Legislatuur 2004 – 2009 1. Versoepelingen abattement en meeneembaarheid De termijn binnen dewelke een koper van een bouwgrond , die van het abattement of de meeneembaarheid heeft genoten , zijn hoofdverblijfplaats op die bouwgrond moet vestigen , wordt verlengd van drie jaar tot vijf jaar. In het stelsel van de meeneembaarheid is het voortaan ook toegestaan dat de vorige hoofdverblijfplaats wordt vervreemd bij wijze van verdeling of afstand van onverdeelde delen. Een echte zuivere verkoop is niet meer noodzakelijk. Dit is vooral belangrijk in geval van een echtscheiding. De woning die men verkoopt hoeft niet noodzakelijk meer tot hoofdverblijfplaats te dienen tot op het laatste ogenblik : te weten het ogenblik van de verkoop ( bij meeneembaarheid door verrekening ) of het ogenblik van de nieuwe aankoop ( bij meeneembaarheid door teruggave). Voortaan volstaat het dat men zijn hoofdverblijfplaats in de verkochte woning gehad heeft op enig ogenblik in een periode van 18 maanden hetzij vóór de verkoop , hetzij vóór de nieuwe aankoop. Wanneer is deze maatregel voelbaar voor de burger ? Deze maatregelen zijn op 1 januari 2005 in werking getreden.
2. Verlenging verlaagde schenkingsrechten voor bouwgronden Zie ook punt 10 uit het overzicht legislatuur 1999-2004. Bij decreet van 23 december 2005 wordt deze tijdelijk maatregel verlengd voor akten houdende schenking van een bouwgrond tot en met 31 december 2009. Voor akten vanaf 1 januari 2006 is wel verplicht dat de begiftigde binnen de drie jaren te rekenen van de datum van de akte een volledig dossier tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning tot het bouwen van een woning met betrekking tot het geschonken perceel indient.
3. Vrijstelling van successierechten wat de waarde van de gezinswoning betreft, in voordeel van de langstlevende echtgenoot/partner. Voor de meeste echtparen en samenwonenden is het verwerven van een gezinswoning nog steeds de belangrijkste investering die ze tijdens hun leven realiseren. Hiervoor moet echter wel vaak langdurig worden gewerkt, gespaard en/of een langlopende hypothecaire lening worden afbetaald. Maar wanneer één van beide partners komt te overlijden moet de langstlevende partner toch nog successierechten betalen op deze woning, terwijl er in de feiten meestal niets wijzigt. De langstlevende partner zal meestal de gezinswoning verder blijven bewonen.
1
In sommige gevallen dient de gezinswoning zelfs te worden verkocht om de successierechten te kunnen betalen… Uitgerekend dit wordt vaak als zeer onrechtvaardig ervaren. Dankzij het decreet van 7 juli 2006 zal de langstlevende partner voortaan geen successierechten meer betalen op de nettowaarde van de gezinswoning. Dit zowel voor gehuwden als voor samenwonenden. Samenwonenden zijn diegenen die een zogenaamde wettelijke samenwoningsovereenkomst hebben afgesloten , maar ook partners die gedurende minstens drie jaar samenwonen en een gezamenlijke huishouding voeren hebben recht op de vrijstelling. Deze maatregel ligt in het verlengde van het beleid om onroerende eigendomsverwerving via fiscale maatregelen te stimuleren en te belonen. Het is onlogisch, zelfs tegenstrijdig, enerzijds het verwerven van de woning fiscaal te vergemakkelijken maar anderzijds de overdracht aan de langstlevende op het einde van de rit al te zwaar fiscaal te belasten. Het decreet wordt toegepast op overlijdens die plaatshebben vanaf 1 januari 2007.
4. Vermindering van personenbelasting voor de beroepsactieve Vlaming Het decreet van 30 juni 2006 voorziet een Vlaamse vermindering op de federale personenbelasting in voordeel van de beroepsactieve Vlamingen. In 2007 bedraagt de korting 125 euro en deze wordt in 2008 opgetrokken tot 150 euro. In deze twee jaren is de korting voorbehouden voor die Vlamingen wiens activiteitsinkomen een maximumgrens niet overschrijdt. In deze eerste fase wordt bewust gekozen voor een fiscale stimulans voor diegenen die wat minder verdienen om de zogenaamde werkloosheidsval te bestrijden. Vanaf 2009 wordt de korting opgetrokken tot 200 euro en zal elke beroepsactieve Vlaming ervan kunnen genieten. Voor een gezin met twee werkende partners betekent dit dus al dadelijk een hogere koopkracht van 400 euro per jaar. Een groot deel van de rechthebbenden heeft de Vlaamse korting al in 2007 verkregen , via een verrekening in de bedrijfsvoorheffing. Het Koninklijk Besluit van 18 december 2006 heeft dit mogelijk gemaakt. Diegenen die het voordeel nog niet hebben genoten zullen het voordeel- via de afrekening voor het inkomstenjaar 2007- nog ontvangen.
