Lees je mee? Emma
of Drie dagen Parijs
werkbladen om methodisch en thematisch te werken aan leesbeleving © 2013 De Stiep Educatief Werkbladen bij de boeken voor het project Taal voor het Leven, geschikt voor NT1 en NT2. Stichting Lezen & Schrijven stelt nog meer materiaal beschikbaar voor taalvrijwilligers. Kijk voor meer informatie op www.taalvoorhetleven.nl Niets uit deze uitgave mag gekopieerd worden zonder uitdrukkelijke goedkeuring van de uitgever. De Stiep Educatief Oranjelaan 16 3235 SV Rockanje t (0181) 404782 i www.stiep-educatief.nl
Ria van Adrichem Itie van den Berg Leonie van de Wetering
1
Emma of Drie dagen Parijs Voor het lezen
De voorkant
Wat zie je op de voorkant van het boek? Onderstreep die zinnen. En wat denk je daarbij? Onderstreep ook die zinnen.* ik zie ik denk of misschien ook
een man en een vrouw een vrouw met een staart
2
dat ze bij elkaar horen
dat ze ouder dan 50 zijn
dat de vrouw jong is
dat ze alleen is
een soort toren
de Eiffeltoren
de Eiffeltoren in Parijs
mensen in een gebouw
dat mensen naar buiten lopen
dat ze in een station zijn
De titel
Wat lees je op de voorkant van het boek? Vul in.
Titel 1:
___________________
Titel 2:
___________________
Wat weet je nu door de tweede titel? Kruis aan. □ Je weet nu dat Emma in Parijs is. □ Je weet nu dat Emma naar Parijs gaat. □ Je weet nu dat het boek twee titels heeft. □ Je weet nu dat de schrijver niet kon kiezen: Emma of Drie dagen Parijs.
3
De achterkant
Lees de tekst op de achterkant van het boek. Wat weet je nu over Emma? Hier lees je vier zinnen. Zoek de drie zinnen die kloppen. Zet er een streep onder. Emma heeft een prijs gewonnen. Emma mag drie dagen naar Parijs. Emma gaat met Bram naar Parijs. Emma is in de war als ze Pieter ontmoet.
*Meer antwoorden zijn goed bij alle vragen.
werkblad 1
4
Emma of Drie dagen Parijs Voor het lezen Op de achterkant staat over Emma: Wat moet ze doen?
Wat denk je dat Emma doet? □ Emma gaat niet naar Parijs. □ Ik denk dat Emma naar Parijs gaat want ik zie de Eiffeltoren op de voorkant.
□ Emma kan niet kiezen tussen Bram en Pieter, omdat ze in de war is. □ Ik weet niet wat Emma gaat doen. Dat moet ik eerst lezen. □ _______________________________________
5
Wie heeft het boek geschreven?
□ Nicole, want zij heeft het voorwoord geschreven. □ Acht mensen, want ik lees acht namen op de linkerpagina naast het voorwoord. □ Een lees- en schrijfgroep, want dat vertelt Nicole. □ Een lees- en schrijfgroep, maar zo’n groep heet in België Open School. □ _______________________________________
6
Wat is dit voor een boek, denk je?
□ Ik denk een spannend verhaal. □ Ik denk een verhaal over liefde en relaties. □ Ik denk een boek om te lachen. □ Ik denk een verhaal over wat je kunt doen in Parijs.
□ Anders, __________________________________ Tip: Blader eens door het boek, dan kun je beter kiezen.
7
Wat lees je eerst? En wat daarna?
Blader eens door het boek en lees de titels van de hoofdstukken. Geef met cijfers de volgorde aan.
_____
Een verrassing
_____
De afspraak
_____
Een leugen
_____
Emma vertelt
_____
3 weken later
werkblad 2
Emma of Drie dagen Parijs Het verhaal
1
Je hebt het boek uit. Wat denk je?
□ Dit verhaal snap ik goed. □ Dit verhaal vind ik vreemd. □ Dit verhaal is saai.
□ __________________________ 2
Welke woorden passen volgens jou bij Emma?
Zet er een cirkel omheen. vreemd avontuurlijk
zelfstandig
Emma sterk
gek 3
vrolijk
aardig
ondankbaar
jong bang
Emma heeft een prijs gewonnen. Ze mag drie dagen naar Parijs.
Wat zou jij doen als jij die prijs had gewonnen? □ Ik zou met Bram naar Parijs gaan. □ Ik zou met Pieter naar Parijs gaan. □ Ik zou de prijs aan een vriendin geven en niet naar Parijs gaan. □ Ik zou alleen gaan.
□ __________________________
4
Pieter of Bram?
