Thema: Transities
Leren loslaten ’s Heeren Loo versus VWS
Lia Voermans als mantelzorger
29ste jaargang | derde kwartaal | oktober 2014
personeelsmagazine
De 12e verdieping van het VWS-gebouw huisvest de leiding van VWS. Staatssecretaris Martin van Rijn benadrukt het waarom van de transities.
Transities Door het werken aan de veranderingen in de langdurige zorg en de jeugdzorg, zijn we op het ministerie gewend geraakt aan ingewikkelde termen als decentralisatie, transitie, transformatie en u kent er ongetwijfeld ook nog wel een paar. Dat is begrijpelijk, maar laten we goed in het achterhoofd blijven houden waarom we dit doen. Hoe pakt ons werk uit in de praktijk? Waarom werken we met zijn allen zo hard aan de verbetering van de langdurige zorg en de jeugdzorg? Al decennia lang kiezen steeds minder ouderen voor een plek in een instelling. Mensen wonen liever thuis. Ook als niet alles meer vanzelf gaat, is dat mogelijk. Het kabinet past de zorg daarop aan. Met maatwerk. En dat is dus voor iedereen weer net even anders. De zorg blijft bij de huisarts en de wijkverpleegkundige. De gemeenten organiseren de onder steuning. Zij kunnen dat het beste en hebben daar veel ervaring mee. Hoe dichterbij de zorg en ondersteuning worden geregeld, hoe beter. Kinderen verdienen een goede start, maar niet ieder kind krijgt zo'n start. Daarom willen we kinderen en gezinnen die dat nodig hebben, beter beschermen, beter begeleiden en beter behandelen. Gemeenten nemen straks verantwoordelijkheid voor alle jeugdhulp. Een gezin krijgt dan niet meer te maken met allerlei verschillende hulpverleners en instanties. Het motto is: 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur. Ik vind het indrukwekkend om te zien dat VWS’ers zo hard werken om deze veranderingen in goede banen te leiden. Om trots op te zijn! Toch kunnen de veranderingen in de zorg voor mensen ingrijpend en moeilijk zijn. Maar, we laten in dit land niemand aan z’n lot over. We maken deze omslag juist omdat we ervan overtuigd zijn dat de zorg beter kan en beter moet. Daar is niets ingewikkelds aan. Artikelsnelcode 14#101
Staatssecretaris Martin van Rijn
➔➔vws#Dia rubriek De 12e 2 Diagonaal derde kwartaal 2014
Thema: Transities
Leren loslaten
29ste jaargang | derde kwartaal | oktober 2014
10
6
8
12
18
Leonard Geluk niet de spreekbuis van zorgaanbieders 6
Bert Holman geen zorgen om de zorg 8
Natalie Jonkers en Michiel Geschiere leren loslaten 10
Lia Voermans pleit voor rechtvaardigheid in mantelzorg 12
Engwirda versus Jansen ’s Heeren Loo versus Den Haag 18 op de cover: Natalie Jonkers en Michiel Geschiere foto: Jurgen Huiskens COLOFON Diagonaal en vws#Dia zijn de crossmediale personeelsmagazines van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Hoofdredactie Rob Langeveld Eindredactie Douwe Anne Verbrugge Redactie Adriaan Duivesteijn, Hester Halfweeg, Jill Hehemann en Gean Ockels Klankbordgroep Judith Haasbroek, Gaard Kets, Nico van Santen, Paul Schulpen en Marjolein van der Velde Vragen, opmerkingen, ingezonden brieven? Redactie, postbus 20350, 2500 EJ Den Haag, telefoon: (070) 340 6956, e-mail:
[email protected] Secretariaat telefoon (070) 340 6000. Overname van tekst is mogelijk na overleg met de redactie Fotografie René Verleg Illustratie Tom Janssen Vormgeving www.enof.nl Druk De Swart Den Haag Pensioen of uit dienst en de Diagonaal blijven ontvangen? Geef het door:
[email protected]
3
Kleine bijdrage
Het zijn de kleine dingen die het ’m doen: VWS’ers dragen daar op hun eigen wijze aan bij. Voor maatschappij en medemens.
Jacqueline Eckhardt (48) senior communicatieadviseur directie Communicatie ‘Binnen VWS heb ik veel te maken met de decentralisaties in de zorg. Ik werd nieuwsgierig naar de consequenties in de praktijk. Daarom werk ik nu als vrijwillig bestuurslid bij Humanitas. Een vereniging die vrijwilligers – maatjes – opleidt om mensen tijdelijk te ondersteunen. Onder andere bij terugkeer in de maatschappij na gevangenschap. Voor die groep is weinig geregeld. Het is echt indrukwekkend om te zien wat aandacht en begeleiding kunnen doen. Als ik meer tijd had, zou ik zelf best maatje willen zijn. Nu zorg ik als bestuurslid vooral voor voldoende geld. En voor zichtbaarheid richting de gemeente.’
Marien Weststrate (60) stafhoofd Compliance RIVM ‘Het landelijke project SchuldHulpMaatje (SHM) is inmiddels op 60 plaatsen actief. Onze vrijwilligers, de “maatjes”, zijn opgeleid om mensen te helpen bij het ordenen van hun financiële privésituatie. Zij begeleiden mensen die in de financiële problemen zijn geraakt of daar dicht tegenaan zitten. Vanwege mijn bestuurlijke ervaring in de regio ben ik gevraagd als coördinator voor de regio Weesp, Muiden en Muiderberg. Ik ga op kennismakingsbezoek bij de mensen die voor onze hulp in aanmerking komen en ik ga voor ze op zoek naar een geschikt “maatje”. Er zitten soms schrijnende gevallen bij. We zijn nu een jaar bezig. Van de 18 cliënten hebben we er 6 succesvol afgesloten. Bij 4 is het helaas niet gelukt.’
