LEERPLANSITUERING: BEGINSITUATIE:

KaHo Sint-Lieven Bachelor in het Onderwijs: Secundair Onderwijs Campus WAAS Hospitaalstraat 23, 9100 Sint-Niklaas Lesvoorbereiding Tel.: 03 780 89 04 Fax: 03 780 89 03 E-mail: [email protected]

LEERPLANSITUERING:

BEGINSITUATIE:

DOELSTELLING:

4.5.1 Enkele voordelen en enkele risico’s noemen van het verbinden van PC’s in een netwerk; 4.5.2 Het onderscheid kennen tussen lokale en wereldwijde netwerken; 4.5.3 De begrippen server en werkstation omschrijven; 4.5.4 De verschillende componenten van een thuisnetwerk omschrijven en hun functie toelichten. Leerlingen hebben nog geen ervaring met netwerken. De meesten hebben thuis wel een eenvoudig thuisnetwerk staan, maar kunnen hier meestal niet mee omgaan. Ze weten wel dat de PC’s in een netwerk verbonden staan omdat ze bestanden kunnen delen en een eigen netwerkschijf hebben. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19.

MATERIAAL:

GERAADPLEEGDE WERKEN:

Lesvoorbereiding Stage 3

20.     

Toelichten waarom netwerkkabels gebruikt worden; In eigen woorden uitleggen wat een netwerk is; De benodigde hardware voor een netwerk opnoemen; In eigen woorden uitleggen wat een router is; In eigen woorden aanduiden waarvoor de aansluitingen op de achterkant van een router dienen; In eigen woorden uitleggen waarvoor een draadloze ontvanger dient; In eigen woorden uitleggen wat een modem is; In eigen woorden uitleggen waarom we een netwerkkaart nodig hebben; De verschillende onderdelen van een huisnetwerk benoemen op een tekening; Enkele voordelen van een netwerk opsommen; Enkele nadelen van een netwerk opsommen; In eigen woorden uitleggen wat een server is; In eigen woorden uitleggen wat een server is; Op een schematische voorstelling van een netwerk een verschil kunnen maken tussen workstations en servers; De volledige benaming van LAN opschrijven; In eigen woorden omschrijven wat een LAN inhoudt; De volledige benaming van WAN opschrijven; In eigen woorden omschrijven wat een WAN inhoudt; Van realistische voorbeelden kunnen bepalen of we te maken hebben met een LAN of WAN; Een schematische voorstelling van een beschrijving van een netwerk maken. Netwerkkabel; Aansluiting; Router; Draadloze ontvanger; Netwerkkaart.

Desktopper

13-12-2011

Lesfase titel + timing: Inleiding 3’ Doelstellingen: 1. Toelichten waarom netwerkkabels gebruikt worden. 2. In eigen woorden uitleggen wat een netwerk is. Inhouden

 

Netwerkkabel: kabel waarmee PC’s en andere apparaten uit een netwerk met elkaar verbonden worden. In een netwerk staan allerlei computers en randapparaten met elkaar in verbinding.

Leermiddelen – Materiaal Organisatie Opstelling

Didactische werkvormen Leeractiviteiten van de leerlingen Med: Jullie hoeven je PC’s niet aan te zetten. OLG: Ik heb hier een kabel meegebracht. Komt jullie die bekend voor? Waarvoor zou die kunnen dienen? OLG: Als jullie denken aan een netwerk wat zou dat dan kunnen zijn? Bestaan er nog “andere” netwerken in België (spoorwegennetwerk…) Ze staan allemaal in verbinding met elkaar. OLG: Voor de kenners onder ons: kan ik deze twee PC’s zomaar met deze kabel verbinden? OLG: Zijn er al mensen in de klas die ooit al eens een netwerk opgesteld hebben? Bv. een thuisnetwerk? Was dat moeilijk?

