LAY OUT Marius
30-01-2007
15:47
Pagina 1
Marius
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:47
Pagina 2
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:47
Pagina 3
Adieu Marius Marinus Johannes Maria van Beek Utrecht 9 januari 1921- Nijmegen 27 september 2003
Bijzondere herinneringen 1
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:47
Pagina 4
Beknopte levensloop ‘Michelangelo - Moore - Marini - Maillol - Minguizzi - Manzù - Marius. Zij hebben mij allen beinvloed, hoe kan het anders bij zo’n relatie.’ 9-1-1921 geboren te Utrecht aan de Lange Jufferstraat als eerste van acht kinderen van Jacoba Elling en Petrus (Piet) van Beek, kruidenier en oprichter kruideniers bond 1937 Openbare Handelsschool, Utrecht 1939 Overlijden van vader Piet van Beek, verhuisd naar Nijmegen Vertegenwoordiger bij de vleesfabriek van Saal Zwanenberg te Oss 1942 De Berserker, eerste beeldje. Kennismaking met literaire wereld, sluit zich aan bij het Nijmeegs verzet, verbonden met C.S. 6, verzetsgroep in Amsterdam, ontmoeting met Sacha Gerdes 1943 tijdens de Duitse bezetting ondergedoken na veroordeling Polizei Standesgericht, als beeldhouwer bij Paul Koning begonnen en beeldhouwers-assistent bij Pieter d’Hont in Utrecht 1944 ondergedoken aan de Zwanenburgerstraat Amsterdam, bij Sacha 1945 getrouwd met Sacha - redacteur dagblad ‘De Tijd’. Verhuisd naar Walenpleintje, Amsterdam 1946 geboorte Michaël 1947-‘49 beeldhouwklas Rijksacademie voor Beeldende Kunsten bij Piet Esser -geboorte Tinka 1948 reis langs Franse kathedralen met fotograaf Hans Sibbelee 1949 geboorte Clara 1950 reis met Sacha naar Rome en Sicilië Verhuisd naar atelierwoning Zomerdijkstraat 24 1951 reis door Spanje - Stripverhaal ‘Anton de Bizon’, illustraties Sacha 1952 deelname expositie Nederlandse Beeldhouwers. Deelname aan ‘Sonsbeek’, Arnhem, idem in ‘58 en ‘66 geboorte Sandra 1953 Rubriek ‘De Zevende Dag, illustraties Sacha 1954 Jan van Hoof-monument, Waalbrug, Nijmegen 1955 Samson en de Leeuw, Haarlem 1958 verhuisd naar woonhuis en atelier Lebretweg 78, Oosterbeek, kunstcriticus bij ‘De Tijd’* 1962 geboorte Mila 1963 Expeditie naar Egypte, Nubië en Soedan 1964 Reis naar New York, Holland America Lijn, Holland Festival 1966 Eenmanstentoonstellingen in galeries Den Haag, Amsterdam, Maastricht- Francois Villon, Utrecht 1967 docent Akademie voor Kunst en Vormgeving, Den Bosch en Kunstgeschiedenis School voor de Journalistiek, Utrecht
1968 1970 1971 1974
De Maden, toneelstuk Wagenings Studententoneel Huis in Beauvène, Ardèche Overlijden van moeder, Jacoba Elling - Nachtbruid, Nijmegen De Grote Torso, Nijmegen - Doel van Santiago de Chile, expositie Maastricht en Amsterdam. 1976 Expeditie Tellem en Dogon in West-Afrika 1979 De Muzen, Zwolle - Europa laat zich niet ontvoeren, Den Bosch Expeditie naar Peru, studie Inca architectuur 1980 Poort van de Zon, Arnhem - Poort van Afrika, Berg en Dal Overzichtstentoonstelling Arnhem. 1982 De Zeespiegel, Lelystad - Bezinningsmonument Amsterdam. 1983 verhuisd naar atelier Parallelweg, Oosterbeek - Nike, Den Haag 1984 monument voor scheepswerf, Amsterdam 1985 Amers-voorde, Amersfoor.- Reis naar Anatolië en Capadocië 1986 De Zonnewijzer, St. Michielsgestel 1987 Eruptie, Zwolle - Exposities in Amersfoort, Bergen op Zoom en Amsterdam- Coordinatie beeldhouwerssymposium 1988 Reis naar Mexico 1990 Overzichtstentoonstelling Arnhem 1992 Oprichting Stichting Beek’s Betere Beelden met Jan Hofstede en Wilma Beltman 1993 Openluchttentoonstelling Hartenstein, Oosterbeek De Muzen, Oosterbeek. 1994 benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau 1996 Expositie Vrienden van Marius, Stadhuis Oosterbeek Expositie Den Haag 1998 Doorboorde schijf - Portretstudie Camille Claudel 1999 Reis naar Kreta met Sacha - Vrouw met de handen 2000 Grafbeeld Erna Bareiss, Den Haag - Portret Moeder Teresa Expositie Amsterdam - De vrouwen van de Taliban 2001 Overzichtstentoonstelling Het Valkhof, Nijmegen bij 80e verjaardag 30 januari 2002 overlijden Sacha te Bilthoven 2002 Exposities Laren, Den Haag Onthulling De Vredesengel, met Maarten Koreman, Bato’s wijk Oosterbeek 2003 Expositie Laren - ‘Afscheid’, met Maarten Koreman 27 september 2003 overlijden Radboud Ziekenhuis te Nijmegen
* Na opheffing van Dagblad ‘De Tijd’ was Marius o.a. kunstcriticus voor ‘Kunstbeeld’, was hij lid van de Raad voor de Kunst, zat in diverse commissies van de provincie Gelderland, gaf talloze lezingen en opende tentoonstellingen van kunstenaars. De meest opvallende werken, exposities, reizen en andere activiteiten zijn hier genoemd.