Aanslagjaar PB 2008 2009 2010 2011 enz.
inkomstenja ar 2007 2008 2009 2010
minimum 5.500 € 5.500 € 5.500 € 5.500 €
maximum 21.000 € 21.000 €
Opstapregeling 22.250 € 22.500 €
bedrag 125 € 150 € 200 € 200 €
5. Verhoging van het abattement Bij decreet van 22 december 2006 wordt het bedrag van het zogenaamde abattement ( zie ook sub 2 ) verhoogd van 12.500 euro tot 15.000 euro.
2
De verhoging geldt voor koopovereenkomsten die worden afgesloten vanaf 1 januari 2007. Enkel het vrijgesteld bedrag wordt verhoogd, de voorwaarden tot het bekomen van de vrijstelling en de sancties bij niet-naleving van de door de koper na te leven verplichtingen, blijven ongewijzigd. Het effectieve voordeel voor de koper bedraagt voortaan 1.500 euro of 750 euro, afhankelijk van het toepasselijk tarief.
6. Bijzonder vast registratierecht voor minnelijke ontbindingen van koopovereenkomsten In ons recht is er sprake van een koopovereenkomst zodra er overeenstemming bereikt is over zaak en prijs. Voor onroerende goederen wordt doorgaans een onderhands document opgemaakt, de zogenaamde compromis. Later wordt dan een notariële akte opgemaakt die wordt overgeschreven op het hypotheekkantoor, maar die is eigenlijk alleen maar nodig voor de tegenstelbaarheid van de koop aan derden. Artikel 44 van het wetboek der registratierechten bepaalt dat elke verkoop, ruiling of andere overeenkomst waarbij eigendom of vruchtgebruik van een onroerend goed wordt overgedragen, onderworpen is aan het evenredig registratierecht, dat in Vlaanderen 10 % bedraagt, of 5% voor het klein beschrijf. Samengeteld hebben deze principes als gevolg dat het ondertekenen van de compromis het evenredig registratierecht opvorderbaar maakt. Indien in de notariële akte een andere koper vermeld wordt, dan is er sprake van een doorverkoop. Of indien de verkoop niet zou doorgaan , dan is er sprake van een ontbinding, en dat wordt fiscaal bekeken als een wederverkoop. En zowel de doorverkoop als de wederverkoop maken op hun beurt het registratierecht een tweede keer opvorderbaar. Het decreet van 23 november 2007 biedt een eenvoudige en fiscaal vriendelijke oplossing aan de koper en verkoper die hun overeenkomst minnelijk willen ontbinden of vernietigen. Wanneer een compromis aan de ontvanger wordt aangeboden, samen met een overeenkomst tot ontbinding van die compromis, zullen elk van beide documenten voortaan geregistreerd worden aan 10 euro. Wanneer de compromis werd geregistreerd vóór de ontbinding, dan wordt de compromis onderworpen aan het gewoon evenredig recht, maar na registratie van de ontbindende overeenkomst – en dat kan voortaan aan 10 euro – kunnen de op de compromis geheven rechten worden teruggegeven. Voorwaarde in beide gevallen is wel dat de ontbinding dateert van binnen het jaar na de datum van de compromis. Verder versoepelt het decreet de voorwaarden die gelden voor teruggave van registratierechten na een rechterlijke uitspraak ,en ook het regime van de zogenaamde commandverklaring wordt versoepeld. Deze maatregel is in werking getreden op 1 november 2007.
