Lellens Sterke Verhalen van Groninger Dorpen
Lellens Sterke Verhalen van Groninger Dorpen
Lisette Wiersema Opleiding Facility Management Hanzehogeschool Groningen juni 2012
Inhoud Voorwoord Lellens en ik 1. De trots van Lellens .........................................................................................................................7 2. Het ’t Proathoeske stond er niet zomaar ....................................................................................... 10 3. Lellens doar kinst nait omtou!’ ...................................................................................................... 13 4. De toren van Kooistra en andere kerkelijke verhalen .................................................................... 17 5. De kinderen van Lellens ................................................................................................................ 20 6. Een bakfiets vol broden ................................................................................................................. 23 7. Drijvende krachten van het dorp ................................................................................................... 26 8. ‘Een uniek soort dorp’ ................................................................................................................... 29 9. Kussenslopen en juten zakken – de winter van 1979 ..................................................................... 31 10. Lellens anno 2062 ....................................................................................................................... 34 Dankwoord
Voorwoord Voor u ligt een bundel met sterke verhalen over Lellens. ‘Sterk’ omdat ze laten zien hoe een klein dorp vitaal kan zijn. Inwoners zetten samen de schouders onder hun dorpsverenigingen, zetten activiteiten op en helpen elkaar waar nodig. Dat lukt heel goed, zoals blijkt uit de verzamelde verhalen en impressies. Ze vormen een mooie illustratie voor de cijfers van het waarderingsonderzoek Lellens – 2012 (Wiersema, 2012). Elke generatie verwerkt zijn ervaringen in verhalen. Verhalen vertellen vaak wat bijzonder is tegen de achtergrond van het algemene. De winter van 1979 was in heel Nederland streng, maar mensen herinneren zich behalve de kou en de sneeuw de verbondenheid die ontstond. Overal verloren kleine dorpen hun middenstand, maar dorpsbewoners bedenken nieuwe voorzieningen en delen hun succes! Schrijfster Lisette Wiersema heeft vol inzet geprobeerd deze verhalen zo nauwgezet mogelijk vast te leggen. Ze heeft er enerzijds naar gestreefd beweringen waar mogelijk te verifiëren, maar het is geen wetenschappelijk werk geworden. Vertellers en luisteraars scheppen elk hun beeld. Anderzijds zijn het observaties van een jonge studente die het dorp een half jaar lang intensief heeft doorkruist en beleefd. Het initiatief voor het project Sterke verhalen van Groninger dorpen is genomen door Jannie Rozema, onderzoeker van het Kenniscentrum NoorderRuimte van de Hanzehogeschool Groningen. Kwaliteit van de leefomgeving is haar onderzoeksthema. Dit tweejarig project voor 16 dorpen werd mogelijk gemaakt door een subsidie van de provincie Groningen uit de reserve Leefbaarheid Krimpgebieden (onderdeel Innovatieve Projecten en Experimenten). Hopelijk dragen deze verhalen op hun eigen bescheiden wijze bij aan het voortbestaan van Lellens als kleine, maar sterke woon- en leefgemeenschap. We zijn de inwoners die hun verhalen wilden delen met ons daar erkentelijk voor. Drs. Joost Eskes, projectleider Sterke Verhalen van Groninger Dorpen Instituut voor Communicatie en Media, Hanzehogeschool Groningen
Lellens en ik In opdracht van het Kenniscentrum NoorderRuimte van de Hanzehogeschool Groningen heb ik Lellens onderzoek gedaan naar de waardering van de leefomgeving. Uit dit onderzoek kwamen de kwaliteiten van Lellens naar voren en daarover heb ik ‘sterke’ verhalen geschreven. De verhalen maken onderdeel uit van het project ‘Sterke Verhalen van Groninger Dorpen’ dat in het voorjaar van 2012 is gestart. Ik ben op zoek gegaan naar de kwaliteiten van Lellens en ik heb ze gevonden bij de inwoners! De gesprekken met inspirerende inwoners leverden bijzondere verhalen op! Hieruit zijn tien verhalen ontstaan over het dorpse leven in Lellens. Sommige verhalen zijn echte volksverhalen. De verhalen zijn onder te brengen in vier thema’s: de mensen, de gebouwen, de dorpsgemeenschap en het landschap. Ik heb met veel plezier deze verhalen aangehoord en voor u opgeschreven! Ik wens u veel leesplezier en wie weet: tot weerziens in Lellens!
Lisette Wiersema juni 2012
1. De trots van Lellens Als je aan de inwoners van Lellens vraagt wat ze de mooiste plek in Lellens vinden, roepen de meesten: de voormalige borg! Maar waar heeft die borg gestaan? Ik loop langs de imposante oprijlaan met aan weerzijden bomen. Zo’n fraaie laan zie je niet vaak meer en ik heb het vermoeden dat hier misschien de voormalige borg heeft gestaan. Aan het eind van de oprijlaan zie ik een forse boerderij. Ik loop er heen en ben benieuwd of de eigenaar me meer kan vertellen over dit rijke verleden. Ik maak kennis met Henk Kooistra. Hij woont samen met zijn gezin in de boerderij aan het einde van de boomrijke allee. Hij vertelt me dat zijn boerderij het voormalige schathuis is van de vroegere borg, de veestal die bij de borg hoorde. Hier stonden ooit paarden en koetsen. De hoge plafonds laten dit nog goed zien. Henk Kooistra kan me alles vertellen over de borg. Hij blijkt een afstammeling te zien van een voormalig koetsier van de laatste borgheer. De borg heette ooit ‘Huis te Lellens’ en is eind vijftiende eeuw gebouwd. De eerste bewoner van de borg is Eltet to Lellens. Als lid van de Ommelander landadel klimt hij op tot burgemeester van de stad Groningen (1526- 1554). De borg heeft eeuwen lang in Lellens gestaan en wisselt vaak van eigenaar. Bij de borg hoort ook een groot stuk land, het al genoemde schathuis, de oprijlaan, een grote tuin en een gracht. In 1897 is de borg gesloopt in opdracht van de familie Wijchgel. De kosten voor het onderhoud werden namelijk te hoog. Alleen de oprijlaan, schathuis en de gracht blijven over. Na verloop van tijd wordt ook de gracht gedempt.
