Van Time Out naar Try Out
Onderwijsstudies Universiteit Leiden
Van Time Out naar Try Out
Onderwijsstudies Universiteit Leiden
oktober 2008 dr. Nadira Saab Prof. dr. Rob Martens In samenwerking met AB-ZHW
Van Time Out naar Try Out
Inhoudsopgave 1. Inleiding _________________________________________________________________ 4 1.1 Gedragsproblematiek ______________________________________________________ 4 1.2 Autisme spectrum stoornis _________________________________________________ 4 1.3 Onderzoek ______________________________________________________________ 5 1.4 Motivatie _______________________________________________________________ 6 1.5 Vraagstelling _____________________________________________________________ 7 2. Methode _________________________________________________________________ 9 2.1 Steekproef _______________________________________________________________ 9 2.2 Variabelen_______________________________________________________________ 9 2.3 Procedure _______________________________________________________________ 9 2.4 Analyse _________________________________________________________________ 9 3. Resultaten _______________________________________________________________ 11 3.1 Betrouwbaarheid Vragenlijsten _____________________________________________ 11 3.2 Verschil Schoolwelbevinden leerlingen met en zonder Kar2ouche__________________ 11 3.3 Leerlingen met Kar2ouche _________________________________________________ 12 3.4 Schoolbeleid ____________________________________________________________ 15 4. Conclusie en discussie _____________________________________________________ 17 Referenties ________________________________________________________________ 19 Bijlage 1 __________________________________________________________________ 20 Bijlage 2 __________________________________________________________________ 22 Bijlage 3 __________________________________________________________________ 23 Bijlage 4 __________________________________________________________________ 26 Bijlage 5 __________________________________________________________________ 27
Universiteit Leiden
3
Van Time Out naar Try Out
1. Inleiding Dit rapport doet verslag van een onderzoek naar het gebruik van een computerprogramma (Kar2ouche) bij een Time Out in het Speciaal Onderwijs. Er wordt onderzocht of de gebruikte methode werkbaar en bruikbaar is voor de doelgroep, in dit geval leerkrachten en leerlingen in het Speciaal Onderwijs, en wat de effecten van de gebruikte methode zijn. Gedeelten van deze inleiding komen uit het projectvoorstel ‘Van Time Out naar Try Out, Voorstel tevens Plan kennisontwikkeling’ (2007).
1.1 Gedragsproblematiek Cluster 4 Scholen in het Speciaal Onderwijs zijn scholen voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen en langdurig zieke kinderen zonder een lichamelijke handicap en omvat onderwijs aan kinderen in scholen die verbonden zijn aan pedologische instituten. Op veel van deze scholen zijn de sociale vaardigheden van de leerlingen om te kunnen functioneren in de dagelijkse maatschappij niet adequaat ontwikkeld. Met name het inleven en begrijpen van de ander is problematisch. In het Speciaal Onderwijs, zoals ZMOK scholen, wordt regelmatig gebruik gemaakt van een zogenaamde Time Out. Een Time Out is vaak het gevolg van gedragsproblematiek. De leerling is in de klassensituatie niet meer te handhaven en wordt tijdelijk uit de deze omgeving geplaatst. Gedurende de Time Out moet de leerling weer tot zichzelf komen om vervolgens samen met zijn begeleider de oorzaak van het gedrag te analyseren. In de praktijk echter is er lang niet voldoende tijd en gelegenheid om de Time Out zo te gebruiken dat optimaal resultaat verkregen wordt. De leerkracht heeft immers nog een groep leerlingen waarmee hij zich bezig moet houden. Door dat de gelegenheid niet wordt benut om aan de Time Out een positieve wending te geven, ziet de leerling deze als een straf voor ongewenst gedrag. Dit bevordert een negatief zelfbeeld en er ontstaat een negatieve vicieuze cirkel.
1.2 Autisme spectrum stoornis Leerlingen met stoornissen in het autistisch spectrum hebben vaak moeite met het verwerken van informatie die van buiten op hen afkomt. De informatie wordt anders opgenomen, anders verwerkt en anders geïnterpreteerd. Hierdoor begrijpen leerlingen met een autistische stoornis de wereld anders dan ‘gewone’ leerlingen. Hun wereld is onoverzichtelijk omdat ze vaak geen logische samenhang zien in wat ze ervaren. Veranderingen in hun leefwereld kunnen snel paniek veroorzaken. Hun gedrag komt op anderen daardoor vaak vreemd over. Omgekeerd kan het gedrag van anderen door leerlingen met een autistische stoornis als onbegrijpelijk worden ervaren. Net als bij kinderen in het ZMOK onderwijs, is sociale interactie daardoor voor veel kinderen met autistische stoornis geen vanzelfsprekendheid en levert vaak problemen op. De uiting van het slecht sociaal vaardig functioneren is anders dan de leerling van de ZMOK school, maar er is een overeenkomst in het feit dat de sociale vaardigheden van de leerling voor onze dagelijkse maatschappij niet adequaat zijn ontwikkeld. Met name het inleven in en begrijpen van de ander is problematisch. Het begrip ‘Theory of mind’ wordt vaak gebruikt om de moeilijkheden die autisten ondervinden in het begrijpen van andere mensen te beschrijven. Het is een begrip uit de cognitieve psychologie. De ‘mind’ is een niveau van beschrijven tussen wat er in de hersenen gebeurt en wat er zich in het gedrag laat zien. Met ‘Theory of mind’ wordt globaal bedoeld: de theorie die iemand heeft om te snappen wat er in iemand anders hoofd omgaat.
Universiteit Leiden
4
Van Time Out naar Try Out
Zich kunnen verplaatsen in de ander is voor de meeste autisten en aanverwanten uitermate moeilijk. Kinderen met een autisme stoornis zullen hiermee moeten oefenen. Deze oefentijd, die vergelijkbaar is met de eerder beschreven Time Out en daarom ook zo verder genoemd zal worden, heeft op een school met kinderen met een autisme stoornis vaak een ander –minder acuut- karakter dan in het ZMOK onderwijs. Zo wordt de Time Out gebruikt om leerlingen te helpen hun paniekgevoel voor een nieuwe situatie te voorkomen en om leerlingen te leren omgaan met anderen. Op beide typen scholen wordt hierbij veel gebruik gemaakt van visualisatie. De nieuwe situatie of de situatie die geleid heeft tot een Time Out wordt zo goed als mogelijk gevisualiseerd en besproken. Vragen als: Wat is er gebeurd? Wat gaat er gebeuren? Welke andere keuzen hadden er gemaakt kunnen worden? Hoe zal de ander daarop gereageerd hebben? Wat zou jij gedaan hebben als je de ander was? worden behandeld. Al deze zaken worden veel duidelijker wanneer de leerling zich kan verplaatsen in een gevisualiseerde situatie. Hoe concreter en authentieker (bijvoorbeeld door omgevingsfoto’s van de eigen klas of school te gebruiken) hoe meer het kind zich kan inleven.
