LeerKracht Jaargang 9 | nummer 5 | december 2007
atie THEMA: Transform
me
Manage DOSSIER:
chap s r e d i e nt en l
pagina 4 | Praktijkonderwijs haalt mbo1 binnen de muren | pagina 6 | Van Time Out naar Try Out! | pagina 13 | Verbinding met de wijk |
Van Time Out naar Try Out | Esloo PrO | Foto: Lou Wolfs |
N
| Redactie | Annemarie Breeve (eindredactie), Liesbeth Buitendijk, Elisabeth van Elsen, John Huiskens, Alinda Huistra, Marcel Prosman, Sharon de Roode
a het afkoelen uitproberen. Conflicthantering binnen scholen kán virtueler.
In het project Van Time Out naar Try Out wordt gekeken of kinderen met gedragsproblemen of autisme meer inzicht in hun handelen kunnen krijgen met behulp van de
| Aan dit nummer werkten mee | Hein van Asseldonk, Huub van Blijswijk, Jan Jacob van Dijk, Marja Loomans
computer.
pagina 6
| Vormgeving en productie | Grafisch Ontwerp en Produktiebureau The Happy Horseman BV, Rotterdam | Illustraties | Auke Herrema, Delft
De school in de wijk
Vertrouwd verder leren
| Fotografie | Lou Wolfs, Rotterdam | Redactie-adres | SCO Lucas Postbus 702 2270 AS Voorburg Tel: 070 300 11 70 Fax: 070 300 11 72 Email:
[email protected] | Oplage | 4100 exemplaren ‘LeerKracht‘ is het personeelsmagazine van Lucas Onderwijs. Het volgende nummer verschijnt in februari 2008. Surf ook naar www.lucasonderwijs.nl
2
| LeerKracht |
pagina 4
H
aagse Praktijkscholen halen het eerste niveau van het mbo-onder-
pagina 13
D
e community school, brede buurtschool, of wijkgerichte school: scho-
wijs binnen de muren. Leerlingen kunnen
len zoeken steeds vaker de verbinding met
zich daarmee binnen de vertrouwde om-
de buitenwereld. De Vuurvlinder en Esloo
geving verder ontwikkelen. De Hofstede
PrO vertellen over hun aanpak en over het
Praktijkschool slaat zelfs een brug naar
creëren van kansen voor leerlingen.
mbo-2.
Column College van Bestuur
| Tekst | Hein van Asseldonk | Fotografie | Lou Wolfs
Transformatie
Z
o kunnen we dat wel noemen, de ontwikke-
ling die ‘De Lucas‘ in de afgelopen anderhalf jaar heeft doorgemaakt. De kenmerken van een transformatie (radicaal, fundamenteel, ingrijpend) zijn zonder meer aan de orde wanneer je terugblikt op het proces dat SCO Lucas in de afgelopen twee jaar heeft omgevormd
Hein van Asseldonk houdt zich in het College van Bestuur bezig met het voortgezet onderwijs.
tot Lucas Onderwijs. Dat we zelfs onze naam in deze operatie hebben aangepast, is veelzeggend voor de grondigheid ervan.
Tien feestelijke vragen
Ook de buitenkant van LeerKracht is in de transformatie niet gespaard gebleven. Toch zal het de scherpe waarnemer niet ontgaan, dat de kernelementen van het omslag ongewijzigd zijn, zoals ook de naam van ons blad. Hoe kunnen we immers krachtiger verwijzen naar waar het ons allemaal om te doen is: de ontwikkeling van de leerkracht van de leerling. Dus het centrale beeld uit een schoolsituatie blijft niet zonder reden de voorpagina domineren.
pagina 20
F
We hebben er ook een nieuw beeldmerk aan te danken, een logo waarmee we verguld zijn, dat onder andere ontwikkeling als één van de kernwaarden in onze organisatie symboliseert. Maar het verbeeldt ook kleurigheid, sprankeling en veelvormigheid. Onze Lucas biedt daarvoor graag alle ruimte.
eest vieren in december kan er binnen een klas voor elke leerling in de Haagse binnenstad heel anders uitzien. Hoe gaat een school om
met die verschillen? Fariël Fatehmahomed van Onze Wereld over kerst, vieringen, wensen en samen zijn.
Alles bijeen hopen we voor het eind van 2007 de transformatie ons antwoord op de in 2005 opgestelde analyse ‘Inzicht Verplicht‘ tot een goed einde te brengen, opdat Lucas Onderwijs bijdraagt aan fantastisch onderwijs voor kinderen van klein tot achttien jaar en toonzettend kan zijn voor het onderwijsbeleid in de regio Haaglanden en waar mogelijk daarbuiten. Dat zoveel mensen uit onze stichting tijdens de afgelopen jaren energie en denkkracht hebben willen schenken aan deze transformatie, stemt ons als bestuur dankbaar. |
En verder | 3 Column College van Bestuur | 8 Waarom kies jij voor onderwijs? | 12 Dossier: Management en leiderschap | 15 Column CDA Tweede Kamerlid | 16 Kort nieuws | 18 Interview met de Raad van Toezicht | LeerKracht |
3
| Transformatie |
| Tekst | Sep Schaffers
| Fotografie | Lou Wolfs
‘Tweederde van onze leerlingen moet het AKA-diploma kunnen halen‘
AKA onderwijs op Hofstede P
raktijkschoolonderwijs hoeft geen eindonderwijs te zijn. Door het
eerste niveau van het mbo-onderwijs binnen de veilige muren van de praktijkschool te halen, worden de kansen en mogelijkheden van leerlingen vergroot. Trendsetter is de Hofstede Praktijkschool die nog een stapje verder gaat en zelfs een brug slaat naar niveau 2 van het mboonderwijs.
Steeds meer leerlingen uit het praktijkonderwijs maken de overstap naar het mboonderwijs. Om de uitval zoveel mogelijk te verkleinen, investeerden de Haagse praktijkscholen, waaronder de Hofstede Praktijkschool, in een betere doorstroming met een speciale ROC-kansenklas in het vierde jaar. Sinds 2006 biedt de overheid de mogelijkheid om de assistentenopleiding op niveau 1 van het mbo-onderwijs ook in het praktijkonderwijs op te nemen. Deze AKA (Arbeidsmarkt Kwalificerende Assistentenopleiding) is een brede assistentenopleiding waarbij de nadruk ligt op algemene vaardigheden die voor een groot deel ook in het praktijkonderwijs aan bod komen. Leerlingen kunnen na dit traject als assistentmedewerker in de horeca, detailhandel, groen, reproductie, reparatie, administratie, bouw, techniek, zorg en welzijn terecht. Cognitief De Hofstede Praktijkschool grijpt de moge-
4
| LeerKracht |
lijkheid om deze mbo-opleiding niveau 1 in huis te halen, met beide handen aan. De school wil zelfs nog een stapje verder gaan en naast de brede assistentenopleiding (AKA) ook een AKA-plus opleiding aanbieden. In deze variant worden leerlingen theoretisch extra voorbereid, om de overstap naar het mbo-2 te kunnen maken. Directeur Harry Mulder en leerkrachten Sandra Zwanenburg en Paul Sjoerds zien veel kansen en mogelijkheden met de invoering van beide trajecten op hun school. Mulder constateert een flinke overlap tussen de assistentenopleiding en het praktijkonderwijs. “Naast het praktische gedeelte zijn we ook behoorlijk cognitief ingesteld met ons onderwijs. Dat is alleen maar gunstig, want daardoor wordt de AKA voor veel leerlingen bereikbaar.“ Wat zijn de voordelen? Mulder: “We kunnen deze opleiding binnen de veilige muren van onze school aanbieden. Dat is voor onze ‘zijwindgevoelige‘ leerlingen heel prettig. In veel
gevallen is de overstap naar het ROC voor hen te groot. Bovendien krijgen ze nu een landelijk erkend diploma en dat is goed voor hun zelfvertrouwen. Hiermee krijgen ze erkenning voor wat ze geleerd hebben.“ Dit schooljaar is een groep vierdejaars leerlingen, voorheen de ROC-kansenklas, met een voorbereidend AKA en AKA-plus jaar gestart. Deze groep krijgt wiskunde, Engels, Nederlands en studievaardigheden zoals het maken van verslagen en plannen van werkzaamheden. Doel is het niveau te bereiken dat nodig is om de overstap te kunnen maken naar niveau 2 op het mbo. Vast onderdeel is een stage van twee dagen per week. Vierdejaars leerkracht Sjoerds: “Vanaf volgend schooljaar gaan álle vierdejaars met de AKA-opleiding beginnen. We willen namelijk zo min mogelijk onderscheid tussen de leerlingen maken. Iedereen volgt dus de aangeboden vakken en loopt twee dagen stage. Afhankelijk van de capaciteiten van de individuele leerling bieden we een programma aan dat aansluit op de ver-
we onze leerlingen wel ‘op maat‘ willen blijven benaderen en begeleiden. Binnen de eindtermen van de AKA is er voldoende ruimte om de opleiding vorm te geven. Daarbij gaan we er wel vanuit dat alle praktijkscholen hun eigenheid kunnen behouden. In de uitvoering zullen er hier en daar dus verschillen zijn.“ De ouders van de zeventien leerlingen die nu het voorbereidend AKA-jaar volgen, zijn enthousiast. Zij willen het liefst dat hun kind een ROC-diploma haalt, maar zien ook wel dat de overstap naar zo’n grote onderwijsinstelling als het ROC moeilijk is. Mulder: “Op de Hofstede krijgen de leerlingen veel individuele aandacht en zorg waardoor hun prestaties omhoog gaan. Wij geloven erin dat onze leerlingen meer kunnen, mits ze de juiste begeleiding en aanpak krijgen.” Volgens Zwanenburg hebben de meesten het naar hun zin op school, maar komen ze nog wel eens in botsing met het praktijkschoolimago: “Als boven een opdracht ‘basis-
Praktijkschool schillende uitstroomrichtingen.“ Aan het eind van het twee jaar durende traject worden de leerlingen beoordeeld. Sjoerds: “We gaan er van uit dat ongeveer tweederde van onze leerlingen het AKA-diploma moet kunnen halen; de rest neemt afscheid met een praktijkschooldiploma.“