7
8
Maar hoe zit het nu met die koetsier waarvan de huidige bewoner van het schathuis afstamt? Henk Kooistra vertelt me dat zijn voorvader op zoek was naar werk en van Zevenhuizen (Groningen, Westerkwartier) naar Bedum liep, ruim dertig kilometer. Daar kwam hem ter ore dat er in Lellens een koetsier werd gevraagd. Ook die 10 kilometer legt hij te voet af. Bij de borg aangekomen mag hij aan de slag als koetsier. Zijn overgrootopa had een goede band met de voormalige eigenaar, Lodewijk Hendrik Wijchgel.Het verhaal gaat dat zijn overgrootopa op een dag de opdracht kreeg om de dienstmeid naar Dokkum te brengen. Zij was namelijk zwanger geworden van de borgheer. Henk Kooistra verteld dat in die tijd vrouwen in zulke situaties naar hofjes in Dokkum gebracht en nooit meer terug gezien. Deze hofjes bestonden namelijk uit eenpersoons huisjes waar zwanger vrouwen terecht konden. Hier konden de vrouwen onder begeleiding bevallen en het kind groot brengen. De meeste hofjes hadden in die tijd een eigen bestuur die ervoor zorgden dat de vrouwen werk konden krijgen, zodat ze de huur konden betalen. Henk Kooistra zijn verre opa was het echter niet met de borgheer eens en vond dat ze moesten trouwen. Na verloop van tijd heeft de borgheer geluisterd naar zijn koetsier en is hij met zijn dienstmeid getrouwd en hebben ze twee kinderen gekregen. Ik bedankt Henk Kooistra en loop langzaam de oprijlaan af. Ik kijk omhoog naar de kale kruinen. De bomen beginnen al groen te kleuren. Ik kijk nog een keer achterom en bedenk me hoe de borg er vroeger moet hebben uitgezien. Ik hoor koetsen over de oprijlaan rijden en zie kinderen door de tuin rennen. Er zit een vrouw van haar thee te nippen, ze kijkt vriendelijk naar haar spelende kinderen. In de verte zie ik mannen op het land werken. De borg staat statig in het landschap, omringd door een gracht. Ik blijf er even naar kijken en draai me dan om. Ik loop met een grote lach op mijn mond de oprijlaan af en begrijp opeens waarom de inwoners zo trots op dit stukje geschiedenis zijn.
9
10
2. Het ’t Proathoeske stond er niet zomaar Lopend door Lellens valt mijn blik op een langwerpig smal bordje met het opschrift ’t Proathoeske’. Ik kijk nieuwsgierig een lang smal pad in. Aan weerzijden liggen tuinen van inwoners. Er scharrelen wat kippen rond en aan het einde zie ik een speeltuin en een groen gebouw waar in witte letters op staat: ’t Proathoeske. Ik kijk op mijn horloge en zie dat het 10.15 uur is. De deur staat open en ik hoor stemmen. Aarzelend loop ik naar binnen en kom uit in een klein halletje. Ik zie een kapstok en een deur met daarachter het toilet. Ik klop op de deur en hoor enthousiast iemand ‘binnen!’ roepen. Ongeveer 12 hoofden draaien naar me toe en er wordt meteen gevraagd of ik zin heb in koffie of thee. ‘Één ochtend in de maand zitten we hier koffie te drinken en bij te praten’, vertelt een inwoner me. ‘Het is een echte traditie geworden’. Rondkijkend zie ik een keuken, tafels en stoelen. Aan weerszijden hangen schilderijen van de voormalige borg. Nieuwsgierig vraag ik naar het verhaal achter ’t Proathoeske. Er wordt wat gelachen en een inwoner vertelt me dat ’t Proathoeske er niet zomaar stond. Vanaf 1992 beschikt het dorp al over een eigen dorpshuis. Maar dat eerste dorpshuis was een bouwkeet, waar ongeveer 8 mensen in konden zitten. Stromend water en toilet ontbraken, maar er was wel elektriciteit. Dit onderkomen begon na een kleine tien jaar te vervallen en er moest een nieuw dorpshuis komen. Maar hoe doe je dat in een dorp met een beschermd dorpsgezicht, waardoor er niet zomaar mag worden gebouwd? De inwoners wilden het toch proberen en in 2002 is een inwoner aan de slag gegaan met het ontwerp. Ondanks overleg met de gemeente lukt het de inwoners niet om de plannen rond te krijgen. Maar in 2006 was het de burgermeester die zei: ‘ieder dorp heeft recht op een eigen onderkomen’. Deze zin was het begin om weer opnieuw te beginnen.
11
Het bestuur is inmiddels druk bezig met het regelen van subsidies. Vanuit de gemeente is de voorwaarde dat meer partijen bijdragen aan de kosten. Naast de gemeentelijke bijdrage en subsidie zou het dorp zelf ook moeten bijspringen. Het dorp slaagt er uiteindelijk in €70.000 aan subsidies op te halen zodat de bouw in 2007 officieel kan beginnen. De inwoners slaan de handen ineen om te beginnen met de bouw. De een beschikt over materialen, een ander heeft verstand van de fundering en weer een ander kan de elektriciteit aanleggen. Het hele dorp leeft mee en regelmatig krijgen de inwoners een nieuwsbrief met het laatste nieuws. Regelmatig controleert een gemeentelijke opzichter of de bouw wel rekening houdt met de beperkingen die de status van beschermd dorpsgezicht meebrengt. Keer op keer wordt het dorpshuis goedgekeurd en dit heeft niet geleid tot vertragingen. Natuurlijk gaat er wel eens wat mis. De constructie staat en het dorpshuis begint al echt wat te lijken. Meubels worden ingekocht en van binnen is het ’t Proathoeske bijna af. Alles gaat goed tot er een drankvergunning moet worden geregeld. In alle enthousiasme wordt de meterkast vergeten en als die alsnog wordt ingebouwd sneuvelt één van de twee toiletten. Dat blijft niet zonder gevolgen: later komen de inwoners erachter dat er geen drankvergunning kan worden afgegeven omdat er geen twee wc’s zijn. Deze vergunning is er daarom ook niet gekomen. Toch zitten de bouwers niet bij de pakken neer en in juli 2009 wordt het dorpshuis officieel geopend. Nu drie jaar later maakt Lellens intensief gebruik van het dorpshuis. Vergaderingen, feesten en gewoon ‘proaten’ zijn enkele voorbeelden. Als ze terugkijken op de bouw zijn de inwoners trots op hun eigen prestatie. Dat het zo’n klein dorp is gelukt om alles voor elkaar te krijgen is een enorme prestatie. Zodat er in Lellens gezegd wordt: ‘waar een klein dorp groot in kan zijn’.
