LeerKracht Jaargang 10 | nummer 1 | februari 2008
_lwf4493.jpg
orfose THEMA: Metam
ming a G s u o Seri OSSIER:
D
pag. 4 | TIEN JAAR LEERKRACHT!!! | pag. 6 | Karin van der Lee neemt afscheid van de Lucas | pag. 14 | Met korting naar het Eschermuseum |
jaar LeerKracht!
Terugblikken
| De Waterwilg bestaat dit jaar ook 10 jaar. | Foto: Lou Wolfs |
| Redactie | Annemarie Breeve (eindredactie), Liesbeth Buitendijk, Elisabeth van Elsen, John Huiskens, Alinda Huistra, Marcel Prosman, Sharon de Roode
H
et onderwijs begon ooit met scholen waar kinderen van alle leeftijden
door elkaar zelfstandig werkten. Pas later werd klassikaal onderwijs ingevoerd. Een
| Aan dit nummer werkten mee | Huub van Blijswijk, Jaques Dane, Jan Jacob van Dijk, Marja Loomans, Sep Schaffers
kleine duik in de geschiedenis.
pagina 4
| Vormgeving en productie | Grafisch Ontwerp en Produktiebureau The Happy Horseman BV, Rotterdam
Schoolleiderschap
| Illustraties | Auke Herrema, Delft
Bouwen aan de toekomst
| Fotografie | Lou Wolfs, Rotterdam | Redactie-adres | Lucasonderwijs Postbus 702 2270 AS Voorburg Tel: 070 300 11 70 Fax: 070 300 11 72 Email:
[email protected] | Oplage | 4100 exemplaren ‘LeerKracht‘ is het personeelsmagazine van Lucas Onderwijs. Het volgende nummer verschijnt in april 2008.
pagina 6
arin van der Lee verlaat Lucas
pagina 18
e afgelopen tien jaar is een flink
K
D
bevlogen collega over mensen samen-
op vooruit gegaan. Met de huisves-
brengen, ontwikkelen en verder
ting werd steeds ingezet op een
kijken.
onderwijskundige visie. Liesbeth
Onderwijs. Een interview met een
aantal scholen er in huisvesting
Wieland aan het woord.
Surf ook naar www.lucasonderwijs.nl
2
| LeerKracht |
Column
College van Bestuur
| Tekst | Huub van Blijswijk | Fotografie | Lou Wolfs
Escher
A
ls geboren en getogen Hagenaar is voor mij het
woord metamorfose onlosmakelijk verbonden met de kunstenaar Escher. In het postkantoor, in het centrum van de stad, in de schaduw van de Grote Kerk, hing boven de lo-
Huub van Blijswijk is voorzitter van het College van Bestuur.
ketten een enorm kunstobject van zijn hand. Als kind, maar ook later nog, heb ik met intense aandacht gekeken naar het 48 meter lange schilderij, met de alsmaar veranderende afbeeldingen van dieren. Het werk is vanwege een ophanden zijnde verbouwing onlangs verplaatst. Het staat nu tentoongesteld op Schiphol.
10 vragen
pagina 20
arjan van Rijn stond aan de wieg van de eerste LeerKracht,
M
toen nog ‘Personeelsmagazine van de SCO Lucas‘ geheten.
Hoe is het haar vergaan in de laatste tien jaar?
En verder | 3 Column College van Bestuur | 8 Column OOP | 9 Dossier: Serious gaming
Bij het bekijken van het werk van Escher geloof je je ogen niet. Je raakt niet uitgekeken als je de lijnen, de routes volgt op zijn schilderijen. Iedere keer weer neemt Escher je aan de hand mee in zijn logica, om je vervolgens vast te laten stellen dat ‘het niet klopt‘! Maar wat klopt er niet? Waar gaat het fout? Escher stelt dat zijn werk getuigt van zijn verwondering over en bewondering voor de wetmatigheden die de ruimte om ons heen bevat. Hij zegt: “Wie zich verwondert, geeft zich rekenschap van een wonder!” De metamorfoses die zich voltrekken in de natuur, de metamorfoses die we waarnemen in de groei van jonge mensen naar volwassenheid, roepen bij ons ook vaak verwondering op. Het bestuur van Lucas Onderwijs kijkt met bewondering naar al onze leraren en docenten die zich laten inspireren door de verwondering van de opgroeiende jeugd. Met uw bijdrage aan het onderwijs helpt u onze kinderen zich rekenschap te geven van de wonderen die zich voltrekken. Dat besef draagt in belangrijke mate bij aan groei naar verantwoord burgerschap; jonge burgers die onze wereld en alles wat daar op leeft, willen verzorgen. Ter ere van het tienjarig bestaan van LeerKracht biedt het bestuur van Lucas Onderwijs al zijn medewerkers de mogelijkheid om, tegen gereduceerd tarief, een bezoekje te brengen aan het Escher Paleis op het Lange Voorhout in Den Haag. Daar kunt u zich verwonderen over de bewonderenswaardige creaties van Maurits Cornelis Escher. |
| 13 Column Onderwijs in de leer | 14 Met korting naar Escher!
Kijk voor de kortingsbon op pagina 15.
| 15 Column CDA Tweede Kamerlid | 16 Oud nieuws & het nieuwe jaar | LeerKracht |
3
| Tekst | Annemarie Breeve
| Beeld | Onderwijsmuseum, Rotterdam
jaar LeerKracht!
Onderwijshistorie in vogel B
laderend door de LeerKrachten van de afgelopen jaar zie ik de onderwijsthema’s van de afgelopen
jaar voorbij komen: Weer Samen Naar School, taalonderwijs, basisvorming, Tweede Fase, adaptief en adaptiever. Ook organisatie-ontwikkelingen passeren de revue: schaalvergroting, schoolverbreding, Lucas Academie, herontwerp. LeerKracht heeft de afgelopen tien jaar verslag gedaan van ontwikkelingen binnen én buiten de organisatie. In dit nummer gaan we voor één keer even verder terug in de geschiedenis.
Voo r
180 0
1857 1848 1801
1842
1806 1830
Voor 1800 De eerste school in Nederland was vermoedelijk een kloosterschool in de buurt van Utrecht. In 789 vaardigt Karel de Grote een wet uit die sommeert dat jongens leren lezen, schrijven, bidden en zingen. De ontwikkeling van het onderwijs begint. Twee dingen zijn in de periode tot 1800 opmerkelijk. Kinderen zitten niet in klassen, maar met alle leeftijden door elkaar en er is geen klassikaal onderwijs. Individuele opdrachten bepalen wat een kind leert.
4
| LeerKracht |
1857 Vrijheid van onderwijs wordt vastgelegd. Ieder mag kiezen welk onderwijs hij wil voor zijn kinderen. De overheid financiert alleen openbaar onderwijs.
1801 1842 Eerste onderwijswet Tilburgse Zusters van brengt structuur in de Liefde verhuizen het onderwijs en naar Den Haag en maakt een onderrichten de Sint Willischeid tussen openbrordusvereniging baar en bijzonder (SWV) op. onderwijs. 1806 1848 Klassikaal onderwijs wordt In de nieuwe grondgeleidelijk overal ingevoerd, evenals een klassensysteem wet wordt vrijheid van onderwijs vastgelegd. op leeftijd en zelfstandig De Vincentiusvereniwerken. Het onderwijs is alging - deel van de gemeen christelijk. StrengSWV - richt binnen protestants of katholiek oneen jaar haar eerste derwijs is niet toegestaan. lagere school op, boven een paardenstal.
vlucht
1968 Mammoetwet verandert de structuur van het onderwijs.
1901 Invoering van de leerplicht.
1960 De Tweede Wereldoorlog had de vernieuwing van onderwijs tegengehouden, maar vanaf 1960 zijn de invloeden van Montessori, Parkhurst (Dalton), Steiner en Peterson (Jenaplan) duidelijk merkbaar.
1885 De Haagse meester Jan Ligthart - bedenker van Ot en Sien - wekt internationaal de belangstelling met zijn ‘verbandhoudend onderwijs’. De kinderen gaan de school uit en leren tijdens excursies.
2003 PCOV-scholen sluiten aan.
1992 SWV telt 16 basisscholen en 5 VO-scholen. Leerlingenaantal is 7050.
2002 Scholen van LIOS en SKON treden toe tot de Lucas.
1995 De Lucas Stichting ontstaat. 2000 Confessionele krachtenbundeling onder de naam SCO Lucas.
1868
187
2008
0 187
2002 8 188
2000 5
1930 190
1
1870 Aletta Jacobs gaat als eerste meisje naar een rijks-HBS. Tot 1906 moeten meisjes hiervoor toestemming krijgen van de minister.