school‘ staat, omdat deze opdracht het best aansluit bij hun niveau, is de motivatie om ermee aan de slag te gaan, niet zo groot. Maar als er ‘vmbo‘ boven staat, is het
enthousiasme veel groter. Daarom is de AKA een uitgelezen kans voor onze praktijkschoolleerlingen. Ze kunnen nu net als de vmbo-leerlingen een erkend diploma halen. Kwaliteitswaarborg De AKA biedt ook voordelen aan de kant van bedrijven en instellingen. Als die straks leerlingen op sollicitatie krijgen, weten ze veel beter wat hun niveau is. De eindtermen zijn immers omschreven. Sinds een jaar hebben de Haagse praktijkscholen het dilemma ‘geen eindtermen en dus ook geen diploma‘ weten te omzeilen met het Haags Diploma voor Praktijkonderwijs. Dat diploma wordt op termijn mogelijk in de hele regio ingevoerd. Met de AKA komt er nu een diploma dat landelijk wordt erkend. Mulder: “We komen dan op alle fronten wat steviger over, zowel naar het bedrijfsleven als naar de ouders en de leerlingen. Aan de hand van de portfoliomap wordt aangetoond welke praktische en theoretische vaardigheden de leerlingen hebben. Dat is een duidelijke kwaliteitswaarborg.“ De komende periode wordt voorlopig nog hard gewerkt om de plannen met elkaar te realiseren. Niet alleen op directieniveau en gezamenlijk met andere praktijkopleidingen en ROC’s in de regio, maar ook op de werkvloer. Daar krijgen docenten te maken met de inhoudelijke en praktische kant van de invoering van eindtermen. Hun lesaanbod zal aangepast moeten worden aan de eisen die de AKA aan de leerlingen stelt. |
AKA-diploma De examinering voor het AKA-diploma blijft in handen van het ROC. Om tot een goede afstemming te komen, is de Hofstede gesprekken gestart met diverse ROC’s in de regio. Intern timmert de praktijkschool ook aan de weg. Er wordt bijvoorbeeld gewerkt aan de invoering van competentiegericht werken. Om die invoering te stroomlijnen, volgen praktijkscholen in en rond Den Haag een gezamenlijke training. Vijfdejaars leerkracht Zwanenburg: “We willen ons zo goed mogelijk voorbereiden op de invoering van AKA. Zoals het er nu uitziet zijn verschillende varianten mogelijk. Voorop staat dat
| LeerKracht |
5
| Transformatie |
| Tekst | Annemarie Breeve
| Illustratie | Auke Herrema
| Fotografie | Lou Wolfs
Van Time Out naar Try Virtueel en veilig over gedrag nadenken
O
p het smartboard staat een geanimeerde schoolsituatie. Een gang, lokalen, jashaken, tassen, en veel poppetjes die door elkaar staan. Eén poppetje wordt roder en groter. Een ander poppetje verschrompelt tot een minimaal formaat. Het kind en
de leerkracht, weergegeven in een animatie die de gebeurtenis beschrijft zoals het kind die beleeft.
We zijn op de Opperd, een ZMOK-school in Rijswijk. De muis wordt bediend door Wim A.B., onderwijskundige en orthopedagoog. Geïntrigeerd kijken de aanwezigen naar het bord. Daar zien ze de mogelijkheden om met virtuele hulpmiddelen inzicht te krijgen in wat er in de hoofden van kinderen omgaat. Van Time Out naar Try Out is bedoeld voor kinderen met een vorm van autisme of met gedragsproblemen. Juist deze kinderen kunnen moeilijk verwoorden wat ze ervaren of waarom ze op een bepaalde manier handelen. Met behulp van animaties in een virtuele en veilige omgeving, kunnen die kinderen dat mogelijk wél. Van Time Out naar Try Out onderzoekt dat. Wim A.B. is intern en ambulant begeleider op ZML-school de Wingerd in Nunspeet.
gaan naar middelen, waarmee we deze kinderen op een positieve manier kunnen bijsturen. Ook willen we kijken of we hiermee moeilijk gedrag kunnen voorkomen. Dat moeilijke gedrag komt ergens vandaan. Wij vragen ons nu af hoe je erachter kunt komen wat de oorzaak is. Wat gebeurt er in de hoofden van de kinderen als zich een probleem voordoet? Met die informatie kunnen wij - begeleiders en leerkrachten kinderen helpen. We willen dat de kinderen ons meenemen in hun denken. Dit project is daarop gericht.“ Second life Het idee is simpel. In een wereld waar ‘Second Life’ en allerhande virtuele werelden in games, juist gaan over de gevolgen van gedrag, moet het mogelijk zijn dit te verta-
emotionele ontwikkeling. “Er zijn meer programma’s waarmee je je eigen omgeving kunt creëren, maar Kar2ouche lijkt voorlopig het meest geschikt”, vertelt Koos Eichhorn van AB-ZHW. “Binnen het programma zullen we eigen foto’s van de school en de schoolomgeving aanbrengen. Het kind kan dan na een conflict eenvoudig in plaatjes weergeven wat er volgens hem is gebeurd. In welke ruimte was je? De gang of het lokaal? Wie waren daar nog meer? Waar stond jij? Waar stond de ander? Wat gebeurde er? Hoe reageerde je? In vier of vijf plaatjes schetst het kind zo de gebeurtenis, waarbij hij tegelijk kan aangeven met kleur, vorm of grootte of iemand boos was of verdrietig, of hij zich heel klein en bedreigd voelde of juist heel groot en machtig.”
Wat gebeurt er in de hoofden van de kinderen als zich een probleem voordoet? Daarnaast werkt hij in het bedrijfsleven bij Siennax, een automatiseringsbedrijf dat zich sterk bezig houdt met het inrichten van leerportalen en leeromgevingen voor grote bedrijven en overheidsinstellingen. Wim is daar opleidingskundige en ziet grote overeenkomsten met hoe kinderen leren. “De kern van het project is dat we op zoek
6
| LeerKracht |
len naar een virtuele omgeving voor scholen. AB-ZHW stuitte tijdens de jaarlijkse BETT-reis in Engeland op Kar2ouche, een programma dat in eerste instantie bedoeld was voor het weergeven van toneelstukken en actualiteiten in virtuele vormen. Enthousiaste gebruikers zorgden voor een extra module speciaal voor de sociaal-
Gebeurtenis oefenen De kinderen waar het om gaat, zijn te verdelen in twee verschillende doelgroepen, namelijk kinderen met een vorm van autisme en kinderen met ernstige gedragsproblemen. De Verschoorschool in Nunspeet - een school met voornamelijk kinderen met psychosociale problemen en problemen
Out binnen het autismespectrum - en ZMOKschool de Opperd in Rijswijk, zijn de eerste scholen die met dit project aan de slag gaan. Het programma wordt bij beide groepen anders ingezet. Kinderen met een vorm van autisme reageren bij nieuwe situaties en onverwachte veranderingen vaak vanuit angst. Bij deze kinderen kan een dergelijk project worden ingezet om vooraf de gebeurtenis te oefenen. Kinderen met gedragsproblemen kunnen het programma juist achteraf gebruiken en na een conflict vertellen hoe zij de gebeurtenis beleefden en op welke manier het anders had kunnen gaan.
drag vertonen en hoe ze ervan kunnen leren.
Van Time Out naar Try Out is primair bedoeld om de tijd die kinderen soms in een Time Out doorbrengen effectiever te maken. AB-ZHW diende namens de Verschoorschool en de Opperd een projectplan in bij de Kennisrotonde. Beide scholen menen dat visualisatie via ICT een meerwaarde oplevert voor de kinderen. De projectgroep werkt momenteel aan een eerste scenario om te kijken wat voor kinderen de beste aanpak is. In een game-achtige, digitale omgeving
Proportie of kleur? Wim A.B. is enthousiast over de mogelijkheden van Kar2ouche. “Het is geweldig dat je er foto’s in kan stoppen van je eigen omgeving. De gelijkenis moet zo dichtbij mogelijk zijn. Deze kinderen krijgen alleen maar de ‘klik‘ als ze de omgeving herkennen. Meteen geeft dat weer een interessante vraag voor het project. Want hoever maken we het pakket klaar voor de scholen? Maken we de foto’s van hun scholen en lokalen voor hen en plaatsen we dat allemaal al voorbereid in allerhande scenario’s? Of laten we de scholen zelf foto’s maken, zodat ze hun eigen omgeving weer eens opnieuw bekijken, maar dan door de ogen van de kinderen?” Ook de mogelijkheid om de poppetjes in de animaties te laten veranderen, spreekt Wim aan. “Ik ben met name bijzonder enthousiast over de mogelijkheid om poppetjes groter en kleiner te maken. Wij zouden zeggen dat we met kleur aangeven of iemand boos is, mijn dochter heeft het programma getest en gebruikte juist fysieke
kunnen kinderen binnenkort aan de slag met de taxirit van en naar school. De taxirit staat bij beide scholen op de eerste plaats als het gaat om potentiële conflictsituaties. Het project wordt ook onderzocht door de Universiteit Leiden. Alles bij elkaar levert het nieuwe kennis op over manieren om te achterhalen waarom kinderen bepaald ge-
proporties om de verhoudingen weer te geven. Dan kun je ook vaststellen of iemand gevoelig is voor proporties of voor kleur, of kinderen abstract denken of in beelden. Deze groep kinderen heeft moeite met het verwoorden van gebeurtenissen en emoties. Met dit programma kunnen ze verbeelden hoe ze iets hebben ervaren, dat is prachtig!”
