nF;<Ea88EMI8><E missionarissen danken
Burundi – Dank van contemplatieve zusters
Vrede en vreugde! Wij zijn de contemplatieve karmelietessen die onlangs een nieuwe stichting zijn begonnen in Burundi, in het bisdom Gitega. Vorig jaar antwoordde
u positief op ons verzoek om steun voor de uitrusting van onze sacristie. Dit gebaar van u heeft ons aangemoedigd met vertrouwen door te gaan in onze missie hier in Gitega . Op bijgaande foto ziet u de zusters van de nieuwe stichting. Geleidelijk zijn wij in staat om de rest van de bouwwerkzaamheden, de bouw van de kapel en het klooster te realiseren. Wij willen onze diepe dankbaarheid betuigen en beloven u ons aanhoudend gebed. Met vriendelijke groet in Christus. Zusters Karmelietessen Gitega, Burundi
Tanzania – waterproject
Hartelijke groeten van de zusters van het Onbevlekte Hart uit Kisarawe in Tanzania. We hebben water!!! Het is een grote opluchting en wij danken God voor zijn grote Voorzienigheid. Onze communiteit en de hele gemeenschap zijn u dankbaar voor alle offers om dit project, dat duizenden mensen ten goede komt, waarheid te laten worden. Onze mensen kunnen nu schoon en gezond water drinken. Gods zegen voor u en uw apostolaat. 49
Dank u wel voor het schone water
Zr. Maria Anthonita Dar es Salaam, Tanzania
missionarissen danken
India - Dank uit Goa
Medische verzorging georganiseerd door de paters
Interreligieuze ontmoeting
Beste zusters, wij, de Missionarissen van St. Franciscus Xaverius, hebben uw bijdrage voor het onderhoud van onze zieke en bejaarde leden ontvangen. Heel hartelijk dank voor uw edelmoe-
dige gift. Wij sluiten enkele foto’s van ons apostolaat in Goa bij. Met de belofte van ons gebed. Pater Joseph Baptista sfx Goa, India
Dank uit Boma
Ik ben u zeer erkentelijk voor uw bijdrage aan de vernieuwing van onze liturgische gewaden. Moge de Allerhoogste u hiervoor zegenen. Ik stuur u hierbij ook wat foto’s mee van de nieuwe kazuifels en alben. Hartelijk dank voor uw edelmoedigheid. Ik blijf voor u bidden. Pastoor Roger Lelo Matundu Boma, Kongo 50
God vertrouwt ieder een stukje van de wereld toe
Het "Camillian Social Center" bevindt zich in het dorp Sri Vichien in het district Chian-grai in Thailand. De aanwezigheid van melaatsen spoorde de Camillianen aan zich voor dit dorp in te zetten: lepra bestrijden en kinderen van melaatsen de kans geven naar school te gaan. Een immens werk is voltooid en nu richt het Centrum zich op andere behoeften. Broeder Gianni Dalla Rizza, verantwoordelijke van het Centrum, die in mei zijn 50 jaar religieus leven vierde, waarvan meer dan de helft ten dienste van de armen, schreef bij deze gelegenheid: Hebt u de naam Mot Deeng al eens gehoord? Ik denk het niet. Zelf moet ik bekennen, dat ik even in de war was toen ik hem door de telefoon hoorde. Direct 51
Broeder Gianni Dalla Rizza met enkele kinderen van het Centrum
erna echter schoten me alle aangename en ontroerende herinneringen te binnen en defileerden de duizenden kinderen die ik de laatste dertig jaar dank zij uw edelmoedigheid geholpen heb, voor mijn ogen. Mot Deeng was in 1981 de eerste van die kleinen die aan de deur van mijn hart klopten: nu is hij ingenieur en directeur van een fabriek van plastic producten. Mot Deeng vertelde me... Een paar dagen geleden bracht een telefoontje me zijn naam weer in herinnering. Ik was hem niet vergeten, maar hij sluimerde tussen de duizenden andere die na hem gekomen waren. Kort daarop volgde er een ander telefoontje en nog een. Velen van mijn oud-studenten - nu mannen en
vrouwen met gezinnen en kinderen, en in staat verantwoordelijkheden op zich te nemen - hebben me overspoeld met telefoontjes en zeiden me: “Mot Deeng vertelde me ...” Het nieuwtje waarvan ik u deelgenoot maak is dit: Mot Deeng is bezig contact op te nemen met velen van hen die ik in die jaren geholpen heb, om hen hier bijeen te brengen voor het vieren van mijn 50-jarig jubileum. Ik ben ontroerd door dit initiatief en zelfs een beetje trots dat zoveel kinderen die ik via u geholpen heb, zich mij nu herinneren. Dat betekent dat wij goed werk verricht hebben, dat zij zich wat wij gegeven hebben met genegenheid herinneren. Zij zijn de wereld ingetrokken
Camillan Social Center
maar hebben ons niet vergeten. Zij denken aan hen van wie ze hulp kregen toen zij het moeilijk hadden. Dat ons dit kon overkomen is een heel uitzonderlijk iets in deze wereld waar men alles snel vergeet.