1.3 Onderzoek Dit rapport doet verslag van een onderzoek naar de onderwijskundige effecten van het gebruik van multimediale toepassingen bij een Time Out. Een Time Out wordt op meerdere scholen voor Speciaal Onderwijs gehanteerd. Voor zover bekend is niet eerder onderzoek gedaan naar het effect van een Time Out, maar de ervaringen van leerkrachten wijzen er op dat het effect vooral is dat de leerling een periode krijgt om rustiger te worden, maar dat er verder weinig wordt gedaan om aan de Time Out een positieve wending te geven. Voor agressief gedrag, noch problematiek in het autistisch spectrum is de behandelmethodiek gevonden. Onderzoek wijst uit dat een eclectische benadering van de problematiek de meeste kans op succes heeft. Het werken op de computer kan voor de leerling motiverend werken. De verwachting is dat de leerling de Time Out dan ook anders zal ervaren: niet meer als straf, maar als een uitdagende leuke manier om een probleem te lijf te gaan. De deelnemende scholen en instellingen willen in de praktijk onderzoeken of het gebruik van ICT leerlingen de gelegenheid geeft om zich in een veilige situatie: voor te bereiden op nieuwe situaties door hen via door deskundig voorbereide storyboards in een uitdagende situatie te brengen waarin zij sociaal vaardig moeten handelen. Door op diverse momenten de leerling een keuze te laten maken, kunnen verschillende verhaallijnen worden gecomponeerd. De leerling verkent hiermee de gevolgen van bepaalde keuzes die door hem of haar worden gemaakt. In het gesprek met een begeleider kan hierover worden gereflecteerd en kunnen ook andere keuzes worden doorgesproken en gevisualiseerd. zelf regisseur te zijn in hun eigen wereld. In de authentieke en daardoor vertrouwde situatie van de school(omgeving) kan de leerling die een Time Out heeft met behulp van de mogelijkheden om zelf personages te introduceren en een rollenspel te laten spelen de situatie die geleid heeft tot de Time Out reproduceren. Het kind en de begeleider krijgen hiermee inzicht in de beleving van het voorval door het kind zelf. Op deze manier wordt de Time Out een Try Out.
Universiteit Leiden
5
Van Time Out naar Try Out
De verwachting is dat door gebruik te maken van de mogelijkheden die visualisatie met gebruikmaking van ICT biedt het voor de leerling aantrekkelijker wordt om deze methode te gebruiken. In een game-achtige omgeving wordt de leerling in situaties gebracht die vergelijkbaar zijn met wat hij heeft
meegemaakt of zal gaan meemaken. Door verschillende
keuzemogelijkheden aan te bieden op cruciale momenten is de leerling in staat diverse scenario’s door te nemen. Leerlingen kunnen zich voorbereiden op nieuwe beangstigende situaties. Zo kunnen ze leren vooruit te kijken, probleemsituaties te voorzien en veranderingen aan te brengen. Voor de leerkrachten biedt het werken met een virtuele omgeving een unieke kans om meer te begrijpen van de beweegredenen van een leerling en om samen naar een adequate en passende oplossing van een probleem te zoeken. Ook kan het de leerkracht meer inzicht geven in de voorspelbaarheid van gedrag en daarmee de mogelijkheid om eerder in te interveniëren. In het project hebben diverse partijen samengewerkt. Het onderwijsveld, vertegenwoordigd door de ZMOK school De Opperd uit Rijswijk en de Dokter A. Verschoorschool uit Nunspeet (met veel leerlingen met stoornissen in het autistisch spectrum), combineert haar kennis binnen dit project met het bureau AB-ZHW, educatieve ontwerpers en de Universiteit Leiden. De Universiteit Leiden, meer in het bijzonder de afdeling Onderwijsstudies, heeft zorg gedragen voor de evaluatie. Daarvan zal in dit rapport verslag worden gedaan. In het onderzoek wordt gebruik gemaakt van het computerprogramma Kar2ouche (Immersive Education).
1.4 Motivatie In dit onderzoek is veel belang gehecht aan de motivationele effecten van het gebruik van het computerprogramma. We vertalen dit voor dit onderzoek als intrinsieke versus extrinsieke motivatie. Om de motivatie op te wekken worden vaak realistische, authentieke, spelachtige situaties gecreëerd. Motivatieonderzoek laat een duidelijke verschuiving zien van extrinsieke naar intrinsieke theorieën. Waar in het verleden, in het behaviorisme, de nadruk lag op beloning en straf om iets gedaan te krijgen, gaat het nu bij motivatie veel meer om een drang van binnenuit zoals nieuwsgierigheid. De basis premise van (in het Engels self-determination theory (SDT) is dat de makers ervan, de Amerikaanse onderzoekers Ryan & Deci (e.g., 2000), ervan uitgaan dat (leer) omgevingen aan bepaalde kenmerken moeten voldoen om intrinsiek gemotiveerd gedrag niet te verstoren. Mensen kunnen gedemotiveerd worden door aspecten uit de omgeving. Dit maakt SDT een theorie over demotivatie. In de theorie wordt van intrinsieke motivatie gesproken als mensen een activiteit verrichten om het plezier dat ze beleven aan de activiteit zelf, en niet vanwege een externe beloning of dwang. Leerlingen die intrinsiek gemotiveerd zijn om te leren, willen zelf leren; zij voelen een interne behoefte of drang om met de leerstof aan de slag te gaan. Niet iedereen, zoals bijvoorbeeld leerkrachten of ouders, heeft dezelfde kijk op menselijke motivatie als SDT. Een lerende is in deze visie niet een vat waar je kennis in moet gieten. SDT vergelijkt de leerling eerder met een spons: de lerende heeft van nature de neiging kennis op te zuigen zoals een spons water. Je hoeft alleen maar te zorgen dat die neiging niet wordt verstoord en je moet de leeromgeving zo rijk maken dat er genoeg water is om op te zuigen. Ryan and Deci (2000) beschrijven drie psychologische basisbehoeften, de behoefte aan competentie, de behoefte aan autonomie en de behoefte aan sociale verbondenheid. De motivatie voor een taak of activiteit komt tot stand wanneer de leersituatie de behoefte van de leerling aan
Universiteit Leiden
6
Van Time Out naar Try Out
competentie (ik kan een taak aan en zie er de zin van in), autonomie (ik ervaar de vrijheid om zelf te controleren wat ik doe) en sociale verbondenheid (ik voel me sociaal veilig en positief gewaardeerd) ondersteunt. Zie figuur 1 voor een weergave van het model onder SDT. Ryan en Deci stellen dat extrinsieke motivatie de nadruk legt op een externe beloning, bijvoorbeeld op het uitblijven van straf, op status of een financiële vergoeding. Intrinsieke en extrinsieke motivatie zijn noodzakelijk in het onderwijs en sluiten elkaar niet altijd uit. Ryan en Deci onderscheiden ook tussenvormen, zoals introjected regulation waarbij iemand een doel niet echt internaliseert maar zich schuldig voelt ten opzichte van een ander die dat doel belangrijk vindt, waardoor hij of zij dit doel toch na probeert te streven. Figuur 1 geeft een vereenvoudigde weergave van SDT. Het model zoals geschetst in dit figuur is vaak empirisch getoetst.
