Les 47
Een muzikale koning Onderwerp Bijbelgedeelte Lesdoel
Verhaalkern
David en de psalmen Psalm 8, 23, 121, 139 (en andere psalmen) De leerling maakt kennis met de psalmen en ziet hoe muziek een belangrijke rol speelt in het leven van christenen. De leerling ontdekt en ervaart dat je met muziek (geloofs-)gevoelens uit kunt drukken. In de bijbel staan veel liederen/psalmen. Veel daarvan zijn geschreven door David. In psalm 23 vergelijkt hij God met een goede herder. In de psalmen legt David aan God voor wat hem bezighoudt.
Tijdperk
Achtergrondinformatie bijbelverhaal
Waar en wanneer De oudste psalmen zijn ontstaan in de 10e eeuw v.Chr. Ze zijn dus al meer dan 3000 jaar oud. De liederen zijn geschreven door individuele personen. Vaak in tijden van persoonlijke of nationale crisis of bij hoogtepunten. Later zijn de psalmen opgenomen in de liturgie van de tempeldienst. Door de eeuwen heen hebben de psalmen in het leven van gelovigen een grote rol gespeeld. Eerst (en nog steeds) bij het volk Israël en vervolgens in de vroeg-christelijke kerk (1 Kor. 14:26, Ef. 5:19, Kol. 3:16). En nu, duizenden jaren later, zijn de psalmen nog steeds een grote bron van inspiratie en geloofsuiting voor joden en christenen. Wat valt op In het Hebreeuws staat voor het woord ‘psalm’ het woord ‘mizmoor’. Dit woord houdt verband met het werkwoord ‘tokkelen op snaren’. Van David weten we dat hij een snareninstrument bespeelde. Bij veel psalmen staan muzikale aanduidingen: ‘bij snarenspel’, ‘fluitspel’, ‘sela’ (waarschijnlijk ‘rust’) ‘voor de koorleider’. Vaak is de betekenis van deze aanduidingen niet duidelijk. Er zijn heel veel soorten psalmen: lofliederen, klaagliederen, liederen over de natuur, over de geschiedenis, over de koning, leergedichten, boetepsalmen, liederen vol geloofsvertrouwen. Ook literair zijn er verschillen. Dit is in een vertaling niet zo goed te herkennen. Een voorbeeld is een acrostichon. Daarbij begint elke regel met de volgende letter van het alfabet. Verder zie je bijvoorbeeld beurtzangen en veel herhalingen. Wie en waarom Wie zijn de schrijvers? In de opschriften komen de namen van David, Asaf, Korachieten, Salomo, Etan en Mozes voor. De opschriften zijn van latere datum. Het is niet altijd zeker of de genoemde persoon echt de schrijver is. Toch zijn er waarschijnlijk veel psalmen van David (bij psalm 18 en 51 is dit heel zeker). De psalmen kennen een lange traditie van overlevering en zijn al heel vroeg in de tempeldienst opgenomen. Waarom zijn de psalmen geschreven? In de psalmen komt het volledige scala van menselijke emoties langs: uitbundige vreugde, blijdschap, wanhoop, berouw, boosheid, angst, vertrouwen, verlangen, verdriet, enz. De schrijvers laten zich in hun hart kijken. Ze geven iets prijs van hun leven met God. Dat maakt de psalmen ook zo tijdloos. Ook een mens uit de 21e eeuw kan zich erin herkennen. Wat leren we over God In de psalmen staan veel dingen over God. Sommige psalmen beschrijven de daden van God in de geschiedenis van zijn volk. Maar in de meeste psalmen gaat het erover hoe God met zijn kinderen, de gelovigen, omgaat. God troost, bemoedigt, beschermt, maar God kan ook boos zijn. Veel psal-
men bezingen ook Gods grootheid en de lof die hem daarvoor toekomt. Het mooiste wat uit de psalmen over God te leren is, is misschien wel het feit dat geen enkele emotie voor God vreemd is of tegenover God niet mag. Een mens mag alles tegen God zeggen of uitzingen. Heel zijn hart kan hij bij God uitstorten.