2
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:47
Pagina 5
‘Adieu Monsieur Marius’ Bedroefd moeten wij u medelen dat onze vader en grootvader is overleden
MARIUS VAN BEEK Marinus Johannes Maria beeldhouwer geboren 9-1-1921 te Utrecht
overleden 27-9-2003 te Nijmegen
Ridder in de Orde van Oranje Nassau weduwnaar van Sacha van Beek-Gerdes, = 30-1-2002 Hij had het leven nog zo graag willen vasthouden. Arnhem: Michaël van Beek - Marjon Gijsberts Miloe - Mara & Rik Bilthoven: Katinka Hofstede-van Beek - Bob Hofstede Joris - Daan Jefferson (USA): Clara Courtenay Clack-van Beek Tom Courtenay Clack Amanda - Alexandra Amsterdam: Sandra van Beek Olivier Arnhem: Mila van Beek - Nico van Putten Postadres: Sweelincklaan 8, 3723 JE Bilthoven Op donderdag 2 oktober nemen wij van 16:00 - 18:00 uur afscheid van Marius in zijn atelier, Parallelweg 22a te Oosterbeek Begrafenis vrijdag 3 oktober om 11:30 uur op de begraafplaats achter de O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand kerk, Gregoriuslaan 8 te Bilthoven.
3
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:47
Pagina 6
HERDENKING AAN MARIUS IN ATELIER IN OOSTERBEEK Donderdag 18 september 2003 Welkomswoord Michaël van Beek.
Toespraak Jan van Beek.
Welkom in deze leef-en werkruimte van Marius. Wat er de afgelopen week is gebeurd, was voor ons allen een grote schok. Marius had nog grootse plannen voor de toekomst en was zeer gehecht aan dit aardse bestaan. Iedereen, inclusief hijzelf, dacht dat de Vredesengel die hij op zijn tachtigste maakte, zijn laatste beeld zou zijn. Toch is hij daarna weer begonnen met een nieuw werk. Hij noemde het, zeer toepasselijk, ‘Afscheid’. Twee jaar geleden zei hij in een interview ter ere van de onthulling van de Vredesengel in Bato’s park het volgende: ‘Ik geloof wel in krachten die wij in onze dagelijkse besognes niet kunnen bevatten. Anders zou ons denkvermogen niet bestaan, onze verbeeldingskracht. Ik hoef maar een seconde te denken hoe ik met een bootje op de Nijl heb gevaren, of aan de voettocht die ik door Peru heb gemaakt en het is meteen werkelijkheid. Bovendien zijn alle mensen uniek. Ze mogen dan mensen kunnen klonen, maar iedereen is uniek in zijn denkvermogen. Ik kan niet geloven dat het allemaal ophoudt met de dood.’ Deze en andere herinneringen aan Marius kunnen we het beste overdenken met een glas wijn in de hand. Zo zou hij het zeker hebben gewild. Aan het eind van deze bijeenkomst, rond 7 uur, zullen wij Marius uit zijn atelier begeleiden. Morgen, vrijdag, is de begrafenis en een korte overdenking om half twaalf in Bilthoven.
In onze jeugd hadden Marius en ik - hij was 12 en ik 8 - het vliegveld Schiphol nagebouwd op zolder. Marius was een bekwaam bouwheer. Hij kon goed figuurzagen en timmeren. Dat had hij niet van vader. Want die had twee linkerhanden. Dus moest hij het volgens zijn trotse moeder hebben van haar broer oom Piet Elling, architect, vriend van Gerrit Rietveld, bouwer van soortgelijke villa’s, van de Vara studio in Hilversum, het Stationspostkantoor in Amsterdam, en nog veel meer. Wij bouwden dus Schiphol getrouw na. Ook de vliegtuigen, allemaal bouwplaten van de vroege Fokkers met de kleuren
4
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:47
Pagina 7
van de KLM. Het parkeerterrein stond vol met kleine auto’s uit de grabbelton van Klokzeep in de kruidenierswinkel van Oom Jo. Marius sneed uit twee stukken hout een model van het enige viermotorige vliegtuig dat Fokker ooit heeft gebouwd, de ‘Arend’, de F-36. Er konden 36 mensen in en dat was veel voor die tijd, 70 jaar gelden. ‘De Ahrend’ was natuurlijk ook van de KLM. Op een modellenbeurs in de Jaarbeurs kreeg Marius een prijs voor die ‘Ahrend’. Die prijs was een rondvlucht in een tweemotorige Fokker boven Amsterdam. Dat was in 1936. En natuurlijk hadden wij ook de Uiver, idool van onze jeugd. Toen die later in Afrika verongelukte hebben wij het model in brand gestoken en uit het zolderraam in de tuin gegooid.
