Lesmap: ‘ De saaiste vader van de hele wereld’ Theater Anna’s Steen
Beste leerkracht, Dit boekje bevat suggesties en uitgewerkte activiteiten voor je klas. We proberen daarbij zo dicht mogelijk bij de dagelijkse realiteit te blijven, zodat je de activiteiten gemakkelijk kan inpassen in je klas. Daarom hebben we beroep gedaan op mensen met ervaring in het onderwijs. Wij vinden het leuk en leerrijk om reacties over de voorstelling of de lesmap te ontvangen ook resultaten vanuit de klas zijn welkom. Mail of stuur ze naar: Theater Anna’s Steen Koningin Elisabethlaan 12 2920 Kalmthout E-mail:
[email protected] Veel plezier en inspiratie!
Inhoud: Deel 1: Achtergrondinformatie en gespreksonderwerpen als inleiding op de voorstelling. 1.1. Achtergrondinformatie, inhoud en makers 1.1.1. Korte inhoud 1.1.2. Hoe werd de voorstelling gemaakt ? 1.1.3. De makers 1.2. Naar het theater 1.2.1. Theatercodes 1.2.1.1. Wat is het theater? 1.2.1.2. Wat is het verschil tussen theater en tv of film? 1.2.1.3. Wat is een cultureel centrum? 1.2.1.4. Hoe verloopt een voorstelling in een cultureel centrum? 1.2.1.5. Komen er kinderen van andere scholen? 1.2.1.6. Hoe gedraag je je? 1.2.1.7. Waarom verwacht men dat je stil bent tijdens de voorstelling? 1.3.Tips voor een voorbereidend gesprek 1.3.1. Muziek 1.3.2. Flyer 1.3.3.Thema’s kringgesprek Deel 2: Na de voorstelling 2.1. Kringgesprek over de voorstelling. 2.1.1. Over de inhoud 2.1.2. Over Bart 2.1.3. Over de muziek 2.1.4. Over het decor 2.1.5. Over de kleding 2.1.6. Over de belichting 2.2. Onderwerpen voor cultuurbeschouwing 2.2.1. Over anders zijn 2.2.2. Over iemand anders willen zijn 2.2.3. Over pesten 2.2.4. Over schaamte 2.2.5. Over zijn wie je bent 2.2.6. Over de ideale vader Deel 3: Activiteiten met je klas na de voorstelling 3.1. Werken rond muziek: 3.1.1. Liedje Cowboy Billie Boem (zie ook bijlage) 3.1.2. Hoorspel maken met geluidenkoffer 3.1.3. Ritmes: trommelen met gerecycleerd materiaal 3.2. Beeldend werken: 3.2.1. Van saaie dingen iets leuk maken 3.2.2. Hoe ziet jouw ideale vader eruit? 3.2.3. Wie rijdt daar op zijn… door de prairie? 3.2.4. Maak een oude schoen nieuw 3.2.5. Verjaardagskalender met wasknijper 3.2.6. Interview met je papa
3.3. Theater en expressie: 3.3.1. Uitbeelden 3.3.2. Hoedenkist 3.3.3. Stopmotion animatiefilmpje maken
Deel 1. Achtergrondinformatie en gespreksonderwerpen als inleiding op de voorstelling. 1.1. Achtergrondinformatie, inhoud en makers Deze informatie is voor u als leerkracht en is bedoeld om met een juiste verwachting naar de voorstelling te komen kijken. 1.1.1.Korte inhoud ‘De meeste normale vaders zijn van die lieve , vrolijke mannen die graag voetballen met hun kinderen …en bij het slapen gaan een spannend verhaal vertellen over rovers, en prinsessen en zo. Ze zorgen goed voor hun kinderen, en ze zien er uit als een grote teddyberen… Maar mijn vader niet…. Mijn vader is saai, …verschrikkelijk saai! En ik wil niet dat hij in de klas komt, echt niet!’ Bart moet in de klas een spreekbeurt houden over zijn vader, het is ten slotte ‘vaderkesdag’ en dan mogen alle vaders mee in de klas! Maar, zijn vader, Piet Grijs, is ongelooflijk saai en grijs in alles: zijn kleren, zijn werk, zijn hobby’s,…hij valt nergens in op, loop nergens warm voor. Bart schaamt zich diep voor hem en hij wil niet dat hij in de klas komt. Ten einde raad bedenkt hij een plan om zijn vader alsnog te veranderen….tot hij erachter komt waarom zijn vader zo saai is. Samen met hem beleeft hij dan een wonderlijk avontuur waardoor heel z’n kijk op zijn vader verandert… ‘De saaiste vader van de hele wereld’ is een gevoelig tragikomisch en ook spannend verhaal dat gaat over de zoektocht van een jongen naar zichzelf en de ideale vader…’ Een vrolijke muziektheatervoorstelling waarin Bart Embrechts en zijn muzikanten een verhaal over saaie dingen tot leven brengt. Beeld je eens in dat je vindt dat je een saaie vader hebt, wat zou jij dan doen? 1.1.2. Achtergrondinformatie: Hoe de voorstelling gemaakt werd? ‘De saaiste vader van de hele wereld’ is een theatervoorstelling, geen ‘poppenkast’ en geen meespeeltheater, het is een kijk- en luistervoorstelling waar kinderen helemaal kunnen opgaan in het verhaal. De voorstelling doet beroep op de fantasie van de kinderen.