Met u delen In het leven van elk van ons zijn er data, die wij ons bijzonder herinneren en mijn vijftig jaren van religieus leven zijn voor mij een uitzonderlijk gebeuren dat ik met u zou willen delen. Ik ben er gelukkig mee en ik zou willen dat u die me hielp, dat u met mij bent. Ik zou u een gebed willen vragen om de Heer te danken voor alles wat Hij heeft willen doen, zich daarbij ook van mij bedienend. Meer dan de helft van deze jaren van religieus leven heb ik geprobeerd mogelijkheden tot onderwijs te verschaffen aan duizenden kinderen. Middels u heb ik een touw uitgeworpen naar hen die door de onstuimige stroom van het leven werden meegezogen. En we hebben er velen op het strand getrokken. Geven en niet terugnemen Terwijl ik schrijf bereiken me vanaf de speelplaats, de weiden rond de meertjes en de kamertjes vreugdekreten van de gehandicapte kinderen die sinds kort ons leven delen in de heuvels van het noorden van Thailand: hun vreugde is het nieuwe zout van dit Centrum. Ik begon in de leprozenhuizen aan de kinderen de mogelijkheid te geven naar school te gaan en ik herinner me nog de bittere woorden die tot me gericht werden toen men begreep dat ik koppig was en serieus : "Wat verandert er als er op de wereld 200 kinderen meer zijn die niet
52
kunnen lezen?" Inderdaad, waarschijnlijk zou er niets veranderd zijn als er aan het aantal analfabeten een paar duizend waren toegevoegd. Maar op de wereld moet men geven en niet terugnemen. En ik leefde met deze kinderen en voelde me verantwoordelijk voor hun leven en hun opvoeding, omdat ik dacht dat God aan ieder van ons een stukje van de wereld en haar bewoners heeft toevertrouwd. Wij zijn allen medeverantwoordelijk en we kunnen ons niet aan de plicht onttrekken ons voor de naaste in te zetten. Met hoeveel moeilijkheden werden Pater Rino en ik geconfronteerd! Aan hoeveel deuren hebben we geklopt, hoeveel afwijzingen vielen ons ten deel ... Zich aan de liefde toevertrouwen Maar ik denk dat God voor ons allen een plan heeft, een programma van liefde. Hij weet dat de wereld zich op de liefde moet verlaten om vooruit te gaan ... Het engagement breidde zich uit tot kinderen van minderheden, maar dit is een verhaal
53
dat velen van u, wier schuldenaar ik ben, kennen. De genegenheid die ze me geven, hun glinsterende ogen, de tederheid die ze betonen strekt zich naar u allen uit. Waarlijk, als ik buiten zit en mijn ogen sluit na met een blik de heuvels die het Centrum omgeven gestreeld te hebben, zie ik u helder voor me. Uiteraard niet uw gezicht, want de meesten van u ken ik niet, maar al schrijvende voel ik me dicht bij u; het lijkt bijna alsof ik uw huizen binnenga met aan de hand de kinderen die u helpt en die u komen zeggen dat ze van u houden; de jongere die het Centrum verlaat om veraf te gaan studeren, de jongere die vertrekt om het leven te trotseren. Mogen allen me komen helpen om te bedanken, want dat kan ik niet alleen, allereerst God en dan ieder van u. Met erkentelijkheid.
Gianni Dalla Rizza Camilliaans religieus, Chiangrai, Thailand.
