WESTEREMDEN Sterke Verhalen van Groninger dorpen
Joline Wolthuis
1
2
WESTEREMDEN Sterke Verhalen van Groninger dorpen
Joline Wolthuis Opleiding Facility Management Hanzehogeschool Groningen December 2012
3
4
Voorwoord Voor u ligt een bundel met Sterke Verhalen over Westeremden. ‘Sterk’ omdat ze laten zien hoe een klein dorp vitaal kan zijn. Inwoners zetten samen de schouders onder hun dorpsverenigingen, zorgen voor activiteiten en helpen elkaar waar nodig. Dat lukt heel goed, zoals blijkt uit de verzamelde verhalen en impressies. Ze vormen een mooie illustratie bij de cijfers van het inwonersonderzoek Westeremden in 2012. Een onderzoek naar de waardering van de leefomgeving in Westeremden. (Wolthuis, 2012). Verhalen vertellen vaak wat bijzonder is tegen de achtergrond van het algemene. De winter van 1979 was in heel Nederland streng, maar mensen herinneren zich behalve de kou en de sneeuw de verbondenheid die ontstond. Overal verloren kleine dorpen hun middenstand, maar dorpsbewoners bedenken nieuwe voorzieningen en delen hun succes! Joline Wolthuis heeft vol inzet geprobeerd deze verhalen op te sporen en zo nauwgezet mogelijk vast te leggen. Ze heeft er naar gestreefd beweringen te verifiëren, maar het is geen wetenschappelijk werk geworden. Vertellers en luisteraars scheppen elk hun eigen beeld en elke generatie verwerkt zijn ervaringen in eigen verhalen. Behalve verhalen van bewoners vindt u hier observaties van een jonge studente die het dorp een half jaar lang intensief heeft doorkruist en beleefd. Het initiatief voor het project Sterke Verhalen van Groninger dorpen is genomen door Jannie Rozema, onderzoeker van het Kenniscentrum NoorderRuimte van de Hanzehogeschool Groningen. Haar onderzoeksthema is de kwaliteit van de leefomgeving. Dit tweejarig project voor 16 dorpen werd mede mogelijk gemaakt door een subsidie van de provincie Groningen uit de Reserve Leefbaarheid Krimpgebieden (onderdeel Innovatieve Projecten en Experimenten). Hopelijk dragen deze verhalen op hun eigen bescheiden wijze bij aan het voortbestaan van Westeremden als kleine, maar sterke woon- en leefgemeenschap. We zijn de inwoners die hun verhalen met ons wilden delen daar erkentelijk voor. Drs. Joost Eskes, projectleider Sterke Verhalen van Groninger dorpen Instituut voor Communicatie en Media, Hanzehogeschool Groningen
5
6
Inhoud
Voorwoord ................................................................................................................................. 5 Inhoud ........................................................................................................................................ 7 1.Westeremden en Ik ................................................................................................................. 9 2.Toen Westeremden in Alaska lag .......................................................................................... 12 3. Meer maren - een pleidooi voor kanoroutes ....................................................................... 15 4. Kroegen, kerken en verbouwingen ...................................................................................... 18 5. Het middelpunt van Westeremden...................................................................................... 22 6. Van de Zeem naar de Weem ............................................................................................... 25 7. ‘Dorpsschool dicht? In geen 800 jaar !’ ................................................................................ 28 8. Hoogtepaard, hoog te paard in Westeremden .................................................................... 31 9. Westeremden in 2062 .......................................................................................................... 34 Portret ...................................................................................................................................... 37 Dankwoord ............................................................................................................................... 38 Colofon ..................................................................................................................................... 39
7
8
1. Westeremden en ik Het is een prachtige voorjaarsdag als ik begin maart 2012 voor de eerste keer Westeremden binnenfiets. De bomen tonen nog hun wintertooi, maar Westeremden straalt al in het felle middaglicht. Er staat een flinke wind, de takken aan de bomen schudden en grauwe, pluizige wolken jagen hoog door de lucht. Vanaf de Huizingerweg sla ik rechtsaf de Kleine Weg in, eerst wil ik om het dorp heen rijden. Dan stap ik af en bekijk het dorp en de wierde waarop de dorpelingen al zo lang een veilig bestaan leiden. In de weilanden rechts naast me beginnen ineens paarden te draven. Misschien voelen ze al net als ik het voorjaar naderen. Ik sla bij een splitsing linksaf en rijd de Bredeweg op. Dat is wel een groot woord– zo breed is de weg van Stedum naar Westeremden nou ook weer niet. Een eindje verder strekt zich het kerkhof uit. Dan trap ik verder over de Molenweg. Links blinkt de Andreaskerk in de zon, het torentje blikt waakzaam over het dorp. Op het ruim honderd jaar geleden voor goed geld afgegraven deel van de wierde grazen schapen. Lammetjes dartelen rond hun moeders. Bij de boerderij van familie Bos sla ik linksaf de Pastorieweg op. Daar bevindt zich het oude Rechthoes. Ooit bladerden rechters daar in hun wetboeken en velden dan een oordeel … Nu is er in het oude pand een theeschenkerij gevestigd, maar deze opent helaas alleen op zaterdag de deuren. Geen warme kop thee dus voor mij op deze frisse zondagmiddag. Links en rechts vertonen zich nu schilderachtige huisjes, met in de flauwe bochten van de straat hun mooie tuintjes. Westeremden kent zoals veel dorpen ook een nieuwbouwwijk. Ik kijk er eigenlijk wel van op, want tegenwoordig gaat het altijd over ‘krimp’. Maar misschien heerste nog niet zo lang geleden woningnood en bouwde de gemeente volop voor jonge gezinnen. Ik sla de Kosterijweg in en zie rechts een oude kerk met als naam ‘Jachin’. Links verheft de BOAZ kerk zich. Daar ben ik 21 jaar geleden gedoopt. Tijdens de jaarvergadering van de dorpsvereniging vertelt voormalig bestuurslid Ria van der Ploeg me dat ze nog op kraamvisite is geweest. Ze was in die periode ouderling van de gereformeerde kerk. Ria herinnert zich dat er bij mijn doop veel kinderen om het doopvont stonden en meekeken. Dat geloof ik graag, want mijn neefjes en nichtjes waren er toen allemaal bij. Maar ik ben er niet blijven wonen, met mijn ouders verhuisde ik naar Den Andel. Westeremden werd een