Jaap van den Berg (55) projectleider gesloten jeugdzorg bij directie Jeugd ‘Ik ben nu vijf jaar voorzitter van de kerkenraad van de protestantse wijkgemeente “De Oase”. Saamhorig heid vind ik onze sterke eigenschap. We willen ook echt een oase in de wijk Meerzicht vormen, onder meer door een open huis op dinsdagmiddag: open voor iedereen. Een plek waar in ieder geval kwetsbare mensen uit de wijk komen om te praten of een spelletje te spelen. Het is laagdrempelig; er zijn geen verplichtingen. Het professionele welzijnswerk in de wijk ziet dit open huis ook als een welkome aanvulling op het eigen aanbod, waar vaak enige verplichtingen aan verbonden zijn. We doen dit samen met de katholieke kerk, net als de voedselbank. Ook bijzonder is dat we samen met hen jaarlijks een aantal gezamenlijke vieringen houden. Dat is voor het bisdom soms op het randje.’
4 Diagonaal derde kwartaal 2014
HUMANITAS verleent diensten op het gebied van wonen, zorg en welzijn aan mensen die (tijdelijk) ondersteuning nodig hebben. Gezin in Balans is een speciaal ondersteuningsproject voor (ex-) gedetineerde ouders en hun kinderen, tijdens en na detentie. www.humanitas.nl
Wist je dat… … in 2003, bij de eerste plannen over herziening van zorg, ondersteuning en de rol van de overheid, de Wmo aanvankelijk Wet maatschappelijke zorg heette? … het volgende citaat uit 2004 komt en niet uit 2014: ‘Zaken die in de loop der jaren onderdeel van de AWBZ zijn geworden, zonder dat (…) gesteld kan worden dat zij onverzekerbaar zijn (…) zullen staps gewijs (…) uit de AWBZ verdwijnen en onder de reikwijdte van dit wetsvoorstel (Wmo) gebracht worden.’
SCHULDHULPMAATJE is een initiatief van de landelijke kerken in Nederland als antwoord op de toenemende schuldenproblematiek. Overal in het land schieten de professioneel opgeleide maatjes mensen te hulp die vastlopen met hun financiën. www.schuldhulpmaatje.nl
… er een ‘dikke Wmo’ bestaat? Een gebundelde uitgave met de tekst van de wet uit 2007 en de gehele parlementaire behandeling. Destijds in een beperkte oplage gedrukt en o.a. aan de toenmalige bewindspersoon (Clémence Ross) aangeboden. … de Wmo met twee kleine letters wordt geschreven en niet met drie hoofdletters? De afkorting WMO slaat op de Wet Medisch Wetenschappelijk Onderzoek met mensen. … er echt wel gezocht is naar een nieuwe naam voor de Wmo? Bij gebrek aan een pakkende en dekkende titel is uiteindelijk gekozen voor handhaving van de vertrouwde naam, onder toevoeging van het jaar 2015. … Wmo-cliënten de hulp bij het huishouden al jaren waarderen met een 7.8?
DE PROTESTANTSE WIJKGEMEENTE ‘DE OASE’ in Zoetermeer telt 850 leden, onder wie ruim 100 vrijwilligers die zich inzetten voor de kerk. De zondagse kerkdienst wordt door een kern van circa 150 mensen bezocht. www.oase-meerzicht.nl
… de staatssecretaris tijdens de plenaire behandeling van de Wmo 2015 in de Eerste Kamer heeft gezegd dat hij de voortgang en de implementatie van de Wmo 2015 actief zal volgen en dat hij niet één maar misschien wel tien vingers aan de pols zal houden? … de staatssecretaris met de bus het land in is geweest? Eind september werden gemeenten in het hele land bezocht om ter plekke te bespreken hoe het loopt met de voorbereidingen op de implementatie van de Wmo 2015.
samenstelling: José Pattiwael-Bakker (directie Maatschappelijke Ondersteuning)
5
Blikveld
Hoe ervaart de buitenwereld het beleid van VWS
tekst: Ingrid Brons foto: René Verleg
Leonard Geluk: ‘Wij zijn niet de spreekbuis van zorgaanbieders’ Nog drie maanden te gaan en nog is er onvoldoende zekerheid bij zorg instellingen. Pratend over de stelselwijziging jeugd laat Leonard Geluk niet na de urgentie te benadrukken. En het doel van ‘zijn’ transitiecommissie: continuïteit van zorg. Geluk is voorzitter van de Transitiecommissie stelsel herziening jeugd, die inmiddels vier kritische rapporten uitbracht.
Leonard Geluk (44) • Studeerde staats- en bestuursrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam • 1994–2004: deelraadslid Delfshaven en raadslid Rotterdam • Werkte als consultant bij Arthur Andersen, Deloitte en Organise to Learn • 2004: wethouder Jeugd Rotterdam • 2009: voorzitter college van bestuur ROC Midden Nederland • 2014: voorzitter college van bestuur Haagse Hogeschool • Vervult verschillende nevenfuncties waaronder voorzitter Transitie commissie stelselherziening jeugd • Getrouwd en drie kinderen
Artikelsnelcode 14#102
6 Diagonaal derde kwartaal 2014
‘De Transitiecommissie stelsel herziening jeugd heeft een aantal stevige rapporten geschreven. Ons is wel verweten dat we de spreekbuis van de zorgaanbieders zouden zijn. Dat is onzin. Ons doel is continuïteit van zorg. Kinderen mogen niet de dupe zijn van de stelselherziening jeugd. Daarvoor zijn organisaties nodig die zorg kunnen bieden. Het kan toch niet gebeuren dat zorgorganisaties omvallen omdat er aan de regiekant van de overheid dingen misgaan?’ Politiek behendig ‘Laat ik vooropstellen dat VWS een solide en beeldbepalend ministerie is. Het bevindt zich permanent in de voorhoede en is de motor van veel maatschappelijke ontwikkelingen. In de wereld van de zorg is regie noodzakelijk en dat doet VWS goed en stevig. Het ministerie heeft een sterk bewinds liedenduo, de politieke top wordt adequaat ondersteund. Van Rijn en Schippers kunnen de stip op de horizon goed vasthouden. En ze zijn politiek behendig genoeg om dingen ook voor elkaar te krijgen.’
