Leefbaarheid in kleine kernen Een onderzoek naar de leefbaarheidssituatie in Hoogmade
Alle afbeeldingen zijn afkomstig van RTV Lokaal (2015)
Naam: Sander de Kluijver Studentnummer: 3749703 Begeleider: H. Olden Inleverdatum: 23 januari 2015 Voorwoord Deze bachelorthesis is tot stand gekomen na twee semesters hard werk. Dit had ik echter nooit op eigen kracht kunnen doen. Ik zou graag de dorpsraad van Hoogmade willen bedanken voor het voorzien van feedback voor mijn bachelorthesis. Zonder hun inbreng zou deze bachelorthesis er niet zo uitzien. Hiernaast wil ik ook mijn begeleider Han Olden bedanken voor zijn inbreng en feedback voor deze bachelorthesis.
Inhoudsopgave 1 Inleiding ................................................................................................................................................ 4 1.1 Probleemstelling ................................................................................................................................ 5 1.2 Vraagstelling ...................................................................................................................................... 5 2 Leefbaarheid ......................................................................................................................................... 6 2.1 Wat is leefbaarheid? ......................................................................................................................... 6 2.3 Plannen voor leefbaarheid .............................................................................................................. 16 2.4 Ontwikkelingen op de woningmarkt ............................................................................................... 20 2.5 Samenvatting en conclusie .............................................................................................................. 22 3 Methodiek .......................................................................................................................................... 24 4 Resultaten enquête ............................................................................................................................ 27 4.1 Tevredenheid over de woonsituatie ............................................................................................... 27 4.2 Verhuizen en woonwens ................................................................................................................. 27 4.3 Behoefte voor woningtypen op korte termijn ................................................................................ 28 4.4 Wensenlijst Theo Bosmanlaan II ..................................................................................................... 29 4.5 Tevredenheid over woonomgeving................................................................................................. 30 4.6 Geluidsoverlast ................................................................................................................................ 31 4.7 Winkels en voorzieningen ............................................................................................................... 31 4.8 Basisschool ...................................................................................................................................... 32 4.9 Openbaar vervoer............................................................................................................................ 32 4.10 Jeugd Ontmoetingsplek ................................................................................................................ 32 4.11 Verenigingen ................................................................................................................................. 32 4.12 Hoogmade: dorp in de gemeente Kaag en Braassem ................................................................... 34 4.13 Vestiging in Hoogmade.................................................................................................................. 34 4.14 Vrijwilligers en leefbaarheid ......................................................................................................... 35
4.15 Veiligheid en criminaliteit.............................................................................................................. 36 4.16 Top’s en Flops ................................................................................................................................ 36 4.17 Wandelpad .................................................................................................................................... 37 4.18 Samenvatting en conclusie ............................................................................................................ 38 5 Het heden en toekomst van de leefbaarheid in Hoogmade .............................................................. 40 5.1 Situatieschets Hoogmade ................................................................................................................ 40 5.2 De toekomstagenda van Hoogmade ............................................................................................... 43 6 Conclusie............................................................................................................................................. 46 6.1 Beantwoording deelvragen ............................................................................................................. 47 6.2 Beantwoording hoofdvraag ............................................................................................................. 49 7 Discussie en aanbevelingen ................................................................................................................ 51 8 Literatuurlijst ...................................................................................................................................... 52 Bijlage 1 Enquête leefbaarheid Hoogmade ........................................................................................... 55 Bijlage 2 Representativiteitsanalyse...................................................................................................... 72 Bijlage 3 Top’s en Flop’s ........................................................................................................................ 75 Bijlage 4: Planning ................................................................................................................................. 85
1 Inleiding De leeftijdsopbouw van de bevolking verandert in de komende decennia drastisch als gevolg van een combinatie van ontgroening en vergrijzing. De impact van dergelijke veranderingsprocessen zijn nu al zichtbaar, zo stelt het Centraal Planbureau (2010). Een veranderende bevolking betekent veranderende wensen en behoeften. Bevolkingskernen (met een gering aantal bewoners), zoals Hoogmade zullen terdege rekening moeten gaan houden met deze veranderingen in de lokale bevolkingssamenstelling. Een veranderende bevolkingssamenstelling vraagt om andere behoeften en wensen qua wonen, voorzieningen, werken etc. Hoe behoudt een dorpskern als Hoogmade haar aantrekkelijkheid voor toekomstige generaties? Het reageren op dergelijke veranderingsprocessen maakt aanspraak op het anticiperingsvermogen van de lokale bestuurders en besluitmakers. Een nieuwe vorm van planning is nodig om aan te sluiten bij de toekomstige behoeften van de bewoners. Waar het decennialang de trend was om te plannen vanuit het groeiperspectief (meer huizen, voorzieningen etc.) is nu de bewustwording aan het groeien voor de noodzaak om te plannen op maat. De mate waarin effectief en daadkrachtig op dergelijke veranderingsprocessen kan worden ingespeeld hangt voor een deel af van de “attitude” van (lokale) bestuurders. Een nieuw planvormingsproces is noodzakelijk om effectief om te kunnen gaan met een veranderende bevolkingssamenstelling en bijbehorende behoeften. Bestaat er een levensvatbare toekomst voor een kern met een veranderende bevolkingskern die ook nog eens onder druk staat? Hoe moet hier effectief op worden ingespeeld? En welke rol spelen burgerinitiatieven hierin? Dergelijke vragen komen in dit onderzoek aan bod. Vanuit de ernst en het belang van het maatschappelijk leefbaarheidsvraagstuk heeft de dorpsraad in Hoogmade verzocht een valorisatieonderzoek uit te voeren. Het verzoek betreft een onderzoek naar het behouden van de kwaliteit en leefbaarheid in de leefomgeving van Hoogmade. De nadruk ligt hierbij op het sterk toepasbare karakter van het onderzoek (zie methodiek). Door de verwachte demografische ontwikkelingen als vergrijzing en ontgroening is
er een levendig debat gaande over de leefbaarheid en de sociaaleconomische vitaliteit van het platteland en de kleine kernen. Deze thesis zal verder ingaan op deze onderwerpen. Dit onderzoek dient als verruiming van bestaand wetenschappelijke literatuur op het gebied van duurzame planningsstrategieën, leefbaarheid en kwaliteit van de leefomgeving. Bestaande theoretische inzichten kunnen een verklaring bieden over hoe het er in de praktijk aan toe gaat. Hoe kan een bevolkingskern met een veranderende bevolkingssamenstelling toch haar leefbaarheid en kwaliteit van de leefomgeving behouden ondanks de demografische en sociaaleconomische veranderingen? Door het uitvoeren van zowel een literatuuronderzoek als het afnemen van enquêtes onder de bevolking van Hoogmade kan nagegaan worden in hoeverre deze theoretische inzichten opgaan in de praktijk. Door de koppeling van theorie en praktijk kunnen nieuwe inzichten worden vergaard over de oorzaken, motieven en oplossingen voor krimp in kleine kernen. Dit onderzoek vormt een overzicht van praktijk-en theorie inzichten rond krimp in kleine kernen om de wetenschappelijke kennis op dit gebied te verruimen. 1.1 Probleemstelling Planning moet groots en groeigericht zijn. Dat is de dominerende tendens in de planningsstrategieën van gemeenten. Deze planvorming is veelal toegespitst op verwachte of nog te ontstane groei van bevolking en/of economie. Meer winkels hier en nieuwe appartementen daar. Op deze manier proberen lokale politici de aantrekkingskracht van de eigen woonkern te versterken. In economisch moeilijke tijden zal voorzichtig moeten worden omgesprongen met deze tendens. Een veranderende bevolkingssamenstelling betekent dat de huizenmarkt en de lokale voorzieningen onderhevig zijn aan veranderende behoeften en wensen van bewoners. Het is daarom belangrijk dat de lokale beleidsmaker, in een structureel veranderende woonkern, een nieuw beleid op maat ontwikkelt. Binnen dit beleid zal goed gekeken moeten worden naar het gewenste voorzieningsniveau en de prognoses op de lokale huizenmarkt. Hoe dit beleid eruit ziet is context gevoelig. Echter het is belangrijk dat de lokale beleidsmaker een vernieuwde “attitude” dient in te nemen in een vooralsnog vrij onbekende vorm van planvorming, de zogenaamde krimpstrategie ook wel “smart-decline” genoemd. Hoewel Hoogmade een vrij stabiel bevolkingsaantal heeft en niet in een krimpgebied ligt (zie situatieschets Hoogmade) kan de theorie van “smart-decline” waardevolle inzichten verschaffen over de omgang met leefbaarheid met beperkte middelen en een veranderende bevolkingssamenstelling. De beleidsinstrumenten hiervoor bestaan al, echter deze dienen op een andere manier gebruikt te worden. Ook zullen de schaarse middelen met vereende krachten van burger, gemeente en bedrijfsleven gebundeld moeten worden om een degelijk en toekomstbestendig plan op te stellen voor de woonkern. Dit vraagstuk en vele andere vragen zullen beantwoord worden in deze thesis. 1.2 Vraagstelling De voorgaande probleemstelling vertaalt zich in onderstaande centrale vraag. Deze centrale vraag is onderverdeeld in vier deelvragen om de verschillende aspecten van het beleid, gericht op leefbaarheid en toekomstbestendigheid, en haar aanpak te belichten. Centrale vraag: Op welke manieren kan de kwaliteit van de leefomgeving en aantrekkingskracht van Hoogmade behouden blijven rekening houdend met een veranderende bevolkingssamenstelling?
