LEERLINGBEGELEIDING
Overzicht van de taakverdeling van leerlingbegeleiding op het Carolus Clusius College Zwolle
Taakverdeling leerlingbegeleiding In de leerlingbegeleiding gaan we uit van de volgende taakverdeling: • De ‘eerste lijn’ in de hulpverlening wordt gevormd door de docenten en mentoren. • De specialisten binnen de school zijn aangesteld voor de afzonderlijke aandachtsgebieden. Zij vormen de ‘tweede lijn’. • Tenslotte is er nog de ‘derde lijn’, de instanties of deskundigen buiten de school, waarvan afgevaardigden zitting nemen in het Zorg-, en Advies Team van de school. Deze komt in beeld wanneer een situatie of een probleem de eigen deskundigheid te boven gaat.
eerste lijn: hulpverlening door vakdocenten en mentoren
tweede lijn: interne hulpverlening door specialisten
derde lijn: externe hulpverlening door gespecialiseerde instanties of deskundigen buiten de school
De spin in het web van de leerlingbegeleiding; de mentor In onze structuur van leerlingbegeleiding is de mentor de centrale figuur; de spin in het web! Hij is degene die de leerling in eerste instantie op alle terreinen het meest intensief begeleidt. Dit betekent dat hij beschikt over basiskennis en basisvaardigheden op alle drie gebieden van begeleiding: studie, keuzes en persoonlijke ontwikkeling. Voor specifieke problemen verwijst hij naar de desbetreffende specialist uit de tweede lijn. Daarnaast volgt hij het groepsproces op de voet, waarbij hij zich bezig houdt met het klimaat in de groep, activiteiten stimuleert die kunnen bijdragen tot onderling respect, groepsverantwoordelijkheid en een positieve studiehouding. Om die reden is, zoals eerder gezegd, de mentor de eerst aanspreekbare voor de leerlingen, de ouders, de vakdocenten, de specialisten en de schoolleiding.
Basisorganisatie leerlingbegeleiding volgens het mentormodel
Locatie Management Team Gert van der Zwan, Harry Steenbergen
Coördinator leerlingbegeleiding Adriaan Dorleijn & zorgcoördinator Maaike Bosman
mentoraat (eerste lijn begeleiding)
Teamleiders VMBO Peter Oskam (1&2) Jolanda Bosch (4) Rogier Tiel Groenestege (4)
studiebegeleiding
Teamleiders 1&2 havo/vwo Ees de Bruine Rogier Tiel Groenestege
Remedial Teacher Willie Hobbeling Orthopedagoog Karien Nijhof
Teamleiders HAVO Wim Moleman (3&4) Pauly van der Ree (5)
Teamleiders VWO Annette Jansen (3&4) Ard de Graaf (5&6)
gespecialiseerde begeleiding (tweede en derde lijn begeleiding)
keuzebegeleiding
Decanen VMBO: Jan Waanders HAVO: Wim Weuring VWO: Sip van der Werf
persoonlijke & sociaalemotionele begeleiding
Vertrouwenspersonen Zorg,- en Advies Team
specialisten digitaal pesten: Bas Prins en Timo Raben
vertrouwenspersonen: Maria Poiesz Asje Palland Gerrie de Haan Claire Smit Pia Alberda
Leerlingbegeleiders uit de eerste lijn De vakdocent Zoals al eerder gezegd heeft de vakdocent een belangrijke taak in het helpen van zijn leerlingen hun capaciteiten en hun persoonlijkheid zo evenwichtig mogelijk te ontplooien. De invoering van het zelfstandig(er) leren en de grotere nadruk op het aanleren en gebruik maken van vaardigheden heeft ingrijpende gevolgen voor de rol en de vaardigheden van de docent. Hij dient steeds meer het proces te begeleiden en niet (meer) alleen zijn oog gericht te houden op het 'eindproduct'. Om de overgang van een instruerende leesstijl naar een begeleidende of zelfs delegerende manier van lesgeven goed te laten verlopen is een activerende rol van de docent noodzakelijk. Omdat door de begeleidende taak van de docent de afstand tot de leerlingen kleiner is geworden, zal hij in het algemeen meer weten van zijn leerlingen dan vroeger het geval was. Hij houdt zich regelmatig met lesgebonden begeleiding bezig, iets wat voorheen tot de taak van de mentor behoorde.
