Les Futailles Bespreking :
Code :
AOC Haut Médoc
2.1.1 Datum :
Spreker : Jacky Bott
4/12/2001
1. Ligging en streek
Een uniek klimaat Het woord Médoc is afgeleid van de Latijnse uitdrukking ‘in medio aquae’ of ‘in het midden van het water’, tussen de Atlantische Oceaan en de Gironderivier. Het wijndistrict heeft een lengte van ongeveer 80 kilometer langs de brede monding van de Gironde met een breedte van 2 tot 6 kilometer. De streek is vrij vlak, de hoogstgelegen wijngaarden liggen nauwelijks 43 meter boven de zeespiegel. De ligging van de streek heeft een grote invloed op de perfecte rijping van de druiven. Het aantal uren zonneschijn in Médoc is ongeveer hetzelfde als aan de Middelandse Zee. Ruim 2300 uren waarvan gemiddeld 1440 tussen 1 mei en 1 oktober. Dit unieke klimaat wordt bepaald door de aanwezigheid van de enorme watermassa die vochten temperatuurregelend optreedt. Daardoor is er een mild klimaat met relatief kleine temperatuurschommelingen. Daar houdt de wijnstok van. Bovendien zorgen de dichte dennenbossen van de Landes voor een natuurlijk windscherm. De wijngaarden zijn dus goed beschermd tegen de gevreesde lentevorst. Tijdens regenachtige zomerdagen droogt de zachte zeewind de bladeren vrij snel zodat allerlei bladziekten vermeden worden. Médoc heeft dus een perfect microklimaat voor wijnbouw.
Bordeaux: AOC Haut Médoc
pagina 1/17
Les Futailles De al even unieke bodem Eeuwen geleden voerden gletsjers uit de Pyreneeën grote hoeveelheden kiezel en steentjes mee (graves pyrénéenes) die zich op bepaalde plaatsen hebben opgehoopt tot croupes of grindheuveltjes. Het water van de Garonne bracht op zijn beurt zand en kiezel mee (graves garonnaises) die zich nabij Saint-Julien vermengden met grind uit de Dordogne.
Vrijwel alle grote crus classés-wijnen liggen op deze typische kiezelbulten. Vandaar het gezegde dat ‘ de wijn beter is als de druivelaar uitzicht heeft op rivier’. In een wijngaard is de grondwaterstand van primordiaal belang. De wijnstok houdt niet van ‘natte voeten’. De kiezelruggen zijn sterk waterdoorlatend en voeren het regenwater snel naar de onderliggende mergellagen. De wijnstok moet een sterk wortelgestel ontwikkelen opdat hij het water diep uit de bodem kan ophalen. De droogte deert de druivelaar evenmin want hij kan altijd in diepere lagen terecht. De kiezelgrond heeft nog een andere belangrijke functie. Overdag warmen de steentjes fel op en geven een gedeelte van deze zonnewarmte ’s nachts weer af aan de rijpende druiven. Precies om die reden hebben de wijnbouwers de stam van de druivelaars laag gehouden. Hoe dichter bij de warme steentjes, hoe beter de late Cabernet-Sauvignondruif kan rijpen
Bordeaux: AOC Haut Médoc
pagina 2/17
Les Futailles De Haut-Médoc De appellation Haut-Médoc neemt qua status een middenpositie in: erboven de gemeentelijke wijngaarden met eigen appelations zoals St-Julien, St-Estèphe,..., eronder de brede strook land die valt onder de nederiger AC Médoc. Het is zo geen uitzondering dat een wijngaard van de Haut-Médoc pal naast een duurdere buur ligt (Vb. Château Lagrange (St Julien) en Château Camensac (Haut-Médoc)). De Haut-Médoc begint bij de Jalle de Blanquefort, het smalle stroompje ten noorden van Bordeaux, dat ook de noordgrens markeert van de Graves. Vanaf die lijn strekt de appellation zich 60 kilometer noordwaarts uit. Voorbij St-Estèphe stuit hij bij de Chenal de la Maréchale op zijn mindere broeder, het district dat voorheen bekend was als de Bas-Médoc, en dat nu de AC Médoc is. In het oosten is de streek begrensd door de Garonne en de Gironde. Naar het westen is de streek begrensd door beboste gebieden.