JOHANNES PAULUS II, MISSIONARIS “Wees niet bang. Open de deuren, ja, zet ze wijd open voor Christus!” Deze woorden sprak Johannes Paulus II tijdens de plechtige aanvaarding van zijn ambt op het Sint-Pietersplein (oktober 1978). Dezelfde oprechte uitnodiging klinkt in zijn missionaire encycliek Redemptoris Missio van enkele jaren later: “Opent de deuren voor Christus, alle volken”! (RM3) en “Opent de deuren voor de missionarissen …” (RM39). Al vanaf de eerste dagen van zijn pontificaat onthulde de op 1 mei 2011 zalig verklaarde Paus Johannes Paulus II zijn missievuur en gaf hij aan op welke gebieden hij zijn opdracht
van evangelisatie wilde uitoefenen. Hij nodigde uit om de staatsgrenzen, de economische en politieke systemen, de onmetelijke terreinen van de cultuur, de beschaving en de vooruitgang te openen voor Christus en zijn verlossende kracht. “Wees niet bang. Christus weet wat er in de mens omgaat. Alleen Hij weet het … Ik vraag jullie, ik smeek jullie nederig en met vertrouwen, laat Christus tot de mens spreken. Alleen Hij heeft woorden van leven, ja, van eeuwig leven.” Om de deuren voor Christus te openen heeft Paus Wojtila de schoenen van Petrus aangetrokken en is een rondreizende missionaris, een meester van geloof en getuige van het Evangelie geworden. Rondtrekkende missionaris Drie maanden na het begin van zijn pontificaat begint hij zijn universele missie en reist in het jaar 1979 in de vier windrichtingen: naar het zuiden naar Mexico, naar het oosten naar zijn vaderland Polen, naar het noorden en het westen met zijn reizen naar Ierland en de Verenigde Staten. Na een jaar maakt hij zijn eerste oecumenische reis naar Turkije en maakt een begin met de toenadering tot de orthodoxie en de islam. Het zijn “geloofsreizen” zegt de heilige Vader: “De Paus gaat als boodschapper van het Evangelie naar de miljoenen zusters en broeders die in Christus geloven; hij wil ze allemaal kennen, omarmen en aan allen – kinderen, jongeren, mannen, vrouwen, arbeiders, boeren en alle anderen – zeggen dat God van hen houdt, dat de Kerk van hen houdt, dat de Paus van hen houdt … en om zelf ook van hen de bemoediging 54
en het voorbeeld van hun goedheid en hun geloof te ontvangen. Op een van zijn eerste reizen vertrouwt hij aan de journalisten die hem vergezellen toe: “De Paus kan niet een gevangene van het Vaticaan blijven. Ik wil naar alle mensen gaan, naar allen die bidden en waar ze bidden: naar de bedoeïen in de woestijn, naar de karmelietes of de cisterciënzer monnik in hun klooster, naar de lijdende zieke in zijn of haar bed, naar de actieve mens die vol in het leven staat, naar de verdrukten, naar de vernederden … overal … ik wil over de drempel van ieder huis stappen”. De vele reizen van Johannes Paulus II zijn het meest originele en opvallende aspect van zijn pontificaat, een missionair pontificaat. Hij haalt met profetische geestdrift uit tegen een wereld die gekenmerkt wordt door het kwade, gescheiden van God, vol hoogmoed en trots, vol aanbidders van macht en geld. "De kloof tussen het Evangelie en de cultuur is het drama van onze tijd", zegt hij in Winnipeg. In Montreal onthult Paus Wojtyla onbewust de redenen van zijn reizen, door zich te identificeren met de missie van Mozes: "God openbaart zich aan Mozes om hem een missie toe te vertrouwen. Hij moet Israël uit de slavernij van de farao's in Egypte brengen”. Ook hij, Paus en vertegenwoordiger van God, moet deze aarde, "het bezit van God" en dus "heilige grond", in de lengte en breedte doorkruisen, om haar op te roepen tot heil, om de mensheid weer de weg naar de hemel te wijzen, om de Kerk en de wereld het nieuwe tijdperk, het nieuwe millennium binnen te leiden. Schertsend zegt hij dat het hem niet genoeg is om alleen Petrus te zijn. Hij wil ook Paulus, de apostel van de heidenen, zijn. Een concept dat hij tijdens zijn eerste 55
reis naar Afrika in 1980 bevestigt: "In Europa zijn er mensen die denken dat de Paus niet mag reizen, dat hij in Rome moet blijven zoals hij altijd gedaan heeft. Dit lees ik in de kranten en het wordt mij geadviseerd. Ik zeg echter dat het een genade van God is naar u toe te komen zodat ik u kan ontmoeten. Hoe kon ik anders weten wie u bent en hoe u leeft? Dit bevestigt mij in de overtuiging dat nu de tijd is gekomen dat de bisschoppen van Rome, de pausen dus, zich niet alleen als de opvolgers van Petrus moeten beschouwen, maar ook erfgenamen van Paulus die, zoals we allemaal weten, nooit heeft stilgezeten maar altijd op reis was. En wat geldt voor de paus, geldt ook voor zijn medewerkers in Rome." Een Kerk die helemaal missionair is Evangelisatie is in principe altijd hetzelfde maar met verschillende accenten, afhankelijk van de situatie waarin deze plaatsvindt. We kunnen drie situaties onderscheiden: het wordt pastorale activiteit of zielzorg genoemd wanneer missie betrekking heeft op levende christelijke gemeenschappen;