Figuur 1. Vereenvoudigde weergave SDT (naar Ryan & Deci, 2000).
1.5 Vraagstelling In het onderzoek worden de volgende vragen beantwoord: 1. Is er een verschil in schoolwelbevinden tussen leerlingen die met Kar2ouche hebben gewerkt en leerlingen die niet met Kar2ouche hebben gewerkt? 2. Zijn de leerlingen gemotiveerd om met Kar2ouche te werken? 3. Wat vinden de leerkrachten van Kar2ouche en hoe hebben zij Kar2ouche gebruikt? 4. Is er een relatie tussen de opvattingen van leerkrachten over hun schoolbeleid en het gebruik van Kar2ouche? 5. Wat vinden de directies van Kar2ouche? De evaluatie is uitgevoerd op drie niveaus: de leerlingen, de leerkrachten en de directie. In het onderzoek participeren twee scholen, De Opperd en de dr. A. Verschoolschool. Voor het onderzoek naar de effecten van het werken met Kar2ouche worden twee groepen leerlingen
Universiteit Leiden
7
Van Time Out naar Try Out
vergeleken: een experimentele groep, die met Kar2ouche heeft gewerkt en een controlegroep, die niet met Kar2ouche heeft gewerkt. Bij de vergelijking tussen de experimentele en de controlegroep wordt gekeken naar centrale belevingsaspecten (schoolwelbevinden, intrinsieke motivatie, autonomie en competentie). Voorts werden de leerkrachten van de leerlingen in de experimentele groep en de directies gevraagd hun mening te geven over het gebruik van Kar2ouche. Ook zijn de leerkrachten en de directies van beide scholen naar hun opvattingen over het schoolbeleid gevraagd. Bewust is afgezien van een onderzoek naar de effecten op het gedrag van de leerling op het gebied van sociale probleemoplossing en effecten op het anticiperend gedrag van leerkrachten ten aanzien van probleemsituaties en hun competenties tijdig veranderingen aan te brengen (percepties van leerkrachten omtrent de gerapporteerde veranderingen in gedrag en vaardigheden). Binnen het korte tijdsbestek van dit onderzoek en met het ontbreken van juiste applicaties was het niet mogelijk om een geldige en betrouwbare meetprocedure te ontwikkelen die vergelijkbare gegevens oplevert.
Universiteit Leiden
8
Van Time Out naar Try Out
2. Methode In dit hoofdstuk worden de steekproef, variabelen en onderzoeksaanpak geschetst.
2.1 Steekproef Aan 99 leerlingen is een vragenlijst voorgelegd waarin hen naar het schoolwelbevinden wordt gevraagd. 53 van deze leerlingen heeft met Kar2ouche gewerkt (de experimentele groep) en hen is naast de schoolwelbevindenvragenlijst een motivatievragenlijst afgenomen (Tabel 1). Tabel 1. Verdeling experimentele en controle groep over scholen Experimentele groep
Controle groep
Totaal
De Opperd
9
9
18
Dr. A. Verschoorschool
44
37
81
Totaal
53
46
99
Aan zeven leerkrachten, drie leerkrachten van De Opperd en vier leerkrachten van de Dr. A. Verschoorschool, en aan de twee directeuren is een vragenlijst over het schoolbeleid voorgelegd. Daarnaast zijn vier leerkrachten, éé van De Opperd en drie van de Dr. A. Verschoorschool geïnterviewd over het werken met Kar2ouche. Ook de twee directeuren zijn middels een vragenlijst bevraagd naar hun visie op Kar2ouche.
2.2 Variabelen Alle leerlingen (experimentele en controlegroep) werden bevraagd naar hun welbevinden. De leerlingen in de experimentele groep werd gevraagd naar gebruiksaspecten. Voor alle items werd gebruik gemaakt van een vierpuntsschaal waarvan de extremen werden gedefinieerd door “zeer oneens” en “zeer eens”. De vragen naar de belevingsaspecten werden ontleend aan bestaande vragenlijsten met betrekking tot drie motivationeel relevante aspecten: intrinsieke motivatie, competentie en autonomie. Deze komen uit de hierboven besproken zelfdeterminatie theorie.
2.3 Procedure De vragenlijsten zijn door middel van interviews bij de leerlingen op school afgenomen. De leerlingen konden hun antwoord aanwijzen op een apart vel waar de likertschalen werden geïllustreerd door smilies (zie Bijlage 1 en 2). Alle leerkrachten en de directies hebben een vragenlijst ingevuld (zie Bijlage 3 en 5). Bij vier leerkrachten is een interview afgenomen (zie Bijlage 4).
2.4 Analyse Het effect van Kar2ouche op het welbevinden werd onderzocht door middel van variantieanalyses op de drie motivatievariabelen. De analyse van het gebruik van Kar2ouche laat uiteraard geen vergelijking toe met de controlegroep. Voor deze analyses is gebruik gemaakt van variantieanalyses met leeftijd en school als onafhankelijke variabelen. De perceptie op schoolbeleid van leerkrachten is onderzocht door
Universiteit Leiden
9
Van Time Out naar Try Out
middel van een variantieanalyse. Voor alle overige vragen wordt volstaan met een beschrijving van de kenmerken van de verdeling van antwoorden.
Universiteit Leiden
10
Van Time Out naar Try Out
3. Resultaten In dit hoofdstuk wordt eerst de betrouwbaarheid van de vragenlijsten besproken. Vervolgens wordt laten zien of er een verschil in schoolwelbevinden is tussen leerlingen die wel en niet met Kar2ouche hebben gewerkt. Hierna wordt aandacht besteed aan de motivatie van leerlingen die met Kar2ouche hebben gewerkt. Tenslotte zal de perceptie van de leerkrachten en de directie op het schoolbeleid en Kar2ouche worden besproken.
