Lesbrief
Spanjaarden, Schansen en Glippers
Inleiding In het kort Van het Leidens ontzet heeft iedereen wel eens gehoord. Maar, wat gebeurde er eigenlijk in Leiderdorp tijdens deze periode? Zat het daar niet bomvol met Spanjaarden, zelfs in de kerk?! Tijdens een speurtocht in het oude centrum van Leiderdorp ontdekken de leerlingen onder enthousiaste begeleiding van een gids wat de Spanjaarden in Leiderdorp deden tijdens het beleg van Leiden. Aan de hand van een interactieve rondleiding met diverse opdrachten komen de leerlingen er achter wat een glipper is, waar vroeger schansen lagen en wie Francisco de Valdez en Magdalena Moons zijn. “Spanjaarden, glippers en schansen” is een programma voor groep 6 van de basisschool. Het bezoek kunt u voorbereiden met een voorbereidende les. Het is vooral van belang om het voorleesverhaal van te voren in de klas te behandelen. Daarnaast zijn er twee suggesties voor een voorbereidingsles en twee suggesties voor een verwerkingsles. Deze lesssen duren 45 minuten. Praktische informatie Begeleiding Deel de leerlingen van tevoren in zes groepjes, afhankelijk van de grootte van de klas dus groepjes van 4-6 leerlingen. Per groepje wordt er een begeleider verwacht. Het bezoek De verzamelplaats voor de les is voor de Dorpskerk, Hoofdstraat 19, 2351 AA, Leiderdorp. Hier wordt u opgewacht door de rondleider. Het is prettig als de kinderen op school naar het toilet zijn geweest, aangezien de les buiten plaatsvindt en er geen toilet in de buurt is. Tijdsduur van het bezoek De excursie duurt ongeveer anderhalf uur en vindt plaats in de oude kern van Leiderdorp. Vragen Heeft u nog vragen omtrent uw bezoek of de docentenhandleiding neem dan contact op met Cultuureducatiegroep, telefoon: 071-5168588 of e-mail:
[email protected] Docentenhanleiding In de docentenhandleiding volgt eerst de omschrijving van de excursie in Leiderdorp en daarna de lessuggesties voor de voorbereidende les, de verwerkingsles en tot slot de bijlagen met de benodigheden voor deze lessen.
Algemeen Opbouw programma: Het programma begint met een voorbereidingsklas op school gegeven door de leerkracht zelf. Deze duurt ongeveer 45 minuten. De doelstellingen en benodigdheden van de voorbereidingsles staan weergegeven bij de lessuggesties in deze lesbrief. Deze voorbereidingsles is nodig om de voorkennis van leerlingen te vergroten voor de excursie. Thema: Spaanse bezetting in Leiderdorp Canonvenster: Tachtigjarige oorlog Begrippen/personen Willem van Oranje, Hertog Alva, Francisco de Valdez, Magdalena Moon, de Opstand/Tachtigjarige oorlog. Welke kerndoelen komen aan bod? - 1: De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven. - 3: De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren. - 4: De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema’s, tabellen en digitale bronnen. - 7: De leerlingen leren informatie en meningen te vergelijken en te beoordelen in verschillende teksten. - 50: de leerlingen leren omgaan met kaart en atlas, beheersen de basistopografie van Nederland, Europa en de rest van de wereld en ontwikkelen een eigentijds geografisch werelbeeld. - 51: de leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren - 52: de leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: steden en staten. - 53: de leerlingen leren over de belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis. - 56: De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.
Leerdoelen: - De leerlingen leren waar het Spaanse leger in 1573-1574 heeft gezeten. - De leerlingen kunnen landkaarten van Leiderdorp uit de 16e eeuw vergelijken met de moderne landkaarten van dezelfde locatie. - De leerlingen herkennen de gebeurtenissen op oude prenten uit de Tachtigjarige oorlog (1568-1648) en kunnen dat plaatsen in op de tijdlijn. - De leerlingen maken kennis met de gebeurtenissen rond Leiden en Leiderdorp uit de Tachtigjarige oorlog in Nederland. - De leerling kent de belangrijkste personen uit de tijd van de 80-jarige oorlog in de omgeving van Leiderdorp, namelijk Filips II, Willem van Oranje, Hertog Alva, Francisco de Valdez en Magdalena Moons. - De leerlingen kunnen een voorstelling maken van hoe het leven was voor de mensen uit Leiderdorp voor en tijdens de bezetting. Hierbij komt naar voren dat ze begrijpen dat de bewoners van Leiderdorp veel belasting moesten betalen aan Leiden. Vervolgens begrijpen ze dat de bewoners van Leiderdorp geld konden verdienen aan de Spanjaarden, maar dat ze er niet beter op werden, omdat de Spanjaarden het dorp plunderden. - De leerlingen krijgen historisch besef van de eigen omgeving. - De leerlingen leren navigeren met landkaarten.
