingehaald worden.
Copyright UNICEF België / Pascaline Carnat
2.1. In het kinderrechtenverdrag en de milleniumdoelstellingen
2.2. Waarom is onderwijs voor UNICEF belangrijk?
Alle kinderen ter wereld worden met dezelfde rechten geboren. De rechten van het kind staan in het zogenaamde ‘Verdrag inzake de rechten van het kind’. Bijna alle landen ter wereld, ook België en Burundi, hebben beloofd dit verdrag na te leven. Eén van de rechten in kwestie is het recht op onderwijs: dit is één van de belangrijkste kinderrechten! De regeringen hebben bovendien nog een andere overeenkomst ondertekend, waarin wordt beloofd dat alle kinderen ter wereld (jongens én meisjes) tegen eind 2015 naar de lagere school kunnen gaan: dat zijn de Millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling.
Onderwijs staat sinds de jaren ‘60 centraal in de werking van UNICEF. Het is wereldwijd het tweede belangrijkste programma van UNICEF in termen van investeringen op het terrein. De onderwijsprogramma’s zijn gelinkt aan programma’s rond onderwijskwaliteit, gezondheidszorg; water, sanitaire voorzieningen en hygiëne (WaSH); aidspreventie, bescherming en kinderrechteneducatie. Onderwijs is immers essentieel in de aanpak van andere problemen én deze problemen op zich beïnvloeden de onderwijskansen.
16
Kinderen die leven in een conflictsituatie, lopen een groter risico om nooit naar school te gaan. Naast de onderbreking van hun schoolloopbaan voor korte of lange tijd door een conflict, zijn er voor hen nog andere obstakels. Verder in de lesmap zullen we het hebben over welke obstakels ervoor zorgen dat de meerderheid van de kinderen geen gewone schoolcarrière doorloopt. De school is nochtans het best geplaatst om deze kinderen te beschermen, te helpen zich te ontwikkelen en om hen waarden als vrede bij te brengen. De educatieve campagne ‘Leren overLeven’ wordt uitgewerkt aan de hand van
een specifiek partnerland van UNICEF België. Dit jaar kozen we voor Burundi, een klein land in Oost-Afrika met iets meer dan 8 miljoen inwoners, en één van de armste landen ter wereld. Maar er is ook goed nieuws. De Burundese overheid kondigde in 2005 gratis lager onderwijs af. Mede hierdoor gaat ondertussen 73% van alle kinderen naar school. Toch is er nog veel werk aan de winkel om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Hierbinnen moet speciaal aandacht besteed worden aan de impact van conflicten en oorlog op kinderen en hun schoolloopbaan.5
Voor UNICEF is onderwijs een hefboom voor het verwerven van autonomie en rechten, voor duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding. Daarom investeert het massaal in deze sector, waar alle andere sectoren elkaar treffen. In zijn opvatting over onderwijs is de school een veilige en beschermende plek, die bijdraagt tot het verwerven van kennis, maar ook van levensvaardigheden voor leerlingen. Door programma’s uit te denken voor de kleutertijd bereidt ze de allerjongsten voor op een betere toekomst. De omkadering van 3-6-jarigen, in een warme, educatieve omgeving, heeft onvolprezen gevolgen voor de menselijke ontwikkeling.
bijlagen
Meer algemene informatie over het recht op onderwijs in het Kinderrechtenverdrag en in de Millenniumdoelstellingen, en over onderwijs in de programma’s van UNICEF, vind je terug in de lesmap van 2012-2013 (‘UNICEF Brengt scholen en kinderen in India dichter bij elkaar’,) en in de lesmap over Haïti (‘Leren overLeven’ 2011-2012). Je vindt beide lesmappen terug op onze website www.unicef. be > documentatie > pedagogisch materiaal of op aanvraag via
[email protected] In deze lesmap spitsen wij ons toe op het recht op onderwijs in oorlogs- en postconflict situaties, met als vertrekpunt het belang van onderwijs.
3. Onderwijs en oorlog
activiteitenfiches
2. Recht op onderwijs
Copyright UNICEF België / Anneleen Van Kelecom 5 http://www.unicef.org/infobycountry/burundi_statistics.html 2007-2011 en UNICEF Burundi, Annuel Report, 2011.
17
Wereldwijd gaan ongeveer 57 miljoen kinderen niet naar de lagere school. Ongeveer de helft van de kinderen die de leeftijd hebben om lager onderwijs te volgen maar dit niet doen, leeft in conflictsituaties.
De laatste tien jaar is er een enorme vooruitgang geweest op het gebied van toegang tot onderwijs. Zo waren er in 1999 meer dan 102 miljoen nietschoolgaande kinderen. In 2011 (de start van onze petitie voor noodscholen) waren dit er 67 miljoen en ondertussen daalde dit cijfer tot 57 miljoen kinderen. Een sterke daling dus, maar we zijn er nog lang niet. Nog steeds gaan vooral kinderen uit kwetsbare groepen niet naar school, zoals meisjes, arme of gehandicapte kinderen, kinderen in afgelegen gebieden, of zij die leven in nooden conflictsituaties.
Eén korte conflictperiode kan ervoor zorgen dat de vooruitgang op vlak van ontwikkeling, behaald na lange jaren van werk, wordt tenietgedaan of onderbroken. Niet alleen de economische groei, maar ook de ontwikkeling op vlak van gezondheid of onderwijs wordt op het spel gezet. De impact van conflicten is het grootst en duurt het langst in landen die getroffen zijn door armoede. Wanneer men de verwoestende conflicten van de laatste jaren in Afghanistan, Pakistan, Libië, Somalië, Sudan, Yemen of recenter in Syrië of Mali analyseert, heeft men het zelden over educatie. De media besteden aandacht aan het meest onmiddellijke lijden van de bevolking, maar buigen zich niet over de gevolgen van conflicten op lange termijn. In vele landen waar een conflictsituatie heerst, vernielt de oorlog nochtans scholen én de hoop van verschillende generaties kinderen. Naast de toegang tot onderwijs is het ook nodig om de kwaliteit van het onderwijs te verhogen, want die is momenteel nog al te vaak ondermaats.
3.2. Concrete gevolgen Hieronder vind je de belangrijkste gevolgen van oorlog voor onderwijs in het algemeen. Daarna hebben we het ook over de specifieke gevolgen voor vluchtelingen. Kwaliteitsvol onderwijs overleeft zelden een conflict: scholieren en lesgevers moeten dikwijls vluchten. In vele gevallen worden schoolgebouwen gebombardeerd of opgeëist door gewapende groepen of het leger, of worden ze gebruikt als logement voor vluchtelingen. Budgetten worden verduisterd voor militaire activiteiten, het loon van leerkrachten wordt niet meer betaald en het schoolmateriaal komt niet op school terecht. De inkomens van gezinnen worden minder voorspelbaar. Veel families kunnen zich de schoolkosten niet meer veroorloven en kinderen zelf moeten meer helpen met huishoudelijke taken dan voordien. Als het conflict blijft voortduren, dalen de scholingsmogelijkheden van de kinderen soms op onomkeerbare wijze.
achtergrondinformatie
3.1. Onderwijs als slachtoffer
activiteitenfiches
Angst kan de onderwijskansen van kinderen aanzienlijk verminderen. Ouders kunnen bang zijn om hun kinderen buiten hun omgeving en naar school te laten gaan, uit angst voor geweld of ontvoering. Een conflict kan vooruitgang op vlak van onderwijs afremmen: Het voorbeeld van Irak is veelzeggend. Tot in de jaren ‘90 was Irak de regionale leider op gebied van educatie. Het land was erin geslaagd om bijna alle kinderen lager onderwijs te laten volgen. Ook in het secundair onderwijs was er een hoog aantal schoolgaanden en het land had universiteiten. Ten gevolge van de Golfoorlog echter, kwam Irak op vlak van educatie weer onderaan de regionale ladder te staan.
bijlagen
Copyright UNICEF / NYHQ2009-1722 / Asselin
Conflicten gaan dikwijls gepaard met seksueel geweld, gedwongen rekrutering en ontvoering van kinderen. Het trauma van kinderen die dit geweld ondergaan hebben, heeft een aanzienlijke impact op hun leercapaciteiten. Vandaag zijn er 300.000 kinderen die worden uitgebuit als soldaat of in de frontlinie staan bij gevechten. Voor meer informatie verwijzen we graag naar onze themafiche over kindsoldaten. Je kan deze gratis aanvragen via
[email protected] of downloaden via www.unicef.be > documentatie > pedagogisch materiaal.
18
19 Copyright UNICEF België / Anneleen Van Kelecom
Hieronder vind je de gevolgen van oorlog op de onderwijsloopbaan van vluchtelingenkinderen. De situatie van de Burundese vluchtelingenkinderen wordt besproken in het onderdeel over Burundi. De kansen om de lagere school af te maken, zijn relatief kleiner. Veel families zijn verplicht hun huizen te ontvluchten en komen terecht op plaatsen waar ze maar een tijdelijk logement hebben en waar er geen toegang is tot onderwijs. Ook de slechte kwaliteit van het onderwijs en het ontbreken van materiaal en leslokalen zorgen ervoor dat een groot aantal kinderen de lagere school niet afmaakt. Kinderen die pas op latere leeftijd met school begonnen zijn, kunnen hun achterstand vaak niet inhalen omdat naast onderwijs andere verantwoordelijkheden belangrijker worden. De gevolgen van conflicten zijn ook dramatisch voor de alfabetiseringsgraad. Je vindt hierover meer informatie onder uitdaging 1 op pagina 34. Als gevolg van aanvallen tegen burgers zijn er ‘verplaatsingen’. Deze verplaatsingen, waarbij mensen moeten vluchten, hebben een impact op alle niveaus, ook op dat van onderwijs, voor zowel intern ontheemden (vluchtelingen binnen de eigen landsgrenzen) als voor vluchtelingen die de grens oversteken. Verplaatsingen zorgen ervoor dat kinderen geen huis meer hebben, geen eten, geen toegang tot basisvoorzieningen en soms ook geen ouderlijke bescherming. De meerderheid van de
3.4. De rol van onderwijs in conflictsituaties
Onderwijs beschermt Tijdens een conflict kan een school een toevluchtsoord zijn. De dagelijkse routine en geruststellende sfeer van een school kunnen aan de leerlingen een gevoel van normaliteit geven en hen weer vertrouwen geven. Kwaliteitsvol onderwijs kan ook psychologische steun bieden en kinderen beschermen tegen fysieke schade, uitbuiting en geweld.
Kwaliteitsvol onderwijs Het volstaat niet om leerlingen naar school te sturen, ze moeten ook onderwijs van kwaliteit krijgen. Kwaliteitsvol onderwijs kan kinderen beschermen tegen de negatieve impact van conflicten en een positieve kracht zijn voor de vrede.
Kinderen kunnen niet wachten tot de vrede terugkeert om te leren hoe ze kunnen overleven. Onderwijs speelt een cruciale rol in het beschermen van kinderen en in het ondersteunen van processen van vredesopbouw en economische groei. Onderwijs staat ook centraal bij identiteitsvorming, bevordert sociale cohesie, natievorming en positieve waarden en maakt het mogelijk om verschillende Millenniumdoelstellingen te realiseren.6
achtergrondinformatie
3.3. Specifiek voor vluchtelingen
ontheemde personen zijn kinderen. Onderwijs kan hen helpen de trauma’s die ze beleefd hebben te verwerken. - Het grootste deel van de vluchtelingen en intern ontheemden leeft in ontwikkelingslanden. De meerderheid van deze personen die hun woonplaats ontvlucht zijn, zijn ‘intern ontheemde individuen’ (personen die verblijven binnen de grenzen van hun land). De andere groep zijn vluchtelingen; zij verblijven buiten de grenzen van hun land. - Vaak moeten ze voor een lange periode in ballingschap als vluchteling leven (de gemiddelde duur is 5 jaar). - Tussen 1999 en 2008 zijn wereldwijd 20 miljoen kinderen hun thuis moeten ontvluchten. - We merken grote verschillen op in de toegang tot onderwijs bij de gevluchte kinderen: niet alle vluchtelingenkinderen hebben dezelfde of gelijke toegang tot onderwijs.
4. Leren overLeven in Burundi 4.1. Algemene context Ook al hebben Burundi en België een stuk geschiedenis gemeen, toch blijft Burundi voor de meeste Belgen een grote onbekende. Nochtans zijn er enkele opvallende gelijkenissen met België. Het land is maar een beetje kleiner dan het onze en met iets meer dan 8 miljoen Burundezen is ook het aantal inwoners vergelijkbaar. Burundi is daarmee één van de dichtstbevolkte landen van Afrika. Maar uiteraard vallen de verschillen meer op. België is een van de rijkste landen ter wereld, terwijl Burundi onderaan in de rangschikking van de Human Development Index van het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP) bengelt, bij de armsten.
Onderwijs bevordert de vrede
Burundi is een mooi land, met landschappen die recht uit een fotoalbum lijken te komen. Overal is er de visuele explosie van rode aarde en groene, weelderige plantengroei. Het land heeft vriendelijke en boeiende bewoners. Burundi is ook een jong land: de helft van zijn bevolking is jonger dan 18 jaar.7
Als je graag nog extra informatie hebt over Burundi, kan je onze brochure «Kinderen van Burundi: van crisis naar ontwikkeling» downloaden op www.unicef.be > documentatie > programma’s partnerlanden of gratis bestellen op www.unicef.be > documentatie > aanvragen documentatie > land Burundi.
activiteitenfiches
In elk conflict wordt het leven van burgers in gevaar gebracht: scholen, schoolgaande kinderen en leerkrachten worden vaak opzettelijk als doelwit genomen. In conflictsituaties is het vernietigen van scholen een veel voorkomende zaak. In conflicten tussen 1999 en 2008 zijn naar schatting wereldwijd meer dan twee miljoen kinderen gedood en hebben zes miljoen een handicap opgelopen.
Onderwijs kan een stabiele toekomst bevorderen. Onderwijs kan het oplossen van conflicten aanmoedigen, verdraagzaamheid, mensenrechten en burgerschap bevorderen. Ze kan ongelijkheden verminderen en de grondslag leggen voor een goed bestuur en voor welvaart. Zo kan onderwijs de vicieuze cirkel van geweld en wraak doorbreken en voorkomen dat het conflict zich verder zet over generaties heen.
bijlagen
UNICEF België gelooft dat conflicten één van de meest belangrijke en complexe obstakels zijn voor onderwijs. Het probleem kan aangepakt worden met de volgende drie maatregelen: - Het budget van humanitaire hulp voor educatie moet verhoogd worden. - Aanvallen op plaatsen waar les gegeven wordt, moeten vermeden worden. - Maatregelen betreffende risicopreventie van catastrofes en oefeningen voor urgentie-, interventie- en herstelsituaties moeten geïntegreerd worden in de plannen en budgetten van de onderwijssector. Teken samen de petitie voor onderwijs in noodsituaties vóór eind 2013, opdat minstens 4% van het budget voor noodhulp naar onderwijs zou gaan. Dit kan via http://noodschool.be of de fiche in bijlage. Meer info op pagina 2. Copyright UNICEF België / Benoît Melebeck
20
6 UNICEF België, Nota educatie en conflict, 2013 7 UNICEF België, brochure Kinderen van Burundi, 2011
21
Copyright UNICEF België / Anneleen Van Kelecom
Copyright UNICEF België / Benoît Melebeck
In het middelbaar onderwijs is er een moeilijke doorstroom vanuit het lager onderwijs: het overgangspercentage bedraagt 31%. Er is een stuitend tekort aan middelbare scholen. De leerkrachten zijn slecht opgeleid en weinig bekwaam, waardoor vooral meisjes blijven zitten en massaal afhaken. Meisjes worden al te vaak naar praktische richtingen gestuurd die rechtstreeks naar de arbeidsmarkt leiden. Het voltooiingspercentage in het middelbaar onderwijs bedraagt 19%. Tot slot is er geen toegang tot de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën en hebben scholen laboratorium noch bibliotheek, waardoor de economische perspectieven van de jongeren en hun toegang tot informatie en de media beperkt blijven. Door deze lacune in het leerproces over levensvaardigheden en de verminderde economische perspectieven zijn ze kwetsbaar voor misbruik en uitbuiting, zoals kinderarbeid en slavernij. In het hoger onderwijs zijn de onderwijsmethodes achterhaald en de hoorcolleges, die gewoon overdracht van kennis zijn, houden een klimaat van afhankelijkheid in stand, zonder hulp bij het leerproces. Het didactisch materiaal is beperkt en verouderd. Meisjes maken minder dan 25% van de studentenpopulatie uit. Vele studenten doen hun jaar over.