re-evangelisatie en nieuwe evangelisatie wanneer ze gericht is op een van oudsher christelijke omgeving die nu ontkerstend is; eerste evangelisatie wanneer ze gericht is op volkeren die nog niet van Christus hebben gehoord of onvoldoende rijp zijn om het geloof gestalte te geven. Dit is de eigenlijke missie ad gentes (vgl. RM 33). Deze laatste vorm heeft in de leer van Johannes Paulus II prioriteit en urgentie. Na tweeduizend jaar van evangelisatie verklaart hij: "De missie ad gentes staat nog pas aan haar begin. Het aantal mensen dat op Christus wacht, is nog enorm. De menselijke en culturele ruimten waarin de verkondiging van het evangelie nog niet is doorgedrongen of de Kerk nauwelijks aanwezig is, zijn zo wijd, dat zij de eenheid van alle kerkelijke krachten nodig heeft... We kunnen niet rustig blijven toekijken wanneer we denken aan de miljoenen van onze broeders en zusters die ook verlost
zijn door het Bloed van Christus, maar leven zonder Gods liefde te kennen. Zowel voor de individuele gelovige als voor de gehele Kerk moet de zaak van de missie op de eerste plaats komen, omdat zij de eeuwige bestemming van de mens betreft en beantwoordt aan het geheimvolle en barmhartige plan van God." (vgl. RM 86). Terwijl paus Johannes Paulus II de Kerk het derde millennium binnen leidt, wil hij dat zij bezield wordt door "hetzelfde enthousiasme dat eigen was aan de christenen van het eerste uur ... Aan het begin van deze nieuwe eeuw moeten we onze pas versnellen en met meer bezieling op de wegen van de wereld verder trekken." (Novo Millennium ineunte 58). “De specifieke zending ad gentes lijkt in een fase van vertraging te verkeren … Innerlijke en uiterlijke moeilijkheden hebben het elan voor de missie van de Kerk onder de nietchristenen verzwakt; dit feit moet allen
Ontmoeting van Johannes Paulus met de indianen van de Amazone gedurende zijn bezoek aan Brazilië in 1980 56
die in Christus geloven zorg baren. Want in de geschiedenis van de Kerk is de drang tot missionering steeds een teken van vitaliteit geweest, zoals de afname ervan teken is van een geloofscrisis. De missie vernieuwt de Kerk, revitaliseert het geloof, en geeft nieuw enthousiasme en nieuwe motivatie. Het geloof wordt krachtiger als het aan anderen gegeven wordt!" (RM 2). Een slogan die een heel programma inhoudt. Zijn missionaire enthousiasme doet het hem bijna uitschreeuwen. Zoals op de Wereldjongerendag in Manilla in 1995: "Tegen ieder van jullie zegt Christus:" Ik zend jullie ... Ik stuur je naar je familie, naar je parochie, naar jullie bewegingen en verenigingen, naar de oude culturen en de moderne beschaving, om de waardigheid van elk menselijk wezen te verkondigen, zoals het door Mij, de Mensenzoon, geopenbaard is". Met hetzelfde enthousiasme richt hij zich tot de "jonge kerken" aan wie Johannes Paulus II schrijft: “Jullie zijn nu de hoop van onze Kerk die tweeduizend jaar oud is: omdat jullie jong in het geloof zijn, moeten jullie als de eerste christenen enthousiasme en moed uitstralen in edelmoedige toewijding aan de zusters en broeders. In één woord, jullie moeten de weg van de heiligheid inslaan … En jullie zullen ook gist zijn voor de oudere kerken." (RM 91). Oude en jonge kerken in alle continenten moeten deelnemen aan dezelfde missie ad 57
gentes, ook buiten haar grenzen. "De Kerk in Amerika," zegt Paus Johannes Paulus II, “moet open blijven voor de missie ad gentes ... Zij kan zich niet beperken tot het doen herleven van het geloof van de gelovigen, maar moet er ook naar streven Christus te verkondigen waar hij onbekend is ... de missionaire inspanningen buiten de grenzen van het continent uitbeiden ... Het zou een vergissing zijn de evangelisa-
Paus Johannes Paulus II brengt een bezoek aan een favela in Rio de Janeiro
tie buiten het continent niet te bevorderen onder het voorwendsel dat er in Amerika nog veel te doen is …” (Ecclesia in America 74). Dezelfde aansporing om het evangelie in heel de wereld te verkondigen richt hij tot de Kerk in Azië in zijn apostolische exhortatie Ecclesia in Asia (44)
Wordt vervolgd.