9
10
herinnering. Rechts staat een deur op een kier, een kleine kat loert stiekem om het hoekje. Mijn camera legt het tafereeltje in een oogwenk vast. Dan sla ik rechtsaf naar de Oude Boor met zijn kleine, mooie huisjes en nette tuinen. Het uitzicht over de omliggende landerijen is weids. De straat eindigt bij Buurtsuper Van der Molen, Westeremden heeft gelukkig nog eigen winkels. Ik zet mijn fiets bij tweewielerzaak Mans Engel neer. Een bekend adres, want ooit kocht mijn vader er onderdelen voor zijn crossmotor, tegenwoordig crosst mijn broertje en koopt ook hij hier zijn benodigdheden. Ik loop het Viskenijpad op, zo te horen kon je hier ooit verse vis uit de vijver hengelen. Aan het einde van het pad, voorbij speeltuin de Bongelbult en een vrolijk gekleurd schoolgebouw, sla ik rechtsaf de Melkvaaller op. De straat gaat over in een klein klinkerpad, rond de indrukwekkende Andreaskerk staan de eerste voorjaarsbloemen in de bloei. Dit zijn de momenten waarop ik de harmonie van fleurige huizen in een groen, glooiend landschap van dorpen als Westeremden enorm waardeer. Een dorpeling vertelde mij dat een familielid bij aankomst in het dorp ooit zei: ‘Het lijkt wel alsof ik in een Charles Dickens landschap loop’. Dat gevoel heb ik ook. Vooral wanneer ik over het Abt Emopad langs de Weem van Henk Helmantel loop. Een schilderachtig plaatje. Ik sta nog even stil voor ‘Ons dorpshuis’ en zie dat er een jaarvergadering op komst is. Ik bedenk me dat ik daar mijn plannen kan presenteren. Iets verderop staat een standbeeld van een kind op een koe. Het maakt mij nieuwsgierig naar het achterliggende verhaal. Zo doorkruis ik dit oude Fiveldorp, ooit een dorp van stoere vissers, schippers en boeren. Honderden jaren geleden woonden Adegisl en Gisehild in dit dorp en lieten hun naam in runen op een weefzwaardje achter. Later sloegen Vikingen hier hun kamp op, het was hier niet altijd zo vredig als nu. Van de oude zeeboezem is geen spoor meer te herkennen. Ik kijk om me heen: mooie plekken te over, verhalen zat, neem ik aan. Ik neem me voor dit dorp binnenstebuiten te keren en sterke verhalen op te sporen en vanaf nu ben ik een en al gewillig oor voor Westeremden.
11
12
2. Toen Westeremden in Alaska lag ‘Het was een gure, donkere winternacht, een woensdagnacht van 14 februari 1979. Ik schrok wakker, wat was dat voor geluid? De dakpannen vlogen van het dak. Het stormde! Snel liep ik naar het raam en staarde vol verbazing naar buiten. Buiten was het dan wel donker, maar je kon toch zien dat het heel hard sneeuwde. Het leek wel alsof ik zo vanuit het slaapkamerraam op de eerste verdieping naar beneden kon glijden, zo hoog lag de sneeuw al. Ondertussen was de hele familie wakker geworden en we zaten samen in de keuken, buiten was het zoals ik al zei nog donker. Opeens viel het licht uit, er was een stroomstoring. Een half uur later klopten de buren op de deur. Hun centrale verwarming deed het niet meer. Ze vroegen of ze tijdelijk bij ons in huis mochten verblijven want wij maakten nog gebruik van gaskachels. Ik vond dit maar niks, wat moesten die mensen in ons huis, het werd me veel te vol en wist ik veel wat een centrale verwarming was?’ Met Ria van der Ploeg en Marc van Vliet zit ik aan tafel en we praten over hun herinneringen aan die zwarte nacht. We zitten bij hem thuis en drinken koffie aan de eettafel. Het is een prachtige lentedag en het voelt eerst nogal tegenstrijdig om nu over de winter te gaan praten. Maar daar zetten we ons over heen, want de winter van 1979 staat Marlies en Piet nog scherp op het netvlies. Toen waren ze kinderen, nu 33 jaar later wonen ze nog altijd in dat toen ingesneeuwde dorp van hun jeugd. Dat het licht uitviel, herinnert Ria zich ook nog heel goed. ‘Ik was wakker geworden van takken die op het dak beukten’, vertelt Ria. ‘Op dat moment viel ook bij ons ineens het licht uit en werd het koud. Toen het wat lichter werd en buiten de gevolgen van de storm zichtbaar werden, wilde ik niets liever dan buiten spelen in die prachtige sneeuwduinen die maar bleven aangroeien. Buiten zag ik dat de buurman met zijn auto in de sneeuw vast zat en met man en macht probeerde om de auto los te duwen. We moesten er eigenlijk erg om lachen. Het was zo’n komisch gezicht! Maar omdat het al dagen ijzelde, was er niet veel rantsoen in huis, de wegen waren spekglad, veel te gevaarlijk om te berijden. Ook bij ons kwamen buren in huis, omdat zij het thuis niet meer warm konden houden en geen eten meer hadden. Ik vond dit eigenlijk wel heel erg gezellig. Maar ook bij ons raakte het eten op. Ik weet nog dat ik van moeder in de voorraadkast moest kijken voor eten en ik kwam terug 13
met drie pakken Brinta! Drie keer per dag aten we een klein beetje Brinta. Ook zat iedereen aan de radio gekluisterd, te luisteren naar Radio Noord of er al ontwikkelingen waren.’ Als donderdagmiddag de storm eindelijk luwt, lijkt het wel of Westeremden in Alaska ligt, aldus Ria. De wereld is wit, hoge sneeuwbergen beletten elk vorm van transport. Overal komen de mensen naar buiten en halen trekkers met schuivers uit de schuren om de wegen vrij te maken. En binnen de kortste keren strijken ze de witte binnenwegen in het dorp weer glad en begaanbaar. Makkelijk is dat niet altijd. Marc kan zich nog goed herinneren hoe het naburige dorp, Garsthuizen, helemaal is afgesloten van de buitenwereld. Op de weg tussen beide dorpen in ligt een kolossale sneeuwbult van wel zeven meter hoog die niet van wijken weet. Een aantal bewoners van Garsthuizen en Westeremden graaft als mollen een tunnel onder de bult door en sluiten zo ook Garsthuizen weer aan op de buitenwereld. ‘Dat was een heel apart gezicht,’ vertelt Marc, ‘jammer dat we daar geen foto van kunnen vinden’. ‘Mijn vader had een veevoederbedrijf’, gaat Ria verder. ‘De dag na de storm, op vrijdag mocht er alleen noodverkeer over de wegen, voor anderen zijn de wegen afgezet, uit vrees voor ramptoerisme. Toch moest mijn vader met het diervoeder wel de nodige boerderijen af, omdat anders het vee van de boeren zou verhongeren. Dus tegen de regels in ben ik met mijn vader op pad gegaan richting Spijk. Maar we mochten niet over de grote wegen rijden, dus gingen we via ’t Zand. Soms probeerden mensen onze vrachtwagen tegen te houden, omdat ze dachten dat we ramptoeristen waren. Na de nodige uitleg mochten we dan wel doorrijden en zo bereikten we gelukkig Spijk’. Die vrijdagochtend trilt heel Westeremden wakker. Het leger is ingezet, tanks op rupsbanden rijden door het dorp om de toegangswegen sneeuwvrij te maken. Maar het werk is al verzet, de wegen zijn al berijdbaar.