Lesfase titel + timing: Hardware: 7' (met filmpje 2: 10 min) Doelstellingen: 3. De benodigde hardware voor een netwerk opnoemen; 4. In eigen woorden uitleggen wat een router is; 5. In eigen woorden aanduiden waarvoor de aansluitingen op de achterkant van een router dienen; 6. In eigen woorden uitleggen waarvoor een draadloze ontvanger dient; 7. In eigen woorden uitleggen wat een modem is; 8. In eigen woorden uitleggen waarom we een netwerkkaart nodig hebben. Inhouden   

Modem: hier komt het telefoonsignaal binnen. Router: verkeersleider, regelt het netwerkverkeer en verbindt verschillende PC’s met elkaar. Netwerkkabel: kabel waarmee PC’s en andere apparaten uit een netwerk met elkaar verbonden worden.


Didactische werkvormen Leeractiviteiten van de leerlingen Med: Uiteraard hebben we heel wat hardware nodig om een netwerk te kunnen opstellen. Dem: lkr laat een router zien: “Hoe zou men dit bakje noemen”. De meesten onder ons zullen er zo zeker eentje in huis staan hebben. Aan de onderkant zien we allemaal aansluitingen. Helemaal links zit de telefoonaansluiting. Bij Belgacom komt internet langs de telefoonlijn dus die moet hier ingeplugd worden. Daarnaast zien we de ethernet poorten zitten. Welke kabel moeten we daar insteken? We moeten de ethernet kabel dus in de ethernet poort steken. We kunnen meerdere PC’s 13-12-2011

Leermiddelen – Materiaal Organisatie Opstelling Hardware

p. 2/5

  

Aansluiting: connector waar men de netwerkkabel in kan steken om contact te maken met het netwerk. Netwerkkaart: ontvangt de signalen van het netwerk en zet die om. Draadloze ontvanger: ontvangt draadloze netwerkverbindingen.

Lesfase titel + timing: Geleide oefening 1:

aansluiten. Deze router is de basis van ons thuisnetwerk want dit zal de verschillende PC’s met elkaar verbinden en onder andere internet leveren. Vs: Kan jij nog even herhalen waarom we dit bakje nodig hebben? (lkr tekent ondertussen een modem en router op bord die in contact staan met elkaar) Vs: Hoe moesten we onze PC weer aansluiten? (lkr tekent een PC en de aansluiting met de router op bord) Med: Je kan natuurlijk ook gewoon een printer met netwerkaansluiting aansluiten op de ethernet poort. Med:We kijken even naar een bedraad netwerk. Kijk even mee naar dit filmpje http://www.explania.com/nl/animaties/detail/wat-is-een-netwerkkaart Med: Als ik een computer in het netwerk wil aansluiten heb ik wel een netwerkkaart nodig. Die ziet er zo uit en zal de signalen omzetten. OLG: Wie werkt er thuis allemaal al met een draadloos netwerk? Ik laat jullie even een filmpje zien.: http://www.explania.com/nl/animaties/detail/waaruit-bestaat-een-draadloos-netwerk Med: Deze router kan ook een draadloos signaal uitsturen. De data gaat dan niet via de kabel, maar door de lucht. Je moet wel een speciale ontvanger kopen als die niet ingebouwd is. Die ziet er zo uit. (lkr. laat ondertussen de geziene hardware even in de klas rondgaan en tekent een PC met draadloze ontvanger op bord)

12’

Doelstellingen: (1-8) 9. De verschillende onderdelen van een huisnetwerk benoemen op een tekening 10. Enkele voordelen van een netwerk opsommen; 11. Enkele nadelen van een netwerk opsommen. Inhouden