3.1 Betrouwbaarheid Vragenlijsten De betrouwbaarheid van de schalen van de vragenlijsten voor leerlingen zijn weergegeven in Tabel 2. De vragenlijst Schoolwelbevinden is aan alle leerlingen voorgelegd (n=99). De vragenlijst Motivatie met betrekking tot werken met Kar2ouche is alleen voorgelegd aan de leerlingen die met Kar2ouche hebben gewerkt (n=53). De betrouwbaarheid is voldoende tot goed. Tabel 2. Betrouwbaarheid per schaal van vragenlijst Schoolwelbevinden en Motivatie α
Aantal items
Schoolwelbevinden
.76
11
Intrinsiek gemotiveerd voor school
.70
5
Sociale contacten met vrienden de klas
.80
4
Competentie schoolwerk
.60
2
Motivatie Kar2ouche
.65
10
Intrinsiek gemotiveerd voor Kar2ouche
.77
4
Competentie Kar2ouche
.56
3
Autonomie Kar2ouche
.54
3
In Tabel 3 wordt de betrouwbaarheid weergegeven van de vragenlijst Schoolbeleid die aan leerkrachten (n=7) en de schoolleiding (n=2) is voorgelegd). De betrouwbaarheid is voldoende tot goed. Tabel 3. Betrouwbaarheid per schaal van vragenlijst voor leerkrachten α
Aantal items
Schoolbeleid
.89
19
Duidelijke visie
.67
4
Kritische reflectie
.93
3
Docentbetrokkenheid bij plannen en invoeren vernieuwingen
.53
5
Mogelijkheid professionele ontwikkeling
.77
7
3.2 Verschil Schoolwelbevinden leerlingen met en zonder Kar2ouche Om de vraag of er een verschil is in schoolwelbevinden tussen kinderen die wel en niet met Kar2ouche hebben gewerkt te kunnen beantwoorden is een variantieanalyse (ANOVA) uitgevoerd, waarbij de leerlingen die wel en niet met Kar2ouche hebben gewerkt, vergeleken worden met betrekking tot Intrinsieke motivatie voor school, Sociale contacten met vrienden in de klas en Competentie schoolwerk. Er zijn geen significante verschillen gevonden. In Tabel 4 worden de gemiddelde scores van leerlingen die wel en niet met Kar2ouche hebben gewerkt,
Universiteit Leiden
11
Van Time Out naar Try Out
weergegeven. Te zien is dat de alle leerlingen gemiddeld gezien het leuk vinden op school, dat zij vriendjes in de klas hebben en dat zij tevreden zijn over hun schoolwerk. Tabel 4. Gemiddelden en standaarddeviaties van leerlingen die wel en niet met Kar2ouche hebben gewerkt (likertschaal van 1-4). Kar2ouche Intrinsieke motivatie voor
Geen Kar2ouche
M
SD
N
M
SD
N
3.19
.47
53
3.07
.72
46
3.47
.62
53
3.37
.66
46
3.32
.67
53
3.3
.76
46
school Sociale contacten met vrienden in de klas Competentie schoolwerk
3.3 Leerlingen met Kar2ouche Om te zien wat de leerlingen van het werken met Kar2ouche vonden, zijn de gemiddelden van de scores op de vragenlijst Motivatie weergegeven in Tabel 5. De leerlingen die met Kar2ouche gewerkt hebben vinden het werken met Kar2ouche over het algemeen leuk, hebben het gevoel dat zij met Kar2ouche kunnen werken en kiezen zelf hoe zij met Kar2ouche werken of wat zij met Kar2ouche doen. Tabel 5. Gemiddelden en standaard deviaties van de scores van leerlingen op vragenlijst Motivatie (likertschaal van 1-4). M
SD
Min-max
Intrinsiek gemotiveerd voor Kar2ouche
3.33
.66
2-4
Competentie Kar2ouche
3.39
.56
2-4
Autonomie Kar2ouche
3.69
.69
2-4
Om te zien of er een verschil was tussen leeftijden in motivatie is er een variantieanalyse (ANOVA) uitgevoerd. Het verschil tussen leeftijden met betrekking tot intrinsieke motivatie voor Kar2ouche is significant (F (5,47) = 3.081; p<0.05), waarbij jongere kinderen aangeven het leuker te vinden om met Kar2ouche te werken dan oudere kinderen (zie Tabel 6). In Figuur 2 is een overzicht per leeftijd te zien van de gemiddelde scores die leerlingen gaven.
Universiteit Leiden
12
Van Time Out naar Try Out
Tabel 6. Gemiddelde scores en standaard deviaties van intrinsieke motivatie voor werken met Kar2ouche per leeftijd (likertschaal van 1-4) Intrinsiek Leeftijd
M
SD
N
7
4.00
-
1
8
3.65
.55
5
9
3.80
.27
5
10
3.55
.32
16
11
3.04
.77
25
12
2.5
-
1
*p<0,05, **p<0,01
4 3,5 3 2,5 2
Intrinsieke motivatie
1,5 1 0,5 0 7
8
9
10
11
12
Figuur 2. Gemiddelde scores van intrinsieke motivatie voor werken met Kar2ouche per leeftijd (likertschaal van 1-4).
Om te zien of er een verschil was in motivatie tussen scholen is er een variantieanalyse (ANOVA) uitgevoerd. Het verschil tussen scholen met betrekking tot intrinsieke motivatie (F (1,51) = 6.163; p<0.05) en tot autonomie (F (1,51) = 5.063; p<0.05) is significant, waarbij kinderen van de Opperd aangeven het iets leuker te vinden om met Kar2ouche te werken en iets meer zelf te kunnen bepalen wat zij met Kar2ouche doen dan kinderen van de dr. A. Verschoorschool (zie Tabel 7). Opgemerkt moet worden dat dit een klein verschil is.