14
3. Meer maren - een pleidooi voor kanoroutes Ooit lag Westeremden aan zee. Onder de naam ‘Emuta’ lag de wierde de eerste 1000 jaar van zijn bestaan aan de monding (muta) van wat eerst gewoon een ‘E’ heet (in het oudGermaans: stromend water), later Fivel. Schepen varen binnen en meren aan in de haven. Als de rivier in de loop van eeuwen dichtslibt en boeren, dorpelingen en monniken steeds meer land indijken wordt de haven overbodig en tenslotte in 1219 gedempt. Zo komt het Groningse Emden – later Westeremden - steeds verder landinwaarts te liggen. Toch is het ruim vijf meter boven NAP gelegen dorp nog altijd een bakenpunt voor schepen. Alleen het water van de Westeremdermaar herinnert nog aan de oude Fivelboezem. Is het geen tijd voor een betere toegang over water? Zelfs per kano is het dorp haast onbereikbaar, hoewel….. Er is een verhaal hoe je per vergissing per kano toch in Westeremden uit kunt komen. ‘Shit!’, een grote bos riet doemt op en voor ze het weet zit de kano vast gestrengeld in de biezen. Niets anders dan ruisende stengels om haar heen, vermoeid kijkt Stefanie omhoog naar de wolken in de lucht. Even sluit ze haar ogen, dan kraakt het riet en er klinken zompige voetstappen. Een oudere man in vissersplunje verschijnt en vraagt ‘aal goud mien wicht?’ Verward kijkt de kanoster de man aan, ‘Ja, het gaat goed hoor maar ik zit vast met de kano…’. Ze hoopt dat haar antwoord een beetje past bij de gestelde vraag, ook al zou dat toeval zijn. Ze verstaat namelijk geen Gronings. ‘Nou ja, zeg das toch ook wat, ik help die wel eem.’ De visser maakt aanstalten om de kano met de voet achteruit te drukken en voor ze het weet, vaart ze met een noodgang achteruit het water weer op. Ze bedankt en groet de man en peddelt vol goede moed weer verder. Het is een prachtige nazomerochtend, nu de mist is opgetrokken en de zon erop los schijnt. Op dat moment bereidt een dorpsbewoner haar wekelijkse koffieochtend met haar buurvrouw voor. De koffie loopt. ‘Wie kenn nog wel eem in toen zittn ja’, roept de buurvrouw vanaf de stoep en ze brengt de koffie naar het zitje achterin de tuin, in de zon en uit de wind, zoals elk tuintje op het Groningse platteland moet liggen. De tuin grenst aan een kleine sloot met een vlonder.
15
16
Ondertussen op het water vraagt Stefanie zich af of ze bij Garrelsweer wel de goede afslag heeft genomen, want ze wil op weg naar Appingedam. Als ze in de verte wat huizen ziet staan en de waterloop weer wat breder wordt, stelt dat haar gerust. Ze vermoedt een haventje met aan de rechterkant wat huizen. ‘Haven’, dat blijkt, als ze dichterbij komt toch wat tegen te vallen. Er is geen mens te zien en het loopt hier ook nog dood. Maar als ze beter kijkt, ziet ze dat er toch een duiker is, al lijkt het meer op een tunneltje. Ze maakt vaart, glijdt onder de ‘duiker’ door en ziet tot haar grote schrik dat ze in een sloot is beland van nog geen anderhalve meter breed! De walkant is aan weerszijden hoog en er groeit riet, het uitzicht is totaal verdwenen. In de smalle sloot kan ze de kano niet eens meer keren, dus besluit ze om maar verder te kanoën en te kijken waar ze uit komt. ‘Goh’, zegt Ria intussen in haar achtertuin tegen de buurvrouw, ‘Ik zou zo graag zien dat er hier in Westeremden wat meer aan wandel- en fietsroutes zou worden gedaan. Het is zo’n mooi dorpje, maar het wordt onder de toeristen te weinig gepromoot.’ Dan klinkt plots een stem achteruit de tuin. De theedrinkers staan voorzichtig op en lopen naar het einde van de tuin. Tot hun grote verbazing klimt een vrouw uit een kano de vlonder op. Stefanie hoort stemmen en kijkt omhoog. ‘O sorry! Ik ben verdwaald, geloof ik en ik moet heel nodig naar het toilet, zou dat bij u even mogen?’ ‘Dat is goed, kind’, zegt Ria. Even later zitten de vrouwen in de tuin en buigen zich over een plattegrond van de omgeving, waar de waterwegen ook op staan. Na een tijdje hebben ze een goede route terug naar Appingedam uitgestippeld en is de kanoster weer wat uitgerust. Als ze de kano hebben omgedraaid, vertrekt Stephanie in de juiste richting. ‘Jij bent de eerste kanoër die hier ooit aangelegd heeft, wees daar trots op’, roept Ria haar na. Het voorval geeft te denken. Zou een betere vaarverbinding geen goed idee zijn? Westeremden mag dan al zo’n 1000 jaar niet meer aan de Fivel liggen en onbereikbaar zijn voor zeeschepen, maar met zo’n geschiedenis moeten meer kano’s toch met goed fatsoen kunnen aanmeren? 17
4. Kroegen, kerken en verbouwingen Ooit was café Alting een begrip in het dorp. Het schenklokaal prijkt op verschillende ansichten, die een eeuw geleden al werden verstuurd. Eén ervan laat een prachtig café zien met een langgerokte dame er voor. Twee mannen halen een stunt uit en zitten op een stoel op het afdak boven het terras. Drie herenfietsen staan losjes gedrapeerd voor het café, waar met trotse koeienletters ‘Café Alting’ op staat. Met de ansicht kon je de groeten doen uit Westeremden. Na Meneer Alting zelf zou de familie Wildeboer eigenaar worden van het café en daarna kwam de familie Groenewold. Cafés en kerken konden in Westeremden zomaar van functie verwisselen. Hoe zit dat eigenlijk? Ik zal dat eens tot op de bodem uitzoeken.