3
7. Afschaffing van de verkeersbelasting voor lichte aanhangwagens Iemand die een aanhangwagentje heeft waarvan de MTM ( maximaal toegelaten massa ) de 750 kg. niet overschrijdt, is verplicht hiervan een aangifte te doen bij de ontvanger van de directe belastingen vooraleer hij met dit wagentje de openbare weg op kan. Hij krijgt dan een fiscaal kenteken en dient een jaarlijkse belasting van 28,32 euro of 58,80 euro te betalen naargelang de MTM van het wagentje de 500 kg. al dan niet overschrijdt. De verkeersbelasting voor deze lichte aanhangwagentjes wordt vanaf 1 januari 2008 afgeschaft. Het is daarbij vooral de bedoeling een administratieve vereenvoudiging te realiseren. De rompslomp van de aangifte en de uitreiking van het attest wegen niet op tegen de beperkte budgettaire opbrengst van deze belasting. De maatregel kadert tevens in de voorbereidingen die de Vlaamse Belastingdienst momenteel doorvoert mho op de overname van de inning van de verkeersbelastingen. Het is daarbij de betrachting zoveel als mogelijk de manuele of fysieke aangifteverplichtingen te vervangen door gedigitaliseerde on-line aangiften, of beter nog door een integrale ambtshalve toepassing van de regelgeving, zonder administratieve verplichtingen voor de belastingplichtigen. De vrijstelling is voorlopig beperkt tot natuurlijke personen, ruim 160.000 belastingplichtigen.. 8. Versoepeling van de voorwaarden voor de vrijstelling van successierechten voor familiale ondernemingen Sedert 1997 hoeven geen successierechten betaald te worden wanneer Vlaamse bedrijven bij overlijden worden overgedragen. Eén van de voorwaarden was dat het bedrijf minstens 5 werknemers tewerkgesteld in het Vlaams Gewest moet hebben. Het Europees Hof van Justitie heeft bij arrest van 25 oktober 2007 geoordeeld dat de vereiste van de localisatie van de tewerkstelling in het Vlaams Gewest strijdig is met de Europese vrijheid van vestiging. De Vlaamse Regering heeft van de nood een deugd gemaakt en de regeling aanzienlijk vereenvoudigd. De vrijstelling wordt voortaan toegestaan als de onderneming in de drie jaar voorafgaand aan het overlijden minstens 500.000 euro aan loonlasten heeft uitbetaald aan werknemers die in de Europese Economische Ruimte tewerkgesteld zijn. Heeft de onderneming minder dan 500.000 euro aan loonlasten uitbetaald, dan wordt de vrijstelling proportioneel toegepast. De vrijstelling wordt behouden wanneer de onderneming in de vijf jaar na het overlijden een bedrag gelijk aan 5/3 van de loonlasten betaald vóór het overlijden heeft uitbetaald. Als de loonlasten betaald na het overlijden lager zouden liggen, dan wordt de belasting, tegen het normaal evenredig tarief proportioneel verschuldigd. Deze nieuwe methode van berekening is veel eenvoudiger dan de vroegere, waar de berekening van het voortschrijdend glijdend gemiddeld aantal werknemers niet altijd eenvoudig was. De aanpassing werd doorgevoerd bij decreet van 22 december 2007, en geldt voor overlijdens die plaatshebben na 31 oktober 2007.
4
9. Verlenging van de bezwaartermijn van de onroerende voorheffing bij improductiviteit van het onroerend goed. Bij programmadecreet van 22 december 2007 werd voorzien dat de termijn om bezwaar in te dienen tegen een aanslagbiljet inzake de onroerende voorheffing wordt verlengd, wanneer er sprak is van improductiviteit van het onroerend goed. Vanaf het aanslagjaar 2008 zal de bezwaartermijn voor dit type van bezwaar niet verstrijken vóór 31 maart van het jaar volgend op het aanslagjaar. 10. Volledige vrijstelling van onroerende voorheffing voor nieuw materieel en outillage. De vrijstelling van onroerende voorheffing voor nieuw materieel en outillage, geplaatst vanaf 2008, wordt vanaf het aanslagjaar 2009 steeds volledig. Het drempelbedrag van 1 januari 1998 wordt dus niet langer in aanmerking genomen. De Vlaamse Regering wil investeringen in nieuw materieel en outillage zoveel als mogelijk ondersteunen en aanmoedigen. Nieuw materieel en outillage is immers doorgaans energiezuiniger en milieuvriendelijker. Een modernisering van het productieapparaat leidt vrijwel steeds tot energiebesparing en tot het gebruik van technieken die minder belastend zijn voor het milieu. Om het oogmerk inzake milieu en energie nog kracht bij te zetten legt de Vlaamse Regering als voorwaarde op dat de ondernemingen de zogenaamde energiebeleidsovereenkomsten die door de Vlaamse Regering zijn opgemaakt, hebben ondertekend. Decreet goedgekeurd door het Vlaams Parlement op 14 mei 2008.