Onder de appellation vallen in totaal 29 gemeenten. De bekenste met de meest befaamde wijnen zijn, Ludon (Château La Lagune), Macau (Château Cantemerle), Avensan, Arcins, Lamarque, Cussac en ten westen van St-Julien St-Laurent-Médoc (Château Belgrave, Camensac en La Tour Carnet) en daarna de laatste ten westen van Pauillac en St-Estèphe de gemeentes StSauveur, Cissac, Verheuil en St-Seurin-de-Cadourne.
1) De kaarten op volgende pagina’s geven een gedetailleerd overzicht van Zuid naar Noord van de Haut-Médoc wijngaarden. 2) In het bijgevoegde boekje “Guide découverte 2001-2002 Médoc” zijn alle coördinaten terug te vinden van alle domeinen. Zeer bruikbaar als je de streek gaat bezoeken. Vergeet niet op voorrand afspraken te maken in de grote domeinen.
Bordeaux: AOC Haut Médoc
pagina 3/17
Les Futailles
1
Bordeaux: AOC Haut Médoc
pagina 4/17
Les Futailles
3
Bordeaux: AOC Haut Médoc
pagina 5/17
Les Futailles
4
Bordeaux: AOC Haut Médoc
pagina 6/17
Les Futailles
5
2
Bordeaux: AOC Haut Médoc
pagina 7/17
Les Futailles 2. Wijngeschiedenis van Médoc Teneinde het succes en de kwaliteit van de Médocwijn te begrijpen, is het noodzakelijk om eerst de historische context te verduidelijken waarin de wijnbouw tot stand is gekomen. Daaruit blijkt dat een veelheid aan factioren een rol spelen. Kwaliteit is hier geen toeval, maar een samenloop van omstandigheden: natuur, bodem, klimaat, druiverassen, vinificatiemethodes, uiteraard allemaal gestuurd door de mens, die met kennis, kunde en inzet een landbouwprodukt weet op te tillen tot een subliem genotsprodukt. Een vleugje geschiedenis Zonder wijnbouw was Médoc een arme landbouwstreek gebleven. Eeuwenlang trokken schaapherders er met hun kudden rond en arme boeren verbouwden op de dorre gronden wat graan, vooral rogge. Op de Gironde werd er met kleine bootjes vis gevangen, terwijl er rond Pauillac enige vorm van ambachtelijke activiteit was. De Médocbewoners werden ten tijde van de Romeinen pagani genoemd. De burgers van Burdigala (latijns voor Bordeaux) daarentegen kregen de naam urbani. Deze burgers (later bourgeois genoemd) hebben een belangrijke rol gespeeld in de wijn geschiedenis van Médoc. De eerste sporen van wijngaarden gaan terug tot de Romeinse tijd. Zoals overal in Frankrijk zijn het vooral kloostergemeenschappen en commanderijen die in de middeleeuwen de wijnbouw introduceren. Al in 1155 is er sprake van de Commanderie des Tempeliers de L’ordre de Malte in Benon SaintLaurent. In 1315 wordt te Arcins een tweede commanderij opgericht. Deze laatste heeft een grote invloed op de ontwikkeling van de wijnbouw in Médoc. Tijdens de middeleeuwen is Blanquefort het eerste wijncentrum van de Médocstreek. Langzaam breidt de wijnbouw zich echter uit naar het noorden. Zo worden in de 15de eeuw de eerste wijngaarden aangelegd in de dorpjes Margaux en Pauillac, onder meer op de landerijen van Latour. De opbrengst is vrijwel uitsluitend bestemd voor de gegoede burgerij in Bordeaux. De kwaliteit van de wijn is behoorlijk. En stilaan wekt de wijnstreek zelfs de interesse van de rijke “bourgeoisie”. Médocgrond