op korte golf
Heilig Mis op de hoogste berg Azie, Taiwan - Mgr. Martin Su Yao-Wen, bisschop van Tai Chung zal de H. Mis vieren op de top van de hoogste berg in Taiwan. Dit op uitnodiging van de Amerikaanse Stichting “Heart for Africa” die een creatieve manier heeft bedacht om geld in te zamelen voor de armen
in Swaziland. Mgr. Martin Su zal samen met ongeveer twintig vrijwilligers uit Taiwan (priesters, religieuzen, studenten, ambassadeurs, zakenlui, ...) de 3592 meter hoge Mount Yu beklimmen. Ze zullen de top bij zonsopkomst bereiken en op dat moment de H. Mis vieren om te bidden voor en hoop te brengen in een land vol met wezen en kwetsbare kinderen. Het initiatief maakt deel uit van de internationale campagne "Summit 4 Hope 2011". Volgens de organi-
satie zullen 400 vrijwilligers uit Canada, Taiwan en de Verenigde Staten worden verdeeld in 8 groepen om 8 van de hoogste bergen, die in Canada, Tanzania, Swaziland en Taiwan te beklimmen. Het doel is $ 150.000 in te zamelen voor de armen in Swaziland. Meer informatie op www.heartforafrica.org. Fides
lokale pers. Volgens de Veiligheidscommissie van de Kamer van Afgevaardigden zijn er in het hele land ten minste 23 duizend jongeren gerecruteerd door criminele organisaties. Volgens de bisschop en andere mensen die met de jongeren werken ziet de regering de situatie veel te rooskleurig. "Het is net als in landen waar een burgeroorlog heerst en de militarisering zo ver gaat dat men zelfs de kinderen de wapens laat opnemen" zei de bisschop. Bisschop Vera heeft de ernst van de situatie onderstreept. Hij heeft de Mexicaanse president Felipe Calderon gevraagd om de strategie van de strijd tegen de georganiseerde misdaad te veranderen. Fides
Kinderen in de georganiseerde criminaliteit
Schooldirecteuren slapen buiten met daklozen
Mexico, Saltillo - “Alleen al in Saltillo zijn ruim 14 duizend leden van de 70 duizend jongeren die zijn georganiseerd in jeugdbendes, opgenomen in de georganiseerde criminaliteit en drugskartels. Het is uitgegroeid tot een ernstige bedreiging voor de bevolking”. Dit zei bisschop Mgr. Raul Vera Lopez van het bisdom Saltillo in Mexico in een ontmoeting met de
Oceanië, Australië - Leraren van katholieke scholen zullen buiten slapen onder de 16 000 daklozen om de aandacht te vestigen op deze plaag. De directeur van de katholieke scholen in Sydney, Dan White, heeft zichzelf voorzien van karton en een hoed om zich te beschermen tegen de kou voor als hij tussen de daklozen gaat slapen om geld voor hen in te zamelen. White zal 58
op korte golf
samen met de directeur van de Australische vereniging van St. Vincent de Paul, Vinnies, in het Luna Park, een van de ontmoetingsplaatsen van de daklozen, slapen. "Meer dan 16 000 mensen slapen elke nacht ergens buiten. De meeste van hen zijn vrouwen en kinderen, en dit is niet aanvaardbaar in een rijk land als het onze", zei White. "Vinnies is hard aan het werk om vooroordelen over de daklozen af te breken en hen veiligheid, warmte en de waardigheid die ze verdienen te geven". Voor een nacht zullen White en 800 andere schooldirecteuren uit heel Australië van “rol” veranderen om de aandacht te vestigen op de noodzaak van een menswaardige oplossing voor het leven van de daklozen te zoeken. Fides Behandelcentrum tegen cholera Haïti, Port-au-Prince - De SSDC (Een vereniging van Christelijke Kerken in de Dominicaanse Republiek) heeft in de gemeenschap van Bom Repos te Port-au-Prince een nieuw "Cholera Behandel Centrum” geopend. Het project is gefinancierd door coöperatieve organisaties in Korea en Canada. Sinds oktober 2010 wordt de bevol59
king van Haïti geplaagd door een cholera-epidemie waaraan tot nu toe 5400 mensen zijn overleden. 344.000 mensen zijn besmet. Er is er een toename van de ziekte, met name in de gebieden aan de rand van Port-au-Prince, waardoor internationale organisaties hun werk hebben geïntensiveerd. Er werd onder andere een aantal cholera behandelcentra geopend. De uitvoerend directeur van het SSDC is Lorenzo Mota King. Het centrum heeft ruimte voor diagnose en intensive care, twee kamers voor ziekenhuisopname met 18 bedden en een recoverykamer. Verantwoordelijk voor dit centrum is een vrouw van Koreaanse nationaliteit die wordt bijgestaan door een arts, 9 verpleegkundigen en diverse andere medewerkers. Diverse internationale organisaties hebben geholpen dit project mogelijk te maken. Het Centrum is gevestigd in een gebied waar meer dan 10 000 gezinnen wonen in kampen, zonder enige hulp van de staat of particuliere organisaties. Fides Onderwijscentrum voor jongeren uit volksstammen India, Ranchi - Het Lievens’ Insitute of Film and Electronic Media (LIFE), een nieuw
