'Leefbare wijken' in Australië wat is het effect van het ontwerp van de wijk op het beweeggedrag van de bewoners? Mariëlle A. Beenackers, Erasmus MC Sarah Foster, University of Western Australia Frank J. van Lenthe, Erasmus MC Carlijn B.M. Kamphuis, Erasmus MC Mark Divitrini, University of Western Australia Matthew Knuiman, University of Western Australia Billie Giles-Corti, University of Western Australia
Research visit funded by:
C_BEH Centre for the Built Environment and Health
Centre Funded by:
Land Development Agency Sponsor:
Foundation Corporate Partner:
Perth West-Australië Bevolking ≈ 2.25 miljoen (2009)1 Oppervlakte = 2.5 miljoen km2 Dichtheid = 0.9/km2 Perth – Hoofdstad Bevolking: 1.66 miljoen (2009)1 Oppervlakte: 5386 km2 Dichtheid = 308/km2
1
Australian Bureau of Statistics, 3218.0 Regional Population Growth, Australia
Een typische Australische wijk Lage dichtheid Alleen woonhuizen Grote, losse winkelcentra aan de rand van de wijk bij de uitvalswegen Veel ‘cul-de-sacs’ ►
Weinig wandelen Weinig fietsen Weinig gebruik van openbaar vervoer Hoge autoafhankelijkheid ►
Obesitas Milieuvervuiling Andere gezondheidsproblemen
De leefbare wijk “Liveable Neighbourhood Community Design Guidelines” 1 Doel:
Het creëren van compacte, duurzame stedelijke samenlevingen.
Gebaseerd op de principes van ‘New Urbanisme’ veilige, praktische, beweegvriendelijke buurten die wandelen, fietsen en het gebruik van openbaar vervoer stimuleren en het gevoel van samenleving bevorderen. Begonnen in 1998
1
Western Australian Planning Commission 2000
Wijken Kenmerk
Traditionele buurt
‘Leefbare’ buurt
Functiemenging
Monofunctioneel; afgezonderd gebruik.
Geïntegreerde functie van wonen, bedrijvigheid, diensten & voorzieningen
Dominante winkelvoorziening
Voornamelijk grote Voornamelijk buurtwinkels winkelcentra en grote ketens
Straatpatronen en straattypes
Veelal ‘curvilinear’ en ‘hiërarchisch’
Verbonden netwerk, minder hiërarchisch, verkeer meer verdeeld
Dominant doel
Het creëren van comfortabele huizen
Het creëren van duurzame gemeenschappen, betaalbare huizen & banenbehoud
Het RESIDential Environments (RESIDE) project Doel: evalueren wat het effect is van het ontwerp van de wijk op de gezondheid, met name via het beweeggedrag. Methode: longitudinale studie Mensen zijn gevolgd en gemeten vóórdat ze verhuisden (T1) naar een nieuwe wijk en ná de verhuizing (T2). 18 ‘Leefbare’ buurten 11 Hybrid buurten (voldoet aan veel maar niet alle richtlijnen) 44 Traditionele buurten Participanten: mensen die van plan waren om naar een nieuwe buurt te verhuizen (n=1427).
Onderzoeksvragen 1. Welke veranderingen in de buurtomgeving zorgen ervoor dat mensen gaan fietsen nadat ze verhuisd zijn naar hun nieuwe buurt? 2. Welke veranderingen in de buurtomgeving zorgen ervoor dat mensen meer gaan wandelen nadat ze verhuisd zijn naar hun nieuwe buurt?
GIS – objectieve buurtkenmerken – verschil tussen T1-T2 Grondgebruik
Woningdichtheid
Geeft de heterogeniteit of homogeniteit weer van het grondgebruik binnen de 1600 m netwerk buffer.
Aantal woningen gedeeld door het gebied bestemd voor wonen binnen de 1600 m netwerk buffer.
Verbinding Ratio van het aantal drie-weg kruisingen ten opzichte van de 1600 m netwerk buffer.
Bestemmingen Aantal bestemmingen (nuttige bestemmingen en recreatie bestemmingen) binnen de 1600 m netwerk buffer.
Source: Nick Middleton
Vragenlijst– subjectieve buurtkenmerken - verschil T1-T2
Toegang tot lokale voorzieningen Aantrekkelijkheid van de buurt Onveiligheid (verkeer) Onveiligheid (criminaliteit) Infrastructuur en veiligheid voor wandelen # soort praktische bestemmingen (bijv. Winkels, cafés, OV haltes/stations) # soort recreatieve bestemmingen (bijv. strand, parken, sportvelden)
Enkele losse items:
Resultaten – Fietsen Weinig mensen fietsen (op T1, vóór verhuizing): Slechts 14% van de mensen fietst recreatief (‘recreatief fietsen’) Slechts 10% fietst om ergens te komen (‘functioneel fietsen’) Gekeken naar fietsen ná verhuizing (ja/nee) bij de niet- fietsende bewoners (+- 90% van alle onderzochte bewoners): Start 5% met functioneel fietsen ná de verhuizing (T2) Start 7% met recreatief fietsen ná de verhuizing (T2)
Beenackers et al, American Journal of Preventive Medicine 2012, 42(6):610-615.
Resultaten – Fietsen De niet fietsers (vóór verhuizing) gaan ná verhuizing eerder fietsen wanneer deze nieuwe buurt:
Beenackers et al, American Journal of Preventive Medicine 2012, 42(6):610-615.
Resultaten – wandelen Gemiddeld aantal minuten wandelen vóór verhuizing: Recreatief
27 minuten/week
Functioneel
69 minuten/week
Gekeken naar het aantal minuten verschil na verhuizing (T2-T1): Recreatief
+16 minuten
+18 min. per extra soort recreatieve bestemming Functioneel
-9 minuten
+6 min. per extra soort praktische bestemming
Giles-Corti et al, Social Science and Medicine, in press
Conclusies Het ontwerp van de buurt heeft invloed op het wandel- en fietsgedrag Verschillen in factoren voor recreatief en functioneel wandelen en fietsen Belangrijk: een compactere buurt met goede toegang tot lokale bestemmingen en voorzieningen
Evaluatie “Liveable Neighbourhood Community Design Guidelines” Evaluatie nog niet publiekelijk beschikbaar Maar een compactere buurt met goede toegang tot lokale bestemmingen en voorzieningen strookt met de richtlijnen De richtlijnen zijn aanleiding geweest voor dit grote onderzoeksproject Door de richtlijnen grotere variëteit in de nieuwe buurten De richtlijnen zijn sinds 2007 als standaard geïmplementeerd
Discussie Door context beperkte relevantie voor Nederland Maar: Ook hier worden nieuwe richtlijnen ingevoerd, buurten verbeterd, infrastructuren aangepast, etc Win-win: Mooie kans voor onderzoek Evaluatie van de richtlijn en/of investering Ook hier kan de omgeving nog verbeterd worden om een actieve leefstijl te stimuleren.