zou immers een goede belegging vormen! In de 16de eeuw worden de eerste bourgeois-wijngaarden aangelegd op de aangeslibde gronden in de buurt van Parempuyre, Macau en Margaux. Zo’n landgoed noemt men een ‘bourdieux’. Deze palus-wijngaarden hebben wel een grote opbrengst maar de kwaliteit is ordinair. Later worden de moerasgronden in het noorden van Médoc drooggelegd door Hollanders en Vlamingen. Op oude landkaarten vind je trouwens nog de naam Petite Flandre terug. In eerste instantie komen er vooral weiden op deze drooggelegde moerasgronden. Vanaf de tweede helft van de 17de eeuw verwerven verscheidene adellijke families uit Bordeaux grote eigendommen in Haut-Médoc. Landbouw en veeteelt moeten stilaan wijken voor de wijnproduktie. De Ségurs stichten er immers de wijngaarden van Lafite en Latour, de familie Brane wordt de grondlegger van Mouton en de heren van Pontac laten Haut-Brion verrijzen. Deze ondernemende mensen zijn blijkbaar goed geïnformeerd want hun wijnstokken groeien op de beste kiezelgronden. De Franse Revolutie heeft weinig invloed op het eigendomsbezit in de Médocstreek. In tal van andere produktiegebieden worden de wijngaarden versnipperd en verdeeld onder het volk, maar in Médoc blijven de oorspronkelijke eigendommen in het bezit
Bordeaux: AOC Haut Médoc
pagina 8/17
Les Futailles van adellijke families en rijke burgers. Hun naam blijft zo verbonden aan het domein zelf en dat is nu nog altijd een knap herkenningspunt voor de wijnliefhebber. In het begin van de 19de eeuw heeft Médocwijn wereldfaam opgebouwd. De Engelsen zijn er verliefd op. Vooral de betere wijnen zijn in trek en ondanks de fel stijgende prijzen gaat de verkoop in de hoogte. Officieel werd in 1935 de Médoc-streek opgesplitst in Médoc en Haut-Médoc De Commanderie du BONTEMPS: in 1949 hebben een groep van wijnbouwers en wijnverkopers onder leiding van Henri Martin, deze wijnorde voor de Médoc opgericht. In 1959 hebben de Graves wijngaarden zich erbij aangesloten. De commanderie koos een typisch Médoc symbool, de “bontemps”, een houten “bowl” om eiwit te kloppen voor het klaren van de wijn. Dit werd gebruikt als model voor de hoed van de Commanders. 3. Bespreking AOC Haut-Médoc 3.1 Algemeen De reden van de lagere status van châteaux in de Haut-Médoc vergeleken met de befaamde gemeentelijke appellations is in principe de bodemsoort. De gemeentelijke appellations hebben dit te danken aan de aanwezigheid van de kiezelkruinen. Dezelfde bodemsoort speelde een grote rol bij het instellen van de appellation Haut-Médoc, maar hoe goed de grond ook is, hij werd niet goed genoeg bevonden voor een van de specifieke appellations. Sommige van deze wijnen bieden uitstekende waar voor hun geld omdat ze relatief goedkoop zijn. Andere, soms stevig van prijs, kunnen toch een goede koop zijn omdat ze qua kwaliteit vaak de crus classés benaderen – en de mindere daarvan soms zelfs voorbijstreven. Het is ook de moeite waard ze in een goed en evenwichtig jaar in voorkoop aan te schaffen, wat een alternatief is voor de prijzige wijnen van hogere appellations.