Er is ook aandacht voor de leerkracht binnen het project. “Die begeleiding gaat verder dan uitleg over de software”, stelt Wim A.B. “De leerkracht moet ook de zin van deze manier van werken inzien, en zijn eigen rol onder de loep durven nemen. Het is heel moeilijk om als leerkracht niet aanwezig te zijn, en het kind hier meer te laten bepalen wat er uiteindelijk op het scherm te zien is. Kinderen moeten binnen deze virtuele omgeving kunnen en mogen experimenteren. Daarbij verlaat je het morele aspect. Dat is best lastig, maar
noodzakelijk voor de kinderen om zaken zelf te ontdekken.” |
V
anaf eind januari kunt u kijken op de website www.timeouttryout.nl voor meer informatie!
| LeerKracht |
7
| Tekst | Annemarie Breeve
| Illustratie | Auke Herrema
Column OOP
Waarom A kies jij voor onderwijs?
ls leerling weet je wel waar je moet zijn. Wil je iets bijzonders regelen, dan ga je eerst naar de conciërge. Ben je ziek of is er thuis iets aan de hand, dan
meld je je bij de administratie. Zeker zo belangrijk in het schoolgaande leven van een leerling, is het onderwijsondersteunend personeel: administratie, conciërge, maar ook begeleiders, psychologen en het stafbureau. Zonder hun kennis en kunde zou de school evenmin draaien. Ook OOP-ers kiezen meestal specifiek voor onderwijs, maar staan niet voor de klas. Helma van der Helm is administratief medewerker op het Montaigne Lyceum. Waarom werkt zij in het onderwijs?
“Ik werk op de administratie van het Montaigne Lyceum. Ik doe dat al vanaf de start van deze jonge school. We startten hier in 2001 als Esloo Nootdorp met 62 leerlingen, en met elkaar zijn we de school gaan neerzetten. Dat was wel een hele leuke tijd. Er was niets, we moesten voor van alles zaken gaan uitwerken. Hoe organiseer je een open dag? Hoe zet je een administratie op? Waar laat je leerlingen zich afmelden als ze ziek zijn? Wie neemt welke taak op zich? Het was leuk, omdat ik op veel onderwerpen ook mijn inbreng kon geven. Nu we groter zijn, hebben we de taken meer verdeeld, en heeft iedereen zijn eigen ‘gebiedje’. De drukste periode is voor mij uiteraard aan het begin en aan het eind van het schooljaar. Maar ik heb ook veel werk aan de examens; ik hou de verzending van examenwerk bij en voer de cijfers in. Onderwijs was niet een heel bewuste keuze van me. Ik ben erin ge-
8
| LeerKracht |
rold; hiervoor werkte ik bij de Riagg en bij Jeugdzorg. Ik weet ook niet of ik hier altijd blijf werken, maar voor nu heb ik het heel erg naar mijn zin. De afwisseling spreekt me het meeste aan. Ik heb contact met leerlingen, docenten en de rector. Het rumoerige dat zo’n school met zich meebrengt, bevalt me ook goed. Ik hou daar wel van, die drukte. Dat je ineens alles moet laten liggen omdat iets anders aandacht nodig heeft. Dat komt niet altijd uit, maar houdt het wel levendig. Verder biedt onderwijs toch een bijzondere werk-
‘Het rumoerige dat zo’n school met zich meebrengt, bevalt me ook goed’
omgeving. Docenten zijn vaak creatieve mensen die goed zijn in het bedenken van oplossingen. De leerlingen zijn meestal onverwacht attent. Je denkt soms dat er met pubers geen land te bezeilen valt, maar toen ik vorig jaar dwars door een sneeuwballengevecht moest fietsen, dacht ik dat ik de volle laag zou krijgen. Maar toen riep iemand toch ‘oh stoppen, de juf komt eraan’. Het is maar een klein voorbeeld, maar ik vind dat hartverwarmend.” |
december 2007
| Tekst | Sep Schaffers | Illustratie | Auke Herrema
Management en leiderschap M
anagement in het onderwijs was voorheen niet echt een apart on-
derdeel van de opleiding. Met het veranderen van de organisatie van het onderwijs en de professionalisering van alle onderdelen, is er ook meer aandacht gekomen voor management en leiderschap.
Sturend en zakelijk Wouter Janssen was nog maar net assistentteamleider havo 4/5 op het ISW toen hij in 2006 aan de LeerCirkel deelnam. Hij wilde zijn nieuwe positie, als intermediair tussen docenten en schoolleiding, daarmee nader onderzoeken. Janssen vroeg zich met name af hoe hij met zijn team de stap van een abstracte visie naar praktisch beleid kon maken. Samen met een andere deelnemer bereidde hij dit lastige thema voor en nodigde bestuurslid Hein van Asseldonk uit om een gastcollege te komen geven. “Ik zie nu veel meer het belang in van een goede visie en kan me beter verplaatsen in docenten die weerstand tegen dit onderwerp hebben“, vertelt Janssen achteraf. Tijdens de
www.aukeherrema.nl
Het tekort aan leidinggevenden in zowel het basis- als het voortgezet onderwijs is algemeen bekend. Maar leerkrachten die een functie als teamleider, coördinator of schoolleider ambiëren, hoeven niet automatisch de benodigde competenties in huis te hebben. Voor doorstroming naar een managementfunctie is dus adequate scholing nodig. De Lucas Academie biedt een flink pakket aan mogelijkheden, maar ook buiten de organisatie zijn er volop trainingen en opleidingen te vinden. Ervaringen van leerkrachten en leidinggevenden die aan de LeerCirkel, de LeerSpiraal en de Kweekvijver hebben meegedaan.
LeerCirkel werd Janssen zich ook meer bewust van zijn leiderschapsstijl. “Door de reacties van anderen kwam ik erachter dat mijn manier van leiding geven vrij sturend en zakelijk is. Feedback van anderen heeft mij beter naar mezelf leren kijken.“ Navid Madani zat in dezelfde LeerCirkel en was destijds coördinator van de brugklas op het Overbosch College. Madani wilde leren hoe hij zijn onderwijsvisie kon overbrengen en bereidde samen met een medecursist een bijeenkomst voor over ‘jezelf leren kennen en handelen vanuit je eigen kern‘. “Het was heel spannend en tijdrovend om te doen. Maar daardoor ben ik wel bezig geweest met
de vraag hoe ik mijn denkwijze kan overbrengen op anderen.“ Een deelnemer fungeerde als critical friend, iemand die vanuit een goede relatie opbouwende kritiek kan bieden, en observeerde Madani tijdens een teamvergadering. Deze kritische vriend merkte op dat Madani méér had kunnen bereiken in dat overleg. “Dat herkende ik wel, ik ben altijd maar bezig naar andere meningen te luisteren en neem daardoor geen beslissingen. Iedereen tevreden willen stellen, is een illusie.“ Met de feedback raakte Madani meer overtuigd van zijn kwaliteiten. Hij is zelfverzekerder geworden en werd na de LeerCirkel onderbouwcoördinator. “Dit leertraject heeft daar zeker een Lees verder op de volgende pagina
Management en leiderschap | Dossier |
9
Management en leiderschap
rol in gespeeld.“ Ook Janssen heeft een nieuwe stap gezet. Sinds kort is hij teamleider vwo 4/5. “De LeerCirkel was niet de directe aanleiding voor de ‘promotie’, maar heeft wel een meerwaarde gehad. Ik merk dat ik nu meer ruimte laat aan mijn team om mee te denken over onderwijsinhoudelijke zaken.” Duizend-dingen-doekje De LeerSpiraal is voor het eerst gestart in november 2007 en bedoeld voor ervaren teamleiders en coördinatoren die hun ken-
vwo-bovenbouw op het Stanislascollege werd. “Ik ben nog betrekkelijk onervaren als teamleider en kan het nodige leren van de andere deelnemers. Mijn leervragen liggen op het gebied van het delegeren van verantwoordelijkheden. Wat doe je zelf en wat leg je lager in de organisatie neer? Ook verandermanagement vind ik een boeiend onderwerp.” Maar Van der Zande wil ook zelf input leveren door verfrissende vragen te stellen en activerende werkvormen in te brengen. “Er zijn genoeg gemeenschappelijke thema’s. Hoe zorg je bijvoorbeeld dat
‘Ik laat nu meer ruimte aan mijn team om mee te denken over onderwijsinhoudelijke zaken’ nis en vaardigheden voor wat betreft het begeleiden van onderwijskundige processen en veranderingen willen bijschaven. Cursusleiders John Swildens en Piet Post merkten op dat veel deelnemers de cursus beginnen met een houding van ‘wat moet ik eigenlijk nog leren‘. Tijdens de eerste bijeenkomst werd echter al duidelijk dat in deze groep dezelfde thema’s leven als bij de LeerCirkel. “De leervragen zijn wel specifieker en gaan dieper in op bepaalde aspecten, zoals samenwerken en delegeren binnen een team. Ook bij dit leertraject leert iedereen ongelooflijk veel van elkaar.“ Dat ervoer deelneemster Conny van der Zande ook. Zij was jarenlang projectleider en gaf trainingen in activerende didactiek, voordat ze teamleider
je geen duizend-dingen-doekje wordt? Die valkuil is voor ons allemaal zeer reëel.” Gedragspatroon Martine Boon is leerkracht op Samenwerkingsschool Balans en houdt van organiseren en mensen motiveren. Ze wilde weten in hoeverre ze geschikt is voor een leidinggevende functie en nam in 2006 deel aan de Kweekvijver. Door voor haar school een beleidsplan over hoogbegaafde kinderen te schrijven, leerde ze hoe zoiets breed gedragen kan worden en niet als ‘Martine‘s plan‘ wordt afgedaan. Feedback krijgen en geven had wat haar betreft nog wel wat meer gemogen. “Het was goed om te merken dat ik in een nieuwe groep eerst wat op de achter-
LeerCirkel en LeerSpiraal voor voortgezet onderwijs e Lucas Academie biedt om het middenmanagement te scholen de LeerCirkel (sinds 2005) en de LeerSpiraal (sinds 2007) aan. Respectievelijk (startende) teamleiders en ervaren teamleiders/coördinatoren uit het voortgezet onderwijs kunnen hieraan deelnemen. Beide leertrajecten zijn vraaggestuurd en gecontextualiseerd. Ze kennen dezelfde opzet: eerst een assessment en een intakegesprek om het profiel en de leervragen van iedere deelnemer vast te stellen, daarna een serie van acht bijeenkomsten van elk een dag. De aanpak is onconventioneel, omdat de deelnemers hun eigen leertraject organiseren. In kleine groepjes bereidt iedereen een bijeenkomst voor aan de hand van zelfgekozen thema‘s. Deskundigen worden uitgenodigd om een presentatie te geven. Daarnaast gaan de deelnemers als critical friend bij elkaar op schoolbezoek. Thema’s die in allerlei toonaarden aan bod komen zijn: visie en beleid, communicatieve vaardigheden, leiderschapsstijlen, attitude-aspecten (intervisie, feedback, voortgangsbegeleiding) en het veranderinstrumentarium (financiën, personeel, enzovoort). De slotdag staat in het teken van het presenteren van bewezen competenties. Deelnemers aan de LeerSpiraal hebben over het algemeen ervaring met leiderschap.