Voorbereiding in de klas Deze leerdoelen zijn nodig voor de voorkennis voor de excursie. Deze leerdoelen moeten in ieder geval aan bod komen in de voorbereidingsles. - De leerlingen weten wie Valdez en Willem van Oranje zijn. - De leerlingen begrijpen globaal hoe de bezetting van Leiden is verlopen. - Leerlingen kunnen beelden/platen plaatsen in de juiste tijd. - Ze kennen de begrippen schansen en glipper. - De leerlingen leren hoe het leven was voor de bewoners van Leiderdorp voor de bezetting. Lessuggestie 1 Magdalena Moon en Valdez Duur: 50 minuten Benodigheden: - Digibord - Voorleesverhaal (zie bijlage 1) - Bestand van schilderij Magdalena en Valdez (zie bijlage 2) - Werkblad leerlingen (zie bijlage 3) Leerdoelen: - De leerlingen leren kritisch kijken naar bronnen. - De leerlingen leren globaal hoe de Spaanse bezetting in Leiderdorp is verlopen. - De leerlingen kennen de begrippen schansen en glipper. - De leerlingen weten wie Valdez is en wie Willem van Oranje zijn. - Leerlingen kunnen beelden/platen plaatsen in de juiste tijd.
De leraar laat een plaat van Magdalena Moon en Valdez zien in de klas (zie bijlage 2). De leerkracht leest het verhaal voor over Valdez in Leiderdorp (zie bijlage 1). De leerkracht bespreekt met de leerlingen wat er gebeurt op 3 oktober en waarom er feest gevierd wordt in Leiden. Leerlingen kunnen zelf vertellen wat zij doen met 3 oktober. (20 min)
De klas wordt in 6 groepjes verdeeld. In de groepen moeten ze de onderstaande vragen beantwoorden. De groepjes krijgen een kleur, want deze groepjes worden ook gebruikt tijdens de excursie. Deze kleuren zijn blauw, groen, rood, geel, roze en oranje. Alle groepen krijgen een kopie van de plaat met een antwoordenblad. Zij moeten aan de hand van de vragen de plaat bestuderen en hun antwoorden opschrijven op het antwoordenblad (bijlage 3). (15 minuten) - Wat gebeurt er? - Wat zie je? o Welke voorwerpen zijn er te zien? o Wie zijn er te zien? o Wat doen ze? o Waar is het? o Wanneer is het? o Wat is opvallend? - Wat betekent het? o Waar doet je dit aan denken? o Wat zou de opdrachtgever willen vertellen met dit schilderij? De leraar bespreekt de antwoorden met de groep (15 min) en vertelt iets over de excursie.
Lessuggestie 2 Tijdlijn Spaanse bezetting Duur: 45 minuten Benodigheden: - Voorleesverhaal (zie bijlage 1) - Kaartjes met gebeurtenissen erop (6x) (zie bijlage 4) - Tijdlijn Leerdoelen: - De leerlingen kunnen beelden/platen plaatsen in de juiste periode/tijd. - De leerlingen leren gebruik te maken van een tijdlijn. - De leerlingen leren globaal hoe de Spaanse bezetting in Leiderdorp is verlopen. - De leerlingen kennen de begrippen schansen en glipper. - De leerlingen weten wie Valdez is en wie Willem van Oranje zijn.
-
De leerlingen leren hoe het leven was voor de bewoners van Leiderdorp voor de bezetting.
De leerkracht leest het verhaal voor over Valdez in Leiderdorp (zie bijlage 1) (15 min). Nadat de leerkracht het verhaal heeft verteld wordt de groep in 6 groepen opgedeeld met de kleuren, blauw, groen, rood, geel, roze en oranje. Deze groepen worden ook gebruikt tijdens de excursie. Deze groepen krijgen kaartjes met daarop plaatjes van gebeurtenissen tijdens de Spaanse bezetting. Zij moeten deze kaartjes in de goede chronologische volgorde neerleggen. Na 15 minuten wordt met elkaar besproken wat iedereen heeft gedaan en welke volgorde goed is en waarom. Vervolgens legt de leerkracht uit wat de leerlingen gaan doen tijdens de excursie.