Lesonderdelen
Onderdeel
Werkvormen
Soort werkvorm
Benodigdheden
Instap
Muziek luisteren
actief/klassikaal
werkblad 1, cd-speler, cd’s met verschillende muziekfragmenten
10
Muziekinstrumenten laten zien en horen
actief/klassikaal
verschillende muziekinstrumenten
10
Zingen in de kerk
actief/klassikaal
cd(‘s) met psalmgezang, plaat van kerkorgel
5
Psalmen opzoeken in de Bijbel
actief/tweetallen
bijbels
10
Vertellen over psalm 23
passief/ klassikaal
docentenblad 1
10
Psalmen lezen
actief/tweetallenklassikaal
werkblad 2, pennen
15
Een gevoelig lied
creatief/ individueelgroepjes
papier, pennen
15
BijbelWijsblad
actief/individueel
BijbelWijsblad
10
Lied luisteren
actief/klassikaal
docentenblad 2, eventueel cdspeler en cd ‘Een boom vol liedjes, deel 1’ of ‘Kom maar gewoon’
5
Voorkennis
Verwerving
Verwerking
Min.
Les 47
Uitwerking lesonderdelen
Instap Muziek luisteren en/of meebewegen Laat verschillende soorten muziek horen (van klassiek tot heel modern). Zorg voor heel korte, typerende fragmenten. Vraag de leerlingen om op te schrijven of ze het mooi vinden of niet. Laat de muziek nog een keer horen en laat de leerlingen met smileys aangeven hoe ze zich voelen bij de muziek (werkblad 1). Deze werkvorm kan nog worden uitgebreid door de leerlingen te laten bewegen op de muziek. Elke muziek geeft een ander gevoel en nodigt uit tot een andere manier van bewegen. Bewegen kan door stappen op de maat, standbeeldendans, samen een motief bedenken en dit dansen, tussen elkaar door lopen, huppelen. Op internet zijn onder ‘bewegen op muziek’ uitgewerkte dansen en pasjes te vinden. Muziekinstrumenten Neem verschillende muziekinstrumenten mee en laat ze horen (of laat leerlingen erop spelen). Wellicht hebben leerlingen een instrument meegebracht (zoals gevraagd aan het eind van les 46). Het is vooral leuk als er een blaasinstrument (blokfluit), een snaarinstrument (gitaar), een trommel en een tamboerijn bij zijn. Dit zijn instrumenten die in de psalmen genoemd worden.
Voorkennis Zingen in de kerk Laat een cd met psalmgezang horen. Waar worden deze liederen gezongen? Wat voor instrumenten gebruikt men daarbij? Wie heeft er wel eens in een kerk een kerkorgel gehoord? Praat met de leerlingen kort over psalmen en kerkorgels. Laat een plaat van een kerkorgel zien. Neem ook een psalmboekje mee. Laat als aanvulling ook een psalm in een moderne versie horen (Opwekking, Psalmen voor nu). Op allerlei manieren worden de psalmen gezongen. Psalmen opzoeken in de bijbel Laat de leerlingen in tweetallen in de bijbel het boek ‘psalmen’ opzoeken en deze tekstvorm vergelijken met andere boeken (spreuken, geschiedenis). Vraag hen bijvoorbeeld: Vergelijk het boek Psalmen in de bijbel met het boek Spreuken. Hoe is de tekst neergezet? Zie je verschillen? Welke dingen zijn hetzelfde? De bijbel bestaat uit 66 verschillende boeken. Eén van die boeken bestaat uit liederen. (Neem bij deze werkvorm een bijbelvertaling waarbij de psalmen in de lay-out van gedichten zijn afgedrukt).