12
3. Lellens doar kinst nait omtou!’ Op een verkeersbord zie ik het plaatsje Lellens staan. Nog 1 km rechtdoor staat erop. Bij het hondenpension naar rechts en dan moet ik er zijn. In de verte zie ik al wat huizen tussen de bomen door oprijzen. Enthousiast fiets ik verder. Lellens zie ik duidelijk op een bordje staan. 30 km zone. Ik kijk nieuwsgierig het dorp in en zie in de verte zelfs een kerkje staan. Ik stap af en loop het dorp binnen. Aan weerzijden staat een aantal huizen en in de verte zie ik nog twee boerderijen. De boerderijen grenzen aan het water van de Lellenstermaar. Een inwoner vertelt me dat die twee boerderijen ook nog bij Lellens horen. Als ik naar de huisnummers kijk valt me op dat er nummers missen. Ik hoor dat deze huizen vroeger zijn afgebrand of gesloopt. De huizen zijn nooit meer herbouwd. De ontbrekende huisnummers herinneren hier nog aan. Als ik door loop, zie ik aan mijn linkerkant een smalle steeg. Ik loop de steeg in en kom uit op een grasveld. In de verte zie ik de torens van de stad Groningen. Wat een uitzicht denk ik! Al in de Romeinse tijd woonden hier mensen weet ik. Hoe zal dit land er toen hebben uitgezien? Woonden mensen hier toen aan de monding van de Fivel en bruiste de zee hier bij vloed naar binnen? Mensen voelden zich misschien veilig op hun wierde, al bleef die van Lellens laag – net een meter boven N.A.P. Van het ‘Praothoeske’ loop ik terug naar de hoofdstraat en passeer links de statige oprijlaan – in de borg daarachter heerste ooit de Groninger landadel, families voor wiens macht de gewone man beter op kon passen. Eltet to Lellens en vele nazaten, Pieter Folckers to Lellens, Hillebrant Gruys en later de familie Wijchgel.
13
14
Maar er woonden meer sjieke maar vergeten mensen in Lellens. In 1743 laat de weduwe van de Doctor Heyke Tooma in de Oprechte Groninger Courant van 5 maart weten haar ‘Behuisinge met een Deftig Hof ‘er achter staande tot Lellens, met alle desselfs Winkelwaaren, bestaande in veelderhande Medicynen, Potten, Glaasen en Chirurgyns gereedschappen. Mocht iemand genegen zynde om bovengenoemde Behuising met de gereedschappen te koopen, kan zig bij bovengenoemde Wed. to Lellens addresseren”. Het zou me heel wat waard zijn die uitrusting eens te mogen doorvlooien. Vanaf de oprijlaan zie ik de kerk en pastorie. Wie zou hier al die eeuwen op de kansel hebben gestaan? Wie kent nog dominee Uilkens? Op 5 oktober 1798 zien we een advertentie in de Groninger Courant van deze dominee met de volgende tekst : ‘De zich ingetekend hebbende Leden van het Natuurkundig Onderwijs te Lellens, worden verzocht, de nog gedaan moeten wordende Proeven, tot het vorig Onderwijs behorende, bytewonen, beginnende op Maandag den 8 October en volgende maandagen om 2 uur. Getekend J.A. Uilkens, A.L.M.Ph.Dr. en Pred. te Lellens. Het zijn de hoogtijdagen van de Verlichting, de patriotten van de Bataafse Republiek geloven in ‘Gelykheid, Vryheid, Broederschap’. En in onderwijs, ook in Lellens. Ik loop terug de oprijlaan af en loop het kerkpad op. Links heb ik een prachtig uitzicht over de weilanden en boerderijen. Dan kijk ik weer naar de kerk. Een bijzonder gebouw midden in de weilanden. Aan de rechterzijde bevindt zich een kerkhof en aangrenzend een pad naar een huis. Ik bedenk me dat dit huis vast een pastorie is geweest. Het pad loopt naar de deur. De dominee kon zo naar de kerk lopen. Ik loop door langs het kerkhof en kom zo bij het einde van het dorp. Overal waar ik kijk kleuren de weilanden in tinten van groen en zie ik koeien tevreden grazen. Ik zie in de verte nog een aantal boerderijen staan. Ik pak mijn fiets en rijd er heen. Hoort dit ook nog bij Lellens vraag ik me af. Ik hoor van een vrouw dat dit Hemert is, het ‘buitengebied’ van Lellens. In dit gebied staan twee boerderijen en een huis.
15
Verderop bevindt zich nog een tweetal boerderijen en drie huizen. Ik loop door Hemert heen en merk hoe rustig het hier is. Net als in Lellens zijn in de wijde omtrek alleen weilanden te zien. Ik fiets inmiddels verder de bocht door en zie nog een grote boerderij. Aan de linkerzijde slingert zich de weg naar Loppersum en aan de rechterzijde zie ik een nieuwbouw huis. Als ik nog iets verder doorfiets kom ik bij de laatste boerderij, waar nog een huis voorstaat. Her en der siert het geel van paarde- en boterbloemen de weiden. Ik bereik het volgende dorp en kijk nog even achterom. Wat een bijzonder dorp om in te wonen. Zo’n rijke geschiedenis verwacht je niet in een klein dorp. Zoals de inwoners ook wel zeggen: ‘Lellens doar kinst nait omtou!’