Bordeaux: AOC Haut Médoc
pagina 9/17
Les Futailles 3.2 Druivensoorten De wijnen van de Bordeauxstreek worden over het algemeen verkregen door vermenging (assemblage), d.w.z. dat na de gisting en de rijping in tanks of vaten de wijnen van de verschillende druiverassen worden samengevoegd tot een homogeen geheel. Waarom plant de wijnbouwer verschillende druvesoorten aan? Tal van factoren spelen een rol, zoals de bodem, het klimaat, de traditie en eventueel modetrends. De volgende zijn de meest gebruikte blauwe druivensoorten in de Bordeaux streek: Cabernet-Sauvignon is een laatrijpende druif met kleine bessen en taaie schil. Deze druif geeft aan de wijn kleur, karakter, finesse en bewaarkracht. Jonge Cabernet-Sauvignon ruikt naar zwarte bessen (cassis) en groene pepers. Later worden de aroma’s rijker en complexer en zijn doorweven met een typisch viooltjesgeur. Dit ras voelt zich bijzonder goed op kiezelgronden van de Médoc streek. (25.000 ha)
Cabernet van viooltjes, minder kleur aan de rode fruitigheid.
Franc geeft de wijn een fruitig boeket met fijne geuren framboos, bessen en zoethout. Deze druif bezit evenwel en tannine dan Cabernet-Sauvignon. Deze druif geeft Bordeaux wijn naast een directe charme ook een frisse
Merlot is een vorstgevoelige vroegrijpe druif met nogal grote bessen. Dit ras geeft de wijn zijn soepelheid en een mollige ietwat zoete smaak met fruitige, kruidige nuances. (40.000ha)
Malbec heeft grote bessen en is vroegrijp. De druiven bevatten veel kleurrijk sap. Heeft minder klasse dan Merlot. Dit ras wordt aangeplant op minder goede bodems, zoals bijvoorbeeld de aangeslibde of Palusgronden langsheen de rivier. Petit Verdot is een laatrijpende druif met kleine, zurige, kleurrijke bessen die rijk zijn aan tannine. Sterk geapprecieerd om zijn goed zuurgehalte. Komt alleen tot rijpheid in zonrijke jaren, zoals bijvoorbeeld in 1989. Grote rijpheid staat vaak gelijk met een tekort aan zuur en op dat punt is Petit Verdot de ideale natuurlijke correctie
Bordeaux: AOC Haut Médoc
pagina 10/17
Les Futailles 3.3 Produktiemethode 1. Afristing en persing: na het plukken worden de stelen van de druiven verwijderd om bijkomende tannines te verminderen. De most, bekomen door het pletten wordt dan bewaard in vaten van hout, cement of staal. 2. Gisting en maceratie: de natuurlijke gisting, fermentation alcoolique, gebeurt bij een temperatuur van 30°C om het gistingsprocess niet te stoppen. De fermentatie periode hangt af van de kwaliteit van de druiven, de rijpheid van de druiven en het type wijn dat men wil realiseren (bij bewaarwijnen langer). Acht tot twintig dagen na de start van de fermentatie wordt de wijn uit het vat gehaald. 3. Afvloeiing en uitpersing: na het uitfilteren van alle vaste delen krijgen we de zogenaamde “vin de goutte” of druppelwijn. De overschotten uit de vaten worden dan nogmaals geperst, wat de “vin de presse” geeft. Deze is rijker aan tannines en plantaardige stoffen. Deze wordt soms toegevoegd aan de “vin de goutte”. 4. De appel-melkzuurgisting: een tweede gisting waar appelzuur wordt omgezet in melkzuur met behulp van bacteriën. Dit gebeurt onder 3 voorwaarden, 20°C, wat verse lucht en niet te lage pH-waarde. De wijn verliest zijn zuurheid, zijn groenheid en wordt soepeler en voller. de eigenlijke wijnbereiding is op dit moment voltooid. 5. De assemblage: zoals reeds vroeger vermeld worden de verschillende druivensoorten samengevoegd om zo een uniek mengsel te bezorgen. 