Ter verduidelijking: Het dorp Hoogmade hoopt een toekomstbestendige planning op te stellen, waarbij terdege rekening gehouden moet worden met een veranderende bevolkingssamenstelling. Deze verandering laat zich het beste verwoorden in de vergrijzing en ontgroening van de bevolking en in mindere mate de krimp van Hoogmade. Deze verandering zal effect hebben op de kwaliteit van de leefomgeving en de aantrekkelijkheid van de woonkern. Binnen deze thesis ook wel verwoord met leefbaarheid. Op welke manieren kan er effectief worden omgegaan met een veranderende bevolkingssamenstelling? Veranderen hiermee ook de woonwensen van de bevolking? Een veranderende bevolkingssamenstelling heeft invloed op het draagvlak van voorzieningen en verenigingen. Aangezien bepaalde bevolkingsgroepen nu eenmaal bepaalde voorzieningen of verenigingen meer waarderen, bestaat de kans dat andere voorzieningen of verenigingen verschralen. Dit heeft op zijn beurt weer invloed op de kwaliteit en aantrekkingskracht van Hoogmade. Deelvragen 1. Welke factoren dragen bij aan een kwalitatief goede leefomgeving? 2. Welke aspecten vormen de aantrekkingskracht van een woonkern? 3. Op welke manieren kunnen beleidsmakers het voorzieningsniveau en de kwaliteit van de leefomgeving sturen?
4.
In hoeverre sluit de huisvesting in Hoogmade aan bij de woonwensen van de huidige bewoners en bij starters op de woningmarkt?
2 Leefbaarheid In dit hoofdstuk worden theorieën rond leefbaarheid behandeld. Ten eerste wordt het begrip leefbaarheid geïntroduceerd. Wat houdt dit begrip in en op basis van welke factoren wordt de mate van leefbaarheid in een woongebied bepaald? Ten tweede wordt er vanuit de theorie praktische handreikingen gedaan over het samenwerken aan leefbaarheid door bewoners, verenigingen en gemeente. Vervolgens wordt er gesproken over de manieren waarop deze maatregelen in de praktijk gebundeld kunnen worden tot een samenhangend plan om de leefbaarheid te bevorderen. Tenslotte wordt afgesloten met een paragraaf over de ontwikkelingen op de woningmarkt. Dit is gedaan om achtergrondinformatie te verschaffen voor de nieuwbouwplannen in Hoogmade. 2.1 Wat is leefbaarheid? We hebben allemaal wel een idee wat leefbaarheid inhoud. Een mooie woonomgeving, fijne buren en voldoende winkels en voorzieningen e.d. zorgen er voor een deel voor dat mensen in een gebied willen en kunnen leven. Maar wat voor de één een belangrijk onderdeel is van de leefbaarheid is dat voor een ander niet. De waardering van leefbaarheid in een woongebied
verschilt per mens, doordat persoonlijke behoeften en wensen van mensen op het gebied van leefbaarheid verschillen. Welke elementen vormen de basis van de leefbaarheid in een woongebied? En welke rol speelt hierin de individuele waardering van de leefbaarheid door bewoners? Deze vragen worden in deze paragraaf behandeld. Leefbaarheid in kleine kernen Het behouden van de leefbaarheid in kleine kernen, zoals Hoogmade is van cruciaal belang voor het behouden van de kwaliteit van de leefomgeving. Belangrijk voor deze leefbaarheid zijn de sociale structuren van en tussen inwoners en bedrijven in kleine kernen. Deze sociale structuren vormen de ruggengraat van de gemeenschap. Een efficiënte samenwerking tussen gemeente, bewoners en verenigingen is dan ook cruciaal voor het behoud en versterken van de leefbaarheid in de woonkern (Habeko Wonen, 2014). Leefbaar kan worden gedefinieerd als: “ geschikt om erin en ermee te leven” (van Dale, 2014). Welke betekenis of waarde dit heeft voor de leefomgeving van een mens is lastig te omvatten. Immers er bestaan verschillende opvattingen over de geschiktheid van een leefomgeving (Verboog, 2011). Leefbaarheid wordt vervolgens verwoordt als: “De subjectieve waardering van een sociaalruimtelijke situatie met betrekking tot de verwerving van een redelijk inkomen en het genieten van een redelijke mate van sociale zekerheid, de adequate bevrediging van de behoeften aan goederen en diensten door de verzorgende outillage, de verschaffing van woongenot door de fysieke uitrusting en het zich welbevinden in de betreffende sociale eenheid” (Groot, 1969). De term leefbaarheid is subjectief en hierdoor moeilijk te meten of te beïnvloeden. De Randstedelijke Rekenkamer (2011, zoals aangehaald door Verboog, 2011) gebruikt de volgende definitie: “Een leefbaar platteland is een platteland waar het in de ogen van bewoners goed werken, wonen en leven is, waar sprake is van een gezonde economische en sociale basis en van een voorzieningenniveau dat is toegesneden op de plattelandsbewoners”. Een dergelijke definitie zal gehanteerd worden binnen dit onderzoek naar leefbaarheid in kleine kernen. Om de term leefbaarheid toch wat concreter te maken zullen enkele elementen genoemd worden die de leefbaarheid van een buurt vormen. De leefbaarheid in een dorp bestaat uit een combinatie van objectieve, sociale en fysieke kenmerken (figuur 1). De beleving van leefbaarheid verschilt per individu. Een verzamelbegrip als leefbaarheid is dan ook opgebouwd uit harde feitelijke kenmerken en de beleving daarvan door de bewoners (Usp, 2010; infonu, 2009).