22
achtergrondinformatie
De institutionele instabiliteit en het gebrek aan middelen hebben de impact van deze goede maatregel echter verzwakt. Het onderwijssysteem kraakt onder zijn beperkingen: te weinig scholen, waarvan de infrastructuur bovendien pover is; overbevolkte klassen met leerlingen die vaak honger hebben; te korte lestijden, geografische verschillen en verschillen tussen meisjes en jongens; te weinig gekwalificeerd onderwijzend personeel; te weinig handboeken die bovendien verouderd zijn; gebrek aan coördinatie tussen de verschillende onderwijsniveaus; weinig betrokkenheid van gezinnen en gemeenschappen; zwakke onderwijsmethoden; … In deze erbarmelijke omstandigheden haken veel leerlingen af en moeten er velen dubbelen, vooral meisjes.
In het lager onderwijs verhindert de dubbele bezetting (waarbij door een gebrek aan capaciteit één klas les krijgt in de voormiddag en een andere klas in de namiddag) vaak dat er rekening wordt gehouden met de noden van iedere leerling. De kwaliteit van het leerproces laat te wensen over. Naargelang de provincie zitten er 52 tot 102 leerlingen per klas. Het didactisch materiaal volstaat niet en de programma’s, die meer dan twintig jaar oud zijn, zijn niet aangepast en krioelen van de vrouwelijke stereotypen. De onderwijsmethode, meer overdracht van kennis dan constructie van kennis, is niet participatief en sluit leerlingen uit. Er wordt erg veel gedubbeld en dat aantal stijgt nog. Alleen de bemoedigende evolutie van de instroom van meisjes, waardoor er op dat vlak binnenkort (gender) gelijkheid is, is een duidelijke stap vooruit. In het lager onderwijs is het aantal leerlingen verdubbeld tussen 2003 en 2009. Dit voornamelijk omwille van de afschaffing van de schoolkosten voor het lager onderwijs. De toegang tot het lager onderwijs behaalt positieve resultaten, maar het voltooiingspercentage is problematisch: in 2010, bedroeg dit 51%.
8 UNICEF België, brochure Kinderen van Burundi, 2011, p 30-31
Op het vlak van alfabetisering van volwassenen blijven er veel problemen: gebrek aan middelen, zwakke politieke wil, gebrek aan bijval van de bevolking voor alfabetiseringsprogramma’s en weinig geloofwaardige statistieken.8
activiteitenfiches
«Onderwijs is het fundament van een leven van vrijheid en ontplooiing. Het staat centraal in de rechten van alle kinderen en in de plichten van alle lidstaten van de Verenigde Naties.” Burundi is zich bewust van de kracht van de sociale overdracht door onderwijs. De sector heeft echter zwaar te lijden gehad onder de oorlog. Daarom heeft het land het onderwijssysteem snel opnieuw op de sporen willen zetten. Het schrappen van het inschrijvingsgeld voor het basisonderwijs in 2005 heeft het aantal inschrijvingen en de terugkeer naar school een boost gegeven.
Het kleuteronderwijs is voor een groot deel voor de rekening van de gemeenschap en het is zwak. Slechts 1,5% van de 3-6-jarigen gaat naar een voorschoolse onthaalstructuur. De opvoeders hebben geen specifieke opleiding genoten en de kwaliteit van de onderwijsmethode voor kleuters, noodzakelijk voor de ontwikkeling van hun cognitieve functies, is erg laag.
4.3. Wat doet UNICEF? In 2010, in het kader van het Actieplan 2010-2014 in Burundi, hebben meer dan 100.000 jonge kinderen kunnen genieten van oriëntatie-activiteiten in kindvriendelijke zones of in voorschoolse centra. 27 structuren voor kleuters hebben spelkoffers ontvangen en 430 opvoeders pedagogisch materiaal. 58.000 ouders, 1.160 gemeenschapsverantwoordelijken, 980 animatoren en 42 journalisten werden gevormd rond de geïntegreerde ontwikkeling van het kind. Verschillende lokale gemeenschappen in moeilijk toegankelijke gebieden hebben ook recreatieve «Kindvriendelijke zones» ingericht. Om in 2011 in Burundi een inschrijvingsgraad van 100% en in 2015 een voltooiingsgraad in het lager onderwijs van 100% te bereiken heeft UNICEF zijn steun opgedreven. In 2010 zijn 174.000 kinderen naar school gegaan in 310 “Kindvriendelijke scholen”. 15.500 kinderen die hadden afgehaakt hebben opnieuw aansluiting gevonden met de school.
bijlagen
4.2. Onderwijs
23
4.5. Vluchtelingen Als een post-conflictueus, fragiel land, wordt Burundi geconfronteerd met problemen die voortvloeien uit de terugkeer en reïntegratie van vluchtelingen en intern ontheemden.
In de toekomst zal UNICEF Burundi samen met de Burundese overheid blijven werken aan de verbetering van het onderwijsssysteem op basis van de noden die hierboven werden beschreven. Naast onderwijs werkt UNICEF in Burundi ook rond de bescherming van kinderen, gezondheid, voeding, WaSH (water, sanitaire voorzieningen, hygiëne), gendergelijkheid en HIV/Aids. Ten slotte is er ook aandacht voor communicatie (sensibiliseren, informeren, pleiten en deelnemen) over kinderrechten, want communicatie voor verandering is de sleutel tot een solide en duurzame ontwikkeling.9
4.4. Oorlog Na de burgeroorlog in 1972, boekte Burundi tot het begin van de jaren ‘90, vooruitgang inzake de verbetering van de levensomstandigheden van de bevolking. Maar vanaf 1993 tot 2005 kende het land opnieuw een burgeroorlog met desastreuse gevolgen voor de Burundese samenleving en de economie. 24
9 UNICEF België, brochure Kinderen van Burundi, 2011
In 1993 barstte in Burundi een burgeroorlog los die aan ongeveer 300.000 mensen het leven heeft gekost. Bovendien raakten 850.000 mensen gewond en sloegen duizenden anderen op de vlucht. De burgeroorlog heeft de Burundese maatschappij en de economie volledig verwoest. Het heropbouwproces is ondertussen volop aan de gang, maar blijft zeer breekbaar. Sinds de akkoorden van Arusha in augustus 2000, en het opzetten van democratische instituties die verkozen werden in 2005, is het land terug uit de crisis aan het komen, is er terug groei en wordt de gemeenschap van donateurs gemobiliseerd. Het land integreert zich in de regionale economische ruimtes, zoals de Oost-Afrikaanse gemeenschap, wat nieuwe mogelijkheden opent. Sinds 2005, wordt er vooruitgang vastgesteld. Er werden lokale, presidentiële en parlementsverkiezingen gehouden in 2010.10
De gezinnen keren terug naar hun dorp of gemeente van herkomst, naar hun ‘geboorteheuvel’ (de heuvel waar hun grootouders of ouders vandaan komen – Burundi is een heuvelachtig land). Voor de meeste kinderen is het de eerste keer dat ze hun geboorteland zien. Eens ter plaatse worden de families opgevolgd door de overheid. Vaak zijn er conflicten over een stuk grond of een huis. Want in vele gevallen woont er ondertussen een andere familie in het huis of op de grond van de terugkomers. In veel gevallen wordt het stuk grond in twee gedeeld en wordt er een akkoord bereikt over het huis of de grond. Als dit niet lukt, onderhandelt de overheid of een andere organisatie tussen de twee gezinnen of wordt het gerecht ingeschakeld, wat veel tijd in beslag neemt.
Eind 2012 werden de laatste grote groepen vluchtelingen uit Tanzania verplicht gerepatrieerd naar Burundi, en werden de vluchtelingenkampen daar gesloten. In totaal werden ongeveer 35.000 vluchtelingen gerepatrieerd in november en december 2012. Binnen deze groep is 57% van de vluchtelingen jonger dan 18 jaar.11
Voor de leerlingen vind je meer informatie in het UNICEF Kids-magazine dat je kunt downloaden op www.unicef.be/kids > info > Lezen en opzoeken > unicef kids magazine > oorlogskinderen 10 UNCHR, Rapatriement des réfugiés Burundais de la Tanzanie, Statistiques cumulées et Indicateurs clés, 2012 11 UNCHR, Rapatriement des réfugiés Burundais de la Tanzanie, Statistiques cumulées et Indicateurs clés, 2012
bijlagen
De gendergelijkheid en de scholingsgraad zijn gestegen in de provincies waarop het programma zich concentreert. 400.000 wezen en kwetsbare kinderen hebben schoolbenodigdheden gekregen. De vaardigheden van 5.000 leerkrachten, 10.000 opvoeders en ouders zijn versterkt.
Burundi kent een zeer sterke demografische groei (2,4%) en één van de hoogste bevolkingsdichtheden in Afrika. De instroom van Burundese repatrianten legt een grote druk op de bestaande infrastructuur en het grondbezit, evenals op sociale diensten zoals onderwijs, gezondheidszorg, water, sanitaire voorzieningen en de bescherming van kinderen.
activiteitenfiches
Copyright UNICEF België / Anneleen Van Kelecom
Door de oorlog waren er intern veel mensen op de vlucht in Burundi. Duizenden anderen vluchtten buiten de landsgrenzen, voornamelijk naar buurland Tanzania en een klein deel naar D.R.Congo. Met het vredesherstel en het ondertekenen van de Tripartite Overeenkomst, wordt het terugkeren naar Burundi bevorderd en wordt de repatriëring, de terugkeer en de integratie van vluchtelingen uit Tanzania, begeleid. Vanaf 2002 keerden vluchtelingen terug naar Burundi, vooral in de jaren 2004 (90 327) en 2008 (95 068 vluchtelingen). Sinds het einde van de oorlog en de politieke instabiliteit, zijn er in totaal meer dan 515.000 vluchtelingen teruggekeerd naar Burundi. De meerderheid van hen kwam terug in het kader van georganiseerde repatriëring en kwam dus niet vrijwillig of spontaan terug. In Burundi werken ze nu aan hun integratie.
4.5.2. Algemene uitdagingen
achtergrondinformatie
4.5.1. Context
25 Copyright UNICEF / NYHQ1994-0420 / Press
As of 31 October 2008
4.5.3 Specifieke uitdagingen voor onderwijs
Lukole Lukole A A
Songore Songore
Musasa Musasa
achtergrondinformatie
NGOZI NGOZI NGOZI
Muyinga Muyinga
Gasorwe Gasorwe // Kinama Kinama KAYANZA KAYANZA
CANKUZO CANKUZO CANKUZO
KARUZI KARUZI
BUBANZA BUBANZA MURAMVYA MURAMVYA Mutimbuzi Mutimbuzi
BUJUMBURA MAIRIE BUJUMBURA MAIRIE BUJUMBURAMAIRIE
MWARO MWARO MWARO
Uvira Uvira
0
Gitega Gitega Gihinga Gihinga Mwaro
BUJUMBURA BUJUMBURA RURAL BUJUMBURARURAL RURAL
RUYIGI RUYIGI Ruyigi Ruyigi Ruyigi Ruyigi
Gisuru Gisuru Nyabitare Nyabitare Gisuru Gisuru
Mwaro Mwaro
Nduta Nduta RUTANA RUTANA
10
20
BURURI BURURI
Giharo Giharo
a
0
Kanembwa Kanembwa Kibondo Kibondo
GITEGA GITEGA GITEGA
k nyi
12 UNICEF Burundi, Proposal for the reintegration of child returnees in the commune of Rumonge, 2013.
CIBITOKE CIBITOKE
a ng
26
Lukole Lukole B B
Kobero Kobero
Ta
kilometres
Democratic Republic of the Congo
Makamba Makamba MAKAMBA MAKAMBA Mabanda Mabanda
Nyarugusu Nyarugusu
Muyovosi Muyovosi
Mugina Mugina
Mtabila Mtabila IIII
Kasulu Kasulu
activiteitenfiches
Voor de gerepatrieerde vluchtelingen van 2012 hebben de belangrijkste uitdagingen voor de toekomst betrekking op de volgende onderwerpen: • Meer dan 20.000 gerepatrieerden zijn 0 tot 17-jarigen. Zij hebben het meest behoefte aan bescherming, toegang tot sociale basisvoorzieningen, onderwijs, gezondheid en voeding, en wateren sanitaire voorzieningen, zowel tijdens de noodsituatie als tijdens de reïntegratie fase. • De integratie van de gerepatrieerde kinderen in het Burundese onderwijssysteem legt een aanzienlijke druk op een onderwijssysteem dat reeds kampt met overvolle klaslokalen (verhouding van 72 leerlingen op 1 leerkracht), met een lage kwaliteit van het onderwijs en waar een veilige en beschermende schoolomgeving ontbreekt; • Het verstrekken van een gemakkelijke toegang tot drinkbaar water en sanitaire voorzieningen voor de repatrianten in de ontvangende gemeenschap.
Het is belangrijk dat deze nieuwe leerlingen en hun families geïntegreerd worden in de lokale gemeenschap. De leerlingen hebben dus specifiek nood aan aangepaste schoolprogramma’s, die hen toelaten hun schoolachterstand in te halen. Hierbij moet aandacht besteed worden aan bijlessen in het Frans en het Kirundi. Ook lessen over de geschiedenis van Burundi zijn belangrijk, aangezien een gedeelde geschiedenis kan bijdragen tot de integratie van deze leerlingen.12
Mugano Mugano
Musange TC TC Musange
ke La
Getuigenis 1: Augustin, 25 jaar “Burundi is een nieuw land voor mij. Ik ben in Tanzania geboren. Mijn ouders zijn gestorven toen ik nog klein was. Ik ken de geschiedenis van mijn familie niet en weet dus niet waar mijn ouders en grootouders hier in Burundi gewoond hebben. Daarom verblijf ik nu tijdelijk in een centrum vlakbij de Tanzaniaanse grens. Ik weet niet waar ik vandaan kom en ik weet niet waar ik naartoe moet. Ik wacht tot de Burundese overheid mij laat weten waar ik mag gaan wonen.”
Ngara Ngara
KIRUNDO KIRUNDO
Vluchtelingenkamp Grensovergang vluchtelingen
UNHCR UNHCR Burundi, Burundi, printed printed on on 10/11/08 10/11/08 UNHCR UNHCR Burundi, Burundi, printed printed on on 10/11/08 10/11/08 UNHCR UNHCR Burundi, Burundi, printed printed on on 10/11/08 10/11/08 The boundaries and names shown and the designations used on this map do not imply official endorsement or acceptance by the United Nations
In de activiteitenfiches van deze lesmap zullen we ons voornamelijk toespitsen op de provincie Makamba, die 42,2% van de gerepatrieerde vluchtelingen van 2012 opvangt (en 24% van de vluchtelingen sinds 2002). Meer specifiek zullen we ons focussen op de gemeente Nyanza-Lac waar we 27.9% van deze gerepatrieerde vluchtelingen uit het laatste vluchtelingenkamp Mtabila in Tanzania terugvinden. Daarbij komt dat deze gemeente reeds overbevolkt is vanwege o.a. de nabijheid van de Tanzaniaanse grens en de ligging nabij het Tanganyika- meer. Dit verklaart de concentratie van de bevolking en van repatrianten uit eerdere repatriëringen. 57% van de Burundezen uit het vluchtelingenkamp Mtabila zijn jonger dan 18 jaar, en zijn dus huidige of toekomstige leerlingen. Dit heeft uiteraard een impact op het onderwijssysteem in de ontvangende provincie Makamba en de gemeente Nyanza Lac. De lokale scholen vangen alle nieuwe leerlingen op en er is bijgevolg een grote nood aan extra klaslokalen, leerkrachten en schoolmateriaal. We nemen dit voorbeeld om de gevolgen aan te tonen van conflict en oorlog op onderwijs. Ook de meeste getuigenissen van de leerlingen in de educatieve dvd en in de lesmap komen uit deze provincie.
bijlagen
Copyright UNICEF België / Anneleen Van Kelecom
Een groot deel van de vluchtelingen die gerepatrieerd werden in 2012 verbleef in het vluchtelingenkamp Mtabila in Tanzania. Daar werden in 2009 alle scholen gesloten om de vluchtelingen aan te moedigen terug naar huis te gaan. Velen vertrokken echter niet meteen en er werd een informeel onderwijssysteem opgezet door de vluchtelingen in 2010. De vluchtelingenkinderen kregen in deze informele onderwijscentra les in diverse vakken zoals Frans, Engels, Swahili, Kirundi, wiskunde, .... Maar dit kon niet voorkomen dat de meesten van hen een achterstand hadden toen ze in 2012 terug naar school gingen in Burundi.