1868 De geestelijkheid bepaalt dat katholieke kinderen uitsluitend op een katholieke school les mogen krijgen.
2003
1878 De Schoolstrijd. Openbare scholen krijgen meer geld om de kwaliteit te verbeteren. Het bijzonder onderwijs krijgt niets. In 1889 komen gelden beschikbaar voor het bijzonder onderwijs, maar pas in 1917 wordt de financiering van openbaar en bijzonder onderwijs gelijkgesteld.
1960
1992 1968
1995
2008 Lucas Onderwijs bestaat uit 40 scholen voor basisonderwijs, 6 speciale scholen voor basisonderwijs, 3 expertisecentra, 8 scholen voor voortgezet onderwijs waaronder 1 school voor speciaal voortgezet onderwijs. 3400 personeelsleden dragen de zorg voor meer dan 30.000 leerlingen in de regio Zuid-Holland West.
Meer weten over onderwijshistorie? - www.onderwijsmuseum.nl - www.lucasonderwijs.nl - Ach Lieve Tijd, Hagenaars en hun geschiedenis - www.iselinge.nl/scholenplein/pabolessen/0405d2aonderwijs/ | LeerKracht | 5
| Metamorfose | | Tekst | Sep Schaffers
| Fotografie | Lou Wolfs
Karin van der Lee:
‘Bouwen, binden en boeien, dat vind ik leuk’
‘De kern van schoolleiderschap is onderwijskundig leiderschap‘ V
Karin van der Lee neemt afscheid van Hofstad Lyceum
oortdurend willen leren van leerlingen en collega’s, van teleurstellingen en nieuwe uitdagin-
gen. Vanuit haar passie voor onderwijs én voor mensen heeft ze op het Hofstad Lyceum substantiële onderwijsprojecten opgezet. Als makelaar VO bij de Lucas Academie bracht Karin van der Lee mooie matches tot stand. ‘Ik ben een eigenwijze peoplemanager.’
6
| LeerKracht |
Nieuwsgierig, associatief en leergierig. Karin van der Lee weet zichzelf feilloos te typeren. Ze wil ook inspireren en zelf graag geïnspireerd wórden. Na bijna dertig jaar dienstverband op Hofstad College kijkt ze nog steeds fris en nieuwsgierig uit de ogen. Ze definieert deze periode als een ‘leerzame en boeiende tijd‘. In 1978 aangenomen door een pater-rector van het toenmalige St. Janscollege klom ze omhoog van docente Duits naar mentor, coördinator van het tweede leerjaar, coördinator van de onderen bovenbouw en sinds 1997 adjunct-directeur. Hoe komt het dat ze haar vleugels niet eerder heeft uitgeslagen? “Om eerlijk te zijn heb ik overwogen weg te gaan toen ik geen directeur werd. Maar de portefeuilles onderwijs en leerlingbegeleiding boden voldoende nieuwe uitdagingen en ik kreeg alle ruimte om mijn onderwijsvisie gestalte te geven.“ Universumschool Van der Lee heeft een nieuw zorgbeleid opgezet zodat leerlingen zich goed kunnen ontwikkelen. Bij de leerlingenzorg zijn niet alleen interne partijen betrokken zoals mentoren, coördinatoren, de decaan en een vertrouwensdocent maar ook externe hulpverleners en instanties, bijvoorbeeld de schoolwijkagent en de schoolpsycholoog. Leerlingen met leerproblemen kunnen bovendien gebruik maken van extra lessen en faalangst-trainingen. “Er is nu een goede zorgstructuur maar we moeten wel oppassen voor overkill, het wassende water van de zorg.“ Sinds 2003 is ook tweetalig onderwijs ingevoerd en volgt een deel van de leerlingen de helft van het onderwijs in het Engels. Het Hofstad Lyceum is daarnaast ook een Universumschool geworden. “We zijn een voorhoedeschool en willen een hoger percentage leerlingen in het natuurprofiel krijgen. In samenwerking met Shell en de Haagse Hogeschool biedt het Hofstad Lyceum een speciaal programma aan, in de hoop dat meer leerlingen een technische vervolgopleiding kiezen.“ Binnen Lucas Onderwijs is Van der Lee ook zeer actief geweest. Ze organiseerde twee conferenties over Herontwerp Basisvorming en de Tweede Fase. Het laatste jaar vervulde ze een makelaarsfunctie bij de Lucas Academie. “Het is leuk om niet alleen binnen de school te werken, maar ook de blik naar buiten te richten.”
De kern van schoolleiderschap is volgens Van der Lee onderwijskundig leiderschap. Alle andere aspecten van het schoolbeleid hangen daarmee samen. Bijvoorbeeld het ontwikkelen en naar boven halen van talenten bij zowel leerlingen als docenten. “Daarom is het belangrijk in scholing en ontwikkeling te investeren. Twee docenten volgen op dit moment bijvoorbeeld een opleiding voor remedial teaching. Maar het is ook inspirerend om interessante mensen binnen de school te halen. Zoals wetenschapper Jelle Jolles die veel weet over hersenontwikkeling. Met behulp van videoconferencing bespreken we met hem onderwerpen als geperiodiseerde roosters. Hoogleraar Paul van Tongeren is hier ook geweest. Leerkrachten werden door zijn input aangezet om na te denken over het omgaan met elkaar en met leerlingen. We hebben tenslotte een pedagogische opdracht en zijn niet alleen maar bezig ons lesje af te draaien.”
Toch merkte ik tijdens de vele schoolbezoeken dat leerkrachten en coördinatoren niet zo gauw zeggen dat ze iets goed kunnen. Maar ik onthoud de verhalen wel. Door associatief en enthousiasmerend te zijn, breng ik mensen met elkaar in contact.” Inmiddels heeft de Lucas Academie al diverse trainingen en workshops tot stand gebracht. Trainingen voor onderwijsassistenten, supervisie voor begeleiders, voortgangsgesprekken, de Leercirkel voor het middenmanagement, het is een kwalitatief goed aanbod. Van der Lee heeft nog wel wat te wensen over: “Onderwijsarchitecten inzetten om trainingen op andere scholen te geven. Een standaardpakket aanbieden dat ondermeer bestaat uit ‘de stoompan‘ voor startende docenten, een mentorentraining en trainingen over geweldloos communiceren. Er valt nog heel wat te winnen voor de Lucas Academie. Eigenlijk zou elke school een contactpersoon moeten hebben. Iemand die op de hoogte is van de aanwezige expertise en ontwikkelings- en scholingsvragen en hierover praat met de Lucas Academie.”
Makelaarsfunctie Van der Lee vindt het belangrijk om mensen met elkaar verbinden. “Ik ben een echte ‘verbindingsofficier‘ die mensen opzoekt en wil dat de verhoudingen goed zijn. Ik houd Passie ervan om zo transparant en helder mogelijk “Personeelsbeleid heeft de laatste jaren te zijn.“ Ze volgde bewustzijnstrainingen steeds meer mijn belangstelling gekregen. Recht doen aan jezelf en aan de organisaom meer inzicht in zichzelf en anderen te tie, daar zit altijd een spanningsveld tuskrijgen. “Ik heb leren inzien dat het handesen.“ Daarom is het taakbeleid zo’n lastig len van mensen nauw samenhangt met de dossier, meent Van der Lee. “Ik praat daar mate van bewustzijn. Niet oordelen en verveel met mensen over. De ene keer neem ik trouwen hebben, is vaak moeilijk. Sommige ze in bescherming, de andere keer moeten leerlingen zijn heel kwetsbaar en hebben ze juist ook in beweging worden gebracht. docenten nodig die zeggen: je bent goed Als mensen vanuit hun passie werken, mazoals je bent.“ ken een paar uurtjes extra vaak niet meer Mensen met elkaar verbinden komt ook teuit.” Van der Lee gaat haar eigen passie uitrug in haar functie als makelaar VO bij de leven bij de Rodingroep, een gezelschap van Lucas Academie, die ze het laatste half jaar mensen uit verschillende disciplines die vervulde. Scholen met vragen op het gebied vormgeven aan duurzame processen en ontvan ontwikkeling en professionalisering kunnen gebruik maken van de aanwezige ex- wikkelingen binnen het onderwijs, de zorgpertise binnen Lucas Onderwijs. De makelaar sector en bij gemeenten. “Bouwen, (ver)binden en boeien, dat vind ik leuk!” | heeft als taak vraag en aanbod aan elkaar te koppelen. “Ik ben hiervoor gevraagd omdat ik over een groot netwerk beschik. Bovendien is het leuk om te doen. Lucas Academie zoekt man/vrouw Als een collega op mijn school e Lucas Academie zoekt een makelaar voor examenvreestrainingen geeft het primair onderwijs! Heeft u belangstelen een school wil zo’n training ling, neem dan contact op met het secretariaat organiseren, dan gaat er bij van de Lucas Academie via
[email protected] mij meteen een belletje rinkelen. of kijk op www.lucasacademie.nl. Zo’n match is dan snel gemaakt.