Verwerving Vertellen over psalm 23 Leef je in in David terwijl hij op de schapen past en de psalm over de herder (Psalm 23) bij hem ‘geboren’ wordt. Al rondkijkend naar zijn schapen komt David op ideeën voor een psalm, een lied, waarin hij de zorg van God voor hem beschrijft. U kunt ook de vertelling van docentenblad 1 gebruiken. Vertel de leerlingen dat dit een bedacht verhaal is en dat dit verhaal niet in de bijbel staat. Psalmen lezen Laat de leerlingen in tweetallen een (gedeelte uit een) psalm lezen/bekijken (uit een eenvoudige vertaling). Geschikte psalmen zijn psalm 8, 23, 139 (gedeeltelijk). Laat ze een aantal vragen hierover beantwoorden (werkblad 2). Vervolgens mogen ze per groepje hun psalm voorlezen en de antwoorden presenteren. Er kan ook voor gekozen worden om één psalm klassikaal te behandelen.
Verwerking Een gevoelig lied Laat de leerlingen zelf (of samen) een lied maken en voordragen/zingen over een bepaald gevoel. Het is leuk als verschillende leerlingen/groepjes verschillende gevoelens behandelen. BijbelWijsblad Maak de puzzel op het BijbelWijsblad. Oplossing puzzel: De Heer is mijn herder. Lied Luister met de leerlingen een lied dat gebaseerd is op een psalm (bijvoorbeeld het lied op docentenblad 2: ‘Jezus is de goede herder’). Presenteer dit lied als een voorbeeld van een christelijk lied. Evaluatie Wie kan in vijf woorden zeggen wat een psalm is?
BijbelWijsblad 47
Een muzikale koning Opdracht
Wat staat hier? ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… Wie zei dit? ……………………………………
S R
i E
J
D M
N Teken hierin een herder met schapen
H
Werkblad 47-1
Muziekfragment
Wat vind je ervan?
Hoe voelt het?
Wat vind je ervan?
Hoe voelt het?
1. 2. 3. 4. 5. Muziekfragment
1. 2. 3. 4. 5.
Werkblad 47-2
Een muzikale koning Psalm 8 Heer, onze Heer, u hebt een grote naam op heel de aarde. Ik kijk naar de hemel die u met eigen handen gemaakt hebt. Naar de maan en de sterren, die u daar hebt vastgezet. En dan denk ik: Wat is toch de mens dat u om hem geeft, dat u zo voor hem zorgt? Hij is bijna een god, zoveel eer en macht heb u hem gegeven. U hebt hem aangesteld over alles wat u hebt gemaakt. Over alles hebt u hem de macht gegeven: over de schapen en de koeien, en de wilde dieren op het land, over de vogels in de lucht en de vissen in de zee, over alles wat in het water zijn weg zoekt.
Psalm 139 Heer, u hebt in mijn hart gekeken, u kent mij. Of ik nu zit of sta, u weet het. U ziet wat in mij is, al bent u nog zo ver. Of ik nu loop of lig, het ontgaat u niet. Ja, elke stap die ik zet, is aan u bekend. Als ik iets ga zeggen, Heer, weet u al wat het is. U bent overal om me heen, U bent voor me en achter me. En uw hand heeft me vast. Dat u mij zo kent, is voor mij een wonder. Dat is zo groot, daarvoor is mijn verstand te klein.
Vragen bij de psalmen Welke psalm kies jij? Psalm . . . . Waar gaat deze psalm over?
Hoe voelt de schrijver zich?
Wat zegt de schrijver over God
Wat vind je zelf mooi in deze psalm?
Psalm 23 De Heer is mijn herder, niets zal mij ontbreken. Hij brengt mij naar groene weiden en laat me rusten aan het water. Hij geeft mij nieuwe kracht en leidt me langs veilige paden. Zo is de Heer. Al moet ik door het donkerste dal, Ik hoef niet bang te zijn. Want u, Heer, bent bij me, uw stok, uw staf zijn mijn steun. U nodigt mij uit aan uw tafel en zalft mijn hoofd met balsem, voor de ogen van wie tegen mij zijn. Mijn beker loopt over van wijn. Ja, uw goedheid, uw liefde volgen mij bij elke stap, iedere dag van mijn leven. In uw huis mag ik wonen, Heer, mijn leven lang.