Figuur 1: De verschillende componenten van leefbaarheid
Bron: Usp (2010)
Een belangrijk onderdeel van leefbaarheid zijn de sociale voorzieningen. Vooral de sociale voorzieningen in een wijk waar buurtbewoners gemakkelijk gebruik van kunnen maken. De sociale structuur van buren en dorpsgenoten is eveneens een belangrijk factor in het leefbaarheidsaspect van een woonkern. Al deze mensen hebben als verschillende individuen andere wensen en behoeften. In sommige gevallen kunnen zij niet goed met elkaar overweg en zorgt dit voor burenruzies of buurtconflicten. Bovendien bestaat de kans dat mensen elkaar gaan vertellen wat er aan de wijk mankeert, zodat anderen die deze problemen niet ervaren toch niet blij zijn door deze negatieve mond-op-mond reclame. Hoewel dit sociale gedrag moeilijk te beïnvloeden is, zal de erkenning van de behoeften van de bewoners een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de oplossing van dit probleem. Het erkennen van het probleem of de wensen van buurtbewoners zorgt ervoor dat zij zich gehoord en gewaardeerd voelen. Een ander belangrijk aspect van leefbaarheid is dreiging en veiligheid. Hierin vallen fysieke en sociale factoren te onderscheiden. De fysieke factoren betreffen de feitelijke veiligheid omtrent verkeer, veiligheid voor kinderen, criminaliteit, vandalisme en hangjongeren. Daarnaast is het van belang dat wijkbewoners het gevoel hebben dat ze veilig zijn. Hierbij gaat het erom dat mensen met een veilig gevoel kunnen leven in de buurt en geen dreiging ervaren. Een ander belangrijk aspect van leefbaarheid in de buurt is de waardering van de eigen woning. Hierbinnen zijn eveneens fysieke- en sociale factoren te onderscheiden. De fysieke factoren betreffen de inrichting rond de woning welke extern beïnvloedbaar zijn. Denk hierbij aan parkeergelegenheden, straatverlichting, verkeersituatie etc. Investeringen in dergelijke fysieke ingrepen komen de sociale factoren ten goede. De waardering van de eigen woning zal stabiel blijven of zelfs stijgen. Alhoewel het hier gedeeltelijk een subjectieve gevoelswaardering betreft, kunnen dergelijke investeringen hier positief aan bijdragen. Naast al deze genoemde lokale factoren zijn er ook omgevingsfactoren van invloed op de leefbaarheid in een wijk. Deze externe omgevingsfactoren zijn moeilijk beïnvloedbaar in de lokale context door haar grote schaalniveau. Zo vormen de (macro) economische factoren, zoals het economische klimaat,
werkgelegenheid, de rentestand, inflatie de lokale economische omgeving (infonu, 2009; Elshof&Schoot, 2012, Thissen&Loopmans, 2013). Beleidsmakers moeten zich afvragen op welke factoren zij in de lokale context invloed uit kunnen oefenen. Een gunstige economische omgeving komt de leefbaarheid in de buurt ten goede. Een andere omgevingsfactor betreft de politieke factor. Denk hierbij aan ingrepen in regels of wetten, maar ook fysieke maatregelen die de (lokale) overheid moet nemen. Deze ingrepen variëren van het aanpassen van snelheidslimieten, openingstijden, het verwijderen van ov-haltes, grasvelden, begroeiing, het inzetten van meer schoonmakers of politie etc. Een derde omgevingsfactor betreft de ecologische factor. Deze factor gaat in op het milieu en de natuur. De directe leefomgeving van buurtbewoners, maar ook de mate van verontreiniging van de bodem, lucht of water en de kwaliteit van bossen en groen in de buurt vormen de ecologische leefbaarheidsfactor. Tenslotte vormen verschillen marktkrachten voor ontwikkelingen op bijvoorbeeld de woningmarkt of het winkellandschap. Voorzieningen trekken weg, huizen worden (te) duur en de leefbaarheid in de buurt zal dalen (infonu, 2009; Elshof&Schoot, 2012, Thissen&Loopmans, 2013). Hierbij moet worden opgemerkt dat bij leefbaarheid op het gebied van voorzieningen en werkgelegenheid het gaat om de compleetheid op regionaal niveau en de (auto)mobiliteit op individueel niveau (Thissen&Loopmans, 2013). Individuele beoordeling leefbaarheid Iedereen wil een prettige leefbare woonomgeving, echter weinigen weten precies wat dit inhoudt. En hoe kunnen we deze leefbaarheid behouden voor toekomstige generaties? Over het algemeen bestaat deze zogenaamde duurzame buurtontwikkeling uit: het beschermen van de omgeving (voorkomen van overlast), betrokkenheid van bewoners met de eigen leefomgeving, een duurzaam gebouwde omgeving en de aanwezigheid van lokale welvaart. Onder het mom van duurzaamheid dienen al deze ontwikkelingen de behoeften van de huidige bewoners te vervullen zonder de behoeften van toekomstige bewoners of bewoners elders in het gedrang te laten komen. Het begrip buurt of leefomgeving wordt omschreven als het gebied rond de woonplek dat regelmatig wordt gebruikt door de bewoner. Dit kan een woning of wooncomplex zijn, de straat, (een deel van) de wijk of een dorp. Binnen dit concept is er altijd aandacht voor andere bewoners, bezoekers en passanten als onderdeel van de leefomgeving. Een leefomgeving is duurzaam als haar kwaliteiten niet afhangen van intensief extern management en grootschalige herstructureringen en als het een minimale impact heeft op de kwaliteit van de leefomgeving op lokaal schaalniveau en hoger. Bovendien behoort een duurzaam leefbare woonomgeving aanpasbaar te zijn. Dat wil zeggen dat bewoners de vrijheid, individualiteit en collectiviteit bezitten om de identiteit van de woonomgeving aan te passen en uit te stralen (van Dorst, 2005). Leefbaarheid is een constatering aangaande de relatie tussen een subject (organisme, bewoner of gemeenschap) en de omgeving. Deze relatie kan op drie verschillende manieren worden uitgelegd. Ten eerste de “perceived liveabilty” of “waargenomen leefbaarheid”, waarbij de individuele waardering van de woonomgeving centraal straat. Ten tweede de “apparent liveabilty” of “kennelijke leefbaarheid”, waarbij een goede overeenkomt tussen bewoner en leefomgeving gekwantificeerd kan worden in een aantal zogenaamde “happy years of life”. Als de voorwaarden voor een leefbare omgeving op voorhand onduidelijk zijn, wordt de leefbaarheid gemeten aan de hand van de tevredenheid van bewoners met hun leefomgeving. Tenslotte de “presumed liveabilty” of “veronderstelde leefbaarheid” hanteert de mate waarin de
leefomgeving de vermoedelijke voorwaarden van de daadwerkelijke leefbaarheid benadert. Deze kennis is veelal hypothetisch en vertaalt zich in een bepaalde veronderstelling van het begrip leefbaarheid. In het laatste geval is het belangrijk om een duidelijk overzicht te hebben van de factoren in de leefomgeving die bijdragen aan de leefbaarheid van de woonomgeving. De bijdrage of belang van elk van dergelijke factoren aan het leefbaarheidsaspect van de leefomgeving verschilt per individu, wijk of woonkern. (zie leefbaarheid in kleine kernen) (van Dorst, 2005; Veenhoven, 2000). “Die kennelijke leefbaarheid valt niet goed af te leiden uit preferenties en satisfacties, omdat die mede afhankelijk zijn van alternatieven en idealen. Uiteindelijk blijkt leefbaarheid van een omgeving alleen uit hoe lang en gelukkig mensen er leven” (Veenhoven, 2000, p.3). Bewoners bepalen hun individuele leefbaarheid aan de hand van hun referentiekader. Verschillende bewonersgroepen beoordelen de leefbaarheid op een andere manier door deze verschillende referentiekaders. De verschillende referentiekaders zijn het “autonome dorp” en het “woondorp”. Hierbij wijst de praktijk uit dat het referentiekader “autonome” dorp veelal gehanteerd wordt door de oudere bewoners, waarbij het referentiekader “woondorp” voornamelijk wordt gehanteerd door jonge bewoners en nieuwkomers. In kleine kernen is er sprake van een verschuiving richting het “woondorp” als referentiekader. Deze verandering betekent vooral dat de sociale infrastructuur van dorpen van positie verandert. Waar voorheen de ontwikkeling van sociale infrastructuur, de voorzieningen, in het “autonome dorp” nog een voorwaarde was voor de ontwikkeling van leefbaarheid, is in het “woondorp” de ontwikkeling van sociale infrastructuur door lokale initiatieven een resultaat van de ontwikkeling van leefbaarheid. Deze verandering kan worden gezien als de overgang naar een beter perspectief voor de leefbaarheid in kleine kernen, waarbij een aantrekkelijke woonsituatie een gunstige startpositie vormt voor de weg omhoog (Thissen, 2010, zoals aangehaald door Elshof&Schoot). 2.2 Samenwerken aan leefbaarheid In het belang van de bewoners van een woongebied is het van belang samen te werken aan de leefbaarheid in dat gebied. Door de handen ineen te slaan kunnen op verschillende manieren de leefbaarheid behouden of versterkt worden. Dit kan variëren van het organiseren van activiteiten tot fysieke ingrepen in de openbare ruimte. Bewoners, verenigingen en de gemeente dragen zo ieder op hun eigen manier bij aan de leefbaarheid van het woongebied. Kwaliteit van de regio behouden Regio’s met veel kleine kernen zullen extra alert moeten zijn op de leefbaarheid in de woonkernen. Net zoals het draagvlak van de voorzieningen en verenigingen, staat de leefbaarheid van dergelijke kernen onder druk. Om efficiënt op deze processen in te spelen wordt de term “smart-decline” geïntroduceerd. Dit betekent niet dat Hoogmade als krimpdorp beschouwd mag worden. De bevolkingsomvang is de laatste jaren stabiel gebleven en Hoogmade ligt ook niet in een krimpgebied. Echter de bevolkingssamenstelling verandert wel. De woonkern Hoogmade krijgt in de nabije toekomst wellicht te maken met vergrijzing en ontgroening van de bevolking (situatieschets Hoogmade). Een aantal concepten onder het mom van “smart-decline” kunnen bruikbaar zijn voor het omgaan met leefbaarheid en vitaliteit in een woonkern in een periode van een veranderende bevolkingssamenstelling. Het zogenaamde “smart-decline” kan worden gedefinieerd als het “plannen voor minder mensen, minder