D
10
| Dossier | Management en leiderschap
Kweekvijver voor basisonderwijs oor leerkrachten in het basisonderwijs die vertrouwd willen raken met een managementfunctie, is de Kweekvijver opgezet. Dit is een project buiten Lucas Onderwijs, uitgevoerd door de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) en de Nederlandse Schoolleiders Academie (NSA). Voorafgaand aan de Kweekvijver vindt een assessment en een tweedaagse training ‘Oriëntatie op Management‘ plaats. Daarna krijgen de cursisten verspreid over een jaar een kennistraject van ongeveer tien dagen aangeboden. Thema’s die aan bod komen, zijn onder meer leiderschapsstijlen, financiën, personeelsbeleid en vergadertechnieken. Tussentijds vinden intervisiebijeenkomsten plaats en volgt iedereen een praktijktraject, waarbij een onderzoeks- of praktijkopdracht wordt uitgevoerd.
V
grond blijf. Iedereen pakt in zo’n situatie automatisch een bepaalde rol op. Tegelijkertijd kwam ook naar voren dat ik vrij direct ben. Meer inzicht in mijn gedragspatroon heeft ervoor gezorgd dat ik nu meer rekening houd met de persoon die ik voor me heb.” Ook Adam Altena heeft veel over zijn eigen functioneren geleerd. Toen hij in 2005 aan de Kweekvijver deelnam, was hij nog leerkracht. “Naast veel nuttige kennis over leidinggeven aan veranderingsprocessen, personeelsbeleid en vergadertechnieken, heb ik vooral tijdens rollenspelen en intervisie veel van de andere cursisten geleerd. Met vragen als ‘waarom doe je dat zo?‘ werd ik met mezelf geconfronteerd.“ Zijn blikveld werd verruimd en de cursus heeft hem aangezet tot reflecteren op eigen handelen. “Ik wilde vaak te snel en probeer nu meer ruimte aan anderen te geven.“ Sinds juni 2007 is Altena directeur en gaat hij de schoolleidersopleiding volgen. Boon wil ook graag doorgroeien naar een leidinggevende functie, maar er heeft zich nog geen mogelijkheid voorgedaan. “Ik ben bij Lucas Onderwijs gaan praten over mobiliteit en hoop over niet al te lange tijd te kunnen doorstromen.“ |
Teamrollen volgens Belbin
De meest opvallende kenmerken van de negen teamrollen zijn: • De Voorzitter maakt de doelen duidelijk, stuurt het proces aan, heeft een goede neus voor kwaliteiten van mensen, kan goed delegeren en wil besluiten nemen. Hij is ook manipulatief en heeft géén sterke eigen inbreng. • De Vormer daagt uit en is dynamisch. Hij houdt van een zekere druk en heeft een sterke drang tot presteren. Het groepslid met deze rol kan anderen ook provoceren en is niet altijd even aardig. • De Plant is creatief en heeft een onorthodoxe denktrant. Als Plant ben je degene die nieuwe ideeën genereert en ingewikkelde problemen oplost. De Plant mist wel vaak de details en is communicatief niet sterk. • De Monitor analyseert problemen, heeft een scherp beoordelingsvermogen, ziet alle mogelijkheden en is strategisch en objectief. Hij is ook te kritisch en niet in staat anderen te inspireren. • De Bedrijfsman voert plannen en ideeën systematisch en efficiënt uit, is gedisciplineerd en betrouwbaar. Daarentegen kan de Bedrijfsman (of -vrouw) moeilijk met nieuwe ontwikkelingen omgaan; hij is weinig flexibel. • De Groepswerker is coöperatief ingesteld, kan goed luisteren, is opmerkzaam, bevordert de teamgeest en is diplomatiek. Tegenover die goede eigenschappen staat dat de Groepswerker geen beslissingen kan nemen en makkelijk te beïnvloeden is. • De Brononderzoeker is extravert en onderzoekend, communicatief en (over)enthousiast. De Brononderzoeker verliest snel interesse en maakt de klus niet af.
• De Zorgdrager zorgt dat alles goed is voorbereid en volgens plan verloopt. Dit teamlid is nauwgezet en gewetensvol, maar maakt zich ook teveel zorgen, zoekt fouten en kan niet delegeren. • De Specialist is sterk inhoudelijk gericht, heeft bijzondere kennis en vaardigheden en is doelbewust. Minpuntje: de Specialist heeft geen oog voor het grotere geheel en is te technisch. Belbin heeft ook een test ontwikkeld waarmee iedereen voor zichzelf kan nagaan welke teamrol het beste bij zijn persoon past. De test is gebaseerd op zeven vragen die gaan over wat iemand motiveert in zijn werk en welke kenmerken daarbij om de hoek komen kijken. Bij iedere vraag kunnen punten worden verdeeld over negen mogelijke antwoorden. Elk antwoord verwijst naar één van de teamrollen. Doe ook een test op internet en ontdek je eigen rol! Op het wereldwijde web staan diverse zelftests. Na het invullen krijg je direct een score. Sommige tests gaan uit van acht teamrollen en laten de Specialist buiten beschouwing. Een enkele test noemt de Monitor ook wel Waarschuwer. Surf naar www.trainersvannu.nl/belbin-vragenlijst.php of www.thesis.nl/belbin/belbin_q1.html. Wil je meer lezen over teamrollen op het werk, kijk dan eens naar het boek ‘Teamrollen op het werk’ van R.M. Belbin. |
www.aukeherrema.nl
Eén van de meest voorkomende theorieën over groepsprocessen is ontwikkeld door de Amerikaanse psycholoog R.M. Belbin. Hij stelt dat met alleen intellectuelen of creatievelingen in een team geen goede resultaten worden bereikt. Een effectief team bestaat volgens hem uit een combinatie van persoonlijkheden met verschillende kwaliteiten, die elkaar aanvullen of ook wel uitdagen. Gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek bracht hij negen teamrollen in kaart. Fysiek hoeven er geen negen mensen in een team te zitten, want de teamleden kunnen ook meer dan één rol op zich nemen. Inzicht in de rol die je zelf geneigd bent op je te nemen of de eigenschappen van de mensen die je in een team bij elkaar wilt zetten, kunnen het managen vergemakkelijken.
Management en leiderschap | Dossier |
11
Management en leiderschap
Klassenmanagement is ook leidinggeven!