Docentenblad 47-1
Een muzikale koning David is blij. Hij is nu eindelijk koning! Hij woont in een mooi paleis. Het is fijn om koning te zijn. Maar het is ook wel erg druk. Hij moet altijd veel werk doen. Om uit te rusten van het werk gaat koning David soms lekker wandelen. Vandaag ook. Joël zit onder een boom. Naast hem ligt een muziekinstrument, een harp. Er staat ook een kruikje met water. In de verte ziet Joël de muren van een grote stad. Het is de hoofdstad Jeruzalem. Daar woont ook de koning, in een heel mooi paleis. Om hem heen lopen schapen. Joël past op de schapen van zijn vader. Elke morgen haalt hij ze op uit de stal. Dan gaat hij met ze lopen tot hij een mooi groen stuk weiland of heide heeft gevonden, waar de schapen lekker kunnen eten. Terwijl Joël op de grond tegen de boom zit, let hij goed op. Soms loopt er een schaap wel erg ver weg. Dan gooit hij snel een steentje tegen het schaap aan, zodat het schrikt en weer bij de kudde terugkomt. Opeens ziet Joël iemand aankomen. Zou het vader zijn? Hij doet z’n hand boven zijn ogen en tuurt in de verte. Als de man dichterbij komt, ziet hij dat het vader niet is. Deze man is ouder. Wanneer de man nog dichterbij komt, schrikt Joël. Dit kan toch niet waar zijn... deze man is de koning... koning David. Snel staat Joël op en maakt een diepe buiging. Het gezicht van de koning staat vrolijk. ‘Mag ik even bij je komen zitten?’, vraagt hij. ‘Ja, natuurlijk’, zegt Joël, die er helemaal niets van begrijpt. Wat doet de koning nou hier? ‘Elke morgen maak ik een wandeling’, begint koning David te praten. ‘En deze morgen zag ik op mijn wandeling al deze schaapjes in de verte. Ik kreeg toch zo’n zin om erheen te gaan. En hier ben ik dan! Hoe heet je eigenlijk, jongen?’ ‘Joël’, antwoordt hij. ‘Weet je,’ vertelt koning David verder, ‘dat ik vroeger ook een herdersjongen was? Net als jij trok ik er elke morgen met de schapen van mijn vader op uit. Elke dag zocht ik een groen weiland op waar de schapen konden eten en uitrusten.’ Dan ziet hij de harp van Joël liggen. ‘Speel je harp, Joël?’ Joël vertelt dat hij het een klein beetje kan. Dat hij soms zit te oefenen als de schapen grazen. Koning David vraagt of hij even op zijn harp mag spelen. Natuurlijk mag dat van Joël. David pakt de harp en zet hem op zijn schoot. Terwijl zijn vingers over de snaren gaan, vertelt de koning verder. ‘Ja, Joël, ik heb geleerd een goede herder te zijn, toen ik herdersjongen was. Maar ik heb nog iets veel belangrijkers geleerd. Ken jij God, Joël?’ Ja, Joël kent God wel. Zijn moeder vertelt hem er vaak over. ‘God, Joël is net als een herder. En dan zijn wij eigenlijk de schaapjes. Zoals een herder voor zijn schapen zorgt, zo wil God voor ons zorgen. Zoals een herder steeds de goede weg zoekt, zo zal God met jou op weg gaan. Hij is bij je als je op een makkelijke weg loopt. Als je vrolijk en blij bent. En ook als je op een moeilijke weg loopt. Als je verdriet hebt, als je geplaagd wordt, als je ziek bent of als er iets heel gevaarlijks is, zal hij er zeker ook zijn! Je kunt hem vertrouwen, Joël, vast en zeker!’ Koning David heeft dorst gekregen van al het gepraat. Hij pakt het kruikje van Joël en neemt een slokje water. Dan begint de koning te zingen. Hij speelt erbij op de harp. Een lied over een God, die als een herder is. De Here God is mijn herder. Hij geeft mij alles wat ik nodig heb. Hij laat mij uitrusten in groene weiden en wijst mij een weg langs de beekjes. Hij maakt mij blij van binnen en wijst mij steeds de weg. Zelfs als het heel erg moeilijk is, als ik heel bang ben, dan weet ik: God is bij mij. Ik hoef niet bang te zijn. U zorgt voor mij en gaat de hele weg met me mee. Als David het lied gezongen heeft, is Joël er stil van. Wat zong de koning mooi! Daar word je helemaal blij van. ‘Mooi gezongen, koning’, zegt Joël en snel praat hij verder. ‘Mag ik u ook wat vragen koning? Heeft u echt 24 kamers in uw paleis? Is het waar dat u een gouden deur hebt in uw slaapkamer? Staan er echt 54 kamelen in uw stal? Hoeft uw vrouw echt nooit zelf eten te koken?’ Koning David begint te lachen. ‘Jij bent nieuwsgierig zeg! Wil je dat echt allemaal weten?’