We kiezen om suggestief te werken met een minimum aan decor en attributen, en daardoor met een maximum aan verbeelding. Niet alles wordt letterlijk uitgebeeld, geen levensechte huizen, geen decorveranderingen,.. De videobeelden zijn een belangrijk onderdeel in de voorstelling zij vormen het grootste deel van het decor. De filmbeelden in de voorstelling bestaan uit stop motion, achter elkaar geplakte beelden die bij het afspelen voor beweging zorgen. Deze beelden vormen een beeldstroom van al datgene wat zich afspeelt in het hoofd van de verteller. Zo wordt zijn fantasie voor een deel zichtbaar. De muziek speelt een belangrijke rol en ondersteunt de voorstelling. De muziek wordt gebracht door 2 muzikanten die live spelen tijdens de voorstelling . De acteur vertelt het verhaal en de muzikanten volgen zijn spel. Door de combinatie van muziek, geluiden, attributen, taal, video en beweging wordt het levend. Naast het ondersteunen wordt de voorstelling ook af en toe onderbroken door vrolijke liedjes. 1.1.3.De makers De saaiste vader van de hele wereld is een muzikale theatervoorstelling naar een verhaal van Koos Meinderts.
Acteur en bewerker van het verhaal: Bart Embrechts De muzikanten: Jan Blieck (gitaar, piano en vele kleine instrumenten) Bart Van Aken(percussie, contrabas en ook vele kleine instrumenten) Animatiefilm: Clara Hermans en Miep Embrechts Kleding: Miep Embrechts Andere productie van theater Anna’s Steen zijn: ‘ Ik ben een Held’ Naar Ted van Lieshout ‘ Kikker’ Naar Max Velthuijs ‘ Dokter Deter’ Naar Toon Tellegen ‘ Van Jos en Peer’ Naar Koos Meinderts ‘ Onder ons gezegd en anders gezwegen’( Groen en Bruin) Naar Arnold Lobel ‘ Vos en Haas’ Naar Svlvia Vanden Heede ‘ Samen in Bed ’Naar Gerda Dendooven ‘Schaap met laarsjes’ Naar Maritgen Matter ‘Olifant en Krokodil’ Naar Max Velthuijs
1.2. Naar het theater We gaan ervan uit dat dit niet de eerste voorstelling is die je kinderen zien. Toch is het altijd zinvol om met hen de theatercodes nog eens op te frissen. Hieronder worden enkele begrippen en aandachtspunten uitgelegd zoals je ze kan overbrengen aan de kinderen bij de voorbereiding. 1.2.1. De theatercodes aanleren 1.2.1.1. Wat is theater? Bij een theatervoorstelling wordt er een verhaal of allemaal korte verhaaltjes verteld door één persoon of door meerdere personen, de acteurs. De voorstelling bestaat uit: acteurs, muzikanten, of muziek, decor, (de achtergrond, de omgeving waarin het verhaal zich afspeelt), licht, het podium en soms film of foto’s. 1.2.1.2. Wat is het verschil met theater en TV of film? Op het theater gebeurt alles op het moment zelf en wordt de voorstelling op dat moment door de acteurs als het ware gemaakt. Elke dag kan een beetje anders zijn omdat het niet zoals bij TV wordt opgenomen en afgespeeld met een video. Je kan ook niet zomaar weglopen, want dan stoor je de andere kinderen en de acteurs. Je moet blijven kijken want je hebt geen zapper zoals bij de televisie om zomaar weg te zappen. 