6. Het rijpen van de wijnen: de bordeaux wijnen blijven tussen de zes maanden en twee jaar op het vat. De wijnboeren moeten ervoor zorgen dat het peil in defusten constant blijft. Om de verdamping te compenseren en de groei van bacteriën door aanraking met lucht tegen te gaan, doet men er één of twee keer per week weer wat wijn bij. Ondertussen zetten de droesem en ander bezinksels zich onderin het vat af. Tot vier keer per jaar wordt de wijn afgetapt en in een schoon vat gedaan. In aanraking met het hout en de lucht begint de wijn zijn wrangheid te verliezen, wordt hij zachter en dieper van kleur, neemt hij andere aroma’s en looizuren in zich op: de beroemde ‘houtsmaak’, die men jaren later zal terugvinden in de geuren van vanille en geroosterd brood. De kwaliteit van het fust is uiteraard zeer belangrijk. 7. Klaren van de wijn: noodzakelijke voorwaarde voor het bottelen is dat de wijn volkomen helder, onbedorven en vrij van giststoffen moet zijn. Daarvoor gaat men de wijn klaren. Door colloïdale stoffen als eiwit, gelatine of ossebloed (niet meer toegelaten sinds de gekkekoeienziekte) bovenaan het vat toe te voegen, zorgt men ervoor dat alle zwevende deeltjes zich onderin het vat afzetten. 8. Bottelen: éénmaal geklaard wordt de wijn in flessen gedaan, waar hij verder rijpt zonder dat er lucht bij kan komen. De wijn wordt minder zuur en dus voller en ronder. Zijn kleur verandert geleidelijk van helderrood in roestbruin. Ten slotte komen de aroma’s tot ontwikkeling die samen het ‘bouquet’ gaan vormen.
Bordeaux: AOC Haut Médoc
pagina 11/17
Les Futailles 3.4 Classificatiesysteem Médoc-streek De cru classé-classificatie van 1855 Ter gelegenheid van de wereldtentoonstelling in Parijs werd een classificatie van de beste Médocwijnen opgesteld door een commissie van wijnmakelaars. De beste wijnen werden gerangschikt in vijf kwaliteitscategoriën. Deze rangschikking was gebaseerd op de gemiddelde prijzen die de Bordelese wijnhandelaars betaalden gedurende de voorgaande 100 jaar. Deze classificatie kreeg een enorme uitstraling omdat de prijzen voordien alleen maar regionaal bekend waren, terwijl de bekenmaking van de classificatie een wereldwijde weerklank kreeg. Alleen in 1973 kwam er een kleine aanpassing toen Château Mouton-Rothschild promoveerde naar premier cru. Deze stokoude classificatie is nog steeds relevant aangezien een aantal factoren zoals de bodem en klimaat ongewijzigd zijn gebleven. De onderlinge kwaliteitsverschillen zijn wel kleiner geworden omdat de lager geklasseerde crus ook meer financiële armslag hebben. Hun jarenlange investeringen in kwaliteit werpen nu vruchten af. De absolute top (Lafite, Mouton, Margaux, Latour, HautBrion) blijft wel duur, maar verscheidene crus classés uit de middenmoot zijn prijs/kwaliteit zeer interessant geworden. Haut-Medoc cru classés 3e Cru: Château La Lagune Château La Tour Carnet 4e Cru: Château Belgrave, Château Camensac, Château Cantemerle 5e Cru: De crus bourgeois-wijnen 1) De rijke kooplui en gegoede burgers van Bordeaux hadden in de 15de eeuw gronden aangekocht in de Médoc. De titel crus bourgeois is zonder meer een eerbetuiging aan de oorspronkelijke hardwerkende wijnbouwers. De eerste classificatie kwam tot stand in 1932. Niet minder dan 444 domeinen werden gerangschikt in drie categorieën: - 6 Crus Bourgeois Supérieurs Exceptionnels - 99 Crus Bourgeois Supérieurs - 339 Crus Bourgeois Deze classificatie werd echter nooit erkend door het officiële INAO. Toch blijft deze eerste classificatie van 1932 nog altijd in gebruik. 2) In 1962 werd het Syndicat de Crus Bourgeois opgericht om de crus bourgeois opnieuw te rangschikken. Pas in 1966 na heel wat heibel slaagde het syndicaat erin om een eerste lijst samen te stellen. In 1978 publiceerde het syndicaat een nieuwe lijst, die tot op heden nog altijd geen herziening onderging. Deze classificatie is vrij betrouwbaar, omdat de gelauwerde domeinen aan vrij strenge normen moesten voldoen. - 18 Crus Grands Bourgeois Exceptionnels - 41 Crus Grands Bourgeois - 58 Crus Bourgeois Volgende criteria lagen aan de basis van de verschillende rangen:
