Lesbrief ‘Ik ben een held ‘ van theater Anna’s Steen
‘Ik ben een held’ Een voorstelling die in 1996 werd gemaakt door theater Anna’s Steen en nu wordt hernomen. ‘Ik ben een held’ gaat over een bijzondere vader-kind relatie waarin het kind altijd slimmer en moediger is dan zijn vader. Gekleurd met vertedering en deugnieterij, maar evengoed met onverbloemde gruwel. Straffe verhalen, voortgestuwd door ritmische jazzmuziek, zoals in de stomme film.
De medewerkers: Bart Embrechts, Eric vanthillo, Katrien Van Balen. Decor en kostuums : Georges Uittenhout, Herman Vermeyen, Ria Van Damme. De voorstelling is gebaseerd op verhalen van Ted Van Lieshout.
Beste mensen,
Binnenkort komt u met de klas naar de voorstelling ‘ Ik ben een held’ van Theater Anna’s Steen. In deze lesbrief vindt u suggesties voor de begeleiding van deze voorstelling . In de bijlage kan u terecht voor algemene informatie over het gezelschap. De suggesties voor de inleiding hebben als doel de kinderen nieuwsgierig te maken, hen te prikkelen. Ze moet ervoor zorgen dat de kinderen met het juiste verwachtingspatroon naar de voorstelling gaan. In de naverwerking, zoals het woord zelf zegt, ligt het accent op het verwerken van opgedane ervaringen. De voorstelling wordt bespreekbaar gemaakt en de kinderen krijgen ruimte om hun vragen, ervaringen, en opmerkingen te delen. De opdrachten voor inleiding en naverwerking kunnen los van elkaar gegeven worden en onderling gecombineerd. In de voorstelling zijn heel wat thema’s terug te vinden die perfect aansluiten bij de leefwereld van de kinderen o.a. bang zijn, ‘straffe verhalen’ vertellen, helden, relatie ouder-kind, griezels, enz.. Niet al deze thema’s worden uitgewerkt in deze lesmap, maar ik hoop alvast dat deze voldoende inspiratie geeft voor een creatieve begeleiding van de voorstelling. Veel plezier !
1. ALGEMENE INFORMATIE De voorstelling’ Ik ben een held’ is gebaseerd op verhalen van Ted van Lieshout. Uit de bundel ‘Ik ben een held’, waaraan ook de titel van de voorstelling is ontleend, komen de verhalen:Blootspook en Botteboe. Het derde verhaal is gebaseerd op het boekje ‘Giel heeft een geheim’. De verhalen worden in de voorstelling verteld door de held(het kind).De vader, een wat bizarre figuur, is wat te bang om de verhalen te vertellen, ze zijn te griezelig. Hij plaagt het kind en daagt het uit, maar moet al te vaak het onderspit delven. Uiteindelijk moet hij bekennen dat het kind veel dapperder en slimmer is. Of die held een jongen of een meisje is, wordt in de voorstelling tussenbeide gelaten, het is een held. De vader is een wonderlijk figuur die tulpen kust en honden straft door hen zonder sokken in hun mand te stoppen. Ted Van Lieshout ‘Ik ben een held’ Uitgeverij Van Goor Amsterdam Ted Van Lieshout ‘Giel heeft een geheim’ Uitgeverij Zwijssen
2. INLEIDING/VOORBEREIDING OP DE VOORSTELLING De inleiding van deze voorstelling is opgevat als een speelse ontdekkingstocht, waarin de kinderen steeds met een nieuw gegeven uit de voorstelling kennismaken. Het basisidee is een geheim. Een geheim in handen van de leerkracht. Zij/hij heeft een speciale doos waarin elke dag iets wordt gestopt (het geheim) dat te maken heeft met de voorstelling. Het is aan de kinderen om dat geheim te ontfutselen. Deze inleiding kan gespreid worden over verschillende dagen voor de voorstelling. 1.HET GEHEIM Breng aan dat u een geheim hebt en dat het aan de kinderen is om dat te ontfutselen. Het is aan hen om uit te zoeken op welke manieren dit allemaal kan. U kan ook een voorstel formuleren vb.: ze mogen vragen stellen, ze mogen eens voelen in de doos met de ogen toe, een voorstel doen waar u op kan ingaan.. U kan hen stimuleren om elke dag een andere manier uit te proberen. Eens het geheim ontdekt, wordt er een opdracht of gesprek aan gekoppeld. 