K
lassenmanagement is het goed organiseren van een klas waardoor leerlingen met succes kunnen werken en leren. Leerkrachten die aan het roer staan, hebben overzicht, kunnen hun aandacht over meerdere zaken tegelijk verdelen en weten problemen te voorkomen. Hun optreden is duidelijk, consequent en evenwichtig. Met de leerlingen hebben ze regels en afspraken gemaakt, die als nuttig en zinvol worden ervaren. Het klaslokaal straalt rust uit, is goed begaanbaar en uitdagend. De organisatorische kant van klassenmanagement bestaat uit het zo goed mogelijk laten verlopen van de les(inhoud), regels en procedures. Diverse observatie- en klassenmanagementformulieren kunnen de leerkracht helpen om meer overzicht en inzicht in de lessituatie te krijgen. De relationele kant van klassenmanagement gaat over een goede relatie tussen leerkracht en leerling. Auteur Eddy van Mosselvelde van het boek ‘De klas in de hand‘ neemt hierover een duidelijk standpunt in. Hij pleit in het geval van moeilijke leerlingen voor een meer pedagogische aanpak. Deze aanpak is leerlinggericht en houdt niet alleen rekening met de leerling, maar ook met de klassensituatie en de persoonlijkheid van de leerkracht. De autoriteit van de leerkracht is daarbij van groot belang, evenals duidelijke regels. Klassenmanagement is zowel van toepassing op klassikaal onderwijs als op innovatieve werkvormen, waarbij de leerlingen zelfsturend leren. Goed klassenmanagement kan dus zowel leraar-
gestuurd als leerlinggestuurd zijn. Het gebruik van ICT komt tot nu toe het best uit de verf bij leerlinggestuurd onderwijs. Voorbeelden zijn dagtaken in de computer, samen leren via het web, met een PDA op stap. Bij leraargestuurd onderwijs wordt gebruik gemaakt van educatieve software bij zelfstandig werken en van digitale schoolborden. Op het internet is veel te vinden over klassenmanagement. Is je interesse gewekt? Kijk dan eens op:
• www.internetwijzer-b ao.nl/klassenmanagem ent • www.jajuf.nl/klassenm anagement.htm • nl.wikipedia.org/wiki /Klassenmanagement • www.ictopschool.net/k ennis/publicaties/uitg aven/ wat_weten_we_over_kla ssenmanagement/docum ent • Eddy van Mosselvelde : http://users.skynet.be /edmoss
DE LUCAS ACADEMIE, TROTS OP UW TALENT! Bent u trots op uw talent? Wij wel! En we komen met steeds meer collega’s in contact die hun talent willen delen of willen leren van de kennis en ervaring van anderen. Een paar voorbeelden: Nieuw aanbod • Peercoaching PO & VO • Weerbaarheidstraining ‘Rots & Water‘ en weerbaarheidstrainingen voor docenten PO & VO • Traject voor BOSSEN (begeleiders op school) • De LeerSpiraal (module voor ervaren teamleiders) • Supervisie PO & VO • Begeleiding catechesewerkgroepen PO • Training onderwijsassistenten
OPROEP Bent u trots op uw talent en wilt u dit graag delen met uw collega’s, dan kunt u zich aanmelden op onze site door het invullen van een profiel. U kunt ook contact opnemen met het secretariaat van de Lucas Academie. Wij ontmoeten u graag en willen u van harte kennis laten maken met de Lucas Academie! In een gesprek bekijken we vervolgens gezamenlijk wat er voor u mogelijk is. Wilt u ook uw talent delen of deelnemen aan een netwerk? Kijk dan op www.lucasacademie.nl.
| Transformatie |
| Tekst | Sep Schaffers
| Fotografie | Lou Wolfs
Community school biedt meer kansen Esloo PrO en Vuurvlinder maken verbinding met de wijk
M
eer kansen creëren voor leerlingen die deze kansen ontberen,
leidt soms tot een nieuw schoolconcept. Ook nieuwbouw kan een aanleiding zijn voor drastische veranderingen. De Vuurvlinder en Esloo PrO benaderen hun school vanuit een wijkperspectief. De community school op zijn Haags.
De community school of ‘buurtschool‘ kent vele gezichten. De ene keer gaat het om een school die de hele buurt inzet om haar kinderen op te voeden; dan weer is het een plek waar kinderopvang, sport en andere activiteiten gecombineerd plaatsvinden. In New York bestaat een variant waar moeders vanaf de geboorte van hun kind een hulpverleningstraject doorlopen. Al deze scholen maken verbinding met de wijk, zodat de kansen van kinderen die tot een risicogroep behoren, worden vergroot. De gemeente Den Haag zette met haar brede schoolbeleid tot nu toe vooral in op voorschoolse educa-
tie en ouderbetrokkenheid. Dit leverde in de praktijk te weinig op. Daarom komen nu ook nieuwbouw, samenwerking met andere partners op wijkniveau en de verlengde schooldag in beeld. Basisschool de Vuurvlinder en Esloo Praktijkonderwijs hebben - vanuit de visie dat onderwijs en de wijk elkaar kunnen versterken - een aantal duidelijke stappen gezet in de richting van de community school. Multifunctioneel centrum De Vuurvlinder is een kleine, multiculturele school in Mariahoeve. Het is ook een brede Lees verder op pagina 14
| LeerKracht |
13
‘Gezamenlijk opereren vergroot de maatschappelijke kansen van onze leerlingen‘ school die in toenemende mate samenwerkt met instellingen in de wijk. Sinds oktober 2007 is de verplichte, verlengde schooldag ingevoerd. Vanaf groep drie zitten de kinderen per week zes uur langer op school en krijgen ze clubs en projecten op het gebied van sport, cultuur, toneel, techniek en taal. Rob Rosier werd hier begin vorig jaar directeur en wilde het profiel van zijn school meer gaan verkopen. “We doen mee aan de pilot Leerkansenprofiel van de gemeente Den Haag onder de noemer ToTaalschool. Hierdoor krijgen we geld om taalachterstanden in te lopen, want de Vuurvlinder vangt ook nieuwkomers op in een speciale NT2-klas. Daarnaast wordt het geld gebruikt om talenten van kinderen te ontwikkelen.” Als het aan Rosier ligt, gaat de school zo snel mogelijk over naar een nieuw schoolgebouw in een multifunctioneel centrum in de wijk. Waarom vindt hij dat zo belangrijk? “Onze school is weliswaar gerenoveerd,
maar er is geen ruimte om individueel te kunnen werken. Tegelijkertijd willen we een stap verder maken met de brede school. Samenwerking met andere instellingen in de wijk heeft een absolute meerwaarde. Als kinderen bijvoorbeeld koken op een klein fornuisje bij de stichting Voorwelzijn, terwijl woonzorgcentrum Maevita een prachtige keuken heeft, is dat een gemiste kans. Van onze goed ingerichte computerruimte, die er ongetwijfeld gaat komen, mogen straks ook andere groepen in de wijk gebruik maken.“ Maar het gaat wat Rosier betreft niet alleen om het beter benutten van elkaars faciliteiten. “We kunnen ook inhoudelijk veel meer voor elkaar betekenen.
14
| LeerKracht |
Jeugdhulpverleners zijn deskundiger in het voeren van moeilijke gesprekken met ouders en wij zijn goed in ouders binnen de school halen voor taallessen en begeleiding bij kooklessen en voetbal. Door samen te werken, wordt de zorg rond een kind veel sneller en beter op elkaar afgestemd.“ Spin in het web Esloo PrO heeft ook plannen voor een nieuwe school, echter in een veel verder gevorderd stadium. Begin 2008 vindt de verhuizing plaats naar de Noordpolderkade, waar een gebouw verrijst dat volgens directeur Michel Verhaar – ook in 2006 aangetreden – beter aansluit op het praktijkonderwijs. “Deze school is pas echt gaan nadenken over een ander praktijkonderwijsconcept toen in 2003 de mogelijkheid voor nieuwbouw werd geboden. We hebben met een kwetsbare groep moeilijk lerende kinderen te maken. Tachtig procent is van allochtone afkomst en heeft een flinke leerachterstand. Om ervoor te zorgen dat deze leerlingen straks volwaardig kunnen meedraaien in de samenleving, hebben we de ouders en de buurt hard nodig.“
Sinds 2006 heeft Esloo Praktijkonderwijs flink geïnvesteerd in het onderwijs door met
leerlijnen, IOP’s (Individueel Ontwikkelings Plan), kernteams en oefenbedrijven te gaan werken. In het nieuwe gebouw gaan ze op de ingeslagen weg verder door op de begane grond oefenbedrijven in te richten op het gebied van Groen, Repro/Magazijn, Winkel, Bouwtechniek, Reparatie en Was & Strijk. Ook komt daar een restaurant met een professionele keuken. Maar Verhaar wil niet alleen intern het onderwijs beter organiseren. Zijn school moet ook ‘een spin in het web’ worden, en samenwerkingsverbanden aangaan met andere instellingen, organisaties en ouders in de wijk. Waarom hij daarvoor kiest? “Onze leerlingen moeten straks volwaardig kunnen meedraaien in de maatschappij. We willen hun tweede opvoedingsmilieu – thuis en de buurt – erbij betrekken en meer met bedrijven en instellingen in de buurt samenwerken. Door gezamenlijk te opereren, worden de maatschappelijke kansen van onze leerlingen vergroot.“ Stage bij de buren Vooruitlopend op de verhuizing heeft Esloo PrO zijn vleugels in de toekomstige wijk al uitgeslagen. In samenwerking met verzorgingstehuis Wenckebach kwam een stageproject voor groep twee tot stand. In plaats van hun interne stage liepen de leerlingen na de zomervakantie zes weken stage bij hun nieuwe buren. Ze verrichtten assisterende werkzaamheden op de recreatieafdeling, in de huiskamer en bij het uitdelen van koffie en thee. Zowel de leerlingen als de medewerkers van het verzorgingstehuis waren enthousiast. Verhaar: “Wenckebach ziet heel goed de maatschappelijke relevantie van zo’n project. Gezamenlijk willen we de wijk versterken en verantwoordelijkheid nemen voor de kwaliteit van leven in deze buurt.“ Als de nieuwbouw klaar is, gaat de Reparatiewerkplaats ook samenwerken met de buurt. In overleg met fietsenmakersbedrijf Profiel worden kleine reparaties op school uitgevoerd en kunnen buurtbewoners ook rechtstreeks hun fiets langs brengen. De mogelijkheden voor uitwisseling en contact zijn legio: de was verzorgen voor mensen die thuishulp nodig hebben, schoonmaken bij Wenckebach, een buurtrestaurant openen, oefenruimte voor de muziekvereniging in school, enzovoort. Verhaar ziet ook