18
Vanaf de kleine haven loop ik richting het voormalige café Alting. Van buiten lijkt het nauwelijks nog op de oude ansichtfoto. Ik heb een afspraak met Fiet de Lange die samen met haar man het voormalige café bewoont. Fiet, haar man en hun kat Boris Boef ontvangen me vriendelijk. Ik krijg een rondleiding. De huidige keuken was vroeger een slaapkamer met bedsteden. De woonkamer werd vroeger gebruikt als toneel en er stond een biljarttafel. De huidige eetkamer huisvestte de bar, waarvan de barkast nog aanwezig is. Ook de oude lichtschakelaars doen nog dienst, de oude opschriften staan er nog op. Waar diende toch de knop ‘vogels en parkieten’ voor? Herman van der Tuuk is ook van de partij en kan zich nog goed herinneren hoe het er in het café aan toe ging. ‘Om de stamtafel zaten de vaste bezoekers uit het dorp. Er werden sterke verhalen verteld, die vaak erg ongeloofwaardig waren.’ Daar had ik bij moeten zijn, bedenk ik in een flits. ‘In die tijd wisten mensen al van innemen’, vertelt hij. Zo gaat het verhaal dat de bewoner van een woonboot vlakbij het dorp zich regelmatig klem dronk in café Alting. Een stel kroegtijgers kon het een keer niet laten om een grap uit te halen en sloop voor de dronkaard naar huis ging al naar de woonboot. Daar bonden ze touwen aan de schoorstenen en zwiepten vanaf de wal de boot heen en weer. Zo viel het voor de arme drommel niet mee zijn dronken boot te betreden. Een andere dorpskroeg neemt zijn intrek in de voormalig gereformeerde kerk. Dit godshuis is gebouwd in 1898 en kreeg de Hebreeuwse naam Jachin, wat ‘grondvester’ betekent. Als in 1935 het besluit valt om een grotere kerk te bouwen voor de groeiende gemeente, krijgt Jachin een nieuwe functie. Eerst dient het nog als verenigingsgebouw, maar later verandert Jachin in de nieuwe dorpskroeg. Dat zit zo : Joop Smit woonde destijds naast Jachin en was niet alleen koster van de nieuwe kerk, maar ook beheerder van de oude. Maar Joop wilde wat anders en dus de horeca in. Wie kon Jachin van hem over nemen? Rien van Os zou hier natuurlijk de uitgelezen persoon voor zijn. Na wat onderhandelingen mag Van Os zich de trotse eigenaar noemen. Maar het café beklijft niet in Westeremden, na korte tijd krijgt Jachin weer een andere functie – jawel, een pizzeria vestigt zich in het voormalige kerkje. Het plafond wordt blauw geschilderd met wolkjes en er komt een steenoven. Maar ook die is niet van lange duur, want de nieuwe eigenaar komt helaas te overlijden. Dan koopt Rien van Os het terug en twee jaar later staat Jan Visser op de stoep met een leuk 19
20
idee, een weekendcafé moet het worden. Maar na drie jaar wil Rien wel weer van het pand af en biedt het weer te koop aan. Maar Jan Visser kan het pand dan niet kopen en zo komt toch er weer een einde aan dit dorpscafé. In 2002 komen Geir Eide en Bianca Elbers in beeld, hij is architect en zij stedenbouwkundige. Het stel komt bij toeval Jachin tegen. Ze zoeken in de dorpen rond Groningen een oud, karakteristiek pand om te klussen en op te knappen en dat vinden ze in Westeremden. ‘Het voelde in het begin vreemd aan tegenover het dorp om onze intrek te nemen in Jachin, omdat het een openbaar gebouw was en het dorp de kroeg kwijt was.’ De zaterdag na de verkoop besluiten ze om nog even langs te gaan in Westeremden, er is een slotfeest in Jachin, na wat begintwijfel voelen ze zich toch welkom. Als ze in hun nieuwe pand gaan wonen, staat er weer een flesje rode wijn klaar. Tijdens de verbouwing van Jachin nemen de dorpsbewoners regelmatig een kijkje en halen ze herinneringen op aan het gebouw, zoals doopceremonies, toneelopvoeringen en wedstrijden. De nieuwe eigenaren zijn niet ongevoelig voor die geschiedenis en doen er wat mee. Zo waren de muren van de kerk met anderhalve meter hoge marmeren platen bekleed. En daartegenaan stonden dan de kerkbanken. Dit was er allemaal al uitgesloopt door de vorige eigenaren, maar het echtpaar herstelt de situatie door in het hele gebouw op dezelfde hoogte kasten te plaatsen. Zo tonen zij als nieuwe inwoners respect voor de oude kerk en geven ze, zoals ze zelf zeggen, ‘de scheiding tussen de mensen en het hemelse rijk aan’. Maar de nieuwe eigenaren willen niet alleen stil staan bij het verleden, zoals Bianca zegt : ‘En nu is het ons huis en gaan we onze eigen herinneringen creëren’.