nen worden voorgedragen heeft hij dat nooit gewild. Ridder in de Huisorde van zijn beeldhouwende collega onze Koningin, wilde hij wel worden. Onder enig formeel protest, graag zelfs. Het lintje zat vast op zijn enige nette pak. Het verzetskruis moest volgens hem maar gereserveerd worden voor dat grote leger - dat eigenlijk nooit bestaan heeft - van mensen, die voornamelijk met de mond heldhaftig zijn geweest. De goeden niet te na gesproken. Kort voor de operatie die hem helaas noodlottig is geworden, werd hij weer herinnerd aan zijn rol in het verzet en de twee jaren die hij - ondergedoken in Utrecht en Amsterdam - heeft moeten slijten. Die operatie moest worden uitgesteld omdat een virusinfectie de kop opstak die hij in de hongerwinter van ‘44/’45 in Amsterdam had opgelopen. Hij had daar nooit meer last van gehad en er eigenlijk ook nooit meer aan gedacht. Totdat hij als gevolg van zijn slechte conditie en onvermijdelijke stress zestig jaar later opnieuw geinfecteerd raakte. Dat rakelde die oorlogsjaren weer op en hij moest plotseling erkennen dat hij dat verleden eigenlijk nooit goed verwerkt had. Hij begon erover te praten met zijn oudste dochter, wat hij zelden had gedaan. Hij heeft in zijn korte biografie ‘Bonjour Monsieur Marius’, die is uitgegeven bij de retrospectieve tentoonstelling ter gelegenheid van zijn 80ste verjaardag in het Museum het Valkhof in Nijmegen eigenlijk voor het eerst een summiere beschrijving gegeven van zijn gevaarlijke rondzwervingen nadat hij sedert 3 mei 1943 moest onderduiken. Zijn ontluikende liefde voor Sacha staat daarin centraal. Hij heeft het gered. Hij stond vermeld in het centrale Duitse opsporings-register, als door het Polizei Standesgericht ter dood veroordeelde. Ik heb dat opsporingsregister gevonden in april ’45 in het hoofdkwartier van de Duitse Hoehere SS-und Polizeifuehrer Rauter aan de Loolaan in
Marius was dus een KLM-fan pur sang. Het is dan ook niet te geloven dat nog geen twee dagen na zijn trieste dood de KLM is verkocht aan Air France. Ik weet niet of hij dat betreurd zou hebben. Want hij had natuurlijk iets met die Fransen. Maar of hij net zoveel vertrouwen heeft gehad in Franse piloten als in de Nederlanders waag ik te betwijfelen. Tot zover mijn persoonlijke ervaringen met mijn broer, de kunstenaar-modellenbouwer. Al zijn beelden heeft hij later gemaakt toen hij het huis al uit was. Daar heb ik dus slechts in zoverre mee te maken gehad dat het er steeds meer werden, zodat je er bijna over struikelde in het land. Net zoiets als Schiphol dus. Marius ging het huis uit, niet omdat hij beeldhouwer wilde worden, maar omdat hij door verraad plotseling moest onderduiken. Ondergronds is hij alsnog beeldhouwer geworden. In de rouwadvertentie had onder zijn naam ook hebben kunnen staan ‘Drager van het Verzetskruis ’40-‘45’. Maar het stond er terecht niet. Hoewel hij er met vlag en wimpel voor had kun-
5
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:47
Pagina 8
Apeldoorn. Het had de omvang van een klein telefoonboek. Ik heb het aan Marius gegeven. Het moet hier in Oosterbeek nog ergens staan. Als hij in die twee jaar durende onderduikperiode gepakt zou zijn, dan had hij dat met de dood moeten bekopen. Dat verhinderde hem niet om in ’44 opnieuw actief te worden in het gewapende verzet. Hij is blijven zwijgen over de betekenis van het verzet dat hij heeft gepleegd. Eerst in Nijmegen en later in de Linie Oost van de binnenlandse strijdkrachten in Amsterdam onder leiding van zijn latere leermeester en vriend Piet Esser. In zijn verhaal in “Bonjour Monsieur Marius” klinkt nog een zekere romantiek door over zijn leven als onderduiker. Behulpzame nonnen die anoniem pannetjes met eten op de trap zetten. Angstige paters die in hem een bedreiging van hun neutraliteit zagen. Behulpzame beeldhouwers die hem op de vliering van hun ateliers lieten vegeteren. Een al aan de Belgische grens mislukte vlucht vermomd als kapelaan naar Spanje. Angst om ontdekt te worden, voortdurend alert in uiterst primitieve omstandigheden. Met een instict tot overleven, dapper gesteund door Sacha. Marius werd geplaagd door dat oorlogsverleden. Na de bevrijding twijfelde hij aan de zin van alles wat hij in het verzet had beleefd. Hij wist dat hij een amateur was in het gewapend verzet. Hij had geen enkele militaire ervaring. Hij wist ook dat het gewapend verzet niets voor hem was. Hij was een man van het leven, niet van de dood. Hij had bewondering voor mensen als Pam Pooters, Hans Katan, Reina Prinsen Geerlings en Jan Verleun. Hij heeft hen persoonlijk gekend. Zij waren wel in staat de vijand te elimineren en executies te voltrekken. Zij hebben dat met de dood bekocht. Marius kon geen kip kwaad doen. Nog kort geleden heeft hij mij gezegd dat achteraf ontzettend blij was dat hij niemand dood heeft moeten schieten. Dat zou hij niet gekund hebben. Maar hij moest wel doen alsof. Met groot gevaar voor eigen leven sleurde hij met wapens op handkarren door kreperend Amsterdam. Dat doe je niet; dat risico neem je niet als je die wapens eigenlijk nooit zou willen gebruiken. Hij deed moedig mee, uit solidariteit. Hij heeft nog wel de blauwe overal van de Binnenlandse Strijdkrachten
Marius en zijn broers Jan en Peter
gedragen bij de bewaking van de voedseldroppings op Schiphol. Maar toen hij NSB-ers moest gaan arresteren heeft hij zijn karabijn ingeleverd en zijn blauwe overall aan de kapstok gehangen. Daarvoor was hij niet in het verzet gegaan. Ik denk oprecht dat Marius het hoofdstuk oorlog in zijn leven bewust onverwerkt heeft willen afsluiten. Na de bevrijding vond hij dat zijn activiteiten tijdens die oorlogsjaren betrekkelijk zinloos zijn geweest. Hij had heel grote problemen met de vele slachtoffers die het verzet heeft gekost. Hij nam zichzelf min of meer kwalijk dat hij tenslotte na vele ontberingen buiten schot was gebleven, terwijl te veel van zijn vrienden voor het vuurpeloton waren gesneefd. Hij vond het niet zinvol om te praten, terwijl zijn vrienden het eeuwige zwijgen was opgelegd. Hij heeft nooit meer met zijn makkers uit de oorlog over hun ervaringen gesproken. Zelfs niet met de mannen uit de eerste
6
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:47
Pagina 9
verzetsgroep in Nijmegen, die notabene zijn zwagers zijn geworden. Zelfs niet met zijn commandant, de beeldhouwer en professor Piet Esser, die in de Zomerdijkstraat tien jaar lang zijn buurman is geweest. Waarom? Hij vond het een verloren tijd, met als enige winst zijn huwelijk met Sacha. Marius was geen ‘Soldaat van Oranje’. Hij was wars van alle heldenretoriek. Hij was teveel pacifist. Ik heb hem niet zo lang geleden nog eens gevraagd: ‘Zou je het weer doen?’ ‘Nooit’, was zijn besliste antwoord. ‘Ik hoop dat nooit van mijn leven meer mee te maken’. Wij kunnen Marius ook moeilijk voorstellen als veteraan. Met baret en blazer, als een oude Bolsjewiek behangen met medailles, zoals die mannen, die elk jaar op 5 mei defileren voor Hotel ‘De Wereld’ op de Wageningse berg. Stram uit de pas, de vuist na zestig jaar nog steeds gebald. Of samenkomen in de achtertuin van Paleis Soestdijk op de verjaardag van Bernhard om een glas rosé te drinken met de 90-jarige prins, het icoon van de vrijheidsstrijd. Die prins heeft 50 operaties achter de rug en schijnt het eeuwige leven te hebben als veteraan. Marius heeft zijn tweede operatie niet overleefd. Goddank, geen Soldaat van Oranje dus. Maar gewoon een fantastisch en goed mens, die op spectaculaire wijze die rottige oorlog heeft overleefd. ‘Het ergste wat mij toen is overkomen’, zei hij eens tegen mij, en hij geloofde dat hetzelfde ook voor mij gold, ‘is dat die oorlog mijn normale ontwikkeling heeft gefrusteerd. Wij hebben in de jaren daarna fantomen nagejaagd’, zo zei hij. ‘En daar is niemand en zeker niet onze naasten, gelukkiger van geworden’. Daarom wilde Marius geen Verzetskruis. Hij vond die oorlog een bizarre periode in zijn leven. Je moest er nu eenmaal doorheen. Hij weigerde ook een verzetspensioen, hoewel hij dat best had kunnen gebruiken. Ik heb alle formulieren onder zijn neus gelegd ter ondertekening. Hij had er geen zin in. Alles wat daarna is gekomen is terecht veel belangrijker. Dat kunnen wij hier in en rond dit huis zien en aan zijn bedroefde kinderen, die vanmiddag onze gastvrouwen en -heren zijn.
