METABOLISME
WAT IS HET EFFECT VAN OVERGEWICHT EN DIEETINTERVENTIES OP HET METABOLISME?
EFFECT VAN OVERGEWICHT OP HET METABOLISME? • Normale situatie • Situatie bij overgewicht
Lisbeth Mathus-Vliegen Academisch Medisch Centrum Universiteit van Amsterdam
[email protected]
EFFECT VAN OVERGEWICHT OP HET METABOLISME? • Normale situatie • Situatie bij overgewicht
ENERGIE HUISHOUDING ENERGIE inkomsten
-
ENERGIE uitgaven
= ENERGIE opslag
ENERGIE LEVERANCIERS
ENERGIE HUISHOUDING ENERGIE inkomsten Voedsel
-
ENERGIE uitgaven
= ENERGIE opslag
alcohol eiwitten koolhydraten vetten energiedichtheid schatten energie-inhoud smakelijkheid opname maagdarmstelsel
Hongergevoel Verzadigingsgevoel Stress
McDONALDs EN VERANTWOORDE ALTERNATIEVEN VOOR HET HAPPY MEAL • Horde 1 McKibbeling (165 kcal) Chicken Nuggets (179 kcal) Hamburger (245 kcal) Cheeseburger (304 kcal) • Horde 2 Frietjes (239 kcal) Snoeptomaatjes (8 kcal) • Horde 3 Spa (0 kcal) Melk (155 kcal) Innocent smoothie (104 kcal) (Sinas)appelsap (112/124 kcal) Frisdrank (110 kcal) • Horde 4 Snoeptomaatjes (8 kcal) Vers fruit (34 kcal) Danoontje (74 kcal)
Inname
Tractus digestivus
Zetmeel
Vet
Transport
Bloed/ Lymfe
Glucose
Chylomicronen
Opslag
Lever Spier Vetweefsel
Glycogeen Glycogeen
Transport
Bloed
Glucose
Vet FFA
Gebruik
Weefsels
CO2 en H2O, energie
CO2 en H2O, energie
ENERGIE HUISHOUDING ENERGIE inkomsten
-
ENERGIE uitgaven
= ENERGIE opslag
Basale/ruststofwisseling
± 60-75%
RMR/REE
Lichamelijke activiteiten
± 15-30%
non-REE
± 7-13%
TEF/DIT
leeftijd; geslacht; schildklierfunctie; eiwit turnover; lichaamsoppervlak; vetvrije massa
In theorie naar huis met 181 kcal en moefspeeltje
Thermogenese – obligaat
* bewerken voedsel eiwit koolhydraten oxydatie glycogenese lipogenese vet * thermogene factoren: roken
± 20% ± 8% ± 5% ± 12% ± 23% ± 5-10%
(energiebalans, voedselsamenstelling)
– koffie – kou – stress
Thermogenese – facultatief
insuline – sympathisch zenuwstelsel (RMR – TEF – SPA)
ENERGIE HUISHOUDING
ENERGIE – ENERGIE = ENERGIE inkomsten
uitgaven
UPTAKES OF OXYGEN AND SUBSTRATES BY THE LEGS DURING PROLONGED EXERCISE
opslag
%
Lichaamsgewicht < 6% 40% 21%
Organen Spieren Vetweefsel
14.7
75
26
50
37
BMR 58% 22% <5%
25 0
25% TEE
Centraal zenuwstelsel
Oxygen uptake mmol/min
100
1.3
27
10
Rest
Thermogenese ↑ met 15% door 20 sigaretten/dag ↑ met 5% door elke 2 uur 100 mg cafeïne (kopje koffie 60-100 mg cafeïne)
40 min
17.6
17.6
17.6 8
22
14
37
50
62
41
36
30
90 min
180 min 240 min
oxidation of non-bloodborne fuels (muscle glycogen/lipids) oxidation of FFA oxidation of glucose
Ahlberg et al., J Clin Invest 1974;53:1080-1090
ENERGIE HUISHOUDING ENERGIE inkomsten
-
ENERGIE uitgaven
RESERVES IN VOLWASSENE
= ENERGIE opslag * glycogeen * reserve vet * hormonen - insuline - progesteron - catecholamines
* autonome zenuwstelsel
Weefsel (kg)