De conciërge De eerste met wie een leerling meestal te maken krijgt zodra hij 's ochtends de school binnenkomt, is de conciërge. Wanneer een leerling huiswerkvrij heeft of te laat is haalt hij een briefje bij de conciërge. Ook wanneer een leerling ziek naar huis gaat (en dit eerst heeft overlegd met de teamleider) meldt hij zich af bij de conciërge. De conciërge verzorgt ook de absentencontrole. Dit betekent dat hij in veel gevallen signalen opvangt en kennis heeft wat betreft het functioneren van de leerlingen. Het behoort tot zijn taak signalen die hij opvangt die wijzen op mogelijke problemen van de leerling doorgeeft aan de teamleider of de zorgcoördinator.
Leerlingbegeleiders uit de tweede lijn De school heeft een aantal gespecialiseerde begeleiders aangewezen, die zich hebben geschoold in begeleidingszaken en in een aantal gevallen op hun gebied contacten hebben met de instellingen voor externe hulp (de derde lijn). Deze begeleiders van de tweede lijn hebben door scholing vaardigheden ontwikkeld: in het signaleren van leerlingen met mogelijke problemen in het begeleiden binnen de school van leerlingen in het adviseren van collega's en schoolleiding in het stimuleren van een goed begeleidingsklimaat en een goede begeleidingsstructuur in het leggen en onderhouden van contacten met instellingen voor externe hulp Omdat alle vormen van begeleiding raakvlakken hebben, is in dit document omschreven wat de inhoud en de grenzen van de verschillende taken zijn. Dit is ook van belang om antwoord te kunnen geven op de vraag tot hoever de verantwoordelijkheid van de school gaat met betrekking tot het werk van de begeleiders.
De teamleider De teamleider is belast met de coördinatie van uitvoerende werkzaamheden op het gebied van het onderwijs en de begeleiding van leerlingen in zijn jaarlaag. Daarnaast heeft hij een beleidsvoorbereidende en –adviserende taak. Op het gebied van de leerlingbegeleiding is hij eerste aanspreekpunt voor docenten in zijn jaarlaag. Verder is hij belast met de organisatie van het mentoraat in zijn afdeling, de organisatie van ouderavonden en is hij in voorkomende gevallen aanspreekpunt voor de ouders. Daarnaast is hij betrokken bij de toelating van nieuwe leerlingen in zijn afdeling.
Rebound (Time-out voorziening Het Lumeijn) Wanneer problemen ontstaan met een leerling, die binnen de eigen school niet op te lossen zijn, kan de teamleider een ‘Time out’ traject op de Rebound voorziening van het Lumeijn voorstellen. Samen met de zorgcoördinator wordt de aanmeldingsprocedure in gang gezet. Een intakegesprek, waarbij mentor en teamleider van de aangemelde leerling aanwezig zijn, geeft uitsluitsel of de leerling al dan niet plaatsbaar is op deze voorziening. Vervolgens wordt een beroep gedaan op alle vakdocenten voor het aanleveren van studiewijzers, toetsen en nakijkmodellen. Na 8 weken krijgt de leerling een nieuwe kans op de eigen school.
De decaan Sinds de invoering van de basisvorming is 'oriëntatie op studie en beroep' (OSB) of 'loopbaan oriëntatie en –begeleiding' (LOB) een onderdeel van de vaklessen. Het doel hiervan is dat bij ieder vak de leerlingen informatie inwinnen over vervolgopleidingen en beroepen waarin het vak een rol speelt en dat zij nagaan in hoeverre zij capaciteiten, interesses en vaardigheden hebben die noodzakelijk worden geacht voor vervolgopleidingen. In het proces van voorlichting aan en begeleiding van leerlingen bij de oriëntatie op en keuze van hun studie en beroep speelt naast de mentor de decaan een belangrijke rol. De decaan is de persoon die op het gebied van de leerlingbegeleiding met name verantwoordelijk is als het gaat keuzeprocessen voor een opleiding of beroep te begeleiden en te coördineren. Als eindverantwoordelijke voor de loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) bewaakt en controleert hij het procesmatige karakter hiervan. Naast het eerste lijnswerk treedt de decaan op als coach voor mentoren en vakdocenten in hun begeleidingstaken en helpt hij mee vorm te geven aan begeleidingsplannen en -beleid van de school.