Bordeaux: AOC Haut Médoc
pagina 12/17
Les Futailles Crus Grands Bourgeois Exceptionnels: wijn in houten vaten laten rijpen en afkomstig zijn van een van de topgemeentes van de Médoc - Crus Grands Bourgeois: wijn in houten vaten laten rijpen De huidige EU-wetgeving laat echter alleen de vermelding ‘crus bourgeois’ zonder specificaties toe op de wijnetiketten. -
3) Nog altijd test het Syndicat des Crus Bourgeois nieuwe formules uit. Zo organiseert het sedert 1985 jaarlijks de Coupe des Crus Bourgeois du Médoc. Het betreft een blinde wijndegustatie waarbij telkens drie jaren van een domein worden geproefd. Een afvalwedstijd waarbij de winnaar doorgaat naar de volgende ronde. De proeversjury is internationaal samengesteld en bestaat uit makelaars, handelaars, sommeliers, journalisten, oenologen en vinologen. Sinds 1997 wordt er slechts één jaartal gedegusteerd, dit vooral voor commerciële redenen.
De Haut-Médoc laureaten: Château Charmail 1998: ½ Finale 1995 1996 1999: Finalist Château Tour du Haut-Moulin 1985: Finalist 1981, 1982, 1983 1982, 1983, 1984 1986: Finalist 1989: ½ Finale 1985, 1986, 1987 1991: ½ Finale 1987, 1988, 1989 1994: ½ Finale 1989, 1990, 1991 Château Sociando-Mallet 1988: ½ Finale 1984, 1985, 1986 1989: Winnaar 1985, 1986, 1987 Château Cissac 1988: ½ Finale 1984, 1985, 1986
Bordeaux: AOC Haut Médoc
Château Citran 1991: Finalist 1987, 1988, 1989 1988, 1989, 1990 1993: Finalist 1999: ½ Finale 1996 Château Sénéjac 1996: ½ Finale 1991, 1992, 1993 Château Malescasse 1996: ½ Finale 1991, 1992, 1993 Château Ramage La Batisse 1997: ½ Finale 1994 Château Lamothe Bergeron 1997: Finalist 1994 Château Clément Pichon 1998: ½ Finale 1995 Château d’Aurilhac 1999: ½ Finale 1996
pagina 13/17
Les Futailles THE MEDOC BOURGEOIS GROWTHS ON THE EVE OF A NEW CLASSIFICATION January 31, 2001 - Publication in the Journal Officiel of the French Republic of the decree dated November 30, 2000 concerning the regulations for the organization of the classification of Bourgeois Growths for the appellations of controlled origin within the region comprised by the "Médoc" appellation of controlled origin. This decree provides for the beginning and organization of the classification of Bourgeois Growths The process will be guided by an organizing committee which will define the method of proceeding (conditions and timetable) and will name a jury charged with establishing a classification according to a system comprising three categories : 1 - Crus Bourgeois Exceptionnels 2 - Crus Bourgeois Supérieurs 3 - Crus Bourgeois The Classification will be open to all Médoc growths and will be revised every 10 years. THE FINAL CLASSIFICATION SHOULD THEREFORE BE PUBLISHED SOMETIME DURING 2002
Crus Artisans Deze officieuze titel heeft voor de Médocwijn nooit veel betekenis gehad. Het was de bedoeling om een 100-tal traditioneel werkende bedrijven onder één noemer te plaatsen, maar de meeste domeinen doen steeds meer een aanvraag om tot de de Crus Bourgeois classificatie te behoren.