16
4. De toren van Kooistra en andere kerkelijke verhalen Dat er nog altijd getrouwd wordt en dat er rouwdiensten plaats vinden in de kerk van Lellens is misschien niet zo bijzonder. De provincie Groningen kent meer van zulke oude en soms nog veel oudere kerken waar dat ook voor geldt. Zoals overal doen verhalen de ronde over de kerk. Daar kom ik achter als ik met de inwoners van Lellens over hun kerkje praat. Neem nou het torentje. Een aantal jaren geleden zat Lellens ineens zonder kerktoren. De toren zelf was nog in redelijke staat, maar onder andere de klokkenstoel was aan vervanging toe. Hierdoor is de hele toren eraf gehaald. De bouw van een nieuwe kerktoren blijft nog even uit, de kerkelijke molens malen traag. De familie Kooistra besluit daarom zelf maar het goede voorbeeld te gaan geven. Een kerk zonder toren lijkt ook maar niks. Avonden lang bouwt de familie zelf aan een kerktoren. De Kooistra’s meten, zagen, schilderen en timmeren dat het een lieve lust is. Als het bouwwerk eindelijk af is staat er een gevaarte van 5 meter hoog, met bovenop - natuurlijk - een haan. In het holst van de nacht sluipt de familie naar de kerk. Lantarenpalen worden afgeplakt om niet op te vallen. Met man en macht zet de familie de loodzware toren op de kerk. De inwoners kijken de volgende dag raar op als ze deze stunt met eigen ogen zien. De kerk in Lellens bezit weer een toren. De nep toren staat ruim twee jaar maar moet dan om veiligheidsredenen verdwijnen. De kerk is lang gesloten geweest en gerestaureerd. In 2010 krijgt het gebouw dan eindelijk een echte nieuwe toren en wordt de kerk weer in gebruik genomen.
17
18
De geschiedenis van de kerk kent meer grappige verhalen. De eerste dag dat ik een bezoek breng aan Lellens wordt me dit verhaal – een echte ‘whodunnit’ - al lachend verteld. Rond 1900 plant Lellens predikant regelmatig groente in de tuin van zijn pastorie. Zo kwam het wel voor dat de predikant bloemkolen plantte. Dominee gaat regelmatig kijken hoe zijn groente er bij staat. Na een tijdje rijpen de eerste kolen en de predikant wil de volgende dag oogsten uit zijn eigen hof. Maar als de godsdienaar de volgende ochtend zijn tuin bezoekt, ziet hij dat de rijpe bloemkool weg is. De predikant snapt er niks van, maar gelukkig staan er nog meer bijna oogstbare bloemkolen. De predikant moet nog even geduld oefenen. Na een paar dagen herhaalt de geschiedenis zich, opnieuw is een maaltje bloemkool met de noorderzon verdwenen. Iemand steelt zijn bloemkolen. Zo gaat het een aantal dagen door, zeg maar tot – bijna - de laatste kool aan toe. Deze is wat kleiner en niet helemaal volgroeid. Toch besluit de predikant dit vroegrijpe kooltje maar vast te oogsten. De zondag daarop legt de predikant dit kleine kooltje op de preekstoel. Aan het einde van de dienst dreigt de getergde predikant vanaf de kansel: “degene die bloemkolen uit mijn tuin gepikt heeft, krijgt deze naar zijn hoofd!” Waarop de vrouw van de koster begint te schreeuwen: “Koster, maak dat je weg komt, dominee kan je wel dood gooien met de bloemkool!” De koster had het gedaan. Ik kijk nog even naar de kerk en denk aan alle jaren dat de kerk hier al staat. Ooit bouwde de machtige borgbewoners Hillebrant Gruys en Geertruid Horenken deze kerk als teken van de toegenomen macht en aanzien van hun geslacht. Later verdween de borg, maar de kerk bleef. Een kleurig naambord aan de kerk herinnert nog aan de stichters. Deze kerk heeft mensen zien komen en gaan. Wie zou het willen missen? Het kerkje kenmerkt Lellens en zal hopelijk nog honderden jaren trots in het dorp blijven schitteren.
19
20
5. De kinderen van Lellens Op een vrije dag fiets ik Lellens binnen en hoor ik vanuit het Lellenstermaar vrolijke geluiden. ‘Koud, koud!’ hoor ik iemand roepen. Als ik over het randje van de brug kijk zie ik twee jongens in het water spartelen. Een rubberen bootje drijft naast hun. Ik neem aan dat de jongens uit het bootje zijn gesprongen om even af te koelen. Het is nog maar eind april dus ik ril al bij de gedachte. Als de jongens mij zien roepen ze enthousiast ‘hoi!’ Ik groet terug en vraag me af hoe het voor hun is om in Lellens te wonen. Er wonen niet veel jonge kinderen meer in of buiten het dorp. Tien jaar geleden zag je nog veel meer kinderen, zo wordt mij verteld, maar die generatie is inmiddels opgegroeid. Helaas zijn er niet veel kinderen meer bijgekomen. Kende Lellens in 1795 nog 152 inwoners, in 2012 is dit aantal gedaald naar 77. Voor de huidige kinderen is het natuurlijk erg jammer dat er nog maar weinig buurkinderen wonen. De toekomst ziet er op dit gebied ook niet rooskleurig uit. Lellens is aan het vergrijzen en over tien jaar zullen er meer ouderen zijn dan jongeren. Via Karin van Wageningen, voorzitter van de Vereniging Dorpsbelangen, spreek ik met haar twee zoons Sybren en Kirstian. Beide zijn 6 jaar en wonen op een grote woonboerderij in de kern van het dorp. De jongens zitten in het nabij gelegen dorp Ten Post op school. Ze vinden de school in Ten Post wel een beetje ver weg, dus het lijkt de jongens wel leuk als er een school in Lellens komt Hiervoor moeten er alleen eerst meer kinderen komen. Maar voor nu vinden ze de school heel leuk. Ook lijkt het de jongens best leuk om in een groot dorp te wonen met meer kinderen, maar dan moeten het geen stoute kinderen zijn vertellen de jongens.