Verwerkingsles Algemeen Voor elke verwerkingsles worden de antwoorden van de excursie en de foto’s met elkaar besproken. Na de excursie eindigt het programma met een verwerkingsles. In deze lesbrief zijn 2 suggesties uitgewerkt. Een verwerkingsles duurt ongeveer 45 minuten. De leerdoelen en benodigdheden staan bij de les beschreven. Lessuggestie 1 Stripanalyse duur: 30 minuten Benodigdheden: - strip voor elke groep (los te downloaden op de website) - werkblad voor leerlingen ( zie bijlage 5) - hulpvragen voor leerlingen (zie bijlage 5) - posterpapier - stiften - potloden en pennen Leerdoelen: - De leerlingen leren onderscheid te maken tussen werkelijkeheid en fictie. - Ze leren kritisch te kijken naar bronnen. - Door elaboratieve herhaling doen ze kennis op van de geschiedenis in Leiderdorp tijdens de Tachtigjarige oorlog. Opdracht: De kinderen moeten in dezelfde groepjes als bij de voorbereidingsles en de excursie een strip lezen over de Spaanse bezetting in Leiderdorp. Vervolgens gaan ze uitzoeken wat wel en niet waar is in het stripverhaal. Dit vullen ze in op een werkblad met twee kolommen ‘Fout’ en ‘Goed. Wat herkennen ze nog van de excursie? Wat hebben ze niet gehoord of gelezen?
Wat is ‘Goed/Waar’ of ‘Fout/Niet waar’ in deze strip? Hun antwoorden kunnen ze op een werkblad schrijven of wanneer er meer tijd is, misschien zelfs een poster van maken en laten zien aan elkaar. De vragen die ze elkaar kunnen stellen staan op het werkblad.
Lessuggestie 2 Glipperbrief Duur: 15 minuten Benodigdheden: - Papier - Pen of potlood - Briefformaat (zie bijlage 6) Leerdoelen: - De leerling kan zich inbeelden hoe het was om te leven tijdens de bezetting. - Leerlingen leren onderscheid te maken tussen hoofdzaken en bijzaken. - Leerlingen leren een brief te schrijven in correct Nederlands. - Leerlingen leren verschillende perspectieven te bekijken. - Leerlingen leren samenwerken.
Opdracht: De leerlingen verdelen zich in dezelfde groepjes als in de voorbereidingsles en de excursie. De leerlingen schrijven een brief aan het bestuur van Leiden, waarin ze uitleggen waarom Leiden zich wel/niet moet overgeven. Elke groep neemt een andere rol aan: die van een glipper die voor de Spanjaarden is, een gevlucht kind dat heel graag terug wil naar Leiden, een Spanjaard, een opstandeling, een geus etc. In deze brief beredeneren ze waarom Leiden zich moet overgeven of niet, vanuit de rol die ze gekregen hebben. Bovendien moet in de brief vermeld worden wat de leefomstandigheden zijn bij beide partijen. Ze tonen begrip voor wat er gebeurd is in die tijd.
Bijlage 1 Voorleesverhaal Valdez in Leiderdorp Valdez zat lekker op de bank, thuis in Spanje. Morgen zou hij vertrekken naar Nederland, via Frankrijk. De mensen in Nederland waren in opstand gekomen tegen hun koning Filips de tweede. Hij was ook koning van Spanje en Spanje had heel veel land in bezit, namelijk van Spanje helemaal tot en met Nederland. Maarja, dat vonden de mensen in Nederland niet zo leuk meer. ‘Ik zal ze wel even temmen, die Nederlanders’, denkt Valdez, ‘ze zitten maar te klagen over meer belastingen, maar vervolgens werken ze nog geeneens hard. En ook zijn ze nog eens tegen de Katholieke kerk. Die Nederlanders kunnen ook alleen maar klagen!’. De volgende morgen gaat Valdez met zijn leger op weg naar Nederland. Eerst moesten ze naar Haarlem, omdat de mensen daar in hevige opstand waren gekomen tegen de Spaanse koning. Deze stad heeft het Spaanse leger met de grond gelijk gemaakt. Toen ze klaar waren met Haarlem, beval groothertog Alva, de baas van Valdez, dat ze naar Leiden moesten gaan. Daar zaten namelijk heel veel opstandelingen die aanhangers waren van de grote vijand Willem van Oranje. Groothertog Alva was het hoofd van het Spaanse leger in Nederland. Hij vond dat alle steden platgebrand moest worden. Maar Alva werd ziek en moest vervroegd met pensioen. In zijn plaats kwam Luis de Requeséns en die vond dat de steden bezet moesten worden, totdat de mensen zichzelf overgaven. Dus Valdez kreeg bevel om Leiden te omsingelen. ‘Maar’, vroegen de soldaten zich af: ‘hoe moeten we zo’n stad als Leiden bezetten? Waar verblijven wij dan zelf?’. ‘Wij maken schansen (soort forten) rond de stad, van waaruit wij veilig kunnen schuilen en de Leidenaren kunnen aanvallen, ‘zei Valdez, ‘en we kunnen de rivieren controleren, zodat niets in of uit Leiden komt.’ Dus gingen ze met een boot naar Leiderdorp en andere dorpen rond Leiden. Valdez verschanste zich in Leiderdorp. ‘Wat hebben ze gedaan met dit dorp? Kijk de kerk heeft geen kerktoren meer!’, zegt een van de soldaten. En inderdaad de kerktoren was afgebroken! De dorpelingen van Leiderdorp kijken een beetje wantrouwig naar de soldaten. Wat komen ze hier toch doen? ‘Dames en Heren van Leiderdorp, u zult zich wel afvragen waarom wij hier komen, maar wij komen om Leiden te omsingelen en te bezetten. De Leidenaren hebben zich heel brutaal gedragen en daarvoor moeten ze gestraft worden. Gelukkig zijn wij gekomen om jullie te helpen tegen de brutale Leidenaren en hebben wij de eer in uw dorp te verschansen,’ zei Valdez tegen de mensen uit Leiderdorp. De dorpelingen wisten niet of ze hier nou blij mee moesten zijn of niet. Een paar mensen begonnen te klappen, anderen riepen heel hard ‘booeee!’