D
| LeerKracht |
7
| Tekst | Annemarie Breeve
Column
| Illustratie | Auke Herrema
OOP
Waarom A kies jij voor onderwijs?
ls leerling weet je wel waar je moet zijn. Wil je iets bijzonders regelen, dan ga je eerst naar de conciërge. Ben je ziek of is er thuis iets aan de hand, dan
meld je je bij de administratie. Zeker zo belangrijk in het schoolgaande leven van een leerling, is het onderwijsondersteunend personeel: administratie, conciërge, maar ook begeleiders, psychologen en het bureau. Zonder hun kennis en kunde zou de school evenmin draaien. Ook OOP-ers kiezen meestal specifiek voor onderwijs, maar staan niet voor de klas. Ed de Hoog is conciërge op de Paschalisschool. Waarom werkt hij in het onderwijs?
©2008 www.aukeherrema.nl
“Bijna zeventien jaar werk ik nu op deze school. Ik vind het super om met kinderen te werken. Ze zijn ook dol op mij. Het zat altijd in mijn hoofd om op een school te werken. Ik zat eerst in de horeca en werkte vooral ‘s nachts. Toen dat ophield, besloot ik toch op een school te gaan werken. Het was wel wennen hoor. Daar ging ik dan op een ochtend, met mijn zelfgesmeerde boterhammen naar school, op een tijdstip dat ik normaal gesproken net klaar was met werken. Die omslag in mijn ritme was heel zwaar, maar de moeite dubbel en dwars waard! Je krijgt er zoveel voor terug hier. Ik kan gewoon heel goed met die kinderen overweg. Als de kleintjes er voor het eerst zijn, en het gaat niet, dan kom ik even de klas in. Neem ik zo’n kindje even mee naar de klas van zijn broer of zus bijvoorbeeld. Daarna gaat het vaak beter en dan gaan we weer terug naar zijn eigen klas. Ik sta ook elke ochtend bij de poort om iedereen
8
| LeerKracht |
te begroeten. Het is hier altijd druk met auto’s in de ochtend. Daar heb ik wat op bedacht. Ik heb pionnen gekocht en zet elke ochtend een stuk van de straat af, een uitstap-strook. Als de auto’s stoppen, dan help ik even het kind met uitstappen en dan kunnen de ouders meteen weer doorrijden, kan de volgende auto erbij. Dat werkt goed. De kleintjes worden natuurlijk wel door hun ouders naar de klas gebracht. Ik ben ook dol op dieren, daarom heb ik bij de school een kinderboerderijtje opgezet. In het oude gebouw was dat groter met wat grotere dieren. Nu heb ik een paar kippen, cavia’s en konijnen. Die kinderen vinden het fantastisch, komen altijd even de dieren aaien of kijken. Het geeft wel extra werk natuurlijk. Ook in de vakanties ga ik erheen om de dieren te voeren. Maar dat geeft niet, ik
‘Bij de afscheidsmusical ga ik voor het einde weg, anders vind ik het te moeilijk’
hoef niet naar het buitenland op vakantie. Hier heb je ook alles. Tja en dan aan het eind van groep acht gaan ze weg. Sommige kinderen vinden dat heel moeilijk. Ik vind het zelf ook niet makkelijk om afscheid van ze te nemen. Ik heb ze toch zoveel jaar meegemaakt. Bij de afscheidsmusical ga ik meestal voor het einde weg, anders vind ik het te moeilijk.“ |
februari 2008
| Tekst | Sep Schaffers | Illustratie | Auke Herrema | Fotografie | Lou Wolfs
digitaal vermaak of serieus leermiddel? ijn games verloren tijd en hersenloos
Z
vermaak met verslavingsgevaar, zoals
veel volwassenen denken? Of is het een uitgelezen leermiddel om kennis en vaardigheden op te doen? Game-wetenschappers benadrukken juist het leeraspect van ‘serieuze’ computerspellen. Serieus op de computer spelen, loopt uiteen van rollen-
©2008 www.aukeherrema.nl
spelen en het overbrengen van informatie tot het zelf maken van games door leerlingen.
Games zijn allang niet meer het speeltje van de entertainmentindustrie. Het leger en de vliegtuigindustrie maken al tientallen jaren gebruik van game-achtige simulaties. Ook worden games steeds vaker ingezet bij bedrijfssimulaties en trainingen. Politieagenten testen bijvoorbeeld hun vaardigheden, de brandweer oefent met rampenbestrijding en managers leren soepeler om te gaan met bedrijfsprocessen. Volgens professor Mark Overmars van het Center for Advanced Gaming and Simulation in Utrecht groeit de markt van serious games jaarlijks met meer dan twintig procent. Ook het onderwijs ziet nu in dat games serious business zijn. Op basisscholen en voscholen ervaren leerlingen met behulp van games bijvoorbeeld wat de effecten van klimaatverandering zijn of hoe het leven in de middeleeuwen was.
Digitaal rollenspel Voor Koos Eichhorn van AB-ZHW zijn de leeraspecten van games glashelder. “Met behulp van serious games leer je samenwerken en je verplaatsen in een bepaalde rol. Ook krijg je inzicht in processen, bijvoorbeeld hoe je een doel kunt bereiken. Het verwerven van dit soort vaardigheden zien veel volwassenen niet als leren zoals dat op school zou moeten gebeuren. Leren is in hun ogen vooral het cognitieve leren.“ Ook educatieve uitgevers zitten volgens Eichhorn nog teveel op dit spoor. Ze willen teveel kennisoverdracht
in spellen stoppen, waardoor de games wat belerend en passief zijn. “Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat leerlingen dergelijke games niet ‘echt’ genoeg vinden. Ze kunnen er te weinig invloed op uitoefenen. Een voorbeeld is Frequentie 1550, een spel waarbij leerlingen in het kader van het vak geschiedenis kennismaken met Amsterdam anno 1550. Dit spel biedt veel informatie over het leven in de Middeleeuwen maar het interactieve leerling-gestuurde element is wat op de achtergrond geraakt. Het spel is meer docent-gestuurd.” Lees verder op de volgende pagina
Serious gaming | Dossier |
9
Serious Gaming
Fun factor Volgens goeroe Marc Prensky is het voor de beleving van een game van groot belang dat de speler de gelegenheid krijgt een bepaalde identiteit aan te nemen. Door je te verplaatsen in een rol kom je in het spel en leer je spelenderwijs bepaalde vaardigheden en competenties. Eichhorn: “De fun factor moet meer aan bod komen. Dan pas hebben serious games een toegevoegde waarde. Hoe paradoxaal dat ook klinkt. In Sim City, een commercieel spel, bouwt de speler aan een virtuele stad en moet hij in de rol van burgemeester ervoor zorgen dat alle processen zo goed mogelijk verlopen. In dit spel is het effect van bepaalde handelingen direct zichtbaar. De gamer leert spelenderwijs.” Honger in de wereld De algemene opvatting is dat educatieve games vooral veel informatie moeten overbrengen. Volgens Jeroen van Mastrigt, lector game- and interaction design aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, is de inhoud zo bepalend dat het spelelement verdwijnt. Of andersom: de inhoud wordt zodanig in een spel verpakt dat er binnen de spelregels niets mee gebeurt. “Een mooi voorbeeld is
‘Door te gamen komen leerlingen in een flow terecht waardoor hoge activiteit, doelgericht handelen en hoge concentratie ontstaat’ Food Force, een game die in 2005 werd uitgebracht door het Wereld Voedsel Programma van de Verenigde Naties. Deze geweldloze game over honger in de wereld werd snel populair. Binnen zes weken was er al meer dan een miljoen keer mee gespeeld. Maar de vraag is of de inhoud van deze game wel is overgekomen. Een belangrijke actie in het spel is het droppen van voedselpakketten
Back 2 your future Hoe krijg je vroegtijdige schoolverlaters weer bij de les? Omdat jongeren fan zijn van internet, chatten en computergames bedacht IT-preneurs samen met mbo onderwijsgroep Zadkine voor uitvallers de game Back 2 Your Future. Het is een speelse manier om deze groep jongeren te activeren. De game helpt de jongeren zich bewust te worden van de eigen competenties en talenten. Ze krijgen inzicht in hun wensen en mogelijkheden. Dat maakt het gemakkelijker om weer voor school te kiezen en kans te maken op een passende baan. De deelnemers spelen de online game tegen elkaar in teams van vier tot vijf personen. Ze starten hun eigen fictieve club en organiseren feesten in de virtuele stad Clubbingham. Doel is de Club of the Year Award te winnen. Daar komt heel wat bij kijken. Eerst maken ze een ondernemings-
H
10
| Dossier | Serious gaming
concept en zoeken een locatie uit voor hun club. Vervolgens trekken ze medewerkers aan, kopen voorraden in en bedenken promotionele activiteiten. Na de feestelijke opening organiseert de club elke week een feest. Dat betekent kiezen welke DJ er gaat draaien, hoeveel personeel wordt ingezet en wat de prijsstelling van de drankjes moet zijn. Die hebben allemaal invloed op het uiteindelijke succes van het feest. Cocktails maken Maurice van der Boor van IT-preneurs: “Jongeren leren behalve omgaan met regels, initiatief nemen en informatie beoordelen, ook samenwerken en hun creativiteit gebruiken. Natuurlijk zitten er ook leuke en competitie-achtige dingen in de game. Tijdens het feest spelen ze bijvoorbeeld de mini-game cocktails maken. Een
klant bestelt een drankje met sinaasappels en seven-up. Dan is het zaak om snel te reageren, want anders loopt de klant weg en heb je geen geld verdiend.” De docent heeft een coachende rol als game-animator. Hij ziet op zijn computer waar iedereen mee bezig is, geeft instructies en roept vergaderingen bij elkaar. Punten kunnen worden gescoord met de waardering van het publiek, de acceptatie van de omwonenden, de motivatie van het personeel en de financiën. Wanneer een team succes boekt met een feest, beschikken ze voor het volgende feest over een groter budget. De prijs wordt uitgereikt aan het winnende team na het doorlopen van veertig lessen in de game. B2YF maakt onderdeel uit van een totaalpakket waarin ook e-learning is opgenomen. Kijk voor meer informatie op www.b2yf.nl.