21
Lellens is een klein dorp, maar kent wel veel leuke speelplekken. Sybren en Kristian vertellen over hun leukste plekken om te spelen. Dit zijn thuis op de boerderij, in de speeltuin, in de slootwal en bij de buren. Juist doordat Lellens zo klein is kent iedereen elkaar en wordt er vaak ook een oogje in het zeil gehouden wanneer kinderen bijvoorbeeld in het speeltuintje spelen. Tot slot vraag ik Sybren en Kristian wat ze het aller leukste aan Lellens vinden. De jongens vinden deze vraag moeilijk, maar dan nemen ze een besluit en noemen ze de boerderij met de beesten, het land, de skelter én de buren. Ik denk even terug aan mijn vele bezoekjes aan Lellens. Ik heb inderdaad de jongens vaak op de skelter zien rijden. Een erg leuk gezicht! In Lellens wonen nog meer kinderen. In het waarderingsonderzoek Lellens 2012 is door vijf kinderen een speciale kindervragenlijst ingevuld, waarbij er ook tekeningen zijn gemaakt. In deze vragenlijst werd de kinderen de vraag gesteld of ze nog goede ideeën voor het dorp hebben. De kinderen hebben dit zeker en de leukste ideeën worden opgeschreven. Zo mag er wel een grote speeltuin komen en er moet zachter worden gereden in en om het dorp. Ook zal het leuk zijn als de brug open en dicht kan, zodat er grote boten/vrachtschepen door het Lellenstermaar kunnen varen. Daarnaast moet er meer water komen om met een bootje te kunnen varen. Ten slotte wordt het idee genoemd om heel veel windmolens te plaatsen in en om het dorp. Ik verlaat Lellens en zie de jongens net het Lellenstermaar uit klauteren. Ik zie pretoogjes van plezier en ik hoor ze nog lachen. Dan slaan de jongens een handdoek om zichzelf heen en gaan snel naar huis voor een warme douche. Wat moet opgroeien in Lellens toch ook heerlijk zijn bedenk ik me.
22
6. Een bakfiets vol broden De geur van versgebakken brood, een smid die begint met smeden, een kruidenierszaak waar mensen naar binnen gaan. Dit was begin 19e eeuw het beeld in Lellens. Het dorp kende toen veel bedrijvigheid en had alle benodigdheden binnen handbereik. Nu in het jaar 2012 is dit beeld veranderd. Kende Lellens vroeger nog veel eenmanszaken, tegenwoordig moeten de inwoners uitwijken naar de omliggende dorpen. Als je Lellens binnenkomt kun je bijna niet geloven dat er zoveel verschillende bedrijfjes hebben gezeten. In het midden van het dorp, in de bocht, zat vroeger een bakkerij die ook als kroeg, winkel en veebedrijf diende. In de jaren dat de borg in Lellens stond werd de kroeg vaak gebruikt om grond te verpachten en kwamen alle inwoners hier bijeen. Maar er waren nog meer bedrijven in het dorp. Zo was er schuin tegenover de kroeg een smid, die de paarden van Lellens besloeg en de karren voorzag van wielen. Ook kende Lellens nog een tweede kruidenier en een beurtschipper. De beurtschipper vervoerde vracht over het Lellenstermaar via het sluisje bij Dijkshorn naar het Damsterdiep. Ik spreek Hendrikus Kooistra en hij vertelt me dat de bakker vroeger met de bakfiets vol broden langs de huizen ging. De bakker begon zijn tocht vaak bij de huizen aan het Lellenstermaar en ging daarna het dorp in. Het verhaal gaat dat de bakker op een dag bij het eerste huis aan het Lellenstermaar zijn fiets voor de oprit liet staan. Een jongen uit het dorp vroeg de bakker of hij voor een kwartje op zijn fiets zou passen. Dit zag de bakker niet zitten en liep met de bestelde broden richting het eerste huis. Teruggekomen pakte de bakker zijn fiets en fietste verder naar het tweede huis. Daar aangekomen bleken alle kappen van de broden af zijn gesneden. De bakker fietst terug naar de jongen en geeft de jongen al snel de schuld. Waarop de jongen antwoordt: ‘ik heb u nog voorgesteld om een oogje in het zeil te
23
24
houden, maar dit vond u niet nodig’. Tegenwoordig twijfelt de bakker niet nog eens om de jongen voor een kwartje op zijn fiets te laten passen. De inwoners van Lellens vinden het anno 2012 niet erg om hun dagelijkse boodschappen elders te moeten doen. Bijna iedere inwoner beschikt over een auto en de meeste inwoners vinden het niet erg om te wonen in een dorp zonder voorzieningen. De inwoners redden zich dan ook prima zonder alle bedrijven van vroeger. De mensen die minder goed te been zijn, worden goed opgevangen door de buurtbewoners. ‘Mijn buurvrouwen doen altijd de boodschappen voor me,’ vertelt Elle Woldendorp. Opgegroeid en opgetogen in Lellens en met trots de Lellenster die al het langst in het dorp woont. Hij heeft Lellens zien veranderen door de jaren heen. Elle Woldendorp beschikt niet over een eigen auto, maar pakt nog regelmatig de fiets. Het is geen optie om de zware boodschappen mee te nemen op de fiets. Nu doen verschillende buurvrouwen iedere week de boodschappen voor hem. Als dank krijgen zijn helpsters ieder jaar met kerst een heerlijke kerstkrans. Zijn dank is dan ook groot, aangezien hij zonder de hulp van zijn buren niet in het dorp kan blijven wonen. De inwoners missen de voorzieningen niet. De meeste mensen zijn niet anders gewend en in een klein dorp als Lellens zijn winkels tegenwoordig ook niet meer mogelijk. Te weinig klanten en dus meer kosten dan omzet. De rust en het kleine karakter van het dorp, zijn aspecten waar men op verliefd moet worden. Het ontbreken van voorzieningen hoort hier geen rol in te spelen. Bovendien is tegenwoordig alles te bestellen op internet, waardoor men niet eens meer naar een winkel hoeft. En laten we eerlijk zijn, het bezoeken van een supermarkt in een ander dorp is eigenlijk ook wel heel leuk.
