Een brokje geschiedenis
Leopold II, een onrechtvaardig bekladde Koning Ere (R) LtKol Hubert de Beco
1908, Zelfstandig Congo wordt Belgisch Congo. Rond deze verjaardag in 2008 zullen nog veel woorden en inkt gehoord worden. Wij kunnen alles verwachten. Eén van onze grootste vorsten, Leopold II, is onderhevig aan hevige aanvallen op zijn persoon en op zijn werken, en dit sinds méér dan honderd jaar. Met de regelmaat van een klok verschijnen nieuwe bespottingen uit het niets en talloze rechtzettingen en tussenkomsten ter verdediging van zijn nagedachtenis slagen er niet in de uitingen van die bekladding te ontzenuwen. Het is zo de aanvallen op de vorst van de zelfstandige Congostaat een winstgevende onderneming is, een sensatieonderwerp, reeds één eeuw oud, en nog steeds behoorlijk winstgevend, zowel in litteratuur als in films en debatten. Koning Leopold II heeft er zelf niets aan te verliezen. Ten andere was hij helemaal ongevoelig aan gehechtheid of onverschilligheid ten opzichte van zijn persoon. Hij was de koning van een land, wellicht klein, maar hij voelde zich zeer verantwoordelijk in die functie, en hij trachtte tegen weer en wind, en meer dan eens tegen de wil van zijn volk en van zijn ministers, aan België de ambities en de verwezenlijkingen van de grote Europese landen te geven. Met een handvol medewerkers (en niet alleen Belgen), met wie hij zijn vaste beradenheid kon delen, is hij daar in geslaagd. Zijn tegenstanders echter, zullen het hem nooit vergeven en zullen hem een altijd terugkerende, schadelijke en blinde vijandigheid toedragen. Wie zijn dan die tegenstanders en wie heeft baat bij deze wraak? Chronologisch moet men in de eerste plaats onze drie grote Europese buurlanden vermelden, de Fransen, de Duitsers en de Britten, koloniserende machten in volle groei op het moment van de geboorte van Congo en nogal geërgerd dat een zo’n mooi territorium hen ontsnapte ten voordele van een Belgisch koninkje. Snel deze trend volgend, laat de Amerikaanse opinie van zich horen en versterkt de rangen van de Angelsaksische groep lasteraars. In het yankee geweten is de kolonisatie in zich wezenlijk pervers. Deze twee groepen waren aan de basis van de eerste afkamming. Later zal Duitsland, die van al zijn Afrikaanse ambities afziet, zich terugtrekken uit de polemiek en wordt hierin gevolgd, weliswaar veel jaren later, door Frankrijk. De Angelsaksische groep daarentegen laat telkens opnieuw van zich laat horen, wanneer de minste opflakkering van de België-Congo betrekkingen hun de schrik op het lijf jaagt voor hun economische belangen. Meer dan wie anders staat de “man in de straat” in Engeland open voor alle anti-Belgische en anti-Leopold II laster, en vergenoegt zich met steeds dezelfde herinneringen van afgekapte handen, rode rubber en bloederige lianen. De Vorst en Stanley
Filmauteurs, sensatieboeken en uitzendingen boeken onvermijdelijk succes, evenredig met de omvang van het schandaal dat zij verspreiden. Maar welk enorm verschil vindt men
tussen de rechtschapen en nauwkeurige getuigenissen van geschiedkundigen en de lasterlijke beschuldigingen van al deze schroomloze verhaalmakers die zich, despijts alle moraal, laten omkopen. In de recente jaren is deze commerciële bof ook in ons land benut door mensen die laster zoeken tegen de koninklijke familie en tegen de dynastie. Zij aarzelen geen moment om onze landgenoten bij hun beschuldigingen te betrekken, landgenoten die bewust hebben bijgedragen tot de ontwikkeling van Afrika en van de Afrikanen. De Heer Pierre Vercauteren 1 heeft enkele tijd geleden een pleidooi gehouden om te reageren en om een antwoord te geven aan alle lasteraars van onze “koning bouwheer”. Hij heeft ons bereidwillig toegelaten uit het werk dat hij heeft laten uitgeven, de belangrijke rechtzettingen over te nemen nodig om de polemiek te begrijpen en om ons eigen kritisch standpunt op te bouwen. Wij zullen er de wandaden bespreken van de heer Casement, Brits consul te Matadi, en van de heer Morel, journalist te Liverpool, alsook de gedienstigheid tegenover hen van Marc Twain, succesvolle Amerikaanse romanschrijver, van Russel, geëngageerde filosoof en van de protestante missionarissen gekend om hun proselytisme 2… We zullen nog de andere en meer recente litteraire aanvallen zien. Ze zijn minder interessant want ze zijn veel later gekomen, zonder de minste kritische geest . Ze zullen alleen maar de oude en door historici al weerlegde feiten herhalen.