Drie spoorboekjes ‘Tegelijkertijd zie ik dat VWS nog te veel vanuit het perspectief van wetgeving en rijksverantwoordelijkheid denkt. De drie werelden binnen de stelselherziening jeugd – Rijksoverheid, gemeenten en zorgaanbieders – functioneren ieder voor zich volgens het boekje, maar als geheel laten ze gaten vallen. VWS handelt vanuit zijn functionaliteit als wetgever. De wet is vastgesteld, de budgetten zijn verdeeld. Gemeenten willen echter pas geld uitgeven als de gemeenteraad de begroting heeft vastgesteld. Dat gebeurt in november. Tot die tijd kunnen ze zorgaanbieders geen duidelijkheid bieden. Terwijl die zorgaanbieders al veel eerder moeten weten hoeveel middelen ze in 2015 tot hun beschikking hebben.’ ‘Deze financiële onduidelijkheid brengt de continuïteit van zorgaanbieders en daarmee de continuïteit van zorg aan kwetsbare kinderen serieus in gevaar. Het zijn drie werkelijkheden die elkaar niet vinden in de stelselherziening. De drie spoorboekjes zijn onvoldoende op elkaar afgestemd.’
Plus minus
Hervorming langdurige zorg Het kabinet wil op 1 januari de Wet langdurige zorg invoeren. Deze infographic is een vereenvoudigde weergave van alle hervormingen binnen de langdurige zorg.
24-uurszorg in de Wet langdurige zorg Plakbandconstructie ‘VWS moet leren verder te kijken. Dus niet alleen naar de eigen realiteit – dat is: de wet door de Kamers loodsen – maar ook naar wat er nog meer nodig is voor een adequate implementatie van een stelselwijziging. Dat is nog te mager ontwikkeld. Met als gevolg dat het ministerie wordt overvallen. Waarna het met plakband dingen probeert te herstellen. Natuurlijk zal het, met een stevige plakbandconstructie, allemaal wel goed komen met de stelselherziening jeugd. We hebben net een briefadvies geschreven, waarin we hier verder op ingaan. VWS neemt onze adviezen heel serieus. Een aantal dingen had VWS echter een jaar of twee geleden al kunnen voorspellen.’ ‘Dat bedoel ik met nadenken over een strategische implementatie. Maar het is nog niet te laat. Want vanaf 1 januari gaan zich onverwachte situaties voordoen, dat is zeker. Hoe met deze situaties moet worden omgegaan, kan nu al worden bedacht.’
➔➔In vws#Dia reageert VWS-jurist Wim Timmer
Recht op zorg, in een instelling of thuis
nieuwe ondersteuning in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015 Ondersteuning bij zelfredzaamheid Ondersteuning bij participatie
Zorg voor de meest kwetsbaren: ouderenzorg, gehandicaptenzorg en langdurige GGZ met behandeling
Beschermd wonen en opvang Ondersteuning mantelzorg Cliëntondersteuning
LZ
nieuw Jeugdhulp naar gemeenten Gemeenten hebben een jeugdhulpplicht: kinderen tot 18 jaar ontvangen de hulp die nodig is. Kinderen die op grond van ernstige beperkingen hun verdere leven 24-uurszorg of permanent toezicht nodig hebben, houden aanspraak op de Wet langdurige zorg (Wlz).
nieuwe zorg in de Zorgverzekeringswet (Zvw) Verpleging en persoonlijke verzorging Behandeling zintuiglijke gehandicapten Palliatieve zorg Intensieve kindzorg
op het verhaal van Leonard Geluk 7
Bert Holman (65) stapte enkele weken geleden een nieuwe levensfase in. De projectmanager Invoering Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) ging met pensioen, na 15 jaar VWS. Met de aan staande transitie van de langdurige zorg bereikt ook zijn ‘beleidskindje’ een nieuw stadium. ‘Ik heb er alle vertrouwen in dat ik goede zorg blijf ontvangen.’