Toespraak
Sandra
van
Aan iedereen, maar vooral ook voor Michaël en Clara, omdat zij er niet bij konden zijn in het ziekenhuis en natuurlijk Marjon, die ons zo goed heeft opgevangen. Twee weken geleden op een zondagmiddag in de achterkamer in Bilthoven zette Papa - Marius - ineens een CD op. Ik hoorde aan de eerste tonen, aan de eerste klank, dat het ‘Die Winterreise’ van Schubert was en kreeg meteen tranen in mijn ogen. Ik zei: ‘Daar kan ik niet tegen, tegen die muziek’. Alsof ik voelde wat het betekende, dat het een afscheid kon zijn, dat wilde ik niet en rende de kamer uit. Papa kwam achter me aan en ging aan de tafel in de voorkamer zitten en zei: ‘Ja, wat is nou het wonderlijke dat een muziekstuk van twee eeuwen geleden je pas een emotie kan geven.’ Hij bedoelde het ‘je’ niet persoonlijk, maar in het algemeen, tenminste - zo hoorde ik het. Ik stond in de keuken en reageerde alweer ontwijkend: ‘Ik heb dat ook wel met andere muziekstukken.’ Het hield me wel bezig. Toen ik de volgende dag met Kees Kees Hin - aan het werk was zei ik: ‘Mijn vader draaide ‘Die
Adieu Monsieur Marius.
7
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:47
Pagina 10
Winterreise’ en vroeg zich af waarom een stuk muziek van twee eeuwen geleden je pas een emotie geeft.’ ‘Ja’, zei Kees, ‘ik heb het ook, dat veroorzaakt dat stuk muziek’. Hij zei het zo rustig, objectief, dat het me troostte: Het hoefde dus geen afscheid te betekenen. Toen Papa stierf in het ziekenhuis, wilde ik ‘Die Winterreise’ horen, maar er was niks in de kelders van dat kale ziekenhuis. Er was alleen de arts die de dood constateerde en ons - Tinka en Mila en ik - met Bob en Nico op de achtergrond - een handje gaf en zei: Gecondoleerd. En weer rende ik weg. De volgende dag, toen Clara en ik in het huis in Bilthoven kwamen, troffen we op de tafel een stapeltje van 3 Cd’s aan. Het waren de Cd’s, die Clara eerder aan Mama en Papa cadeau had gegeven. Ze lagen er alsof hij ze klaargelegd had. Een daarvan is ‘Die Winterreise’. Dit is het lied over het lijden van een man, die zijn geliefde is verloren. Hij onderneemt de tocht door de barre sneeuw en ondergaat de stadia van zijn gemoedstoestand. Sinds Mama’s dood legde ook Papa in die anderhalf jaar zijn Winterreise af. Hij had veel te vereffenen, met ons, de kinderen en kleinkinderen en wij met hem. Hij was er in die anderhalf jaar voor ons. En hij maakte met Maarten zijn twee beelden, als Grande Finale. Hij had een prachtige tentoonstelling in Laren en ondertussen maakte hij alles opnieuw mee uit zijn leven. Hij doorleefde de meeste ingrijpende momenten, tot aan het eind, de hongerwinter van 1944. Hij nam het risico van een hartoperatie. Hij wilde zijn leven proberen te verlengen, en tegelijkertijd wilde hij eigenlijk alleen bij Sacha zijn. Een aantal mensen hebben in Frankrijk in de Ardèche meegemaakt dat zij op het laatst in harmonie met elkaar waren. Een van die mensen is Klaas - Klaas Gubbels - zijn oude en trouwe vriend, die op het moment dat hij stierf in Frankrijk was. Klaas heeft geprobeerd om hiernaar toe te komen, maar dat lukte niet. Inplaats daarvan schreef hij een brief.