De vertrouwenspersoon De vertrouwenspersoon is de persoon die op het gebied van de leerlingbegeleiding met name verantwoordelijk is als het gaat over het sociaal-emotioneel welbevinden van de leerling. Hij probeert in samenwerking met schoolleiding, personeel, ouders en leerlingen leer- en leefgebied te integreren. In eerste instantie is de taak van de vertrouwenspersoon preventief, gericht op het creëren van een goed school- en klassenklimaat. Daarnaast is er voor de vertrouwenspersoon een ondersteunende en remediërende taak weggelegd voor leerlingen die op een of andere wijze binnen of buiten de school problemen hebben. Dit betekent dat de vertrouwenspersoon eerste lijnswerk doet, dat hij daarnaast optreedt als coach voor mentoren en vakdocenten in hun begeleidingstaken en tenslotte dat hij meehelpt vorm te geven aan begeleidingsplannen en -beleid van de school. Op het Carolus Clusius College hebben we 5 vertrouwenspersonen. Ieder met een eigen taakaccent. Voor vragen kun je altijd bij één van deze mensen terecht. Wanneer het gaat om een hulpverleningsvraag, dan wordt altijd even overlegd met de zorgcoördinator.
Vertrouwenspersonen schooljaar 2007-2008
Pia Alberda
Asje Palland
Claire Smit
Gerrie de Haan
Maria Poiesz
De vertrouwenspersoon met taakaccent intimidatie Wat kun je doen als je wordt geconfronteerd met agressie, geweld of (seksuele) intimidatie? • Praten met een medeleerling, een leeftijdsgenoot. • Praten met je ouders of verzorgers. • Contact opnemen met je mentor of eventueel een andere docent • •
in wie je vertrouwen hebt. De klacht melden bij een interne of externe vertrouwenspersoon. Eventueel een klacht indienen bij de klachtencommissie.
De mentor is in principe het eerste aanspreekpunt binnen de school. Vindt de leerling echter dat zijn mentor niet de aangewezen persoon is, dan kan hij terecht bij één van de interne vertrouwenspersonen. Pia Alberda, Asje Palland en Maria Poiesz, zijn de vertrouwenspersonen met taakaccent intimidatie. Daarnaast zijn Bas Prins en Timo Raben specialisten op het gebied van digitaal pesten. Voor vragen op dit gebied kun je je tot hen richten.
Rouwgroep Voor het eerst dit schooljaar zullen Gerrie de Haan en Alice Kolman i.s.m. Bureau Jeugdzorg aan de slag gaan met het opzetten van een rouwgroep. Kinderen die een familielid hebben verloren en behoefte hebben om hierover in groepsverband te praten worden hiervoor van harte uitgenodigd. Via de mentoren worden alle leerlingen benaderd van wie bekend is dat zij iemand in de eerste lijn hebben verloren. Uiteraard is deelname aan de bijeenkomst(en) volledig op vrijwillige basis!
Groepstraining Sociale Vaardigheden Ook nieuw dit schooljaar is de groepstraining Sociale Vaardigheden. Deze groep zal een uitbreiding vormen op het bestaande aanbod van individuele Sociale Vaardigheids-training, verzorgd door Asje Palland. In februari zal de groep voor het eerst van start gaan onder leiding van Sophia Sanders en Claire Smit. Het doel van de trainingen is om leerlingen sociale vaardigheden aan te leren die hen in staat stellen op een ontspannen en plezierige manier contacten aan te gaan met leeftijdgenootjes. De training is bedoeld als een eerste aanzet in het proces van gedragsverandering. Mentoren en teamleiders kunnen leerlingen die hiervoor in aanmerking komen aanmelden bij de zorgcoördinator.