Zwart gat, duimen draaien, geraniums? ‘Mijn vrouw is vier jaar geleden overleden; we hadden geen kinderen. Sinds kort heb ik een nieuwe vriendin. Ze is beeldend kunstenaar, dus we gaan vast veel tentoonstellingen in binnen- en buitenland bezoeken. Ik heb nu meer tijd voor m’n hobby, het kopen en verzamelen van moderne kunst. En ik tenniste al vrij intensief met mijn vriendenclub in Leiden. Nu heb ik nog meer tijd om te spelen en te trainen. Daarnaast ga ik als vrijwilliger aan de slag bij het op te richten kunstcentrum De Leidse Lente. En, heel praktisch, ik verzorg de tuin van het kinderhospice Xenia in Leiden. Als er nog tijd over is, blijf ik graag mee denken, meepraten en meewerken aan de verdere uitbouw van de Wmo.’ Ben je opgegroeid met kunst? ‘Helemaal niet. Ik wist er niks vanaf. 35 jaar geleden kwam ik bij toeval in aanraking met kunst. Via Folkert Haanstra, een kleinzoon van filmmaker Bert. Als ik nu iets nieuws koop, stuur ik Folkert nog steeds een kaartje. Zo dankbaar ben ik hem. Ik ben geboren in de Schilderswijk. In een gezin met zes kinderen. Mijn vader was kleermaker, mijn moeder zei later altijd: “die buurt is achteruit gegaan sinds wij er vertrokken”. Toen was ik 10. We verhuisden naar de wijk Vrederust, 8 Diagonaal derde kwartaal 2014
'Vergelijk de zorgkosten eens met de Joint Strike Fighter' ook in Den Haag. Sinds ik er ging studeren, woon ik in Leiden. Hartje centrum. Leiden is ideaal. Net een groot dorp. Ik voel me ook meer Leienaar dan Hagenees.’ Kun je al afscheid nemen van het werk? ‘Ja, want ik weet dat heel goede collega’s het werk overnemen. En nee, want werk is altijd belangrijk geweest.’ Zie je de Wmo echt als jouw eigen kindje? ‘Kenmerkend voor werken bij de overheid is dat je niets helemaal zelf doet. Het gaat bijna altijd samen. Maar ik heb wel aan de wieg gestaan. Het leuke is dat de buitenwacht vaak denkt dat er vanuit ministeries allerlei slimme strategieën worden bedacht. Maar beleid ontstaat vaak vanuit toevalligheden. Ik was betrokken bij het prille begin van de Wmo. De kosten voor huishoudelijke hulp stegen toen enorm. In een gesprek met collega’s aan de boulevard van Scheveningen werd geopperd om gemeenten een rol te geven. Vanaf die tijd is er steeds serieuzer naar de
INTERVIEW
Bert Holman
Geen zorgen om de zorg tekst: Rob Langeveld foto: René Verleg
rol van gemeenten gekeken en is de onderliggende visie van de participatiesamenleving steeds grondiger neergezet.’ Je werd bij VWS het gezicht van de AWBZ. Hoe is dat zo gekomen? ‘Als hoofd van het implementatiebureau was ik verantwoordelijk voor de oprichting van de indicatie-organen. Achteraf was het misschien raar dat de gemeenten de toegang tot de landelijke AWBZ moesten gaan bewaken. Maar ik ging het land in om de zegeningen uit te leggen.’ Wat was de truc? ‘Gebruik geen moeilijke woorden. Ik kreeg de tip om de Wmo uit te leggen zoals ik het aan mijn tennisvrienden zou uitleggen. En veel voorbeelden geven. Zoals de zorgkosten vergelijken met de kosten voor de Joint Strike Fighter. De JSF-kosten zijn gelijk aan de kosten voor een hàlve dag zorg. Dat spreekt wel aan…’ Verandert de transitie van de langdurige zorg ook jouw eigen toekomstbeeld? ‘Ik ga de veranderingen, waarvoor ik zelf het beleid heb gemaakt, aan den lijve ondervinden. Ik maak me geen zorgen, ik heb er alle vertrouwen in dat ik goede zorg blijf ontvangen. Een belangrijke poot aan het beleid is dat we naar een meer betrokken samenleving gaan. Als ik zie hoe mijn tennisvereniging het zonder een cent subsidie redt, denk ik: waarom kan dat niet in de zorg? We hebben het er als tennisvrienden al over gehad. Als we onze huizen verkopen, kunnen we met z’n allen een zorgcoöperatie vormen, waarin we zelf onze hulp organiseren en inhuren. Dan komen we op eigen kracht een heel eind. Mijn vader is 94 geworden, dus ik hoop er nog lang van te kunnen genieten.’
Bert Holman begon in 1969 aan zijn studie sociologie in Leiden. Voor het Kohnstam Instituut deed hij onderzoek naar onder andere het educatieve werk van de Nederlandse musea en na drie jaar verhuisde hij naar de psychiatrische instelling BAVO in Noordwijkerhout. ‘Daar deed ik onderzoek naar het afbreken van hun psychiatrie-paviljoens en het opzetten van kleinschalige huisvesting voor chronische psychiatrische patiënten. Ik leerde daar uiteindelijk dat ik meer beleidsmaker ben, dan onderzoeker.’ Na zeven jaar maakte hij de overstap naar de Vereniging van Nederlandse Ziekenfondsen, het huidige Zorgverzekeraars Nederland. ‘Ik werkte daar als beleids medewerker-ggz. Toen ik er net zat, vertrok de baas en kreeg ik de hele AWBZ in mijn portefeuille.’ Na 12 jaar, in 1999, solliciteerde Bert bij VWS. En werd niet aangenomen. Althans, niet als directeur Gehandicapten Beleid. ‘Maar ik werd door Gerard van Peijkeren wel gevraagd voor de functie van plaatsvervangend project directeur modernisering AWBZ. Daar heb ik niet lang over hoeven nadenken.’ De rode draad in zijn functies bij VWS: langdurige zorg. 9
De les van transities: Het was één plechtige zin in de Troonrede: ‘In het besef dat bij een operatie van deze omvang niet alles foutloos kan verlopen, zet de regering zich intensief in om invoeringsproblemen tot een minimum te beperken, samen met de gemeenten en samen met de mensen en organisaties die voorzieningen verzorgen en ontvangen.’ Aan VWS’ers Natalie Jonkers en Michiel Geschiere, en tientallen collega’s, de schone taak om het citaat van de koning te vertalen naar de praktijk. Decentralisatie dus, de transities van de landelijke overheid naar de gemeenteloketten. Ook met nog 84 dagen voor de boeg kennen Natalie, ‘trekker van het transitie bureau jeugd’, en Michiel, projectleider transitie Wmo, geen slapeloze nachten. 1 januari 2015 betekent ook voor hen een mijlpaal. Maar ‘wakker liggen is zinloos’, zegt de één. ‘Je moet juist zorgen dat je uitgerust bent’, aldus de ander.