Hij schrijft: ‘Ja, dat hakt er wel in. Eerst Sacha, waar we steeds meer van gingen houden. En nou Marius. Ik mis hem nu al, zijn bescheidenheid en het omgekeerde en altijd z’n strijd en felheid altijd maar vechten tegen onrecht hoe dan ook. Dat niet meer mee te moeten maken is voor mij een groot gemis. Na Sacha was het bij de Super U al heel anders.’ Op woensdag hebben Klaas en Heleen en nog een paar vrienden Marius herdacht in Le Cheylard, in het Café des Sports, met veel drank: ‘Want daar zaten die twee altijd’, schrijft Klaas en beëindigt zijn brief met: ‘Sandra, hij heeft niet zuinig geleefd, wat dat betreft overtrof hij ons allemaal.’ Nu is het moment om niet meer weg te rennen en ‘Die Winterreise’ te draaien en al zullen we in snikken uitbarsten, dan zal dat de bedoeling zijn. Dit is het afscheid. In het ziekenhuis zag ik Mama zitten aan zijn bed, in een ribfluwelen bruine jas met een tas op haar schoot. Ze noemde hem ‘Muisjem’, een troetelnaam die ze vroeger wel eens aan hem gaf. Daarna was ze weg. En toen Papa toch nog vredig insliep en weg zweefde naar waar zij is, zou zij, zei Tinka, haar standaard zin zeggen: ‘Zo. Ben je daar eindelijk?!’
8
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:47
Pagina 11
Foto links: Vader Petrus (Piet) moeder Jacoba Elling. Foto: midden vader met Marius en Bep op schoot.
Foto links: Lagere school bij de paters, Marius rechts, 3e rij. Foto boven: Marius bij de padvinderij.
9
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:47
Pagina 12
Aanvankelijke carrière bij de Zwanenberg fabrieken in Oss verstoord door de Duitse bezetting.
Verzetsgroep Nijmegen
10
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:47
Pagina 13
11
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:47
Pagina 14
Trouwfoto’s Amsterdam, april 1945.
12
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:47
Pagina 15
Jong gezin aan het Amsterdamse Walenpleintje
13
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:47
Pagina 16
Na de oorlog: Overdag redakteur bij ‘De Tijd’; ‘s nachts en in de weekenden beeldhouwer.
14
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:47
Pagina 17
15
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:47
Pagina 18
Foto boven: Artiestenfeestje met collega’s en Sacha, Zomerdijkstraat Amsterdam. Foto onder: met Eli Asser en Sacha.
16
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:47
Pagina 19
Reis naar Rome en Sicilië met Sacha
17
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:47
Pagina 20
Het hakken van Liduina
18
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:47
Pagina 21
PAPA Het was voor ons, de kinderen, niet altijd gemakkelijk om een vader als Marius te hebben. Een kind wil een papa voor zichzelf en hij was heel vaak van iedereen. Een van mijn vroegste herinneringen is een wandeling langs de Zuidelijke wandelweg. We waren pas verhuisd van het bedompte huisje aan het Walenpleintje naar de zonnige flat aan de Zomerdijkstraat. Ik was een jaar of drie en voelde me geweldig. Ik had een mama achter de kinderwagen met daarin mijn zusje Clara, een grote broer en een papa die stevig doorstapte. Ik wilde zijn hand vasthouden, niet alleen om hem bij te kunnen houden. Maar hij zei: ‘Jij bent al ZO groot, jij kan heel goed zelf lopen.’ Nog niet zo lang geleden heb ik hem gevraagd of hij zich die wandeling nog kon herinneren. Hij wist het nog precies. En daar ging hij dus. Energiek, driftig, aan het werk, op reis, schrijven, spreken en bespreken. Steeds met iets nieuws, iets beters aan de gang. Die drijfveer om verder te komen is altijd zo gebleven, alsof hij zich steeds opnieuw moest bewijzen. En altijd had ik het gevoel dat ik hem niet bij kon houden. Opvoeden vond hij lastig, voeden was al moeilijk genoeg. In alles was hij anders dan de meeste vaders. Hij droeg geen pak, maar een tuinbroek. Geen gepoetste schoenen maar rubber laarzen. Geen hoed maar een pet. Geen bril, maar een snor en later een baard. Een colbert droeg hij alleen als het moest. En hij was vooral liever een vriend, een inspirator dan vader. Hij ging NOOIT naar ouderavonden en bekeek nauwelijks onze creatieve uitingen op gekleurde A-4tjes die we meebrachten van de nonnenschool. Maar hij rolde WEL behang uit over de kamervloer om vol te tekenen. En de kleibak stond ALTIJD open. Zijn bewondering over ons uitte hij in de foto’s en de stukjes die hij in de krant over ons schreef. Ook
Toespraak Katinka Hofstede van Beek
vond hij dat we tenminste eens per jaar op vakantie moesten. Dan tuften we met z’n allen in een volgepakte Deux Chevaux naar de Vogezen. We deden er drie dagen over en als we er eenmaal waren wilde hij er ook maar meteen een huis bouwen. Of hij ging met ons kamperen, zoals bij de padvinderij. Met z’n vijven in een geleende vierpersoons tent, zodat er bij toerbeurt een van ons in de Deux Chevaux moest slapen. Maar dan wel op het niet lekke luchtbed. Onderweg liet hij ons romaanse kerkjes bekijken en werd de kunstgeschiedenis als vanzelf naar binnen gegoten. Hij maakte ons deelgenoot van alles wat hij zelf zo prachtig vond. Hij ging op reis: naar Egypte, Mali, Peru en kwam dan beladen met indrukken weer terug, alsof hij iedere minuut van de reis had ingezogen. Hij was ook vaak weg, vergaderen, met iets bezig vaak onduidelijk. ‘De hort op’, zoals mama het uitdrukte. En terwijl de macaroni koud werd en wij ons huiswerk maakten, debatteerde Marius ERGENS in een rokerige kroeg. Op zijn 50ste kocht hij met mama ons huis in Beauvène, om er weer even lekker tegenaan te gaan. Want de plek was betoverend, maar het huis een ruïne. Met man en macht werd er gebouwd. De dorpsbewoners noemden hem ‘Marius Beton’. Wanneer zich een nieuwe gast aandiende, timmerde hij gewoon weer een bed. Toen het huis bewoonbaar was en wij allemaal de deur uit heeft hij er nog met mama - zoals hij zelf zei - ‘in volmaakte harmonie’ gewoond. Samen in het vaste ritueel van ontbijten, wandeling, de tuin, lezen, schrijven en eindelijk rust. Mama’s ziekte en haar overlijden hebben hem veel meer kracht gekost dan wij allemaal weten. Zijn lichaam kon daarna de enorme dadendrang steeds minder aan. Zijn leven kreeg een kadans van opstaan, de motor starten met de pillen die de dokter voorschreef. Kopje koffie, boterham, glaasje port, kopje soep, televisie, even liggen, hapje eten, de post, de boodschapjes, flesje bier, glaasje wijn. En toch nog werken, met Maarten aan de twee laatste beelden. Toen konden we praten over boeken, gedichten, over film en dans. Over onszelf en hoe het allemaal gelopen was. En als je even opstond om iets weg te ruimen, of en passant de afwas te doen, riep hij driftig vanuit z’n stoel: ‘Ik kan je niet verstaan als je met die vaat gaat rammelen.’ Alsof hij nog van alles in te halen had. En al pratend hebben we het hele kaartenhuis weer recht gezet. Ik ben er trots op dat hij mijn vader was.