Faalangstreductietraining Eén op tien leerlingen lijdt aan een ernstige vorm van faalangst. Ze halen slechte cijfers omdat ze bang zijn. Bang om te mislukken, bang om niet aan de verwachtingen te voldoen die ouders, leerkrachten of zijzelf vooropstellen. Ze hebben hoofdpijn, maagkrampen of hartkloppingen. Ze hyperventileren of zijn overgevoelig. Faalangst kent iedereen: je voelt het in situaties waarin je een prestatie moet leveren die anderen beoordelen. Het wordt een probleem als je er niet mee kan omgaan. (bron: http://www.klasse.be/archieven/archieven.taf?actie=detail&nr=2605) Op het Carolus Clusius bieden Pia Alberda en Maria Poiesz een faalangstreductietraining aan. Leerlingen kunnen hiervoor worden opgegeven door de mentor of teamleider. Omdat er altijd meer vraag dan aanbod is wordt in overleg een groep van 8-10 leerlingen samengesteld.
Examenvreestraining Iedereen die een examen moet doen zal zich min of meer gespannen voelen en zal wel eens wat piekeren over het examen. Maar als dit heel sterk is, dan kan er sprake zijn van examenvrees. Lichamelijke spanning heeft weinig invloed op presteren, maar gepieker kan dat wel hebben. Examenvrees hangt samen met gedachten en denkpatronen die een angstig gevoel veroorzaken. Deze gedachten en denkpatronen kunnen je prestaties op een negatieve manier beïnvloeden. (bron: http://www.leidenuniv.nl) Om een leerling met deze klachten te helpen geven Pia Alberda en Adriaan Dorleijn examenvreestraining aan leerlingen in het examenjaar. Leerlingen kunnen via de teamleiders voor de training worden opgegeven.
De remedial teacher Willie Hobbeling Onderwijskundig Pedagogisch Didactisch Centrum ‘Het Lumeijn’ Onder 'remedial teaching' wordt verstaan: ‘het aanbieden van specifieke materialen aan de leerling om hiaten in de basisvoorwaarden voor het leren te verminderen en zo een betere leerhouding te bewerkstelligen.’ Wanneer gesignaleerd is dat een leerling een achterstand heeft en op een bepaald leergebied extra hulp nodig heeft overlegt de mentor met de leerling zelf en met de vakdocenten. Indien alle partijen het eens worden over het zoeken van extra hulp kan, in overleg met de zorgcoördinator, de leerling doorverwezen worden naar de remedial teacher. De Remedial Teacher heeft ook een adviserende taak richting vakdocenten hoe moeilijkheden pedagogisch en/of didactisch kunnen worden opgevangen. Ook geeft zij de vakdocenten inzicht in de aard en achtergronden van leerstoornissen voor zover deze relevant zijn voor de vakdocent.
De orthopedagoog Karien Nijhof Onderwijskundig Pedagogisch Didactisch Centrum ‘Het Lumeijn’ De orthopedagoog houdt zich bezig met het begeleiden van leerlingen die op enigerlei wijze in hun ontwikkeling belemmerd zijn of die onvoldoende baat hebben bij de gangbare en gebruikelijke methoden van opvoeden en leren. Hiertoe kunnen leerlingen gerekend worden met bijvoorbeeld dyslexie, dyscalculie, ADHD en aan autisme verwante stoornissen. Voor die leerlingen die extra zorg of begeleiding nodig hebben probeert de orthopedagoog door middel van adviezen en hulp (eventueel na onderzoek) hun schoolloopbaan zo goed mogelijk te laten verlopen.
De zorgcoördinator & coördinator leerlingbegeleiding Maaike Bosman en Adriaan Dorleijn Sinds 2007 zijn alle scholen voor Voortgezet Onderwijs verplicht een Zorg,- en Advies Team in te stellen. Voorzitter van dit team is de zorgcoördinator. Per school is verschillend wat binnen het takenpakket van een zorgcoördinator valt en wat wordt verdeeld onder teamleiders en directie. Binnen het Carolus Clusius College heeft de zorgcoördinator o.a. de volgende taken: - coördinatie dyslexie / dyscalculie beleid - coördinatie Leerling Gebonden Financieringen - coördinatie Leerweg Ondersteunend Onderwijs - coördinatie Zorg,- en Advies Team (contact externen) - coördinatie leerlingenzorg Naast de zorgcoördinator heeft de coördinator leerling begeleiding een belangrijke taak in het afstemmen van de verschillende gebieden van leerlingenzorg. Ook zorgt hij voor een stuk deskundigheidsbevordering van mentoren en vakdocenten en is hij bijvoorbeeld verantwoordelijk voor het afnemen en nabespreken van de SVL vragenlijst aan de eerste klassers.