Universiteit Leiden
13
Van Time Out naar Try Out
Tabel 7. Gemiddelden en standaarddeviaties van leerlingen van de Opperd en van de dr. A. Verschoorschool (likertschaal van 1-4). De Opperd
dr. A. Verschoorschool
M
SD
N
M
SD
N
3.81*
.43
9
3.23*
.66
44
Competentie Kar2ouche
3.70
.39
9
3.33
.57
44
Autonomie Kar2ouche
4.00*
.00
9
3.62*
.50
44
Intrinsieke
motivatie
voor
Kar2ouche
*p<0,05
Interview met leerlingen Aan de leerlingen is gevraagd of zij kunnen aangeven waarom zij het leuk of juist niet leuk vinden om met Kar2ouche te werken. In Tabel 8 worden de positieve aspecten van Kar2ouche aangegeven en in Tabel 9 de negatieve aspecten van Kar2ouche, verdeeld over de scholen. Van de 53 leerlingen hebben 52 leerlingen positieve punten aangegeven en 21 negatieve punten. De Opperd heeft geen negatieve punten over Kar2ouche genoemd. Dat je veel met het programma kunt doen en daarbij zelf kunt verzinnen wat je ermee doet wordt het meest als verklaring gegeven voor het leuk vinden van Kar2ouche. Dat het programma niet voldoende flexibel is wordt het meest als reden gegeven voor het niet leuk vinden van Kar2ouche. Tabel 8. Positieve punten van het werken met Kar2ouche volgens de leerlingen De Opperd
dr. A. Verschoorschool
Totaal
3 (33%)
8 (17%)
11 (21%)
3 (33%)
7 (16%)
10 (19%)
Het programma zelf is leuk
3 (33%)
9 (21%)
12 (28%)
Ik vind het leuker dan
0
3 (7%)
3 (6%)
0
9 (21%)
9 (17%)
Verhalen bedenken is leuk
0
7 (16%)
7 (14%)
Totaal
9
43
52
Je kunt er van alles/veel mee doen Ik kan zelf verzinnen wat ik ermee doe
schoolwerk Met Kar2ouche kan ik laten zien wat ik bedoel
Universiteit Leiden
14
Van Time Out naar Try Out
Tabel 9. Negatieve punten van het werken met Kar2ouche volgens de leerlingen De Opperd
dr. A. Verschoorschool
Totaal
0
14 (67%)
14 (67%)
0
1 (5%)
1 (5%)
0
1 (5%)
1 (5%)
Ik vind het programma niet leuk
0
2 (10%)
2 (10%)
Ik heb het programma niet
0
1 (5%)
1 (5%)
Ik het niet vaak genoeg gedaan
0
2 (10%)
2 (10%)
Totaal
0
21
21
Ik vind het programma niet flexibel Ik vind het moeilijk om ermee te werken Ik begrijp niet waarvoor ik het programma gebruik
nodig
3.4 Schoolbeleid Leerkrachten In Tabel 10 staan de gemiddelde scores die de zeven leerkrachten hebben gegeven met betrekking tot hun schoolbeleid. Er zijn geen significante verschillen gevonden tussen scholen; op beide scholen vinden de leerkrachten dat de school een duidelijke visie heeft, dat er kritisch naar het lesgeven en het schoolbeleid wordt gekeken, dat zij een soms betrokken worden bij plannen en het invoeren van vernieuwingen en dat er een redelijke mogelijkheid is tot professionele ontwikkeling. Tabel 10. Gemiddelde scores en standaard deviaties van de leerkrachten mbt het schoolbeleid (likertschaal van 1-5) M
SD
N
Duidelijke visie
4.07
.49
7
Kritische reflectie
4.14
1.00
7
Docentbetrokkenheid bij plannen en invoeren
3.57
.48
7
3.71
.60
7
vernieuwingen Mogelijkheid professionele ontwikkeling
Interview met leerkrachten Vier leerkrachten die met Kar2ouche hebben gewerkt zijn geïnterviewd, drie leerkrachten van de dr. A. Verschoorschool en één docent van De Opperd. De leerkrachten van de dr. A. Verschoolschool gaven aan dat de leerlingen dagelijks met Kar2ouche werkten, de leerlingen op De Opperd werkten wekelijks met Kar2ouche. Alle leerkrachten, behalve de docent van De Opperd vinden Kar2ouche een duidelijk programma. De docent van De Opperd vindt het programma voor de kinderen wel duidelijk, maar voor haarzelf niet. De leerkrachten geven aan dat de kinderen het programma leuk vinden en dat zij snel door hebben hoe het werkt. De plaatjes en de structuur worden als helder ervaren. Eén docent van de dr A. Verschoorschool geeft aan dat Kar2ouche de mogelijkheid biedt om situaties en vooral conflicten na te spelen. Een
Universiteit Leiden
15
Van Time Out naar Try Out
andere docent geeft aan dat het programma als aanvulling prima is, maar niet ter vervanging moet dienen. Het programma wordt voornamelijk gebruikt om mee te spelen en Kar2ouche wordt over het algemeen niet gebruikt voor een Try-out of een Time-out. Eén docent van de Verschoorschool geeft aan dat hij Kar2ouche voor een Try-out gebruikt. Een Time-out zou ook niet kunnen, omdat de computer in het lokaal staat. Hij vraagt meestal aan de leerlingen: Wat ga je met Kar2ouche doen? Dan zeggen de meeste: Ik baal ergens van en dat wil ik gewoon even spelen. Leerkrachten hebben over het algemeen ook geen gesprek met de leerlingen na het werken met Kar2ouche. Dit komt vooral doordat Kar2ouche als vrije tijdsmiddel wordt ingezet. De leerkrachten verwachten over het algemeen wel dat Kar2ouche ingezet kan worden als aanvullend hulpmiddel (bijvoorbeeld als aanvulling op de PAD-lessen (Programma Alternatieve Denkstrategieën)) om de leerlingen meer inzicht te laten krijgen in hun gedrag en dat zij beter leren omgaan met hun emoties. De leerkrachten vinden het veel werk om zelf de applicaties te maken (foto’s maken en toevoegen). Ze vinden het fijn dat de applicaties centraal zullen worden gemaakt. Er is geen relatie gevonden tussen de opvattingen van leerkrachten over het schoolbeleid en enerzijds het gebruik van Kar2ouche en anderzijds de mening van leerkrachten over Kar2ouche.
Directies In Tabel 10 staan de scores die de 2 directeuren hebben gegeven met betrekking tot hun schoolbeleid. Er zijn is een klein verschil te zien in de mate van het betrekken van leerkrachten bij het plannen en invoeren van vernieuwingen, waarbij de directeur van De Opperd aangeeft dit iets meer te doen dan de directeur van de dr. A. Verschoorschool. Tabel 10. Scores van de directeuren mbt het schoolbeleid (likertschaal van 1-5) De Opperd
dr. A. Verschoorschool
Duidelijke visie
4.25
4.00
Kritische reflectie
4.00
4.00
4.80
3.60
3.86
3.71
Docentbetrokkenheid
bij
plannen
en
invoeren vernieuwingen Mogelijkheid professionele ontwikkeling
Aan beide directeuren zijn nog enkele open vragen voorgelegd. Beiden gaven aan dat er voldoende draagkracht binnen het team was voor de invoering van Kar2ouche, dat de leerkrachten er elkaar geholpen hebben met het gebruik van Kar2ouche en dat de leerkrachten enthousiast waren over Kar2ouche. De directeur van de dr. A. Verschoorschool gaf daarnaast aan dat niet alle leerkrachten zich betrokken voelden bij de invoering van Kar2ouche, in tegenstelling tot de Opperd. Op de vraag: wat vindt u van Kar2ouche geeft de directeur van de Opperd aan dat Kar2ouche een meerwaarde kan hebben binnen het Speciaal Onderwijs indien het gebruikersvriendelijker wordt. De directeur van de dr. A. Verschoorschool vindt Kar2ouche een goede aanvulling op het programma. Maar hij vindt daarnaast dat Kar2ouche wel enkele essentiële beperkingen kent.