centrum van de Jezuïeten, is onlangs in Ranchi, de hoofdstad van Jharkhand, ingewijd, met de doelstelling jongeren van de volksstammen op te leiden tot vakmensen in de mediawereld met een ethische visie, zodat de stem van hun stammen op nationaal en internationaal niveau gehoord kan worden. Gedurende de inwijdingsceremonie sprak pater Francis Kurien, de provinciale overste van Hazaribagh, de hoop uit dat de studenten van het centrum communicatie-werkers zullen worden want "tegenwoordig geven de media niet veel informatie over wat er gebeurt in Jharkhand". De provinciale overste van Ranchi, pater Xavier Soreng, was ook aanwezig bij deze ceremonie. Hij definieerde het gebouw als "een nieuw hoofdstuk in het leven van Jarkhand en een geschenk aan de mensen in de provincies in CentraalIndia en aan de stammen in de regio." Het centrum zal leergangen aanbieden in film- en TV-productie. Aan het einde van hun studie ontvangen de studenten een diploma van het "Xavier Institute of Communication" in Mumbai. Het programma zal binnenkort ook beginnen met leergangen in elektronische communicatie. Fides
Jongeren & missie
AFRIKA ROEPT ONS
Hoe vaak heb ik ervan gedroomd naar verre landen te vertrekken om met het enthousiasme en de vreugde van een missionaris de Blijde Boodschap van Jezus bekend te maken. Hoewel mijn verblijf op Afrikaanse grond kort is geweest, heb ik de mogelijkheid gehad om de dagelijkse moeilijkheden van onze missionarissen te ervaren. Met drie jongeren uit Nichelino (Turijn) ben ik naar Kameroen vertrokken, een land dat "Afrika in miniatuur" genoemd wordt omdat men er in hun verscheidenheid alles vind wat Afrika kenmerkt: de verschillende klimaten, het plantenleven, de terreinen, de bevolkingsgroepen en de culturen. Na een lange reis zijn we aangekomen bij de missiepost van de Goddelijke Barmhartigheid te Atok die geleid wordt door de Marianistenpaters. Dit zou de plaats zijn van onze missie-ervaring
en hier zouden wij ook kennis maken met het leven van de inlandse mensen. Wij hebben onmiddellijk aan de dagelijkse pastorale activiteiten van de missionarissen deelgenomen. De missionarissen organiseren cursussen voor de vorming van de jongeren en de kinderen van de dorpen in de omtrek. De kinderen blijven ongeveer drie dagen op de missiepost en worden opgevangen door enkele families uit die plaats. Zij brengen de dagen bij de missiepost door waar ze samen bidden en deelnemen aan de cursus en de catechese. In het programma van elke dag is een uur bestemd voor "werk": de kinderen moeten een schooltas "verdienen" met alle benodigdheden om het schooljaar goed te kunnen beginnen. Wij hebben deelgenomen aan dergelijke ontmoetingen. Wij hebben met hen gespeeld en gedanst en wij heb60
Jongeren & missie ben de karakteristieken van onze cultuur vreugde en vol levenslust! Ieder van hen en van onze tradities met hen gedeeld. heeft een belangrijke plaats in ons leven Van dag tot dag hebben wij de groep van ingenomen: Angelica met haar mooie kinderen die naar de missie komen zien glimlach, Nadia met haar onuitputtelijke groeien en wij waren "gedwongen" om wens om te spelen en om grappen te eindeloos te spelen. Zo zijn we op spon- maken. Dimitry met zijn katapult om de tane wijze begonnen met een oratorium vogels bang te maken en met zijn gracieuze (een plek bij de kerk waar kinderen onder dans. De dertienjarige Aurel die altijd in geestelijke leiding kunnen spelen). Tussen de weg liep, ook al woont hij niet in Atok. de jongeren en ons ontstond vriendschap. Maar juist Aurel heeft me iedere dag vers Vaak gebeurde het dat de seminaristen fruit gebracht. Aan het eind van onze misons in bescherming moesten nemen en sionaire ervaring hebben we besloten om de kinderen naar huis moesten sturen om hem "op afstand" te adopteren zodat hij de ons de mogelijkheid te geven om wat te mogelijkheid heeft om naar school te gaan. eten en een beetje te rusten. Het was een heel ontroerend moment toen Wij zijn niet gewend om steeds kinderen, Aurel met zijn vader naar de