1.2.1.3. Wat is een cultureel centrum? Een cultureel centrum heb je in de meeste gemeentes, het is een plaats waar allerlei activiteiten worden georganiseerd zoals theatervoorstellingen, muziekoptredens, dansvoorstellingen,… iedereen kan naar deze voorstellingen komen kijken. Er worden activiteiten georganiseerd voor kinderen, volwassenen, speciaal voor oudere mensen, enz… 1.2.1.4. Hoe verloopt een voorstelling in een cultureel centrum? Mensen die graag naar een voorstelling willen kijken kopen op voorhand een kaartje om zo binnen te mogen in de voorstelling. Voordat ze binnen mogen moeten ze hun kaartje laten zien en wordt het kaartje gescheurd. Binnen in de zaal zijn de stoelen genummerd je zoek dan het juiste nummer dat op je kaartje staat en daar ga je zitten. Als je met de klas gaat kijken mag je gewoon een stoel uitkiezen maar blijf je samen met je eigen klas. Als het donker wordt in de zaal moet iedereen stil zijn zodat de voorstelling dan kan beginnen. 1.2.1.5. Komen er kinderen van andere scholen? Soms komen er ook kinderen kijken van andere scholen. Deze kinderen blijven zoals bij ons als groep samen. 1.2.1.6. Hoe gedraag je je? Als je naar een theatervoorstelling gaat kijken is het belangrijk dat je rustig bent. Zeker als je de zaal binnen komt zodat de voorstelling snel kan beginnen. Belangrijk is dat je tijdens de
voorstelling goed blijft zitten zodat de kinderen die achter jou zitten ook kunnen kijken naar wat er op het toneel gebeurd. 1.2.1.7. Waarom verwacht men dat je stil bent tijdens een voorstelling en blijft zitten? Het is belangrijk voor de toneelspelers, de acteurs dat jullie stil zijn tijdens de voorstelling. Ze acteurs moeten zich goed kunnen consenteren op hun tekst en hun spel. Als kinderen te veel lawaai maken stoort dit heel erg. Het is ook belangrijk om stil te zijn voor de andere kinderen die naar de voorstelling komen kijken zodat zij ook kunnen genieten.
1.3. Nog tips voor een voorbereidend gesprek : Belangrijk tip: De voorstelling is gebaseerd op een boek. ‘De saaiste vader van de hele wereld’. We raden aan om het verhaal van Koos Meiderts niet voor de voorstelling te vertellen. Nadien zal zeker leuk zijn. 1.3.1. Muziek Je kan vertellen dat de muziek een heel belangrijk onderdeel is van de voorstelling. Maak de kinderen er attent op. Ze kunnen letten op de verschillende instrumenten die bespeeld worden. 1.3.2. Flyer U kan de flyer gebruiken om de voorstelling aan te kondigen. Dit is de foto die u in bijlage 4 vindt. Laat de kinderen erover fantaseren: Waarover zou de voorstelling kunnen gaan? Waar denk je aan, als je naar de flyer kijkt? 1.3.3. Thema kringgesprek ( deze opdracht is vooral geschikt voor kinderen van het 3 de leerjaar) In Bijlage 1 vind je enkele kaartjes met vragen op die u kunt afdrukken en uitknippen. Deze kaartjes zijn een opstart voor een kringgesprek rond het thema. De voorbereiding: uitknippen van de kaartjes, gaatjes in maken, een koortje doorsteken en er een knoopje in leggen. Opdracht: elk kind krijgt een kaartje om zijn nek, hij leest zijn vraag en begint rond te stappen in de klas. Als een kind iemand anders tegen komt lezen ze elkaars vraag en geven hier antwoord op, er ontstaat een kort gesprekje en nadien lopen de kinderen door. Na een 15 a 20 tal minuten wordt het rondlopen afgebroken. Zo denken de kinderen na over onderwerpen binnen het thema.