| Tekst | Jan Jacob van Dijk
mogelijkheden voor externe stages in de buurt: “Werken in een supermarkt in je eigen wijk, verhoogt de motivatie. We gaan dus ook op zoek naar dit soort praktijkstages.“ Expertise uit de wijk Ook de Vuurvlinder investeert al stevig in samenwerking met andere organisaties en instellingen in de wijk. Rosier: “Wij hebben het geluk dat iedereen in Mariahoeve doordrongen is van de noodzaak van samenwerking. Daardoor liggen er al goede contacten met stichting DAK (kinderopvang), woonzorgcentrum Maevita en stichting Voorwelzijn. We willen zoveel mogelijk expertise binnen de school halen: van de logopediste, maatschappelijk werkster en jeugdhulpverlener tot de sport-, muziek- en theaterclubs.“ Wat hem betreft, worden de kinderen al in een vroeg stadium begeleid. “Ik wil vanaf de peuters al een intake gaan doen. We maken dan een gezamenlijk plan hoe we het gezin begeleiden. Daardoor hoeven eventuele interventies niet zo lang en zwaar te zijn.” Ouderbetrokkenheid Over ouders bij de school betrekken, heeft Rosier ook duidelijke opvattingen: “We moeten veel meer naar de ouders toe gaan om ze bij de ontwikkeling van hun kind te betrekken. Ze zijn pas gemotiveerd om naar school te komen als hun kind iets gemaakt heeft of om zelf iets te leren.“ Daarom organiseert de Vuurvlinder dit jaar voor het eerst conversatielessen, waar maar liefst 45 ouders op af kwamen. Ook gaat met geld van de stimuleringsregeling van de overheid ‘Ruimte voor contact‘ in januari 2008 een Nederlandse taalcursus voor autochtone en allochtone ouders van start. Op deze manier komt niet alleen de taal, maar ook de eigen culturele achtergrond aan bod. De volgende stap is ouders bij het onderwijs te betrekken en hen te laten assisteren bij kook- of muzieklessen. Ook Esloo PrO wil meer energie steken in ouderbetrokkenheid. Verhaar: “We hebben tafeltjesavonden en introductiedagen maar dat is te passief. Als we naar de nieuwbouw gaan, zitten we midden in de wijk waar de meeste ouders wonen. Dan zijn er vanzelf meer mogelijkheden voor contact. We willen ouders de school in halen door bijvoorbeeld koffieochtenden te organiseren en contact te leggen met de verschillende culturele verenigingen. Hierbij krijgen we steun van welzijnsorganisatie Mooi Laak.“ Maar zover is het nog niet, want eerst moeten leerlingen en docenten hun draai vinden in de nieuwe school met de werkplaatsen, huiskamers voor de onderbouw- en bovenbouwgroepen en andere nieuwe ruimtes. “We zijn met een groeiproces begonnen dat nog lang niet klaar is. Het huidige docententeam staat gelukkig helemaal achter de nieuwe ontwikkelingen, maar het heeft wel tijd nodig. Daarna kunnen we onze aandacht wat meer gaan richten op de ouders.“ Zowel de Vuurvlinder als Esloo PrO gaan de komende tijd het begrip community school concreet invullen. Overeenkomst tussen beide scholen is de overtuiging dat het leggen van contacten met professionals, instellingen, bedrijven en ouders in de buurt noodzakelijk is voor de kansen en mogelijkheden van hun leerlingen. |
M
Column Tweede Kamer
Koninklijke weg Als ze het niet zelf uitvoeren, moeten ze wel goede afspraken hebben gemaakt met professionele kinderopvanginstellingen. In de maanden daaraan voorafgaand hebben bijna alle schoolbesturen dergelijke afspraken gemaakt. Maar dat bleek niet altijd afdoende om er voor te zorgen dat alle ouders hun schoolgaande kinderen naar de buitenschoolse opvang konden laten gaan. Dat werd duidelijk in de zomerperiode.
Jan Jacob van Dijk (CDA) is Tweede Kamerlid en woordvoerder onderwijs voor de CDA-fractie. Hij is bijzonder hoogleraar Christelijk Sociaal Denken aan de VU in Amsterdam.
Huiswerk gedaan Opvallend was dat eerst de schuld werd gezocht bij de schoolbesturen, maar die konden aantonen dat zij hun huiswerk voldoende hadden gedaan. Dus kwam de media toen bij de kinderopvanginstellingen terecht. Die wezen op twee problemen: huisvesting en personeelstekort. Van het eerste kregen de gemeenten de schuld, van het tweede de politiek. Die wilde namelijk niet akkoord gaan met vijf schooldagen tot twee uur. Met die indeling zouden alle schooldagen even aantrekkelijk zijn voor ouders om hun kinderen naar de buitenschoolse opvang te laten gaan.
Niet alle ouders konden hun schoolgaande kinderen naar de buitenschoolse opvang laten gaan Los van de vraag of dit echt een oplossing is - ik betwijfel dat - vond ik het niet erg chique van de kinderopvangdirecteuren. Omdat zij een probleem hebben, moet het hele onderwijs alle schooltijden aanpassen. Dat heet bij mij geen oplossing, maar een probleem over de schutting gooien. Een echte oplossing is volgens mij het concept van de brede school, waarin onderwijs, kinderopvang, sportverenigingen en welzijnswerk met elkaar samenwerken. Dan kun je goede oplossingen bedenken op basis van gesprek. Dat is de koninklijke weg. |
eer informatie over de ToTaalschool is te vinden op www.totaalschool.nl.
| LeerKracht |
15
Minister Plasterk weer even terug op oude school
Kort Nieuws
Feest op de Jeroenschool Is tweemaal 25 samen vijftig? Het feest op basisschool Jeroen deed even denken van wel! Er werd flink uitgepakt op de school toen twee leerkrachten allebei 25 jaar in het onderwijs werkzaam waren. Op 12 oktober 2007 werden Joyce Vogelsang en Pierre Kouwenhoven in het zonnetje gezet voor hun inzet en betrokkenheid in al die jaren. Joyce en Pierre werken al vele jaren op de Jeroenschool; beiden zijn veelzijdige en enthousiaste leerkrachten. Joyce heeft in de loop der jaren vele taken vervuld: groepsleerkracht in verschillende groepen, zorgleerkracht, ICT-deskundige en sinds dit schooljaar taalcoördinator. Pierre heeft de afgelopen jaren evenmin stil gezeten: groepsleerkracht in verschillende groepen, bouwcoördinator, zorgleerkracht, ICT-coördinator en intern begeleider. Beide collega’s staan bekend als creatief, boordevol ideeën, prettig en enorme feestvierders. Een spetterend feest op vrijdagavond was dan ook de enige mogelijke manier voor de Jeroenschool om dit dubbele jubileum te vieren. |
Wie wint de Guus van Elsenprijs 2008? Prijs wordt inmiddels voor de zesde keer uitgereikt! De Guus van Elsenprijs 2008 komt er weer aan! Deze prestigieuze award is bedoeld voor één of meerdere personen binnen Lucas Onderwijs die zich extra voor het onderwijs binnen de organisatie heeft ingezet. De Guus van Elsenprijs is inmiddels een begrip binnen de organisatie en wordt komend jaar al weer voor de zesde keer uitgereikt. Prijswinnaars uit het verleden vertellen unaniem dat vooral het voorgedragen zijn door collega’s de echte pluim op het werk is. Laat die kans dus niet liggen en zet de mensen om u heen in het zonnetje! Wie wint de prijs dit jaar? Dat bepaalt u! U kunt vanaf vandaag voordrachten indienen bij de jury. Kent u iemand die de prijs verdient? Een ouder, leerkracht, leerling, onderwijsondersteuner of vrijwilliger die net even voorbij de dagelijkse zaken extra inzet toont?
Op 1 oktober ging de Nationale Onderwijsweek van start. Daarom was minister Plasterk even terug op zijn oude school. Van 1969 tot 1975 was Ronald Plasterk leerling van het voormalige St.-Janscollege, nu Hofstad Lyceum. Hij vertelde aan een gezelschap van leerlingen uit 5 havo en 5 en 6 vwo dat hij goede herinneringen bewaart aan zijn middelbare schooltijd. De school was een stimulerende leeromgeving. Zijn oud-docent wiskunde, de heer Maassen, hoewel reeds lang gepensioneerd ook aanwezig, kon dat alleen maar bevestigen. De minister beantwoordde vragen van leerlingen over onder andere de plaats die creationisme in het onderwijs moet krijgen, over de termijn van onderwijsplannen en over de vrouw als lustobject. Een 5 havo-leerling probeerde de minister voor zijn karretje te spannen door hem te vragen zijn invloed aan te wenden om de verleden schooljaar ingevoerde 70-minutenlessen af te schaffen. Dit verzoek kopte de minister vakkundig door naar zijn staatssecretaris voor voortgezet onderwijs.
Ten slotte mocht hij plaats nemen in de eco-car, ontworpen door leerlingen van het Hofstad Lyceum, die in mei hebben deelgenomen aan de Shell Eco Marathon en er een prijs in de wacht wisten te slepen. |
Meld u zich dan bij de jury en laat weten wie die persoon is! Er zijn twee prijzen te verdelen: één voor het primair onderwijs en één voor het voortgezet onderwijs. De prijs bestaat uit een oorkonde, een beeldje, vijfhonderd euro en veel eer. Iedereen die zich betrokken voelt bij Lucas Onderwijs kan iemand voor de prijs voordragen. Kijk voor meer informatie op www.lucasonderwijs.nl onder het kopje Organisatie. Na het inzamelen van de voordrachten, beraadt een jury zich op de winnaars. Op vrijdag 11 april reikt de jury de prijzen uit. Meer informatie over de prijsuitreiking vindt u in het februarinummer van LeerKracht. Voordrachten voor de Guus van Elsenprijs 2008 moeten uiterlijk 22 februari 2008 binnen zijn bij Faizel Bachnoe, de secretaris van de jury. U kunt daarvoor het voordrachtformulier op de site gebruiken of contact opnemen met Yasmine Boer van het Servicebureau, telefoon 070 - 300 9404 of
[email protected]. Aarzel niet en meld vandaag nog iemand aan!