21
22
5. Het middelpunt van Westeremden Op het hoogste punt van de wierde staat stoer en parmantig de oude Andreaskerk. Met de bijbehorende pastorie ‘De Weem’ vormt de kerk het middelpunt van het dorp als de as in een wagenwiel. Wanneer ik in het voorjaar van 2012 om de kerk heen loop, staan de paardenbloemen en madeliefjes te pronken in hun voorjaarskleed. Een bleek zonnetje schijnt op de dakruiter met het torenuurwerk. Het is bijna 12 uur. De Andreaskerk dateert als zoveel kerken van het Groningse platteland uit het begin van de dertiende eeuw. Na een hevige brand in 1238 herbouwen de dorpelingen de kerk als kruiskerk en wijden zij hun kerk in 1259 opnieuw in. De kerk heeft een fraai interieur met schilderingen uit de 13e en 15e eeuw op de muren en gewelven. Johannes de Doper en de Heilige Laurentius kijken uit de gebogen gewelven nieuwsgierig naar de kerkbezoekers. Maar ooit werd in de kerk een moord gepleegd. In 1389 wordt Hayo Wibbens in de kerk vermoord. De hoofdeling woonde in Westeremden, maar waar precies? Was het op de borgheem of op de boerderij aan de Bredeweg? Het is nooit met zekerheid achterhaald. Ik heb een afspraak met Marc van Vliet, websitebeheerder van Westeremden. Ik loop met hem door de Andreaskerk en hij vertelt me dat uit verschillende bronnen blijkt dat Hayo Wibbens om politieke redenen om het leven is gebracht. Ik vraag hem om welke politieke twist het dan wel ging, waarna hij uitlegt; ‘Het is een uitvloeisel van de strijd om macht en invloed tussen de Schieringers en de Vetkopers’. Wibbens hoort tot de laatste groep en een vurige en vuige vete maakt een einde aan zijn leven. Bekend is dat de kern van deze onenigheid oorspronkelijk gelegen is in een confrontatie tussen twee kloosterordes, de Cisterciënzers en de Norbertijnen. De benaming ‘Schieringers' komt van ‘Schiere monniken', de bijnaam van de Cisterciënzers die een grijze (‘schiere') pij droegen. ‘Vetkopers' refereert aan dat de Norbertijnen vee hielden voor het vlees, zij deden aan ‘vetweiden'. Op de achtergrond speelt een machtstrijd tussen de graven van Holland en Oost-Friesland.’ Terwijl we bij het altaar staan, griezel ik bij het idee dat deze moord zich echt hier heeft afgespeeld. Precies waar we nu staan, achter de tafel, is eigenlijk de plaats delict en heeft er bloed gevloeid. Hier en daar zijn stukken gips van de kerkmuren verwijderd en oude tekeningen weer zichtbaar gemaakt. De heiligen op de muren waren ooit ooggetuige van de
23
brute aanslag. ‘Hayo hield zich schuil in de kerk’, vertelt Marc, ‘Maar de Schieringer Eppo van Nittersum uit Stedum met zijn manschappen spoorden hem op. Ze joegen hem via een zijdeur de kerk uit, een toegang die nu niet meer in gebruik is. Hayo vluchtte vervolgens de naastgelegen pastorieboerderij De Weem in. Maar dat was geen succes, want binnen de kortste keren rookten de Schieringers Hayo ‘uit’ zijn schuilplaats en staat de boerderij in lichterlaaie. Wibbens hoopt misschien nog dat de Andreaskerk hem een vrijplaats biedt, maar dit blijkt zijn laatste toevlucht te zijn. Hij rent langs de banken naar het altaar, maar daar grijpen Eppo van Nittersum en zijn manschappen Hayo Wibbens en slaan hem dood.’ Zo berichten oude Kronieken: "alsoo liep Hajo Wibena wederom in de kercke alwaer hij dan voor het hooge altaer is gegreepen ende doodt geslagen”. Ik loop langzaam de kerk uit en bedenk me dat het zesde gebod bruut werd geschonden. En dat in Gods eigen huis. Gelukkig is dit verhaal geschiedenis, Vetkopers en Schieringers vormen al eeuwen maar een voetnoot in de geschiedenis, al is er nog altijd sprake van politieke strijd, hartstocht en ja ook moord. Ik neem afscheid van Marc en loop verder het dorpsplein op en kijk nog een keer achterom naar de Andreaskerk, de Weem en het dorpshuis en snap zonder meer waarom dit volgens de dorpsbewoners de mooiste plek van Westeremden is. Het zonlicht straalt volop en het beginnende groen aan de bomen steekt af tegen de blauwe lucht. In Westeremden bezoeken op zondag veel mensen de Kerk. Met Kerst is er een kinderdienst waarbij heel veel dorpsbewoners, gelovig of niet, katholiek of gereformeerd, samen Kerst vieren. Een mooie traditie.
24
6. Van de Zeem naar de Weem In 1956 woedt er een hevige brand aan de Fiveldijk te Westeremden, het voorhuis staat in lichterlaaie en schuren beginnen gevaarlijk te roken. Het is het einde van de boerderij De Zeem, er blijft niet veel over na de brand. Henk Helmantel wordt in 1967 eigenaar van de villa naast de Andreaskerk, kort daarna ontdekt de jonge Groninger in de tuin de fundering van een oude middeleeuwse pastorie, een Weem genoemd. Hij is dan nog een vrij onbekende schilder. In 1974 besluit Helmantel de villa te slopen en met familie en vrienden de Weem weer op te bouwen. In 1981 is de reconstructie klaar. De Weem wordt nu een riante expositieruimte voor de vaste collectie van zijn eigen werk. Tijdens de herbouw is er wel een probleem – hoe kom je aan de juiste stenen, genaamd kloostermoppen, voor De Weem? Voor een schilder van levensechte stillevens en verstilde kerkinterieurs telt authenticiteit. Helmantel zoekt contact met een plaatsgenoot, Rien van Os: hij heeft een idee. De stenen van de in vlammen opgegane boerderij De Zeem lijken sterk op die van de oorspronkelijke weem. De herbouwer van De Weem vraagt de voormalig bezitter van De Zeem of hij de partijen steen mag gebruiken voor de wederopbouw van de oude pastorie. Rien van Os gaat hiermee akkoord, maar op een voorwaarde: ‘Als jij dan een mooi schilderij van de boerderij maakt’. Als de bouw gereed is, bezit Westeremden weer een traditionele Weem, kunstenaar Henk Helmantel groeit in de loop van de jaren uit tot een nationale bekendheid, kenners roemen zijn doeken, de prijzen stijgen. Helmantel studeert van 1961 tot 1965 aan de kunstacademie Minerva in Groningen, maar hij slaat een andere weg in dan veel van zijn generatiegenoten. De Groninger gelooft in artistieke tradities en ontwikkelt al snel een liefde voor de figuratieve schilderkunst, terwijl veel medestudenten juist willen breken met de oude vormen en aan een volstrekt nieuwe stijl beginnen. Ondanks of misschien wel dankzij zijn eigenwijze keuzen en dankzij zijn technisch meesterschap ontwikkelt Helmantels’ carrière zich voorspoedig. Hij put inspiratie uit grote namen uit het verleden, maar mag ook graag oude voorwerpen met een "verleden"
25
26
schilderen. Een hoogtepunt is een tentoonstelling in 1997 in Taiwan, waar honderd werken uit Helmantels eigen collectie tentoongesteld worden. Daarnaast zijn er tentoonstellingen in andere landen, terwijl de schilder in eigen land regelmatig exposeert in het stemmige voormalige Kruisherenklooster van Ter Apel. Jaarlijks bezoeken duizenden mensen De Weem in Westeremden om te genieten van de pastorie en de tuinen er omheen, de oude Andreaskerk en vooral het werk uit eigen collectie van de meester-schilder. Het enorme succes van zijn plaatsgenoot weerhoudt Rien van Os om naar het ooit beloofde doek van de voormalige Zeem te vragen. Totdat de inmiddels zestig geworden boer zijn verjaardag viert in het naburige Lellens. Er worden wat speeches gehouden, stukjes gedaan en Wia Buze laat er haar zangkunsten horen. Ook Helmantel is aanwezig. Wat blijkt, de dochters van Rien van Os hebben de beroemde schilder subtiel aan de afspraak herinnerd en wat blijkt: Henk Helmantel is ‘een man een man, een woord een woord’. Vandaar dat hij een ietwat groot cadeau bij zich draagt. Rien wordt samen met zijn zus en broer naar voren geroepen om het cadeau te onthullen. Op het doek prijkt de prachtige boerderij De Zeem met een rijke graanoogst op de voorgrond tegen een helderblauwe lucht. Ontroerd nemen de familieleden het schilderij in ontvangst, ze zijn er dolgelukkig mee!