Extra: nadien kan je verder gaan met een kringgesprek waar de leerkracht de gespreksleider wordt en alle kaartjes één voor één overloopt zodat er na elke vraag een gesprek volgt.
Deel 2. Na de voorstelling 2.1. Kringgesprek en cultuurbeschouwing 2.1.1. Over de inhoud: - Waarom was Piet Grijs saai? - Wie is Bruno? - Wat deed Bruno? - Wie was Hugo Corelli? - Waarom moest Hugo Corelli dood? - Was Bart’s vader saai? - Hoeveel personages waren er in de voorstelling? - Speelt de acteur meer dan één rol? - Welke rollen speelde hij allemaal? - Hoe zie je dat? - Wat denk je over het eindfilmpje? 2.1.2. Over Bart: - Wat vond Bart van zijn vader? - Van welke vader droomde Bart? - Waarom wilde Bart zijn vader veranderen? - Kon Bart zijn vader veranderen? 2.1.3. Over de muziek: - Waarom is er muziek nodig bij een voorstelling?Is dit altijd zo? - Wat maakt het zo anders? - Welke instrumenten heb je gezien of gehoord? - Deden deze muzikanten ook andere dingen dan muziek maken? - Was de muziek leuk? - Hoorden de muzikanten bij de voorstelling? - Welke rol speelden de muzikanten naast het muziek maken? 2.1.4. Over het decor: - Wat heb je gezien? - Verandert er veel tijdens de voorstelling? - Wat vertelden de filmpjes die werden afgespeeld? - Waarom zouden de makers filmpjes gebruiken?
2.1.5. Over de kleding. -Welke kleren hadden de muzikanten en acteur aan? -Heb je iets speciaals opgemerkt? 2.1.6. Over de belichting: - Waarom is belichting belangrijk in het theater? - Wat heb je hier gemerkt? - Heb je verschil gezien? Of was het heel de tijd hetzelfde licht? - Wat vond je een mooi licht?
2.2. Onderwerpen voor cultuurbeschouwing 2.2.1. Over anders zijn - Is iedereen het zelfde? - Wat maakt iemand anders dan jou? - Is anders zijn verkeerd of slecht? - Waarom kan anders zijn goed zijn voor een groep? 2.2.2. Over iemand anders willen zijn - Zou je soms iemand anders willen zijn? - Zo ja, wie dan? - Wat zou je van jezelf willen veranderen of zou je niets veranderen? - Moet je blij zijn met wie je bent? 2.2.3.Over pesten: - Waarom pesten mensen? - Waarom is pesten niet leuk? - Wat kan je doen als je iemand een ander kind ziet pesten? - Hoe kan jij er voor zorgen dat er niet gepest wordt? - Wat moet je doen als je gepest wordt? 2.2.4. Over schaamte: - schaam jij je soms voor iets? - Schaam jij je soms voor iemand? - Waarom schaam je je? - Is je schamen slecht? 2.2.5. Over zijn wie je bent: - Ben je blij met wie je bent? - Mag je altijd jezelf zijn? - Moet je altijd jezelf zijn? - Kan je zien aan de buitenkant van iemand hoe die persoon is?
2.2.6. Over de ideale vader: - Wat is een ideale vader? - Wat moet een vader allemaal kunnen? - Wanneer is een vader een goeie vader? - Wat is het verschil tussen een moeder en een vader (niet uiterlijk)? - Hoe moet de ideale vader eruit zien? - Wat zou zijn hobby moeten zijn?