Het Zorg,- en Advies Team Het onderwijs wordt in toenemende mate geconfronteerd met problemen die leerlingen hebben en met problematisch gedrag van leerlingen. Vaak blijken zich daar complexe oorzaken achter te verschuilen. Door in een zo vroeg mogelijk stadium de problemen te signaleren en de leerling en zijn ouders/verzorgers ondersteuning en hulpverlening te bieden, is het mogelijk verergering van de problemen en schooluitval te voorkomen. Om de hulpverlening zo doeltreffend mogelijk te doen zijn is er het Zorg, - en Advies Team. Dit is een multidisciplinair team waarbij verschillende instanties betrokken zijn. Indien nodig kunnen externe deskundigen, zoals orthopedagoog, schoolagent, ambulant begeleider etc. uitgenodigd worden. Vanuit de school hebben een afgevaardigde van het Locatie Management Team, de zorgcoördinator en de vertrouwenspersonen zitting in de vertrouwensgroep Door het multidisciplinaire karakter van de vertrouwensgroep worden probleemsituaties vanuit verschillende deskundigheden en invalshoeken benaderd, terwijl de overlegstructuur ook een preventief karakter heeft door het vroege signaleren van problemen en door, waar nodig, hulpverlening te bieden. Ouders moeten toestemming geven tot het bespreken van hun kind in het Zorg,- en Advies Team.
Samenstelling Zorg,- en Advies Team Carolus Clusius College
Bureau Jeugd Zorg (Will Stevens) incidenteel: ortho, mentoren,teamleiders, ambulant begeleiders
Vertrouwenspersonen
zorgcoördinator (Maaike Bosman)
leerplicht gemeente Zwolle (Marijke Sterkenburg)
notulist (Ria Couprie)
Gemeentelijke Gezondheids dienst (Pauline Weber) Locatie Management Team (Harry
Steenbergen)
Doel & werkwijze • • • • •
Het vroegtijdig signaleren van problemen bij de leerling; Het voorkomen van schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten; Het bieden van een zo breed mogelijke, structurele aanpak van de problemen; Het bevorderen van het welzijn van individuele leerlingen; Het geven van ondersteuning aan individuele docenten en mentoren.
Het Zorg,-en Advies Team komt negen à tien keer per jaar bijeen op de eerste dinsdag van de maand.
Hoe werkt het Zorg,- en Advies Team?
1. Een mentor, teamleider, docent of conciërge heeft zorg over een leerling.
2. Deze zorg wordt besproken met de zorgcoördinator.
8. Zolang de leerling actieve hulp krijgt staat hij/zij op de bespreeklijst van het ZAT. Daarna komt hij/zij op de sluimerlijst.
3. De zorgcoördinator bekijkt welke vorm van zorg nodig lijkt. Direct of in overleg.
4. De ouders van de leerling moeten op de hoogte zijn wanneer hij / zij besproken wordt. Dit is vaak de taak van de melder.
7. Op de volgende ZAT bijeenkomst wordt de zorg geëvalueerd en evt. bijgesteld.
6. In het overleg wordt een passende vorm van zorg gezocht voor de leerling.
5. Bij toestemming wordt een signaalbrief ingevuld. A.d.h. hiervan wordt de leerling besproken.
Criteria voor het bespreken van een leerling in het ZAT: Er is advies of hulp nodig van externe partners in het ZAT overleg Interne mogelijkheden tot hulpverlenen zijn ontoereikend en er is multidisciplinaire samenwerking noodzakelijk om de leerling (verder) te kunnen helpen
Leerlingbegeleiders uit de derde lijn De relatie met de externe hulpverlening kan zowel pro-actief als reactief van aard zijn. Contacten met onderwijsverzorgingsinstellingen in het kader van nascholing of het opzetten van een begeleidingssysteem, contacten met de jeugdhulpverlening en de politie in het kader van voorlichting en preventie zijn pro-actief. Reactief zijn maatregelen als het doorverwijzen van leerlingen naar hulpverlenende instanties zoals Bureau Jeudzorg en de RIAGG en de bureaus voor school- en beroepskeuzebegeleiding. In dit kader is het van belang dat er binnen het begeleidings-systeem kennis aanwezig is van instellingen waar een beroep op kan worden gedaan: de 'sociale kaart' van de school. Deze is ter inzage verkrijgbaar bij Adriaan Dorleijn.