Zelf games maken: feel and flow e Mediafabriek organiseert cursussen ‘Games maken‘ en ‘Games ontwerpen‘ voor leerkrachten, kunstenaars en andere belangstellenden. De cursus ‘Games maken‘ is gericht op basiskennis en de technische praktijk van het bouwen van games. Bij ‘Games ontwerpen‘ staat de conceptvorming centraal. Onder begeleiding van Anouk Helder, docent aan de faculteit Kunst, Media en Technologie aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, onderzoeken de deelnemers op een associatieve manier de theoretisch en praktische kanten van het ontwerpen van een game. Stapsgewijs wordt van idee naar realiteit een gameontwerp gemaakt. Daarbij is volop ruimte voor eigen creativiteit. De belangrijkste begrippen bij het ontwerpen van een game zijn the Feel (het gevoel, de sfeer) en the Flow (de rode draad en het ritme) van de game. In zes lessen gaan de cursisten met deze begrippen aan de slag bij het maken van hun eigen gameconcept. Om inspiratie op te doen, worden sfeerbeelden vastgelegd in een moodboard, een verzameling beelden, teksten, kleuren en vormen. Tijdens dit creatieve proces komen kernwoorden, thema’s en uitgangszinnen bovendrijven. Die leiden op hun beurt tot het verhaal achter de game en het doel voor de speler. Aan het eind van de cursus ligt er een origineel concept voor een game. Kijk voor meer informatie op www.mediafabriek.org.
D
‘Voor kinderen die niet zo goed kunnen leren uit boeken, zijn games een uitkomst’
met een helikopter. Dergelijke handelingen doen vooral een beroep op de oog-handcoördinatie. Je leert er vooral goed van mikken. Vervang de voedselpakketten door bommen en het is een war game.” Serious games zijn volgens Van Mastrigt niet voor alle typen inhoud geschikt. Voor inzicht in natuurkundige processen zoals de werking van zwaartekracht zijn games zeer doeltreffend. “Regelgebaseerde inhoud, procedurele inhoud (trek aan hendel x, druk op knopje y) of doe-dingen kunnen prima vertaald worden in een game. Games zijn daarnaast goed inzetbaar bij het oefenen van bepaalde competenties zoals samenwerken, presenteren en profileren. Voor het overbrengen van feitelijke kennis en verhalen zijn boeken en andere (digitale) media beter geschikt.“ Educatieve uitgeverijen heb-
ben om die reden voorlopig nog weinig belangstelling voor serious games. De potentie van games is volgens Van Mastrigt het toegankelijk maken van zogenoemde regelgebaseerde inhoud: “Voor kinderen die niet zo goed kunnen leren uit boeken, zijn games een uitkomst. Ze doen real time bepaalde kennis op in plaats van iets te leren waarvan ze niet direct het nut inzien.” Volgens zijn visie is bij games de inhoud gestructureerd in drie verschillende lagen. In de regellaag zijn de regels en structuren van de game vastgelegd. Gamers zijn in deze laag met effectief en motiverend leren bezig. In de declaratieve laag is het uiterlijk van de game vastgelegd. In deze laag valt over het algemeen weinig te leren. Het onderwijs wil juist in deze laag
echter vaak (te) veel inhoud kwijt. De derde laag is de speellaag waarin de sociale interactie tussen de spelers plaatsvindt. Deze laag kan ook leerprocessen op gang brengen, maar dat hangt er vanaf of de interactie door de gamer als authentiek wordt ervaren. Spijsvertering “Serious gaming kan ook heel goed als
Lees verder op de volgende pagina
Serious gaming | Dossier |
11
Serious Gaming
activerende didactiek worden ingezet“, stelt Elisabeth van Elsen, onderwijskundig beleidsmedewerker bij Esloo Onderwijsgroep. “Leerlingen onderzoeken een bepaald thema en bouwen aan de hand van hun bevindingen zelf een game. Hun medeleerlingen steken daar ook iets van op, want als zij met de game spelen, krijgen zij op hun beurt de bewerkte leerstof onder de knie. Door een omvangrijk thema te kiezen, is het mogelijk om met meerdere groepen aan één game te werken. Een mooi bijvoorbeeld is de spijsvertering. De eerste groep leerlingen gaat met de mond en de slokdarm aan de slag, de volgende met de maag en alle processen die zich daarin afspelen en zo wordt geleidelijk aan het hele spijsverteringskanaal in een game verwerkt. Andere leergroepen of leerjaren kunnen ook meedoen door weer andere aspecten van het menselijk lichaam uit te werken. Zij kiezen dan bijvoorbeeld als thema de bloedsomloop en de ademhaling.” Volgens Van Elsen verwerken de leerlingen tijdens het bouwen van een game basisstof en oefenen ze hun ontwerpvaardigheden. Daarnaast verwerven ze ook bepaalde competenties zoals samenwerken en het controleren en beoordelen van elkaars producten. Ondertussen begeleidt de docent het ontwerp- en leerproces in de rol van coach. De leerlingen verwerven ook inzicht in de structuur en het ontwikkelproces van de game. Ze maken keuzes zodat een game uitdagend blijft om te spelen. Hoe worden bijvoorbeeld bonuspunten toegekend, wanneer
wordt de tijdsdruk opgevoerd, wanneer ga je van het ene niveau naar het andere. Het ontwerpen van een game prikkelt bij voortduring de creativiteit en inventiviteit van de leerlingen. Speurtocht met GPS Ook binnen Lucas Onderwijs wordt al voorzichtig geëxperimenteerd met serious gaming. Begin 2007 werd de PDA op basisschool de Bras en SBO de Octaaf geïntroduceerd. Met dit computerhulpje op zakformaat is lopend leren mogelijk geworden. Niet alleen op een cognitieve, maar ook op een creatieve en spelende manier. De proef krijgt een vervolg in de vorm van het project ‘Doorlopend Leren’ op de Opperd. Eichhorn: “Dit vervolgproject schurkt tegen serious gaming aan. Omdat er een GPS-functie op de verkenner is geïnstal-
leerd, kunnen de leerlingen met allerhande routes spelen. Het is bijvoorbeeld mogelijk zelf een speurtocht door het park tijdens de vier seizoenen te maken en spelachtige situaties te bedenken, of een verkeerstraject uit te zetten.“ Serious gaming zal steeds meer worden ingezet in onderwijssituaties. Van Elsen: “Binnen een school zijn er altijd wel een paar docenten die gamen leuk vinden. Door deze docenten een cursus in het maken van games aan te bieden, ontstaat een groepje gamemasters. Zij hebben de verantwoordelijkheid om (het ontwikkelen van) serious games als leermiddel te introduceren en te begeleiden. Gamen is een nieuw en aantrekkelijk leermiddel voor actief lerende leerlingen. Ze krijgen op deze manier levensechte taken en opdrachten.“ |
Samenwerkend leren met games
H
et maken en spelen van educatieve games is een heel geschikte manier om een inspirerende leeromgeving te creëren, stelt onderwijskundige Henny van der Meijden. In de brochures ‘Leerlingen bouwen games‘ en ‘Samenwerkend leren in gameprojecten‘ legt ze uit waarom het samen met andere leerlingen ontwikkelen, bouwen en spelen van games een volwaardige didactische werkvorm is. Van der Meijden: “Spelletjes hebben een magische aantrekkingskracht op mensen. Leerstof in deze vorm heeft dan ook een positief effect op het leerproces. Door te gamen komen leerlingen in een flow terecht waardoor hoge activiteit, doelgericht handelen en hoge concentratie ontstaat. Het vergroot de motivatie om te leren. De leerling wordt voortdurend uitgedaagd om kennis en kunnen op te doen die nodig zijn om het spel verder te spelen. Dat kan met het winnen van een eigenschap, extra levens of een wapen, of door het leren behalen van het volgende niveau. Leemtes in de aanwezige kennis worden steeds weer opgevuld want de leerling wil immers winnen.” Leerlingen samen games laten ontwikkelen is een krachtig leerarrangement volgens Van der Meijden. Alle vijf kenmerken van samenwerkend leren zijn aanwezig: ze hebben elkaar nodig, krijgen verantwoordelijkheid, werken face-to-face aan een game, zijn voortdurend bezig met sociale en communicatieve vaardigheden en evalueren steeds het groepsproces. U vindt de brochures op: www.deonderwijsvernieuwingscooperatie.nl, onder publicaties en vervolgens brochures.