‘Ja,’ zegt Joël, ‘ik hoop dat ik ooit nog eens een knecht van u wordt, in uw paleis. Dan wil ik daar wonen. Het zal er vast veel mooier zijn dan in mijn eigen huis.’ ‘Zeg Joël, wat zou je ervan vinden om vanavond bij mij in mijn paleis, bij mij aan tafel te komen eten?’ ‘Bij u... bij u... in het paleis?’ Joël stottert ervan. ‘Nee, nee, dat kan toch niet. Ik ben maar een gewone jongen.’ ‘Als ik zeg dat het mag, dan kun je daarop vertrouwen, Joël. Vanavond rond 7 uur verwacht ik je bij het paleis’. Dan staat de koning op, zegt Joël gedag en loopt terug richting de stad. Joël blijft sprakeloos achter. Hier heeft hij altijd al van gedroomd en op gehoopt. Om ooit een keertje in het paleis van de koning te komen. Deze avond brengt hij de schapen vroeg in de stal. Joël wast zich en trekt zijn mooiste kleren aan. Dan gaat hij op weg naar het paleis van de koning. Bij de deur van het paleis staat koning David al op hem te wachten. ‘Kom thuis, jongen,’ zegt hij, ‘ik heb op je gewacht.’ Samen lopen koning David en Joël het paleis binnen. Joël rolt van de ene verbazing in de andere. AlIes is nog groter, nog mooier dan hij gedacht had. Hier zou ik altijd wel willen blijven, denkt hij. Het eten met de koning is heel gezellig. David en Joël praten over schapen, lammetjes en over alles wat met het herder zijn te maken heeft. O, wat is het fijn om met koning David te praten. Na het eten loopt de koning naar de muur. Daar hangt een kleine harp. 'Dit was mijn harp, jongen, waar ik op speelde toen ik herder was.' Koning David neemt de harp op schoot en begint te zingen. Het lied gaat ook over een maaltijd. Aan de tafel van de koning, daar is het goed. Er is genoeg te eten en te drinken. Het raakt nooit op. God is ook een koning. Zijn paleis is nog veel mooier. Zijn paleis is de hemel. God nodigt je uit om daar te komen eten. Je mag zelfs zijn kind zijn. Dan zul je zijn goedheid, liefde en trouw elke dag merken. Ja, dan mag je voor altijd in zijn paleis, in de hemel wonen. In het huis van God is ook een plaatsje voor jou. Als het lied uit is, weet Joël niets meer te zeggen. Hij wilde heel graag het mooie paleis van koning David zien. Maar dat er ook voor hem een plaatsje is in de hemel, in het paleis van God, dat lijkt hem nog veel mooier.
Docentenblad 47-2
Een muzikale koning Jezus is De Goede Herder Jezus is de goede herder Jezus hij is overal Jezus is de goede herder Brengt mij veilig naar de stal Als je 's avonds niet kunt slapen Als je bang in 't donker bent Denk dan eens aan al die schapen Die de Heer bij name kent Jezus is de goede herder Jezus hij is overal Jezus is de goede herder Brengt mij veilig naar de stal En wanneer je soms alleen bent En je hart is vol verdriet Denk dan aan de goede herder Hij vergeet zijn schaapjes niet Jezus is de goede herder Jezus hij is overal Jezus is de goede herder Brengt mij veilig naar de stal
Tekst & Muziek: Elly & Rikkert Zuiderveld