Maken jullie je dan helemaal geen zorgen? Natalie: ‘Tuurlijk wel. Er staat veel op papier, maar je weet niet zeker hoe dat in de praktijk bij de gemeenten gaat uitpakken. En de tijd is kort.’ Michiel: ‘Bij ons zijn de zorgen vergelijkbaar. En wat bij de ene gemeente goed gaat, loopt bij een andere gemeente misschien wel stroef.’ In hoeverre voelen jullie je verantwoordelijk? Michiel: ‘Primair ligt de verantwoordelijkheid bij de gemeenten en wethouders. Maar dat betekent niet dat we zaken over de schutting gooien. Ook omdat het om een kwetsbare doelgroep gaat, hebben we als VWS onze verantwoordelijkheid gepakt. Maar wel op hoofdlijnen.’ Natalie: ‘Dat geldt ook voor de jeugdzorg. Wij betalen en subsidiëren, maar we kunnen het niet voor de gemeenten uitvoeren.’
Natalie Jonkers (47) is geboren in Tilburg en mag zich sinds 2012 ‘trekker van het transitiebureau Jeugd’ noemen. Ze kwam in 2009 naar het ministerie van Jeugd en Gezin en verhuisde vervolgens naar de directie Jeugd van VWS. Natalie woont met man en twee kinderen (11 en 13) in Oegstgeest.
10
Er klinkt nogal wat kritiek. Is dat terecht? Michiel: ‘Een verwijt is dat de voorbereidingstijd te beperkt is. Dat dit zo wordt ervaren, is de realiteit waaraan we niet meer kunnen ontkomen. Daarover discussiëren kost dus onnodig energie. We richten ons op het oplossen van eventuele problemen.’ Natalie: ‘Sommige kritiek moet je erkennen. En dan meteen meedenken
leren loslaten over hoe je gemeenten kunt helpen bij het oplossen.’ Michiel: ‘De reacties kunnen ook heel verschillend zijn. Soms krijgen we te horen dat we er te dicht bovenop zitten. Andere gemeenten zijn daar juist weer heel blij mee. Dé gemeente bestaat niet. Zoals er ook niet één burger is.’ Hoe ervaren jullie de rolverandering van VWS, maar ook van de VNG, de Vereniging Nederlandse Gemeenten? Natalie: ‘Ook hun rol verandert inderdaad. Ze zijn de vertegenwoordiger van hun leden, de gemeenten. En ze zijn onze coalitiegenoot, samen ondersteunen we de gemeenten. Dat doen ze heel goed. Wij moeten er vooral bij VWS aan wennen dat onze rol verandert. Dat we méér systeemverantwoordelijk worden. We moeten nog goed nadenken over wat dat voor onze rol betekent.’ Michiel: ‘Met de langdurige zorg hebben we al eerder ervaring opgedaan. Toen de huishoudelijke hulp in 2007 uit de Wmo verdween, betekende dat al een flinke cultuurverandering. De les is: leren loslaten! De verleiding is groot om in een reflex overal direct op af te stappen. Maar we moeten onze bemoeienis echt afbouwen.’ Kan dat wel, met de druk van de Kamer en de media? Natalie: ‘De Kamer staat positief tegenover het fenomeen transities. Maar is heel kritisch over het tempo en de individuele consequenties.’ Michiel: ‘Voor de media is het makkelijk om mensen te vinden bij wie het, nog, niet meteen helemaal goed gaat. Dat wordt sterk, en vaak eenzijdig, uitgelicht. Wij moeten ons richten op de grote groep van 900.000 mensen. Daar gaat ook veel goed.’ Natalie: ‘Daarbij kunnen we de media wel gebruiken als bron voor signalen.’
Maar is het soms niet frustrerend? Michiel: ‘Niet voor mij persoonlijk. Maar collega’s roepen weleens gefrustreerd uit dat de media zich beter in de materie zouden moeten verdiepen.’ Natalie: ‘Klopt. Maar we moeten niet proberen om ze te overtuigen. We moeten blijven uitleggen hoe het zit.’ Michiel: ‘Daarvoor hebben we bijvoorbeeld een Top Tien van misverstanden over de Wmo. Natuurlijk is het niet de bedoeling dat je de billen van de buurman gaat wassen!’ tekst: Rob Langeveld foto’s: Jurgen Huiskes
➔➔In vws#Dia meer over transities
Artikelsnelcode 14#103
Michiel Geschiere (37) komt uit het Zeeuwse Koudekerke. Op 1 september 2014 volgde hij Bert Holman op als ‘projectleider transitie Wmo’. Michiel werkt sinds december 2010 bij VWS. Hij woont met vrouw en vier kinderen (8, 6 en een tweeling van 0) in Den Haag.
In De Hoftoren
Mantelzorger Daar sta je dan. Met een mantel vol liefde om mijn man, echtgenoot, maatje en liefde van mijn leven op te vangen. Maar soms – en soms iets te vaak – sta ik er ook wel eens alleen voor. Hoewel ik bijdehand genoeg ben om dingen voor elkaar te krijgen. Maar een gebrek aan voorlichting en een overvloed aan miscommunicatie… soms nekt het je. Mijn man Frank (VWS’er Frank Voermans, 56, tot voor kort OR-bestuurder) kreeg vorig jaar augustus, tijdens onze vakantie in de VS, een herseninfarct. vws#Dia en Diagonaal schreven erover en brachten het in beeld. Na een intensieve revalidatieperiode, zaten we opeens weer thuis. Vanuit een strak revalidatieregime moesten we zelf een nieuw levensritme zien te vinden. Ik koos ervoor om er te zijn voor Frank, als mantelzorger. Eigenlijk was het niet eens een keuze. Ik wil niets anders dan er zijn voor Frank. Maar voor een zzp’er is dat niet zo’n vanzelfsprekendheid. Mijn baan als zelfstandig ondernemer in de verkoop van antieke sieraden kwam op het tweede plan. Ik ben blij met wat staatssecretaris Martin van Rijn onlangs heeft gezegd. Dat hij zich ervoor gaat inzetten dat werkgevers ruimte moeten bieden aan hun werknemers om mantelzorg te kunnen verlenen. Maar het is onrechtvaardig dat 'Voor een zzp'er is mantelzorg geven er voor zzp’ers geen financieel vangnet is. Frank heeft altijd bij niet een vanzelfsprekendheid' de rijksoverheid gewerkt. De beste en meest zorgvuldige werkgever die er is. Maar nu Frank een jaar thuiszit, is zijn salaris flink gekelderd. En ik werk dus ook niet meer. Gelukkig hadden we wat gespaard, maar het is nu echt beknibbelen. Wat me het meest verbaast, is dat ik nu pas hoor dat wij recht hebben op een zorgcoach die je helpt met alle bureaucratie en die klaarstaat voor een goed gesprek. Want hoeveel steun ik ook krijg van mijn kinderen, familie en vrienden, ook ik heb behoefte aan contact met een maatschappelijk werker of psycholoog. Gewoon om te praten en te spiegelen over mijn rol als mantelzorger. Te vaak moet ik in mijn eentje het wiel zien uit te vinden. Dat is lang niet altijd makkelijk. Met hoeveel liefde voor Frank ik het ook doe. Wat zou jij doen als het jou overkwam? Lia Voermans Reageren? Mail naar
[email protected] 12 Diagonaal derde kwartaal 2014
Leestip: Max Pam. Het Ravijn, autobiografie van de angst. Een aanrader voor mensen die inzicht willen krijgen in hoe je een nieuw leven moet opbouwen.