3. Activiteiten met je klas na de voorstelling 3.1.Werken rond muziek 3.1.1. Liedje: Cowboy Billie Boem Cowboy Billie Boem is voor sommigen een klassieker uit de oude Nederlandse kinderliedjes. In de voorstelling komt het liedje en zeker ook de melodie meermaals terug. In bijlage vind je de partituren om het in de klas aan de kinderen aan te leren. Het leukste is, dat je telkens op het einde van het liedje een kind een ander dier laat kiezen en dan begint het lied weer van vooraf aan maar rijdt Cowboy Billie Boem op een ander dier. 3.1.2. Hoorspel maken met geluiden koffer Voorbereiding: in het midden van de klas staat een grote koffer met verschillende materialen, bijvoorbeeld: knikkers, stokjes, plasticflessen, lepels, papier, lege chipszakjes, verschillende instrumentjes…enz. alles is mogelijk. Maak papiertjes met titels van sprookjes op. Vertel de kinderen kort wat een hoorspel is. Een hoorspel is net zoals theater maar dan zonder beelden. De tekst wordt verteld en ondersteund door geluiden. Uitvoering: De kinderen worden in verschillende groepen verdeeld (bij voorkeur 3) en trekken een sprookje dat op een strookje papier staat waarrond ze gaan werken, Roodkapje, Sneeuwwitje, Hans en Grietje,… De kinderen mogen samen met hun groep afspreken wie er gaat vertellen en wie er geluid gaat maken. Laat de kinderen vooraf even experimenteren met de materialen. Ergens in de klas wordt er een doek opgehangen, het is de bedoeling dat de groepjes achter het doek hun verhaal mogen vertellen met de bijhorende geluiden. De andere kinderen mogen luisteren en zelfs hun ogen sluiten om alles goed te kunnen beleven. Tip: Als voorbeeld kan je in de klas altijd de CD’s beluisteren van de hoorspelen van Het Geluidshuis in de klas o.a. De mestkever, De wilde zwanen, De reisgenoot,….enz.
3.1.3. Ritmes: trommelen met gerecycleerd materiaal (tip: kan ook buiten of in een grote turnzaal) Voorbereiding: Een slag instrumentje is snel gemaakt, laat de kinderen van thuis een doos, een pot, … meebrengen en iets om mee te slaan, houten stok, een klopper, lepel, oude tandenborstel, enz… de kinderen gaan in een grote cirkel zitten in de klas.
Als voorbereiding mag elk kind zijn geluid laten horen zodat hij zijn eigen instrument leert kennen. Als volgt kan de leerkracht enkele ritmes doen die de kinderen kunnen nabootsen zo krijgen ze een beeld van verschillende ritmes en hervallen ze minder in clichés. Voor het musiceren begint wordt er met de kinderen een geluid ( of kreet)afgesproken dat de leerkracht zal maken voor een wissel. Uitvoering: De leerkracht begint en doet een ritme voor op haar slaginstrumentje, de kinderen proberen in te pikken op het ritme. Wanneer de leerkracht de afgesproken kreet laat horen mag het kind langs de afgesproken kant beginnen met een nieuw ritme. Dit gaat verder tot iedereen geweest is. Als variatie, kan men werken met emoties bijvoorbeeld kwaad, verliefd, bang, verdriet, somber, vrolijk, blij,…enz. vanuit een van deze emoties probeert het kind tot een ritme te komen en hier kan ook de rest van de kinderen invallen.
Extra’s: 1. Vooraf of nadien kan men de instrumentjes ook versieren of beschilderen. 2. Men kan natuurlijk ook werken met potten, emmers, plankjes etc. uit de klas om op te kloppen.