19
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:47
Pagina 22
Het maken van het kruisbeeld ‘Kromstaf ’ voor stadion Utrecht, 1953, na afloop in stukken gezaagd.
20
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:47
Pagina 23
Scholieren krijgen rondleiding in atelier van de beeldhouwer Marius.
Nachtelijke schets van ‘Marius in Café Bob’ .
21
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:48
Pagina 24
1963: Op expeditie naar Egypte, de Nijl afzakkend in oud landingsvaartuig, met Piet Esser; met Sjeik Ali (boven) en (onder) Ko Abbehuis belicht koningsgraf met autolamp
22
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:48
Pagina 25
1976: Op expeditie in de Tellem en Dogon in West Afrika, met architekt Herman Haan
23
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:48
Pagina 26
Docent Akademie voor kunst en vorming in Den Bosch
24
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:48
Pagina 27
11 SEPTEMBER
Die datum staat in ons hoofd gegrift als de datum van de terroristische aanslag op het World Trade Center in New York. 11 September is ook de datum van de coup in Chili in 1973, toen de regering van de socialist Salvador Allende bruut werd overgenomen door de militairen van Generaal Pinochet. Marius heeft die dag gememoreerd. Marius was beeldhouwer en een verzetsman. Het verzet kwam eerst, maar over zijn rol daarin heeft hij nooit heldhaftig gedaan. Het feit, dat het voetbalstadion in Chili in 1973 werd ingericht als concentratiekamp, leidde ertoe dat Marius het ‘Doel van Santiago de Chile’ beeldhouwde, als protest tegen dit gruwelijke geweld. In dit stadion, temidden van de gevangenen, zong de Chileense protestzanger Victor Jara, tot de bewakers zijn han-
Toespraak Sandra van Beek
den kapot sloegen en hem doodmartelden. We hebben aan het begin het lied van Victor Jara, ‘Preguntas por Puerto Montt’ - Vragen Naar Puerto Montt - laten horen, dat begint met...’Nou goed, dan vraag ik ook naar jou, naar hem, naar jou die jullie alleen gelaten hebben, naar hem die stierf en niet wist waarom...’ En nu, voor we Marius naar de aarde brengen, laten we het lied ‘El Lazo’, de Lasso, horen. Dit is de symboliek over de lasso van de man met de oeroude handen, die zijn leven achter zich laat. Marius wilde niet afscheid nemen met zoetsappige muziek, maar met een verzetslied. Dienst in O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand Kerk te Bilthoven o.l.v.. pater Wijnand van Wegen.
25
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:48
Pagina 28
MIJN GROOTVADER
Toespraak Joris Hofstede
vol met grote vrouwen in ronde vormen. Het atelier van Marius was een avontuurlijke wanorde van onduidelijke vormen en geuren. Wij, mijn vriendjes en ik waren de archeologen en ontdekkers van deze wereld. Wij verwonderden ons over de verzamelingen en zaten toch aan al die objecten die niet voor kinderhanden geschikt bevonden waren. Ik herinner mij thee uit wit uitgeslagen kopjes en een leren stoel die ook als trommel kon dienen. Ik herinner mij de wandelingen. Het rondje in Beauvène: Om de berg door het dal langs de beek via het dorp weer terug. Het smalle paadje langs de kastanjes. En de verhalen. Verhalen over de infrastructuur en wetenschap van de Inca’s, de astrologische betekenis van de Egyptische bouwkunst of de volhardendheid van een Franse postbode. Ik herinner mij ons laatste bezoek aan Beauvène. Ik herinner mij het bevlogen vertellen over de bouwkunst langs de E25 en de snelheid waarmee de vouwkar voor ons dichterbij kwam. Ik herinner mij de listigheid die er nodig was de sleutels van de auto te bemachtigen en het totale onvermogen van Marius zich over te geven aan welke vorm van hulp dan ook. Ik herinner mij mijn eigen verwondering als Marius ‘s morgens hijgend van de wandeling uit de achterkamer bij de voordeur stond om brood te gaan halen. Ik herinner mij de wekker die ik zette om voor het ontwaken van Marius naar de épicerie te snellen en het brood alvast op de keukentafel te leggen. Ik herinner mij de avondvullende gesprekken over de waarde van de kunst binnen een maatschappij, de stompzinnigheid van reclame in het algemeen of het genot dat kan ontleend worden aan goede literatuur. Ik herinner mij de wijn die erbij hoorde te vloeien en de stiekeme fles in de achterkamer. Ik herinner mij het balkon bij de keuken, 17:00 uur, de pinda’s en het flesje 1664. De spekscherven liggen nog steeds in een kistje onder in mijn kast en ik herinner mij de fascinatie van mijn grootvader. Wees gefascineerd, heel het leven lang!