25
7. Drijvende krachten van het dorp Ieder dorp heeft er één. Opgericht en aangestuurd door vrijwilligers die zich met 100% inzetten voor het dorp. Vergaderen met de gemeente, overleggen met het bestuur, organiseren van activiteiten en betrokkenheid creëren. Het zijn zo maar een paar taken voor de Vereniging Dorpsbelangen, deze drijvende kracht in het dorp,. In 1990 is de Vereniging Dorpsbelangen Lellens opgericht. De brug zal eruit gaan, waardoor het handig is om een groep mensen als aanspreekpunt te hebben. Uiteindelijk valt het met de brug nogal mee, hij wordt alleen opgeknapt, maar de dorpsvereniging is geboren. Al snel zet de vereniging een eerste grote project op: aanleg van een speeltuin in Lellens. Dit loopt niet over rozen. Er moet nogal wat gebeuren: een stukje grond zoeken, plannen opstellen, subsidies aanvragen. In het jaar 1993 haalt de vereniging na veel moeite de eerste subsidies binnen en daarna gaat de gemeente overstag. In het voorjaar van 1994 gaat de bouw officieel van start! Het plan is om een jeu de boulesbaan aan te leggen, rustplekken in de vorm van bankjes, een speeltoestel voor de kinderen, een steiger in het water en bomen. Het lukt. Ook leggen de vrijwilligers de jeu de boulesbaan aan en al snel volgt de rest. Bij het plaatsen van het speeltoestel krijgen de inwoners nog een aangename verassing. Het is erg koud en de inwoners hebben gezorgd voor snert en broodjes. De man die het toestel plaatst is zo verguld met de snert, dat hij spontaan een gratis picknicktafel aanbiedt. Op 1 juli 1995 is de speeltuin annex ontmoetingsplek officieel een feit en wordt de speeltuin feestelijk geopend. In de jaren die volgen verzorgt de vereniging activiteiten voor jong en oud. Knutselen, fietstochten, dorpsfeesten en paaseieren zoeken zijn enkele voorbeelden. In 2011 wordt de activiteitencommissie opgericht. Hierdoor kan het bestuur zich richten op andere zaken rond
26
Lellens en is de activiteitencommissie belast met het organiseren van evenementen voor jong en oud. Wel wordt er intensief samengewerkt tussen beide partijen, waardoor ook de Vereniging Dorpsbelangen zo nu en dan nog iets organiseert in het dorp. Als ik praat met de voorzitter van Dorpsbelangen, Karin van Wageningen vraag ik naar haar bijzondere momenten en herinneringen aan de Vereniging Dorpsbelangen. Ze haalt enthousiast drie mooie herinneringen op. Zo heeft Max van den Berg, Commissaris van de Koningin in de provincie Groningen, een bezoek gebracht aan Lellens. Dit was in het jaar dat het dorpshuis werd gebouwd en de bouw was inmiddels zo ver gevorderd dat er een keuze moest worden gemaakt uit vloeren. Ook Max van den Berg bracht hierbij zijn voorkeur uit en uiteindelijk viel de keuze op juist die vloer. Ander hoogtepunt was een groot Halloween feest in het dorp. 31 oktober viel op een zaterdag, dus reden genoeg om er een groot feest van te maken. Het hele dorp trok alles uit de kast om er zo griezelig mogelijk uit te zien. De mooiste en engste kostuums kwamen voorbij en er waren hapjes en drankjes. Een onvergetelijke avond voor de inwoners! Als laatste mooie herinnering noemt ze het kinderkamp, al is dat inmiddels alweer zo’n tien jaar geleden voor het laatst gehouden. Twee keer hebben alle kinderen uit het dorp samen gekampeerd. Het dorp kende toen nog veel kinderen, waardoor het altijd één groot feest was. Jammer genoeg is het nu niet meer mogelijk om met de kinderen te gaan kamperen: er wonen te weinig kinderen in Lellens. Het huidige bestuur bestaat al jaren uit dezelfde mensen. Deze mensen zitten met plezier in de vereniging en hebben het beste met hun dorp voor. Zonder vereniging zal het dorp een stuk minder levendig worden, maar ook praktische zaken zullen moeilijker te realiseren zijn. Dit verhaal draag ik daarom ook graag op aan de huidige Vereniging Dorpsbelangen Lellens en aan de activiteitencommissie, want door deze mensen wordt Lellens goed op de kaart gezet!
27
28
8. ‘Een uniek soort dorp’ In 1988 is Lellens aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Ik ga met de voorzitter van de Vereniging Dorpsbelangen, Karin van Wageningen, om tafel om het hier eens over te hebben. Wat betekent dit voor de inwoners en waarom is Lellens eigenlijk een beschermd dorpsgezicht? Als kleinste dorp van de gemeente Ten Boer is dit toch wel iets bijzonders. Ik begin mijn onderzoek met een zoektocht naar de betekenis van het begrip ‘beschermd dorpsgezicht’. Uiteindelijk vind ik een korte definitie: “groepen van onroerende zaken die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang dan wel hun wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde.’ Ook stuit ik op Internet op een document dat precies uitlegt waarom Lellens zo’n bijzonder dorp is. Het is de structuur van het dorp die uniek is ten opzichte van andere dorpen. De lage wierde van Lellens is namelijk opgebouwd uit twee elkaar loodrecht kruisende hoofdassen. Bij de meeste dorpen is het de kerk die centraal staat op de wierde. In Lellens daarentegen is het juist de kruising van de twee assen die centraal op de wierde is gelegen. Als je in het dorp loopt is dit nog goed terug te zien. De kerk staat niet centraal in het dorp, maar een beetje aan de rand. Of zoals Raadsvoorstel nr. 56 uit 1988 meldt : ‘Buiten twijfel staat dat het dorp Lellens in zijn soort een uniek dorp is. Bescherming van de bijzondere opbouw van dit dorp is daarom noodzakelijk’.
29
Dat Lellens een beschermd dorpsgezicht is, betekent ook dat het historisch karakter van het dorp behouden moet blijven. De bouwoppervlakten in het dorp zijn bekend, al mogen de inwoners hier en daar wel wat bij bouwen. Maar alleen onder strikte voorwaarden, zoals donkere dakpannen, een rode baksteen en houten kozijnen, vertelt Karin van Wageningen. Als inwoners voor een eigen onderneming willen bouwen, moeten ze wel hun bouwplannen eerst laten goedkeuren door een Welstandscommissie en door de gemeente. Vijf Lellensters hebben plannen om te gaan ondernemen. Dit varieert van plannen op het gebied van recreatie, horeca, kinderopvang en kunst. Als hun ondernemingslust leidt tot bouwvoorstellen, dan krijgen ze te maken met strenge eisen, waarvoor gemeentelijke toestemming nodig is. Dat kan ook erg snel gaan, wanneer de eerste plannen aan de eisen voldoen. Het beschermde Lellens heeft ook een aantal monumenten, namelijk het schathuis en de kerk. Beide gebouwen zijn goed bewaard gebleven en kennen een rijke geschiedenis. Maar ook het buitengebied Hemert heeft monumenten, dat zijn de wierde en de duivenpoort. Een beschermd dorpsgezicht heeft ook zijn voordelen. De inwoners die in het dorp willen wonen, zien de charme van het dorp juist liggen in de historische rijkdom ervan. Dit zorgt voor binding tussen de inwoners. Een uniek soort dorp dat is wat Lellens is!