11. Vermindering van onroerende voorheffing voor energiezuinige woningen De Vlaamse Regering wil een stimulans bieden voor de gezinnen om hun woning energiezuiniger te maken, waardoor de uitstoot van CO² wordt gereduceerd. Anderzijds wil de Regering de gezinnen ook aanmoedigen tot een lager energieverbruik omdat de energiefactuur steeds meer beslag legt op een aanzienlijk deel van het gezinsbudget. Conform de huidige Energie Prestatie Binnenklimaat-regelgeving (kortweg EPB-regelgeving) dient een bouwheer voor zijn nieuwbouw een een energieprestatie of E-peil (dit is het totale energieverbruik van een woning ) behalen dat kleiner of gelijk is aan E100. Met de nieuwe maatregel worden bouwheren die betere prestaties neerzetten dan deze opgelegde minimumeisen fiscaal beloond. • • •
Een eigenaar wiens woning het E-peil 60 behaalt, bekomt gedurende tien jaar een korting van 20 procent op zijn jaarlijkse onroerende voorheffing. Een eigenaar wiens woning of gebouw het E-peil 40 behaalt, bekomt een korting van zelfs 40 procent op zijn jaarlijkse onroerende voorheffing. Voor onroerende goederen, andere dan woningen, zal een vermindering van 20 procent worden toegekend, wanneer dit goed een E-peil van maximum E- 70 bekomt.
Deze vermindering zal automatisch worden toegekend aan de belastingplichtige, zonder dat hij hiertoe administratieve formaliteiten dient te volbrengen. Sedert de overname in 1999 door de Vlaamse administratie van de inning van de onroerende voorheffing worden in Vlaanderen
5
trouwens ook de meeste andere verminderingen ( gehandicapten, kinderlast, bescheiden woningen, rechtspersonen en VEN-gebieden ) automatisch, dus zonder aanvraag door de rechthebbende, toegekend. Deze nieuwe vermindering kan overigens samengevoegd worden met die bestaande verminderingen. De maatregel treedt in werking vanaf het aanslagjaar 2009. Dit betekent dat investeringen uitgevoerd in 2008, vanaf het aanslagjaar 2009 tot een vermindering aanleiding zullen geven.
12. Verhoging van de korting op de personenbelasting De Vlaamse regering wil de lastenverlaging op arbeid ( zie sub 4 ) versterken. De korting voor het aanslagjaar 2009 wordt opgetrokken van 150 naar 200 euro. Tegelijking met de aanpassing van het bedrag van de vermindering wordt ook het grensbedrag voor de proportioneel gereduceerde vermindering aangepast. Het schema vermeld sub 4 zit er dan uit als volgt : Aanslagjaar PB 2008 2009 2010 2011 enz.
inkomstenja ar 2007 2008 2009 2010
minimum 5.500 € 5.500 € 5.500 € 5.500 €
maximum 21.000 € 21.000 €
Opstapregeling 22.250 € 23.000 €
bedrag 125 € 200 € 200 € 200 €
13. Verlaging van het tarief van het registratierecht voor aankopen door beroepspersonen Op 18 april jl. keurde de Vlaamse Regering een voorontwerp van decreet goed waarmee het tarief voor de beroepspersonen verlaagd wordt van 5% tot 4%. De bedoeling is om hierdoor het regime in zijn juiste verhoudingen t.a.v. het gewone tarief te herstellen. De tariefverlaging treedt in werking op 1 januari 2009. Tegelijk met de tariefcorrectie verkort de Vlaamse Regering de termijn van wederverkoop van tien tot acht jaar. Deze termijninkorting zal enkel gelden voor de aankopen geregistreerd aan 4%. Voor de aankopen die dateren van vóór de inwerkingtreding van dit decreet en die dus geregistreerd worden aan 5%, blijft de termijn van wederverkoop onverminderd behouden op tien jaar. 14. Verhoging van het abattement wanneer de koper een hypothecaire lening afsluit. Kopers van een eerste woning kunnen genieten van het zogenaamd abattement, dit is een vermindering van de belastbare grondslag met 15.000 euro bij de aankoop van die eerste woning ( zie ook het tweede item uit de legislatuur 1999 – 2004 ). Het instrument van het abattement is ondertussen goed ingeburgerd, het is in de praktijk goed gekend en het levert weinig of geen problemen bij de toepassing ervan.
6
Daarom voorzien we dat het gewone abattement van 15.000 euro verhoogd wordt met een bijkomend abattement op voorwaarde dat de koper een hypothecaire inschrijving neemt op het aangekochte goed. Dit bjkomend abattement bedraagt hetzij 10.000 euro bij een aankoop aan 10 % , en 20.000 euro bij de aankoop aan 5%. Zodoende bedraagt het effectief genoten voordeel 1.000 euro. Met deze maatregel wordt een eenvoudige en uitvoerbare uitwerking gegeven aan het regeerakkoord dat voorziet dat het registratierecht op de hypothecaire inschrijving van een lening voor de bouw, renovatie of verwerving van de enige gezinswoning, voor de eerste schijf van 100.000 euro wordt afgeschaft. De maatregel zal gelden voor aankopen vanaf 1 januari 2009.