Naar de verwerving van Congo. Het Europese kolonialisme in zijn zuivere staat, ontstaat uit de handel en de kantoren die de zeevaartmaatschappijen in de verre streken neerzetten. De staten komen slechts later tussen. Zij volgen de impulsen naar de uitbreiding en het dynamisme van de industriële revolutie. Het leger van de moederstaat annexeert het grondgebied en legt aan de “koloniale antennes” de overheersing van hun wetten en van hun nationale belangen op. Deze nieuwe centraliserende regeling doet gedwongen de tot dan in gebruik zijnde gewoontes en tradities van kopers-verkopers verdwijnen. Frankrijk leidt de verovering van Algerije (1827-1856), deze van Cochinchine (1859), en dringt Centraal Afrika binnen. Engeland vordert vanuit de Kaap en Alexandria. In 1870 wordt deze expansie verantwoord door “de superioriteit van de blanke die de minderwaardige rassen moet beschaven” volgens Jules Ferry, een goede franse republikein, anticlericaal et bekende verdediger van de vrijheden. En, volgens Cecil Rhodes “wanneer God op een onzichtbare wijze handelt om van het angelsaksische ras het uitgekozen instrument te maken waarmee Hij een sociale staat zal scheppen, gebaseerd op politie, vrijheid en vrede”. België is ver van deze racistische beschouwingen en van de prestigieuse ideeën van zijn Messiaanse buurlanden. Zijn koningen, eerst Leopold I, en later Leopold II zoeken ijverig naar economische uitwegen voor hun adoptieland: “België moet een kolonie hebben (zoals Indonesië voor Nederland), omdat de onafhankelijkheid van 1830 België zonder zeemacht heeft gelaten en definitief afgesloten heeft van de uitgebreide markten van Insulindië, waar vele van onze medeburgers woonden en actief waren. Dicht bij de vijftig pogingen3 van Leopold I om “nieuwe België’s” te maken mislukken “ door de traagheid van een hokvast volk en door beschroomde politici.”(volgens Carlo Bronne).
1
De Heer Pierre Vercauteren, gewezen directeur van het departement Africa et Midden-Oosten van een grote belgische bank, kent bijzonder goed Kongo waar hij de eerste achttien jaren van zijn leven doorgebracht heeft. Geschokt door de voortdurende beschuldigingen waarvan de Koning Leopold II en zijn koloniale onderneming het mikpunt is, reageert hij tegen al de critici zowel van de Angelsaksiche wereld als, helaas, van ons eigen land . Pierre Vercauteren Léopold II: un roi injustement décrié , Août 2004
2
Onder dewelke de Dominee M. Morrison van Lexington, Virginia, die, na zes jaar presbyteriaanse missie in Kongo en na vruchteloze pogingen om van Brussel onrechtmatige gunsten te verkrijgen, zijn diensten aanbood aan anti-kongolese amerikaanse en britse lobbies
3
Léopold I un souverain qui voyait loin van José Clément in « La Colonisation Belge » Uitg.G.Blanchart & Cie voor l’Union Royale pour les Paysd’OutreMer UROME in 2004
De Onderneming van Leopold II, de wrok van Frankrijk en Engeland Verscheidene mogelijkheden ontsnapten aan Leopold II, maar hij had meerdere troeven in de hand. Zijn bedrevenheid en zijn volharding zorgden voor de rest. “Doctor Livingstone, I presume ?”. Met het kruisen van hun blik openen missionaris en ontdekkingsreiziger de deur van het duister Afrika voor de Europeanen. Kardinaal Lavigerie wakkert de gewetens aan ten opzichte van het probleem van de inboorlingen. Ten persoonlijke titel had Leopold II, in Brussel, een internationale geografische conferentie bijeengeroepen, en de Internationale Vereniging voor Afrika werd er gesticht voor de organisatie van de ontdekking, de opening tot de handel en de beteugeling van de slavernij. Het Belgisch comité van de Internationale Vereniging voor Afrika zet 5 expedities op touw (1877 tot 1884 Tanganica meer). Wanneer Stanley er in lukt de Congostroom te verkennen en te beschrijven, wanneer Leopold II de woorden vindt om zich de diensten van deze ontdekkingsreiziger toe te