3.2. Beeldend werken 3.2.1.Van saaie dingen iets leuk maken: Laat de kinderen van thuis oude kledingstukken meebrengen, saaie of vrolijke… Hiervan laat je ze leuke versiering voor in de klas maken: Enkele tips; - Stoffen vlaggetjes - Bloemen op een saté stokje - Kussentjes - Slingers - Het kledingstuk zelf versieren met er bijvoorbeeld knopen en lintjes op te naaien. 3.2.2. Hoe ziet jouw ideale vader er uit? In bijlage vinden jullie een foto van de saaiste vader van de hele wereld. Die kan je kopiëren. Hiervan kunnen de kinderen door middel van collage (kleren uit tijdschriften scheuren) en potloden/wasco de saaie vader kleren geven en veranderen. De kleren maken in een collagetechniek geeft een mooi effect, de rest kan kleur krijgen door potlood en wasco te gebruiken. Als extra kan je de kinderen de nieuwe vader laten uitknippen en hem in een nieuwe omgeving plakken. De omgeving kan bestaan uit een tekening met wasco/panda en ecoline verf. Je laat de kinderen met panda of wasco tekenen en eroverheen schilderen met één kleur ecoline. Dit kan
ook met een andere techniek maar het contrast in techniek moet duidelijk zijn zodat ‘de vader’ zichtbaar blijft. Vragen die je kan stellen om de opdracht op te starten: - Wat voor kleren draagt jouw ideale vader? - Wat voor hobby doet hij? - Wat voor haar heeft hij? - Wat maakt hem anders dan andere vaders? - Wat verzamelt hij? 3.2.3. Wie rijdt daar op zijn…. door de prairie? De kinderen krijgen de opdracht zichzelf te tekenen, dit met potlood. Ze knippen het ‘poppetje’ uit. Als dit klaar is knippen ze een gleuf tussen de benen van het getekend poppetje. Daarnaast maken de kinderen 3 tot 5 … verschillende dieren. Deze dieren worden uitgeknipt en op een groot papier in de klas gekleefd, belangrijk is dat de bovenkant (de rug)van het dier los blijft. Wanneer alles klaar is kunnen de kinderen zichzelf op een dier zetten en hier in variëren. Tip: Leuk te combineren met het liedje van Cowboy Billie Boem.
3.2.4. Maak van een oude schoen iets nieuws . Laat de kinderen oude schoenen meebrengen en deze helemaal nieuw maken. Je kan ze ook een andere functie geven…. Beschilder ze, versier ze met allerlei leuke dingen. Tip: Met recyclage materiaal kan je veel doen zoals: kurkenstoppen om mee te stempelen, oude stofjes met bloemen of om de binnenkant te bekleden. Tip: Je kan ook de kinderen hun turnpantoffel laten beschilderen.
3.2.5.Verjaardagskalender met wasknijper: Voorbereiding: Je maakt een lange tijdlijn met alle maanden van het jaar op. Je zorgt voor houten wasknijpers voor elk kind. Uitvoering: Elk kind tekent zichzelf met wasco op dun karton. De tekening kan je verder afwerken met papier, crêpe-papier, stofjes,… deze zelfportretten worden nadien uitgeknipt en op de wasknijper gekleefd. De wasknijper kunnen de kinderen versieren door er met stiften op te tekenen. Nadien worden deze zelfportretten op de tijdlijn vastgeknepen. Zo hangt er het hele het jaar een overzicht van de kinderen die jarig zijn in de klas.
3.2.6. Interview met je papa: Laat de kinderen thuis een interview afnemen met hun vader. Enkele vragen: - Hoe heet je vader? - Wat doet je vader? - Wat wou je vader graag worden als hij klein was? - Waar droomde je vader van vroeger? - Zijn al zijn dromen uitgekomen? - Wat zijn de hobby’s van je vader? - Hoe zag je vader er vroeger uit? - Wat eet je vader het liefst? - Wat doet je vader het liefst? - … Verwerking en presentatie: Laat de kinderen op A3 papier werken zodat alles goed zichtbaar is. Laat na het interview de kinderen een collage maken met alle dingen die ze te weten zijn gekomen over hun vader. Vraag hen ook een foto mee te brengen van hun vader om deze te verwerken in de collage. Zie dat er geen lege ruimtes meer zijn op het blad, dit zal de collage veel krachtiger maken. Nadien kunnen de kinderen aan de hand van de collage hun vader voorstellen in de klas. Tip: laat de kinderen een foto van hun vader vergroten (A3) met een kopieermachine zodat zij daarop hun collage kunnen maken.
3.3. Theater/expressie 3.3.1. uitbeelden Als je wil werken rond drama kan je altijd je les opstarten met het uitbeelden van voorwerpen. Één iemand beeld vooraan in de klas een voorwerp uit en de rest moet het raden. Zo leren kinderen hun lichaam te gebruiken om iets uit te beelden en worden zij ook bewuster van hun lichaam. Tip: Voorwerpen kunnen verschillende soorten of vormen hebben (denk aan het voorbeeld uit de voorstelling; de wasknijper) 3.3.2 Hoedenkist Elk kind brengt een grappig, mooie, lelijke, hoed mee. Van oma, mama, papa, zichzelf of van de buren, …Deze worden allemaal in een grote kist gedaan. De kinderen krijgen de opdracht een hoed te pakken en hier rond te improviseren. Rond de hoed wordt een personage gecreëerd. Wie zou deze hoed dragen? Wat voor werk zou hij/zij doen?, Hoe zou deze persoon praten?... Het wordt leuk als je een tweede kind een hoed laat nemen en ze samen laat communiceren elk in hun eigen rol.