De schoolverpleegkundige en jeugdarts Irma Huizinga en Pauline Weber, Gemeentelijke Gezondheids Dienst De schoolverpleegkundige richt zich op de (psycho)somatische diagnostiek, indien nodig in overleg met de jeugdarts. Zij heeft een signalerende functie binnen het onderwijs, zoals de screenende vragenlijst die bij alle leerlingen van klas 2 wordt afgenomen en het spreekuur dat gehouden wordt voor leerlingen en hun ouders. Doel is het bevorderen van gezond gedrag en het opsporen van schadelijke factoren die de gezondheid van de jeugdigen nadelig kan beïnvloeden. Dit wordt nagestreefd door middel van onderzoek en voorlichting, zowel op individueel als op klassikaal niveau.
Ambulant Begeleiders van leerlingen met een LGF (rugzak) ‘Weer samen naar school’ is inmiddels een bekende term binnen het onderwijs. Doel van de in 1998 aangenomen wet is dat kinderen de speciale zorg en begeleiding die ze nodig hebben zoveel mogelijk ontvangen binnen het reguliere onderwijs, terwijl ze daar vroeger voor zouden zijn aangewezen op het speciaal onderwijs. Er wordt gewerkt met 4 clusters van leerlingen die in aanmerking kunnen komen voor een Leerling Gebonden Financiering waarbij een vergroot leerlingenbudget het voor de reguliere school mogelijk maakt de benodigde extra zorg en begeleiding te bieden. Ook binnen onze school zien we steeds meer leerlingen met zo’n rugzak. Het begeleiden van zo’n leerling is niet eenvoudig en vraagt expertise en vaardigheden die docenten niet automatisch bezitten. Daarom wordt samengewerkt met ambulant begeleiders van de verschillende clusterscholen. Binnen elk team is minimaal 1 persoon aangesteld als intern begeleider van rugzakleerlingen.
De schoolcounselor Will Stevens van Bureau Jeugdzorg De schoolcounselor pakt de zaken op waarbij hulpverlening en/of verdere diagnostiek nodig is. Indien nodig zorgt hij voor doorverwijzing naar instanties die niet in de vertrouwensgroep vertegenwoordigd zijn. Hij houdt binnen de school regelmatig spreekuur voor vakdocenten en mentoren die advies nodig hebben met betrekking tot het begeleiden van hun leerlingen.
De leerplichtambtenaar Marijke Sterkenburg, gemeente Zwolle De leerplichtambtenaar heeft, naast een signalerende functie, ook een actieve rol op het gebied van de aanpak van het schoolverzuim. De leerplichtambtenaar zorgt zonodig ook voor de koppeling naar (al of niet justitiële) derden, bijvoorbeeld de Raad voor de Kinderbescherming.
De schoolagent Nienke Leij, Politie IJsselland De schoolagent heeft in eerste instantie een preventieve functie. Zaken waarbij leerlingen betrokken zijn (als slachtoffer of als verdachte) hoeven niet eerst de politie-molen in en daardoor is een snellere afwikkeling mogelijk. Verder houdt de schoolagent zich ook bezig met voorlichting en met het tegengaan van overlast van personen van buiten de school.
overzicht leerlingbegeleiders derde lijn
Bureau Jeugdzorg schoolcounseling (Will Stevens)
RIAGG Zwolle preventie-team jeugd
verpleeg-kundige & jeugdarts GGD (Irma Huizinga & Pauline Weber)
schoolagent (Nienke Leij)
leerplicht gemeente Zwolle (Marijke Sterkenburg)
ambulant begeleiders ‘rugzak leerlingen’