eigenen, dan zal Congo zijn intrede doen in de hedendaagse geschiedenis…. Wij zijn in 1878. De eerste ontmoeting tussen de koning en de ontdekkingsreiziger vindt plaats in juni. Daar wordt de basis gelegd van de toekomstige acties. Einde van hetzelfde jaar, in november, samen met het zakenmilieu wordt het “Studiecomite voor Hoog-Congo” gesticht. Officieel gaat het over handel en stroomvaart: Ondanks watervallen en cataracten, moet men Laag en Hoog Congo verbinden en er de nodige wisselplaatsen oprichten. In het geheim4 en daar gaat het om, via verdragen, de soevereiniteit te verkrijgen over die landen, en progressief, een confederatie te stichten waarvan de koning de Vorst zou worden. De opgestelde plannen boeken heel spectaculaire resultaten die aan de aandacht van de grote europese naties niet ontsnappen: het stoutmoedig koninkje van Laeken verzamelt 500 verdragen, maar hij is neutraal, en hij is Belg !! Het risico hem te laten doen is minder groot dan het in gevaar brengen van het broos europees evenwicht tussen Berlijn, Londen en Parijs op het einde van die eeuw. Het kleine, vermetele koninkje heeft dat goed begrepen, hij vermenigvuldigt de tastbare realisaties, hij tekent wederzijdse verdragen met Frankrijk en met Duitsland in naam van de Internationale Vereniging voor Afrika en hij verkrijgt voor zichzelf, in het jaar 1884, van de Verenigde Staten van Amerika de erkenning van Soevereine Staat. Op diplomatiek vlak is het moeilijkste afgewerkt. De Akte van Berlijn, op 23 februari 1885, (getekend door 14 landen waaronder de 6 grootstaten van Europa) erkent deze soevereiniteit. Hij bekrachtigt de afschaffing van de slavenhandel en legt de verplichting op de levensstandaard van de inboorlingen te verbeteren. Hij verordent de vrijheid van handelen voor alle landen. Op 28 mei wordt de Vereniging officieel de “Onafhankelijke Congostaat”. Ondertussen blijven de Duitsers, de Fransen en de Engelsen hun begerigheid opkroppen.
Slavernij, oorsprong, uitroeiing Het oprukken naar het binnenland en naar het Oosten stuitte heel snel op het terrein van Zanzibar en Soedan. Deze sombere mensenhandel werd door de Portugezen en hun halfbloeden tijdens de 15de eeuw ingevoerd en vooral uitgevoerd door de Hollanders, de Fransen en de Engelsen om Amerika in arbeidskrachten te voorzien. België heeft nooit deelgenomen aan deze onwaardige handel noch als verkoper noch als expediteur. Zij werd 4
Volgens de geheime onderrichten voor Stanley
geleidelijk aan afgeschaft in de 1ste helft van de 19de eeuw maar werd op grote schaal voortgezet in de illegaliteit. De Westerse slavenhandel, in europese handen, stierf uit wegens gemis aan afzetmarkt vanaf de invoering van de modernisering van de industriële produktie. Meer dan 15 miljoen Congolezen werden in 400 jaren gedeporteerd. Terwijl in het Westen van Congo ermee opgehouden werd, ontwikkelde de mensenhandel zich in het Oostelijk deel met meer intensiteit in Hoog-Congo ten voordele van het Midden-Oosten, Mascate, Oman, India en verderop. Er bestaan geen archieven over het verlies in mensenlevens en men schat op 70.000 het aantal Congolezen die, per jaar, werden gedeporteerd door de Arabieren tijdens het hoogtepunt van hun afrikaanse macht. Hierbij moeten wij de moordpartijen vermelden tijdens de arabische strooptochten, bijzonder wreed en moordend. Velen onder hen kwamen om in eindeloze karavanen richting de Indische Oceaan : voor elke slaaf die in Zanzibar of Sanaa verkocht werd stierven er drie of vier van hen onderweg. Het heeft bijna 10 jaar geduurd vooraleer de Belgen en dankzij de heldhaftigheid van Chaltin, Dhanis, Henri, Lothaire, Michaux en hun manschappen de uitroeiing van de slavernij definitief bereikten. In 1894 maakten zij, aan de Lindi rivier, een einde aan meer dan twee eeuwen arabische bezetting die de oorlogen tussen de stammen aanwakkerde, en schrik en mensenjacht deed heersen op heel het oostelijk deel van het land. De eerste resolutie van Leopold II, voor wat Congo betrof, was dus volledig voltooid in 1894 5. Hamed bin Mohammed el Marjebi AliasTippo-Tip