Met kleinkinderen v.l.n.r. Daan, Miloe, Mara, en Joris. Ik heb geen opa meer. Eigenlijk had ik nooit een opa. Ik heb eigenlijk ook geen idee wat opa betekent. Ik had een grootvader. Een grootvader met een trein. Niet zo een kleintje op 220 waar je legosteentjes mee kan verplaatsen. Maar een echte trein waar je op kon zitten, met een ijzeren rails eronder, waarmee we elkaar om beurten door het laantje naar het atelier duwden. Niet gestoord door bladeren of dienstregeling. We renden door de tuin, slopen over de vliering, snuffelden in het enge schuurtje en verstopten ons achter de engel. Er was een grote bak met klei, waar wij handen van het donkerbruine mengsel uithaalden om er autootjes of beestachtige vormen mee te maken. We zochten op de vloer van het atelier naar scherven van albast of speksteen en stonden uren met verschillende stukjes schuurpapier de steentjes te bewerken. Kleine, glad gepolijste schatten die in sigarendoosjes op stiekeme plekjes onderin mijn kast werden bewaard. Er was een gans die altijd kwaad leek en een tuin
‘Merci, Monsieur Marius’
26
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:48
Pagina 29
Marius met Klaas Gubbels.
27
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:48
Pagina 30
Sacha in 1962
Vader en zoon in de Margriet
28
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:48
Pagina 31
Familie met Grieks beeld, Oosterbeek, 1969.
29
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:48
Pagina 32
1987: Beeldhouwerssymposium in Amersfoort, met koningin Beatrix op bezoek Foto onder: Met directeur Anton van Hoof van Burgers Dierenpark, Arnhem
30
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:48
Pagina 33
I.M. MARIUS VAN BEEK (1921-2003)
De Groene Amsterdammer 11/10/03 staat er alsof het er altijd al gestaan heeft. En dat is met meer van Van Beeks beelden het geval. In de kerk in Bilthoven klonk een lied van Victor Jara, de Chileense zanger die vrijheidsliederen zong, immens populair was, en vermoord werd bij de militaire coup in Chili. De Tweede Wereldoorlog hier in Nederland was een keerpunt in Van Beeks leven. Hij had zich aangesloten bij het verzet, en was betrokken bij de moordaanslag op de Duitse generaal Seyffardt in Den Haag in februari 1943. Hij werd bij verstek ter dood veroordeeld maar niet gepakt. Alles was groot aan Marius van Beek: zijn beelden, de brokken steen die hij gebruikte, zijn stem, atelier, kindertal en zijn vriendenkring. Marius van Beek was docent aan de School voor de Journalistiek in Utrecht en aan de Akademie voor Kunst en Vormgeving in Den Bosch. Een zeer veelzijdig kunstenaar, maar bovenal een zeer ambachtelijke steenhouwer, die zijn emoties in het steen kwijt kon. Gedurende een moeilijke periode schreef hij eens: ‘(...) Ik ben zeer eenzaam nu, maar ik kom er doorheen, omdat ik nieuwe stenen moet bezielen.’
In Bilthoven was vrijdag de begrafenis van Marius van Beek, beeldhouwer en journalist. Hij heeft door Nederland een spoor van mooie en monumentale beelden getrokken. Stevige beelden, altijd in een gevoelig evenwicht met de stad of de natuur eromheen. Zijn bekendste beeld is het Jan van Hoof-monument aan de Waalbrug in Nijmegen. Maar ook in Amsterdam staat een beeldengroep van zijn hand: het bezinningsmonument in Amsterdam, waar Monnickendammerweg, Purmerweg en Volendammerweg samenkomen. Het staat er al bijna twintig jaar, ter nagedachtenis aan de in de oorlogsjaren 1940-1945 omgekomen verzetsstrijders uit Amsterdam-Noord. Elk jaar op 4 mei is er een Stille Tocht naar dat monument, wordt er gesproken en worden er bloemen neergelegd. Het monument
Dunya Breur
31
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:48
Pagina 34
Links: Marius in Amersfoort, bij het monument op de Varkenmarkt Rechts: Bij bronsgieter Roel Maaskant met ‘De Engel’, 2002 Foto onder: Onthulling van ‘De Engel’. Oosterbeek, met assistent Maarten Koreman en de familie.
32
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:48
Pagina 35
MARIUS
Om & Om, Haagsche Courant 3/10/03
Er staan al jaren twee engelen in de wilde tuin van zijn atelier in Oosterbeek. Hij heeft ze zelf hun gestalte gegeven, de beeldhouwer. Het zijn geen vrolijke engelen, ze lijken in gevecht met zichzelf, alsof ze hemel en aarde willen samenballen, klei en sterren proberen te verenigen, wanhoop en geloof. Ze stonden er gistermiddag in het nevellicht van de herfst nog steeds robuust en kwetsbaar, zoals de maker zelf. Ze weerspiegelen zijn spierballen en zijn ziel.
We hebben gisteren in zijn atelier afscheid van hem genomen, samen met zijn kinderen en kleinkinderen, zijn vrienden en iedereen voor wie hij dierbaar was. Veel grote en kleine beelden staan er nog en schilderijen en schetsen en brokken steen en boeken en foto’s en stof van jaren hakken en kneden en schuren en slijpen en verbeelden. En daartussen lag hijzelf, Marius van Beek, een schim van de grote man die hij was, niet meer met de blos op de wangen boven zijn wilde baard, maar met een witte stilte in zijn ademloze gezicht. Wonderlijk is dat toch, iemand weg te zien zijn en hem nog steeds in alles aanwezig te voelen. Niet alleen in de tranen van zijn kinderen, maar ook in zijn adem die gestold is in de beelden om hem heen. Dat is bij al het verdriet de kleine, sterke eeuwigheid van de beeldhouwer. Jan Paul Bresser
Zoals al zijn beelden, die verspreid door het land dezelfde signatuur hebben en dezelfde herkenning geven van die botsingen tussen materie en verbeelding van de man die afgelopen zaterdag gestorven is.