Caves Coopératives Médoc telt dertien wijn coöperaties, waarvan vijf in de Haut- Médoc. Ze ontstonden tijdens de crisis van de jaren dertig. In 1992 waren er 1050 aangesloten producenten die instaan voor ongeveer 17% van de totale Médocopbrengst. De voortgebrachte kwaliteit is behoorlijk.
Bordeaux: AOC Haut Médoc
pagina 14/17
Les Futailles 3.5 Produktiehoeveelheden Médoc Streek 15.400 hectares (15 % van de rode Bordeaux) 104.000.000 flessen Productie: 60% AOC Médoc en AOC Haut-Médoc 40% Gemeentelijke AOC’s Verkoop: 55.5% op de Franse markt 44,5% export (waarvan 66.5% in Europa) Inkomsten: 5.5 billion FF 55.6% van de Franse markt 44.4% van de export (waarvan 49% uit Europa)
Haut-Médoc 4.387 hectares (28% van de Médocstreek) 25.100.000 flessen 375 Wijnmakers, waarvan 170 in coöperatieven en 205 onafhankelijke Indeling Haut-Médoc: 5 Crus Classés 140 Crus Bourgeois 116 Crus Artisans 5 Caves Coopératives
( 8% van de produktie) (70% van de produktie) (15% van de produktie) ( 7% van de produktie)
3.6 Topjaren Uitstekende Jaren: 1982, 1985, 1989, 1990 Zeer Goede Jaren: 1983, 1986, 1988, 1994, 1995, 1996, 1998, 1999 Goede Jaren: 1991, 1993, 1997 - Goede jaren kunnen tien tot zelfs twintig jaar bewaard worden. - Meestal op dronk na een vijftal jaar 3.7 Serveertips Kleur: robijnrood Ideale Drinktemperatuur: 18 -19°C
Serveren bij: ganzenlever, gebraden kip, lamsbout, lamsragout, gebraden wild
Bordeaux: AOC Haut Médoc
pagina 15/17
Les Futailles 4. Begeleidende fiche tijdens degustatie Wijn1:
Karaf :
Wijn 2:
Karaf:
Bespreking: Deze wijn biedt gewoonlijk een schitterende diepte, concentratie en complexiteit, met een onmiskenbare beschaving, een verrukkelijke fruitigheid, versmolten tannines en kruidig, rokerig, nobel hout plus romige vanille.
Bespreking: Gewoonlijk wordt deze Haut-Médoc gekenmerkt door een mondvullende, rijke smaak die een delicieuze combinatie biedt van weelderig fruit, een fluwelen kruidigheid, romige vanille, toastachtig hout en versmolten tannines.
Druivensoorten: 55%CS, 30%MN, 10%CF, 5%PV
Druivensoorten: 58% CS, 42%MN
Wijn 3:
Karaf:
Wijn 4:
Karaf:
Bespreking: Het is een complete Haut-Médoc met een vrij stevige, aangename, flink op tannine en hout steunende, rood fruit plus zwarte bessen biedende smaak. In gewone of lichte jaren ontstaat gewoonlijk een lichtere, kortere wijn, zij het wel vakkundig gemaakt.
Bespreking: deze ...... wijn van dit domein is volgens kenners een topper van formaat die zelfs vele topwijnen of hogere geclasseerde wijnen doet blozen
Druivensoorten: 53%CS, 33%MN, 10%CF, 4%PV
Druivensoorten:
Wijn 5:
Karaf:
Wijn 6:
Karaf:
Bespreking: Deze wijn is een attractieve HautMédoc die impressies geeft van sappig, kruidig fruit (zwarte bessen vooral), iets van munt en soms wat plantaardigs. Dit alles zit elegant verpakt en wordt gesteund door hout en soepele tannines.
Bespreking: deze wijn is de oudste die vanavond tijdens de degustatie geschonken wordt.