30
9. Kussenslopen en juten zakken – de winter van 1979 Over de winter van 1979 doen veel mooie verhalen de ronde. Ieder dorp heeft een eigen verhaal met de belevenissen in de herinnering koudste februari maand van de vorige eeuw. Ik ben dan ook nieuwsgierig naar het verhaal van Lellens. Ik ontmoet Corrie Sijstra en Felix Emke. Ik neem plaats aan de keukentafel en vraag naar hun herinneringen aan de winter van 1979. Corrie Sijtstra begint meteen enthousiast te vertellen. ‘We hielpen allemaal mee met het schoonmaken van de straten’, begint ze. Lellens is compleet ingesneeuwd en volledig afgesloten van de buitenwereld. Voertuigen kunnen Lellens niet meer bereiken en ook lopend is het een moeilijke opgave om in of uit het dorp te komen. Maar de inwoners blijven niet bij de pakken neer zitten. ‘Toen de straten grotendeels schoon waren, liepen we al snel tegen het volgende struikelblok aan’, vertelt Corrie Sijtstra. Het eten begon langzaam op te raken, maar het dorp had geen eigen winkels. Lellens was voor zijn voedsel afhankelijk van omliggende dorpen, vooral Ten Post. ‘Met kussenslopen en jutezakken als tassen zijn we met een groepje mannen aan deze barre tocht begonnen’ vertelt Felix Emke die zelf ook heeft meegelopen. ‘Maar we hebben Ten Post kunnen bereiken en met de broden en melkflessen in onze geïmproviseerde tassen begonnen we aan de terugreis’. Een citaat uit de speciale Nood- Editie van het Nieuwsblad van het Noorden geeft een mooi beeld van de barre weersomstandigheden in deze winter. De Nood- Editie is speciaal ingezet om iedereen op de hoogte te houden van de sneeuwtoestanden.
31
32
“Het Noorden is dicht gesneeuwd. Na het ijzelfront van gisteravond heeft de sneeuw toegeslagen, voortgejaagd door een felle wind uit het Noordoosten. Er heerst een noodtoestand. Het verkeer zit muurvast. Reeks dorpen zijn onbereikbaar, talloze wegen volkomen onbereikbaar. Diverse rijkswegen zijn afgesloten, provinciale wegen zitten dicht. Scholen zijn gesloten, bedrijven liggen stil, het telefoonverkeer is ernstig gestagneerd. Treinen rijden met vertragingen, bussen op vele routes helemaal niet..” Ook de boerderijen hebben het moeilijk. De melkwagens kunnen het dorp niet meer bereiken, maar de koeien moeten gemolken worden en de melk klotst uit de melkkannen. Er worden daarom plastic zakken gevuld met melk die in de sneeuw worden ingegraven. Ik vraag aan Corrie en Felix waarom de boeren geen melk aan de inwoners gaven. Daar is een logische verklaring voor. ‘De boerderijen liggen een stukje bij het dorp vandaan en door de hoge sneeuwduinen waren de boerderijen niet te bereiken’, vertelt Corrie Sijtstra me. “Met bulderend geraas wordt de motor van de twintig ton zware legerbulldozer gestart. Waggelend rijdt het gevaarte van de dieplader af. Het is donderdagavond vijf voor twaalf. Terwijl de pijpen van de Hunzecentrale bij het Europaplein in Groningen constant een vette walm uitbraken, rijdt de donkergroen geverfde bulldozer over de rijksweg GroningenHoogezand. De sneeuw stuift hoog op. Een smal pad wordt zichtbaar. Eindelijk is het sneeuwruimen op grote schaal met behulp van het leger begonnen.” De militairen bereiken ook Lellens en met hun grote voertuigen maken ze de straten schoon. ‘Door hun enorme sneeuwverplaatsing schoven deze voertuigen al de sneeuw weer op onze opritten. Je kan dus wel zeggen dat we weer opnieuw waren ingesneeuwd’ vertelt Corrie Sijtstra. Al lachend gaat ze door met haar verhaal. ‘Maar toen er een tank net iets buiten het dorp in de sloot terecht kwam, konden wij er wel om lachen’.
33
Ik kijk even door het raam naar buiten en bedenk me hoe de straten er in februari 1979 moeten hebben uitgezien. Corrie Sijtstra laat me een foto zien van een aantal inwoners die druk aan het sneeuw scheppen zijn. Het bordje Lellens is nog goed te zien. Ik hoor dat deze foto overal op het nieuws is geweest en in verschillende kranten heeft gestaan. Ik bedank Corrie en Felix voor hun tijd en hun prachtige verhaal. Ik kijk nog één keer naar de foto en denk aan de inwoners die nauw hebben samengewerkt om de weersomstandigheden het hoofd te bieden. Een bijzonder en mooi verhaal waar het dorp trots op mag zijn!
34
10. Lellens anno 2062 Hoe zal Lellens eruit zien in de toekomst? Over 50 jaar bijvoorbeeld. Misschien wonen de kinderen van nu nog steeds in hun geboortedorp, leveren windmolens energie aan het dorp en is er een bredere vaart gekomen om grote boten en vrachtschepen door Lellens heen te laten varen. Zouden de ouderen van 2062 zich nog herinneren dat dit hun kinderwensen waren?
De grote steden hebben anno 2062 veel veranderingen doorgemaakt. Regiotrams, supersnelle digiwegen en multifunctionele woon&werkgebouwen kenmerken de steden. Maar Lellens is klein gebleven en de inwoners willen dit anno 2062 ook zo houden. Wel komen er meer mensen dan vroeger in Lellens aanwaaien: dat zijn toeristen die de herstelde borg komen bezoeken. De borg staat weer in zijn volle glorie te pronken aan het einde van de oprijlaan. De bomen staan er nog altijd imposant bij.
