http://www.belgian-coins.com
De gouden munten onder Leopold II Peter Degroote
Introductie De zogenaamde “gouden Louis” is zowat het meest bekende Belgische gouden muntstuk. De gouden Louis is het oude 20 Frank stuk dat werd aangemunt tijdens de periode 1867-1882. Relatief veel van deze munten bestaan nog altijd. Deze munten worden vrij veel verhandeld als beleggingsinstrument. Je kan in een goede krant steeds een bied- en laatprijs terugvinden tegen dewelke deze gouden Louis gekocht en verkocht kan worden bij je bankkantoor. Wat velen echter niet weten, is dat er van deze gouden Louis verschillende varianten bestaan. Sommige van deze varianten zijn vrij zeldzaam. Daarnaast bestaat er ook een kleinere gouden munt die werd aangemunt onder Leopold II, namelijk het stuk van 10 Frank 1867. Het is onze bedoeling om in wat volgt de verschillende gouden munten die onder Leopold II zijn aangemunt in detail te bespreken. We beginnen met het 10 Frank stuk 1867 en vervolgens gaan we het 20 Frank stuk en al haar varianten in detail bekijken.
Het 10 Frank stuk 1867
Gewicht: 3.2258 gram (of 0.1138 ounce) Diameter: 19 mm Rand: kartelrand Graveur: Leopold Wiener Aantal: Onbekend, maar zeer weinig
Het 10 Frank stuk van 1867 wordt door velen beschouwd als een proefslag. In de lijsten van de Koninklijke Munt van Brussel staan er inderdaad geen stukken van 10 Frank 1867 vermeld. Er bestaan echter enkele exemplaren die zijn teruggevonden met circulatiesporen. Dit wijst er op dat sommige van deze muntstukken toch in circulatie zijn geraakt. Dit is een fenomeen dat in de 19de eeuw niet uniek is voor het 10 Frank stuk van 1867. Ook het 2 Frank stuk van 1849 heeft officieel nooit gecirculeerd en toch zijn er ook diverse stukken
-1-
http://www.belgian-coins.com
teruggevonden met circulatie sporen. Het hierboven weergegeven exemplaar, dat deel uitmaakt van mijn eigen verzameling, vertoont ook duidelijk circulatiesporen. Deze zijn vooral zichtbaar aan de hoofdzijde van de munt. Er zijn enkele haarlijntjes zichtbaar en er is minimale sleet op de baard van Leopold II. Deze stukjes van 10 Frank 1867 bestaan zowel in geel als in rood goud. Er zijn ook enkele stukken in medailleslag geslagen. Deze stukken van 10 Frank 1867 zijn uiterst zeldzaam. Deze muntjes (want ze zijn inderdaad niet echt groot en vrij licht) worden normaalgezien verhandeld tussen de EUR 5,000 en EUR 10,000. Het is bijgevolg een understatement om te stellen dat je deze stukjes niet bij de bank moet verkopen tegen hun goudwaarde indien je een dergelijk stukje zou bezitten of erven… Tenslotte moeten we ook vermelden dat er nog een aantal exemplaren bekend zijn met als datum 1870. Hierbij gaat het echter zeker om een proefslag.
Het 20 Frank stuk 1867-1882 en haar varianten
Gewicht: 6.4516 gram (of 0.2276 ounce) Diameter: 21 mm Rand: Opliggend randschrift “DIEU PROTEGE LA BELGIQUE” Graveur: Leopold Wiener Aantal: 27,641,725 (gedurende de periode 1867-1882)
Het gouden 20 Frank stuk Leopold II was in omloop van 1867 tot en met 1928. In totaal werden er 27.64 miljoen stuks van deze munt geslagen. Wat velen echter niet weten, is dat er verschillende varianten van deze munt bestaan. In de bestaande literatuur worden er in totaal vier hoofdtypes onderscheiden. Deze vier types werden voor het eerst gedefinieerd door Bogaert (1972). Nadien zijn er echter nog een drietal zeldzame types opgedoken die men nogal onhandig definieert aan de hand van de vier eerder gedefinieerde types. In totaal zijn er dus zeven hoofdvarianten te onderscheiden.