Verkenning, uitrusting, inrichting van Congo De tweede bekommernis van de Vorst was zich te vergewissen van een reële aanwezigheid over het gans grondgebied om er zijn autoriteit te vestigen, de handel en de economie te ontwikkelen, de levensomstandigheden van de autochtonen te verbeteren en voornamelijk de gezondheidstoestand. Het was absoluut noodzakelijk zich te schikken naar de verplichtingen uitgevaardigd door de Akte van Berlijn. Deze eis drong zich op aan Leopold II, aan wie, in geval van mislukking, de koninklijke macht voor altijd zou ontnomen worden. Moest Congo hem ontsnappen dan zou bij een eventuele herverdeling ook België voor altijd ervan beroofd worden, België in het bijzonder nog terughoudend voor dit exotisch avontuur. Leopold II wijdde zijn persoonlijk fortuin aan de verkenning, de uitrusting en de inrichting. Hij werd bijgestaan door de financiers Lambert en Rothschild, maar tegenover de ontzaglijke geïnvesteerde bedragen konden de inkomsten van het ivoor en enkele magere taxaties in geen geval de balans in evenwicht brengen. In 1890 werd de Koning, met schulden overladen, op het nippertje van de faillissement gered dankzij een lening van 25 miljoen voorgeschoten door België en terugbetaalbaar op een periode van 10 jaren. De grote koninklijke onderneming verkeerde in gevaar, België kon immers de plaats van de Koning innemen, Congo terugkopen, maar het land talmde steeds meer en meer op het ogenblik dat er, vanuit Londen, schandelijke beschuldigingen overkwamen van dwangarbeid en van het bestaan van amputatiestraffen (afgehakte handen) en zelfs executies van bevolkingsgroepen. 5
Er werden nog slaven verkocht in Mekka in 1960 en in Yemen in 1964. De slavernij werd officieel afgeschaft in ste 1962 in Saoedi-Arabië. Nochtans, in de 21 eeuw, moedigt het gouvernement van Karthoum de moslimse stammen aan om strooptochten uit te voeren onder de etnies van Dinka, in het zuiden van Soedan. Onlangs nog kochten humanitaire organisaties (Internationale christelijke Solidariteit) slaven terug om hen naar hun dorpen doen terugkeren en hen de vrijheid terug te geven. De slavernij P. Vannes, Bulletin van de “Cercle Namurois des Anciens d’Afrique » Oktober 2006 .
De samenzwering van de afpersers November 1902. Kapitein Burrows, ex-agent in Congo, zijn uitgever Everett en enkele figuranten wierpen zich op een poging van anti-belgische chantage : een bezwarend boek tegen het entourage van de koning uitgeven of instemmen met de “de zaak tegen betaling in de doofpot te stoppen” 6. Wat gebeurde er tussen Londen, Brussel, Matadi en de grote wouden waar de rubber werd geoogst? De auto-industrie en de pneumatische deden de koers van de grondstoffen stijgen. De produktie berustte op belastingen in natura, op de karweien van de dorpelingen en hun rendement. De tussenpersonen, staatsagenten of agenten van de concessiehoudende maatschappijen genoten van premies en deze geldelijke aanmoedigingen leidden tot misbruik. Dit systeem duurde van 1892 tot 1908 met de medewerking en bemiddeling van de dorpshoofden. Er bestonden misbruiken… In Centraal Afrika zowel in Zuid-Amerika en Brazilië… In Congo zowel als in de aangrenzende koloniën… Zowel onder het rechtsreeks gezag van het Koninklijk Domein als in de concessies toegestaan aan internationale ondernemingen (één van de belangrijkste was de ABIR - Anglo Belgian Indian Rubber Co 7 ) waren deze misbruiken, alhoewel niet goed te praten, zelden en meestal toe te schrijven aan zwervende soldaten, buiten de kontrole van de Europeanen, en die voor eigen rekening voorvaderlijke praktijken toepasten. Het ging niet om een gewild noch om een verspreid systeem 8.