. Valdez en een paar soldaten sliepen in huizen van de bewoners. De andere soldaten verbleven in de schansen. ‘Commandant Valdez! Commandant Valdez!’. “Wie roept er dan zo hard in de ochtend?!”, denkt Valdez. Hij staat op en kijkt verward om zich heen. Het ochtendlicht schijnt door de ramen. Een soldaat komt zijn huis binnengerend en wappert met een brief voor zijn neus. ‘Ja, ja wat is er nu weer?’, vraagt Valdez. ‘Commandant, de groothertog Requeséns wil dat we naar het oosten van Nederland gaan. Willem van Oranje valt aan!’, informeert de soldaat. ‘Roep de troepen bij elkaar en we vertrekken zo snel mogelijk!’. Valdez pakt al zijn spullen bij elkaar en samen met zijn leger vertrekken ze naar het oosten. Eenmaal daar aangekomen worden ze verwelkomd door een ander Spaanse leger. ‘Jullie zijn te laat! We hebben de strijd al gewonnen!’, roept een dronken soldaat. Het leger van Valdez is niet blij.
Zij hadden moeten winnen, dan hadden ze tenminste geld en eten gekregen. Het leger had namelijk al maanden niks meer gekregen en nu waren ze het wel een beetje zat. ‘We gaan terug naar Leiderdorp, mannen. We gaan Leiden weer bezetten’, verteldt Valdez aan zijn leger. Onderweg worden de soldaten steeds chagrijniger. Een paar soldaten mompelen: ‘Moeten we weer terug naar de schansen, terwijl daar helemaal geen eten is en die Leidenaren hebben toch zat voedsel in hun stad, die geven voorlopig nog niet op.’ Op een avond barst de hel los. De soldaten zijn zo boos dat ze dorpen die ze onderweg tegen komen helemaal vernietigen. Zelfs hun eigen leider Valdez is in gevaar. ‘Mannen hou je in, doe rustig!’, roept hij nog, maar tevergeefs. Hij moet snel schuilen in de bosjes voordat ze hem gaan grijpen! De volgende dag zijn alle soldaten gekalmeerd en kan Valdez weer uit zijn schuilplaats tevoorschijn komen. “Pfff, dat scheelde niet veel of ik was er zelf aan gegaan!”, denkt Valdez bij zichzelf. Na een paar weken komen ze aan in Leiderdorp. ‘Die Leidenaren zijn ook een beetje dom! Kijk eens, ze hebben alle schansen laten staan!’ De soldaten moeten hier heel hard om lachen. Ze kunnen nu weer makkelijk door gaan met bezetten en hoeven niks meer op te bouwen. De mensen in Leiderdorp zijn minder blij met hun terugkomst. Ze hebben net alles weer opgebouwd en nu wordt alles weer afgebroken. ‘In het begin waren we nog blij met de Spanjaarden. We dachten dat ze ons zouden helpen. Van Leiden mochten we niks maken, maar moeten we wel heel veel belasting betalen. We komen er nu achter dat de Spanjaarden nog erger zijn. Naast veel belasting pakken die soldaten onze vrouwen, voedsel en vee af!’, zeggen een paar dorpelingen tegen elkaar. ‘Niet zeuren mensen, wij zijn hier om u te bevrijden en Filips de tweede zal u rijkelijk belonen!’, beloofde Valdez, ‘Wij beginnen met het tweede beleg van Leiden’. Valdez had niet zoveel te doen, nu ze niet konden aanvallen. ‘Misschien moet ik maar weer eens een brief schrijven aan mijn geliefde Magdalena Moon. Och wat is zij toch lief.’ Dus pakte Valdez zijn veer en begon een brief te schrijven aan zijn geliefde in Den Haag. Hij vertelde haar over de bezetting en natuurlijk hoeveel hij van haar hield. Valdez loopt zijn huis uit naar het postkantoor. ‘Kunt u deze per duif verzenden naar Den Haag?’, vroeg Valdez aan de postman. ‘Maar natuurlijk commandant.’, antwoorde deze. Valdez maakte een rondje langs de kerk in Leiderdorp. Tenminste het was een kerk, nu is het een paardenstal. “Wat zijn ze toch aan het doen in Leiden? Kruipen ze al naar de poorten om zich over te geven?”, vroeg Valdez zich af. Hij wist het niet. Hij wist niet wat er gebeurde in Leiden. Hij had al wat brieven verzonden maar had niks teruggekregen. Valdez keert terug naar zijn huis en besluit een nieuwe brief te schrijven naar burgemeester van de Werff van Leiden. Een soldaat klopt aan en komt het huis binnen. ‘Commandant, hier is een ontsnapte Leidenaar. Hij zegt dat hij belangrijke informatie voor u heeft,’zegt de soldaat. ‘Laat maar binnen, ik ben wel benieuwd wat hij te zeggen heeft.’ Valdez is blij dat hij eindelijk nieuws krijgt van de stad. Een arme man met vieze kleren aan komt het huis binnen. ‘Dus wat heb jij te zeggen,’commandeerde Valdez. Hij vertrouwde deze man toch niet helemaal. Waarom zou hij vrijwillig informatie geven aan de Spanjaarden? De man begint te praten: ‘Commandant Valdez vraagt zich zeker af waarom ik hier kom. Ik ben Johan van Matenesse van Wybisma en ik ben voormalig bestuur van deze stad. Ik ben het niet eens met het beleid van deze stad en wil mijn trouw beloven aan de Spaanse koning Filips de tweede. De stad gaat tenonder met dit bestuur. Alle mensen komen om van de honger en de pest heerst.