Glucose / Mobiliseerbaar Triglyceriden Glycogeen eiwit G kJ G kJ G kJ Bloed (10) 15 255 100 1700 5 185 Lever (1) 100 1700 100 1700 50 1850 Darmen (1) 0 0 100 1700 0 0 Hersenen (1,4) 2 34 40 680 0 0 Huid, longen, milt (4) 13 220 240 4080 40 1480 Spier (30) Vetweefsel (15)
300 20
5100 4000 340 300
68000 600 22200 5100 12000 444000
Totaal
450
7649 5000
82280 12695 469715
KOOLHYDRATEN Spier glycogeen Lever glycogeen Glucose in bloed en ECV Totaal koolhydraatgehalte lichaam
g/kg 7 60 0,8
totaal g 245 108 17 370
EFFECT VAN OVERGEWICHT OP HET METABOLISME? • Normale situatie • Situatie bij overgewicht ENERGIE ↑ inkomsten
-
ENERGIE ↓/↑ uitgaven
= ENERGIE ↑ opslag
Behoefte aan koolhydraten/d door van koolhydraten afhankelijke organen Centraal zenuwstelsel 120-150 g Niermerg, beenmerg, leucocyten en erythrocyten 40-100 g Aanpassing door gluconeogenese / vetoxidatie Minimale noodzakelijke intake
60 g/d
ENERGIE HUISHOUDING ENERGIE inkomsten
-
ENERGIE uitgaven
Basale/ruststofwisseling
± 60-75%
THE OBESITY WEB
= ENERGIE opslag RMR/REE
leeftijd; geslacht; schildklier; eiwit turnover; lichaamsoppervlak; vetvrije massa
Lichamelijke activiteiten
± 15-30%
Thermogenese – obligaat
± 7-13%
* bewerken voedsel eiwit koolhydraten oxydatie glycogenese lipogenese vet
± 20% ± 8% ± 5% ± 12% ± 23% ± 5-10%
* thermogene factoren: roken
(energiebalans, voedselsamenstelling)
glucose en mlt: 75 kcal lager
– koffie – kou – stress
Thermogenese – facultatief
Sleep apnoea
hoog non-REE hoog / laag TEF/DIT
insuline – sympathisch zenuwstelsel (RMR – TEF – SPA)
Osteoarthritis
Anxiety
Prostate Cancer Hirsutism
Breathlessness é Testosterone Joint pain
Psychological impact Depression
Breast Cancer é Oest-
Sex rogen Increased Hormone Body CENTRAL Imbalance Weight
Hyp erte nsio n
OBESITY
Infertility
ê SHBG
Endometrial Cancer
Insulin Resistance P.C.O.S.
Hyperinsulinaemia Dyslipidaemia
Diabetes (NIDDM)
sis lero rosc Athe
PATHOPHYSIOLOGY OF DIABESITY Coexistence of type 2 diabetes and obesity Bailey BMJ 2011, 342: d1996 Wereldwijd 285 miljoen mensen met diabetes, in 2030 438 miljoen > 90% type 2 diabetes en hiervan > 90% overgewicht/obesitas en <50% met HbA1c < 7%
INSULINE REMMING • Lipolyse van vetweefsel • Lever gluconeogenese • Proteolyse, met name in perifere weefsels • Nier gluconeogenese
STIMULATIE • Perifere glucose opname, met name in spier • Eiwit synthese • Triglyceriden opname gemedieerd door lipoproteine lipase
INSULINE RESISTENTIE • Lever: geen onderdrukking van de endogene glucose productie: verhoogde nuchtere glucose • Spiercel: verminderd glucose transport voor oxidatie en glycogeensynthese: verhoogd glucose • Vetcel: geen remming lipolyse: verhoogde FFA en glycerol
INSULINE REMMING • Lipolyse van vetweefsel • Lever gluconeogenese • Proteolyse, met name in perifere weefsels • Nier gluconeogenese
STIMULATIE • Perifere glucose opname, met name in spier • Eiwit synthese • Triglyceriden opname gemedieerd door lipoproteine lipase
EFFECT VAN DIEETINTERVENTIES OP HET METABOLISME?