12
| Dossier | Serious gaming
| Tekst | Jaques Dane
Onderwijs in de leer
Column
De lust en de kunst van het kijken Baby’s kunnen al snel kleuren en bewegingen waarnemen. Vanaf de eerste dag op aarde houden ze er van menselijke gezichten te bekijken. Symmetrisch perfecte gezichten hebben de voorkeur boven ‘onaantrekkelijke‘ tronies. De makers van Teletubbies, Tik Tak en andere baby- en peuterprogramma’s weten dat ze de aandacht van de kleinste kijkertjes kunnen vasthouden met behulp van felgekleurde, fraai gevormde, bewegende objecten. ’s Ochtends op weg naar de trein zie ik in huiskamers peuters en kleuters voor de televisie zitten. Gebiologeerd kijken ze naar kleurige commercials en vaak uit de Verenigde Staten en Azië afkomstige tekenfilms, waarin rumoerige scènes over elkaar heen buitelen. Ouders weten dat ze hiermee hun kroost enige tijd rustig kunnen houden, zodat douchen, aankleden en andere ochtendrituelen snel en efficiënt verricht kunnen worden. Verhaaltjes en reclameboodschappen, verpakt in afwisselende bewegingen en felle kleuren, zijn makkelijke zoethoudertjes. Hier is overigens niets mis mee. Vanaf de tweede helft van de twintigste eeuw is de televisie een constante ‘medeopvoeder‘ geworden. In een ideale opvoedingsomgeving lopen television trash – tekenfilms, kinderreclames – en cultureel en educatief verantwoorde kinderprogramma’s – Sesamstraat, Klokhuis – hand in hand. Zo kan een kind niet alleen leren hoe de wereld in elkaar zit, maar krijgt het ook de kans mooi van lelijk, goed van fout en zinvol van zinloos te onderscheiden. Aanschouwingsonderwijs Eeuwen voor de komst van de televisie bestond er slechts grammaticale vorming. Alledaagse beelden en situaties werden in woorden en zinnen gevangen. De pedagoog J.A. Comenius (1592-1670) veroorzaakte een didactische revolutie toen hij in 1658 zijn beroemde Orbis sensualium pictus publiceerde: een leerboek waarin de wereld in beeld wordt gebracht. Tegenover de traditionele
| Het Behouden Huys op Nova Zembla door J.H. Isings. |
grammaticale vorming plaatste de Tsjechische pedagoog een op aanschouwingsonderwijs gerichte didactiek: een afbeelding met tekst. Heden ten dage beschouwen wij Comenius’ inzicht als de gewoonste zaak van de wereld, namelijk dat aanschouwelijkheid de basis van het onderwijs is.
‘Goed leren kijken, is een kunst’ Vanaf de eerste decennia van de negentiende eeuw kregen schoolkinderen aardrijkskunde, biologie, Nederlandse taal, bijbelse en vaderlandse geschiedenis met behulp van schoolwandplaten. Grootouders herinneren zich nog levendig de gekleurde platen van de walvisvaart en de overwintering op Nova Zembla, waarbij de juf of meester zo spannend kon vertellen. De combinatie van beeld en verhaal zorgde er voor, dat kinderen met aandacht leerden kijken. Wat zie je op deze schoolplaat? Welk verhaal steekt er achter deze afbeelding? Met de komst van lesboeken vol kleurenafbeeldingen en de schooltelevisie in het be-
gin van de jaren zeventig van de vorige eeuw, verdwenen de schoolwandplaten uit het klaslokaal. De juf of meester vertelt nu geen verhalen meer bij een wandplaat waar een leerling enige tijd goed naar kan kijken en waarop steeds meer details zijn te ontdekken. Op de televisie, in kindertijdschriften en op straat worden kinderen voortdurend geprikkeld door afbeeldingen. Er is nauwelijks kans een afbeelding goed te kunnen bekijken. Voortdurend wordt de lust van het kijken bevredigd: kleuren, gezichten, snelle scènes schieten voorbij. Voor het ontdekken van de samenhang tussen woorden en beelden zijn tijd en rust nodig. Dat leert een kind met een prentenboek op vaders of moeders schoot, in de klas bij meester of juf en in een museum, waar schilderijen aan de muur hangen. Kijken, goed leren kijken, is een kunst. Zijn we die kunst aan het verleren? |
Dr. Jacques Dane (1964), historicus, is coördinator collectie & onderzoek van het Nationaal Onderwijsmuseum, Rotterdam. Kijk voor meer informatie op www.onderwijsmuseum.nl. Reageren kan ook,
[email protected].
| LeerKracht |
13
jaar LeerKracht!
10 jaar LeerKracht
et leek een leuk idee. 'Laten we iets doen met de leerkrachten die net als het blad, óók tien jaar LeerKracht zijn!'.
H
Het oproepje ging uit naar de scholen, bij Personele Dienstverlening werd de hele lijst opgevraagd.
Het leidde tot onvoorziene en onoverkomelijke resultaten. De lijst leverde meer dan 130 namen op. Dat zijn te veel mensen om op korte termijn bij elkaar te krijgen. Bovendien: hoe overzichtelijk een lijst ook lijkt. Dat is hij feitelijk niet. Medewerkers zijn in de tussentijd van school gewisseld, er een jaartje uit geweest of werkten eerst al dertig jaar als leerkracht in een andere organisatie. We deden mensen tekort, vooral leerkrachten die dit jaar hun 25- of zelfs 40jarig jubileum vierden. En even belangrijk is het werk van de staf en administratie. En wat te denken van de tropenjaren die sommige leerkrachten in het speciaal onderwijs draaien? Van drie scholen kregen we door dat zij in 2008 tien jaar bestaan. Maar we hebben ook scholen die al 104 en 95 jaar bestaan. Deze pagina heeft als insteek het getal tien, maar is bij deze opgedragen aan alle scholen en alle medewerkers!
Met korting naar Escher! et thema van dit nummer is ‘Meta-
H
morfose‘, een gedaanteverandering.
De koning van de metamorfose is wel de graficus Escher. In het Haagse museum ‘Escher in het Paleis’ hangen bijna al zijn prenten. Bovendien is op dit moment een bijzondere, extra tentoonstelling te zien
Iedereen kent bijvoorbeeld de beroemde tekening ‘Hand met spiegelende bol’. De tentoonstelling is interactief: er is een filmzaal, touchscreens, een Peilloze Optische Illusie Kast, speciale puzzels en ruimtelijke objecten. Het museum is gevestigd in een bijzonder gebouw: het Paleis Lange Voorhout, dat bijna een eeuw van de Koninklijke familie geweest. Koningin Emma gebruikte dit paleis sinds februari 1901 als winter-
verblijf. In het souterrain hangen nog oude foto’s van de interieurs van koningin Emma waaronder een foto van haar kleindochter Juliana en haar gezin. Eveneens bijzonder zijn de kroonluchters in het gebouw. Deze zijn ontworpen in 2003 door de Rotterdamse kunstenaar Hans van Bentem. Ieder koninklijk vertrek heeft zijn eigen kroonluchter die verbonden is met het werk van Escher en motieven uit het paleis. |
over optische illusies. Het College van Bestuur biedt alle medewerkers van Lucas Onderwijs korting op de toegang voor het museum!