25 2
Gikongoro Kigeme Kigeme Gikongoro
Un i of ted Ta Re nz pu an bl ia ic
Veel van de kinderen gingen in Tanzania naar school volgens het Tanzaniaans systeem (in het Engels en Swahili), anderen kregen in vluchtelingenkampen les volgens het Burundees systeem (in het Frans en Kirundi). Hierdoor hebben leerlingen diverse noden zowel wat betreft taalonderwijs als bij het inhalen van hun schoolachterstand.
MUYINGA MUYINGA
Bugarama Bugarama
De laatste groep gerepatrieerde kinderen van 2012 konden terug naar school in Burundi, maar kwamen toe in het midden van het 1ste trimester, in klassen met 80 tot 100 leerlingen en met een gebrek aan didactisch materiaal, schoolbanken en schoolmateriaal.
Rwanda
27
iii. actiViteitenfiches hoe de actiViteitenfiches gebruiKen? Deze fiches bieden een waaier aan activiteiten voor de leerlingen in de klas, aansluitend op de educatieve dvd over het recht op onderwijs in Burundi. Via het menu van de dvd kan men dieper ingaan op de 6 uitdagingen die het voor kinderen in Burundi na de oorlog moeilijk maken om hun recht op onderwijs ten volle te benutten. Per uitdaging vind je een fragment dat ongeveer 2 minuten duurt. De hele dvd duurt ongeveer 12 minuten.
actiViteitenfiches
Per uitdaging die in de dvd en in de tekst besproken wordt, is er achtergrondinformatie voor de leerkracht en een activiteitenfiche voorzien. De activiteitenfiches zijn opgesplitst in leerdoelen, lesduur, materiaal (tekst, getuigenis of dvd) en verloop. Voor de leerlingen kan je eveens het bijbehorende werkboekje downloaden op
www.unicef.be > documentatie > pedagogisch materiaal.
UNICEF België stelt eveneens themafiches ter beschikking als educatieve ondersteuning voor de leerlingen. Om deze themafiches automatisch te ontvangen kan je je vrijblijvend aanmelden als ‘Wereldklas’ op www.unicef.be/scholen, zonder verdere verplichting of voorwaarden. De themafiches worden gespreid over het schooljaar en worden opgestuurd voor het aantal leerlingen in jouw klas(sen).
bijlagen
actiViteiten
Op het einde van de dvd (laatste keuzemenu) worden leerkrachten en leerlingen uitgenodigd voor een concrete actie, de zogenaamde ‘Dag voor Verandering’. Je vindt hierover meer informatie op pagina 61 en op www.unicef.be/kids. Doe voor deze concrete actie beroep op een educatieve vrijwilliger via
[email protected]
28 Copyright UNICEF België / Benoît Melebeck
29
4. Verloop fase 1 (20 minuten): Kies in het menu van de dvd het fragment: De rechten van het kind. Bespreek met de leerlingen: • Wat zijn kinderrechten? Laat hen mogelijke voorbeelden opsommen. • Wat zijn de verschillende kinderrechten? Bespreek aan de hand van de kinderrechtenposter of de afbeeldingen. • Waar in de wereld worden kinderrechten geschonden? De leerlingen bespreken samen met de leerkracht en beseffen dat kinderrechten niet enkel in Afrika of in het Zuiden geschonden worden, maar overal ter wereld en dus ook bij ons.
Hierover vind je als leerkracht meer achtergrondinformatie op onze website www.unicef.be > kinderrechten > kinderrechten in België.
• Waarom het recht op onderwijs belangrijk is en hoe het invloed heeft op andere kinderrechten? fase 2 (30 minuten): Inleefspel over rechten en onrechtvaardigheid. Dit spel heeft verschillende opties en kan gespeeld worden op verschillende manieren. Hang een groot blad aan de muur of ga met de leerlingen aan het bord staan. > De leerlingen nemen een stift of krijtje. > De leerlingen zetten om de beurt een stip of tekenen een ander symbool zo hoog mogelijk op het blad of bord. > De vijf hoogste stippen winnen het spel. > De ene leerling is groter dan de andere leerling (= oneerlijk!). > Schrijf de namen van de winnaars op het bord.
algemene actiViteitenfiches: Kinderrechten, WereldKlas & burundi activiteitenfiche a:
Kinderrechten
Bespreek: > Wat hebben jullie opgemerkt tijdens het spelen van het spel? (onrecht) > Hoe voelen jullie zich hierbij? (geen prettig gevoel, oneerlijk, machteloos,…) > Laat de leerlingen voorbeelden geven van andere onrechtvaardige situaties.
actiViteitenfiches
Copyright UNICEF België / Benoît Melebeck
Dit spel17 kan ook gespeeld worden met papier en kleurpotloden/verf. De leerlingen worden in twee of meer groepen opgedeeld. De leerkracht deelt kleurpotloden of verf uit. Bepaalde groepen krijgen veel verschillende kleuren, andere groepen maar één of twee kleuren. Vervolgens geeft de leerkracht de opdracht om met een bepaalde kleur iets te tekenen op het blad. Hij/zij doet dit daarna ook voor de andere kleuren, bijvoorbeeld: teken een geel huis, een groen kind, een rood dier,… De ene groep kan dus alles tekenen wat de leerkracht vraagt, terwijl de andere groep maar één of twee dingen kan tekenen. Deze laatste groep heeft op het einde dan ook een minder gevulde en kleurrijke tekening. De tekeningen worden opgehangen en het “onrecht” wordt klassikaal besproken. Vraag hoe de leerlingen zich hierbij voelen, enz.
1. leerdoelen: de leerlingen kunnen … • • • •
uitleggen wat (kinder)rechten zijn. verschillende kinderrechten opnoemen. uitleggen waarom het recht op onderwijs belangrijk is. hun mening geven over situaties die verband houden met onrechtvaardigheid.
2. lesduur: ongeveer 50 minuten. • De educatieve dvd over Burundi. Indien je klas deze dvd nog niet heeft, kan je hem aanvragen via
[email protected] • Bijlage 1: afbeeldingen van kinderrechten voor de leerlingen • Eventueel de algemene themafiche voor de leerlingen over kinderrechten ‘Hallo, jij daar’: verkrijgbaar op aanvraag via
[email protected] of te dowloaden op www.unicef.be > documentatie > pedagogisch materiaal 30
bijlagen
3. materiaal
Voor extra informatie over kinderrechten Ga naar onze kidswebsite www.unicef.be/kids en bekijk onder INFO de rubriek kinderrechten
13 Met dank aan onze educatieve vrijwilliger Sandra Navarrete Burgos om ons te inspireren voor dit spel.
31
activiteitenfiche b:
activiteitenfiche c:
1. leerdoelen: de leerlingen kunnen …
1. leerdoelen: de leerlingen kunnen …
WereldKlas
burundi
• uitleggen wat het betekent om een wereldklas te zijn. • verschillende dingen opsommen die een wereldklas kan doen. • uitleggen waarom het belangrijk is om hun rechten te kennen en om wereldklas te zijn.
2. lesduur: ongeveer 100 minuten (kan opgedeeld worden per fase. Lesduur per fase: zie hieronder). 3. Verloop
Burundi op de wereldkaart aanduiden. iets vertellen over Burundi als land. iets vertellen over de oorlog in Burundi. uitleggen dat niet alle conflictsituaties in de media aan bod komen.
2. lesduur: ongeveer 40 minuten (kan opgedeeld worden per fase. Lesduur per fase: zie hieronder).
Een wereldklas is een klas die tijdens het schooljaar extra aandacht besteedt aan ontwikkelings- en kinderrechteneducatie. Dit wil zeggen een klas die stilstaat bij kinderrechten, de rechten van de kinderen in de klas, maar ook de rechten van andere kinderen in haar omgeving, en in andere landen in de wereld. Een klas die zich kan inleven in de situatie van andere kinderen en hierover kan nadenken. In een wereldklas wordt geprobeerd in zoveel mogelijk vakken een link te leggen met kinderrechten. Deze klas ontvangt materiaal en een gastles van UNICEF België, en kan ook begeleiding krijgen voor projecten en acties. De klas kan werken met de website van UNICEF Kids (www.unicef.be/kids) waar er via info en spel meer uitleg wordt gegeven over kinderrechten en er kennis gemaakt kan worden met kinderen uit de hele wereld. Deze klas kan vrijblijvend een project of actie organiseren (de Dag voor Verandering). Door educatieve, ludieke en originele acties die de klas zelf kiest, worden de kinderrechten die dag extra in de verf gezet. Alle acties kunnen gepost worden op www.unicef.be/kids.
3. materiaal • De educatieve dvd over Burundi.
4. Verloop fase 1 (10 minuten): Burundi in de wereld • De leerlingen zoeken Burundi op de wereldkaart. • Ze schrijven op welke landen ze allemaal moeten doorkruisen om van België naar Burundi te gaan. • Ze schrijven de buurlanden van Burundi op. fase 2 (30 minuten): Oorlog in Burundi en in de wereld • Kies in het menu van de dvd het fragment: De rechten van het kind, en bespreek met de leerlingen kort het land Burundi, de oorlog en de gevolgen voor onderwijs (zie pagina 17). • Bespreek met de leerlingen of ze al gehoord hebben over de oorlog in Burundi en het feit dat zoveel vluchtelingen uit Tanzania gerepatrieerd werden naar Burundi, en dit ook in 2012. Zoek het woord ‘vluchteling’ op. • Bespreek in het kader van mediawijsheid, waarom niet alle oorlogen, conflicten of natuurrampen aan bod komen in de media bij ons. Bijvoorbeeld: We horen veel over Syrië, Afghanistan, Haïti, maar niet over Burundi. Geef aan dat wat op de televisie getoond wordt, niet alles is en dat er veel meer oorlogen, conflicten of natuurrampen zijn dan die waarover we op televisie horen. Bekijk met hen de kaart hieronder waarop conflicten wereldwijd zijn aangeduid. Hebben ze al over al deze conflicten gehoord? Waarom (niet)?
actiViteitenfiches
fase 1 (20 minuten) : Er wordt klassikaal een brainstorm gehouden, waarbij de leerlingen ideeën geven over wat “Wereldklas zijn” voor hen betekent. De ideeën worden op het bord geschreven en daarna gelinkt aan het concept van een Wereldklas. In het kader hieronder vind je meer informatie. Onderwerpen zoals solidariteit, verdraagzaamheid, empathie, …. kunnen uiteraard gelinkt worden aan kinderrechten. Meer informatie en ideeën hierover vind je ook in de inleiding onder ontwikkelingseducatie of kinderrechteneducatie op bladzijde 8.
Copyright UNICEF België / GBS Wezemaal
• • • •
fase 2 (30 minuten) : De leerlingen maken individueel een logo of een tekening voor hun “Wereldklas”
bijlagen
fase 3 (50 minuten) : De leerlingen maken in groep een grote collage van al hun tekeningen of maken één grote poster over wat het voor hen betekent om wereldklas te zijn. De leerlingen kunnen deze poster of collage dan ophangen aan hun klas. Ze kunnen in groepjes hun collage/poster aan de andere klassen tonen en uitleggen (peer-to-peer) dat ze een “Wereldklas” zijn, en wat dat betekent, wat kinderrechten zijn, … Ga naar onze kidswebsite en bekijk onder NEEM DEEL de rubriek Wereldklas: www.unicef.be/kids Of www.unicef.be/scholen
http://www.refworld.org/docid/49a6687f2.html 32
33
In de lagere school is de onderwijstaal voornamelijk het Kirundi. In het eerste en tweede leerjaar leren de kinderen een beetje Frans, Swahili en ook Engels. Vanaf het vijfde leerjaar begint men de lessen te geven in het Frans, maar vaak wordt er toch nog overgeschakeld op het Kirundi om iets uit te leggen. Op de middelbare school, wordt er les gegeven in het Frans. Kirundi en Engels zijn dan vakken zoals andere onderwijsvakken.
Copyright UNICEF België / Anneleen Van Kelecom
UITDAGING 1: Liliane moet blijven zitten De lessen werden onderbroken door de oorlog en sommige kinderen vluchtten naar een buurland, zoals Tanzania, waar ze soms les kregen in een andere taal (Engels en Swahili). Terug in Burundi moeten deze “gerepatrieerde” kinderen blijven zitten omdat ze een tijd niet naar school gingen of omdat ze nu les krijgen in de talen van Burundi (Frans en Kirundi), wat een hele aanpassing is. Zo hebben kinderen in Burundi veel achterstand op school en moeten ze blijven zitten. Daarom zitten er in één klas ook vaak kinderen van verschillende leeftijden.Bovendien hebben leerlingen hierdoor vaker een gebrek aan zelfvertrouwen, voelen ze zich minder goed (in hun vel) omdat ze niet meekunnen, en zullen ze sneller spijbelen of zelfs stoppen met school. Dit geldt voor alle vluchtelingenkinderen, maar voor meisjes is het vaak nog moeilijker, dan voor jongens. In de vluchtelingenkampen in Tanzania werden de scholen in 2009 gesloten om de vluchtelingen zo
34
aan te moedigen om terug naar huis te gaan. De kinderen die in 2012 met hun familie terug naar Burundi kwamen, kregen daardoor gedurende drie jaar geen officieel onderwijs, maar enkel informeel of clandestien onderwijs gegeven door ouders en leerkrachten. De uitdaging voor deze gerepatrieerde kinderen is hun daadwerkelijke integratie in het Burundese onderwijssysteem.
Diploma’s of certificaten De meeste kinderen zijn teruggekomen naar Burundi zonder documenten die hun – in Tanzania behaalde – scholingsniveau aantonen. Het was dan ook aan de leerkrachten in Burundi om het onderwijsniveau per leerling te kunnen inschatten aan de hand van toetsen en examens. Diegenen die wel de nodige documenten meebrachten, hadden moeite om deze te laten erkennen in het Burundees onderwijssysteem.
Leerlingen die het Tanzaniaans systeem volgden, kregen daarentegen les in het Engels en het Swahili. Ook al werd het Kirundi tijdens het ballingschap behouden, voornamelijk binnen de familie, toch hebben de leerlingen moeite met het schrijven van deze taal. Hierdoor zijn heel wat leerlingen die in Tanzania in het middelbaar onderwijs zaten, georiënteerd naar het lager onderwijs in Burundi om de basis van deze onderwijstaal te verwerven. Zo verliezen sommige leerlingen vier jaar in hun onderwijsloopbaan. Dit brengt de nodige frustratie en een gevoel van vernedering met zich mee omwille van deze achteruitgang of de onmogelijkheid om de lessen te volgen als ze dan toch terug in het middelbaar onderwijs werden geïntegreerd. Slechts een deel (55%) van de leerlingen die in Tanzania les kregen in het Engels en het Swahlili kregen inhaallessen in het Frans en het Kirundi. Rekening houdend met het verschil in taal en onderwijsinhoud, zullen velen hierdoor niet meer naar school gaan. De leerlingen die in Tanzania in de vluchtelingenkampen les kregen volgens het Burundees systeem (1993) en de kinderen die in Burundi bleven, hebben ook moeilijkheden met het Frans (maar uiteraard minder dan de leerlingen die les kregen in het Engels en het Swahili volgens het Tanzaniaans systeem), aangezien er thuis voornamelijk Kirundi gesproken wordt. Burundi maakt ondertussen deel uit van de “Oost-Afrikaanse Gemeenschap” en heeft een taalpolitiek aangenomen die het
multilinguisme stimuleert. Kinderen moeten op school naast het Frans en het Kirundi, nu ook Engels leren. Dit kan interessant zijn voor de leerlingen die in Tanzania al les kregen in het Engels en Swahili. Maar toch brengt deze veelheid aan talen op school in Burundi de nodige problemen met zich mee voor de meeste leerlingen, daar de meerderheid ook al moeite heeft met de Franse taal.14
Curriculum Naast de verschillen in taal, volgen de gerepatrieerde kinderen in Burundi vakken die ze in Tanzania nooit gekregen hebben. Bijvoorbeeld: door de onderbreking van het onderwijs in de kampen in Tanzania in 2009, kregen de leerlingen de afgelopen drie jaar een beperkt aantal vakken, o.a. taal, wiskunde, plastische opvoeding, muzikale opvoeding, etc. Dit volstond meestal echter niet om hun onderwijsachterstand in te halen.