De burgemeester houdt maar stug vol in deze opstand, maar dat vind ik dwaas. Daarom ben ik hier gekomen om die mensen te helpen en dat kan alleen onder leiding van de Spanjaarden. ‘ Dat vindt Valdez wel interessant. ‘Nou we kunnen jou wel gebruiken.’ De volgende avond beraamden ze een plan om de stadsmuren open te krijgen. Johan zou de poortwachter omkopen met eten en dan zou hij wel de poorten opendoen zodat de Spanjaarden naar binnen kunnen komen. Valdez wacht af in zijn huis. Hij pakt zijn glas en karaf met wijn. “Dit wordt een eitje. Die poortwachter heeft vast honger als een paard, dus die wil dat eten wel.” Plotseling klinkt geschreeuw en gemopper. Valdez loopt het huis uit om te zien wat er is gebeurd. Een paar soldaten snellen zich snel naar hem toe. ‘Het is mislukt commandant, die poortwachter is zo koppig als wat!’ Valdez weet net zijn woede te beheersen, maar blij kijkt hij niet. ‘Waar is Johan? Laat hem hier komen,’beval Valdez. Een paar tellen later komt Johan aangesneld. ‘De poortwachter wilde van niks weten en riep om nog meer beveiliging. De Leidenaren vielen ons aan en we moesten ons snel terugtrekken,’informeert Johan. Valdez strijkt met zijn hand langs zijn sik. Ernstig denkt hij over de situatie na. ‘Ach het is niet zo’n ramp, ‘concludeert Valdez schouderophalend, ‘die Leidenaren verhongeren vanzelf en als de pest heerst is straks iedereen te zwak om zich nog te verzetten. Deze stad wordt van ons.’ De volgende ochtend komt een postman snel naar Valdez toegerend. ‘Een brief van Magdalena Moon, commandant!’roept hij. Valdez neemt de brief aan en begint met lezen. In de brief leest hij dat Magdalena Moon niet blij is dat Valdez van plan is Leiden aan te vallen. Als hij met haar wil trouwen dan mag hij Leiden niet aanvallen. Valdez weet even niet wat hij moet doen. Keert zijn geliefde zich nou tegen hem?! Het maakt eigenlijk niet zoveel uit, hij was het toch niet van plan. Hij opent de andere brieven die hij heeft gekregen en begint met lezen. Deze brieven komen van het bestuur van Leiden. Ze willen zich misschien overgeven, maar dan liever overgeven aan de nieuwe stadhouder don Fernando de Lannoy. Daar wordt Valdez heel boos over. Dat betekent dat die Fernando met de eer zou strijken! Valdez begint heftig te schrijven aan zijn antwoord hierop. Ze moeten zich overgeven aan hem! Valdez beval elke soldaat om alle boodschappers die uit Leiden komen tegen te houden. Valdez is woedend. Hij moet deze stad bezetten en dan komt zo’n Nederlandse overloper van een Fernando zijn glorie stelen! Dan bedenkt hij dat hij nog een brief moet schrijven naar zijn geliefde. Maar dan moet hij haar vertellen dat hij Leiden wel aan moet vallen, omdat anders iemand anders er met de eer vandoor gaat. Hij laat die brief nog even zitten en besluit om een brief te schrijven naar Filips de tweede. In de tussentijd komen de Geuzen steeds dichterbij. De Geuzen varen over water, want zij zijn zeelieden. Ze houden van water en van de zee. Dat kwam goed uit, want Willem van Oranje had een plan om de Spanjaarden te verjagen door water. De Geuzen maakten gaten in de dijken die het water tegenhouden. Hierdoor stroomde het water over land. Dit lukte alleen niet zo goed, want de wind blies het water niet in de goede richting. Eindelijk is het weer veranderd en stroomt het water richting Leiden. De Geuzen zijn al bijna bij Leiderdorp en dan kunnen ze bijna Leiden bevrijden. Maar ze worden gesnapt door de Spanjaarden en die beginnen met schieten. ‘Snel zoek dekking en schiet terug!’ roept Boisot, de commandant van de Geuzen. Het wordt een hevig gevecht. Verderop in Leiderdorp horen de mensen schoten. ‘De Geuzen komen eraan, ze komen Leiden bevrijden!’ fluisteren de mensen naar elkaar. ‘Ze komen ons bevrijden van die verschrikkelijke plunderaars!’ De mensen zijn blij. Stilletjes vieren ze feest met elkaar, maar ze zorgen er wel voor dat de Spanjaarden dat niet merken.