Tip: als je de kinderen met de hoed eerst naar buiten laat gaan en dan terug laat binnenkomen met de hoed op wordt het gemakkelijker voor het kind om zich in te leven in zijn/ haar rol. Als variant kan je het kind ook altijd een hobby, beroep, emotie geven om het eenvoudiger te maken. 3.3.3. Stopmotion animatiefilm maken: De filmpjes die u zag in de voorstelling waren stopmotion-filmpjes. Dit is de meest eenvoudige manier om tot een leuk animatiefilmpje te komen. Stop motion is de techniek waarbij je frame voor frame (foto per foto)een filmpje maakt. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de klei-animatie filmpjes. Je zet een stukje klei op tafel, neemt een foto, verandert de klei, neemt nog een foto, verandert de klei etc. Op deze manier krijg je de suggestie van beweging als je de frames op normale snelheid achter elkaar afspeelt. Tip: Dit kan ook met plasticine, dit heeft kleur en droogt minder snel op. Eerst moeten de kinderen een verhaal bedenken, best met niet te veel personages. Een kort verhaaltje, als thema kan je bijvoorbeeld; dromen, dieren, … nemen. Laat de kinderen een achtergrond maken. Als je ondergrond en achtergrond nodig hebt kan je gebruik maken van een oude schoendoos en deze langs binnen beschilderen. Evengoed kan je een A3 of A4 blad/karton beschilderen, of met wasco en ecoline afwerken. Als laatste stap maken de kinderen de personages, best niet te klein en stevig genoeg zodat ze tegen een stootje kunnen. Nu kunnen de kinderen aan de slag. Per beweging wordt er een foto getrokken. Belangrijk is dat het toestel op dezelfde plek blijft staan zodat enkel de personages bewegen. Als je geen statief hebt voor het toestel kan je het ook op een stapel boeken leggen of op een ander verhoog gebruiken. Om de filmpjes af te spelen kan je speciale programma’s gebruiken om alles te monteren (clayanimator, ikitmovie, snapfiles). Maar als je het eenvoudig wil houden kan je ook gebruik maken van het simpel powerpoint programma. Laat de foto’s achter elkaar afspelen met een snelle overgang. Deze opdracht vraagt wel veel organisatie en materiaal. Tip: -Laat de kinderen in groepjes van 4 werken zo heb je minder fototoestellen nodig. Maak verschillende eilandjes in de klas waar elk groepje in kan werken. Overzicht: - Verhaal bedenken en opschrijven - Decor maken - Figuurtjes maken - Foto’s trekken - Monteren
Materiaal: - Enkele fototoestellen of camera - Plasticine - Papier - Schoendozen - Verf, wasco, ecoline, collage materiaal
Zo, Wij wensen u en de kinderen veel plezier met de voorstelling en kijken ernaar uit jullie te mogen ontmoeten. Meer informatie over Theater Anna’s Steen kan je vinden op www.annassteen.com
Bijlage 1: Kaartjes:
Wat is saai?
Wat is een saaie kleur en waarom?
Is iets dat grijs is altijd saai?
Wat vind jij saai?
Is iets dat kleur heeft altijd leuk?
Wat vind jij leuk?
Mag iets saai zijn?
Hoe kan je van iets saais iets leuks maken?
Moet alles altijd leuk zijn?
Wanneer is iemand saai?
Kan iemand saai zijn?
Kan iemand saai geboren worden?
Kan een voorwerp saai zijn?
Is saai het zelfde als vervelend?
Wat is het saaiste wat jij kent?
Bijlage 2: Foto saaiste vader
Bijlage 3: Liedje Cowboy Billie Boem Zie bijgevoegde mail
Bijlage 4 : foto flyer