Universiteit Leiden
16
Van Time Out naar Try Out
4. Conclusie en discussie In het algemeen kan geconcludeerd worden dat Kar2ouche positief gewaardeerd wordt. De interpretatie van de afzonderlijke resultaten laat zich het gemakkelijkste ordenen aan de hand de onderzoeksvragen. Is er een verschil in schoolwelbevinden tussen leerlingen die met Kar2ouche hebben gewerkt en leerlingen die niet met Kar2ouche hebben gewerkt? Er is geen verschil in schoolwelbevinden gevonden tussen leerlingen die wel en niet met Kar2ouche hebben gewerkt. Alle leerlingen vinden het gemiddeld gezien leuk op school, alle leerlingen geven aan dat zij vriendjes in de klas hebben en dat zij tevreden zijn over hun schoolwerk. Zijn de leerlingen gemotiveerd om met Kar2ouche te werken? De leerlingen die met Kar2ouche hebben gewerkt, hebben een motivatievragenlijst ingevuld waarin zij aangeven hoe zij het werken met Kar2ouche vonden. De leerlingen die met Kar2ouche gewerkt hebben, vinden het werken met Kar2ouche over het algemeen leuk, hebben het gevoel dat zij met Kar2ouche kunnen werken en kiezen zelf hoe zij met Kar2ouche werken of wat zij met Kar2ouche doen. Ook is er onderzocht of er een verschil was tussen leeftijden met betrekking tot motivatie. Het blijkt dat jongere kinderen aangeven het leuker te vinden om met Kar2ouche te werken dan oudere kinderen. Oudere kinderen geven wel nog steeds gemiddeld aan dat zij het werken met Kar2ouche redelijk leuk te vinden. Er is een klein verschil gevonden tussen de twee scholen met betrekking tot intrinsieke motivatie en autonomie. Uit resultaten blijkt dat kinderen van de Opperd een iets hogere score geven voor intrinsieke motivatie en autonomie dan de kinderen van de dr. A. Verschoorschool. Dit neemt niet weg dat de kinderen op beide scholen het werken met Kar2ouche leuk vinden en zelf kunnen bepalen wat zij met Kar2ouche doen. Aan de leerlingen is gevraagd of zij kunnen aangeven waarom zij het leuk of juist niet leuk vinden om met Kar2ouche te werken. De meeste leerlingen hebben verteld waarom zij het werken met Kar2ouche leuk vinden. Het veel kunnen doen met het programma en zelf kunnen verzinnen van wat je ermee kunt doen wordt het meest als verklaring gegeven voor het leuk vinden van Kar2ouche. Minder dan de helft van de leerlingen heeft daarnaast ook aangegeven wat zij niet zo leuk vinden aan Kar2ouche. Deze leerlingen komen allen van de dr. A. Verschoorschool. Dat het programma niet voldoende flexibel is wordt het meest als reden gegeven voor het niet leuk vinden van Kar2ouche. Wat vinden de leerkrachten van Kar2ouche en hoe hebben zij Kar2ouche gebruikt? Vier leerkrachten die met Kar2ouche hebben gewerkt zijn geïnterviewd. De meeste leerkrachten vinden Kar2ouche een duidelijk programma. De leerkrachten geven aan dat de kinderen het programma leuk vinden en dat zij snel door hebben hoe het werkt. Het programma wordt voornamelijk gebruikt om mee te spelen en Kar2ouche wordt over het algemeen niet gebruikt voor een Try-out of een Time-out. De leerkrachten verwachten over het algemeen wel dat Kar2ouche ingezet kan worden als aanvullend hulpmiddel (bijvoorbeeld als aanvulling op de PAD-lessen (Programma Alternatieve Denkstrategieën)) om de leerlingen meer inzicht te laten krijgen in hun gedrag en dat zij beter leren omgaan met hun emoties. De leerkrachten vinden het veel werk om zelf de applicaties te maken (foto’s maken en toevoegen).
Universiteit Leiden
17
Van Time Out naar Try Out
Is er een relatie tussen de opvattingen van leerkrachten over hun schoolbeleid en het gebruik van Kar2ouche? Er is geen relatie gevonden tussen de opvattingen van leerkrachten over het schoolbeleid en enerzijds het gebruik van Kar2ouche en anderzijds de mening van leerkrachten over Kar2ouche. Wat vinden de directies van Kar2ouche? De schooldirecteuren gaven aan dat er voldoende draagkracht binnen het team was voor de invoering van Kar2ouche, dat de leerkrachten er elkaar geholpen hebben met het gebruik van Kar2ouche en dat de leerkrachten enthousiast waren over Kar2ouche. De directeur van de dr. A. Verschoorschool gaf daarnaast aan dat niet alle leerkrachten zich betrokken voelden bij de invoering van Kar2ouche, in tegenstelling tot de Opperd. Uit het onderzoek blijkt dat Kar2ouche door de leerkrachten niet is gebruikt tijdens een Time Out. Een leerkracht gaf aan dat dit ook niet mogelijk was omdat de computer in de klas staat en er dus eigenlijk een aparte ruimte moet zijn waar de leerling de Time Out kan uitzitten en met Kar2ouche kan werken. Leerkrachten hebben dus ook geen gesprekken gevoerd met leerlingen over hun gedrag of over een bepaalde situatie nadat de leerling met Kar2ouche had gewerkt. Leerkrachten vonden het moeilijk en veel werk om zelf de applicaties voor Kar2ouche te maken (foto’s van situaties nemen en deze in Kar2ouche plaatsen). Zij hebben dit dan ook (bijna) niet gedaan. Wanneer de leerlingen met Kar2ouche werkten, gebruikten zij de standaard applicaties die bij het programma geleverd zijn. Dit zijn voor hen geen authentieke (school)situaties. Leerlingen hebben dus voornamelijk Kar2ouche op spelende wijze verkend, maar niet gebruikt zoals bij aanvang van het project de bedoeling was. Uit het onderzoek blijkt dat leerlingen gemakkelijk kunnen werken met een programma als Kar2ouche. Zij hebben hier plezier in en vinden het leuk om zelfstandig met het programma te werken. De wat oudere leerlingen gaven aan het iets minder leuk te vinden om met Kar2ouche te werken. Een reden hiervoor zou kunnen zijn dat zij meer uitdaging nodig hebben in de vorm van applicaties met authentieke situaties in plaats van de standaard applicaties die bij het programma geleverd worden. Met applicaties met authentieke situaties kunnen de leerlingen vervolgens echte gebeurtenissen naspelen of zich zelf op deze gebeurtenissen voorbereiden. Leerkrachten verwachten dat Kar2ouche zeker ingezet kan worden bij een Time Out en dat dit positieve effecten zal kunnen hebben op de sociale vaardigheden en het gedrag van de leerlingen. Samenvattend kan er geconcludeerd worden dat Kar2ouche positief gewaardeerd wordt. Leerlingen kunnen gemakkelijk omgaan met een computerprogramma als Kar2ouche. Leerkrachten verwachten dat een programma als Kar2ouche een toegevoegde waarde heeft op het gedrag en welbevinden van leerlingen. Zij verwachten dat het programma als extra instrument ingezet kan worden. Voor de toekomst verdient het de aanbeveling om aandacht te schenken aan de ontwikkeling van applicaties en de begeleiding van leerkrachten bij het inzetten van een programma als Kar2ouche bij een Time Out.