15. Verhoging van de korting op de personenbelasting De Vlaamse regering wil de lastenverlaging op arbeid ( zie sub 4 en sub 12 ) versterken. De korting voor het aanslagjaar 2010 wordt opgetrokken van 200 naar 250 euro. En voor de rechthebbenden wiens activiteitsinkomen 22.000 euro niet overschrijdt bedraagt de vermindering 300 euro. Het schema vermeld sub 4 zit er dan uit als volgt : Aanslagjaar PB 2008 2009 2010 e.v.
inkomstenja ar 2007 2008 2009
minimum 5.500 € 5.500 € 5.500 € 5.500
maximum 21.000 € 21.000 € onbegrensd 22.000 €
Opstapregeling 22.250 € 23.000 €
bedrag 125 € 200 € 250 € 300 €
16. Successierechten : Uitbreiding keuzemogelijkheid Prijscourant In principe moeten de aangevers bij de opmaak van een aangifte van nalatenschap gebruik maken van de prijscourant die wordt uitgegeven in de kalendermaand die volgt op de maand waarin het overlijden heeft plaatsgehad. De aangevers kunnen zich ook beroepen op één van de twee daaropvolgende prijscouranten, op voorwaarde dat ze hun keuze in de aangifte uitdrukkelijk vermelden. De aangevers hebben dus de keuze uit drie prijscouranten. Gelet op de bijzondere omstandigheden waarmee de financiële markten vandaag geconfronteerd worden is het aangewezen deze keuzemogelijkheid verder uit te breiden met een bijkomende prijscourant die nog binnen de gewone aangiftetermijn wordt gepubliceerd. Deze maatregel geldt voor overlijdens die zich hebben voorgedaan vanaf 1 juni 2008.
7
17. Registratierechten : bijzonder abattement voor renovaties. – Bij verkoop van leegstaande en / of verkrotte woningen wordt de heffingsgrondslag voor de berekening van het registratierecht op verkopen ( 10 % of 5 % ) verlaagd met 30.000 euro, mits renovatie van het verkochte pand. Dit abattement kan gecumuleerd worden met het gewone abattement (zie 5) en het hypotheek-abattement ( zie 14 ). Deze maatregel treedt in werking vanaf 1 maart 2009. 18. Successierechten : versoepeling vrijstelling voor bossen
19. Mama en Papa – lening Het decreet Grond- & Pandenbeleid voorziet substantiële fiscale voordelen voor diegenen die zelf de verkrotting of leegstand willen aanpakken: Ouders, familieleden of vrienden die geld (tot 25.000 euro) lenen aan anderen om verkrotte of verwaarloosde woningen te renoveren, krijgen hiervoor een fiscale aftrek van 2,5% gedurende 8 jaar. Deze maatregel is ook een specifiek instrument voor het aantrekken van jonge gezinnen naar de stad. Met deze fiscale stimulans wil de Vlaamse Regering het aandeel aan verwaarloosde of verkrotte woningen laten dalen. Tegelijkertijd heeft de burger die hierin wil investeren Het ontwerp van decreet stelt volgende voorwaarden: De kredietgever had vóórdien geen zakelijke rechten in het gebouw. Het gebouw zelf is voor een periode van ten hoogste vier opeenvolgende jaren opgenomen in één of meerdere van volgende registers: het digitaal register van leegstaande gebouwen of woningen de lijsten van ongeschikte, onbewoonbare of verwaarloosde gebouwen/woningen de inventaris van leegstaande of verwaarloosde bedrijfsruimten. De woning moet na renovatie worden bestemd als hoofdverblijfplaats voor ten minste één van de kredietnemers gedurende ten minste acht opeenvolgende jaren. De fiscale aftrek wordt verrekend in de persoonsbelasting vanaf het jaar dat volgt op de bewoning door de kredietnemer. Let wel: Dit ontwerp van decreet moet nog aanvaard worden door het Vlaams Parlement en verschijnen in het Belgisch Staatsblad vooraleer het van kracht wordt. De Vlaamse Regering heeft op vrijdag 5 december 2008 beslist deze ontwerpen in te dienen bij het Vlaams Parlement.
Daar zal het in eerste instantie besproken in de bevoegde parlementaire commissies. Als de ontwerpen door de commissies aangenomen worden, gaat het naar de plenaire vergadering in het Vlaams Parlement. Nadat de plenaire vergadering het ontwerp aangenomen heeft, wordt de definitieve tekst naar de Vlaamse Regering gestuurd om te worden bekrachtigd en afgekondigd. Het uiteindelijke decreet zal worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
8