Een optische illusie laat zien wat eigenlijk onmogelijk is. M.C. Escher is een meester in het uitwerken van onbestaanbare situaties die tegelijkertijd echt lijken. In zijn werk kan op achteloze wijze water omhoog stromen en kunnen twee handen elkaar tekenen. Wat zie je nu echt? Zie je een vaas, of de donkere profielen van het Engelse koningspaar? Optische illusie is letterlijk puzzelen met je ogen. Thema’s in het werk van Escher zijn spiegelingen en perspectief. M.C. Escher (1898-1972), Dag en Nacht, 1938, houtsnede | © The M.C. Escher Company BV, Baarn
14
| LeerKracht |
| Tekst | Jan Jacob van Dijk
Column Tweede Kamer
OPROEP D enk mee over de toekomst van Lucas Onderwijs! Welke kansen ziet u voor de Lucas in de komende tijd? Hoe moet Lucas Onderwijs er over vier jaar uitzien? Hoe breed ziet u de maatschappelijke opdracht van de school? Hoe maken we werken bij Lucas aantrekkelijker? Het College van Bestuur nodigt alle medewerkers van Lucas Onderwijs uit voor een open gesprek over onze toekomst. Bent u directeur, administratief medewerker, leerkracht, conciërge, onderwijsassistent, kortom, bent u collega bij Lucas Onderwijs? Dan horen we graag hoe u de toekomst ziet. Uw ideeën zijn belangrijk voor het strategisch beleidsplan voor de komende vier jaar. We zien uit naar een inspirerende ontmoeting! Huub van Blijswijk en Hein van Asseldonk
De toekomst van Lucas Onderwijs maken we samen! Het open gesprek vindt plaats op dinsdag 1 april 2008 van 16 tot 18 uur. U kunt zich vooraf aanmelden bij Margreet Pander,
[email protected]. De aanmeldingen worden op volgorde van binnenkomst verwerkt. Er kan maar een beperkt aantal collega's deelnemen aan het gesprek, zodat alle aanwezigen ook een echte bijdrage kunnen leveren.
BON: TWEE VOOR DE PRIJS VAN ÉÉN!! KORTINGSBON VOOR MEDEWERKERS VAN LUCAS ONDERWIJS
Toegang tot het Eschermuseum kost € 7,50. Met deze bon kunt u gratis iemand meenemen. Twee voor de prijs van één! Gezellig op stap met uw man, vrouw, partner, vriend, vriendin, vader, moeder, broer, zus, zoon, dochter, buurman of buurvrouw! De actie loopt tot en met eind augustus 2008. U krijgt eveneens een gratis informatiepakket bij de kassa. Het museum is geopend van dinsdag tot en met zondag, van 11 - 17 uur. U vindt het museum in het Paleis Lange Voorhout, aan het Lange Voorhout 74 in Den Haag. www.escherinhetpaleis.nl.
Verruwing Afgelopen tijd stond de veiligheid in en om scholen weer centraal. Aanleiding waren enkele afschuwelijke incidenten in het najaar van 2007. In de media werd gesteld dat de overheid de veiligheid van alle scholieren moest garanderen. Maar kan dat eigenlijk nog wel? Jan Jacob van Dijk (CDA) is Tweede Het geweld in en om Kamerlid en woordvoerder onderwijs scholen hangt nauw voor de CDA-fractie. Hij is bijzonder hoogleraar Christelijk Sociaal Denken samen met een veraan de VU in Amsterdam en was tot ruwing in de Nedervoor kort voorzitter van de Stichting landse samenleving. Christelijk Primair Onderwijs Betuwe. Die verruwing kan de overheid niet zo maar even tegengaan. Daar moet ieder in zijn eigen rol met zijn eigen verantwoordelijkheid toe bijdragen. De ouders moeten het goede voorbeeld geven aan de kinderen en er voor zorgen dat ze hun kinderen begeleiden in alles wat zij tegen komen. En soms betekent het dat ze hun kinderen moeten corrigeren. Op school moet een leerkracht samen met zijn klas regels opstellen en die dan ook handhaven. Leerlingen moeten medeleerlingen corrigeren bij wangedrag. Dat is niet zo vanzelfsprekend, dat moet hen worden bijgebracht op school. Maar, als ze het op het voetbalveld wel kunnen, waarom dan niet in de klas? Verder zouden scholen er verstandig aan doen om conciërges nauw te betrekken bij het opstellen van de veiligheidsplannen op een school. Zij komen vaak als eerste in aanraking met geweld.
Een leerkracht moet samen met zijn klas regels opstellen En tot slot de bekende Nederlanders. Zij zijn vaak de helden van de scholieren. Hun gedrag wordt nagebootst op het schoolplein en in de klas. Bijvoorbeeld het gedrag van jurylid Gordon bij Idols, waar hij soms mensen tot op het bot vernedert. Of de Gouden kooi waar pesten tot een kunst wordt verheven. Dat gedrag wordt gekopieerd en leidt tot pesten op school. Het zou goed zijn als bekende Nederlanders zich eens meer rekenschap zouden geven van het effect van hun gedrag op vooral jonge scholieren. Een ander gedrag zou helpen om de verruwing tegen te gaan. |
| LeerKracht |
15
Oud nieuws
&
ud Nieuws? De redactie was benieuwd welke gebeurtenissen uit de afgelopen tien
Hoe is het met Jan?
jaar er in de berichtgeving met kop en schouders bovenuit staken. Voor éénmaal
Weet u het nog? Jan Berkvens vertrok naar Cambodja en verhaalde tweemaandelijks over zijn avonturen in het Cambodjaanse onderwijs. Jan zit nog altijd in Cambodja, maar komt dit najaar voor zes maanden naar Nederland om zijn proefschrift af te ronden. Het Montaigne Lyceum - de school waar Jan werkte - heeft inmiddels nauwe contacten met de Rabbit School in Phnom Penh. Deze school is de enige school in Cambodja waar kinderen en jongvolwassenen met een meervoudige beperking kunnen worden opgevangen. Veelal is sprake van zowel een lichamelijke als een verstandelijke beperking. De leerlingen van het Montaigne Lyceum hebben allerlei plannen gemaakt om geld in te zamelen voor hun Cambodjaanse zusterschool. Van harte beveelt het Montaigne Lyceum het project Cambodja bij u aan. Een eventuele bijdrage kan gestort worden op rekeningnummer 1063 78 805 t.n.v. Lucas Onderwijs Den Haag, o.v.v. Montaigne Cambodja project. Voor meer informatie kunt u ook kijken op www.montaignelyceum.nl onder Cambodja Projectweek.
O
presenteren we hier ‘oud nieuws’. Verrassend genoeg blijkt het meeste oude nieuws nog altijd actueel te zijn!
Guus van Elsen Eén van de meest schokkende berichten in de afgelopen tien jaar, is het overlijden van bestuurslid Guus van Elsen in maart 2002. Medewerkers in de hele organisatie reageerden verbijsterd en emotioneel. Ter ere van Guus van Elsen stelde het College van Bestuur het jaar daarop een bijzondere trofee in: de Guus van Elsenprijs. De awards - een voor het primair en een voor het voortgezet onderwijs - zijn bedoeld voor mensen in de organisatie die bijzondere inzet tonen voor het onderwijs. Ook in 2008 wordt de prijs - inmiddels voor de zesde keer - uitgereikt. De zesde prijsuitreiking van de Guus van Elsenprijs heeft dit jaar plaats op vrijdag 11 april op basisschool de Oase aan de Donker Curtiusstraat 4-6 in Den Haag. U bent hierbij van harte uitgenodigd om deze bijzondere gelegenheid bij te wonen! U bent welkom op de Oase vanaf half vier. Het officiële deel van de middag start om vier uur.
Bett-reis Op de vraag wat de grootste verandering in de afgelopen tien jaar was in de school of het beleid, mailde Benedict Hal, directeur van SBO de Octaaf: “In 2001 gaf Leon, onze activiteiten-coördinator ICT, me het dwingend advies toch vooral mee te gaan naar de Bett in Londen. De Bett is de grootste onderwijs- en ict-beurs in Europa en een jaarlijks evenement. Daar heeft hij me langs alle stands met smartboards gesleurd. Voor de Octaaf was dat het begin van een ontwikkeling die ons nu nog steeds prikkelt en uitdaagt. Voor mij was dat hét moment van de afgelopen tien jaar.” Jaarlijks gaat een steeds groter wordende groep collega’s mee met de door AB-ZHW georganiseerde reis. Kijk op www.abzhw.nl.