-2-
http://www.belgian-coins.com
Iedere variant is een combinatie van een hoofdzijde en een muntzijde. In totaal kunnen we vier hoofdzijdes onderscheiden en twee muntzijdes. In wat volgt zullen we bijgevolg eerst de vier hoofdzijdes en de twee muntzijdes met elkaar vergelijken. We geven steeds de meest opvallende verschilpunten weer. Naast deze opvallende verschilpunten zijn er ook nog een aantal andere minder opvallende verschillen merkbaar.
• Niet afgestoken halssnede • “ROI” begint op meer dan 1 mm van het hoofd • “Leopold” staat op 1.5 mm van de nek • Smal jaartal
Hoofdzijde 1
• Niet afgestoken halssnede • “ROI” begint op minder dan 1 mm van het voorhoofd • “Leopold” staat op minder dan 1 mm van de nek • Breed uitgespreid jaartal
Hoofdzijde 2
• Halssnede linksonder afgesneden • “ROI” begint op de zelfde hoogte als het hoofd van Leopold II • De S van “Belges” komt tot aan de top van de baard • “Leopold” staat op minder dan 1 mm van de nek
Hoofdzijde 3
• Halssnede linksonder afgesneden • “ROI” begint boven het hoofd van Leopold II • De S van “Belges” komt niet aan de top van de baard • “Leopold” staat op 1 mm van de nek
Hoofdzijde 4
De vier hoofdzijdes van het 20 Frank stuk Leopold II
-3-
http://www.belgian-coins.com
• Grote kroon (beginnend aan de F van “FAIT” en eindigend aan het rechter uiteinde van de L van “LA”) • Punt na “FR” • Zowel links als rechts een enkele krul in het lint tussen de kroon en de knobbel
Muntzijde 1
• Kleine kroon (beginnend aan de A van “FAIT” en eindigend aan de vertikale lijn van de L van “LA”) • Geen punt na “FR” • Zowel links als rechts anderhalve krul in het lint tussen de kroon en de knobbel
Muntzijde 2
De twee muntzijdes van het 20 Frank stuk Leopold II
Gegeven de bovenstaande definitie van de vier hoofdzijdes en de twee muntzijdes, kunnen we nu zeven verschillende hoofdvarianten onderscheiden. Deze zeven varianten zijn telkens een combinatie van een hoofdzijde en een muntzijde. Om aansluiting te vinden met de bestaande literatuur heb ik ook steeds tussen haakjes de type definitie toegevoegd zoals deze destijds is ingevoerd door Bogaert (zijnde type I, II, III en IV) en zoals deze later is uitgebreid om de drie zeldzamere types te definiëren aan de hand van de eerste vier types (zijnde type I/IV, III/I en IV/I).