2.THEATER -Het eerste geheim is de mededeling dat ze naar theater gaan. Dit kan u concreet maken door een kalender te maken waarop u aanduidt op welke dag u samen naar de voorstelling gaat. U kan ook dagelijks aangeven welk geheim ze hebben ontdekt bv door middel van een kleine tekening. Daarenboven vinden jonge kinderen het erg fijn om het aantal dagen af te tellen voor een belangrijke gebeurtenis. Ook hiervoor is de kalender erg geschikt. -U verklapt nog niks over de voorstelling, ze weten alleen dat ze gaan en wanneer. Wel kan u hieraan even een algemeen gesprek koppelen over theater. Misschien bent u met hen al eens geweest en kan u even herinneringen ophalen aan vorige voorstellingen( waar ging het over, vond je het mooi, waarom, wat is dat ook alweer theater, wat kan je allemaal gebruiken om theater te maken,…) -
Als het voor de kinderen de eerste maal is dat ze naar theater gaan is een inleiding erg belangrijk. Ze moeten ook vertrouwd gemaakt worden met een aantal codes. Zo is het vaak nuttig om kort het ritueel te beschrijven (jassen uitdoen, naar de zaal gaan, gaan zitten, het wordt donker,..) U kan eventueel contact opnemen met een theater in de buurt en vragen of u een tijdje voor de voorstelling een rondleiding kan krijgen achter de schermen. En ja, als we naar theater gaan is het de bedoeling dat we kijken en luisteren.
3.DE AFFICHE Het tweede geheim is de affiche. Laat de kinderen op basis van de tekening en de titel fantaseren waar het kan over gaan. Het lijkt me erg leuk hieraan een gesprek te koppelen over helden. Enkele mogelijke vragen: -Wat is een held ? -Wanneer ben je een held? -Ken je een held ? -Kan je een held worden ? Hoe doe je dat ? Wat moet je ervoor doen ? -Wie is jouw held ? -Ben je zelf al eens een held geweest ? Wanneer ? Wat gebeurde er ? Aan dit gesprek kan ook een tekenopdracht gekoppeld worden. Laat de kinderen een portret maken van hun held. Als u deze werkjes ook nog in een passe-partout stopt worden het echte kunstwerken. Zo krijg je in de klas een tentoonstelling van echte helden. U kan de kinderen rond dit portret een heldenverhaal laten bedenken. Welk avontuur beleeft hun held? 4.TWEE ACTEURS, TWEE PERSONAGES Het derde geheim is het aantal acteurs op de scène en de personages die ze zullen spelen. Kinderen zijn vaak erg nieuwsgierig naar het aantal mensen die zullen meespelen en verwachten vaak nog dat er tientallen acteurs zullen te zien zijn. Hier zijn het er twee. De acteur speelt de vader, de actrice het kind. Verklap nog niet wie van beide de held is. U kan wel vragen wie ze denken dat de held kan zijn.
5.DRIE VERHALEN Het vierde geheim is het aantal verhalen in de voorstelling. Er worden namelijk drie verhalen verteld. De inhoud van de verhalen is zo duidelijk dat een inhoudelijke voorbereiding niet echt nodig is. Als korte inhoud is het voldoende mee te geven dat het gaat om een vader en een kind . Dat een van hen beide een held is en dat die heel goed verhalen kan vertellen. Ook hier kan u de titels geven en hen laten fantaseren waar de verhalen zouden kunnen over gaan. U kan deze verhalen opnemen op band dan kunnen ze deze later vergelijken met deze voorstelling. De titels van de verhalen: Het geheim, Blootspook, Botteboe- De voorstelling zit vaak tussen spelen en vertellen in. Om bij deze vorm aan te sluiten kan u zelf een verhaal kiezen dat u uit het hoofd kent. Vertel het verhaal nu niet met het boek op de schoot, maar probeer er spelelementen bij te betrekken o.a. een attribuut, verschillende stemmen voor de personages, het invoegen van handelingen,…enz.