DIËTEN ENERGIEDYSBALANS ENERGIE inkomsten
-
ENERGIE uitgaven
= ENERGIE opslag
Diëten samengesteld uit conventionele producten met een vaste energetische waarde (1500-1800 kcal voor mannen en 1200-1500 kcal voor vrouwen) Diëten samengesteld uit conventionele producten met een individueel bepaald energie tekort (volgens de WHO formule) • 500 kcal tekort bij BMI < 35 kg/m2: 0,5 kg/wk of 10% in 6 mnd • 500-1000 kcal tekort bij BMI ≥ 35 kg/m2: 0,5-1,0 kg/wk of 10% in 6 mnd Diëten samengesteld uit conventionele producten met gedeeltelijke maaltijdvervanging Diëten met complete maaltijdvervanging zoals LCDs (low calorie diets, 800-1200 kcal) of VLCDs (very low calorie diets, 450-800 kcal)
LEVEL 1 EVIDENCE-BASED CONCLUSIES • Een energiebeperking van 600 kcal reduceert het gewicht met 5 kg (3,5/7,0) in een jaar bij mensen (M & V) met een BMI van 28-40 kg/m2 Anderson 2001; Avenell 2004;
SHORT-TERM INTERVENTIONS CALORIE RESTRICTION Meta-analysis of 24 weeks of intervention
NICE 2006
• Als een energiebeperkte voeding wordt volgehouden kan een gewichtsreductie van 3,5 kg gehandhaafd worden over een periode van 4-5 jaar Anderson 2001; Avenell 2004
VLCD + MR < 800 kcal LCD 800-1550 kcal/d Energy-restricted diet 1500 kcal/d
Weight loss % of initial body weight 21.3 (20.1/22.5) 11.4 (8.9/13.1) 8.5 (4.9/12.1)
Intensity of treatment (consultation of physician, visit to clinic, duration of consultation) and energy intake are more decisive in treatment outcome than body weight at the start and duration of therapy Anderson et al., Adv Ther 2004;21:61-75
LEVEL 1 EVIDENCE-BASED CONCLUSIES • Een energiebeperking van 600 kcal reduceert het gewicht met 5 kg (3,5/7,0) in een jaar bij mensen (M & V) met een BMI van 28-40 kg/m2 Anderson 2001; Avenell 2004; NICE 2006
• Als een energiebeperkte voeding wordt volgehouden kan een gewichtsreductie van 3,5 kg gehandhaafd worden over een periode van 4-5 jaar Anderson 2001; Avenell 2004 • VLCD diëten resulteren in een groter gewichtsverlies, maar de uitval na 1 jaar is 50% vergeleken met 20-30% op een normaal energiebeperkt dieet Anderson 2001; Avenell 2004; Dansinger 2005 • Voor de uitkomst is het aantal consultaties bepalend en van groter belang dan de duur van de behandeling of het lichaamsgewicht bij de start
ENERGIE HUISHOUDING ENERGIE inkomsten
5 MJ
Change in BMR (%)
1.7 MJ 3 MJ
diet
Lichamelijke activiteiten
Prentice et al., 1991
2.2
1.8
1.3
weight loss %/wk
± 15-30%
Thermogenese – obligaat
± 7-13%
* bewerken voedsel eiwit koolhydraten oxydatie glycogenese lipogenese vet
± 20% ± 8% ± 5% ± 12% ± 23% ± 5-10%
* thermogene factoren: roken
RMR/REE hoog→lager non-REE hoog/laag→lager TEF/DIT (energiebalans, voedselsamenstelling)
glucose en mlt: 75 kcal lager→lager
– koffie – kou – stress
Thermogenese – facultatief
insuline – sympathisch zenuwstelsel (RMR – TEF – SPA)
WINST BIJ MATIG GEWICHTSVERLIES (5-10%) Bloeddruk diastolisch Dyslipidemie
Cardiovasculair risico Vruchtbaarheid Lichamelijke klachten Kwaliteit van leven
7-15%
± 60-75%
= ENERGIE opslag
leeftijd; geslacht; schildklier; eiwit turnover; lichaamsoppervlak; vetvrije massa
Diabetes
1.7 MJ/ 400 kcal 3 MJ/ 700 kcal 5 MJ/ 1200 kcal
ENERGIE uitgaven
Basale/ruststofwisseling
Lantz 2003; Anderson 2004; Dansinger 2005; Sacks 2009
DEGREE OF SUPPRESSION OF BMR AT DIFFERENT LEVELS OF ENERGY RESTRICTION
-
daling met 10 mm Hg systolisch en met 20 mm Hg daling van totaal cholesterol met 10% daling van LDL-cholesterol met 15% daling van triglyceriden met 30% toename van HDL-cholesterol met 8% verbeterde glucose controle verhoogde insuline gevoeligheid verminderde stollingsneiging verbeterde ovarium functie minder rug- en gewrichtsklachten verbeterde longfunctie,minder kortademigheid