Variant 1 (Type I)
Hoofdzijde 1
-4-
Muntzijde 1
http://www.belgian-coins.com
Variant 2 (Type I/IV)
Hoofdzijde 1
Muntzijde 2
Hoofdzijde 2
Muntzijde 1
Hoofdzijde 3
Muntzijde 1
Hoofdzijde 3
Muntzijde 2
Variant 3 (Type II)
Variant 4 (Type III/I)
Variant 5 (Type III)
-5-
http://www.belgian-coins.com
Variant 6 (Type IV/I)
Hoofdzijde 4
Muntzijde 1
Hoofdzijde 4
Muntzijde 2
Variant 7 (Type IV)
De zeven stempelvarianten van het 20 Frank stuk Leopold II
We kunnen dus stellen dat er slechts één combinatie is die niet bestaat tussen de hoofdzijdes en de muntzijdes, zijnde de combinatie hoofdzijde 2 – muntzijde 2. Alle andere combinaties zijn reeds teruggevonden. Hierbij moeten we wel stellen dat de varianten 2, 4 en 6 zeer zeldzaam tot uiterst zeldzaam zijn en dat deze enkel voorkomen voor de jaargang 1870. Variant 2 (of type I/IV indien we de type definitie gebruiken) is ook weergegeven in Morin (2005) onder het nummer 144c. De varianten 4 en 6 staan, bij mijn weten, nog in geen enkele andere catalogus vermeld. Ik kan echter het bestaan van alle drie de varianten 2, 4 en 6 bevestigen aangezien ik van elk een exemplaar in mijn verzameling heb. Een andere referentie voor variant 6 is het nummer 1334 uit lijst 223 van Elsen. In de regel bestaan alle 20 Frank stukken Leopold II goud in positie A. Volgens de Belgische definitie is een munt in positie A als het randschrift leesbaar is wanneer de munt met de muntzijde naar boven ligt. Moet je de munt met de hoofdzijde naar boven leggen om het randschrift te lezen, dan is de munt in positie B. Niet alle munten zijn echter in positie A. Er zijn ook een aantal munten (per vergissing) in positie B geslagen. De meest voorkomende munten in positie B zijn de variant 3 – 1869 en de variant 7 – 1876. De Mey & Pauwels (1991) vermelden evenals Grispen (1989) daarenboven ook het bestaan van positie B bij variant 5 – 1870 en variant 7 – 1875, 1877 en 1878. Alle positie B munten zijn zeldzaam tot extreem zeldzaam. Verder moeten we ook nog vermelden dat de munten van variant 5 van het jaar 1871 en 1874 zowel bestaan met een breed jaartal als met een smal jaartal. Het verschil tussen de twee is, zoals op onderstaande scans te zien is, zeer duidelijk. -6-
http://www.belgian-coins.com
Variant 5 - brede datum
Variant 5 - smalle datum
De smalle datum 1871 is veel meer voorkomend dan de smalle datum 1874. Deze laatste is zeldzaam tot zeer zeldzaam en staat bij mijn weten tot op heden in geen enkele catalogus vermeld. Als referentie voor de smalle datum 1874 verwijzen we naar het nummer 1339 uit lijst 223 van Elsen. Tot slot bestaat er ook een kleine afwijking bij de jaargang 1867. Bij de meeste munten van de jaargang 1867 komt de hoek van de hals rechts net voorbij de 7. Er zijn echter ook munten waarbij de hoek van de hals aan de 7 komt. Deze laatste variant is iets moeilijker te vinden. Voor een referentie naar deze laatste verwijzen we naar het nummer 815 uit lijst 222 van Elsen. Soms wordt er ook nog een onderscheid gemaakt tussen munten in geel goud of in rood goud. Dit is wat mij betreft echter een afwijking in het materiaal en niet in de stempel of de manier waarop de randschriftring is aangebracht. Bijgevolg beschouw ik het in geel of rood goud zijn van een munt niet als een variant. Vervolgens kunnen we alle varianten samenvatten in de hierna volgende tabel. Hierbij heb ik ook voor elke (sub)variant een zeldzaamheidsindicator weergegeven. Indien er naast een bepaalde variant niets staat, dan betekent dit dat de munt vrij courant is. Deze munten worden in principe verhandeld tegen hun goudwaarde, tenzij het gaat om een kwalitatief hoogstaand exemplaar (in kwaliteit prachtig of FDC). De betekenis van de letters R, RR, RRR en RRRR is als volgt: • • • •