3. NAVERWERKING 1.KRINGGESPREK Na de voorstelling is het erg handig om de verwerking te starten met een kringgesprek. De kinderen kunnen op die manier hun ervaringen, opmerkingen en vragen delen. Samen kan er gezocht worden naar antwoorden. U kan onmiddellijk zien waar de interesses liggen van de groep en dit oppikken voor verdere opdrachten. Hieronder vindt u mogelijke vragen voor een nagesprek. 1.1. Inhoud/verhaal -Welk verhaal vindt je grappig, spannend, mooi? -Waarom ? -Is er een verhaal dat je nog eens zou willen horen? -Kan je een verhaal navertellen? -Wie is de held in het verhaal? Waarom? -Is deze held nooit bang? Wat doet hij allemaal? -Is Botteboe, Blootspook gevaarlijk? -Wat was het geheim ? Vind je het een goed geheim? -Heb je wel eens een geheim voor mama, papa, vriendjes, juf ? -Zijn de verhalen die de held vertelt echt gebeurd of heeft hij ze verzonnen? 1.2. Personages -Wie is de held? -Is het kind een jongen of een meisje? Waarom denk je dat ? -Vind je het een echte held ? -Wat vind je van de vader? Zou je graag zo’n vader hebben? Waarom wel,, niet? -Wie vind je het leukst? Slimst? Waarom? -Zien de papa en het kind elkaar graag? Hoe weet je dat ? 1.3. Decor/muziek -Wat stelt het decor voor? Waar speelt het verhaal zich af? -heb je een ander idee voor een decor ? -Hoe zou het er dan uitzien ? -Wanneer wordt er muziek gebruikt in het toneel? -Vind je de muziek mooi?
2. BANG ZIJN Held zijn en bang zijn, is bijna onlosmakend met elkaar verbonden. Ook de held in de voorstelling is even bang als vader vertelt over de Botteboe, die kinderbillen eet. En de vader is een echte angsthaas, die durft de verhalen zelfs niet te vertellen. Rond dit thema kan u op verschillende manieren verder werken. 2.1. Boeken die aansluiten die aansluiten bij het thema -Aliki Wat je voelt. (In dit boek komen de verschillende gevoelens aan bod. Het is een stripachtig boek dat heel leuk is om in te kijken) -Godelieva Uleners Pol de muis is bang. (Het interessante aan dit boek is dat het bang zijn beschouwt als iets gewoons, waar je je echt niet voor hoeft te schamen.) 2.2. Het bangboek/niet bang boek Maak met de kinderen twee boekjes. In het ene boekje tekenen, kleven, …ze allerlei dingen waar ze bang voor zijn. In het andere boekje worden dingen verzameld waar ze niet bang voor zijn. U kan hierin ook verhalen noteren van hen die ze zelf illustreren. 2.3. Grote mensen zijn ook bang. De vader in de voorstelling is een echte bangerik. Zijn grote mensen ook wel eens bang? Is er iets dat kinderen durven en dat grote mensen niet durven. Maak samen met de kinderen een gek verhaal, waarin kinderen niet bang zijn en de grote mensen wel. Het zijn de grote mensen die met een lichtje gaan slapen, die bang zijn voor monsters, die niet alleen naar boven durven, die achteruit gaan voor een hond ,..enz. Deze verhalen kunnen aanleiding geven tot verkleedpartijen die dan weer aanzetten tot het spelen van deze situaties. 3.BEELDEND WERKEN. Een theatervoorstelling is vaak de aanleiding voor knutselactiviteiten. Hieronder worden kort enkele mogelijkheden opgesomd: 3.1.Een minitheatertje -de kinderen maken op een stevig stuk karton een tekening van het decor van de voorstelling. -kleef hierover een passe-partout, aan de onderkant kleeft u hem niet vast. -dit geheel maakt u vast op twee kleine w.c.rolletjes. U maakt in het rolletje een gleuf en maak het karton vast. -laat de kinderen de beide personages tekenen en uitknippen, deze kleeft u op een klein strookje karton. -plaats alles op een verhoog en schuif de figuurtjes onderaan in de gleuf. -de kinderen kunnen nu de leukste scènes uit de voorstelling naspelen en er zullen ook nieuwe verhalen ontstaan.