33
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:48
Pagina 36
OOSTERBEEK NIET MEER
In het voorbijgaan, De Volkskrant 1/10/03
schouderslagen van vriendschap. Hij had enkele mensen die hij hoog bewonderde; daar was die geleerde uit Lent ook bij. Ik werd altijd opgewekt als ik hem ontmoette. Soms werd zijn barokke aard ijzeren strengheid: hij kon mensen om hun werk ter verantwoording roepen. Hij bleek ineens een heel hoge normenladder te bezitten. Wanneer de drank teruggevloeid was naar zijn oorsprong, werd hij weer mild. Van journalist werd hij beeldhouwer. Ik zag hem met grote gebaren staan hakken. Boetseren leek mij niets voor hem. Hij trok zich terug in die halfschemer van Oosterbeek. In het begin belde hij mij nog wel eens, voor een gesprek dat zo diep ging dat we tenslotte de verbinding met elkaar verloren. Naarmate hij diepzinniger werd, werd hij mij dierbaarder. Hij vertederde mij ook. Toen werd het stil. Ik las een enkele keer over een onthulling van een beeld van hem of over een tentoonstelling. Of hij een groot beeldhouwer was geworden, weet ik niet. Ten slotte werd hij de plaatsnaam Oosterbeek. En aangezien ik vaak naar Nijmegen moest, dacht ik heel veel aan hem. Dat hoeft nu niet meer. Hij is dood, las ik. Hij is oud geworden. Hij stierf gewoon in een ziekenhuis. Dat viel mij tegen. Ik had de reus graag zien omvallen tussen al die hoge bomen van Oosterbeek. O ja, hij had een van de aardigste vrouwen die ik heb gekend. Ik heb haar maar een keer ontmoet. Meer is bij sommige mensen niet nodig. Zij bleek al eerder te zijn gestorven. Hij wordt begraven in de buurt van Utrecht, de stad waaraan hij een soort artistiek katholicisme dankte, met gaten even groot als dat van het weggewaaide schip van de Dom. Hij zal eindelijk nu rustig moeten zijn, Marius van Beek.
De kaart wordt steeds blinder: bijna helemaal wit met naamloze rode punten erop. De plaatsen hebben hun betekenis verloren. Meestal hing die betekenis aan één persoon, die er heel lang woonde - Nederlanders zijn weinig mobiel. De trein rijdt nu steeds meer door een anonieme wereld. Tussen Arnhem en Nijmegen ligt het plaatsje Lent. Het heeft geen station. Het lijkt niet meer dan een kerk en veel kassen van tuinders. Het is nu ook niet meer dan dat. Maar tot negen jaar geleden woonde er, wat verscholen, een door mij zeer bewonderde geleerde. Hij heeft er meer dan een halve eeuw zitten praten voor enkelingen en schitterende boeken zitten schrijven. ‘Lent’, dat was een volle naam. De trein hield er als het ware even in. Nu rijdt hij gewoon door naar Nijmegen. En de geleerde ligt begraven bij die kerk. Tussen Den Bosch en Tilburg ligt Berkel Enschot. De trein raast er voorbij. Mijn gedachten stokten er altijd even - ik kende er enkele heel bijzondere mensen, die hun hele leven doorbrachten met zwijgen en bidden. Ik zocht de horizon af naar twee torens. Daar wist ik ze. De grote stilte is voor hen allang begonnen, ik zit achteloos in de trein en wacht op de aankondiging van Tilburg. De torens kan ik trouwens nooit meer vinden. Nu staat Oosterbeek weer op de blinde kaart. Vlak voor Arnhem, als de wereld donker wordt van de bomen, ligt het plaatsje. Ik geloof dat ik er nog nooit ben geweest. Als ik in de trein de plaatsnaam las, dacht ik even aan iemand die daar al heel lang woonde. ‘Oosterbeek’ hield hem in mijn gedachten. Ik zag hem daar tussen die bomen staan, een reus van een man, een geweldenaar, voor wie een rotsblok opzij gaat. Ik heb hem in de jaren zestig gekend. Hij werkte mee aan het dagblad De Tijd. Hij schreef er over beeldende kunst, in een barokke stijl. In die stijl leefde hij ook. Druk kwam hij binnen, met grote woorden en grote gebaren en heel warme
Kees Fens
34
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:48
Pagina 37
Monument voor scheepswerf, Amsterdam
35
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:48
Pagina 38
36
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:48
Pagina 39
11 september 2003: Slotpagina dagboek
37
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:48
Pagina 40
38
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:48
Pagina 41
Het atelier met laatste beeld. ‘Afscheid”
39
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:48
Pagina 42
SLOTWOORD Mijn vader was niet bang, zeurde niet over een pijntje, nee het leven zelf heeft nog zo machtig veel te bieden en er is heel veel te doen. Hij ging ogenschijnlijk als een held naar het ziekenhuis om zijn hele gebit te laten trekken, een ingreep die noodzakelijk was voor de hartoperatie. Deze operatie zou hem verlossen van zijn kortademigheid. De angst die hij toen voelde heeft zich geuit in gordelroos. Dezelfde gordelroos die hij had toen hij ondergedoken zat in Amsterdam en gezocht werd door de SD. Hieruit blijkt maar weer dat je je geest kunt disciplineren maar je lichaam niet. Hij schreef toen, 60 jaar geleden, op 22-jarige leeftijd het
volgende op: ‘Ik weet niet waarom ik dit alles opschrijf. Eigenlijk is het zinloos, maar ik wil iets vastleggen van deze ontzaggelijke moeilijke dagen. De laatste dagen is er bij mij een gedachte die ik eigenlijk niet durf te formuleren, maar die om volkomen eerlijk te zijn zich zo laat vastleggen: Ik ben momenteel meer bang voor het leven dan voor de dood. Het leven bestaat momenteel in het stijgen naar de hoogste toppen en het dalen naar de diepste diepten. En juist dat afdalen is iets waar ik soms vreselijk bang voor ben.’ Michaël van Beek
Colofon Deze hommage aan Marius werd samengesteld door: Michaël van Beek in nauwe samenwerking met Sandra van Beek. Druk: Rob Smit. Foto’s: Sandra van Beek, Heleen Gubbels, Wouter van Heusden, Joris Hofstede, Dolf Kruger, Hans Sibbelee en Marius van Beek. Van een groot aantal foto’s weten we de fotografen niet. Oplage: 200 ex.
40
LAY OUT Marius
30-01-2007
15:48
Pagina 43