2003
Tom Wight Tom Wight (1975) werkt sinds 2013 bij VWS. Als adviseur bedrijfsvoering bij Organisatie, Bedrijfsvoering en Personeel (OBP) houdt hij zich veel bezig met documentbeheer, digitalisering en Marjolein.
1979
samenstelling: Barbara Kuethe
1979 Ik groeide op in de Achterhoek. We waren met zijn vieren, mijn ouders en mijn jongere zusje Masha. Ik had een fijne onbe zorgde jeugd. Lichtenvoorde is een rustig dorpje, als kind is dat prima. Rond mijn 18e wilde ik wel graag naar de Randstad, meer de levendigheid opzoeken.
1975 tot nu
2003 In Leiden ben ik Engels gaan studeren. De liefde voor taal zit in mijn familie. Mijn vader was docent Engels en we gingen vaak naar Engeland op vakantie. In 2003 studeerde ik af op ‘Filologie’. Dit betekent letterlijk ‘de liefde voor het woord’, het is een studie naar literaire teksten uit de middeleeuwen.
2004
2004 Vijf jaar lang heb ik aan wedstrijdschermen gedaan. Ik schermde met degens. Op het puntje van de degen zit een soort dopje dat registreert wanneer je iets raakt (in schermersjargon: het trefvlak). De scores verschijnen op een elektrisch scorebord en de scheidsrechter kijkt actief mee. 1975 – nu Ik lees veel, soms wel tien boeken tegelijk. Veelal over militaire geschiedenis, psychologie en literatuur. Op dit moment lees ik een boek over politiek leiders en hoe zij omgaan met enorme druk. Soms leidt dit tot bijzondere uitspattingen. Ook interessant zijn gedichten van Siegfried Sassoon over loopgravenoorlog.
2014
2014 Op 27 augustus ben ik getrouwd met OBP-collega Carien Meijerman. We werkten eerder al bij hetzelfde adviesbureau, maar de vonk sloeg bij VWS pas echt over. We gingen daten, het begon met wandelingen langs het strand en voordat we het wisten, waren we getrouwd. 11 december 2014 We pakken snel door (met grote lach), zie je deze subtiele aanwijzingen? Een dochter op komst! Ik vind het heel vertederend en voel nu al een enorme verantwoordelijkheid voor haar. Heel bijzonder hoe zoiets werkt, ik ben heel benieuwd hoe zij zich zal ontwikkelen.
11 december 2014
13
Reportage
‘Drie maanden geleden had Om de transitie in goede banen te leiden is Nederland opgedeeld in zo’n 50 regio’s. In elke regio zorgt een regiosecretaris voor de samen werking tussen alle partijen. Dimitri Schakelaar is de VWS-contact persoon voor 13 regiosecretarissen in het oosten van het land. Eind september reisde hij naar Zwolle voor overleg en afstemming met de regiosecretarissen. tekst: Adriaan Duivesteijn foto’s: Rob Acket
14 Diagonaal derde kwartaal 20142012 Diagonaal#1 tweede kwartaal
‘Ik ben echt het schakelpunt tussen VWS en de regio’s. We delen het laatste nieuws, de laatste ontwikkelingen. Zelf heb ik ook direct contact met alle betrokken partijen. In het begin heb ik bewust het persoonlijke contact gezocht. Dat werkt, dat maakt samen-
werken een stuk gemakkelijker.’ Heel veel mensen zijn met de transitie bezig. In de gemeentes, de regio’s, bij VWS. Dimitri: ‘Hier in Den Haag zit een heel team klaar. We bieden ondersteuning bij de implementatie en communicatie. We geven advies. Ik merk dat de regio’s blij zijn met de betrokkenheid van VWS. Eerlijk gezegd had ik vooraf toch wel een beetje een klaagzang verwacht. “In Den Haag hebben ze weer van alles bedacht, zonder met ons gesproken te hebben, maar wij moeten het wel uitvoeren.” Dat is niet gebeurd.’
ik meer zorgen dan nu’ ‘De ene regio is verder dan de andere. In mijn eigen regio’s gaat het behoorlijk goed, mag ik wel zeggen. Drie maanden geleden had ik toch nog wel wat zorgen. Dat is nu veel minder. Er wordt door iedereen keihard gewerkt.’ Belangrijk is dat vanaf 1 januari iedereen nog steeds de zorg krijgt waar hij recht op heeft. Is aan alles gedacht? Dimitri: ‘Vast niet. Maar we hebben wel aan veel, heel veel gedacht. Natuurlijk worden we verrast en zullen dingen fout gaan. Maar dat gebeurt ook in het huidige systeem.