Universiteit Leiden
18
Van Time Out naar Try Out
Referenties Kennisrotonde (2007). Van Time Out naar Try Out. Voorstel tevens Plan kennisontwikkeling. Gehonoreerd projectplan door Kennisrotonde. Ryan, R. M., & Deci, E. L. (2000). Self-determination theory and the facilitation of intrinsic motivation, social development and well-being. American Psychologist, 55 (1), 68-78.
Universiteit Leiden
19
Van Time Out naar Try Out
Bijlage 1 Vragenlijst Schoolwelbevinden Alle leerlingen Datum (interviewer vult dit in)__________________________ Naam interviewer (interviewer vult dit in)_______________ Leerlingen is jongen/meisje (interviewer vult dit in)
Vragen leerling: Wat is je naam? _______________________________________ Hoe oud ben je?_______________________________________ Wie is je juf of meester?________________________________ Heb je wel eens met Kar2ouche gewerkt? Ja/nee Waar ging het over? Over het speelplein, of over de bus of misschien over heel iets anders?________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ _________________________________________________ Beantwoord de volgende vragen door aan te geven wat jij zelf vindt! Voorbeeld: als je voetballen heel leuk vind, dan wijs je het bolletje rechts aan: Ik vind voetballen leuk.
ZEER ONEENS
BEETJE ONEENS
BEETJE EENS
ZEER EENS
1. Ik ben blij dat ik op deze school zit. 2. Mijn klasgenoten gaan leuk met mij om. 3. Ik ben goed in mijn schoolwerk. 4. Ik vind de juf/meester veel te streng. 5. Ik kan goed met mijn klasgenoten opschieten 6. De juf/meester is erg lief. 7. Ik ben altijd aardig, ook al is iemand niet aardig tegen mij. 8. Ik heb geen zin om naar school te gaan. 9. Ik vind dat we met aardige jongens en meisjes in de klas zitten. 10. De juf/meester wordt vaak ongeduldig als hij/zij iets moet uitleggen aan mij. 11. Ik doe op school altijd wat mij gevraagd wordt. 12. De meeste lessen op school vind ik vervelend.
Universiteit Leiden
20
Van Time Out naar Try Out
13. Ik heb veel vriendjes of vriendinnetjes in deze klas. 14. Als mijn vriendjes/vriendinnetjes iets doen wat niet mag, doe ik daar wel eens aan mee. 15. Ik ben altijd heel aardig tegen de juf/meester. 16. Als ik mag kiezen, zit ik liever op een andere school. 17. Ik word vaak gepest door anderen uit de klas. 18. Ik vertel wel eens een leugentje. 19. Als ik mijn werk inlever, denk ik dat ik het goed gemaakt heb. 20. Ik vind schoolwerk leuk.
Universiteit Leiden
21
Van Time Out naar Try Out
Bijlage 2 Extra vragen met betrekking tot motivatie voor leerlingen die met Kar2ouche hebben gewerkt De afgelopen tijd heb je gewerkt met het computerprogramma Kar2ouche. Geef met de vragen hieronder aan wat je ervan vond. Intrinsieke motivatie 1. Ik vind het werken met Kar2ouche leuk. 2.
Waarom vind je het werken met Kar2ouche leuk (of niet leuk)?
______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ 3.
Ik heb plezier als ik met Kar2ouche bezig ben.
4.
Ik vind het werken met Kar2ouche saai.
5.
Ik zou liever iets anders doen dan werken met Kar2ouche.
6.
Bij beetje eens of zeer eens: Wat zou je liever anders doen?
______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ _____________________________________________________________________
Competentie 7. Ik kan goed werken met Kar2ouche. 8.
Ik vind werken met Kar2ouche moeilijk.
9.
De juf/meester vind dat ik goed ben in het werken met Kar2ouche.
Autonomie 1. Bij het werken met Kar2ouche bedenk ik zelf wat ik wil doen. 2.
Ik doe wat ik wil wanneer ik met Kar2ouche werk.
3.
De meester/juf zegt wat ik moet doen wanneer ik met Kar2ouche werk.
4.
De juf zegt tegen mij dat ik met Kar2ouche moet werken.
Universiteit Leiden
22
Van Time Out naar Try Out
Bijlage 3 Vragenlijst voor leerkrachten Deze vragenlijst omvat een aantal uitspraken over vernieuwingen en de school. De cijfers achter elke uitspraak hebben de volgende betekenis:
1 2 Helemaal niet Niet waar waar
3 Beetje waar
4 Vaak waar
5 Altijd of bijna altijd waar
Geef slechts één beoordeling bij iedere uitspraak: de beoordeling die het meest van toepassing is. U hoeft niet lang stil te staan bij elke uitspraak: uw eerste reactie is wellicht de beste. Beoordeel elke uitspraak. We verzoeken u de volgende gegevens in te vullen: Datum:________________ Naam: ___________________________________________________
School:___________________________________________________
Hoeveel van uw leerlingen werken met Kar2ouche? ________________________
Alvast hartelijk dank voor uw medewerking!
1.
Op onze school hebben we een duidelijke visie op wat goed onderwijs is.
2.
We zijn op onze school goed op de hoogte van wat er in onze school speelt
3.
We zijn op onze school goed op de hoogte van onderwijskundige ontwikkelingen buiten onze school
4.
Op onze school praten we met elkaar over wat wij met ons onderwijs willen bereiken.
Universiteit Leiden
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
23
Van Time Out naar Try Out
5.
Op onze school worden we gemotiveerd om steeds kritisch te blijven kijken naar onze eigen lespraktijk.
1
2
3
4
5
6.
Er wordt van ons verwacht dat we nadenken over het onderwijskundig beleid van onze school.
1
2
3
4
5
7.
Op onze school blijven we kritisch kijken naar onze gezamenlijke doelen.
1
2
3
4
5
8.
Op onze school worden regelmatig nieuwe ideeën ingebracht.
1
2
3
4
5
9.
Plannen voor vernieuwingen worden op onze school met het hele docentenkorps besproken.
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
16. De schoolleiding hecht belang aan de professionele ontwikkeling van docenten
1
2
3
4
5
17. De schoolleiding stimuleert docenten om te experimenteren met nieuwe didactische werkvormen
1
2
3
4
5
18. De schoolleiding schept voldoende mogelijkheden voor docenten om zich professioneel te ontwikkelen.
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
10. Ik heb invloed op het maken van plannen op onze school voor het invoeren van vernieuwingen. 11. Ik krijg ruimte om in mijn klas vernieuwingen naar eigen inzicht in te vullen. 12. Op onze school spelen de ervaringen van docenten een rol bij het maken van een plan van aanpak voor vernieuwingen. 13. Op onze school hoor ik pas over de exacte inhoud van nieuwe plannen als alles al vast ligt. 14. Tijdens het invoeren van vernieuwingen wordt op onze school het plan van aanpak indien nodig bijgesteld. 15. Bij de invoering van vernieuwingen wordt op onze school rekening gehouden met de problemen die ik daarbij ervaar.