Conclusie De repatriëring heeft een sterke en negatieve impact gehad op de re-integratie van jonge Burundese vluchtelingen op school. Een schatting van het scholingspercentage voor en na de terugkeer van jonge gerepatrieerden in de provincie van Makamba toont een sterke schooluitval.
activiteitenfiches
De officiële talen in Burundi zijn het Kirundi en het Frans. Het Kirundi is de meest gebruikte algemene en gemeenschappelijke communicatietaal in Burundi.
Veel leerlingen hebben een grote achterstand op school en zitten dus in een klas die niet correspondeert met hun leeftijd. Een groot deel van deze leerlingen hun achterstand kan verklaard worden door het laattijdig naar school gaan, door een onderbreking in hun onderwijsparcours omwille van de oorlog, door het krijgen van les in een ander schoolsysteem en in een andere taal (bijvoorbeeld in buurland Tanzania), etc. De statistieken voor onderwijs van 2010-2011 tonen een hoog niveau van zittenblijven (38%) en schoolverlaten. Enkel één op twee kinderen maakt de lagere school af. Het gebrek aan voorschools onderwijs voor drie tot zesjarigen is een belangrijke factor in deze hoge cijfers.
bijlagen
Taal
Om aan deze verschillende noden tegemoet te komen, leidt UNICEF leerkrachten op om les te geven aan een klas met verschillende niveau’s en leeftijden in een ‘Kindvriendelijke school’.
14 Protecting Through Education (RET). La réintégration socio-scolaire des jeunes rapatriés au Burundi. Impact et leçons apprises. Rapport de synthèse. 2012
35
»
36
Getuigenis 2 en 3 zijn getuigenissen van leerlingen in Burundi. Hieronder maken we de link met België op basis van de getuigenis van jongeren in België, afkomstig uit conflictlanden.
Getuigenis 4: Jongeren in België afkomstig uit conflictlanden Ook hier in België wonen kinderen en jongeren die oorlog meegemaakt hebben en die hierdoor een schoolachterstand hebben. UNICEF België sprak in april 2013, met een dertigtal jongeren van 15 verschillende nationaliteiten. Zij kwamen van zeven Belgische opvangcentra voor niet-begeleide
« «
de jongeren onvoldoende prioriteit gegeven aan het investeren in scholen.
» «
We willen kwaliteitsvol onderwijs voor alle kinderen en jongeren
Wij zijn de kinderen en jongeren van de wereld. We komen uit Afghanistan, Algerije, Bangladesh, Gambia, Guinee, Irak, Kosovo, Marokko, Mongolië, Pakistan, de Democratische Republiek Congo, Roemenië, Senegal, Servië en Vietnam. We hebben allemaal dezelfde moeilijkheden en dezelfde ideeën. We waren slachtoffer van armoede, ongelijkheid, oorlog of geweld. We hebben allemaal ons land verlaten en soms zelfs onze familie. Maar we willen een boodschap doorgeven voor onze broers en zussen en voor alle kinderen op de wereld: We willen kwaliteitsvol onderwijs voor alle kinderen en jongeren. Zonder onderwijs hebben wij geen toekomst.
»
Conflictsituaties zorgen er vaak voor dat jongeren niet meer naar school kunnen. Vooral de jongeren uit Afghanistan vertelden dat zij en hun leeftijdsgenoten slechts sporadisch naar school gingen. Dit was afhankelijk van de politieke situatie waarin hun land verkeerde. Veel scholen werden gesloten. Er waren geen leraren meer, omdat ze vermoord werden of net als de ouders en de kinderen bang waren voor de oorlog. Een Afghaanse jongen vertelt: Ik weet nu niks van mijn familie. Het mag niet meer zo zijn dat ouders hun kinderen, of kinderen hun broer of zus door geweld kwijtraken. De overheid moet ervoor zorgen dat er meer veiligheid komt.
«
»
Een oorlog of natuurramp gaat vaak gepaard met economische problemen en een verslechtering van de kwaliteit van het onderwijs. Er wordt bij de heropbouw van een land volgens
Op school in Pakistan moest je op de grond zitten. Er was geen elektriciteit, er waren slechte leerkrachten en het was onveilig. Er waren mensen die scholen kapot maakten. Abdul (17), Pakistan
»
In veel landen speelt het verschil tussen rijk en arm een grote rol. Arme mensen kunnen de materialen, het transport en de toegang tot een opleiding niet betalen. Ook gaan in sommige landen meisjes om verschillende – vaak culturele of religieuze – redenen niet naar school. Zo trouwen meisjes in Gambia rond hun zestiende en verlaten dan het onderwijs.
Aanbevelingen voor de beleidsmakers De aanbevelingen van de jongeren werden gebundeld in een magazine en een videoboodschap. In het kader van de door alle lidstaten van de Verenigde Naties gemaakte afspraken over onderwijs in de Millenniumdoelstellingen en de debatten rond het nieuwe ontwikkelingskader post-2015, worden deze aanbevelingen overgedragen aan de Belgische beleidsmakers en de Verenigde Naties.
activiteitenfiches
»
www.unicef.be > nieuws of zoek op “onderwijs noodsituaties”
«
Als ik de Minister van Onderwijs ben, dan zorg ik voor meer scholen, een verbeterde toegang, beter materiaal, gekwalificeerde leerkrachten en ondersteuning voor de vele weeskinderen in Guinee, die dit nu niet krijgen. Maïmouna (17), Guinee
»
Wij vinden het belangrijk de stem van kinderen en jongeren op het hoogste niveau te laten horen en hopen dat ernaar geluisterd wordt. Jongeren hebben heel wat interessants te vertellen. Je kan dit zelf lezen en bekijken op onze website:
bijlagen
«
Getuigenis 2: Victoire Hallo, ik ben Victoire, ik ben 14 jaar en zit in het zesde studiejaar. Ik ben geboren in Tanzania en ben daar ook voor het eerst naar school gegaan. Van 2008 tot 2012 ben ik niet naar school kunnen gaan, want in 2008 hebben ze de scholen in de vluchtelingenkampen in Tanzania gesloten, om zo de mensen aan te moedigen om terug naar huis in Burundi te gaan. Ik heb vier jaar achterstand op school. We kregen wel avondles van de Burundese leerkrachten in de vluchtelingenkampen. Deze avondlessen werden georganiseerd bij ons thuis of in de kerk. Dit is spijtig genoeg geen officieel onderwijs. We kregen van onze leerkracht wel rapporten en een document met ons studieniveau. Maar dit avondonderwijs was niet voldoende om mijn achterstand in te halen. In 2012 hebben mijn ouders onze familie ingeschreven op de lijst om terug naar Burundi te gaan. Mijn ouders vinden de school erg belangrijk en zijn blij dat we nu terug naar school gaan. Mijn twee zussen en mijn broer gaan ook naar school. Maar ik heb moeite om alles te begrijpen. Vooral wiskunde, wetenschappen en aardrijkskunde kan ik niet goed volgen. Veel dingen zijn nieuw voor mij, zoals de geschiedenis en geografie van Burundi. De Franse les gaat dan weer beter. In Tanzania kregen we les in Swahili, dus Kirundi is voor mij een moeilijke taal. Ondanks de problemen, ben ik blij om terug in mijn land te zijn.
Copyright UNICEF België / Benoît Melebeck
Copyright UNICEF België / Anneleen Van Kelecom
buitenlandse minderjarigen. Hieronder vind je hun antwoorden op de vraag: “Wat zou jij doen om ervoor te zorgen dat alle kinderen en jongeren overal ter wereld naar school kunnen?” Bekijk hun boodschap in het filmpje via onderstaande link:
copyright Ruud van der Graaf
«
Getuigenis 3: Adolphe Hallo, Ik ben Adolphe en ik ben 19 jaar oud. Ik ben geboren in Tanzania en ben samen met mijn familie teruggekomen naar Burundi in 2008. In Tanzania kreeg ik les in het Engels en Swahili, en zat ik in het achtste leerjaar (onderwijssysteem Tanzania). In Burundi moest ik terug naar het vierde leerjaar, omdat ik de onderwijstalen, het Frans en het Kirundi nog moest leren. Hierdoor heb ik vier jaar achterstand. In het zesde leerjaar ben ik geslaagd voor het eindexamen en kon ik naar het middelbaar onderwijs gaan. Ondertussen zit ik in het tweede jaar van het middelbaar onderwijs. In onze klas zitten kinderen van verschillende leeftijden. Het was moeilijk, maar ik heb me niet laten ontmoedigen en heb doorgezet. Ik heb het geluk gehad dat ik op jonge leeftijd naar school kon gaan. Ik heb hard mijn best gedaan en mijn leerkracht heeft mij ook veel geholpen. Hij vroeg me regelmatig of ik nog kon volgen en gaf me extra uitleg als ik iets niet begreep. Hij organiseerde ook extra bijlessen Frans en Kirundi voor de gerepatrieerde leerlingen. Ook mijn klasgenoten hebben mij geholpen met de vakken Frans en Kirundi. School is belangrijk want het helpt je om je toekomst voor te bereiden. Zelfs als het niet lukt om je studies af te maken, kan je wat je geleerd hebt toepassen in het dagelijks leven. Later wil ik dokter worden om kinderen te verzorgen.
www.unicef.be > nieuws of zoek op “onderwijs noodsituaties”. In bijlage vind je de volledige boodschap van de jongeren. 37
activiteitenfiche 1 1. leerdoelen: de leerlingen kunnen... • • • •
uitleggen wat de invloed van oorlog op onderwijs is. voorbeelden geven van gevolgen van oorlog op onderwijs. in deze context mogelijke oplossingen formuleren. het verband leggen met achterstand op school hier bij ons.
2. lesduur: ongeveer 80 minuten (kan opgedeeld worden per fase. Lesduur per fase : zie hieronder)
fase 1 (30 minuten): Kies in het menu van de dvd het fragment: Liliane moet blijven zitten. Bespreek kort het fragment uit de dvd op basis van de achtergrondinformatie hierboven: > Waarom heeft Liliane een achterstand op school? (oorlog, gevlucht, een tijd niet naar school, naar school in een ander land met een andere taal en een ander curriculum, etc.) > Wat kunnen wijzelf en anderen doen om Liliane te helpen? (bijles, de klas of lessen anders organiseren, kijken naar de specifieke noden van de verschillende leerlingen, leuke activiteiten organiseren zoals sport, spel, creatief bezig zijn opdat de kinderen met achterstand zich beter voelen in de klas, etc.) > Gebeurt het bij jou soms ook dat je niet kan volgen in de les, dat je achterstand hebt op school of moet zitten blijven? Bespreek dit kort. Waarom is dit moeilijk? Hoe wordt je hierbij geholpen of welke hulp zou je hierbij willen krijgen? Wat zijn de gelijkenissen en verschillen met de situatie van Liliane? fase 2 (50 minuten): Groepswerk op basis van de getuigenissen • Verdeel de klas in drie groepen. Elke groep leest en bespreekt een verschillende getuigenis. (groep 1: Victoire, groep 2: Adolphe, groep 3: jongeren in België) • De leerlingen lezen de getuigenis eerst individueel en bespreken ze daarna in hun groep aan de hand van onderstaande richtvragen (niet elke groep zal op alle vragen kunnen antwoorden): Welke obstakels zijn er om naar school te kunnen gaan? Wat zijn de obstakels voor goed onderwijs? Welke problemen zijn er op school? Welke oplossingen voor deze problemen worden besproken? Wat kunnen we leren uit deze getuigenissen over naar school gaan? • Daarna worden de drie groepen samengebracht, stelt de verslaggever van elke groep hun getuigenis voor aan de hand van de richtvragen, en worden de drie getuigenissen klassikaal besproken en vergeleken. De gelijkenissen en verschillen worden klassikaal overlopen. • Om af te afsluiten wordt het filmpje met de boodschap van de jongeren in België klassikaal bekeken en besproken.
Ga naar onze kidswebsite, speel het spel onder ONTDEK en bezoek het land BURUNDI : www.unicef.be/kids
38
uitdaging 2: dani heeft geen schrijfgerief Volgens het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties leeft ongeveer 60% van de Burundese bevolking onder de armoedegrens. De conflictsituatie heeft de capaciteit van de (meest kwetsbare) bevolking om zichzelf te installeren in een rustig Burundi ernstig ondermijnd. En dit ondanks enkele zichtbare tekenen van verbetering in de jobopleidingen voor werklozen, de actieve betrokkenheid van vrouwen bij economische activiteiten en een betere toegang tot sociale basisdiensten zoals gezondheidszorg, onderwijs en drinkwater.
toen de families terugkwamen naar burundi kregen ze van verschillende organisaties basismateriaal zoals voeding, dekens, kookgerief, ... maar de noden blijven echter groot. unicef gaf schoolmateriaal aan de kinderen die gerepatrieerd werden en aan alle schoolkinderen die het nodig hebben bij het begin van het schooljaar. unicef voorziet een “school in the box” waar nodig. in deze “school in the box” zit al het basismateriaal om les te kunnen geven.
«
Veel families zijn tijdens de oorlog gevlucht naar een buurland. Na hun terugkeer hebben ze het soms moeilijk, omdat ze geen eigen huis of geen grond hebben (zie uitdaging 5). Ze hebben dan vaak ook geen of weinig geld om eten, kleding of schoolgerief voor hun kinderen te betalen. Leerlingen moeten dan ook vaak de schoolboeken delen.16 Zo is er gemiddeld één boek voor zeven leerlingen in Burundi.17
Getuigenis 5: Antoinette Ik ben Antoinette NSHIMIRIMANA, ik ben 14 jaar en ik vertegenwoordig de leerlingen in het overlegcomité van onze school. In het comité zitten ook ouders, leerkrachten en de directeur van onze school. Tijdens deze vergaderingen van het comité bespreken we de vragen en problemen van de leerlingen. Sommige leerlingen kunnen niet altijd naar school komen, of hebben geen schoolmateriaal of olie voor hun olielamp opdat ze ’s avonds nog kunnen studeren. We proberen de ouders te overtuigen om hun kinderen naar school te laten komen en om het nodige materiaal voor hen te kopen, of olie te kopen voor hun olielamp. De boodschap wordt doorgegeven van het overlegcomité naar de andere ouders.
15 Protecting Through Education (RET). La réintégration socio-scolaire des jeunes rapatriés au Burundi. Impact et leçons apprises. Rapport de synthèse.