gebouwen en minder (soorten) landgebruik” (Popper&Popper, 2002, zoals aangehaald door Hollander & Németh, 2011). De huidige planningsmethodiek is veelal toegespitst op bevolkingsgroei door het aantrekken van nieuwe inwoners. Echter in deze transitieperiode van planvorming gericht op “smart-decline” zal een nieuwe planningsmethodiek uitkomst geven (Zuidema, 2013). In verschillende plaatsen in Nederland is de krimp ingezet. Hiermee wordt voornamelijk de demografische krimp bedoeld, deze omvat de daling van zowel het inwonersaantal als het aantal huishoudens. Deze bevolkingskrimp kan op lange termijn een negatieve invloed hebben op de economische situatie in het gebied. Het Bruto Regionaal Product (BRP) en de lokale werkgelegenheid zullen hiervan de gevolgen ondervinden. Dergelijke ontwikkelingen spelen zich voornamelijk af langs de randen van Nederland, de Zuidvleugel van de Randstad en enkele andere steden. Dat krimp niet overal dezelfde impact heeft op het krimpgebied heeft te maken met haar sociaaleconomische veerkracht (Zuidema, 2013). In deze soms lastige transitieperiode mag de kramp niet toeslaan. In een situatie met krimp houdt creativiteit, lef en durf in het planvormingsproces niet ineens op (Zuidema, 2013). Echter de nieuwe strategie van “smart-decline” kent enkele gebreken. Namelijk het merendeel van het “smart- decline” beleid heeft te lijden onder drie tekortkomingen. Ten eerste gaat het beleid rondom “smart-decline” teveel uit van een soevereine “top-down” oriëntatie. Ten tweede de projectlocaties, in dit geval het desbetreffende gebied met het leefbaarheidsvraagstuk, worden beschouwd als blanco lei. Het beleid kan dus niet precies worden ingetekend worden als van tevoren werd gedacht. Hierin vormt de bestaande infrastructuur van woningen, winkels en voorzieningen, sociale relaties in de woonkern de lokale situatie, zodat de projectlocatie niet als blanco lei beschouwd kan worden. Ten derde wordt aangenomen dat het publiek in een woonkern verstomd is. Het idee dat bewoners geen inspraak hebben of discussie hebben met beleidsmakers in het planvormingsproces is niet van deze tijd. Een dergelijke “smart-decline” strategie moet dus meer op de lokale context en morfologie toegespitst zijn (Hollander & Nemeth, 2011). Het planvormingsproces ontstaat door de interactie van lokale kansen en behoeften en de regionale (transformatie-) opgave. Hierdoor ontstaat er ruimte voor improvisatie in het planvormingsproces (zie figuur 2). Interactie met de lokale bevolking en actie van de bevolking is daardoor wenselijk. Op een dergelijke manier krijgt de gemeente een duidelijk overzicht van de belangen van de bevolking. Bovendien voorkomt de gemeente het gevaar van onderschatting van het leefbaarheidsvraagstuk. Naast het betrekken van de lokale bevolking bij het leefbaarheidsvraagstuk zal het inschakelen van externe hulp voor advies en ondersteuning meer inzicht geven in het krimpvraagstuk (Zuidema, 2013). De veerkracht van inwoners en groepen inwoners in een kern bepaald de sociale vitaliteit. Hoe gaan mensen om met veranderingen in hun sociale leefomgeving of woonkern? Hoe reageren de inwoners op processen als vergrijzing, ontgroening of het wegtrekken van voorzieningen? Een woonkern waarin mensen de gevolgen van dergelijke processen kunnen dragen blijkt veerkrachtiger dan een kern waarin mensen zich afhankelijk opstellen (Klouwen e.a., 2014). Hierbij moet worden opgemerkt dat niet bevolkingsdaling maar omvangrijke leegstand en verloedering van de gebouwde omgeving een gevaar vormen voor de ervaren leefbaarheid (Thissen&Loopmans, 2013). Figuur 2: Improvisatieruimte in de planning t.a.v. “smart-decline”
Bron: Zuidema (2013)
Push-en pullfactoren Elk dorp heeft zijn sterke en zwakke punten. Een belangrijke vraag hieraan verbonden is of bewoners na een afweging van de sterke en zwakke punten van een dorp overwegen te verhuizen om in een “meer leefbare” woonsituatie terecht te komen. Of zijn de bewoners dusdanig tevreden met de woonomgeving dat zij niet willen verhuizen. Of kunnen deze bewoners niet verhuizen door sociale of financiële redenen? Om inzicht te krijgen in voorgenoemde situatie is het van belang een overzicht te krijgen van factoren die de leefbaarheid positief beïnvloeden (pullfactoren) of negatief beïnvloeden (pushfactoren). Aan de hand van een dergelijk overzicht kan hierop gepast worden ingespeeld door beleidsmakers, dorpsbewoners of verenigingen. Hierbij moet worden gezegd dat niet elke pushfactor of pullfactor even goed te beïnvloeden is. (Usp, 2010). Een tal van persoonlijke en algemene pushfactoren bepalen de bereidheid en mogelijkheid van bewoners om te verhuizen of niet. In dat licht worden deze push-en pullfactoren kort benoemd. Een veel voorkomende pushfactor is de verandering in huishouden of persoonlijke situatie (gezinsuitbreiding, andere baan, ouderdom e.d.). Een woning die niet meer voldoet aan de wensen of behoeften van de bewoners wordt genoemd als tweede pushfactor. Een andere pushfactor is de persoonlijke financiële situatie van dorpsbewoners. Het uiterlijk en de veiligheid van de omgeving en voorzieningen in de omgeving zijn andere pushfactoren. De elementen die de pullfactoren van dorpsbewoners vormen is de mate van tevredenheid met de omgeving, veiligheid, voorzieningen, financiële of persoonlijke situatie. Veel gebruikte redenen van bewoners om niet te verhuizen is simpelweg het feit dat bewoners tevreden zijn met de huidige woonsituatie en “prettig” wonen.
Daarnaast wordt het ontbreken van de financiële middelen of het ontbreken van een geschikt alternatief op de woningmarkt genoemd als reden om niet te verhuizen. Om de woonomgeving zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij de wensen en behoeften van de bewoners is kordaat handelen van gemeente en dorpsbewoners gewenst. De genoemde persoon gerelateerde factoren zijn moeilijk beïnvloedbaar. Elementen zoals de tevredenheid over veiligheid, omgeving, voorzieningen, woningmarkt etc. kunnen positief beïnvloed worden. Het bevorderen van sociale controle of politietoezicht, onderhoud en schoonmaak van groenvoorzieningen, straatmeubilair, speeltoestellen en bestrating kunnen hieraan positief bijdragen. Maatregelen ten aanzien van voorzieningen of winkels en woningen zijn moeilijker direct beïnvloedbaar, omdat deze in meer mate onderhevig zijn aan macro-economische krachten. Het behouden of aantrekken van voorzieningen of winkels zal alleen slagen bij genoeg economisch draagkracht. Op de woningmarkt zullen in sommige gevallen directe ingrepen plaatsvinden. Indien de wens bij bewoners bestaat voor andere woningtypen of meer woningen kan in samenspraak met makelaars, gemeente, aannemers een dorp-specifiek en passend plan worden gemaakt. Na een inventarisatie van het aantal en type woningen kan hierop door betrokken partijen op een passende manier worden ingespeeld. Dit zijn slechts enkele van de vele manieren voor dorpsbewoners, gemeente, beleidmakers en andere betrokken partijen om de pushfactoren aan te pakken en de pullfactoren te versterken (Usp, 2010). Een nieuwe vorm van plannen De verandering in bevolkingssamenstelling is, anders dan groei, slechter te plannen. Het overkomt het gebied. Hoewel Hoogmade in bevolkingsaantal niet krimpt en in de toekomst stabiel zal blijven, verandert de bevolkingssamenstelling wel (zie situatieschets Hoogmade). De vergrijzing en ontgroening van de bevolking behoren tot de mogelijkheden. Bruikbare inzichten voor de omgang met leefbaarheid, rekening houdend met deze veranderingen, kunnen worden afgeleid aan de hand van het begrip “smart-decline” (Zuidema, 2013). Het onvoorspelbare omtrent deze verandering vraagt om een vernieuwde planningsmethodiek. Deze nieuwe planningsmethodiek laat zich het beste verwoorden in een nieuwe “attitude”: het kunnen omgaan met onzekerheden en “meer met minder”. Geen vastomlijnde denkkaders, maar het combineren van vier steeds terugkerende componenten binnen de lokale planningspraktijk. Te weten de houding of “attitude” van de planner, de opgave, de middelen en de instrumenten. Vanuit dit perspectief zullen krimpgebieden moeten werken aan de kwaliteit en leefbaarheid van de regio. Het planvormingsproces vraagt om vernieuwing. Een tweetal veranderingen zijn noodzakelijk. Ten eerste het verleggen van het zwaartepunt in de planvorming van het uitbreiden naar het beheren van de huidige infrastructuur van woningen, voorzieningen en winkels. Ten tweede zal een verschuiving van het aanbod-denken naar het vraag gestuurd werken beter aansluiten bij deze nieuwe planningsmethodiek (Zuidema, 2013). De Rijksoverheid noemt dit verschijnsel “gebiedsontwikkeling 3.0”: “het werken vanuit de vraag van de eindgebruiker, duurzaamheid nemen als uitgangspunt en transformatie van het bestaande vastgoed in plaats van nieuwbouw en uitbreiding”. Deze nieuwe vorm van gebiedsontwikkeling hanteert een verdienmodel waarin vastgoedontwikkeling is gekoppeld aan het gebruik en de bijbehorende “stromen” die nodig zijn voor dat gebruik. Denk hierbij aan allerlei nutsvoorzieningen, zoals energie, data, water en mobiliteit. Een groter vastgoedbestand drukt sterker op de middelen van de gemeente. Deze holistische aanpak borduurt verder op de bestaande samenwerking binnen de gemeente, maar benadrukt ook de verdere participatie van
eigenaren en gebruikers Thissen&Loopmans, 2013).