19. De schoolleiding zorgt voor na- en bijscholing die past bij de ontwikkeling van de school 20. De schoolleiding stimuleert docenten elkaars lessen te bezoeken om elkaar feedback te geven.
21. De schoolleiding maakt duidelijke plannen met betrekking tot de professionele ontwikkeling van docenten
Universiteit Leiden
24
Van Time Out naar Try Out
22. De schoolleiding zorgt ervoor dat na- en bijscholing voor docenten op school een vervolg krijgt 23. De schoolleiding stimuleert docenten kennis en vaardigheden uit te wisselen om elkaar zo te helpen.
Universiteit Leiden
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
25
Van Time Out naar Try Out
Bijlage 4 1.
Interview leerkrachten
2.
Naam: ____________________________________________
3.
School:____________________________________________
4.
Klas______________________________________________
5.
Hoe vaak werken leerlingen met Kar2couche? (omcirkelen)
6. 7. 8.
Meerdere keren per dag Dagelijks Wekelijks
9.
Vind je Kar2ouche een duidelijk programma?
Ja/nee
10. Waarom? 11. Vind je Kar2ouche een leuk programma?
Ja/nee
12. Waarom? 13. Kunnen de leerlingen gemakkelijk met Kar2ouche werken?
Ja/nee
14. Waarom? 15. Waarvoor gebruik je Kar2ouche? 16. Gebruik je Kar2ouche voor een Try Out of een Time Out of beide? 17. Kan je deze Try Out / Time Out of beide beschrijven? 18. Heb je altijd een gesprek met de leerling nadat deze met Kar2ouche heeft gewerkt? 19. Wat is het doel van dit gesprek? 20. Wil je dat de leerling inzicht krijgt in zijn gedrag?
Ja/nee
21. Wil je dat de leerling door het werken met Kar2ouche het gedrag verandert?
Ja/nee
22. Wil je dat de leerling beter leert om te gaan met zijn emoties?
Ja/nee
23. Wat is het effect van het gebruik van Kar2ouche op het gedrag van de leerlingen? 24. Wat is het effect van het gebruik van Kar2ouche op de expressie van emotie van leerlingen? 25. Zijn er minder Time Outs nodig nu Kar2ouche wordt gebruikt?
Ja/nee
26. Levert Kar2ouche voor jou meer of minder werk op? Meer/minder 27. (bij meer werk: wat voor werk is dit?)
Universiteit Leiden
26
Van Time Out naar Try Out
Bijlage 5 Vragenlijst Directie Deze vragenlijst omvat een aantal uitspraken over vernieuwingen en de school. De cijfers achter elke uitspraak hebben de volgende betekenis:
1 2 Helemaal niet Niet waar waar
3 Beetje waar
4 Vaak waar
5 Altijd of bijna altijd waar
Geef slechts één beoordeling bij iedere uitspraak: de beoordeling die het meest van toepassing is. U hoeft niet lang stil te staan bij elke uitspraak: uw eerste reactie is wellicht de beste. Beoordeel elke uitspraak. We verzoeken u de volgende gegevens in te vullen: Datum:___________________ Naam: ___________________________________________________
School:___________________________________________________
Was er voldoende draagkracht in het team voor de invoering van Kar2ouche?_______ Voelden alle docenten zich betrokken bij de invoering van Kar2ouche?____________ Hebben de docenten elkaar geholpen met Kar2ouche?__________________________ Waren de docenten enthousiast over Kar2ouche?______________________________ Wat vindt u van Kar2ouche?______________________________________________
Alvast hartelijk dank voor uw medewerking!
1.
Op onze school hebben we een duidelijke visie op wat goed onderwijs is.
Universiteit Leiden
1
2
3
4
5
27
Van Time Out naar Try Out
2.
We zijn op onze school goed op de hoogte van wat er in onze school speelt
1
2
3
4
5
3.
We zijn op onze school goed op de hoogte van onderwijskundige ontwikkelingen buiten onze school
1
2
3
4
5
4.
Op onze school praten we met elkaar over wat wij met ons onderwijs willen bereiken.
1
2
3
4
5
5.
Op onze school worden de leerkrachten gemotiveerd om steeds kritisch te blijven kijken naar onze eigen lespraktijk.
1
2
3
4
5
6.
Er wordt van de leerkrachten verwacht dat ze nadenken over het onderwijskundig beleid van onze school.
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
7.
Op onze school blijven we kritisch kijken naar onze gezamenlijke doelen.
8.
Op onze school worden regelmatig nieuwe ideeën ingebracht.
1
2
3
4
5
9.
Plannen voor vernieuwingen worden op onze school met het hele docentenkorps besproken.
1
2
3
4
5
10. De docenten hebben invloed op het maken van plannen op onze school voor het invoeren van vernieuwingen.
1
2
3
4
5
11. Docenten krijgen ruimte om in de klas vernieuwingen naar eigen inzicht in te vullen.
1
2
3
4
5
12. Op onze school spelen de ervaringen van docenten een rol bij het maken van een plan van aanpak voor vernieuwingen.
1
2
3
4
5
13. Op onze school hoort de docent pas over de exacte inhoud van nieuwe plannen als alles al vast ligt.
1
2
3
4
5
14. Tijdens het invoeren van vernieuwingen wordt op onze school het plan van aanpak indien nodig bijgesteld.
1
2
3
4
5
15. Bij de invoering van vernieuwingen wordt op onze school rekening gehouden met de problemen die docenten daarbij ervaren.
1
2
3
4
5
16. De schoolleiding hecht belang aan de professionele ontwikkeling van 1 docenten
2
3
4
5
17. De schoolleiding stimuleert docenten om te experimenteren met nieuwe didactische werkvormen
1
2
3
4
5
18. De schoolleiding schept voldoende mogelijkheden voor docenten om zich professioneel te ontwikkelen.
1
2
3
4
5
Universiteit Leiden
28
Van Time Out naar Try Out
19. De schoolleiding zorgt voor na- en bijscholing die past bij de ontwikkeling van de school
1
2
3
4
5
20. De schoolleiding stimuleert docenten elkaars lessen te bezoeken om elkaar feedback te geven.
1
2
3
4
5
21. De schoolleiding maakt duidelijke plannen met betrekking tot de professionele ontwikkeling van docenten
1
2
3
4
5
22. De schoolleiding zorgt ervoor dat na- en bijscholing voor docenten op school een vervolg krijgt
1
2
3
4
5
23. De schoolleiding stimuleert docenten kennis en vaardigheden uit te wisselen om elkaar zo te helpen.
1
2
3
4
5
Universiteit Leiden
29