16 studie UNESCO: Enquête régionale sur l’éducation Afrique subsaharienne Avril 2012 17 UNICEF België, Brochure Kinderen van Burundi, 2011
Er is nood aan een materiële ondersteuning om de kinderen naar school te laten gaan, aangezien de kosten voor een uniform en het nodige schoolmateriaal hoger liggen dan het bedrag dat families kunnen besteden aan onderwijs. De problemen m.b.t. grondbezit die de ouders van leerlingen tegenkomen, laten hen niet toe om aan het onderwijs van hun kinderen bij te dragen.15
actiViteitenfiches
4. lesVerloop
Copyright UNICEF België / Benoît Melebeck
»
bijlagen
• De educatieve dvd over Burundi. • 3 getuigenissen (Victoire, Adolphe en jongeren in België)
Copyright UNICEF België / Anneleen Van Kelecom
3. materiaal
39
fase 2 (15 minuten): Lees de getuigenis van Antoinette > Welke problemen bespreekt ze? > Wat probeert ze te doen om de andere leerlingen te helpen? > Stel je voor dat je ’s avonds thuis geen elektriciteit meer hebt en hierdoor geen huiswerk meer kan maken of lessen kan leren? Wat dan? Wat zou je kunnen doen om dit probleem op te lossen? fase 3: Prioriteiten kiezen INDIVIDUEEL ( 40 minuten) De leerlingen maken individueel een lijstje van al hun schoolmateriaal. Bijvoorbeeld: wat er in hun pennenzak zit, in hun schoolbank, in hun boekentas, hun schoolboeken, ... Vervolgens geven ze aan wat ze het belangrijkste vinden. Op nummer 1 komt het materiaal dat ze absoluut nodig hebben. Op nummer 10 materiaal dat ze minder nodig hebben. Jullie kunnen dit ook doen voor het materiaal dat zich in de klas bevindt (affiches, schoolbord, computer, geo-driekhoek, etc.). De leerlingen kiezen elk drie dingen die ze zeker nodig hebben om goed les te kunnen volgen. Ook uit het algemeen klasmateriaal worden gezamenlijk drie dingen gekozen na klassikaal overleg. Vervolgens wordt er één lesuur of zelfs één lesdag (eventueel een inleefactie in het kader van de Dag voor Verandering) les gegeven en les gevolgd met enkel dit materiaal. Het ander materiaal kan uiteraard aanwezig blijven in de klas, maar mag niet meer gebruikt worden.
activiteitenfiche 2 1. leerdoelen: de leerlingen kunnen... • uitleggen dat sommige kinderen moeilijkheden hebben om naar school te gaan omdat ze geen schoolmateriaal hebben. • uitleggen hoe het komt dat sommige kinderen geen schoolmateriaal hebben. • oplossingen voorstellen om dit probleem op te lossen. • zich inleven in de situatie van kinderen die niet voldoende schoolmateriaal hebben en ’s avonds geen huiswerk kunnen maken.
actiViteitenfiches
Copyright UNICEF Burundi
IN GROEP (40 minuten) Na één lesuur of na een tijdje schrijven de kinderen op briefjes, kaartjes of post-its hoe ze dit ervaren, zich hierbij voelen,… De briefjes/kaartjes/post-its worden opgehangen op het bord en klassikaal besproken. Daarna kunnen de kinderen hun prioriteitenlijst aanpassen. Ze weten na deze ervaring misschien beter wat ze echt nodig hebben, zien misschien ook in dat het interessant is om met de andere klasgenootjes iets af te spreken en dat er daarna materiaal gedeeld kan worden met hun buurman of buurvrouw. Zo kunnen ze overleggen en leren samenwerken om hun nieuw lijstje op te stellen. Er wordt klassikaal besproken hoe en waarom de leerlingen hun lijstje eventueel aangepast hebben. De leerlingen bespreken ook wat ze van deze oefening vonden en wat ze hieruit geleerd hebben. Ten slotte kunnen de leerlingen thuis eventueel aan hun ouders en/of grootouders vragen welk schoolmateriaal zij vroeger hadden; en wat de gelijkenissen en verschillen zijn met het schoolmateriaal van nu. Dit wordt daarna klassikaal besproken.
2. lesduur: ongeveer 110 minuten of meer (afhankelijk van de inleefactie + kan opgedeeld worden per fase. Lesduur per fase: zie hieronder)
3. materiaal • De educatieve dvd over Burundi. • De getuigenis van Antoinette
fase 1 ( 15 minuten): Kies in het menu van de dvd het fragment: Dani heeft geen schrijfgerief Bespreek kort het fragment uit de dvd op basis van de achtergrondinformatie hierboven: > Hoe komt het dat Dani geen schoolmateriaal heeft? > Welke moeilijkheden ondervindt Dani op school? > Wat zijn mogelijke oplossingen? > Wat doe jij als je niet het juiste schoolmateriaal hebt om huiswerk te maken of lessen te leren? > Hoe kunnen we elkaar helpen?
40
bijlagen
4. Verloop
Ga naar onze kidswebsite, speel het spel onder ONTDEK en bezoek één van de andere landen : www.unicef.be/kids
41
Het Burundees onderwijssysteem moet dus investeren in de verhoging van de capaciteit én eveneens in de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. De leerkracht is de hoeksteen van de onderwijskwaliteit. In Burundi is 51% van de leerkrachten man en 49% van de leerkrachten vrouw, wat bijdraagt tot de gendergelijkheid op school.20 Jaarlijks worden ongeveer 4000 leerkrachten gevormd door UNICEF in Burundi over de methodologie van kindvriendelijke scholen.
«
Getuigenis 6: leerlingen school Rangi21 Op de stenen vloer… Vroeger sijpelde het regenwater de klas binnen. Vandaag, met het nieuwe dak, worden onze banken, onze schriften en boeken niet meer nat. Voordien volgden we les terwijl we op de stenen vloer zaten. Vandaag hebben we lessenaars. De leerlingen (o.a. Santos, zie foto) van het vierde studiejaar van de openbare school Rangi, in de provincie Makamba.
»
activiteitenfiches
UNICEF renoveert en bouwt klaslokalen in samenwerking met de Burundese overheid. UNICEF zorgt ook voor de nodige schoolbanken en promoot het belang van een aangename en veilige schoolomgeving binnen de methodologie van “kindvriendelijke scholen”. Ook de ouders en de gemeenschap leveren een bijdrage: ze helpen bij het renoveren en bouwen van klaslokalen of geven een bijdrage in geld of in natura.
Copyright UNICEF België / Benoît Melebeck
Door de oorlog werden er schoolgebouwen en klassen vernield en was er niet genoeg geld om deze terug op te bouwen. Na de oorlog bleken er te weinig klassen te zijn in vergelijking met de toestroom van de gerepatrieerde leerlingen.
voormiddag en een andere klas in de namiddag. Dit heeft echter nadelige gevolgen voor het leertraject van de leerlingen, aangezien de gemiddelde leertijd per dag zo wordt terug gebracht tot ongeveer 3,5 uur, wat te weinig is.18
In 2005 werd het basisonderwijs gratis en toegankelijk voor iedereen. Dit bracht een nieuwe instroom van leerlingen met zich mee waarvan sommige kinderen op latere leeftijd voor het eerst naar school gingen.
De integratie van de gerepatrieerde kinderen in het Burundese onderwijssysteem legt een aanzienlijke druk op een onderwijssysteem met al overvolle klaslokalen (verhouding van 72 leerlingen: 1 leerkracht). In de eerste leerjaren, die net heel belangrijk zijn, zitten er nog meer kinderen per klas, dan in de laatste leerjaren.19
Dit is uiteraard positief. Maar het onderwijssysteem kon deze instroom en de nieuwe toestroom van gerepatrieerde leerlingen niet aan. Er is niet genoeg plaats in de klassen. Daarom wordt er vaak gewerkt in shiften waarbij één klas les krijgt in de 42
Daar bovenop is er de lage kwaliteit van het onderwijs en het ontbreken van een veilige en beschermende schoolomgeving.
18 Protecting Through Education (RET). La réintégration socio-scolaire des jeunes rapatriés au Burundi. Impact et leçons apprises. Rapport de synthèse, 2012. 19 UNESCO, Enquête régionale sur l’éducation Afrique subsaharienne, 2012
bijlagen
UITDAGING 3: Juf Félicité geeft les in een kerk
Copyright UNICEF België / Benoît Melebeck
20 UNESCO, Enquête régionale sur l’éducation Afrique subsaharienne, 2012. 21 UNICEF België, brochure kinderen van Burundi, 2011
43
activiteitenfiche 3 1. leerdoelen: de leerlingen kunnen... • uitleggen dat sommige leerlingen problemen hebben om de les te volgen omdat de schoolomgeving niet ideaal is. • oorzaken geven waarom er niet voldoende klaslokalen of scholen zijn voor het aantal kinderen. • zich inbeelden wat het is om niet gehoord te worden door de leerkracht om dat er te veel andere kinderen zijn, te veel lawaai is, etc.
2. lesduur: ongeveer 85 minuten of meer (afhankelijk van de inleefactie + kan opgedeeld worden per fase. Lesduur per fase: zie hieronder).
3. materiaal - De educatieve dvd over Burundi. - De getuigenis van de leerlingen van de school Rangi
4. Verloop fase 1 (15 minuten): Kies in het menu van de dvd het fragment: Juf Félicité geeft les in een kerk. Bespreek kort het fragment uit de dvd op basis van de achtergrondinformatie hierboven: > Wat is het probleem van Juf Félicité? > Welke gevolgen heeft dit voor haar en de leerlingen in haar klas? > Hoe zit dat dan bij ons? > Stel oplossingen voor om de situatie van Juf Félicité en haar leerlingen te veranderen of te verbeteren.
Copyright UNICEF België / Benoît Melebeck
Copyright UNICEF/NYHQ 2004-0075/Nesbitt
fase 3 (duur te bepalen: één lesuur, een halve dag of een hele dag): De leerlingen kunnen in het kader van een inleefactie voor één keer les krijgen al zittend op de grond (bijvoorbeeld in de turnzaal); de leerkracht staat ver van hen af en kan niet altijd op hun vragen antwoorden; ze houden hun schriften/ boeken op hun knieën en moeten zo dingen opschrijven.
actiViteitenfiches
fase 2 ( 30 minuten): De leerlingen lezen de getuigenis van de leerlingen van de school Rangi. De leerlingen schrijven individueel op wat ze hiervan denken, wat ze hierbij voelen en maken hierover een tekening.
Copyright UNICEF / NYHQ2011-1771 / Pirozzi
fase 4 ( 40 minuten): Hierlangs vind je verschillende foto’s van klasloken en leerlingen in de klas. Bekijk ze en beantwoordt volgende vragen: • Wat zien jullie op deze foto’s? • Wat doen deze kinderen? • Welk schoolgerief en materiaal zien jullie op deze foto’s? • Neem eventueel foto’s van je eigen klaslokaal en omgeving. Vergelijk volgende elementen op onderstaande foto’s met je eigen klaslokaal en omgeving: aantal leerlingen, schoolbanken, schoolbord, schoolmateriaal, decoratie/prenten/affiches aan de muur, lichtinval, … Waarom is elk element op zich belangrijk om naar school te kunnen gaan en goed op te kunnen letten in de klas? Is het belangrijk dat de klas mooi en proper is? Waarom? • Bespreek de gelijkenissen en de verschillen.
bijlagen
Copyright UNICEF België / Benoît Melebeck
Ga naar onze kidswebsite, speel het spel onder ONTDEK en bezoek één van de andere landen : www.unicef.be/kids
44
45
«
Uitdaging 4: Benigne wordt uitgesloten
Vluchtelingenkinderen worden soms uitgesloten omdat ze anders zijn, omdat ze vluchteling zijn, vaak arm zijn, er anders uitzien en vaak geen schooluniform kunnen betalen zoals de andere leerlingen. Dit schooluniform is voor de kinderen net erg belangrijk, want als iedereen een schooluniform draagt, kan er minder uitgesloten worden op basis van het uiterlijk voorkomen.
«
Het moeilijkste op school vind ik soms dat ik uitgesloten wordt en dat de andere kinderen met mij lachen omdat ik geen uniform heb. Ik heb tegen mijn ouders gezegd dat ik wil stoppen met school totdat ik een schooluniform heb. Benigne, 13 jaar
46
»
Veel families zijn tijdens de oorlog gevlucht naar een buurland. Na hun terugkeer hebben ze het soms moeilijk, omdat ze geen eigen huis of geen stuk grond hebben. Ze hebben dan vaak ook geen of weinig geld om eten, kleding of een schooluniform voor de kinderen te betalen. De ‘gerepatrieerde’ gezinnen kennen vaak specifieke problemen voor hun integratie zoals het taalprobleem, cultuurverschil, discriminatie, het gebrek aan een huis of grond, een inkomen, voedsel, (school)materiaal, etc. De kinderen van deze gerepatrieerde gezinnen kennen vaak de taal (het Kirundi) niet.
«
Getuigenis 8: Evelyne, 13 jaar, vijfde leerjaar. Ik was blij toen we uit Tanzania vertrokken om terug naar Burundi te komen. Zo zijn we geen vluchtelingen meer en kunnen we terug naar ons geboorteland komen.
»
In de kindvriendelijke scholen (zie uitdaging 6) besteedt UNICEF aandacht aan verdraagzaamheid en vrede. Ook de Burundese overheid heeft hiervoor aandacht in het vak burgerschap waar ondermeer besproken wordt hoe je een nieuwe leerling moet verwelkomen. In uitdaging 5 vind je meer informatie over wat de Burundese overheid doet om de integratie van hele vluchtelingenfamilies te bevorderen.
Ook op vlak van taal worden vluchtelingenkinderen vaak uitgesloten. Kirundi is de algemene en gemeenschappelijke communicatietaal in Burundi die bijdraagt tot de nationale identiteit. Het kennen van deze taal betekent eveneens het beheersen van sociale codes, gebruiken en van de cultuur. Dit is vooral belangrijk om de integratie in de samenleving te bevorderen en om hen het gevoel te geven dat ze deel uitmaken van Burundi.22
22 Protecting Through Education (RET). La réintégration socio-scolaire des jeunes rapatriés au Burundi. Impact et leçons apprises. Rapport de synthèse. p 10, 2012
bijlagen
Door de extra vluchtelingenkinderen op school zitten de klassen overvol, is er te weinig plaats op de schoolbanken en zijn er niet genoeg leerkrachten voor het groot aantal leerlingen. Dit zorgt voor spanningen (en de gerepatrieerde leerlingen worden hierdoor geviseerd). Maar ook buiten school zijn er spanningen tussen de bewoners en gerepatrieerde vluchtelingen die hun grond en huis terug opeisen (zie uitdaging 5).
»
Copyright UNICEF België / Anneleen Van Kelecom
activiteitenfiches
Copyright UNICEF België / Anneleen Van Kelecom
Getuigenis 7: Benjamin Ik ben 16 jaar en ik zit in het zesde leerjaar. Wij zijn thuis met negen kinderen. Ik heb drie zussen en vijf broers. Mijn ouders zijn in 1972 naar Tanzania gevlucht. Ik ben geboren in Tanzania in 1996. In Tanzania ging ik vanaf mijn zeven jaar naar school. De lessen waren in het Engels en het Swahili. Ik had hier in het begin moeite mee, maar geleidelijk aan begreep ik deze talen goed. Thuis spraken we zowel Swahili als Kirundi, de taal van Burundi. In augustus 2012 zijn wij vrijwillig vertrokken uit Tanzania om terug te komen naar Burundi. Aangekomen in Burundi, hebben we heel wat moeilijkheden gekend, vooral met de cultuur en de gewoontes. Bijvoorbeeld de manier om iemand te begroeten is anders: in Burundi geeft men een hand om elkaar te begroeten, in Tanzania buigt men gewoon het hoofd en om een ouder iemand te begroeten moet men zich ook nog een beetje dieper bukken als teken van respect. In Burundi moet je rechts van de weg lopen en in Tanzania links. We hebben ook moeilijkheden gehad om de Franse taal te begrijpen en te schrijven. In mijn klas zijn we met vijf gerepatrieerde kinderen. Ik voel me gelukkig met de andere Burundese kinderen en ben blij om terug te zijn. De andere kinderen gaven me bijles om alles beter te begrijpen.
Copyright UNICEF België / Anneleen Van Kelecom
47
1. LEERDOELEN: de leerlingen kunnen... • voorbeelden geven van de problemen die vluchtelingenkinderen ervaren: thuissituatie, school, taal, cultuur,... • uitleggen wat discriminatie in deze context en in het algemeen betekent. • uitleggen wat mogelijke oorzaken van discriminatie zijn in deze context en daarbuiten, en voorbeelden geven. • zich inleven in wat het betekent om in een nieuwe omgeving met andere gewoontes terecht te komen. • uitleggen waarom het schooluniform belangrijk is voor de leerlingen in Burundi.