De volgende ochtend is het gevecht voorbij. De Geuzen worden niet meer aangevallen. De Spanjaarden zijn weg! Ze varen verder over het water en komen nog dichter bij Leiderdorp. Intussen in Leiderdorp heeft Valdez ook begrepen dat de Geuzen eraan komen. Spoedig zal dit hele land onder water staan! “Ach laat die bezetting ook maar, we gaan. Die Fernando was anders toch de held geworden en ik niet. Laat die stad maar, ze kunnen toch niks met dat water om hen heen. Al hun land is onbruikbaar voor landbouw,”denkt Valdez en hij moet lachen. Hij gaat niet zomaar weg. Nee, deze mensen moeten gestraft worden. Valdez geeft het bevel alles af te branden waar de Spanjaarden hebben gezeten. De mensen uit Leiderdorp proberen nog alles te redden wat er te redden valt, maar het is te laat. Alle huizen in de dorpskern worden afgebrand. Valdez trekt zich terug met zijn leger naar Den Haag. Hij is klaar met oorlog voeren en wil een gelukkig leven. Hij heeft besloten te gaan trouwen met Magdalena Moon en terug te keren naar Spanje. Een paar weken later geven ze elkaar het ja-woord en kunnen nu eindelijk samen zijn.
Bijlage 2 Schilderij voorbereidingsles
Bijlage 3 werkblad schilderij voorbereidingsles
Werkblad Magdalena Moon en Valdez Wat gebeurt er op het schilderij? ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Wat zie je? ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Welke voorwerpen zijn er te zien? ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Wie zijn er te zien? --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Wat doen ze? ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Waar is het? ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------Wanneer is het? -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Wat is opvallend? ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Wat betekent het schilderij? ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Waar doet je dit aan denken? --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Wat zou de opdrachtgever van dit schilderij willen vertellen? -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Bijlage 4 Tijdlijnplaatjes De plaatjes staan onderstaand in de goede volgorde 1.
2. Leidenaren eisen veel geld van Leiderdorp
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
Bijlage 5 Vragen stripanalyse Hier staan wat vragen die je kunnen helpen: Wat zie je op de plaatjes? Klopt het wat er nu hier op dit plaatje gebeurt? Bestonden de dingen die je ziet al in die tijd? Klopt de omgeving van het plaatje? Wat is opvallend? Kijk goed en vul in wat klopt in de strip in de kolom ‘Goed’ en vul in wat niet klopt in de kolom ‘Fout’
Goed
Fout
Bijlage 6 Glipperbrief Verwerkingsles
..-..-1574, Leiderdorp, Geachte bestuur van Leiden,
Hoogachtend,
Bijlage 7 Achtergrond informatie Achtergrondinformatie voor de docent m.b.t. de Spaanse bezetting in Leiderdorp. Dit is ter informatie en is niet verplicht, maar wel aangeraden. In Leiden is het op 3 oktober groot feest. Dit heeft te maken met het Leids ontzet, namelijk dat de Spanjaarden weggejaagd zijn uit Leiden. De Spanjaarden hebben Leiden twee keer bezet. De eerste keer was van oktober 1573 tot maart 1574. Eind mei 1574 kwamen de Spanjaarden terug voor het tweede beleg. Tijdens de tweede bezetting heeft Leiden veel te lijden gehad. Er was veel honger en de pest heerste in de stad. Er is al veel geschreven over het leven in Leiden ten tijde van het beleg. Over het leven in de omliggende dorpen waar de Spanjaarden tijdens het beleg van Leiden hebben gezeten is echter minder bekend. Een van die dorpen was Leiderdorp. Daar heeft het grootste bezettingsleger van de Spanjaarden gezeten.De oude kerk gebruikten ze als paardenstal. Valdez, de