KARAKTERISTIEKEN VAN MACRONUTRIËNTEN
BENADRUKKEN MACRONUTRIËNTEN
(eiwitten, koolhydraten, vetten)
Eiwit
Koolhydraten Vet
Verzadigingssnelheid Verzadigingsduur Bijdrage aan de dagelijkse energie Energiedichtheid Opslagcapaciteit Metabole wegen voor opslag elders Autoregulatie Energie toevoer in kcal/ gram Thermogenese (DIT) Lean 1998
KARAKTERISTIEKEN VAN MACRONUTRIËNTEN Verzadigingssnelheid Verzadigingsduur Bijdrage aan de dagelijkse energie Energiedichtheid Opslagcapaciteit Metabole wegen voor opslag elders
Eiwit snel lang laag laag geen ja
KARAKTERISTIEKEN VAN MACRONUTRIËNTEN
Koolhydraten Vet Verzadigingssnelheid Verzadigingsduur Bijdrage aan de dagelijkse energie Energiedichtheid Opslagcapaciteit Metabole wegen voor opslag elders
Eiwit snel lang laag
Koolhydraten Vet matig snel lang hoog
laag geen ja
matig laag ja
Autoregulatie goed Energie toevoer in kcal/ gram 4 Thermogenese (DIT) ± 20%
Autoregulatie goed Energie toevoer in kcal/ gram 4 Thermogenese (DIT) ± 20%
Lean 1998
Lean 1998
goed 3.75 ± 8% 5% oxidatie, 12% glycogeensynthese, 22% lipogenese
KARAKTERISTIEKEN VAN MACRONUTRIËNTEN Verzadigingssnelheid Verzadigingsduur Bijdrage aan de dagelijkse energie Energiedichtheid Opslagcapaciteit Metabole wegen voor opslag elders
Eiwit snel lang laag
Koolhydraten matig snel lang hoog
Vet traag kort hoog
laag geen ja
matig laag ja
hoog hoog nee
goed 3.75 ± 8%
slecht 9 ±5-10%
Autoregulatie goed Energie toevoer in kcal/ gram 4 Thermogenese (DIT) ± 20% Lean 1998
BENADRUKKEN MACRONUTRIËNTEN
5% oxidatie, 12% glycogeensynthese, 22% lipogenese
BENADRUKKEN MACRONUTRIËNTEN • • • •
Vet beperking Eiwit verrijking Koolhydraten beperking Koolhydraten laag-glycemische index/load
• • • •
Vet beperking Eiwit verrijking Koolhydraten beperking Koolhydraten laag-glycemische index/load
ATKINS DIEET
ATKINS DIEET Gewichtsverlies
* door diurese door glycogeen afbraak, door diurese op ureum (spierafbraak) en ketonen (vetoxidatie), door diurese door minder Na-retentie bij lagere insuline spiegels na 7-14 dagen versterkte diurese afnemend * minder energie inneming door ketose en monotonie * additioneel energie verlies door verlies ketonen met de urine (20 g = 100 kcal/d) * hoog eiwit verzadigend, minder efficiënt metabolisme
Nadelen voeding
tekort voedingsvezel; tekorten aan calcium, kalium, magnesium, ijzer, vitamines A, E, B1, B6 en foliumzuur geen fruit, groenten en granen (CHD, CVA, carcinoom)
Calories don’t count
mensen met overgewicht eten niet teveel/ overeten niet wel: koolhydraatverslaving *teveel koolhydraten → insuline uitstorting → remming serotonine release in de hersenen → minder verzadiging *teveel koolhydraten → hoge glucose, hoge insuline → lipogenese, hypertriglyceridemie koolhydraatbeperking tot ketogenese (vet oxidatie)
Fase I inductie Fase II ongoing Fase III maintenance
13 g koolhydraten (5 en%) 35 g koolhydraten (8,6 en%) 95 g koolhydraten (19 en%)
onbeperkt eiwit en vet, onbeperkte energie
LOW CARB vs LOW FAT DIET AND METABOLIC RISK FACTORS: 23 trials, N=2788, duration 6-24 mo No. trials
Net change
95% CI
Weight kg Waist cm
22 10
-1.0 -0.1
-2.2/0.2 -0.6/0.4
Total cholesterol mg/dl LDL chol mg/dl HDL chol mg/dl TC:HDL ratio Triglycerides mg/dl
15 19 19 5 20
2.7 3.7 3.3 -0.1 -14.0
0.8/4.6 1.0/6.4 1.9/4.7 -0.3/0.1 -19.4/-8.7
SBP DBP
18 18
-1.0 -0.7
-3.5/1.5 -1.6/0.2
Glucose mg/dl Insulin IU/ml
14 12
-0.3 -0.1
-1.9/1.3 -0.8/0.6
Hu et al., Am J Epidemiol 2012;176 suppl:S44-S54