binnen
dit
gehele
ontwikkelingsproces
(IenM,
2012;
Deze “attitude” verandering kost moeite en geld aan de kant van de beleidsmakers. De planningsinstrumenten an sich hoeven niet vernieuwd te worden. Wel is het noodzakelijk om flexibel te kunnen bestemmen. Op deze manier kunnen beleidsmakers snel reageren op veranderingen op de vastgoedmarkt. De belangrijkste aspecten binnen dit vernieuwde “smartdecline” zijn het vergroten van de ruimtelijke- en tijdschaal. Een groter grensoverschrijdend plan welke rust op een alliantie van samenwerkende en ondersteunende partijen in de regio. Bovendien is “smart-decline” een kwestie van doorzettingsvermogen op de lange termijn planning (Zuidema, 2013; Thissen & Loopmans, 2013). Echter het anticiperen op dergelijke veranderingsprocessen is moeilijk. Waar zal deze verandering plaatsvinden en wat zijn de gevolgen voor het voorzieningsniveau en de kwaliteit van de leefomgeving? Vitaliteit in kleine kernen Veel kleine kernen hebben een sterk zelfbewustzijn en organiserend vermogen in hun genen. Echter grootschalige ontwikkelingen, zoals vergrijzing en ontgroening van de bevolking, economische schaalvergroting een omwenteling op sociaal gebied overstijgen deze factoren. In deze situatie wordt een beroep gedaan op de zelfredzaamheid van kleine kernen. Het erkennen van vitaliteit in kleine kernen als belangrijk aandachtspunt voor gemeente, inwoner en verenigingen is een belangrijk uitgangspunt. Een dergelijk uitgangspunt vormt de basis voor het behouden van en het werken aan vitaliteit in kleine kernen. Los van het unieke “DNA” van de kern en haar locatie-specifieke maatschappelijke vraagstukken vormt de “attitude” van de bevolking een essentieel onderdeel (Klouwen e.a., 2014; Zuidema, 2013). Binnen dit samenwerkingsverband moeten beleidsmakers terdege rekening houden met het “willen” en “kunnen” van het dorp als geheel. De sturingskracht van beleidsmakers of gemeente is gericht op het op gang brengen en houden van samenwerking- en ontwikkelingsprocessen in het dorp (zie figuur 3). Vanuit dit perspectief is het verstandig om aan te sluiten bij bestaande organisatievormen en gebruik te maken van de “synergie” van het dorp. Hieruit blijkt vaak dat het samengaan van delen, in dit geval samenwerkingsverbanden, meer oplevert dan de som van de delen (Klouwen e.a., 2014). Binnen een sociaal betrokken dorp kan dan ook met elkaar veel waardevolle activiteiten tot stand komen:
“Een sociaal vitaal dorp is een dorp waar waardevolle zaken tot stand komen dankzij vrijwillig handelen van bewoners. Daarbij gaat het om verbindende sociale vitaliteit, zoals het deelnemen aan het verenigingsleven en lokale culturele tradities, maar vooral om vernieuwende sociale vitaliteit” (Vermeij en Mollenhorst, 2008, zoals aangehaald door Thissen&Loopmans, 2013). Figuur 3: De rol van de gemeente ten aanzien van de attitude van het dorp
Bron: Klouwen e.a., 2014
Zelfredzaamheid Steeds meer regio’s zullen op hun eigen benen moeten gaan staan. De middelen zijn in krimpgebieden beperkt. Het benoemen en versterken van de eigen kracht en identiteit draagt bij aan een efficiënt planvormingsproces. Deze identiteit betreft zowel cultuurhistorische, ruimtelijke, landschappelijke, sociale, economische en functionele aspecten. De zoektocht naar de eigen kracht brengt harde keuzes met zich mee. Harde keuzes in de vorm van het verkleinen van het voorzieningenniveau en de huizenvoorraad kunnen de gemoederen van bewoners flink aanwakkeren. Het is een zoektocht naar een nieuw evenwicht (van Dam e.a., 2009; Zuidema, 2013). De planningsruimte lijkt hierdoor beperkt, echter een helder en goed onderbouwd lange termijn perspectief voor krimp of een veranderende bevolkingssamenstelling kan hierbij helpen. Deze krimpprognoses zouden om de vijf jaar geactualiseerd moeten worden om een passende planning te kunnen hanteren (Zuidema, 2013). Kenmerkend voor krimpende kernen is dat deze per definitie niet over alle aspecten kunnen beschikken. Lef en durf in het planvormingsproces is nodig om op eigen kracht punten te steunen en andere aspecten over te laten aan externe partijen. Solidariteit is belangrijk voor samenwerking binnen en buiten de eigen regio. Ten eerste om de neuzen in één richting te krijgen in het vernieuwde planvormingsproces. Ten tweede om regio overschrijdende ingrepen in het voorzieningenniveau en woonbestand te stroomlijnen. In sommige gevallen zijn de belangenverstrengelingen te groot en is de “gunfactor” met betrekking tot andere woonkernen ver te zoeken. In dit geval moet er een mogelijkheid bestaan dat één partij hierover de beslissingen neemt. (Zuidema, 2013). Een belangrijk aspect hierin is de traditie van betrokkenheid van inwoners bij de vorming van overheidsbeleid, het zogenaamde “polderen”. Het zoeken naar deze zogenaamde gemeenschappelijkheid heeft in de jaren ’60 geleid tot een inzet op burgerparticipatie. Deze participatie was veelal niet op initiatief van de burger opgezet, maar was bedoeld als legitimatiemiddel van de (lokale) overheid. Tegenwoordig ligt de nadruk
op de zelfredzaamheid van burgers. De beïnvloedingsruimte van de (lokale) overheid is beperkt en vraagt om een nieuwe ordening van overheid en burgers. Naast deze relaties tussen overheid en burgers wordt de rol van maatschappelijke organisaties en verenigingen groter (Klouwen e.a., 2014). Burger-en overheidsparticipatie Na een inventarisatie van de wensen en behoeften van de gemeenschap is het de kunst voor een gemeentebestuur, verenigingen of bewoners hier concrete plannen uit af te leiden om deze vervolgens in de praktijk te kunnen brengen. Elk dorp of gemeenschap kent haar eigen zogenaamde “sleutelprojecten”: “Een leefbaarheidsproject wat zo belangrijk is voor een kleine kern dat het betreffende project de ‘sleutel’ is tot het behouden dan wel versterken van de leefbaarheid in een kleine kern” (Elshof&Schoot, 2012, p.19). Denk aan projecten met thema’s als ontmoeten, verkeer, wonen, natuur en recreatie, rust en ruimte, ontwikkeling buitengebied, ontwikkeling economische bedrijvigheid, voorzieningen etc. Opvallend is dat thema’s als wonen, verkeer en ontmoeting in veel dorpsplannen als zeer belangrijk worden bestempeld voor de leefbaarheid van kleine kernen. Dit soort projecten kunnen dus “sleutelprojecten” worden genoemd. De precieze uitwerking van dergelijke projecten verschilt per dorp en hier zal dan ook niet verder over worden uitgeweid. Al heeft elke (geïnformeerde) burger wel een idee van dergelijke “sleutelprojecten” in zijn of haar buurt, het blijft de vraag welke partij het initiatief neemt. Waar de Nederlandse politiek vanaf de jaren ’90 voornamelijk inzette op de burgerparticipatie, is het nu vooral de overheidsparticipatie welke overheerst. Het vroegtijdig betrekken van de burger bij de beleidsvorming zou de kloof tussen burger en overheid kleiner moeten maken. Tenminste dat was het idee. In de praktijk kan het opzetten van een breed gedragen en geoliede burgerparticipatie erg moeizaam verlopen. Tegenwoordig ligt de nadruk meer en meer op mogelijkheden van initiatieven van burgers. Deze zogenaamde overheidsparticipatie is de compleet omgekeerde wereld. Vanuit dit perspectief zou er meer ruimte moeten zijn voor lokale initiatieven van burgers, waar de (lokale) overheid op zijn beurt op inhaakt. Dit vraagt om een verandering van de traditionele gedachtegang van burgers ten opzichte van de overheid. “De overheid moet leren om meer ‘los te laten’, daar waar de burger meer actief moeten worden en er niet vanuit moet gaan dat ‘de overheid het wel regelt (KNMH, 2012, zoals aangehaald door Elshof&Schoot, 2012, p.25)”. Een lokale en praktische invulling van deze plannen wordt opgesteld in een zogenaamd “dorpsplan”. De gedachte “voor bewoners, door bewoners”, is hierin een cruciaal element (Elshof&Schoot, 2012; Thissen & Loopmans, 2013). “Dorpsbewoners moeten een actieve rol kunnen spelen in het vernieuwen en creëren van een lokale identiteit: de emotionele binding met het dorp en het gevoel dat de eigen identiteit aansluit bij de omgeving (place attachment en feelings of belonging)” (Thissen & Loopmans, 2013, p.88). De mate van participatie van burgers kan sterk verschillen en wordt vaak “getriggerd” door “het langdurig tekortschieten van traditionele vormen van openbaar bestuur, confrontatie met de negatieve gevolgen van beleid en uitnodiging tot experimenten met burgerbestuur” (Wagenaar, 2005, zoals aangehaald door Elshof&Schoot, p.51). De rol van de burger in de vorm van participatie en bijbehorende bestuursstijl worden in de participatieladder van Pröpper (2009) in beeld gebracht. (zie figuur 4). Des te hoger op de trede, des te meer invloed de burgers hebben
op het eindresultaat. De bovenste trede sluit aan bij de ontwikkeling van overheidsparticipatie (Elshof&Schoot, 2012).