27
28
7. ‘Dorpsschool dicht? In geen 800 jaar !’ In Westeremden prijkt op vele ramen en deuren een poster met als leus ‘Dorpsschool dicht? In geen 800 jaar!’ Net als elders op het platteland van Groningen en zeker ook in Fivelingo staan de scholen in kleine kernen onder druk, het lijkt wel alsof nergens meer krijt over de schoolborden mag krassen. In het dorp is heel fanatiek actie voor de school gevoerd. Maar heeft het ook geholpen om de school te behouden? Als het aantal mensen in een gemeente afneemt, merken de scholen dat als eersten. Er zijn steeds minder kinderen voor de basisschool in de gemeente Loppersum. De stichting Openbaar Onderwijs Marenland wil daarom alle kleine streekscholen sluiten en één grote brede school openen. Maar hier denken de bewoners in de betreffende dorpen heel erg anders over, want het gaat om hun kinderen èn er is een eeuwenoude traditie in het geding. Ga ook maar na, ooit schreven bewoners van Westeremden runen – hoekige tekens die je kon inkrassen in was of in hardere materialen. Honderden jaren later ontstaat een kloosterschool, waar jonge jongens Latijn leren lezen en schrijven en verhalen onthouden over kerkgeschiedenis en heiligen. Emo van Friesland onderwijst rond 1200 de kinderen van Westeremden. Hij heeft gestudeerd in Oxford, Orléans en Parijs. De school zal later naar hem heten, de Abt Emo school, want Emo zal bekend worden als Abt van het klooster Bloemhof in Wittewierum. Nog weer later staan kosters en schoolmeesters voor de klas, mensen als Melchior van Alfeldt, Christiaen Johannes, Jurjen Jurjens, Derk Jacob Winters, Hendrik Hofstee, Willem Hendrik Horseling en nog vele andere. Vaak zijn ze onderbetaald en moten ze bijverdienen als koster en voorzanger. In die traditie staan de vrouwen en mannen van nu: Klarie Kolkena, Yvonne Veldman en hun collega’s van de Abt Emo school. De school houdt het al 800 jaar vol, in slechte en in goede tijden. Dus waarom nu sluiten? Wat te doen? - zo klinkt in Westeremden. Er ontstaat een opwindend idee, misschien kan Yvonne Jaspers helpen. Initiatiefneemster Emmy de Haan haalt een aantal jonge mannen uit Westeremden over om met haar idee aan de slag te gaan. Hoe ze op het idee komt, is wat onduidelijk, maar succes heeft nu eenmaal vele moeders en nood breekt wet. Misschien kan de populaire presentatrice van het tv programma ‘Boer zoekt vrouw’ een programma maken onder de titel ‘Dorp zoekt vrouw’ … En dan valt alles op zijn plek. De eenmalige uitzending 29
van het programma presenteert zes jonge vrij gezellige mannen, die in Westeremden niet de ware kunnen vinden. Er zijn dames nodig, omdat er meer kinderen geboren moeten worden om de dorpsschool open te houden. RTV Noord schrijft grootmoedig: ‘Flink wat vrouwen hebben gereageerd en Talpa wilde zelfs een achtdelige serie maken over Westeremden. Dit voorstel is vriendelijk van de hand gewezen.’ Dit had een ijzersterk verhaal kunnen worden, maar ja soms lopen de dingen net wat anders. Maar dan komen de ouders in het geweer en staan op om actie te ondernemen. De Werkgroep Scholen Loppersum - Oost ontstaat. De leden vergaderen veel, schrijven, discussiëren en beraden zich op de kansen. Ze onderzoeken allerlei verschillende scenario’s en ze komen uiteindelijk met ‘Scenario 5’. Scenario 5 is een alternatief plan, waarin de realisatie en reorganisatie van de Abt Emo scholen wordt uitgelicht. Zo zegt woordvoerder Albert Mulder: ‘We zijn onze strijd begonnen omdat we in Loppersum - Oost de vier dorpsscholen willen behouden. Ons alternatief is een reëel organisatiemodel. We hebben er vertrouwen in dat het kans van slagen heeft. Voorbeelden in Drenthe en Friesland bewijzen, dat het model financieel en kwalitatief een succes is.’ Vaak krijgt de werkgroep Scholen Loppersum - Oost te horen dat Scenario 5 niet mogelijk is en dat de brede school er zonder twijfel komt of de ouders dat nu willen of niet. Totdat er op een dag verandering ontstaat, er komt een bemiddelaar tussen gemeente en werkgroep Loppersum - Oost. Dat biedt uitkomst, begin Juli 2012 valt eindelijk het verlossende woord : de ‘Abt Emo’ en andere scholen gaan de komende vijf jaar niet dicht. Dit komt mede, omdat stichting Marenland er financieel niet goed voorstaat en in deze tijden van economische crisis lijkt een complete reorganisatie niet de meest goedkope optie. Met Scenario 5 beginnen de volgende 800 jaar, daar is geen Yvonne Jaspers meer voor nodig!