16
jaar LeerKracht!
| LeerKracht |
Kent u iemand die deze prijs van harte verdient? Het is nog niet te laat!! Tot 10 maart kunt u nog mensen voordragen voor deze prijs. Collega’s, ouders, leerlingen, de schoolleider, iedereen waarvan u denkt dat hij in aanmerking zou moeten komen, kan worden voorgedragen. Zet iemand in de schijnwerper, gun hem of haar die prijs van 500 euro, de oorkonde, het beeldje en natuurlijk de eer! Kijk voor meer informatie op www.lucasonderwijs.nl onder Guus van Elsen.
TIEN JAAR TERUG: Brand op Hofstad Lyceum Augustus 1998. Een kreet in de nacht: ‘Hofstad Lyceum staat in de hens!!‘ Het karakteristieke gebouw brandt voor de helft af en de schade is enorm. Maar al snel, terwijl de school gewoon verder draait in de Goudenregenstraat, komen de herbouwplannen op tafel. Grote lokalen op de bovenverdieping, een ‘grand café’, een heuse lift en een ultramoderne mediatheek. Hofstad Lyceum is ineens helemaal klaar voor de toekomst. Vooral na de komst van een energieke vrouwelijke directeur wordt ingezet op ICT, bèta/technology, internationalisering en TTO. Er komt een supergeavanceerd science lab en het lyceum verwerft het predikaat ‘ICT-school van Nederland‘.
het nieuwe jaar Nieuwjaarsreceptie
2008!
De LeerSchool on Tour: 05-06-07-08 Vijftien collega’s stapten op 3 oktober 2005 in de bus voor de eerste LeerSchool on Tour, een tocht door onderwijsvernieuwing in Nederland. De reis bleek een groot succes. Kijken bij andere scholen, praten met leerkrachten, begeleiders en kinderen. Zien hoe met soms kleine aanpassingen scholen overstappen op ander onderwijs. De Tour leidde tot discussie en inspiratie. Hoewel de LeerSchool helemaal niet van plan was een reisbureau te worden, zijn er inmiddels drie edities van de Tour achter de rug en zijn de voorbereidingen voor de Tour 2008 (weer in oktober) in volle gang. Ook een keer mee op reis? Houd dan de website van de LeerSchool, www.deleerschool.nl, in de gaten!
Traditiegetrouw vond ook dit keer de nieuwjaarsreceptie plaats in de aula van het Corbulo College. Ook dit jaar wisten weer meer collega’s hun weg te vinden naar de meer dan overheerlijke hapjes, drankjes. Meer dan dat is het een moment in het jaar om collega’s van andere locaties weer eens te ontmoeten en bij te praten. Bestuursvoorzitter Huub van Blijswijk begon zijn speech met een opmerkelijk statement. In een verwijzing naar de scholen die in de nieuwjaarsnacht in de as werden gelegd, vroeg hij welke schoolleiders dat ook voor hun school zouden willen. Vernieuwing van de gebouwen leidt ook tot vernieuwing van onderwijs, zo is immers de ervaring. In 2008 zal de aandacht van het bestuur gericht zijn op de ontwikkeling en opleiding van de leerkrachten, maar ook op de maatschappelijke opdracht van de school en op versterking van de sector. Verder staat Van Blijswijk stil bij de komende verhuizing van het serviceen bestuursbureau waardoor beide delen weer samen in één gebouw zullen werken. Na de toespraak is het weer tijd voor meer drankjes en hapjes. De top drie lijkt te bestaan uit een broodje warme ham, een verse haring en een soesje van de chocoladefontein.
| LeerKracht |
17
| Metamorfose |
| Tekst | Marja Loomans
| Fotografie | Lou Wolfs
Liesbeth Wieland wil het onmogelijke mogelijk maken
Huisvesting volgt inhoud “
tel dat ik het beleid voor huisvesting van scholen kon veranderen, dan zou ik als
S
eerste de ingewikkelde regels, procedures en geldstromen aanpakken. Het is tijd
dat verschillende maatschappelijke organisaties, zoals onderwijs, zorg en welzijn, en cultuur, elkaar vinden en op elkaar inspelen.” Aan het woord is Liesbeth Wieland, bestuursadviseur Facilitair Management. De afgelopen tien jaar onderging een flink aantal scholen een metamorfose. Het denken over huisvesting veranderde in die periode ook aanzienlijk. Tijd voor een interview.
Het gesprek vindt plaats in de tijdelijke huisvesting van het bestuursbureau van Lucas Onderwijs. Een grijs flatgebouw in een winkelcentrum in Voorburg, pal boven MacDonalds. Buiten giert de wind en jaagt de regen het winkelende publiek op. Binnen vertelt Liesbeth Wieland met enthousiasme over haar functie. Ze is sinds 1985 werkzaam bij Lucas Onderwijs, steeds in de materiële diensverlening. Eerst als medewerker en hoofd Materiële Dienstverlening; daarna als beleidsmedewerker Huisvesting en Financiën; sinds kort als bestuursadviseur. Haar taak omvat alles wat met huisvesting, gebouwen en facilitaire zaken te maken heeft. Ze adviseert over praktische zaken als bijvoorbeeld de centrale inkoop van energie, schoonmaak en kopieerapparatuur. Maar ook en vooral: ze denkt na over de huisvesting van scholen. “Huisvesting volgt inhoud“, zegt Liesbeth. “Wanneer scholen behoefte hebben aan een ander gebouw vanuit hun onderwijsvisie, probeer ik mee te denken en te faciliteren. Dat houdt de laatste jaren steeds meer in dat je probeert de juiste organisaties aan elkaar te koppelen.” Brede school “Op zich is het redelijk simpel. De gemeente is verantwoordelijk voor de buitenkant; het schoolbestuur voor de binnenkant. Iedere gemeente heeft een Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs. Regels en 18
| LeerKracht |
voorwaarden die met tellingen te maken hebben, dus met leerlingaantallen, prognoses, vierkante meters en daaraan gekoppelde bedragen. Draken van constructies, eerlijk gezegd. Met visie en inhoud heeft het niks te maken, alleen de cijfers tellen. Op basis daarvan bouw je een school met een aantal klaslokalen, eventueel een gymzaal, en een hek om de speelplaats. De trend nu is dat er over die hekjes heen gekeken wordt. Zo’n tien jaar geleden begon men na te denken over de brede school. Aan de school werd een peuterspeelzaal gekoppeld, naschoolse opvang, eventueel met cursussen uit de kunst- en cultuurhoek. Daarvoor was samenwerking met welzijnsinstellingen nodig. De laatste vier jaar zoeken scholen echter nog veel méér het contact met de buitenwereld. En ook omgekeerd. Woningbouwcoöperaties willen investeren in onderwijs, omdat ze beseffen dat goede onderwijsvoorzieningen een impuls zijn voor de wijk.“ Een brug tussen werelden Een mooi voorbeeld daarvan is de wijk Mariahoeve. Daar staat basisschool de Vuurvlinder en daar komt in augustus 2008 het Overbosch College. Beide scholen willen intensief samenwerken met andere organisaties en instellingen in de wijk. Het Overbosch zoekt het in activiteiten, zoals stageplaatsen en uitwisseling; de Vuurvlinder werkt met jeugdzorg, kinderopvang en
welzijn. Liesbeth: “Beide scholen willen een brug slaan tussen de verschillende werelden van kinderen. Tegelijkertijd zien woningbouwcoöperaties op hun beurt dat Mariahoeve een achterstandswijk dreigt te wor-
‘Wat kunnen we nu gezamenlijk met elkaar bereiken?’ den. Daarmee devalueert de wijk. Woningbouwcoöperaties richten zich dan ook niet meer alleen op woningen, maar ook op maatschappelijk vastgoed. Ze investeerden al in voorzieningen voor zorg en welzijn, maar ze willen nu ook met ons in gesprek over de vraag wat zij voor het onderwijs kunnen betekenen, en wat onderwijs voor hen kan betekenen. We zitten daarom met de coöperatie rond de tafel
over de nieuwbouw van de Vuurvlinder en de aanpassing van het Overbosch College.” Elkaar versterken “Ik vind dat zelf een hele goede ontwikkeling, maar ook een heel bijzondere. Blijkbaar maken al die maatschappelijke organisaties eenzelfde soort ontwikkeling door. Iedereen wil nu over de schutting van zijn eigen tuin heen kijken en iedereen stelt