Didactische werkvormen Leeractiviteiten van de leerlingen

13-12-2011

p. 3/5

Alle vorig geziene leerinhouden

Opdr: Nu jullie de basishardware van een netwerk gezien hebben, mogen jullie je boek nemen op Schakelkast (achteraan in pagina 60. Jullie zien daar een tekening van een thuisnetwerk en een bedrijfsnetwerk staan. de klas) Benoem de verschillende onderdelen. Ondertussen mag de helft van de klas even naar achter komen om een kijkje te komen nemen in de schakelkast van dit lokaal. Dem: Leerkracht legt de werking van de schakelkast uit. Het gaat er gewoon om dat de leerlingen moeten begrijpen dat alle connecties uit de klas hier toekomen en dat die dan doorgestuurd worden naar de servers van de school. (2min uitleg) Vs: Ik projecteer het schema even op de viewer. Wie kan er mij zeggen hoe we het bakje van nummer 1 noemen? OLG: wie kan er mij enkele voor- en nadelen opsommen van een netwerk? (staan ook op pagina 62)

Lesfase titel + timing: herhaling theorie met handboek

3’

Doelstellingen: 1-19 Inhouden Alle vorig geziene leerinhouden  Wi-Fi: draadloos internet  LAN: local area network  WAN: Wide area network

Lesfase titel + timing: Bedrijfsnetwerken, LAN, WAN


Didactische werkvormen Leeractiviteiten van de leerlingen Med: We gaan nu even de theorie uit ons boek overlopen. We overlopen dit even samen. (lkr. toont de desbetreffende hardware)

4’

Doelstellingen: 12. In eigen woorden uitleggen wat een server is; 13. In eigen woorden uitleggen wat een server is; 14. Op een schematische voorstelling van een netwerk een verschil kunnen maken tussen workstations en servers; 15. De volledige benaming van LAN opschrijven; 16. In eigen woorden omschrijven wat een LAN inhoudt; 17. De volledige benaming van WAN opschrijven; 18. In eigen woorden omschrijven wat een WAN inhoudt; 19. Van realistische voorbeelden kunnen bepalen of we te maken hebben met een LAN of WAN. Inhouden


Leermiddelen – Materiaal Organisatie -

Didactische werkvormen Leeractiviteiten van de leerlingen 13-12-2011

p. 4/5

Opstelling Alle vorig geziene leerinhouden.  Bedrijfsnetwerk: bedrijven kunnen niet werken met een gewoon thuisnetwerk zoals bij ons. Er wordt gebruik gemaakt van een server waarin alle centrale databanken, bestanden en postbussen van de werknemers bewaard worden. Er kunnen meerdere servers zijn.

Med: Uiteraard kan onze school geen gebruik maken van een eenvoudig thuisnetwerk zoals wij thuis hebben. Dan zou onze PC binnen het half uur nog niet opgestart zijn. Onze PC’s staan allemaal in verbinding met een server. Een server is een sterke PC waarin alle gegevens en instellingen van onze accounts bewaard worden. Wij zijn de gewone workstations. Vs: We werken hier in school dus met een LAN. Weet er iemand soms de volledige naam van deze afkorting? (local area network) Vs: Erg grote bedrijven met verschillende vestigingen zoals HP hebben een WAN, wat zou dat dan betekenen? (wide area network) Vs: Is het netwerk van de luchtverkeersleiding een LAN of WAN? Med: uitleg verschil LAN/WAN

Lesfase titel + timing: eindoefening: 12’ Doelstellingen: 1-19 20. Een schematische voorstelling van een beschrijving van een netwerk maken. Inhouden Alle vorig geziene leerinhouden


Didactische werkvormen Leeractiviteiten van de leerlingen Opdr: Jullie mogen nu de twee oefeningen op pagina 63 proberen maken. Als er vragen zijn roep je maar. Vs: Wie kan mij nog even de volledige versie van de afkorting geven?

Verantwoording van de opbouw van de les Omdat netwerken vrij complex is om theoretisch uit te leggen, voorzie ik genoeg hardware om de leerlingen een realistisch beeld van een netwerk te kunnen geven.

Bordschema of opstelling van de klas of zaal


13-12-2011

p. 5/5

LEERPLANSITUERING: BEGINSITUATIE:

Recommend Documents