Rijke Klussen in boekvorm verschenen De afgelopen jaren is binnen Esloo Onderwijsgroep gewerkt aan het ontwerpen van eigen leermiddelen door eigen onderwijsarchitecten. Het verloop van het project is gevat in een boekje dat onlangs verscheen. In het boekje komt een aantal onderwijsarchitecten aan het woord over hun ervaringen met het werken met Rijke Klussen. Verder bevat het boekje volop tips en voorbeelden. Het boekje is - zolang de voorraad strekt - na te bestellen bij Esloo Onderwijsgroep, telefoon 070 - 300 1940. Kijk voor meer informatie over het project ook op www.onderwijsontwerpers.nl. | 16
| LeerKracht |
Juf Paula 25 jaar juf! Een feestelijke dag op 26 september, want toen vierde de Krullevaar het 25-jarig jubileum van juf Paula Barten. ’s Ochtends werd juf Paula door de hele school toegezongen en verwend met dikverdiende presentjes. Juf Paula had zelf ook een fantastisch cadeau voor de school. De Krullevaar is nu al vijf jaar een ‘Vreedzame School‘ en daarom vond zij het hoog tijd voor een ‘KRULLE-KLOPJE‘. Het Krulle-klopje is bedoeld om jezelf of een ander een klopje op de schouder te geven als beloning. De mechanische arm hangt in de hal naast de directiekamer. De kinderen gebruiken het apparaat volop, en daarbij wordt nog regelmatig het juf Paula-lied gehoord. Namens het team en vooral alle kinderen: juf Paula bedankt en nog vele leuke jaren en creatieve ideeën toegewenst. |
Karina Baarda neemt op zijn Schevenings afscheid van Hofstad Heldring Na bijna tien jaar als directeur heeft Karina Baarda-Verbaan afscheid genomen van vmbo-school Hofstad Heldring. Zij heeft een nieuwe baan aanvaard als programmamanager bij Spirit4You, een samenwerkingsverband van vmbo en mbo in Haaglanden. Spirit4You wil de doorstroom van leerlingen van het vmbo naar het mbo bevorderen en de uitval van leerlingen in beide sectoren zoveel mogelijk terugdringen. Een grote stap voor Karina die tot nu toe haar hele werkzame leven op Hofstad Heldring (voorheen de O.G. Heldring-mavo) heeft doorgebracht. Eerst als docente Nederlands, later ook als schooldecaan en bovenbouwcoördinator. In mei 1998 werd zij directeur. Onder haar leiding verhuisde de school van het te klein geworden gebouw aan de 2e Sweelinckstraat naar de Morsestraat. Karina, geboren en getogen in Scheveningen (en daar terecht trots op!), kreeg donderdag 4 oktober op een druk bezochte afscheidsreceptie aangeboden, uiteraard geheel in Scheveningse stijl. Zowel leerlingen als collega’s verschenen in klederdracht en natuurlijk ontbraken de schalen met Hollandse nieuwe niet! Het personeel, de leerlingen en de ouders van Hofstad Heldring zullen Karina’s geweldige inzet, betrokkenheid, deskundigheid en warmte als directeur heel erg missen, maar zijn er tegelijkertijd van overtuigd dat zij ook deze nieuwe uitdaging tot een succes weet te maken. |
Lucas wereldwijd Afgelopen herfstvakantie bracht een delegatie van basisschool de Waterwilg - inmiddels volgens traditie - een bezoek aan het project in Kenia. Tijdens dit bezoek werd de sponsorschool bezocht, de Ganda in Lunga Lunga Kenia. Deze sponsorschool participeert mee in een inmiddels nieuwe stichting Tenda Pamoya. De stichting bestaat uit vrijwilligers die zich inzetten voor de basisscholen in Kenia en daarbij het accent leggen op onderwijs, economie en microkredietprojecten. Ook bezochten de reizigers de sponsormeisjes. De Waterwilg helpt momenteel vijf meisjes. Elk jaar zorgen de kinderen van groep acht ervoor dat het benodigde sponsorbedrag van 1.800 euro voor het sponsoren van een meisje, bij elkaar wordt gebracht. Met dit bedrag kan een meisje vijf jaar lang doorleren op het voortgezet onderwijs. De kinderen houden ook contact met het meisje met behulp van brieven en een vriendenboek. De meisjes krijgen tweemaal per jaar een bezoek vanuit de projectorganisatie en daarbij ontvangen de meisjes een pakketje. Dit jaar kon de nieuwe tas van Lucas Onderwijs worden aangeboden. De tas was gevuld met lekkere geurtjes, lingerie, briefpapier, schoensmeer, veters en leuke hebbedingetjes. De tas werd ook op de sponsorschool uitgereikt aan de leerkrachten en vrijwilligers van de kleuterschool. Leerkrachten in het kleuteronderwijs ontvangen in Kenia geen salaris, maar zijn afhankelijk van de bijdrage van ouders. |
Helpende Handen op Stanislascollege Het Stanislascollege Reinier de Graafpad organiseert elk jaar rond de kerst een sponsoractiviteit. Ditmaal koos de school ervoor om dat een goed doel dichtbij huis te laten zijn. In Delft is er bij een taxicentrale een groep mensen die iedere dag kinderen van huis naar school rijdt en andersom. Het gaat om kinderen met een lichamelijke en meervoudige handicap en langdurig zieke leerlingen. Een dagje uit of een vakantie is voor deze kinderen (te) kostbaar vanwege de nodige aanpassingen en zorg. De medewerkers van deze taxicentrale organiseren al veertien jaar op vrijwillige basis uitstapjes en korte vakanties om deze kinderen toch af en toe uit hun isolement te halen en te verwennen. De Maurice Maeterlinckschool selecteert de leerlingen; de kosten worden gedekt door giften van kleine bedrijven en particulieren. De leerlingen van het Stanislascollege haalden verleden jaar december € 9.500,- op met een sponsoractie voor dit doel. Een behoorlijk bedrag! Dit jaar hebben de leerlingen een logo ontworpen en een naam verzonnen om de hiervoor in het leven geroepen stichting officieel vorm te
geven. De vrijwilligers hebben zich aangemeld bij de Kamer van Koophandel. De stichting ‘De helpende handen‘ is een feit. Het uitje werd een midweek Centerparcs. Afgelopen herfstvakantie vertrokken dertien gehandicapte kinderen, dertien volwassenen en twee leerlingen van het Stanislaslascollege Reinier de Graafpad naar de Eemhof om van daaruit leuke uitstapjes te ondernemen. Het Dolfinarium in Harderwijk en Dierenpark Emmen stonden op het programma. De kinderen hebben zichtbaar genoten! |
| LeerKracht |
17
| Transformatie |
| Tekst | Annemarie Breeve
| Fotografie | Lou Wolfs
‘Onderwijs moet goed zijn. Dat heb je nodig om het land D
e Raad van Toezicht is binnen Lucas Onderwijs het orgaan dat het bestuur controleert. De afgelopen jaren heeft de Raad haar taak extra serieus genomen en het bestuur voortdurend voorzien van feedback bij het doorvoeren van het herontwerp. Nu de
organisatie bestuurlijk in rustiger water terecht komt, kan de Raad weer een stapje terug doen en overgaan tot haar gebruikelijke toezichtstaak. Per 1 januari neemt de huidige voorzitter van de Raad afscheid en treedt een nieuwe voorzitter aan. LeerKracht interviewde beide voorzitters.
Per 1 januari draagt u uw taken over aan een opvolger. Hoe kijkt u terug op de afgelopen jaren? “Mijn verbondenheid met de Lucas dateert van eind jaren tachtig en loopt gelijk op met de schoolloopbaan van onze kinderen. In die tijd is er veel veranderd. Goed onderwijs heeft bijvoorbeeld meer prioriteit gekregen, daarbij verwachten ouders en samenleving steeds meer van onze mensen op de scholen. Ook zijn steeds meer bestuurstaken van de overheid overgegaan naar de scholen zelf. Besturen is een vak geworden en kan niet meer door vrijwilligers worden gedaan. Al die veranderingen hebben de afgelopen jaren heel veel van de medewerkers van de Lucas gevraagd. Soms wel eens te veel.“
Michiel van Haersma Buma start per 1 januari 2008 als voorzitter van de Raad van Toezicht.