zich de vraag: wat kunnen we nu gezamenlijk met elkaar bereiken? We moeten van ons eilandje af en gebruik maken van de expertise en faciliteiten van anderen. Niet alleen fysiek, in de vorm van multifunctionele gebouwen, maar ook in gezamenlijke activiteiten. Dan ben je bezig om elkaars functies te versterken. Dat is een ontwikkeling van de laatste jaren, die heel erg snel is gegaan en die veel mogelijkheden biedt.” Maatschappelijke rol “Er zijn ook belemmeringen, namelijk regels en geld. Onderwijs, zorg en welzijn, ze hebben allemaal hun eigen potje, met hun eigen regels en procedures. En die sluiten niet op elkaar aan. Het standpunt van de Lucas is duidelijk. Als je vindt dat het onderwijs haar maatschappelijke rol waar moet maken, dan moet de overheid doordecentraliseren. Dat betekent dat schoolbe-
sturen zelf de beschikking krijgen over het huisvestingsbudget. Dan kun je sturen, kun je prioriteiten stellen, en dan ben je ook een echte gesprekspartner met andere belanghebbenden. Nu zit er altijd een schakel tussen die geld verdeelt op basis van leerlingaantallen en niet op basis van visie en inhoud.” Buitenwereld naar binnen “Nieuwbouw is in veel gevallen een kwestie van lange adem, maar het is ook een kwestie van kansen benutten. Soms biedt gebiedsontwikkeling een mogelijkheid om tot vervangende nieuwbouw te komen. Dan moet je samen optrekken met woningbouwcoöperaties en partners zoeken die vooruit willen. Bij zorginstellingen bijvoorbeeld is men bezig om het huisvestingsbeleid te wijzigen op grond van nieuwe maatschappelijke inzichten. Voor hen ligt er dus ook een noodzaak tot samenwerking. Want laten we wel zijn: het is eigenlijk gek dat scholen leeg staan na 15.00 uur. Een aantal schoolleiders vindt dat ook, bijvoorbeeld op het Stanislas College. Daarom verhuren zij een deel van het gebouw ’s avonds aan de Open Universiteit. Maar daar kun je nog veel verder in gaan. Waarom breid je de aula niet uit zodat die als theater kan worden gebruikt? Mensen in de wijk die na school activiteiten in ‘onze‘ gebouwen willen doen? Breng de buitenwereld naar binnen en omgekeerd!” Creativiteit “Soms is er creativiteit nodig om iets van de grond te tillen. Bijvoorbeeld bij basisschool de Bras. Men vroeg ons om een schoolgebouw neer te zetten in de nieuwe wijk Pijnacker. Er lag al een ontwerp, een schoolgebouw met negen lokalen, maar dat wilde de school niet. Zij wilden een gebouw dat aansloot bij een interessant nieuw onderwijsconcept, namelijk adaptief onderwijs volgens de ideeën van Luc Stevens. Daarin hoorde volgens de schoolleiding en de Lucas ook een Opleidingsschool van InHolland, voor toekomstige leerkrachten. Op de eerste etage van de Bras wilden we daar een ruimte voor reserveren – open en in verbinding met de school. Dat kon niet, want de Bras en InHolland waren twee verschillende soorten onderwijs, met twee verschillende potjes geld. Ook moest er onderhandeld worden over de verbinding tussen beide scholen. Volgens de regels moet iedere instelling
zijn eigen deur met zijn eigen sleutel hebben. Uiteindelijk kwam er een binnendooringang, waardoor men toch bij elkaar naar binnen kon lopen. De Bras is gerealiseerd na heel veel onderhandelen met de gemeente, waarbij de gemeente uiteindelijk één voorwaarde heeft gesteld. Het gebouw moet terug kunnen worden gebracht naar een normale staat.” Charme “We hebben de laatste jaren zo’n zeventien nieuwbouwprojecten gerealiseerd voor het primair en voortgezet onderwijs. En er staat nog heel wat op stapel waar ik bij voorbaat trots op ben, zoals de Vuurvlinder en het Overbosch College, maar ook het project met Esloo PrO in Molenwijk is heel bijzonder. Trots ben ik ook op het Corbulo College. Dat was een oude technische school die door overdracht bij de Lucas kwam, maar ze hadden een gebouw dat bijna op instorten stond. Er moest nieuwbouw komen, maar daar was geen geld voor. We hebben doorgezet en een plan gemaakt waarin ook woningen op het terrein werden gebouwd. De nieuwe school is gebouwd van de opbrengst van die woningen. Soms lijkt het onmogelijk om scholen van het gebouw te voorzien dat ze nodig hebben. Maar dat onmogelijke dan toch mogelijk maken, dat is de charme van mijn vak.” |
| LeerKracht |
19
één twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien
10 vragen aan ...
Marjan van Rijn
jaar LeerKracht!
| Tekst | Annemarie Breeve
| 1 | Hoe zag de eerste LeerKracht er uit? Het nulnummer van LeerKracht... Ik zie het nog voor me. Een witte voorkant met het logo van de organisatie erop. Gekopieerd. Het zag er niet uit. Er was geen budget, het ging allemaal heel voorzichtig. Het was echt een nulnummer. Maar wel de start van wat nu LeerKracht is.
| 2 | Waarom wilde je een personeelsmagazine beginnen? Als beleidsmedewerker kwam ik veel op de verschillende scholen. Ik was elke keer weer verrast over de vele bijzondere projecten. Wat gebeurde er veel in de organisatie! Waarom weten we dat niet van elkaar, dacht ik dan. Met een personeelsblad voor de hele organisatie wilde ik daar verandering in brengen.
| 3 | En na dat eerste nummer?
arjan van Rijn stond aan
M
de wieg van LeerKracht.
Zoals dat gaat binnen de Lucas. Je begint ergens mee, en als het zijn nut heeft bewezen, dan wordt er kritisch gekeken naar verbetering en ga je verder ontwikkelen.
Met minimale middelen produceerde zij met een kleine redactie het allereerste exemplaar.
| 4 | Hoe vond je het om een blad te maken? Het leukste was natuurlijk dat we zoveel terughoorden van de scholen. We hadden een kleine redactie samengesteld. John Huiskens van Onze Wereld zat er toen ook al bij. Met die mensen belden we voor elk nummer de scholen op om te vragen of er nog nieuws was. Heel arbeidsintensief natuurlijk, maar we hoorden wel heel veel.
| 5 | Mis je het redactiewerk? In het begin wel hoor. Niet meer overal tussenzitten en alles horen uit de hele organisatie. Het voelde wel alsof mijn blik op de organisatie kleiner werd toen ik weer op een school ging werken. Maar ondertussen zijn daar andere dingen voor in de plaats gekomen.
| 6 | Hoe ben jij bij de Lucas terechtgekomen? Ik heb eerst 12,5 jaar gewerkt als leerkracht op de Dobbelsteen en ben toen aan de slag gegaan
20
| LeerKracht |
| Fotografie | Lou Wolfs
met BOVO. Die BOVO-uren werkte ik op het bestuursbureau en die taken werden langzaam uitgebreid, tot ik ineens beleidsmedewerker was bij de Willibrordusvereniging. Ook dat heb ik 12,5 jaar gedaan. De Willibrordus werd de Lucas. Ik begon weer voorzichtig na te denken over een nieuwe stap toen competentiegericht werken werd ingevoerd en koos voor een baan als adjunct-directeur op de Waterwilg. Terug naar de school wilde ik!
| 7 | Maar je werkt nu op de Bras... Ik was blij dat ik weer met kinderen werkte, maar de Waterwilg was voor mij niet de juiste plek. De manier van werken met kinderen paste niet meer bij mij. Ik zat in de resonansgroep van de scholen die met etos van Luc Stevens aan de slag wilden. Dat sprak me aan. Ondertussen werd de Bras opgericht, waar het onderwijs echt anders in elkaar zit. Voor mij was het duidelijk dat ik dit wilde.
| 8 | En dat bevalt goed? Dit is mijn vierde jaar op de Bras. Ik ben ondertussen alleen maar meer gaan werken omdat ik er zo van geniet. Ik krijg er enorm veel energie van. Ik ben hier mentor van een familiegroep, regisseur van de bovenbouw en coördineer het rekenonderwijs.
| 9 | Wat maakt het zo bijzonder? Ik vind het fantastisch om ook die schoolontwikkeling te mogen meemaken. Van noodlokalen naar dit gebouw, van tachtig leerlingen naar 250. Steeds weer komen we dingen tegen om over na te denken, waarbij we de uitgangspunten van de school in stand houden, maar ondertussen ook kunnen groeien. Fascinerend!
| 10 | Wat doe je over tien jaar? Geen idee. Ik zie het wel. Ik vind het heel leuk om jonge mensen te enthousiasmeren voor het vak. Ik vind dat ook een taak voor de leerkrachten van mijn leeftijd. Misschien dat ik nog wel eens op een opleidingsschool ga werken, maar dan met hele nauwe connecties met de werkvloer.