Druivensoorten: 55%CS, 40%MN, 5%CF
Druivensoorten: 60% CS, 33% MN, 5% CF, 2%PV
Bordeaux: AOC Haut Médoc
pagina 16/17
Les Futailles 5. Gedegusteerde Wijnen Wijn1: 1992
Fort du Roy
Wijn 2:
Château d’Arcins 1997
Winkel: In coöperatieve Prijs: 290 Bef Bespreking: In 1973 werd deze coöperatieve opgericht. Zij maken de wijnen voor de volgende château’s: Eglise Vieille, les Capérans, le Neurin, le Moreau, Fontaine-Ourdille, le Verderet en Canteriou
Winkel: Op domein Prijs: 317 Bef Bespreking: Deze wijn is een attractieve HautMédoc die impressies geeft van sappig, kruidig fruit (zwarte bessen vooral), iets van munt en soms wat plantaardigs. Dit alles zit elegant verpakt en wordt gesteund door hout en soepele tannines
Druivensoorten: 60% CS, 33% MN, 5% CF, 2%PV Prijzen: Cave Coopératives
Druivensoorten: 55%CS, 40%MN, 5%CF Prijzen: Cru bourgeois
Wijn 3:
Château Citran
Wijn 4:
Château Sociando-Mallet 1998
1995 Winkel: Colruyt Prijs: 765 Bef Bespreking: dit domein werd door de Japanse onroerendgoedmaatschappij Touko-Haus in 1987 opgekocht waarna het snel tot één van de toppers behoorde van de crus bourgeois. Gewoonlijk wordt deze Haut-Médoc gekenmerkt door een mondvullende, rijke smaak die een delicieuze combinatie biedt van weelderig fruit, een fluwelen kruidigheid, romige vanille, toastachtig hout en versmolten tannines.
Winkel: Carrefour/Colruyt Prijs: 1100 Bef Bespreking: Het Château heeft een onbelemmerd uitzicht op de Gironde en de bodem van de licht hellende wijngaard bevat veel kiezel (te vergelijken met de ondergrond van het fameuze Ch. Montrose in St-Estéphe). De hier door wijnbouwer en wijnhandelaar Gautreau geproduceerde HautMédoc heeft de klasse van een grand crus classé en staat te midden van de crus bourgeois op bijkans eenzame hoogte. De wijn biedt gewoonlijk een schitterende diepte, concentratie en complexiteit, met een onmiskenbare beschaving, een verrukkelijke fruitigheid, versmolten tannines en kruidig, rokerig, nobel hout plus romige vanille.
Druivensoorten: 58% CS, 42%MN Prijzen: 1991, 1993: finalist Coupe des Crus Bourgeois
Druivensoorten: 55%CS, 30%MN, 10%CF, 5%PV Prijzen: 1989: winnaar Coupe des Crus Bourgeois
Wijn 5: La Demoiselle de Sociando-Mallet 1998 Wijn 6: Winkel: Colruyt Prijs: 625 Bef Bespreking : deze tweede wijn is afkomstig van de jonge druivenstokken ofwel van minder goede oogsten. De samenstelling 1998 van deze tweede wijn is volgens kenners een topper van formaat die zelfs vele eerste wijnen of hogere geclasseerde wijnen doet blozen
Druivensoorten: Prijzen: 2de wijn Sociando-Mallet
Bordeaux: AOC Haut Médoc
Château La Tour Carnet 1995
Winkel: Carrefour/ Colruyt Bef
Prijs: 675
Bespreking: het Château is van origine 13e-eeuws kasteel dat omgeven wordt door een slotgracht. De toegangstoren dateert nog uit de beginperiode. Onder leiding van Marie-Claire Pelegrinheeft sinds 1979 een omvangrijk investeringsprogramma plaatsgevonden. Zo werden de installaties gemoderniseerd en groeide de wijngaard met een derde. Het is een complete Haut-Médoc met een vrij stevige, aangename, flink op tannine en hout steunende, rood fruit plus zwarte bessen biedende smaak. In gewone of lichte jaren ontstaat gewoonlijk een lichtere, kortere wijn, zij het wel vakkundig gemaakt. Druivensoorten: 53%CS, 33%MN, 10%CF, 4%PV Prijzen: 4ème Cru Classé
pagina 17/17