De grachten om de borg zijn uitgegraven, in het water zwemt een zwanenechtpaar. In de borg zelf waan je je in een voorbije tijd. De borg wordt bewoond door een afstammeling van bewoners uit het schathuis. In de borg kun je vorstelijk verblijven voor een ‘stee & stoetje’. Een vier kamers zijn ingericht als gastenverblijf. Iedere zondag opent de borg haar tuinen voor bezoekers. Mensen dwalen er rond, genietend van de rust en een lekker kopje thee in de theekoepel. Eens in het jaar laten alle inwoners van Lellens de geschiedenis van de borg herleven. Het hele dorp staat dan in het teken van de zestiende eeuw. Een verklede Lellenster mag 'Eltet to Lellens' zijn, die op zijn borg loopt te pronken en te pralen. Ook in 2062 wordt dit weer een echte toeristentrekker die Lellens op de kaart zet.
35
36
Het dorp is in de loop der jaren wel wat gegroeid. Hier en daar zijn energiezuinige huizen bijgebouwd en op de daken liggen zonnepanelen te gloeien in de zon. Gelukkig wonen er meer gezinnen met jonge kinderen in het dorp. Dat zorgt voor levendigheid en meer geluid. Lellens heeft nog steeds geen school, maar er is inmiddels wel een kleine buurtsuper opgericht. Daar worden de producten uit de dorpstuin en van de boeren verkocht. De speeltuin is in 2062 een waar kinderparadijs geworden met allerlei bewegingsapparaten. De kinderen mogen niet te dik worden! Ook ’t Proathoeske staat er nog steeds en wordt intensief gebruikt. De inwoners komen wekelijks bijeen om gezamenlijk te eten, te drinken en bij te praten. Aan het dorpshuis is een prachtige serre vast gebouwd. Met het realiseren van een tweede wc heeft het dorpshuis eindelijk haar lang verwachte drankvergunning gekregen! Het Lellenstermaar is verbreed en boten komen regelmatig door het dorp varen. Een uniek gezicht voor jong en oud! De ouderen kijken gemoedelijk naar dit tafereel en denken dan terug aan de kinderwensen van toen. De inwoners maken veel gebruik van het Maar. Veel inwoners beschikken over een eigen sloepje en regelmatig worden er samen tochten door alle inwoners ondernomen. In het dorp hangt nog steeds een gemoedelijke sfeer. Het is nog steeds een echt ‘ons kent ons’ dorp, waar mensen met elkaars lot zijn begaan en dus naar elkaar omkijken. Een buurman die een lift aanbiedt aan een mede-inwoner of een buurvrouw die even oppas voor de kinderen nodig heeft. Dat kenmerkt Lellens. In de Stad is dat een probleem, omdat de mensen elkaar niet kennen. Huizen zijn niet lang te koop, Lellens is een populair dorpje! Lellens is in 2062 met zijn jaren mee veranderd. Dat moet ook, maar de dorpse sfeer blijft. De inwoners zijn tevreden over hoe ze samen wonen in Lellens. Over de toekomst maken ze zich absoluut geen zorgen!
37
38
Dankwoord De verhalen van Lellens waren er niet zomaar. Hiervoor heb ik bezoeken afgelegd bij inwoners met bijzondere verhalen. Zonder hen had ik niet over de informatie kunnen beschikken om de tien verhalen te schrijven. Mijn dank aan de volgende inwoners is daarom groot: Hendrikus en Aaltje Kooistra Henk Kooistra Elle Woldendorp Karin van Wageningen Bertus Huzeling Felix Emke Corrie Sijtstra
Literatuur Hoeksma, T. (1995). Waar een klein dorp groot in kan zijn. Wiersema, L.(2012). Lellens 2012. Hoe waarderen inwoners van Lellens hun leefomgeving? Hanzehogeschool Groningen. Woltjer, J. (1992). Mijn jeugd in Lellens 1920 – 1945 – Herinneringen van Jan Woltjer
Internet http://www.europesebibliotheek.nl/nl/antiquariaat/Ten_Boer_in_oude_ansichten_deel_2/101-101830/artikel/6 http://kranten.kb.nl/view/article/id/ddd%3A010667793%3Ampeg21%3Ap009%3Aa0219 http://www.lellenstermare.nl/index.html
39
De onderzoeker
Lisette Wiersema (1991): ik ben geboren en getogen in Kroddeburen, dat deel uitmaakt van het dorp Ten Post. Mijn vader is een echte Ten Poster, hij woont al zijn hele leven in het dorp. Mijn moeder komt uit het Westerkwartier, dus ik kan wel stellen dat ik een rasechte Groninger
ben. Na de HAVO aan het Ommelander College te Appingedam ben ik Facility Management gaan studeren aan de Hanzehogeschool te Groningen. Het dorp Lellens grenst aan mijn geboortedorp Ten Post, waardoor ik bekend ben met het wierdedorp. Het uitzicht vanuit mijn ouderlijk huis ìs zelfs het dorpje en de meeste mensen waren dan ook geen onbekenden voor mij. Het dorpsonderzoek in Lellens is mijn eerste ‘echte’ onderzoek, dat ik met veel plezier heb uitgevoerd. Ik heb geleerd hoe je een onderzoek betrouwbaar uitvoert. Maar wat me speciaal bijblijft, zijn de inspirerende verhalen van de inwoners. Ik kijk dan ook terug op een warme afstudeerperiode waarin ik veel heb geleerd en bijzondere mensen heb ontmoet. Bedankt! Na mijn studie ga ik eerst over de wereld reizen, maar voor mijn echte baan kom ik terug naar Groningen. Beloofd!
40
Colofon Deze publicatie is in het kader van het project Sterke Verhalen van Groninger Dorpen verschenen en mede mogelijk gemaakt door een subsidie van de Provincie Groningen uit de reserve Leefbaarheid Krimpgebieden (onderdeel Innovatieve Projecten en Experimenten). ©2012, Hanzehogeschool Groningen, Postbus 3037, 9701 DA Groningen Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigde, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opname of op enige andere wijze, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Tekst: Lisette Wiersema, student Facility Management, Hanzehogeschool Groningen Met dank aan alle geïnterviewde bewoners van Lellens Begeleiding: Joost Eskes, docent Instituut voor Communicatie en Media, Hanzehogeschool Groningen. Vormgeving: Lisette Wiersema Foto’s: Lisette Wiersema en de Historische Vereniging Ten Post
41