Er zullen altijd uitzonderingen zijn die buiten het systeem vallen.’ ‘Na 1 januari gaan we nog door. Die eerste maanden vind ik niet het spannendst. Spannend zijn voor mij de maanden daarna. Dan is het stof neer gedwarreld en zien we de verrassingen.’
Dimitri Schakelaar (35) is coördinerend beleidsmedewerker van de directie Markt en Consument. Voor de helft van zijn tijd is hij uitgeleend aan het transitie team Hervorming Langdurige Zorg. Hij is de schakel tussen VWS en de regio’s.
‘Spannend zijn voor mij de maanden na 1 januari. Dan is het stof neergedaald en zien we de verrassingen.’
15
Ook VWS
Wat gebeurt er bij de partners van VWS? samenstelling: Barbara Kuethe
CCMO
ZIN
Jan Willem Leer nieuwe voorzitter
Overdracht burgerregelingen
Professor Jan Willem Leer treedt per 1 november aan als nieuwe voorzitter van de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO). Leer volgt professor Gerard Koëter op, die vanaf 2008 voorzitter was. Tot 6 juni van dit jaar was Jan Willem Leer hoogleraar radiotherapie aan het Radboudumc/ de Radboud Universiteit Nijmegen. Leer heeft veel medisch-wetenschappelijke studies naar de behandeling van kanker (mede) geïnitieerd.
CIZ
Intensiever klantcontact Voor de uitvoering van de Wet langdurige zorg (Wlz) per 1 januari 2015 heeft het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) een nieuw klant bedieningsconcept ontwikkeld: ‘Persoonlijk en goed te volgen’. Het is vooral gericht op een intensiever klantcontact. Kwaliteit, efficiency en het afleggen van publieke verantwoording zijn daarbij de belangrijkste uitgangspunten. 16 Diagonaal derde kwartaal 2014
Zorginstituut Nederland (ZIN) bereidt in nauwe samenwerking met VWS en het CAK de overdracht voor van de wanbetalers-, onverzekerden-, gemoedsbezwaarden- en de buitenlandregeling naar het CAK. De geplande overgangsdatum is 1 januari 2016. Het plan van aanpak is op hoofdlijnen gereed.
RIVM
De top 15 van het RIVM Wat hebben het Rijksvaccinatieprogramma, de Milieuongevallendienst en Gezonde School met elkaar gemeen? Het zijn alle drie toonaangevende projecten van het RIVM die beschreven worden in het boekje getiteld De top 15 van het RIVM. De top 15 is een selectie van de mooiste projecten en laat lezers kennis maken met de expertise die het RIVM in huis heeft. www.rivm.nl/topprojecten
Tom Janssen
Beslommeringen Linda Hilhorst en Tjebbe Ypma schrijven om en om over hun beslommeringen bij VWS.
Vooruit! Van De Hoftoren boeit mij van de twee uitgangen, die aan de ‘VWS-zijde’ het meest. Niet zozeer door de portrettengalerij van voorname bewindslieden. Meer eigenlijk door die homo erectus met een tafelpoot: Vooruit! Wat wil de kunstenaar met deze prent aan de kijker overbrengen? Dat ontwikkelingen revolutionair gaan, verbeelding aan de macht, of dat vooruitgang tijd nodig heeft? Ik sprak laatst de 83-jarige Joop Hemelrijk, over de veranderingen in de ouderenzorg. ‘Dat oude mensen langer thuis willen wonen, dit begrijp ik niet’, zei hij. ‘Je hoort immers over pyamadagen en de verzorgenden die steeds minder tijd hadden. En ook dat zorgcentra zo modern zijn dat met een computer met apps en robots wordt gewerkt! Dan blijf je als oudere toch liever thuis wonen?’ ‘Kunnen gemeenten de situatie straks beter beoordelen en oplossen?’ vroeg ik hem. ‘Wat denk je zelf?’ zei hij nu fel. ‘Die komen dadelijk aan mijn keukentafel luisteren of ik kinderen of buren en familie heb voor de oplossing. Ik wil gewoon een vriendelijke jongeheer of jongedame die voldoende tijd heeft voor mijn verzorging. Is dat nu veelgevraagd? Wat is het toch dat men zo weinig waardering voor ouderen lijkt te hebben? Het wordt nu aan ons opgedrongen, het gaat allemaal te snel. Ik voel me soms als een Neanderthaler die in plaats van een wandelstok straks een tafelpoot krijgt!’ De woorden van Joop klinken sindsdien luid na. Zou de kunstenaar dat hebben willen zeggen? Tjebbe Ypma Artikelsnelcode 14#104
17
Balans zoeken tussen waarborg en vernieuwing De Hervorming Langdurige Zorg (HLZ) is een goede zaak, vinden zowel Manon Jansen als Geranne Engwirda. Manon merkt op dat iedereen de verandering op grote lijnen steunt. Toch wringt de schoen hier en daar. Zo stelt Geranne dat de invoering wel erg snel gaat.
Het stelsel voor langdurige zorg was toe aan verandering. Vooral de betutteling door Den Haag moest eruit. Met de HLZ lukt dat. Geranne: ‘Voor de zorg die naar de gemeente verschuift, klopt het. Daar zie ik kansen ontstaan voor maatwerk en diversiteit. Maar Den Haag moet regie houden als het gaat om kwetsbare cliënten. Wie meer zorg nodig heeft dan zijn netwerk biedt, is aangewezen op een infrastructuur via de overheid.’ Manon: ‘Op alle aspecten van de hervorming zoeken we balans tussen het waarborgen van de zorg en doorvoeren van vernieuwing. Zo heeft elke cliënt overgangsrecht. Juist hierdoor krijgen we vaak het verwijt dat organisaties nog te weinig kunnen vernieuwen. In de Wlz (Wet langdurige zorg), de Wmo en Zvw brengen we toegang tot zorg, weer dichter bij de cliënt en de professional. Zo wordt rekening gehouden met persoonlijke situaties.’