Voor wie zou jij kiezen als je Emma was? Hieronder staan voordelen van Pieter en Bram. Schrijf ze in de goede rij.
ken ik goed - ben ik verliefd op - wil niet uit - zegt lieve dingen heeft werk - zorgt voor bloemen - is zorgzaam
Voordelen van Pieter
Voordelen van Bram
_____________
_____________
_____________
_____________
_____________
_____________
Tip: Wil je weten wie Emma kiest? Lees de andere boekjes over Emma: Geen toeval en Een goede buur. Deze boekjes kun je lenen in de bibliotheek of kopen bij De Stiep Educatief. Kijk op www.stiep-educatief.nl
werkblad 3
5
Emma of Drie dagen Parijs Het verhaal
De vrouw vertelt…
Als je het verhaal van de vrouw leest, aan welk tv-programma denk je dan? □ Memories, want het gaat over een verloren liefde van een oude vrouw. □ Spoorloos, want de oude vrouw heeft Jan lang gezocht. □ Boer zoekt vrouw, want Jan is boer en heeft nu zijn vrouw. □ Weet ik niet, ik kijk nooit naar die programma’s.
6
Zie je de oude vrouw voor je? En zie je Emma voor je?
Hieronder staan beelden van Emma en van de oude vrouw. Schrijf ze in de goede rij.
haar ogen schitteren - lijkt broos - draagt een hoed - draagt handschoenen heeft smalle schouders - wind waait door haar haar
oude vrouw
_____________
_____________
_____________
_____________
_____________
_____________
_____________
_____________
7
Emma
Naar wie luistert Emma als ze niet weet wat ze moet kiezen?
□ De oude vrouw: ‘Ik heb de liefde van mijn leven gezocht.’ □ Joke: ‘Volg je hart.’ □ Pieter: ‘ Wou dat ik bij je was’. □ Zichzelf: ‘Ik kies nu voor Parijs, en straks beslis ik.’ □ _______________________________________
werkblad 4
8
Emma of Drie dagen Parijs Het verhaal
De tijd in het boek
Het verhaal van Emma begint op een maandag. Wat gebeurt er met Emma? Schrijf de dag voor de zin.
______
Emma gaat op stap met Joke
______
Emma ziet dat ze de loterij heeft gewonnen.
______
Feest: Pieter is jarig.
______
Emma heeft een afspraakje met Pieter.
______
Joke krijgt een ongeluk.
______
Emma is in de war en praat met Joke.
______
Emma gaat naar Parijs.
Geluiden lezen
9
Kies uit: maandag - vrijdag - zaterdag een maandag later - drie weken later
April M D W D V Z Z 26 27 28 29 30 31 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 1 9 20 21 22 23 24 25 2 6 27 28 29 30 1 2 3 4 5 6
Emma belt Joke. Vlug mijn gsm. Triii..., triii.... Welk geluid past bij jouw gsm? Hoe zou jij dat opschrijven? Vergelijk de geluiden van verschillende telefoons, van je groep, van je familie, ... Schrijf de leukste drie op. De bovenste is het hardst, de onderste het zachts.
Hard geluid:
__________________________
Minder hard geluid: __________________________ Zacht geluid:
werkblad 5
__________________________
1
Emma of Drie dagen Parijs Reizen
Emma gaat met de trein naar Parijs
Wat heeft ze allemaal moeten doen? Kruis de zinnen aan die passen. □ Emma heeft geen kaartje gekocht. □ Emma heeft op internet gekeken hoe laat de trein naar Parijs gaat. □ Ze heeft gezien dat ze moet overstappen in Brussel. □ Emma heeft Bram om hulp gevraagd. □ Emma heeft gezocht op welk spoor de trein vanuit Brussel vertrekt. □ Ze heeft gezocht hoe lang de treinreis duurt. □ Emma heeft naar de prijs gekeken. □ Ze heeft het hotel gebeld. □ Ze heeft gevraagd hoe ze van het station naar het hotel komt.
2
Reizen met de trein
Wat vindt Emma leuk aan het reizen met de trein, denk je? Zet in de goede rij: alleen reizen - het ontmoeten van mensen in de trein uitzoeken hoe je moet reizen - een plaatsje bij het raam Vul aan met zinnen van jezelf.
leuk
niet leuk
_____________________
_______________________
_____________________
_______________________
_____________________
_______________________
_____________________
_______________________
3
Welke borden kun je tijdens een treinreis tegenkomen?
Zet een kruis bij die borden. Borden met
□ plaatsnamen □ namen van het station □ reclame
8 Paris Gare du Nord
□ treintijden □ __________________________
werkblad 6
4
Emma of Drie dagen Parijs Reizen
Hulp vragen
Reis je weinig met de trein? Vraag dan om hulp: Aan een andere reiziger. Of aan de conducteur. Welke zinnen horen daarbij? Kruis aan. □ Hoe log ik in met mijn OV-kaart?(OV=openbaar vervoer) □ Is dit de trein naar Amsterdam? □ Moet ik ook overstappen? □ Op welk perron vertrekt de trein? □ Wanneer komen we in Amsterdam aan? □ Hoe duur is de koffie? □ Waar is het toilet? □ Mag ik de lift gebruiken?