3.2. Botteboe en blootspook Bespreek met de kinderen hoe Botteboe en Blootspook eruit zien. Op basis van de omschrijvingen kan u marionetten maken. 3.3 Een eigen boekje Reconstrueer met de kinderen één of meerdere verhalen uit de voorstelling. Noteer de tekst. Laat de kinderen tekeningen maken die het verhaal illustreren. Zo hebben ze hun eigen boekje met het verhaal van de voorstelling. 4.GEHEIMEN Laat de kinderen zelf een geheimpje meebrengen. De enige voorwaarde is de volgende : het moet passen in een luciferdoosje. De kinderen mogen proberen het geheim te ontfutselen,… 5.VERKLEDEN De vader verschijnt op een bepaald moment in de voorstelling met een theemuts op zijn hoofd. Verzamel allerlei materiaal, o.a. theemutsen, plastiek zakken, lampekappen. Geef de kinderen de opdracht hiermee een kostuum samen te stellen. De nieuwe personages kunnen weer nieuwe en gekke avonturen beleven. 6.ALLERLEI Als laatste nog enkele suggesties. -experimenteren met pluimen -een slaapliedje leren of zelf één maken. -een liedje playbacken, probeer eens iets anders dan een kinderlied.
4. HET GEZELSCHAP ANNA’S STEEN Sinds ’93 waren Bart Embrechts en Eric Vanthillo de drijvende kracht achter Anna’s Steen. Zij vormden de artistieke tandem en zorgden voor 10 producties voor jonge kinderen. Producties die samen met talent van buitenaf werden gecreëerd (zie overzicht producties). Vanaf het seizoen 20032004 gaan ze elk hun weg en neemt Bart Embrechts de artistieke leiding van het gezelschap op zich. An Lombaerts, neemt de zakelijke leiding op zich en theaterbureau XL-productions staat in voor de verkoop. Verder hebben we in het verleden kunnen rekenen op de steun van verschillende culturele centra en HetPaleis. Zo stelden CC Deurne, CC Mortsel en CC Brasschaat en recent ook Rataplan ons repetitieruimte en een premièreplaats ter beschikking. Wij worden financieel ondersteund door de provincie Antwerpen en projectmatig door de Vlaamse Gemeenschap (projectsubsidie 1997 voor Kikker, 2001 voor Vos en Haas en 2002 voor Samen in bed, schrijfsubsidie 2001 voor Samen in bed) Artistieke visie Voor onze producties vertrekken we altijd vanuit materiaal (meestal jeugdliteratuur) dat ons op dat moment om één of andere reden aanspreekt. Wat ons boeit zijn relaties: hoe die ontstaan, hoe ze evolueren, hoe ze in elkaar zitten, … Kortom: hoe mensen met elkaar omgaan. Zoals - de bijzondere vader-kind-relatie in ‘Ik ben een held’ - Jos en Peer die hun vastgeroeste manier van samenleven doorbreken, ... - De warme vriendschap tussen Bruin en Groen in ‘Onder ons gezegd…’ - - De onvoorwaardelijke vriendschap en openhartigheid van Vos en Haas in ‘Vos en Haas’ Ons uitgangspunt is: we hebben wat te vertellen, en dat willen we op één of andere manier tonen. Theater is ons middel om vorm te geven aan die drang en in dialoog te gaan met anderen. Ook willen we bij elk nieuw project een nieuwe uitdaging aangaan, op zoek gaan naar andere invalshoeken en nieuwe impulsen. Zo willen we samenwerken met interessante mensen uit de theaterwereld,maar ook uit de andere media en andere kunstdisciplines zoals de literaire wereld- de muzieksien(componisten), de beeldende kunst.