DIETS LOW IN CHO AND HIGH IN PROTEIN AND CARDIOVASCULAR DISEASE
BENADRUKKEN MACRONUTRIËNTEN
• Nurses’ Health Study USA 2002
h – No increased IHD; ischaemic stroke associated with red meat wit intake
• • • •
al isk r r anim a l – Significant increase in cardiovascular death scu by va iven o • Young Swedish women 2007 i r ard bly d • Middle-aged Greek men and womenc2007 d a e ob • Elderly Swedish men 2010 eas cr th, pr n i • Nurses’ Health Study & Follow-up of Health bo Professionals in Study USA 2010 ative O or prote ic CH NS increase in cardiovascular death – Low CHO score ind omodest s l w protein positive and low carb with vegetable ie n, animal – Low carb ud twith i t e s protein negative association with cardiovascular mortality All h pro • Health hig Professionals Follow-up Study 2010
• European studies
Vet beperking Eiwit verrijking Koolhydraten beperking Koolhydraten laag-glycemische index/load
– IHD and CVA NS increase with protein intake – Animal protein positive and vegetable protein NS negative association with cardiovascular mortality Lagiou et al., BMJ 2012;344: e4026
Toename van de glucose over 2 uur (oppervlakte onder de curve) na inname van koolhydraten als % van de referentiewaarde. Referentiewaarde = de toename van de glucose over 2 uur (oppervlakte onder High GI de curve) na 50 g glucose of witbrood
Inname koolhydraten
Blood glucose
GLYCEMISCHE INDEX
Toename van de glucose over 2 uur (oppervlakte onder de curve) na inname van koolhydraten als % van de referentiewaarde. Referentiewaarde = de toename van de glucose over 2 uur (oppervlakte onder de curve) na 50 g glucose of witbrood
Blood glucose
GLYCEMISCHE INDEX
0
1
2
Time after meal (hours)
Inname koolhydraten
Low GI
0
1
2
Time after meal (hours)
GLYCAEMISCHE INDEX Pasta’s/ granen Zilvervliesrijst 55 Witte rijst, grote korrel 56 Peulvruchten Witte rijst, kleine korrel 72 Bonen gebakken Instant rijst 128 Kidney bonen Linzen
Brood
Zuivel Groenten Wortels gekookt Melk vol 49 Melk mager Mais 55 IJs Aardappelen gebakken 85 Nieuwe aardappelen 62
Fruit Appel 27 32 Banaan rijp 61 Grapefruit Sinasappel
Bagel Brood volkoren Brood wit 48 27 Croissant 30
META-ANALYSIS LOW GL DIETS
72 69 70 67
38 55 25 44
N studies 4 4 2 2 3 3 3
Change in body mass Change in fat mass Change in BMI Change in FFM Change in total cholesterol Change in LDL cholesterol Change in HDL cholesterol Change in TG Fasting insulin/ insulin sensitivity Fasting glucose FFA 2 RR 2 Satiety QOL Mortality
WMD (95% CI) patients 163 147 48 109 131 131 131
-1.1 (-2.0/-0.2) kg* -1.1 (-1.9/-0.4) kg* -1.3 (-2.0/-0.5) U* 0.1 (-0.3/+0.6) kg -0.22 (-0.43/-0.02)* -0.24 (-0.44/-0.05)* N.S. N.S. N.S. N.S. N.S. N.S. n.d. n.d. n.d.
NS not significant; n.d. not done/no data Thomas et al., Cochrane Syst Rev 2007, issue 3
LEERPUNTEN
metabole effecten van overgewicht Overgewicht gaat gepaard met een 1. verhoogde ruststofwisseling 2. verminderd thermisch effect op voeden 3. verhoogd totaal 24u energie gebruik en behoefte Metabole effecten van centrale vetstapeling zijn 1. Insuline resistentie en T2DM ) 2. Hyperlipidemie ) metabool syndroom 3. Hypertensie ) 4. Verhoogde kans op maligniteiten 5. Etc. etc.
LEERPUNTEN
metabole effecten van dieetinterventies Reeds 5-10% gewichtsverlies gaat gepaard met een verbetering van het gestoorde metabole profiel Metabole effecten van dieetinterventies zijn 1. Een verlaagd basaalmetabolisme naarmate meer crash-dieet-achtig 2. Bij een low-carb dieet gunstig en ongunstig effect op het lipidenprofiel, bepaald door de vervanging van de koolhydraten door vetten of eiwitten en de herkomst van plantaardig of dierlijk