30
8. Hoogtepaard, hoog te paard in Westeremden Hoog boven het dorp waait een blikkerend paard met alle winden mee. Natuurlijk is Westeremden bovenal een dorp van paarden, daarvoor hoef je maar even naar de dakruiter van de Andreaskerk te kijken. Het blinkend dier wijst voor iedereen de windrichting aan en voorvoelt of er weersverandering op til is. Hoe lang zou de fiere viervoeter daar al staan te draven? Een paard dus op een toren en geen haan. Bijzonder en toch ook weer niet. Vooral in Noord Nederland is een hele santenkraam aan beesten te vinden op de kerkspitsen. OK, je vindt er meestal hanen, pralende maar ook waakzame dieren die met hun kraaloogjes alle richtingen afspeuren op zoek naar onheil en onraad. ’s Morgens verwelkomen ze als eerste de dag en kraaien het dan uit. Maar de torenhanen herinneren ook aan de dag dat een verre voorouder drie maal kraaide toen, discipel Petrus zijn meester Jezus verloochende. De trotse torenhaan maant tot inkeer! Maar Groningse en Friese kerken zijn minder hanig dan elders in ons land. Vissen, zwanen, hennen, adelaars, een enkele haas (in Oudehaske), leeuwen, familiewapens en zelfs zeilschepen wisselen de haantjes af. En ook paarden torenen hoog boven hun dorpen uit. Trotse rossen pronken op de torens in Beerta, Bellingwolde, Den Andel, Drogeham, Eenrum, Finsterwolde, Groningen (sinds 1822, voordien een haan), Grootegast, Nieuw Beerta, Noordhorn, Noordlaren, Oterdum, Peize, Scheemda, Schildwolde, Usquert, Winschoten, Westerdijkshorn en, ja dus ook, in Westeremden. Wat doet een paard op deze toren? Wie zet er nu een ros op een kerk? Tja, daarover doen vreemde verhalen de ronde. Zo gaat het gerucht dat in een heel strenge winter met heel veel sneeuw - zo’n winter als die van 1979 dus, maar dan heel lang geleden - een baron zijn paard vastbond aan een metalen kruis. De vermoeide edelman viel in de sneeuw in een diepe slaap. Toen hij de volgende ochtend ontwaakte, lag hij beneden aan de voet van een kerk en bungelde zijn paard aan de toren! Maar het liep gelukkig goed af met het benauwde dier, zo gaat dat gelukkig nu eenmaal in sommige sagen. Net zoals in die van de baron van Münchhausen. De baron bevrijdt zijn rijdier uit zijn benarde positie, het paard valt maar landt als een wijze kater op vier p…., corrigeer, op zijn vier benen op de grond en draagt zijn heer - alsof er niets is gebeurd - naar nieuwe avonturen.
31
32
Maar Westeremden heeft meer met paarden dan alleen deze windvaan. Neem Jack Ohlsen. Hij staat rustig op een steiger de paardenstal te verven, als we hem spreken. Verderop graast zijn span paarden in de wei. Jack vertelt hoe hij met zijn edele dieren rijdt voor de ‘Groninger Vereniging voor Artillerie Traditie 1812-1912’. Jaren geleden nam oud-marinier Huub Nijholt in Usquert het initiatief voor deze vereniging. De vereniging verzamelt of bouwt kanonnen uit de negentiende eeuw. Behalve over kanonnen beschikt de vereniging intussen over andere militaria uit die tijd : munitiewagens, een keukenwagen, een foeragewagen, een haverwagen en een heuse paardenambulance uit 1865. In traditionele uniformen en aanspanningen brengen mens en dier de geschutstukken in stelling. Soms spannen de ‘stukrijders’ wel 8 dieren in voor de gevaarlijke vracht. De leden van de vereniging staan hun mannetje dankzij rij- en schietlessen. Af en toe schieten de kanonnen zelfs met scherp. De vereniging geeft demonstraties in heel Nederland en dat moet een spectaculair gezicht zijn. Soms is koningin Beatrix present. De paarden moeten heel wat kunnen verstouwen, vertelt Jack, want de artillerieschoten maken een hels kabaal. Het vergt heel wat training, geduld en respect om de paarden te laten wennen aan de rook, het lawaai en de herrie. Voor je daar aan toe bent moet je in het klein beginnen, zoals op de plaats stil blijven staan, zonder het paard vast te zetten. Als ruiter toon je respect voor het dier, maar het dier moet ook respect voor jou hebben, aldus Jack. Westeremden was ook lange tijd het dorp van Sieto Mellema. Mellema was oudburgemeester in Stedum, maar hij boerde in Westeremden. Mellema stond bekend als verdienstelijk dressuurrijder en springruiter of zoals hij zelf met typisch Groningse bescheidenheid aangaf, als ‘redelijk goede ruiter’. Mellema zou tot op hoge leeftijd rijden, maar hij zou nog veel bekender worden als bouwer van springconcoursen. Hij behoort daarmee tot de wereldtop. Voor zijn verdiensten in de hippische sport kreeg hij in 1989 een hoge onderscheiding, namelijk het officierschap in de Orde van Oranje Nassau. Op 11 januari 2012 overleed Sieto Mellema op 91-jarige leeftijd in Stedum. Op een zomerdag in 2012 rijdt een jong meisje op haar pony door het dorp. De hoefijzers tikken op het asfalt. Het dier schrikt even van een auto langs de kant van de weg, de fluoriserende stickers op het voertuig schitteren in de zon. De jonge ruiter spreekt het dier rustig toe en ze vertelt dat ze Magic, want zo heet de pony, al tien jaar heeft. Ze vertrouwt haar paardje volledig. Westeremden is nog altijd besmet met het paardenvirus. 33