Voor cliënten met een zware zorgbehoefte verandert er weinig onder de Wlz. Manon: ‘Voor de meest kwetsbare mensen met 24 uur specialistische zorg, verandert er niet veel. Wel proberen we cliëntgerichter te werken en de kwaliteit van zorg te stimuleren. Dit doen we onder meer via een experimenteerartikel: je kunt afwijken van landelijke regels als dit beter is voor een cliënt en je goede afspraken maakt met het zorgkantoor.’ Geranne: ‘Maar er verandert wel degelijk veel voor ons en onze cliënten. Het moet goedkoper, dus we doen een sterker beroep op familie en verwanten, ook voor onze Wlz-cliënten. Gemeenten hebben te weinig kennis over kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking, terwijl ze vanaf 1 januari verantwoordelijk zijn. Stelregel is dat je pas delegeert als iemand bevoegd en bekwaam is. Gemeenten zijn straks wel bevoegd maar nog niet bekwaam. De inhoudelijke prikkel achter hervorming onderschrijven wij, maar de snelheid waarop ze d oorgevoerd wordt, is te groot.’
Geranne Engwirda is binnen de Raad van Bestuur van ’s Heeren Loo Zorggroep verantwoordelijk voor de portefeuille bedrijfsvoering. De zorggroep verzorgt mensen met een verstandelijke beperking, waaronder 25 procent van alle mensen in ons land met een zeer complexe zorgvraag. Tot vier jaar geleden werkte ze in Universitair Medische Centra.
Tegenpolen
tekst: Sander Grip foto’s: René Verleg
Inhoudelijk is de hervorming noodzakelijk, maar financieel kleven er nadelen aan. Geranne: ‘De grootste prijsdruk zit in de Wmo en de Jeugdzorg. We krijgen forse prijskortingen via de gemeenten. Dat is niet op te vangen met efficiënter werken. Zeker niet omdat we administratief veel extra werk krijgen. Ik vind dat er op veel plaatsen te weinig oog is voor expertise. De rijksoverheid is in mijn ogen verplicht kwalitatief hoogwaardige zorg – in ieder geval tijdelijk – te beschermen zolang gemeenten nog niet goed kunnen beoordelen wat ook op termijn aan zorg nodig is.’ Manon: ‘Met dat laatste ben ik het zeer eens. We steken niet onder stoelen of banken dat er, naast vernieuwing, minder geld beschikbaar is. Maar we zien veel voorbeelden dat een andere manier van werken leidt tot besparing, zonder achteruitgang in kwaliteit. Tegelijk willen we voorkomen dat voorzieningen verdwijnen waar we later spijt van hebben.De hervorming gaat snel, maar we willen niet onnodig afbreken wat er is opgebouwd.’
Maatwerk in de zorg. Het klinkt mooi maar de praktijk is weerbarstiger dan Den Haag meent. Manon: ‘De praktijk is altijd weerbarstiger dan je je voorstelt. Daarom hebben we ook een helpdesk en handboek met praktische zaken om de instellingen en gemeenten te helpen, maar wij hebben nog niet genoeg laten zien dat deze tools er zijn.’ Geranne: ‘Tools of niet, inhoudelijk leidt de hervorming ertoe dat voor sommige taken straks geen tijd is terwijl we geconfronteerd worden met meer administratieve lasten. Medewerkers moeten naar familie of verwanten doorverwijzen, terwijl ze gewend waren die zorg zelf te bieden. Die cultuuromslag doet een nader beroep op onze professionele kwaliteit en bedrijfsvoering. Dat kan alleen als kwaliteit van zorg en luisteren naar signalen van cliënten voorop staan. Voor de Wlz is dat wel gegarandeerd, maar ik houd mijn twijfels bij de jeugdzorg.’ Manon: ‘Wij zijn ons ervan bewust dat we met zijn allen tegen dingen aan gaan lopen die niet voorzien of bedoeld waren. We staan klaar om daarop in te springen en we bespreken tweewekelijks eventuele knelpunten met alle branchepartijen. Dit laat onverlet dat het veel is voor aanbieders, zeker omdat nog niet alles helemaal duidelijk is. Maar ik vind het bewonderenswaardig nu al te zien hoe groot het innovatieve vermogen van deze branche is.’
Manon Jansen stapte VWS in 1998 binnen als rijkstrainee. Ze heeft binnen VWS veel functies gehad, onder meer projectleider invoering DBC’s en afdelings hoofd tweedelijns somatische zorg. Sinds april 2014 is zij programmamanager hervorming langdurige zorg.
Marieke Kunst (32) senior beleidsmedewerker Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie Al lang bij VWS? Pas sinds 1 januari. Hiervoor werkte ik bij een van de productschappen, maar die verdwijnen per 1 januari 2015. Een aantal publieke taken op het terrein van voedselveiligheid – waar ik mij mee bezighoud – is overgegaan naar VWS. Ik ben meegegaan. Is je werkveld ook vaak je werkplek? Mijn werkplek is mijn bureau, maar ook de vergaderzaal en af en toe Brussel.
Als je zo over de markt loopt, heb je dan last van beroepsdeformatie? Het is niet zo dat het mijn leven beheerst, maar ik ben mij wel meer bewust van mogelijke gevaren. Zeker bij producten voor mijn kinderen. Zo is er discussie geweest over arseen in rijst wafels. Die krijgen ze wel, maar met mate. Je komt van buiten de ambtelijke wereld. Wat is je opgevallen? Het politieke aspect. We zijn er voor de minister. Als die iets vraagt, dan ga je met elkaar aan het werk en laat je even rusten waar je mee bezig was.