missiepost ook die van twee of drie jaar, op de arm te kwam om ons te bedanken: allemaal haddragen. Allen wilden het middelpunt zijn den we de tranen in de ogen. Naast het van onze aandacht. Dit feit verbaasde ons feit dat we kennis hadden gemaakt met niet omdat wij wisten dat de gezinnen veel het leven van de missie in Atok, hebben we kinderen hebben en dat de kinderen van gelegenheid gehad om mensen van andere vijf jaar zich al met de zorg van hun klei- dorpen te ontmoeten en andere missies te nere broertjes en zusjes bezighouden. Het bezoeken. Nooit zal ik de reis naar Landa speelgoed, als ze dat hebben, hebben ze vergeten. Een afgelegen dorpje dat alleen zelf gemaakt. Langs de wegen en in de dorpen die we hebben bezocht, zagen we de kinderen met fiets- en autobanden spelen. Op sommige plaatsen zagen we jongentjes die wagentjes van bamboe achter zich aantrokken. Eén keer heb ik een meisje zien spelen met een pop, maar die was “verminkt”, zonder armen en benen. Ondanks alles zijn de kinderen uitbundig van Zr. Jola met een seminarist en kinderen van de missie 61
met een kano bereikbaar is. Al lang voordat we aankwamen hoorden we de klank van de tamtam en zodra we aanmeerden werden we ontvangen door een groep jongeren en kinderen met palmbladen in de hand. Het dorp was al helemaal in feeststemming. De Mis die hier een keer per twee maanden wordt opgedragen heeft bijna twee uur geduurd. De viering was zo vol van zang en dans dat het leek alsof we aan een koninklijk banket deelnamen … maar is niet iedere heilige Mis het Avondmaal van de Koning? Met ontroering en bewondering hebben wij de missionarissen en de missiezusters ontmoet. Zij die hun eigen leven toewijden aan anderen in Omwan, Ayos, Essiengot, Doumé, Dimako, Esseng. Nghuelemendouka, Betare-Oya ... Dank zij hun inspanningen wordt het Woord van God ook in deze regio verkondigd. Allen hebben ons van harte bedankt voor de steun die zij van onze congregatie hebben ontvangen voor hun verschillende projecten. Deze dank samen met het gebed is bestemd voor al onze weldoeners en voor alle vrienden van de missie die met onze congregatie meewerken. Wij zijn naar huis teruggekeerd. Door onze ervaring nog meer overtuigd van de noodzaak om te bidden voor de missionarissen die werken in de missie en voor nieuwe missionaire roepingen, want we hebben gezien hoeveel werk er nog ligt te wachten.
Zuster Jolanta Plominska sspc
Moeder Immacolata, in de Heer overleden In de vroege ochtend van 29 april, op de verjaardag van de stichting van ons Instituut, is Moeder Immacolata Nihoul ingeslapen na een vruchtbaar leven ten dienste van de evangelisatie. Ze was een voorbeeld van werkzaamheid in de "achterhoede" van de missie. Moeder Immacolata was tijdens haar aardse pelgrimstocht een aanwezigheid van God waar ze ook ging: voor familieleden, missionarissen en weldoeners die haar kenden, persoonlijk of door correspondentie, voor de zusters van de vele gemeenschappen waar ze woonde, voor de godgewijde leken die zij geestelijk begeleidde en die vandaag de dag gist van Christus zijn in de massa van de wereld. Ze werd op 19 juli 1923 geboren in Rafaela, in de provincie Santa Fe in Argentinië. Met haar geboorteland is ze altijd nauw verbonden gebleven. Na het behalen van een graad in literatuur en na drie jaar in het onderwijs gewerkt te hebben als professor aan het College Misericordia in Castellano, trad ze op 24 juni 1945 toe tot de Congregatie van de Missiezusters van St. Petrus Claver, in de gemeenschap Rosario in Argentinië. Na twee jaar werd ze naar het generalaat in Rome geroepen. Hier legde ze op 5 maart 1949 haar eerste geloften af en verbleef er het grootste deel van haar religieuze en apostolische leven. Aan haar werd de redactie van het tijdschrift “Echo uit Afrika" in het Italiaans toevertrouwd en later, bijna tot het einde van haar leven, ook de Spaanse “Echo”. Ze werd benoemd tot meesteres van postulanten en novicen, werd overste van een
62