Figuur 4: Participatieladder Pröpper
Bron: Pröpper, 2009
2.3 Plannen voor leefbaarheid Er is al veel geschreven over thema’s als vitaliteit in kleine kernen, waardering van de leefomgeving, voorzieningenniveau en het leefbaarheidsaspect in kleine kernen. In deze alinea zal worden ingegaan op het praktische aspect achter het leefbaarheidsvraagstuk in kleine kernen. Wat voor beleidsvorming bestaat er op dit gebied en wat betekent dit voor de planuitvoering in praktijk. Plaatselijk Belang: ruimte voor lokale initiatiefnemers De rijksoverheid stelt vanuit het perspectief van het subsidiariteitsbeginsel dat lokale overheden en initiatiefnemers de ruimte moet worden gegeven. Lokale initiatiefnemers, zoals gemeente, bewoners, verenigingen e.d., welke plannen hebben die gericht zijn op de verbetering of het behoud van leefbaarheid, moeten gestimuleerd worden om dit te blijven doen. Dit wordt ook wel overheidsparticipatie genoemd, waarbij initiatieven vanuit de (lokale) samenleving centraal staan. Het idee hierachter is dat lokale initiatiefnemers een betere kijk hebben op lokale leefbaarheidsvraagstukken dan een provinciale- of rijksoverheid. Een belangrijke stap naar de praktische invulling van een zogenaamd dorpsplan of dorpsontwikkelingplan (DOP) is de stelselmatige inventarisatie van initiatieven en ideeën van bewoners in kaart te brengen. Dit dorpsplan levert een positieve bijdrage aan de leefomgeving teneinde de leefbaarheid te vergroten. Een belangrijke schakel bij het opstellen van een dorpsplan is het Plaatselijk Belang. Het Plaatselijk Belang is een groep mensen (in een vereniging), die zich inzet voor de
leefomgeving. Het Plaatselijk Belang kan gezien worden als de schakel tussen bewoners en overheid. Het Plaatselijk Belang vormt dé manier om zoveel mogelijk mensen te betrekken bij het opstellen van een dorpsplan. Door het vergroten van het draagvlak ontstaat er een helder en duidelijk overzicht van wat de gemeenschap graag veranderd, verbeterd of behouden ziet worden in de omgeving. Hoewel de daadwerkelijke plannen en doelen veelal context en locatie specifiek zijn, kunnen er een aantal algemene overeenkomstige doelstellingen worden geformuleerd (Elshof&Schoot, 2012).
De doelen van de Plaatselijk Belangen kunnen over het algemeen als volgt worden omschreven; - Het behartigen van algemene belangen van inwoners - Proberen om een brede en representatieve afspiegeling te zijn van de inwoners - Behouden/versterken van de leefbaarheid in de omgeving - Bijdrage leveren aan ontwikkelingen in de directe omgeving op verschillende gebieden (fysiek, sociaal en economisch) Als gemeentebestuur is het van belang om een rol aan te nemen die past bij de houding van het dorp ten aanzien van de leefbaarheid. Hier wordt onderscheid gemaakt tussen het willen en kunnen van het dorp (figuur 3). Zo zal een gemeentebestuur een onwelwillend dorp moeten verleiden en stimuleren om tot actie over te gaan (in naam van het publiek belang) als zij hiertoe in staat zijn. In de meest gemakkelijke situatie wil en kan het dorp actief aan de leefbaarheidssituatie werken. De rol van de gemeente beperkt zich dan tot het scheppen van voorwaarden, ondersteuning van doorontwikkeling en het aanspreekbaar zijn voor de initiatiefnemers uit het dorp. Als het dorp niet kan of niet wil werken aan de leefbaarheid zal dit extra inzet van de gemeente vergen. De vitaliteit van kleine kernen kan beschreven worden met een aantal basisbehoeften, zoals de mogelijkheid om zelf regie te voeren over je leven, veiligheid en sociale binding. Om de vitaliteit in kleine kernen te ondersteunen zijn er bepaalde voorzieningen of omstandigheden nodig om in deze behoeften te voorzien. De voorzieningen en diensten die nodig zijn voor een “vitaliteitsbeleving” in het dorp verschillen per leefstijl en levensfase (zie figuur 5).
Figuur 5: Vitaliteitsbeleving per levensfase
Bron: Klouwen e.a., 2014
Binnen deze samenwerking tussen gemeente en dorp is het van cruciaal belang om het gepaste instrumentarium te vinden om actief te kunnen inspelen op maatschappelijke vitaliteits-en leefbaarheidsvraagstukken Welke op zijn beurt afhankelijk is van het “DNA”, maatschappelijke vraagstukken en inzet/samenwerking van gemeente en dorp (zie figuur 6). Van oudsher was deze samenwerking tussen gemeente en inwoners gericht op de vormgeving van beleid. In toenemende mate is deze samenwerking gericht op concrete initiatieven in de dorpen, waarbij de nadruk ligt op de zelforganiserende kracht van bewoners (Klouwen, 2014; Zuidema, 2013). Figuur 6: Het (plannings-)instrumentarium onderverdeeld naar “DNA”, inzet en thema’s
Bron: Klouwen e.a., 2014
Collectief Particulier Opdrachtgeverschap Het bouwen van nieuwe huizen is voor aannemers risicovol in een woningmarkt, die op zijn gat ligt. Immers er staan genoeg huizen te koop en hoe weet de aannemer of zijn aanbod van huizen goed aansluit bij de wensen en behoeften van toekomstige bewoners. In het kader van het beoogde nieuwbouwproject aan de Theo Bosmanlaan II is het van groot belang de woningbehoefte nauwkeurig te peilen onder de bewoners van Hoogmade. De betrokken aannemers willen natuurlijk wel dat de huizen goed aansluiten bij de doelgroep uit Hoogmade. In dit geval zijn dat de jonge mensen en jonge gezinnen welke starten op de woningmarkt en ouderen welke zouden willen doorstromen op de woningmarkt. Het Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) is een manier van sociale projectontwikkeling die hier uitstekend bij aansluit. De toekomstige bewoners zijn één gezamenlijke opdrachtgever voor hun eigen nieuwbouwproject. De toekomstige bewoners vormen een rechtspersoon die hen in staat stelt als opdrachtgever te fungeren. Het is mogelijk dat binnen dit proces een adviseur wordt ingehuurd om de bewoners te ondersteunen in hun rol als opdrachtgevers. Doordat de toekomstige bewoners een deel van het voortraject bekostigen zijn zijzelf risicodragend projectontwikkelaar. Dit traject omvat alle stappen tot en met het definitieve ontwerp. Hierbij moet uiteraard rekening gehouden worden met stedenbouwkundige randvoorwaarden. Doordat de toekomstige bewoners van het begin af aan meebepalen wat en hoe er gebouw gaat worden, wordt er een bijzonder grote betrokkenheid
van de toekomstige bewoners gekweekt bij hun woning en hun (nieuwe) buurt. Het gezamenlijk bouwen van woningen heeft veelal tot gevolg dat er veel aandacht wordt besteed aan het beheer van de woningen en woonomgeving. In het CPO zijn de kopers in staat maximale zeggenschap uit te oefenen op hun eigen toekomstige woonbuurt (Bieb, 2015). Van visie naar uitvoering Binnen dit onderzoek naar leefbaarheid in Hoogmade is het belangrijk om een visie van leefbaarheid en vitaliteit van de woonkern te vertalen in een praktisch plan van aanpak. Het model van Bateson (figuur 7) omschrijft een dergelijke aanpak. De elementen of zogenaamde “logische niveaus” hoger in de piramide oefenen altijd invloed uit op de elementen lager in de piramide. De lagere elementen in de piramide echter kunnen invloed uitoefenen op de hogere elementen in de piramide (Cees, 2012). Om vanuit een heldere visie daadkrachtig te kunnen ingrijpen op de lokale omgeving is een duidelijke definiëring en afbakening van het begrip leefbaarheid een “must” (zie leefbaarheid in kleine kernen). “De eigen kracht van de ruimtelijke planning is vooral de uitstraling van een visie die lijnen doortrekt naar een (meer gewenste) toekomst” (Spit en Zoete, 2009). Figuur 7: Model van Bateson
Bron: Cees, 2012