9. Westeremden in 2062 Hoe ziet Westeremden er in de toekomst uit? Over 50 jaar bijvoorbeeld. Wonen de kinderen van nu dan nog steeds in hun geboortedorp? Is Westeremden een dorp waar kinderen skaten en kunnen rondhangen op de skatebaan en zomers zwemmen en kikkers vangen in een groot meer? Zouden de oudjes in 2062 zich nog herinneren dat dit hun kinderwensen in 2012 waren? De oudere inwoners van het dorp kunnen in 2062 van hun oude dag genieten in het zelf gebouwde appartementencomplex. De drie heren die hiervoor het initiatief namen, zeggen niets te kort te komen. De heer en mevrouw Visser zorgen voor de dagmaaltijd en Mans Engel verhelpt problemen aan fiets of rollator. De grote steden hebben anno 2062 veel veranderingen doorgemaakt. Regiotrams, supersnelle digiwegen en multifunctionele wonen-en-werkengebouwen kenmerken de stad. Maar Westeremden is zichzelf gebleven en de bewoners willen dit anno 2062 ook zo houden. Wel komen er meer mensen dan vroeger in Westeremden aanwaaien: dat zijn toeristen die De Weem, Andreaskerk en de Wierde komen bezoeken. Dit komt mede door promotieacties die het dorp zelf heeft opgezet: ‘Westeremden, parel in het Groninger Landschap’. Er wordt veel nadruk gelegd op alle kwaliteiten die het dorp heeft. De Abt Emo school bruist en bewijst nog altijd zijn bestaansrecht. De school hoeft zich om het minimum aantal kinderen geen zorgen meer te maken. Daarnaast beschikt Westeremden nu ook over een officiële peuterspeelzaal en is de uitbouw van de school gerealiseerd. Eens in de vijf jaar wordt tijdens een feestweek de komst van Abt Emo nagespeeld. De Middeleeuwse student, schoolmeester, pastoor en abt die een kroniek over zijn klooster schreef en over wie tal van boeken zijn verschenen, komt dan aanlopen in een wit habijt, de kleding van de Norbertijnen. Hij wandelt vanaf de Pastorieweg over het wandelpad de Wierde op waarop de bewoners van Westeremden hem verwelkomen. Ook is buurtsuper Van der Molen elke dag van de week geopend met verse groenten en vlees uit de directe omgeving van Westeremden. 34
Het dorp is in de loop der jaren wel wat verbouwd en gegroeid. Er zijn meer energiezuinige huizen gekomen en op de daken gloeien zonnepanelen in de zon. Er wonen nog steeds gezinnen met jonge kinderen in het dorp. Dat zorgt voor levendigheid en meer vertier. Ook Dorpshuis en de Viskenij staan er nog steeds en ze worden intensief gebruikt. Een aantal inwoners eet elke week een keer samen en dan wisselen de dorpsbewoners nieuwtjes uit. Het dorpshuis heeft een opknapbeurt gekregen en tijdens de drukbezochte interactieve jaarvergaderingen heeft iedereen een zitplaatsje. Ook het archief is opnieuw ingericht en aangevuld met een aantal objecten. Daaronder valt de mysterieuze toverlantaarn, die tijdens de zoektocht naar verhalen van Westeremden van zolder is gehaald. Eens in de zoveel tijd wordt er een demonstratie gegeven en vertellen professionele vertellers met veel elan de verhalen van dominee ten Broek in de nieuwe bioscoop. In het dorp hangt zoals altijd een gemoedelijke sfeer. Mensen kennen elkaar en kijken naar elkaar om. Burenhulp betekent dat een buurman een lift aanbiedt aan een mede-inwoner of een buurvrouw die spontaan even op de buurkinderen oppast. Dat kenmerkt Westeremden. In de Stad is dat een probleem, omdat de mensen elkaar niet kennen. Huizen zijn nog steeds niet lang te koop, Westeremden is een populair dorpje! Westeremden is in 2062 met zijn jaren mee veranderd. Dat moet ook, maar de dorpse sfeer blijft. De inwoners zijn tevreden over hoe ze samen wonen in Westeremden. Over de toekomst maken ze zich absoluut geen zorgen!
35
36
Portret
Joline Wolthuis (1991): ik ben geboren in Startenhuizen en vanaf mijn derde opgegroeid in Den Andel. Een klein schilderachtig dorpje in de Linthorst Homanpolder.
Een geboren en getogen Groninger dus en zelfs gedoopt in de BOAZ kerk in Westeremden! Het begrijpen en het een beetje kunnen spreken van het Gronings was af en toe erg handig voor de vele gesprekken die ik heb gevoerd tijdens dit onderzoek. Na de HAVO aan het Hogeland College in Warffum besloot ik om de opleiding Facility Management te gaan volgen. Als facility manager regel je de ondersteunende diensten in een organisatie, zoals catering, interne post, beveiliging, schoonmaak en organiseer je de evenementen. Ik ben aan de opleiding begonnen om eventmanager te worden, inmiddels is dit wel enigszins bijgesteld. Na het afstuderen bij het Kenniscentrum NoorderRuimte wil ik graag verder studeren in de richting van Sociologie of Bedrijfskunde. Waar ik ook terecht kom, ik blijf van de mooie Groningse wolkenluchten houden!
37
Dankwoord De verhalen van Westeremden waren er niet zomaar. Hiervoor heb ik bezoeken afgelegd bij inwoners met bijzondere verhalen. Zonder hen had ik niet over de informatie kunnen beschikken om de tien verhalen te schrijven. Mijn dank aan de volgende inwoners is daarom groot:
Klarie Kolkena Marc van Vliet Ria van der Ploeg Willek Slager Emmy de Haan Rien van Os Geert Janssens Herman van der Tuuk
Geir Eide Bianca Elbers Jan Visser Jack Ohlsen Mevr. Olthof Esmee Bakker Judith Oosterhoff Fiet de Lange
Boeken en artikelen Westeremden, het verleden van een Gronings terpdorp. I.B.M. Matthey, Rijksarchief Groningen Trouw, 7 april 2006. ‘Oude kanonnen zijn salonfähig geworden. Ook de koningin heeft er geen moeite mee’. Losse bronnen http://www.dvhn.nl/nieuws/groningen/article6703369.ece/Dorp-zoekt-vrouw%3A-dikke-hit http://www.rtvnoord.nl/artikel/artikel.asp?p=99141 http://www.brascamp.nl/windvaan/ (met een kleine 450 windvanen uit heel Nederland)
38
Colofon Deze publicatie is in het kader van het project Sterke Verhalen van Groninger Dorpen verschenen en mede mogelijk gemaakt door een subsidie van de provincie Groningen uit de Reserve Leefbaarheid Krimpgebieden (onderdeel Innovatieve Projecten en Experimenten). ©2012, Hanzehogeschool Groningen, Postbus 3037, 9701 DA Groningen Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enig andere wijze, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Tekst: Joline Wolthuis, student Facility Management Hanzehogeschool Groningen Met dank aan alle geïnterviewde bewoners van Westeremden Begeleiding: Joost Eskes, docent Instituut voor Communicatie en Media, Hanzehogeschool Groningen Vormgeving: Joline Wolthuis Foto’s: Joline Wolthuis, Fotoarchief Westeremden (www.westeremden.eu en www.westeremden.com), www.brascamp.nl (windvaan)
39
40