aantal van onze gemeenschappen en twee keer gekozen tot lid van de algemene raad en van 1983-1995 gekozen en herkozen tot Algemeen Overste. Zij heeft diverse reizen gemaakt naar onze apostolische gemeenschappen in de vijf continenten. Zij herinnerde zich vaak en met genegenheid een episode uit haar leven van toen ze een kind van 6 jaar was: "Op een dag zat ik me te vervelen en beklaagde mij: “Mammie, waarom gaan al die anderen uit voor een wandeling en blijven wij altijd thuis?” Mijn moeder stond op en omhelsde mij en zei: "Treur niet meisje, als je groot bent zul je ver weg gaan, heel ver weg." Mijn moeder had profetische woorden gesproken.” Na haar functie van Algemeen Overste werd ze naar Buenos Aires overgeplaatst, waar ze van 1998 tot 2004 overste van de gemeenschap was. Hier bracht ze de rest van haar leven door met gebed, redactioneel en administratief werk en catechese. Ze hield ervan voor het Allerheiligste Sacrament te verblijven. Moeder was een persoon met een gevoelig hart en delicate naastenliefde. Ze was intelligent en had een levendige fantasie, wat vooral blijkt uit haar werk als redactrice. Ze was een bekwaam schrijfster die haar doel wist te bereiken. Hoewel ze veel talenten had, liep ze er niet mee te koop maar ze ontkende ze ook niet. Ze kende haar plaats. We lezen in haar dagboek: "Heilig Hart van Jezus, ik vertrouw op U! Oh, als de hele wereld zich aan uw voeten zou neerwerpen. Oh, als er geen zonde zou bestaan! Maar ...U staat hem toe om iemand te hebben om te vergeven, om iemand te hebben om voor te lijden. De meest sublieme liefde is te kunnen vergeven … wat kost het veel van iemand te houden die je beledigd heeft … En U blijft ons altijd vergeven ... ". (vgl. dagboek). 63
Deze zinnen vatten haar hele leven samen. Ze was zich volledig bewust dat de Liefde van God op de eerste plaats komt en dat spoorde haar aan om ijverig te werken. Met haar geschriften, gebeden, tranen en lijden zaaide ze voor de zielen opdat niemand verloren zou gaan, maar door de genade aangeraakt tot geloof zou komen. Moeder Immacolata laat aan degenen die haar hebben gekend het getuigenis na van
Ontmoeting van Moeder Immacolata met Paus Johannes Paulus II
een ziel die leefde onder de moederlijke blik van Maria en verliefd was op God: zij beschouwde Hem nederig in de Eucharistie, in de verschillende omstandigheden van het dagelijkse leven en in het leven van iedere medezuster. Dank u wel, Moeder Immacolata, en bid dat er onder de jongeren van vandaag iemand geraakt wordt door de genade van een religieuze roeping, die de plek mag innemen die u leeg hebt achtergelaten.
Zr. Silvia Simas
nF;<Ea88EMI8><E
Zambia - Bijbels in het Lozi De Bijbel is het boek van Gods Woord. Als zodanig is de Bijbel noodzakelijk voor de evangelisatie, voor het voeden van het geestelijk leven van de mensen en voor de catechese. Het grootste deel van het bisdom Livingstone ligt in de westelijke provincie van Zambia, waar het Lozi de belangrijkste inlandse taal is, zodat de Bijbel in het Lozi in dit bisdom het meest gebruikt wordt. De Bijbel in het Lozi heeft een herdruk nodig en het Bijbelgenootschap van Zambia dat zorgt voor Bijbels in het Engels en in de belangrijkste inlandse talen heeft geen geld om nieuwe Bijbels in welke taal dan ook te laten drukken. De bisdommen moeten dan ook eigen initiatieven ontplooien om genoeg nieuwe exemplaren van de Bijbel te laten drukken om op dit punt in hun eigen behoefte te voorzien. Vandaar de huidige aanvraag door zr. Mulyei Immaculata die ik van harte bij u aanbeveel.
Raymond Mpezele, Bisschop van Livingstone, Zambia
India - Hulp voor gehandicapten Ons rehabilitatiecentrum voor verstandelijk gehandicapten“Good News Asha Bhavan” vraagt om uw financiële ondersteuning. De patiënten die we hier onderbrengen zijn wezen die rondzwerven op de straten en zich ophouden bij bushaltes, op stations enz. Zij zijn ongewenst en afgewezen door hun familie en de samenleving. Ze kunnen niet leven zonder hulp van anderen. De patiënten zijn vaak ernstig ziek en moeten iedere dag voor behandeling naar het ziekenhuis. De weg tussen ons centrum en de hoofdstraat naar het ziekenhuis is slechts 400 meter lang, maar in zeer slechte toestand. Onze vraag is daarom financiële ondersteuning voor de verharding van dit weggetje voor een beter vervoer van onze patiënten van en naar het ziekenhuis. Uw hulp is een grote daad van naastenliefde voor deze verstoten broeders en zusters die daardoor op zijn minst voor het einde van hun leven enige menselijke waardigheid en eer mogen ervaren. De uwe in de
Heer Jezus. Met het verharden van dit weggetje bewijst u de gehandicapten een grote dienst van naastenliefde
Thomas Olikunnel pr., Directeur van Good News Asha Bhavan 64