5
Puzzel: de reis van Emma
Schrijf de woorden in de zinnen en in de puzzel. Een cijfer in een vakje betekent: hetzelfde cijfer is dezelfde letter. 1
1
Kies uit deze woorden: koffer – lijn – overstap ov-kaart – perron – reis station – trein – vertrek
3
2 3
2 2
3
2
1
3
4
2
5 1
6
2
1
3
4
3
4
1 Emma gaat met de_____ naar Parijs. 1 2 7 2 Als je in de trein stapt, scan je je _____. 4 3 Emma heeft een _____ in Brussel. 8 2 4 Ze heeft maar een _____ voor haar spulletjes. 9 5 Emma wacht op _____ 3 op de volgende trein. 6 Ze stapt uit op _____ Parijs Centraal. 7 Emma haar _____ is op 5 mei om 11.05 uur. Dan gaat ze weer naar huis. 8 Ze neemt in Lier_____ 82. Die bus gaat langs haar huis. 9 Emma vond het een spannende _____.
Emma ging alleen met de trein
Goed gedaan? Dan lees je van boven naar beneden in de grijze vakjes de rest van deze zin.
werkblad 7
1
1
Zeg het mooier
Een schrijver zegt niet een wind maar een frisse wind. Maak de zinnen mooier. Zoek de woorden bij de zin en vul ze in.
dikke - grijze - groot - klein - mooie - vrolijke - smalle - zijden
Emma of Drie dagen Parijs Taal in het boek
Emma heeft __________ nieuws. Ze heeft gewonnen.
Joke heeft een __________ buil op haar hoofd.
Emma heeft een __________ hartje als ze alleen in de trein zit.
Emma hoort het __________ geluid als ze uit de trein stapt.
De oude vrouw draagt __________ handschoenen.
De oude man heeft__________ haren en rimpeltjes.
Hij legt zijn arm om haar __________ schouders.
Pieter had een __________ droom over Parijs en Emma.
2
Hetzelfde? Maar toch anders.
Je leest steeds twee zinnen. In die zinnen kun je hetzelfde woord invullen.
Kies uit deze woorden: opgeruimd - uitblazen - uitslag - verstoppen - vliegen - slip
De vogels __________ hoog in de lucht. De broodjes in de bakkerij __________ in het rond.
Emma leest de __________ van de loterij. Mijn handen zien rood van de__________.
We gaan de kaarsen __________. We gaan __________ in de bar.
Het kind __________ zich achter een boom. Emma __________ zich achter een boek.
De kamer van Emma is __________. Die man zeurt nooit, hij is altijd __________.
werkblad 8
3
Emma of Drie dagen Parijs Taal in het boek Emma heeft de loterij gewonnen
Zoek de woorden bij de zin en vul ze in. gedanst - gekust - geregeld - geschrokken - geslipt - gewerkt - gewonnen - gezongen
1
‘Dat is dan __________ ’, zegt Pieter.
2
Joke is __________ in de sneeuw.
3
Ze is erg __________.
4
Er wordt __________ ,__________ en __________ op het feest.
5
Jan heeft in Afrika __________.
4
Spoedafdeling, wat een lang woord!
Pieter werkt op de spoedafdeling van een ziekenhuis. In dit woord zie je twee woorden: spoed en afdeling. Maak ook lange woorden met spoed en afdeling. Eén woord past bij allebei de woorden. geval - hart - gips - kinder - kraam - operatie - sport
Spoed
Afdeling
_______________
_______________
_______________
_______________
_______________
_______________
_______________
_______________
_______________
_______________
5
Sms-taal
Pieter stuurt sms’jes aan Emma. Een sms’je is vaak heel kort. Maak dit berichtje weer compleet.
____________________ ____________________
Lieve M X Fst was 1 grt fst met jou P
____________________ ____________________
werkblad 9
Parijs met een ij en reis met ei
Zoek deze ei- en ij-woorden in de puzzel.
Zoek
van links naar rechts van boven naar beneden
6
Emma of Drie dagen Parijs Taal in het boek
van rechts naar links van beneden naar boven
Zet een streep door de woorden die je gevonden hebt.
blij dijk pijn trein wijn
blijf klein reis vijf ijs
blijven lijn rij vrij zijden
bij Parijs tijd wij
p
g
b
l
ij
f
ij
v
a
e
l
h
t
ij
d
r
r
z
ij
d
e
n
r
ij
ij
s
v
ij
e
i
e
i
s
m e
k
l
e
i
n
w
ij
n m ij
r
s
e
ij
b
p
t
i
d
ij
n
Goed gedaan? Dan kun je met de letters die overblijven nog twee woorden maken.
Emma vindt het moeilijk om een
Emma wil een eerlijke
werkblad 10
zijn.
te hebben.