Het in praktijk brengen van een visie over leefbaarheid en vitaliteit in een dorpskern vraagt om een breed palet aan (ruimtelijke) instrumenten. Het beleidsinstrumentarium valt onder te verdelen naar drie hoofdinstrumenten. Ten eerste de wet-en regelgeving ook wel “het hanteren van de zweep” of “zwaardmacht” genoemd vanwege haar dwingende karakter. Ten twee de economische middelen of financiële prikkels oftewel “de peen voorhouden”. Tenslotte immateriële prikkels en sturing via het zogenaamde “houden van een preek”. Denk hierbij aan ruimtelijk planconcept dat dient als abstractie van de werkelijkheid en als ruimtelijk denkkader. Ruimtelijke planning is ook een vorm van sturing. Voor deze sturing wordt voornamelijk de preek gebruikt. In sterk conflicterende situaties kan het voorkomen dat de betrokken partijen niet tot een consensus kunnen komen. Het inzetten van andere instrumenten kan uitkomst
bieden. In sommige gevallen kan door niet te sturen juist ook de gewenste doeleinden (gedeeltelijk) worden bereikt. Hierbij is het voor de publieke partijen wenselijk om te selecteren op de vorm, inhoud en ambitieniveau van de sturing. Het ambitieniveau verbetert als marktpartijen de gewenste publieke doeleinden kunnen en willen realiseren. Sturing door marktpartijen is te prefereren boven publieke sturing. Daarom is het bij nieuwbouwprojecten wenselijk dat in een gemeenschappelijke werkgroep van betrokken partijen als projectontwikkelaars, woningcorporaties, makelaars en gemeente de trekkersrol in de handen van de marktpartijen ligt(Spit & Zoete, 2009). “Het doel van een ruimtelijke planning is daarmee tweeledig: het ontwikkelen van een meer samenhangende visie op de toekomst en het vanuit die visie zicht krijgen op de majeure ontwikkelingen staat voorop, om vervolgens de besluitvorming dusdanig te organiseren dat (enige) sturing van de ontwikkeling ontstaat door middel van keuzes ten aanzien van die ontwikkeling. Een dergelijk proces vraagt draagvlak en consensus” (Zoete, 1997, p.23, zoals aangehaald door Spit & Zoete, 2009, p. 25). 2.4 Ontwikkelingen op de woningmarkt De situatie op de woningmarkt wordt nader bekeken om in het kader van de nieuwbouwplannen in Hoogmade van enige achtergrondinformatie voorzien te zijn. In het kader van de leefbaarheid in Hoogmade neemt de bouw van nieuwe huizen gezien een belangrijke rol in. De verwachting is dat door de nieuwbouw van huizen de woningmarkt in Hoogmade beter aansluit bij de wensen van de huidige bewoners en potentiële nieuwe bewoners. De mogelijke groei van het aantal inwoners vergroot tevens het draagvlak voor verenigingen, voorzieningen en winkels in Hoogmade. De nieuwbouw van huizen wordt gezien als een belangrijke manier om de leefbaarheid in Hoogmade te behouden en waar mogelijk te versterken. In deze paragraaf komen onderwerpen aan bod, zoals het aantal verhuizingen, de woningmarkt, de huurprijzen, woonkosten en de doorstroming op de woningmarkt. Sinds lange tijd hebben onderwerpen als wonen, verhuizen, doorstroming op de woningmarkt niet meer zo in de belangstelling gestaan. De huidige economische omstandigheden en de crisis op de woningmarkt raken veel mensen. Het aantal huishoudens dat in 2012 is verhuisd is gedaald, echter veel huishoudens zijn om verschillende redenen niet in staat om te verhuizen terwijl zij dit wel zouden willen. De doorstroming in de koopsector is dan ook sterk afgenomen. De vraag naar huurwoningen stijgt, zowel in de vrije, als de sociale huursector. In de huursector is er steeds minder sprake van “goedkope scheefheid”. Dat wil zeggen dat huishoudens in een huurwoning wonen waarvoor ze gelet op hun inkomen te weinig huur betalen. Vanaf 2009 zijn er meer huishoudens bijgekomen dan zelfstandige woningen. Huishoudens die geen zelfstandige woningen bezitten vinden hun plek in een wooneenheid, op kamers of inwonend bij anderen. Oudere kinderen wonen langer of opnieuw bij hun ouders. Verhuizen is voor paren in scheiding minder eenvoudig. Dit zorgt voor een scheefheid tussen vraag en aanbod op de woningmarkt (BZK, 2012). De woningmarkt verandert langzaam. De vergrijzing slaat door. In de lage inkomensgroep zijn alleenstaanden oververtegenwoordigd. De woningvoorraad bestaat nog steeds voor 70 procent uit eengezinswoningen. 90 procent van de gezinnen met kinderen woont in een eengezinswoning. 43 procent van alleenstaanden wonen in een eengezinswoning. Jonge mensen onder de dertig jaar wonen gemiddeld minder dan vijf jaar in een woning, terwijl ouderen boven 65 jaar gemiddeld meer dan twintig jaar in hun woning wonen. De huurprijs in
de totale huurvoorraad steeg met twee procent boven de inflatie. Opmerkelijk, want de bestaande huurprijs kan niet met meer dan de jaarlijkse inflatie verhoogd worden. De huurprijzen worden steeds dichter bij de maximaal toegestane huurprijs gebracht, dit wordt huurharmonisatie genoemd. De oorzaken hiervoor zijn woningverbeteringen en sloop-en nieuwbouw. De samenstelling van de huursector verandert eveneens langzaam. In toenemende mate bestaat de huursector uit appartementen (56%). De hoogte van de huurprijzen zijn aanzienlijk sneller gestegen. Het aantal woningen tussen de aftoppingsgrens en de liberalisatiegrens en boven de liberalisatiegrens is toegenomen (BZK,2012). De huurprijzen nemen toe, echter de huursector wordt steeds meer het domein van de lagere inkomensgroepen en oudere alleenstaanden. De stijgende huurprijzen worden bij lage inkomensgroepen slechts gedeeltelijk opgevangen door de huurtoeslag. Door gestegen woonuitgaven en daling van het huishoudinkomen namen zowel de huur-als woonquote toe. Dit betekent dat een toenemend gedeelte van het inkomen opgaat aan wonen. De goedkope scheefheid in de huursector is teruggedrongen door een strenger toewijzingsbeleid voor sociale huurwoningen. Steeds meer huishoudens vinden een woning buiten de gereguleerde huursector (BZK,2012). De bruto en netto woonuitgaven voor eigenaar-bewoners namen de afgelopen jaren (respectievelijk 4% en 5% toe. De daling van de woonkosten (3%) compenseerde deze stijging gedeeltelijk. Maar net zoals in de huursector is in de koopsector het gemiddelde inkomen gedaald met 3%. De koopquote steeg van 16% naar 17% en de woonquote steeg van 24% naar 25%. De kwetsbaarheid van de woonmarkt is een veelbesproken onderwerp. Zo zouden 570.00 huishoudens een restschuld overhouden als de woning per direct verkocht moet worden. De waarde van de woning is lager dan de hypotheekschuld minus het opgebouwde vermogen om deze schuld af te kunnen lossen (BZK,2012). Het aantal verhuizingen daalde met 19%. De terugval van verhuizingen op de woningmarkt treft eigenaar-bewoners meer dan de huurders en doorstromers meer dan starters. De doorstroming in de woonmarkt is met 47 procent afname bijna gehalveerd. De huursector zag 15 procent minder verhuizingen. Starters op de woningmarkt verhuisden vrijwel evenveel als voor de crisis, zij het iets vaker naar de huursector. De afname van het aantal verhuizingen betekent een toename van de verhuiswens van veel huishoudens. Veel mensen stellen hun gewenste verhuizing uit, maar laten de verhuiswens niet verdampen. Binnen deze groep zijn de 45plussers sterk vertegenwoordigd. Vooral de huursector is in trek (BZK,2012). Het bevorderen van de doorstroming op de woningmarkt vraagt om een directe en persoonlijke aanpak. In het woonmanifest van Amsterdam uit 2012 wordt een vijftal punten aangereikt om de doorstroming op de (huur)woningmarkt te bevorderen. Ten eerste wordt er gepleit voor het leveren van maatwerk: “Maatwerk kan doorstroming bevorderen, maar huurders moeten wel perspectief op een redelijk aanbod hebben” (nul20, 2012). De huurder is op deze manier niet meer afhankelijk van de toevallige aanbieding van de gemeente of corporatie. Aan de hand van een aantal criteria als inschrijfduur, inkomen en gezinsgrootte kan een persoonlijkere aanpak van de doorstroming op de (huur)woningmarkt worden gerealiseerd. Denk hierbij aan het verleiden van lang zittende huurders naar een beter passende woning, tijdelijke contracten voor grote gezinswoningen, behoud van inschrijfduur bij verhuizingen en voorrang bij bewoners die een gewilde woning achterlaten. Dit maatwerk is grotendeels gericht om de minst mobiele bewonersgroep op de woningmarkt (ouderen, allochtonen, lage inkomens) in een doorstroming naar een andere woning te voorzien. Ten tweede zal er meer klantgericht gewerkt moeten