commandant van het leger, had zijn ‘hoofdkantoor’ in Den Haag, maar heeft zich tijdens de beide bezettingen van Leiden ook lange tijd in Leiderdorp verschanst in een huis van een bewoner van Leiderdorp. Eind 16e eeuw zag Leiderdorp er anders uit dan nu. Delen die nu bij Leiden horen, hoorde vroeger bij Leiderdorp, zoals de wijken bij de Zijlpoort. Leiderdorp bestond uit 50 woningen waarin 1574 400 à 500 mensen woonden. Dat is 1,87% van het huidige inwoneraantal. Economie Leiderdorp was een belangrijk centrum voor landbouw, waar het klooster de grootste werkverschaffer was, dankzij de
grote tuinen. Ook was het klooster een ziekenhuis waar bewoners in de verpleging konden werken. De mensen hadden een armoedig bestaan. Dit werd verergerd doordat de Spanjaarden extra belastingen invoerden. Daarbij werd Leiderdorp ook belemmerd door Leiden. Vlak buiten Leiden mochten de bewoners van Leiderdorp geen nieuwe weverijen of metsel- en timmerwerkplaatsen oprichten. Die de werkgelegenheid in Leiderdorp had kunnen bevorderen. Dit wilde Leiderdorp wel graag. Als buiten Leiden bier werd gebrouwen of getapt, binnen een bepaalde afstand van Leiden, moesten de brouwers forse belastingen aan Leiden betalen. Gelukkig viel de dorpskern buiten deze afstand en kon daar belastingvrij gebrouwd en getapt worden. Godsdienst Tijdens de Tachtigjarige oorlog van 1568 tot 1648 woedde er strijd tussen de katholieken (Spanjaarden) en protestanten (opstandelingen o.l.v. Willem van Oranje). Dit leidde tot de verzelfstandiging van Nederland, waarin het protestantse geloof de belangrijkste godsdienst werd. Oorspronkelijk waren veel mensen in Leiderdorp katholiek. Ook in Leiderdorp bekeerden veel mensen zich tot het protestantisme. Zelfs monniken uit het katholieke klooster Engelendael bekeerden zich tot het nieuwe geloof. Voor de Opstand in 1566 was de Beeldenstorm. Zo ook in Leiderdorp. Het Minnebroedersklooster op het Waardeiland is ondanks dat het goed beschermd was, helemaal beroofd van kostbaarheden. De Opstand werd steeds breder gedragen en vanaf 1572 werden katholieke kerkdiensten overal verboden.
Politiek In Leiderdorp wist niet iedereen welke kant ze moesten kiezen. Moesten ze kiezen voor Willem van Oranje of moesten ze trouw blijven aan Filips II, de Spaanse koning? De angst van Leiderdorp was dat ze al hun goederen kwijt zouden raken als het bezettingsleger van de Spanjaarden kwam. Dit was inderdaad het geval. Door de financiele moeilijkheden van Spanje kreeg het leger nauwelijks of geen geld en voedsel. Hierdoor begon het leger met plunderen van steden en dorpen. Zo werd ook Leiderdorp geplunderd in de periode van de Spaanse bezetting van Leiden. Echter voordat het Spaanse leger kwam heeft Leiden gebouwen en boomgaarden in Leiderdorp met de grond gelijk gemaakt. Hierdoor konden de Spanjaarden geen eten vinden of geld verdienen met de opbrengsten van de landbouw. Ook werd het dak van de dorpskerk afgebroken, zodat de Spanjaarden geen uitkijkpost hadden. Echter werd niet alles gesloopt. Kalkovens en bedrijfjes buiten een veilige afstand tot Leiden bleven gespaard. Leiderdorpse boeren konden naar Leiden vluchten en daar verblijven toen het Spaanse leger in aantocht was. Andere zochten hun toevlucht juist bij het Spaanse leger. De eerste bezetting van de Spanjaarden (oktober 1573-maart 1574) Aan de ene kant bood de komst van het Spaanse leger nieuwe mogelijkheden voor het verdienen van geld, want boeren konden hun goederen verkopen aan de soldaten. Aan de andere kant zorgden de Spanjaarden voor veel overlast, doordat de soldaten geen geld hadden en dus de goederen van de bewoners begonnen te roven. Dit duurde voort tot het einde van de tweede bezetting.