dialoog We vinden het erg belangrijk dat kinderen en volwassenen over de voorstelling napraten of ze op een andere manier herbeleven. Daarom besteden we veel zorg aan lesbrochures bij schoolvoorstellingen. Hiervoor werkten we in het verleden samen met Kunst in Zicht of engageren we hiervoor mensen met ervaring in deze materie.
Producties tussen 1993 en 2003 UIL (selectie Signaal '93) Naar Arnold Löbel Première : 20 februari 1993 Met : Ils Verheyen en Eric Vanthillo Regie : Bert Caeckelberg Muziek : Dirk Van Oerle 97 voorstellingen ALLES VRIJ - STOEL BEZET Van Horst Haweman Première :9 oktober 1994 Met : Patricia Goemaere en Ils Verheyen Regie : Oda Buijs 63 voorstellingen IK BEN EEN HELD (Nom. Signaal '96) Naar Ted Van Lieshout Première : 6 mei 1996 Met : Katrien Van Balen en Eric Vanthillo Regie : Bart Embrechts Decor : Georges Uittenhout Kostuums : Ria Van Damme 190 voorstellingen HÄNSCHEN KLEIN Van Beat Fäh Première : 19 april 1997 Met : Ilse Wijnen en Ali Wouters Regie : Eric Vanthillo Decor : Griet Van Landeghem Kostuums : Tinneke Denutte 19 voorstellingen KIKKER (projectsubs. ’97) Naar Max Velthuys Première : 13 december 1997 Decor : Georges Uittenhout Kostuums : Ria Van Damme Met Inge Verhees, Eric Vanthillo,Martin Jansen Regie : Bart Embrechts Muziek : Martin Jansen 210 voorstellingen DOKTER DETER Naar Toon Tellegen Première : 21 november 1998 Met : Nathalie Rooymans en Eric Vanthillo Regie : Bart Embrechts Decor : Georges Uittenhout Kostuums : Chris Snick 70 voorstellingen i.s.m. hetPaleis
VAN JOS EN PEER Naar Koos Meinderts Première : 29 januari 2000 Met : Guy Sonnen en Eric Vanthillo Regie : Bart Embrechts Decor : Georges Uittenhout Kostuums : Blagoj Micevski 70 voorstellingen i.s.m. CC Mortsel en CC Brasschaat ONDER ONS GEZEGD EN ANDERS GEZWEGEN Première : januari 2001 (int. kleuterfestival Tielt) Met : Bart Embrechts, Eric Vanthillo en Jan Blieck Regie : Bart Embrechts Muziek : Jan Blieck 120 voorstellingen i.s.m. CC Brasschaat, CC Mortsel en Hetpaleis VOS EN HAAS (projectsubs. ’01) Naar Sylvia Vanden Heede Première : 12 januari ’02, Mortsel Met: Benjamin Van Tourhout, Tine Laureyns en Eric Vanthillo Regie : Bart Embrechts i.s.m. CC Mortsel 18 voorstellingen Herneming 2003 Met : Hans Van Cauwenberghe, Tine Laureyns en Eric Vanthillo. 85 voorstellingen SAMEN IN BED (projectsubs. ’02) Tekst : Gerda Dendooven Première : 9 november 2002, Deurne Met : Prisca Heylbroeck, Lisa Buytaert, Erik Bassier, Leen De Veirman Regie : Eric Vanthillo Muziek : Gert Dooreman Decor : Gerorges Uittenhout Kostuums : Chris Snick Lichtontwerp : Arne Lievens 38 voorstellingen IK BEN EEN HELD(1996) Herneming voorstelling tussen januari 2004-maart 2004 90 voorstellingen