18
| LeerKracht |
De Raad van Toezicht was een nevenfunctie. Wat voor werk doet u? “In het dagelijks leven ben ik vice-voorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit van Amsterdam en de Hogeschool van Amsterdam. Daarnaast bekleed ik diverse nevenfuncties, onder andere bij Bartimeus (onderwijs, zorg en dienstverlening voor blinden en slechtzienden), het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR), Dagblad Trouw en de Algemene Rekenkamer.” Het herontwerp was een belangrijk thema de afgelopen jaren. Wat vindt u van de reorganisatie? “De afgelopen jaren is de Lucas heel snel gegroeid. De kunst is om de meerwaarde van de
Wie bent u en waarom bent u voorzitter van de Raad van de Toezicht? “Ik ben Michiel van Haersma Buma, 56 jaar. Ik werk als dijkgraaf in deze regio, en was voorheen burgemeester van Leidschendam-Voorburg. Ik ken het gebied dus goed en heb veel meegepraat over onderwerpen die hier spelen. Als burgemeester praat je bijvoorbeeld mee over veiligheid in en rondom scholen. De plannen voor het Corbulo College was één van de onderwerpen. Zo kwam ik in contact met Huub van Blijswijk. Ik ken ook Paul Doop, de scheidend voorzitter.”
fusies te laten merken aan de ouders van onze leerlingen en de docenten voor de klas. Dat is niet eenvoudig. De afgelopen jaren is veel tijd gaan zitten in het beter organiseren van de Lucas. Het herontwerp vormt daar een belangrijk fundament voor. Naast het herontwerp is tegelijk een vruchtbare discussie gevoerd over het thema ‘identiteit en integratie‘. De gesprekken daarover heb ik als zeer stimulerend ervaren. Met het invoeren van het herontwerp is de Lucas beter bestand tegen de nieuwe uitdagingen in de toekomst. Klaar ben je daarmee nooit.“ Hoe ziet de toekomst eruit voor de Lucas? “Lucas staat er goed voor. Het is wel heel belangrijk dat wij met elkaar in de gaten houden
Wat wilt u met deze functie bereiken? “Ik vind het belangrijk om naast het werk ook andere bezigheden te hebben. Ik wil me inzetten voor het maatschappelijke. Ik heb een extra interesse in onderwijs. Onderwijs moet goed zijn. Dat heb je nodig om het land overeind te houden. Ik heb dan ook een grote bewondering voor leerkrachten en voor hoe zij zich in een sterk veranderende samenleving staande houden. Ik wil daaraan mijn steentje bijdragen.” Welke ambities heeft u voor de organisatie? “Als Raad van Toezicht moet je niet op de stoel
Matching en bemensing et herontwerp is inmiddels in de fase waarin na het leggen van de bestuursbasis, de juiste mensen op de juiste plekken terecht moeten komen, de zogenoemde matching. Na het vaststellen van de taken van het Servicebureau en Bestuursbureau, is gekeken welke functies daarbij horen. Medewerkers hebben hun voorkeur kunnen uitspreken voor deze functies. Aansluitend is met iedereen een gesprek gevoerd over motivatie en competentie. In enkele gevallen is nog wat aanvullend onderzoek uitgevoerd; daarbij gaat het met name om collega’s die een flinke stap willen zetten. Na dit onderzoek komt er een bemensingsplan, waarbij voorkeur, maar ook betaalbaarheid een rol spelen. Het streven is om iedereen voor de kerstvakantie te informeren over zijn of haar functie. Daarna zal in februari het wisselen van de plekken, de overdracht en het installeren van de nieuwe functies plaatsvinden.
H
overeind te houden’
senen is een prachtige opdracht. Met het herontwerp is duidelijk de koers gezet in de richting van het leren van elkaar in de organisatie, met oog voor de kinderen die extra aandacht nodig hebben en met passie voor innovatie.”
Paul Doop neemt op 1 januari afscheid van Lucas Onderwijs.
op welke wijze wij onze leerlingen en ouders het best van dienst zijn. Het leveren van een bepalende bijdrage aan de ontwikkeling van jaarlijks bijna 30.000 kinderen en jongvolwas-
van het bestuur gaan zitten. Je moet je rol zuiver houden. Primair gaat het om toezicht houden op de financiën van de Lucas. Daarnaast willen we het gesprek over maatschappelijke trends gaande houden. De laatste jaren heeft de Lucas flink gesleuteld aan de structuur en cultuur. Die veranderingen moeten blijvend worden doorgezet en onderwerp van gesprek zijn. Zo blijf je met elkaar scherp. De centrale vraag is wat mij betreft ‘Hoe sta je in de samenleving?’ Maar ook vind ik het belangrijk te blijven nadenken over wat je voor kinderen kunt betekenen die op de rand bungelen.”
Op welke manier merkt een leerkracht iets van de Raad van Toezicht? “Het bestuur bestuurt en heeft de leiding over de organisatie. Maar er is geen goed bestuur zonder toezicht. Medewerkers, ouders en leerlingen mogen weten dat er naast het bestuur een interne toezichthouder is, die er is voor goede raad en tegelijk een kritisch klankbord vormt voor het bestuur. In die zin staat de Raad met één been in de organisatie en met
Wat merkt een leerkracht van de Raad van Toezicht? “De leerkracht moet zekerheid hebben dat de Raad doet wat is afgesproken, en dat is controleren van het College van Bestuur op onderwerpen die vooraf zijn bepaald, als missie, werkplannen en begroting. De Raad opereert op de achtergrond. De Raad werkt niet in de waan van de dag, en is dus de aangewezen instantie om het bestuur een spiegel voor te houden.”
één been midden in de samenleving. Dat maakt het werk van de Raad zo boeiend.“ Heeft u nog wijze woorden voor uw opvolger? “Veel inspiratie heb ik geput uit de werkbezoeken die ik aan de scholen heb mogen brengen. Mijn raad zou zijn: ga door met de werkbezoeken, mogelijk met meer Raad van Toezichtleden. De scholen waarderen dat zeer.“
Heeft u nog een bijzonder onderwerp waar u zich op richt? “In het voortgezet onderwijs is het van belang leerlingen blijvend te interesseren in de bètavakken. Er is een grote vraag naar mensen met een technische achtergrond. Scholen moeten daarop blijven inspelen.”
| LeerKracht |
19
één twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien
10 vragen aan ...
Fariël Fatehmahomed | Tekst | Marja Loomans
| 1 | Wie ben je en wat doe je? Ik ben Fariël Fatehmahomed. Ik ben 26 jaar en werk sinds twee jaar op basisschool Onze Wereld. Ik liep hier stage en werd meteen verliefd op deze school. Ik vind het heerlijk dat ik nu een eigen groep heb, groep vijf.
| 2 | Wat is Onze Wereld voor school? Onze Wereld is een basisschool in de Transvaalbuurt met ruim zevenhonderd kinderen. We zijn een afspiegeling van de buurt, en dus heel kleurrijk. Zo’n 35 nationaliteiten lopen hier vrolijk rond.
| 3 | Een katholieke school, maar zijn er ook katholieke kinderen op Onze Wereld? Ja, die zijn er, maar de meeste kinderen zijn islamitisch. Daarnaast hebben we ook nog kinderen met een Hindoestaanse, Joodse, of protestantchristelijke achtergrond.
| 4 | Een multi-religieuze school dus. Hoe ga
‘Respect en voor elkaar zorgen zijn waarden die in elke religie centraal staan’
je dan om met religieuze feesten? We besteden aandacht aan een heleboel religieuze feesten. In september en oktober had ik een kijktafel in de klas over de Ramadan en het Suikerfeest. Daarna kwamen er spulletjes over het Hindoestaanse Divali, het lichtjesfeest. Maar als school organiseren we echt grote vieringen met Pasen en Kerstmis. Daar gaan we wel creatief mee om, want anders ga je compleet langs je kinderen heen.
| 5 | Hoe vieren jullie kerst op school? We hebben een kerstboom en een kerstontbijt, maar we bedenken van tevoren een kerstproject. In dit project koppelen we ‘waardeneducatie‘, een deel van ons lesprogramma, aan de kerst. Universele waarden komen dan aan bod, zoals respect, waarheid, levenskunst, liefde en geweldloosheid. Deze waarden komen voor in de meeste culturen en religies. Tijdens de vorige kerst stond ‘liefde‘ centraal, de zorg voor jezelf en voor anderen
20
| LeerKracht |
| Fotografie | Lou Wolfs
| 6 | Dat betekent concreet? Vier weken een project rond het thema wensen. Van klein en ik-gericht naar groot: ‘ik wens‘ (heel toepasselijk voor Sinterklaas!); ‘ik wens voor mijn familie‘; ‘ik wens voor de school‘ en tot slot ‘ik wens voor de wereld‘. Als finale lieten de kinderen hun wens op aan ballonnen.
| 7 | Hoe vonden de kinderen het? Geweldig! De wensen sloten zo goed aan bij hun eigen wereld, en aan het slot werden ze daar bovenuit getild. Het was een universeel feest. We lieten de ballonnen op nadat we met de hele school ‘we are the world‘ hadden gezongen, een liedje dat al wekenlang door de school galmde. Daar kreeg ik kippenvel van.
| 8 | En jij, wat betekent kerst voor jou? Ik ben moslim, maar kerst is voor mij vooral ‘samen’. Ik herinner het me ook van mijn eigen schooltijd: in het donker naar school, en als je daar kwam was het warm, gezellig, met elkaar. Wat religie betreft: ik denk dat respect en voor elkaar zorgen waarden zijn die in elke religie centraal staan, en die horen dan ook zeker bij een kerstviering.
| 9 | Wat zijn de plannen voor dit jaar? Onze werkgroep Identiteitsversterkende Activiteiten schrijft weer een project, gekoppeld aan waardeneducatie. Op Onze Wereld staat iedere maand één van de kernwaarden centraal. In de komende decembermaand richten we ons op ‘levenskunst en emotioneel vermogen‘. We gaan met de kinderen aan de slag rond emoties als angst, verdriet, empathie, boosheid en ontroering. Het doel is om de kinderen zonder angst te laten praten over hun gevoelens.
| 10 | Zin in? Heel erg. Sowieso in het project, maar ik ga ook een kerststalletje onder de kerstboom zetten en de kinderen verhalen vertellen, want ik vind dat ze zoveel mogelijk te weten moeten komen.