Schansen Om Leiden te omsingelen heeft het Spaanse leger rondom Leiden een aantal schansen gebouwd. Zo waren er drie schansen gebouwd in het toenmalige Leiderdorp. Eén bij Roomburg, één bij de dwarswetering wat uitmondt op de Zijl en één in de dorpskern. Deze schansen zijn te zien op oude kaarten. Een schans is een soort fort van waaruit soldaten veilig een stad konden aanvallen. De schansen zorgden ook voor een onderkomen. De schansen werden gemaakt van sloopmateriaal van de bedrijven van Leiderdorp die gesloopt waren voor de komst van de Spanjaarden. De schansen zorgden er voor dat het Spaanse leger goed zicht had op wie er uit of in Leiden ging. De schansen stonden namelijk dichtbij de poorten van Leiden. De tweede bezetting door de Spanjaarden (mei 1574-oktober 1574) Het Spaanse leger vertrok uit Leiderdorp om te helpen in een gevecht bij de grens met Duitsland. Echter kwamen zij pas aan toen het gevecht al gewonnen was door de Spanjaarden. Daarom keerden zij terug naar Leiden, wat onverwacht was voor zowel Leiden als Leiderdorp. Leiden had geen van de schansen afgebroken, dus de Spanjaarden konden deze gewoon weer gebruiken. In Leiderdorp waren mensen al bezig geweest met de wederopbouw en hier werd ook door de Spanjaarden gebruik van gemaakt. De Spanjaarden konden wonen in de huizen die weer waren opgebouwd en eten krijgen door de opgebouwde winkels. De Spanjaarden hadden bij de tweede bezetting Leiden nog beter omsingelt dan bij de eerste bezetting, omdat ze de schansen beter hadden bemand.
Door de betere bemanning kon de import en export van Leiden gecontroleerd worden, omdat deze langs de schansen ging. De situatie in Leiden werd benauwder. De Spanjaarden kwamen dit snel te weten door de ‘Leidse Glippers’. Dit zijn mensen die uit de stad informatie smokkelde naar de Spanjaarden. Ook had Valdez briefcontact met het bestuur van Leiden. Hij schreef veel brieven die de bestuurders tot overgave probeerden te bewegen. Ook de Leidse Glippers stuurden zulke soorten brieven naar het bestuur. Het leven van de burgers in Leiderdorp werd er niet beter op. De Spaanse soldaten hadden al 35 maanden geen soldij meer gehad en begonnen nu nog meer te plunderen en te roven in Leiderdorp. Herstel Toen de Spanjaarden waren weggejaagd en Leiden weer vrij was, werd meteen begonnen met het bouwen van nieuwe huizen en herstellen van beschadigde huizen en wegen. Echter kwam Leiderdorp als laatste aan de beurt. Het herstel in Leiderdorp was ook nog eens erg langzaam. Waarom dit zo was, is niet bekend, maar het vermoeden bestaat dat de opstandelingen wrok hadden tegen Leiderdorp, omdat daar veel slechte Leidse Glippers en Spaansgezinden gewoond zouden hebben. Door het water was de omgeving van Leiderdorp veranderd in een moeras. Dit zorgde voor problemen in de landbouw en infrastructuur. De molens die het water weg zouden moeten pompen waren vernield en ook moesten eerst de dijken gedicht worden. Het duurde wel even voor het land droog genoeg was voor landbouw. Om dit te bekostigen werd extra geld geëist van de burgers, die al geen inkomen meer hadden. Soms kregen ze wel uitstel van betaling.
In de periode van 1573-1574 hebben de Spanjaarden Leiden niet aangevallen. Dit was onder andere de nieuwe strategie van de opvolger van Alva, Luis de Requeséns. Wel zijn er aanvallen geweest van Leiden tegen de Spaanse bezetters. Dit hebben de Spaanse soldaten met gemak afgeslagen. De strategie van Valdez Valdez heeft Leiden alleen omsingeld maar niet aangevallen. Er zijn twee verhalen die vertellen waarom Valdez niet over is gegaan tot de aanval. Het eerste verhaal is dat Filips II niet wilde dat de stad werd aangevallen, omdat in het verleden al was gebleken dat er teveel te verliezen was. Ook werd dit idee gesterkt door de berichten van de Leidse glippers over de benarde situatie in de stad. Valdez hoefde eigenlijk alleen te wachten tot de stad zou zwichten door honger en de pest. Valdez heeft wel gedreigd met aanvallen in de brieven naar het bestuur. Het tweede verhaal is dat Valdez gechanteerd is door zijn minnares Magdalena Moon. Hij zou met haar trouwen, maar zij wilde alleen met hem trouwen als hij Leiden niet aan zou vallen. Magdalena had namelijk vrienden in Leiden. Magdalena zelf woonde in Den Haag waar Valdez zijn hoofdkwartier in het begin had. De discussie bestaat dat het verhaal over Magdalena Moon en Valdez een fabel is geweest. Aanbevolen literatuur - Arjaan de Wit, Marleen Riool, René van Doorn, Rond de schans van Valdez te Leiderdorp tijdens het beleg van Leiden 1573-1574,, Leiderdorp 2004.
-
-
-
Dr. R.E. Dinger Hattink, Leiden’s nood en verlossing in de Spaanse tijd, Leiden 1947. Louis Sicking, Geuzen en glippers; goed en fout tijdens het beleg van Leiden, Den Haag 2003. Raymond Fagel, Leids beleg en ontzet door Spaanse ogen, Den Haag 1997.