2. LESDUUR: ongeveer 110 minuten (kan opgedeeld worden per fase. Lesduur per fase: zie hieronder) 3. MATERIAAL > De educatieve dvd over Burundi. > Twee getuigenissen (Benjamin en Evelyne)
4. VERLOOP Fase 1 (15 minuten): Kies in het menu van de dvd het fragment: Benigne wordt uitgesloten Bespreek kort het fragment uit de dvd op basis van de achtergrondinformatie hierboven: • Waarom wordt Benigne uitgesloten? • Waarom is het schooluniform belangrijk voor haar? • Stel oplossingen voor om de situatie van Benigne te verbeteren. • Hoe zit dat dan bij ons met het uitsluiten van andere kinderen en het schooluniform? Fase 2 (25 minuten): De leerlingen lezen de getuigenis van Benjamin en Evelyne • Welke moeilijkheden ondervond Benjamin bij zijn terugkomst in Burundi? Heb jij ooit iets gelijkaardigs meegemaakt? • Waarom was Evelyne blij om terug naar Burundi te komen? Waarom is dit zo belangrijk?
Fase 3 (30 minuten): Inleefoefening • Stel je voor dat er plots 30 extra leerlingen, die terugkomen uit een ander land, bij jullie in de klas komen zitten, in hetzelfde lokaal, met éénzelfde leerkracht en evenveel schoolmateriaal als nu. Denk je ook niet dat dat even moeilijk zou zijn? Wat kunnen we doen om elkaar dan beter te begrijpen/te helpen, want iedereen heeft het recht om naar school te gaan? • Stel je voor dat je geen boekentas zou hebben en dat je naar school zou gaan met een plastic zak waar je schoolmateriaal in zit. Zouden je klasgenootjes niet raar opkijken? Zouden de mensen op straat weten dat je naar school gaat of niet? Welk gevoel zou je hierbij hebben? Copyright UNICEF België / Anneleen Van Kelecom Anders zijn dan de anderen, er niet bij horen,… Leg de link met symbolen voor schoolgaande kinderen (het schooluniform in Burundi; de boekentas in België) • Sluiten we soms anderen uit omdat ze er anders uitzien, anders gekleed zijn, zich anders gedragen dan wij,…? Waarom doen we dat? Hoe kunnen we elkaar helpen om dit niet meer te doen en te voorkomen dat anderen uitgesloten worden? Fase 4 (40 minuten) : stereotypen23 Specifieke leerdoelen fase 4: De leerlingen zijn zich ervan bewust dat ze stereotypen en vooroordelen hebben over andere culturen en dat ze associaties maken bij bepaalde woorden en beelden. Ze kunnen nadenken en ideeën uitwisselen over de opvattingen die ze hebben over andere culturen of minderheden. De leerlingen kunnen bewust nadenken over hun eigen grenzen van verdraagzaamheid. Ze kunnen de confrontatie aangaan met de waarden en stereotypen van anderen. En ze kunnen de link leggen met de problemen die de vluchtelingenkinderen uit Tanzania ervaren bij hun terugkeer in Burundi (anders zijn, er niet bij horen).
activiteitenfiches
Activiteitenfiche 4
Vertel de deelnemers dat ze tot de enkele gelukkigen behoren die een reis mogen maken samen met drie andere kinderen uit de wereld. Met vier in totaal gaan ze met de trein en de boot een lange reis maken naar Madagascar. Er zijn tien kandidaten uit de hele wereld, waaruit ze er drie mogen kiezen om met hen mee te gaan. Individuele keuze De kinderen maken hun eigen keuze van drie favoriete medereizigers en drie mensen waarmee ze niet willen reizen uit de lijst van onderstaande kandidaten. Alle kandidaten spreken Nederlands, omdat ze in België wonen of gewoond hebben.
48
23 Naar Eurorail stereotypenspel www.spelensite.be/spel/eurorail
bijlagen
Copyright UNICEF België / Benoît Melebeck
1. Een boeddhistische jongen afkomstig uit Tibet 2. Een jongen met de laatste nieuwe computerspelletjes op zijn laptop 3. Een Turks meisje met een hoofddoek 4. Een jongen die fan is van kickboksen 5. Een meisje dat gevlucht is uit Rusland 6. Een meisje dat goed kan zingen en dansen 7. Een Waalse jongen met ros haar 8. Een Brits meisje van wie de moeder een tatoeage heeft 9. Een meisje uit Ghana dat graag voetbalt 10. Een Belgische jongen in een rolstoel
49
Samenstelling top drie in kleine groepjes. De kinderen gaan in kleine groepjes zitten en bespreken hun keuze. Ze bespreken waarom ze voor wie kiezen en proberen tot een gemeenschappelijke keuze van drie gewenste en drie ongewenste medereizigers te komen.
Zou het in het echt kunnen gebeuren dat je zomaar op reis kan gaan en uit een lijst kan kiezen met wie? Heb je in het echte leven al eens een gelijkaardige situatie meegemaakt? Welke dingen vond je belangrijk om voor een bepaalde persoon te kiezen? Wat was het moeilijkste aan deze oefening? Was het moeilijk om een gemeenschappelijke keuze te maken? Waarom? Wat zijn ‘stereotypen’ of ‘vooroordelen’? Zoek het samen op en bespreek het aan de hand van de oefening. Aan welke stereotypen denken jullie bij het zien van deze lijst? Is het je al overkomen dat je iemand leerde kennen waarvan je eerste indruk was dat die persoon niet leuk was, maar dat je er na een tijdje wel heel goed mee kon opschieten? > Had je bij het kiezen bepaalde vooroordelen in je hoofd? Dacht je bijvoorbeeld: “Alle kinderen met ros haar zijn dom” of “Een boeddhistische jongen is saai”? > Waar komen deze stereotypen en vooroordelen vandaan?
aandachtspunten bij de discussie Het is belangrijk dat iedereen elkaars mening respecteert en dat de deelnemers elkaar niet op hun persoonlijke visie aanvallen. Als sommige beslissingen twijfelachtig van aard zijn, is het beter de redenen waarom men tot die keuze kwam te bediscussiëren, dan de persoonlijke beslissing in vraag te stellen. Zowel jij als leerkracht als de leerlingen zullen af en toe in een moeilijke positie terechtkomen: het is zeer gemakkelijk om deze activiteit in een veroordelingssessie te laten verglijden. Let dus goed op en laat de discussie niet herleiden tot de vraag wie het minste vooroordelen heeft, maar blijf stilstaan bij het feit dat iedereen vooroordelen heeft. Sta tijdens de discussie ook even stil bij het feit dat de beschrijving van de mensen heel kort en summier is en dat we eigenlijk niets over de achtergrond en de persoonlijkheid van de personen weten. Maar is dat niet de gebruikelijke wijze van reageren op het lezen van de krant of het bekijken van het televisiejournaal en tijdens gesprekken met mensen die we voor het eerst ontmoeten? Geef voldoende duiding bij de keuzes van de kandidaten. Meestal zal blijken dat men kiest voor wat zoveel mogelijk vertrouwd is. Het nieuwe, vreemde schrikt ons af. Belangrijk is dat we dit niet veroordelen. Het is logisch dat we een zekere angst hebben voor het onbekende. Je kan er wel op wijzen dat het vreemde ook heel boeiend kan zijn, uitdagend en verrijkend. We moeten kunnen openstaan voor andere gewoontes en visies van mensen uit andere culturen. Dat is de voorwaarde om tot een échte ontmoeting met de ‘andere’ te komen! Je kan de leerlingen vragen naar ervaringen, waarbij ze zelf met het ‘anders-zijn’ van iemand werden geconfronteerd.
Ga naar onze kidswebsite, speel het spel onder ONTDEK en bezoek één van de andere landen : www.unicef.be/kids
50
Copyright UNICEF België / Pascaline Carnat
uitdaging 5: justine helpt de buren Sociale cohesie blijft een belangrijke uitdaging in Burundi, dat in het recente verleden werd gekenmerkt door cycli van geweld, ontheemding en ontbering. Met ongeveer 60% van de bevolking die onder de nationale armoedegrens leeft, is het land nog steeds gekenmerkt door extreme armoede, waardoor het moeilijk is voor de meeste huishoudens om te voorzien in een bevorderlijke huiselijke omgeving en voldoende zorg, stimulering, ontwikkeling en onderwijs voor hun kinderen. Tijdens de oorlog zijn sommige families in Burundi gebleven en andere families zijn naar een buurland zoals Tanzania of D.R. Congo gevlucht. De repatriëring van de 35.000 resterende voormalige Burundese vluchtelingen uit Tanzania in 2012 legt een extra druk op de bestaande situatie, met name langs de grens van de oostelijke en zuidelijke provincies. Daarom leggen we in deze lesmap ook de nadruk op de provincie Makamba omdat
actiViteitenfiches
> > > > > > > >
deze 42.2% van de vluchtelingen van 2012 opvangt. Bij hun (gedwongen) terugkeer vinden de gevluchte families soms andere families in hun huis of op hun grond. Dan moeten ze samen op zoek naar een oplossing voor de verdeling van het huis en de grond. Indien nodig kunnen ze hierbij de hulp krijgen van de Burundese overheid. In het slechtse geval kunnen ze het geschil of conflict voor de rechtbank brengen. Vaak is er uiteindelijk ook solidariteit (na een tijd en ondanks de extreme armoede van veel families) tussen deze families en helpen ze elkaar bij het gebrek aan geld, eten, kleding of schoolgerief. De kinderen helpen elkaar ook onderling om de schoolachterstand in te halen.
bijlagen
Copyright UNICEF België / Benoît Melebeck
discussie Alle leerlingen gaan samenzitten. De kleine groepjes stellen aan de rest van de klas hun top drie van gewenste en ongewenste medereizigers voor. Je vraagt hen telkens waarom ze voor een bepaald kind hebben gekozen. Deze nabespreking is het belangrijkste deel van het spel. Het is van belang om hier voldoende tijd aan te besteden en diep in te gaan op onderstaande mogelijke vragen.
Betere integratie in de ontvangende gemeenschappen moet gewaarborgd worden door middel van een stimulerende omgeving voor
51
de ontwikkeling van de gemeenschap, met inbegrip van toegang tot sociale diensten, voorschools of kleuteronderwijs, kwaliteit van onderwijs voor kinderen, levensvaardigheden- en alfabetiseringsprogramma’s voor adolescenten die niet naar school gaan. Een gunstige omgeving is essentieel voor vredesopbouw en voor het waarborgen van de eenheid onder de bevolking die diep getekend is door oorlog en ontheemding.24
»
«
Getuigenis 10: Enock, 15 jaar Mijn naam is Enock en ik woon op de heuvel Rusovu. Ik heb acht zussen. Mijn ouders zijn boeren. Ik woon vlakbij de school, en ik ben klasverantwoordelijke. Tijdens de oorlog is mijn familie in Burundi gebleven. Andere families zijn naar Tanzania gevlucht. In mijn klas zitten er leerlingen die met hun familie gerepatrieerd werden uit Tanzania en dus teruggekomen zijn naar hun geboorteland Burundi. Wij hebben de gerepatrieerde kinderen geholpen om de leerstof in te halen en hebben hen geholpen met het opschrijven van de lessen. We hebben hen ook uitgelegd hoe wij op onze school leren en studeren. En ondertussen voelen ze zich al beter op school. Maar ze hebben weinig of geen schoolmateriaal en geen uniform. Ze leven in moeilijke omstandigheden en eten niet voldoende. Vaak gaat mijn vriend die pas uit Tanzania is terug gekomen, met mij mee naar huis. Zo kan hij bij ons komen eten. Andere leerlingen van onze klas nodigen ook gerepatrieerde kinderen uit om bij hen thuis te komen eten. Zo helpen we elkaar. We moedigen elkaar aan om goed te werken op school en we spelen ook samen voetbal. Als klasverantwoordelijke probeer ik te helpen om ruzies in de klas op te lossen, moedig ik de anderen aan om te studeren, om de hygiëne-voorschriften te respecteren, om de klas te kuisen en respect te hebben voor de leerkracht.
Copyright UNICEF België / Anneleen Van Kelecom
52
24 UNICEF Burundi, Proposal for the reintegration of child returnees in the commune of Rumonge, 2013. 25 Le Programme d’Aide au Rapatriement et à la Réintégration des sinistrés au Burundi
»
Copyright UNICEF België / Anneleen Van Kelecom
Activiteitenfiche 5 1. LEERDOELEN: de leerlingen… • kunnen zich inleven in de situatie van iemand anders. • kunnen een probleem benaderen vanuit twee perspectieven (hun eigen perspectief en dat van de andere). • begrijpen wat het begrip ‘solidariteit’ inhoudt. • kunnen zelf enkele voorbeelden geven van solidair handelen.
activiteitenfiches
«
Getuigenis 9: Ferdinand, 19 jaar (foto rechts) Ik logeer in een centrum vlakbij de grens met Tanzania. We mogen hier logeren tot we weten waar we naar toe kunnen in Burundi. We krijgen van internationale organisaties maïs, bonen en ander voedsel om van te leven. Maar het is ondertussen al een tijd geleden dat we nog iets gekregen hebben. Soms krijgen we dan voedsel van de buren rondom het centrum of van voorbijgangers.
Copyright UNICEF België / Anneleen Van Kelecom
2. LESDUUR: ongeveer 110 minuten (kan opgedeeld worden per fase. Lesduur per fase: zie hieronder)
3. MATERIAAL • De educatieve dvd over Burundi.
4. VERLOOP Fase 1 (15 à 20 minuten): Kies in het menu van de dvd het fragment: Justine helpt de buren. Bespreek kort het fragment uit de dvd op basis van de achtergrondinformatie hierboven en a.d.h.v. de volgende vragen: > Wat was er aan de hand met het huis van de familie van Justine toen ze weer terug waren in Burundi? > Hoe voelt de familie van Justine zich, denk je? Waarom? > Wat zou jij doen als je in hun plaats was? > Hoe voelt de familie die in het huis is gaan wonen voor de aankomst van Justine en haar familie zich nu, denk je? Waarom? > Wat zou jij doen als je in hun plaats was? > Wat hebben de twee families beslist om te doen? > Wat vind je hiervan?
bijlagen
De Burundese overheid levert met het speciaal programma PARESI25 inspanningen om conflicten tussen “buren” omwille van een huis of een stuk grond op te lossen. De Burundese overheid bouwt ook huizen voor mensen ”zonder grond” en “zonder referenties”, die niet weten waar ze vandaan komen. Hun ouders zijn voor de oorlog in Burundi gevlucht in 1972 of 1993. Zelf zijn de kinderen in een buurland (zoals Tanzania of Congo) geboren en kennen bijgevolg Burundi niet en weten niet waar hun familie woont of woonde.
53
Deze problematiek kan gelinkt worden aan andere spanningen die gepaard gaan met de terugkeer van vluchtelingen naar Burundi. Denk bijvoorbeeld aan de spanningen tussen kunnen ontstaan tussen de nieuwe en oude leerlingen op een school. De oude leerlingen moeten plots hun materiaal en plaats delen en de nieuwe leerlingen voelen zich uitgesloten. fase 3 (50 minuten): Zoek samen op wat solidariteit betekent (de bereidheid om andere mensen te helpen,...). Vraag de leerlingen naar hun eigen ervaringen rond solidariteit. Bespreek verschillende vormen van solidariteit aan de hand van een rollenspel in 3 groepen. Elke groep beeldt op zijn eigen manier één van de onderstaande vormen van solidariteit uit. De andere leerlingen mogen raden over wat het gaat en discussiëren over wat ze vinden van deze verschillende vormen van solidariteit.
Copyright UNICEF België / Benoît Melebeck
54
1. Opkomen, protesteren of staken uit solidariteit met een medeleerling of leerkracht die onrechtvaardig behandeld werd. 2. Solidariteit met mensen wereldwijd die het minder goed hebben dan wij door de medeleerlingen te sensibiliseren en/of een inzamelactie te organiseren. 3. Solidariteit door het basisprincipe van de Belgische Sociale Zekerheid. Op deze manier herverdeelt de overheid het totale inkomen van alle Belgen en probeert zo een eerlijke inkomensverdeling te benaderen. Binnen jouw gemeente zorgt het OCMW ervoor dat mensen die het minder goed hebben, via dit systeem geholpen worden.
fase 4: inleefspel De bedoeling is dat de leerlingen zich inleven in de integratieproblematiek door hen een ingebeeld noodscenario in België voor te stellen. Vertel hen het volgende.