Was Leopold II op de hoogte van deze buitensporigheden? Reageerde hij daarop? Op deze tweevoudige preciese vraag moet men positief antwoorden : vooreerst, de Koning was op de hoogte van de mediacampagne die beschuldigingen uitten en ontwikkelden, en die hem, zonder vonnis noch verdedigen, als de aangewezen verantwoordelijke aanduidden. Ten tweede, de Koning stelde een drievoudige reactie van zelfverdediging op : een onderzoekscommissie werd ter plaatse gestuurd; de aanbevelingen van deze commissie moesten door sancties, correctieve maatregels en hervormingen gevolgd worden; een doortastende en aangepaste gerechtelijke verdediging moest de daders van de valse getuigenissen en de manipulatoren, aan de bron van dit schandaal, ontmaskeren. Een aanklacht wegens laster werd tegen de engelsen ingediend door het engels gerecht. In 1904 werd door de rechter Ridley het verbod opgelegd tegen de uitgave van het boek “Verdoemenis van Centraal Afrika”, de schrijver werd veroordeeld, de afpersers bekenden dat hun beschuldigingen vals waren. De beschuldigde belgische officieren kregen schadevergoeding. In andere omstandigheden zouden wij geneigd zijn om hier de kwestie af te sluiten en het dossier te archiveren…Welnu, in geen geval; geloof dat toch niet; het dicht struikgewas was gedoofd maar de as, aangewakkerd door de wind, zal nieuwe haarden uitspreiden die nooit volledig zullen uitgedoofd worden. De zaak was in het openbaar op gang gekomen bij de eeuwwisseling en ging over de periode van 1892 tot 1902 en smeulde sinds het succes van de rubber. De Koning was op de hoogte van de feiten en niet onverschillig; hij nam wettelijke en repressieve maatregels 6
Ze hebben onder elkaar een verdelingsovereenkomst van het afgeperst bedrag afgesproken, maar een van de medeplichtigen, die onderweg werd uitgeschakeld, bracht het geheim dokument aan het licht van de tribunalen. Zie het verslag van dit proces in “The Story of the Congo Free State” Henry W. Wack, New York & London, Putnam 1905
7
Engelse aandeelhouders : J. North, H. North en E. Spencer (parlementslid) voor 1880 aandelen . De belgische aandeelhouders: Graaf van den Busch, A. Mols, A. van den Nest, A.Van Gele, J. Stappers hebben samen 120 aandelen.
8
Het geval van een wachtpostchef met name Leyther Mathieu is naar aanleiding hiervan beroemd gebleven : hij werd veroordeeld tot een lange gevangenisstraf die hij ter plaatse moest uitzitten wegens moord op een inlander.
vanaf 1895 9, maar zonder grote resultaten. Leopold II weigerde het te erkennen maar één van de elementen van het systeem was slecht : de monopolie van de rubber ten voordele van de Staat en de concessies toegekend aan de Staat verwarde de economische belangen en de politiemacht met elkaar, deze laatste was te volgzaam ten dienste van de eersten en sloot de ogen op de onvermijdelijke fouten die op het laagst niveau gedaan werden. Alleen de annexatie van Congo door België en de oprichting van echte openbare diensten zouden de terugkeer toelaten naar meer beschaving maar deze trage ontwikkeling, in 1895 in princiepe aanvaard, werd pas verwezenlijkt in 1908. Hoe vreemd ook, na de inlijving van Congo door België en na het overlijden van Leopold II in 1909, ging de opiniecampagne, gericht tegen hem, onverminderd voort en het British Government vermenigvuldigde de hindernissen en de bezwaren tegen de erkenning van de Belgische inlijving. Deze eindeloze campagne wemelde van bijbedoelingen. Het zal het onderwerp worden van het vervolg van dit artikel.
« Mola en Yoka » : dit fotografisch dokument (een van de enigen), werd bij iedere gelegenheid getoond om de laster van de critici van de koninklijke onderneming te illustreren. In 2001 hebben twee lezers van het dagblad “Le Soir” bevestigd aan dit dagblad dat deze twee kinderen heelkundige amputaties hebben ondergaan, de ene wegens gangreen, de andere ten gevolge van een jachtongeval.
Matadi in 1898
9
Decreet van 18 september 1895 Oprichting van een commissie voor de bescherming van de Inlanders