R: moeilijker te vinden RR: zeldzaam RRR: zeer zeldzaam RRRR: extreem zeldzaam
-7-
http://www.belgian-coins.com
Jaar
Aantal
Nummer
Type
1867
1,341,307
1A
Variant 1 – pos A – hoek halssnede rechts voorbij de 7 Variant 1 – pos A – hoek halssnede aan de 7
1B 1868 1869
1870
1,381,749 1,234,474
3,191,203
Zeldzaamheid
2A 2B
Variant 1 – pos A Variant 3 – pos A
3A 3B 3C
Variant 1 – pos A Variant 3 – pos A Variant 3 – pos B
4A 4B 4C 4D 4E 4F 4G
Variant Variant Variant Variant Variant Variant Variant
1 2 4 5 5 6 7
– – – – – – –
pos pos pos pos pos pos pos
A A A A B A A
R
R RR RR RRR RRRR RRRR RRR
1871
2,258,927
5A 5B 5C
Variant 5 – pos A – brede datum Variant 5 – pos A – smalle datum Variant 7 – pos A
R R
1874
3,046,350
6A 6B 6C
Variant 5 – pos A – brede datum Variant 5 – pos A – smalle datum Variant 7 – pos A
R RRR
1875
4,134,253
7A 7B
Variant 7 – pos A Variant 7 – pos B
RRRR
8A 8B
Variant 7 – pos A Variant 7 – pos B
RRR
9A 9B
Variant 7 – pos A Variant 7 – pos B
RRRR
10A 10B
Variant 7 – pos A Variant 7 – pos B
RRRR
11A
Variant 7 – pos A
1876 1877 1878 1882
2,069,682 5,906,070 2,555,400 522,310
Samenvattende tabel met alle varianten van het goudstuk 20 Frank Leopold II
Naast de hierboven vermelde jaargangen en varianten bestaan er ook nog enkele proefslagen 20 Frank goud van 1866. Dat het hierbij om proefslagen gaat is vrij duidelijk. Het besluit om het gouden 20 Frank stuk Leopold II aan te munten is immers maar bij wet genomen via het Koninklijk Besluit van 15 maart 1867 (net als bij het gouden 10 Frank stuk 1867).
-8-
http://www.belgian-coins.com
Bibliografie • • • • • •
Léon Bogaert, Monnaies, essais monétaires, épreuves et refrappes du Royaume de Belgique et du Congo, Brussel, 1972 J. De Mey & G. Pauwels, Les monnaies de Belgique (1790-1991), Wetteren, 1991 Jean Elsen, Liste 222, Septembre - Octobre 2002, Brussel, 2002 Jean Elsen, Liste 223, Novembre - Décembre 2002, Brussel, 2002 Arnaud Grispen, Belgische munten onder de loep, Zonhoven, 1989 Frans Morin & Peter Eyckmans, Catalogus der Belgische munten van 1832 tot heden, Antwerpen, 2005
Dit artikel is een herziene uitgave van een eerder artikel van 16 oktober 2005. Wij danken hierbij Willy Offermans voor zijn geapprecieerde commentaar op de eerste versie van dit artikel.
Dit artikel mag gratis gebruikt en verspreid worden. Het citeren of herpubliceren van gegevens uit dit artikel is toegelaten mits het gebruik van een bronvermelding. Enkel het gebruik van de afbeeldingen is niet toegestaan zonder schriftelijke toelating (eventueel aan te vragen op
[email protected]).
Dit artikel is enkel bedoeld voor educatieve doeleinden. Het heeft geen enkel commercieel belang. Elke inspanning is geleverd om te verzekeren dat de inhoud van dit artikel is samengesteld uit betrouwbare bronnen. Ik kan echter noch de accuraatheid noch de volledigheid van de informatie die in dit artikel voorkomt garanderen. Ik neem bijgevolg geen enkele verantwoordelijkheid voor fouten of onvolledigheden die hierin vervat zouden kunnen zitten. Ik aanvaard geen enkele aansprakelijkheid voor mogelijke verliezen die uit het gebruik of het zich baseren op informatie uit dit artikel zouden voortkomen. © Peter Degroote, 23 oktober 2005
-9-