Beeld je in dat er in België een grote overstroming plaatsvindt. Je dorp of stad staat onder water en je huis is onbewoonbaar geworden. Je moet vluchten. Samen met je familie ga je naar Italië. Je komt er in een nieuwe school terecht, met nieuwe klasgenoten en nieuwe leerkrachten die een taal spreken die je niet begrijpt: Italiaans. Omdat je plots moest vluchten uit België, had je geen tijd om je schrijfgerief, schriften en boeken mee te nemen. Zelfs als je wél de tijd had, kon je ze nog niet meenemen: alles was doorweekt en vuil van de modder. Je ouders hebben wel wat geld meegenomen, maar ze vinden het belangrijk om het in de eerste plaats te gebruiken voor eten en kleren zodat niemand in je gezin honger of kou heeft. Hoe voel jij je daarbij? Hoe zouden de Italiaanse kinderen in de klas zich voelen? Zou je het moeilijk vinden om elke dag naar school te gaan zonder een balpen of blad papier te hebben? Wat zou je doen om toch iets van de les te proberen verstaan? Wat kunnen de Italiaanse kinderen doen? Bespreek dit samen met de leerlingen.
actiViteitenfiches
Een dergelijke moeilijke situatie gaat vaak gepaard met spanningen. Het is normaal dat de twee families zich in het begin triest of boos voelen: er woont iemand in je huis, je moet je huis afstaan,… Belangrijk is dat ze op een correcte manier met dit nieuwe probleem proberen om te gaan en samen naar een gepaste oplossing zoeken om zo tot een compromis te komen. Door proberen samen te werken, overeen te komen en de andere – die het ook moeilijk heeft – te helpen, kunnen ze samen iets aan hun situatie proberen te veranderen. Zo komt de familie van Justine nu heel goed overeen met de buren: ze helpen elkaar met eten maken, knappen klusjes op,… Dat is solidariteit! Alleen is het in de praktijk niet altijd zo vanzelfsprekend.
fase 3: getuigenis De leerlingen lezen de getuigenissen van Ferdinand en Enock. De volgende vragen kunnen helpen bij de nabespreking: > Waarom zit Ferdinand in een centrum aan de grens met Tanzania? Waar wachten hij en de anderen in het centrum op? > Hoe kan Ferdinand overleven? Wie zorgt er voor eten voor hem? > Vertel kort wie Enock is, waar hij woonde tijdens de oorlog en wat zijn taak is op school. > Wat doet Enock voor de nieuwe leeftijdsgenoten die in zijn klas aankomen? Som alles op in een lijstje.
Denk nu even na over de families die aankomen in Burundi. Hoe voelen zij zich daarbij? Hoe voelen de mensen die sinds lang in Burundi wonen zich bij de aankomst van de vluchtelingen? Hoe zou het zijn voor de vluchtelingen als ze er alleen voor stonden en geen hulp kregen van anderen? Hoe zouden de nieuwe kinderen in de klas, die vaak geen lesmateriaal hebben en de taal in de school niet begrijpen, zich voelen als ze niet opgevangen werden door Enock en andere klasgenoten? Wat kunnen ze samen doen om het klasgebeuren voor iedereen zo aangenaam mogelijk te maken? Gebeurt dit bij jullie in de klas ook zo?
bijlagen
fase 2 (40 minuten): Maak a.d.h.v. bovenstaande vragen even tijd om stil te staan bij het ‘conflict’ tussen de twee families. De leerlingen mogen daarna hierover een gedichtje of een liedjestekst (op basis van de melodie van een bestaand liedje) schrijven.
Ga naar onze kidswebsite, speel het spel onder ONTDEK en bezoek één van de andere landen. Maak kennis met de obstakels die kinderen in andere landen moeten overwinnen om naar school te gaan. www.unicef.be/kids
55
VREDESONDERWIJS
Vredesschool Wat is vrede? Vrede betekent niet enkel de afwezigheid van openlijk geweld, wat men soms ‘negatieve vrede’ noemt. Het betekent ook de aanwezigheid van sociale, economische en politieke rechtvaardigheid (‘positieve vrede’). ‘Structureel geweld’ is een term die gebruikt wordt om te verwijzen naar onrechtvaardigheden zoals armoede, discriminatie en ongelijke toegang tot kansen, wat de wortel is van veel conflicten. Structureel geweld is misschien het grootste obstakel voor vrede, wat per definitie niet kan bestaan in een samenleving waar fundamentale mensenrechten geschonden worden.
Wat zijn kindvriendelijke scholen?
Kindvriendelijke scholen in Burundi
Een kindvriendelijke school is een school met een goed curriculum en kwaliteitsvol onderwijs waar het kind centraal staat; met een actieve onderwijsmethode (participatie, etc.); met aandacht voor hygiëne, voor het milieu en met zuiver drinkwater; met aandacht voor gender, gelijkheid en gelijkwaardigheid; een veilige omgeving aangepast aan kinderen; die de leerlingen en de gemeenschap betrekt in het beheer van de school.
UNICEF, andere organisaties en de Burundese overheid doen er alles aan om alle scholen in Burundi te laten evolueren naar Kindvriendelijke scholen. Er wordt altijd begonnen met één element van kindvriendelijke scholen en zo evolueert de school geleidelijk aan. De Burundese overheid en UNICEF Burundi verspreiden de methodologie van kindvriendelijke scholen in de verschillende provincies door het op te nemen in de vorming van leerkrachten en de opvolging van scholen. Het ministerie van onderwijs heeft het programma voor basisonderwijs aangepast en er de participatieve methode van de Kindvriendelijke scholen in geïntegreerd. Daarnaast krijgen alle leerkrachten een vorming over de principes van een dergelijke school. Ook op de schoolradio wordt er gesproken over het belang van Kindvriendelijke scholen. Binnen deze scholen besteedt men ook aandacht aan onderwijs voor vrede. In 2012, werden er zo 100 “clubs voor vrede” opgericht in de kindvriendelijke scholen.
Waarom Kindvriendelijke scholen? De «Kindvriendelijke scholen» hebben overal ter wereld hun nut bewezen op het vlak van onderwijs. Volgens UNICEF zijn ze een echte springplank voor ontwikkeling. «Kindvriendelijke scholen» zijn inclusief, veilig en beschermend. Ze streven naar de gelijkheid van meisjes en jongens en naar rechtvaardigheid, ze bevorderen de gezondheid en de hygiënische basisregels die leerlingen hun leven lang van pas zullen komen en die ze doorgeven aan hun families. Er zijn waterpompen om de handen te wassen met zeep en aparte toiletten.
activiteitenfiches
Uitdaging 6: Joseph gaat naar een Kindvriendelijke school
Waarom vredesonderwijs? Studies hebben aangetoond dat vredeseducatie de agressie van leerlingen, pesten en de participatie aan gewelddadige conflicten kan verminderen en dat de kans dat de leerlingen conflicten willen voorkomen, toeneemt. Leerlingen verbeteren ook hun capaciteit om het standpunt van een ander te begrijpen. Eén van de sleutelboodschappen van het mondiaal rapport voor de opvolging van het basisonderwijs van de UNESCO is dat onderwijs een preventieve kracht kan zijn voor conflicten, reconstructie van landen na conflicten en van de consolidering van vrede. Onderwijs wordt te vaak beschouwd als een bijkomend element in de post-conflict agenda. Nog erger, educatieve systemen bestendigen soms zelfs de vooroordelen en houdingen die het geweld voeden. We moeten onze houding aanpassen. In een wereld waar zoveel mensen verdeeld zijn door religie, identiteit of taal, kan onderwijs ons verenigen in een gedeeld respect en tolerantie.
bijlagen
Copyright UNICEF België / Anneleen Van Kelecom
Wat is vredesonderwijs? Vredesonderwijs is een proces van het promoten van kennis, vaardigheden, houdingen en waarden nodig om gedragsverandering met zich mee te brengen die kinderen, jongeren en volwassenen in staat zullen stellen om conflicten en geweld te voorkomen, zowel openlijk als structureel geweld; om conflicten vredevol op te lossen; en om bevorderlijke condities voor vrede te creëren, zowel op intrapersoonlijk, interpersoonlijk, tussen groepen, op nationaal en internationaal niveau.
56
57 Copyright UNICEF België / Benoît Melebeck
Wat is het doel van vredesonderwijs? Kennis (van je eigen noden, vooroordelen, de aard van het conflict en vrede); vaardigheden (communicatie, assertiviteit, kunnen samenwerken, kritisch denken, omgaan met stereotypen, emoties, verandering, probleemoplossend vermogen); houdingen (zelfrespect, respect, solidariteit, begrip van rechtvaardigheid en gelijkheid, levensvreugde). Hoe moeten we dat aanpakken? De schoolomgeving en het curriculum verbeteren, lesmateriaal ontwikkelen en leerkrachten vormen zowel tijdens de opleiding als binnen de school.
58
26 Susan Fountain, Peace Education in UNICEF, 1999 27 UNESCO, Rapport mondial de suivi sur l’éducation pour tous. La crise cachée: les conflits armés et l’éducation, 2011.
Activiteitenfiche 6 1. LEERDOELEN: De leerlingen kunnen... • • • •
uitleggen wat een Kindvriendelijke school en wat vredesonderwijs is. uitleggen waarom een Kindvriendelijke school en vredesonderwijs belangrijk zijn. enkele voorbeelden van principes van een Kindvriendelijke school opsommen. zich inleven in een fictieve conflictsituatie en de link leggen met de realiteit.
2. LESDUUR: ongeveer 120 minuten (kan opgedeeld worden per fase. Lesduur per fase: zie hieronder)
3. MATERIAAL • De educatieve dvd over Burundi.
Vredesonderwijs in Burundi Op school In Burundi werd vredeseducatie ook gebruikt in de scholen via het curriculum, aangevuld met activiteiten in het dagelijks schoolleven.27 Het Burundese ministerie van onderwijs ontwikkelde een boekje over burgerschap voor de scholen. Er worden volgende thema’s behandeld: “mensen zijn verschillend”, “vergeving vragen”, “dit belangt mij aan”, “hulp vragen”, “hoe een nieuwe leerling verwelkomen”, “nationale eenheid”,...
Copyright UNICEF België / Anneleen Van Kelecom
activiteitenfiches
Vredesonderwijs heeft zijn plaats in alle samenlevingen, niet enkel in landen die gewapende conflicten of urgenties ondergaan. Omdat duurzame gedragsverandering bij kinderen en volwassenen zich enkel na een tijd voordoet, is duurzaam vredesonderwijs noodzakelijk een lange-termijn proces en niet een korte-termijn interventie. Vredesonderwijs zou idealiter de hele gemeenschap moeten betrekken en niet enkel gegeven worden in scholen en leeromgevingen.26
4. VERLOOP Fase 1 (20 minuten): Kies in het menu van de dvd het fragment: Joseph gaat naar een Kindvriendelijke school.
Copyright UNICEF België / Anneleen Van Kelecom 28 Susan Fountain, Peace Education in UNICEF, 1999
bijlagen
Copyright UNICEF België / Anneleen Van Kelecom
In de vluchtelingenkampen In 1997 begonnen Burundese vluchtelingen in Ngara in Tanzania een vredesprogramma op basis van een programma voor Rwandese vluchtelingen. Ze betrokken hierbij ook Congolese vluchtelingen, en trokken lessen uit de ervaring van het Rwandese vredesprogramma. Het belangrijkste aandachtspunt hierbij was het betrekken van de gemeenschap vanaf het begin van het proces van vredeseducatie. Dit omdat in de vluchtelingenkampen de promotie van vrede anders kon gezien worden als een politiek onderwerp. De eerste workshop werd georganiseerd in augustus 1997 en had het doel om de deelnemers hun eigen percepties over conflicten en oorlog te leren kennen, om hun eigen aanpak voor vredesopbouw te ontdekken, stereotypen en hun impact op percepties over anderen, en de rol van samenwerking bij vredesopbouw te bespreken. De meeste kampen hebben nu vredescomités opgericht, met zowel activiteiten voor de promotie van vrede in hun omgeving en assistentie bij het oplossen van conflicten in de kampen. Als een resultaat van het programma op gemeenschapsniveau, beslisten de vluchtelingen dat kinderen ook betrokken moeten worden, om gedragsverandering in de hele gemeenschap te promoten. Er werd nu ook een handleiding uitgewerkt met materiaal voor leerkrachten zoals liedjes, gedichten, tekeningen en spel, voornamelijk met bijdragen van vluchtelingen en kinderen.28
Bespreek met de leerlingen: > Wat is een Kindvriendelijke school en waarom is dit belangrijk? > Wat zijn de principes en activiteiten in de Kindvriendelijke school? > Wat is vredesonderwijs en waarom is dit belangrijk? > Welke activiteiten doen de leerlingen in de vredesschool?
59
fase 2 (30 minuten): Verdeel de kinderen in drie groepen. Leg hen uit dat ze een activiteit of oefening gaan doen, die kinderen in het Zuiden (bijvoorbeeld in Burundi) in het kader van vredesonderwijs doen: zich leren inleven in de situatie en het denken van een ander maakt deel uit van vredesonderwijs. Ze leven zich in in volgende situaties: • Groep 1: Beeld je in dat je ruzie gemaakt hebt met je vriend(in) en hij/zij zegt: “Het is allemaal jouw schuld.” • Groep 2: Beeld je in dat je droevig bent en weent, en een vriend(in) komt naar je toe en zegt: “Wenen is voor baby’s.” • Groep 3: Beeld je in dat je vriend(in) je om speelgoed (auto/pop/computerspelletje/boek) vraagt en dat je dit niet met hem/haar wil delen en hij/zij zegt daarom: “Ik wil je vriend(in) niet meer zijn”. Elk kind leeft zich in in één van de fictieve situatie’s. Hij/zij maakt een tekening van zichzelf en zijn/haar vriend en tekent een wolkje boven zichzelf en zijn/haar vriend(in). In dat wolkje drukt hij/zij zich uit met kleur of woorden hoe elk van hen zich in deze situatie voelt (voor de kinderen die nog niet kunnen schrijven, kan je hen vragen om zich uit te drukken en het vervolgens zelf in de wolk schrijven). fase 3 (50 minuten): De leerlingen van groep 1 tonen hun tekeningen en leggen uit wat ze getekend hebben. Je kan de aandacht vestigen op het feit dat alle kinderen zich niet hetzelfde voelen in dezelfde situatie en tegelijk een link maken tussen de gevoelens van de kinderen en hun noden. Toon aan dat we kunnen meevoelen en ons inleven in beide kinderen op de tekening. Bijvoorbeeld: dit kind voelt zich schuldig omdat hij een fout gemaakt heeft (hij had ongelijk) en hij is droevig omdat hij aanvaard wil worden. Een ander kind is boos omdat hij denkt dat hij gelijk heeft. Daarna tonen ook groepen 2 en 3 achtereenvolgens hun tekeningen en geven hierbij commentaar. Je kan verder aanvullen waar nodig.
Download onze themafiche over kindsoldaten op www.unicef.be > documentatie > pedagogisch materiaal of vraag ze aan voor het aantal leerlingen in je klas via
[email protected]
een concrete actie met jouW Klas! De Dag voor Verandering is een concreet actiemodel waarbij kinderen kunnen nadenken over een betere toekomst voor alle kinderen ter wereld. Elk schooljaar wordt in de scholen een actie opgezet om het belang aan te tonen van verandering voor kinderen wereldwijd. Bekijk het DVD-fragment ‘de Dag voor Verandering’. Voor het schooljaar 2013-2014 werken de leerlingen rond de impact van oorlog op onderwijs in Burundi. De resultaten zullen te zien zijn op de website www.unicef.be/kids, in de zone ‘Neem deel’ onder ‘Dag voor Verandering’.
Op de kidswebsite onder ONTDEK kan je het land Burundi bezoeken en hierover een video bekijken. www.unicef.be/kids
60
1. Neem met jullie klas deel aan ’de Dag voor Verandering’. Denk eens na over wat er allemaal nodig is in de ideale klas bij ons,
actiViteitenfiches
in het kader van vredesonderwijs wordt er ook aandacht besteed aan de reïntegratie van ex-kindsoldaten, ondere andere door het organiseren van een professionele vorming voor deze kinderen.
Copyright UNICEF België / Anneleen Van Kelecom
en op eender welke andere plek in de wereld. Wat zouden jullie doen als jullie Minister van Onderwijs waren voor alle kinderen over de hele wereld? Moet ieder kind buiten kunnen spelen op school? Als je de les niet snapt, moet je dan bijles kunnen krijgen? Vind je het belangrijk dat iedereen samen kan spelen? Moet iedereen minstens drie gekleurde balpennen hebben? Of is het nodig dat iedereen snoepjes moet kunnen eten op vrijdag om 15u? Stel je voor dat je je school van nul moet opbouwen. Denk na wat voor jou dan de ideale school is, en wat daar precies allemaal voor nodig is. Post op unicef.be/kids wat jullie ideale school is.
bijlagen
fase 4 (20 minuten): Geef aan dat we bijvoorbeeld kunnen denken dat een kind droevig is omdat hij aanvaard wil worden of dat een ander kind ontevreden is omdat hij wil spelen met blije vriendjes. Wanneer we proberen te raden hoe de andere persoon zich voelt, kunnen we soms eens fout raden. Om zeker te zijn, is het beter om te vragen aan de persoon hoe hij zich voelt. Praat met de leerlingen over hun gevoelens. Hoe voel jij je nu op dit moment? Hoe voelde je je in een andere situatie, etc.?
61
Copyright UNICEF België / Benoît Melebeck
Welke rechten hebben we nodig om te kunnen leren? Ik heb het recht om extra uitleg te vragen ... Hoe kunnen we hiervoor zorgen? Ik laat mijn medeleerlingen uitspreken ... 62
Andere mogelijke acties zijn: - het organiseren van spreekbeurten over UNICEF, specifieke kinderrechten, landen,… Documentatie vind je op www.unicef.be > documentatie > pedagogisch materiaal of op www.unicef.be/kids > info - de resultaten van één van de acties of activiteitenfiches tentoonstellen voor de andere klassen, de school, de ouders, etc. - een inleefactie waarbij de leerlingen bijvoorbeeld een dag al zittend les moeten volgen, ’s middags een sobere maaltijd krijgen, ... - een wandeltocht om de educatieve campagne voor kinderen in Burundi te ondersteunen Schrijf een tekstje, neem foto’s of maak een filmpje, en post dit op www.unicef.be/kids. Elke geposte actie (video, tekst of foto) krijgt een plaats op onze website. Doe mee met jouw klas! Of doe beroep op één van onze educatieve vrijwilligers om te helpen bij de organisatie van uw Dag voor Verandering. Voor de leerlingen kan het soms betekenisvol zijn om na de informatie en de ontdekking van het educatief thema over te gaan tot actie in de vorm van een geldinzameling. Voor scholen, leerkrachten en leerlingen die dit willen, bestaat er dan ook de mogelijkheid om geld in te zamelen in het kader van deze educatieve campagne. Dit aanbod is uiteraard niet verplicht en volledig vrijblijvend.
activiteitenfiches
Meer informatie op www.unicef.be/scholen
Copyright UNICEF België / Sportbasisschool Heusden
Een originele manier om geld in te zamelen: Sport for UNICEF. Sporten voor UNICEF is een toffe manier om op school sport en mondiaal burgerschap te combineren door een gesponsorde wandeltocht, zwemwedstrijd, fietstocht, marathon, olympiade…. Voor leerkrachten die geïnteresseerd zijn, voorziet UNICEF België vanaf 2014 het nodige materiaal om hun actie “Sport for UNICEF” op school te ondersteunen. Het ingezamelde bedrag kan overgemaakt worden via het kopen van een happypack of via overschrijving.
Om de bijdrage van jouw klas tot onderwijs te concretiseren kunnen jullie: • Met het ingezamelde geld “Happy Packs voor onderwijs” kopen: schoolmateriaal (potloden, schriften, “school in the box”…)… en jullie certificaat met de gift afprinten voor de leerlingen. Meer informatie op www.unicef.be, onder ‘Schenk een Happypack’, categorie ‘spelen en leren’. • Of het ingezamelde geld storten op rekeningnummer BE31 0000 0000 55 55 van UNICEF België Vergeet bij uw aankoop of overschrijving niet te vermelden dat het om een “scholenactie” gaat. Bedankt!
bijlagen
2. Vul samen met de leerlingen de poster (in bijlage in het midden van deze lesmap) in voor jouw klas met alle rechten die je nodig hebt om goed te kunnen leren en om het klasgebeuren zo aangenaam mogelijk te maken. Bijvoorbeeld: ik heb het recht om een vraag te stellen. Schrijf in de tweede kolom wat jullie kunnen doen om dit recht van de andere leerlingen te respecteren. Bijvoorbeeld: ik laat de andere leerlingen uitspreken. Het doel hiervoor is dat leerlingen zich bewust worden van hun rechten, maar ook van de rechten van anderen. En dat we om de rechten van anderen te respecteren, zelf verantwoordelijkheden hebben. Er kan met de klas eerst een brainstorm gehouden worden waarbij je samen mogelijke rechten en verantwoordelijkheden die hiermee gepaard gaan, opsomt. Daarna kiezen jullie samen welke rechten het belangrijkste zijn voor jullie klasgebeuren. Deze rechten worden ten slotte op de poster geschreven. Daarna kan de poster opgehangen worden en kan er binnen het klasgebeuren nog regelmatig naar verwezen worden. Bijvoorbeeld:
Voor meer informatie, aarzel niet om ons te contacteren via
[email protected] 63
bijlagen
BIJLAGEN
64 Copyright UNICEF België / Benoît Melebeck
65
1. Voor de leerlingen: afbeeldingen kinderrechten
✁✁ Je hebt het recht om beschermd te worden tegen geweld, misbruik en uitbuiting
Je hebt het recht op een eigen mening
Kinderen met een beperking hebben recht op speciale verzorging en bescherming
66
bijlagen
Je hebt recht op gezonde voeding en een goede gezondheid
67
✁✁
Je hebt recht op vrijheid
Je hebt recht om beschermd te worden tegen kinderarbeid
Je hebt recht op onderwijs
68
bijlagen
Je hebt recht om te spelen
69
✁✁ Je hebt recht op een eigen naam en nationaliteit
Je hebt recht op een plek om je thuis te voelen
Je hebt recht om beschermd te worden tegen oorlog
70
bijlagen
Vluchtelingenkinderen hebben recht op speciale bescherming
71
2. Boodschap jongeren getuigenis 4, bij uitdaging 1
We willen kwaliteitsvol onderwijs voor alle kinderen en jongeren.
Het is dringend: 57 miljoen kinderen kunnen nog altijd niet naar de lagere school. We hebben allemaal de droom en de ambitie om naar school te gaan, maar door armoede hebben we niet de middelen om dat te doen. Maar dat is niet de enige reden: voor veel kinderen is de school vaak te ver weg en is er geen vervoer beschikbaar. Kinderen van het platteland moeten hun ouders vaak helpen. Ook zijn er veel kinderen wees en hebben niemand die voor hen zorgt. Ze moeten werken en al jong volwassen worden. Sommige families laten meisjes niet naar school gaan en laten ze heel jong trouwen. Sommige meisjes zijn ook bang om naar school te gaan vanwege het geweld. Kinderen van minderheden worden vaker uitgesloten van school. Andere kinderen hebben ouders die zich niet druk maken om onderwijs omdat ze zelf niet opgeleid zijn. Ze hebben hun kinderen nodig om hen te helpen en beschouwen de school als tijdverspilling. Ten slotte geloven veel jongeren niet in de toekomst en zijn ze bang dat ze geen werk zullen vinden. Ook zij zien de school soms als tijdverspilling. 72
Sommigen van ons zijn nooit naar school gegaan, maar velen van ons moesten met school stoppen vanwege de armoede. Maar dat is niet de enige reden. Een groot probleem ligt bij de leerkrachten. Veel leerkrachten weigeren naar de armste gebieden te gaan. Veel kinderen hebben dus geen leerkrachten of slecht opgeleide leerkrachten. De leerkrachten worden soms niet betaald of slecht betaald. Ze hebben geen goede opleiding en weten weinig van onderwijsmethoden. Veel van hen doceren door gewoon voor te lezen en niet door uit te leggen. Naar school gaan alleen is niet genoeg, je moet er ook nog wat leren, van goed opgeleide en goed betaalde leerkrachten.
Het is dringend: meer dan de helft van de nietschoolgaande kinderen woont in conflictlanden. Sommigen van ons hebben oorlog gekend. Door deze conflicten zijn we nooit naar school gegaan of moesten we stoppen met school. Scholen zijn de eerste slachtoffers van de oorlog: scholen en leerlingen worden aangevallen. We hebben afschuwelijke dingen gezien. Waarom doen ze dat? Na de oorlog moet je vaak nog jaren wachten voordat je weer naar
bijlagen
Wij zijn de kinderen en jongeren van de wereld. We komen uit Afghanistan, Algerije, Bangladesh, Gambia, Guinee, Irak, Kosovo, Marokko, Mongolië, Pakistan, de Democratische Republiek Congo, Roemenië, Senegal, Servië en Vietnam. We hebben allemaal dezelfde moeilijkheden en dezelfde ideeën. We waren slachtoffer van armoede, ongelijkheid, oorlog of geweld. We hebben allemaal ons land verlaten en soms zelfs onze familie. Maar we willen een boodschap doorgeven voor onze broers en zussen en voor alle kinderen op de wereld:
Het is dringend: te veel kinderen en jongeren stoppen te vroeg met school.
copyright Ruud van der Graaf
Boodschap van de jongeren: Onderwijs is onze prioriteit Zonder onderwijs hebben wij geen toekomst
73
school kunt. Oorlog vernietigt het onderwijssysteem en maakt de ontwikkeling van landen kapot. De vrede moet terugkomen, zodat alle kinderen naar school kunnen.
We kunnen niet blijven zwijgen over deze situatie. We vragen aan de regeringen van de wereld om: > te zorgen voor blijvende vrede in de wereld, > van onderwijs een prioriteit te maken, > erover te waken dat alle kinderen gelijk zijn op school, > de armste families te ondersteunen, > openbare scholen te bouwen die gratis zijn, > goede leerkrachten op te leiden die goed worden betaald, > geschikt schoolmateriaal te verschaffen (leerboeken, bord, krijtjes, vervoer, etc.)
De kinderen en jongeren van deze wereld hebben geen tijd meer en sommigen hebben geen hoop meer. Zonder onderwijs hebben wij geen toekomst. Moeten we nog vijftien jaar wachten totdat alle kinderen naar school kunnen gaan? Hoeveel oorlogen moeten we nog doorstaan om te ontdekken dat onderwijs een belangrijke factor is voor vrede? We weten hoeveel schade oorlog en ongelijkheid toebrengen aan het onderwijs. Onderwijs is onze prioriteit. De wereldleiders moeten er ook hun prioriteit van maken. Wij beloven dat we, als we volwassen zijn, de rechten van kinderen en jongeren zullen verdedigen, met net zoveel passie als we dat nu doen. Wij zijn de kinderen en de jongeren van de wereld, en ondanks onze verschillen delen we dezelfde droom: recht op onderwijs voor alle kinderen. Brussel, 30 april 2013
bedenK met je Klas een educatieVe, ludieKe en originele actie rond Kinderrechten!
Zo doe je mee aan de ‘dag voor Verandering’ van unicef belgië. bepaal zelf hoe jullie dit invullen! meer informatie, ideeën en tips vind je op pagina 61 van deze lesmap of contacteer ons via
[email protected]. je kunt hierbij ook ondersteuning krijgen van een educatieve vrijwilliger. post jouw actie op www.unicef.be/kids, en doe zo mee aan de dag voor Verandering van unicef belgië. elke geposte actie krijgt een plaats op onze kids-website.
Voor de leerlingen Kan het soms beteKenisVol Zijn om na de KennismaKing met de situatie Van Kinderrechten WereldWijd oVer te gaan tot actie in de Vorm Van een geldinZameling. Voor scholen, leerkrachten en leerlingen die dit willen, bestaat er dan ook de mogelijkheid om geld in te zamelen in het kader van deze educatieve campagne. dit aanbod is uiteraard niet verplicht en volledig vrijblijvend. Een originele manier om geld in te zamelen is: Sport for UNICEF. Sporten voor UNICEF is een toffe manier om op school sport en mondiaal burgerschap te combineren. Zo kan er een gesponsorde wandeltocht, zwemwedstrijd, fietstocht, marathon, …. georganiseerd worden. Voor leerkrachten die geïnteresseerd zijn, voorziet UNICEF België vanaf 2014 het nodige materiaal om hun actie “Sport for UNICEF” op school te ondersteunen. om de bijdrage Van jouW Klas tot onderWijs te concretiseren Kunnen jullie: • Met het ingezamelde geld “Happy Packs voor onderwijs” kopen. je kiest zelf het schoolmateriaal (potloden, schriften, “school in the box”, … ) en je kan een certificaat met de gift afprinten voor de leerlingen. Meer informatie vind je op www.unicef.be, onder ‘Schenk een Happypack’. Kies voor de categorie ‘spelen en leren’.
Copyright UNICEF België / Benoît Melebeck
74
• Of het ingezamelde geld storten op rekeningnummer BE31 0000 0000 55 55 van unicef belgië.Vergeet bij jouw aankoop of overschrijving niet te vermelden dat het om een “scholenactie” gaat. bedankt!
Voor meer informatie, aarzel dan niet om ons te contacteren via
[email protected]
Waarom?
• een enthousiaste eductieve vrijwilliger van UNICEF België komt naar jouw klas • en geeft een dynamische animatie met participatie van jouw leerlingen • om hen op jonge leeftijd bewust te maken van kinderrechten wereldwijd.
Wat?
• Gevarieerd didactisch materiaal: posters, panelen, dvd, educatieve spelletjes, … • Inhoud: kinderrechten, onderwijs, water, kindsoldaten, kinderarbeid,…. Dit schooljaar: de gevolgen van oorlog op onderwijs, met als themaland Burundi …op niveau van de leerlingen! • Een educatieve vrijwilliger kan ook ondersteunen bij de organisatie van een concrete actie met jullie klas. • Je kan ook kiezen voor een gastles onder vorm van een kinderrechtenwandeling in Antwerpen!
“Een fantastische introductie op onze eigen werkwinkels rond de 6 uitdagingen” Juf Myriam, Kakelbontschool, Brussel
“Super! Echt op maat van de kids!” Juf Melissa, De Letterboom, Vilvoorde
Contact? Je kunt terecht bij UNICEF België op
[email protected] of bel 02 230 59 70. Wij bedanken graag volgende studenten en hun lectoren voor hun bijdrage en om ons te inspireren bij het opstellen van deze lesmap: Hanne Thys, Jan Geerts, Lorenz Mortelmans, Janne Vermeulen, Gitte Geyskens, Ruth Janssen en Chris Dijckmans (Thomas More Kempen); Cathy Rosseau, Melissa Van der Veken, Halil Ibrahim Adancioglu, Nele Willems en Annie Timmersmans (artesis plantijn hogeschool Antwerpen); Ann-Sophie De Keyser, Alexandra Walcarius en Anke Dewilde (Arteveldehogeschool Gent) Met speciale dank aan de collega’s van UNICEF Burundi. Dank aan Hilde De Ceuster, Fauve Van den Berghe, Jorieke Vyncke en Anne Peeters voor hun bijdrage aan deze lesmap.
www.unicef.be/scholen Redactie: Anneleen Van Kelecom en Pascale Recht ©unicef2013 D2013/5606/1
Verantwoordelijk uitgever: Yves Willemot, UNICEF België, Keizerinlaan 66, 1000 Brussel
Copyright UNICEF België / Etienne Musslin
Vraag gratis jouw gastles aan!