worden om de doorstroming in de woningmarkt te bevorderen. Door een allesomvattend overzicht aan te bieden van koop-en huurwoningen op één platform kunnen kopers en huurders de woningen met elkaar vergelijken en een weloverwogen keuze maken. Bovendien zou een verruiming van de huurtoeslagen of het aanbieden aantrekkelijke (woon)contracten de doorstroming naar duurdere woningen mogelijk maken. Ten derde zouden verhuurders er goed aan doen de huur inkomensafhankelijk en marktconform af te stemmen. De huurprijs moet meer afhankelijk zijn van het inkomen van de huurder en van de populariteit op de markt in plaats van het zogenaamde “blinde” huurbeleid, waarbij via een onrealistisch mechanisme de huurprijs binnen de huurmarkt gigantisch kan fluctueren. De marktconformiteit kan bereikt worden door de prijsbepaling te baseren op de gewildheid van de woning op basis van bijvoorbeeld buurt, type woning of bouwjaar. Deze marktconforme (huur)prijs dient echter flexibel mee te bewegen met het inkomen van de huurder. Een verruiming in de huurtoeslagen voor duurdere woningen biedt vervolgens meer bewegingsruimte. Een vierde punt is het streven naar een regio-overschrijdend aanbod van de (huur) woningmarkt. Des te meer gemeenten hun woningmarkt beschermen tegen import des te meer stagnatie. Maak het verhuizen van-en naar de regio gemakkelijker, vooral bij sociale huurwoningen. De woningmarkt zou zich moeten ontdoen van deze protectionistische maatregelen en één overzichtelijk aanbod van (huur)woningen moeten vormen. Als laatste wordt het “downsizen” van bouwplannen genoemd. Voor grote bouwplannen is de komende jaren geen geld, daarom doen gemeenten er verstandig aan gefaseerde kleinschalige woningbouw of verbeteringsprojecten te faciliteren. Dit past beter bij de huidig kwetsbare woningmarkt en de veranderende consumentenbehoeften van de koper of huurder. Een betere doorstroming op de woon-en huurmarkt zorgt voor een diversifiëring van de kopers en huurders. Hierdoor kan sneller worden ingespeeld op de veranderende woonbehoeften en kunnen kwetsbare huurders of kopers gemakkelijker doorstromen (nul20, 2012; Denktank, 2011). 2.5 Samenvatting en conclusie Leefbaarheid is een begrip waar iedereen wel een idee bij heeft wat het is. Echter om dit begrip kernachtig te omvatten is lastig. Wat voor de één als cruciaal element van leefbaarheid wordt gezien is voor de ander misschien slechts bijzaak. Dit is afhankelijk van het referentiekader van de bewoner. De volgende definiëring van het begrip leefbaarheid wordt gehanteerd: “Een leefbaar platteland is een platteland waar het in de ogen van bewoners goed werken, wonen en leven is, waar sprake is van een gezonde economische en sociale basis en van een voorzieningenniveau dat is toegesneden op de plattelandsbewoners” (Randstedelijke Rekenkamer, 2011). Deze definiëring brengt ons tot het volgende discussiepunt. Want wat maakt een leefomgeving er een van goede kwaliteit? De geschiktheid van de leefomgeving voor de bewoner bepaalt de individuele kwaliteitswaardering van de leefomgeving. Afgezien van de subjectieve ervaringen en waarderingen kunnen er feitelijke elementen worden aangewezen, welke de basis vormen van de leefbaarheid in een woonomgeving. Het betreft hier fysieke elementen, zoals het aanbod van winkels en voorzieningen, de parkeergelegenheid, de groenvoorzieningen en de inrichting en het uiterlijk van de openbare ruimte en de natuurlijke omgeving. Het sociale element van leefbaarheid in de vorm van sociale relaties met dorpsgenoten en de persoonlijke binding met het dorp is belangrijk. Dit sociale element kan de bewoner het gevoel geven zich thuis te voelen in een prettige leefomgeving. De individuele waardering van het woongenot en het gevoel van veiligheid vormen tevens elementen van leefbaarheid in een woonomgeving. Tevens vormen politieke factoren, zoals de lokale wet-en regelgeving voor een deel de leefbaarheid van een
woonomgeving voor een bewoner. De (lokale) markkrachten, zoals de situatie op de huizenmarkt of in het winkellandschap spelen ook een rol in bij de kwaliteitswaardering van de woonomgeving. Meer en meer stuurt het (lokale) overheidsbeleid aan op de zelfredzaamheid van kleine kernen. Door de beperkte (financiële) middelen in kleine kernen is de gezamenlijke toewijding van verenigingen, bewoners, gemeente meer dan elders cruciaal voor het behoud en versterken van de leefbaarheid. Na een stelselmatige inventarisatie van ideeën en initiatieven bij bewoners, verenigingen en gemeente worden deze gebundeld in een dorpsplan. Deze mensen hebben een goed inzicht in alle lokale leefbaarheidsvraagstukken. Binnen dit proces is een belangrijke rol weggelegd voor het Plaatselijk Belang. Dit is een groep mensen die zich inzet voor de leefomgeving. In dit geval wordt hiermee de dorpsraad van Hoogmade bedoeld. Het Plaatselijke Belang vormt de schakel tussen de bewoners en de lokale overheid. Het Plaatselijk Belang kan door haar maatschappelijke betrokkenheid onder de bewoners en verenigingen in het dorp draagvlak creëren voor plannen over leefbaarheid. Hierdoor blijft het niet alleen bij ideeën maar wordt er juist concreet gewerkt aan de leefbaarheid in de woonkern. Het nieuwbouwproject aan de Theo Bosmanlaan II in Hoogmade is zo’n concreet plan en wordt door bewoners gezien als belangrijk onderdeel voor het behoud en versterking van de leefbaarheid in het dorp. Het Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) is een goede manier om, door middel van maximale zeggenschap van toekomstige bewoners, draagvlak te creëren voor ontwikkelingsplannen voor deze locatie. De betrokken marktpartijen, zoals aannemers, makelaars e.d. vermijden hierdoor een deel van het risico en zijn tegelijkertijd verzekerd van een goede aansluiting van vraag op aanbod van woningen op deze locatie. De woningmarkt verandert. De aanhoudende crisis raakt veel mensen. Het aantal verhuizingen van huishouden is in 2012 ten opzichte van voorgaande jaren afgenomen. Hieraan ligt ten grondslag dat huishoudens welke aangeven te willen verhuizen, dit niet kunnen door financiële omstandigheden. Hierdoor stokt de doorstroming op de woningmarkt. Bovendien nemen de huurprijzen en woonkosten toe, terwijl het gemiddelde inkomen van huishoudens daalde. Deze toename van zowel de huurquote als woonquote betekent dat een groter gedeelte van het inkomen wordt besteed aan woonkosten. Het leveren van maatwerk op de woningmarkt kan de doorstroming bevorderen. Het gaat hier om maatregelen als het verleiden van lang zittende huurders naar een beter passende woning, tijdelijke contracten voor grote gezinswoningen, behoud van inschrijfduur bij verhuizingen en voorrang voor bewoners die een gewilde woning achterlaten. Dit maatwerk is grotendeels gericht om de minst mobiele bewonersgroep op de woningmarkt (ouderen, allochtonen, lage inkomens) door te laten stromen.
3 Methodiek De keuze voor de juiste onderzoeksmethoden is cruciaal om tot een degelijk wetenschappelijk onderbouwd onderzoek te komen. Aan de hand van een literatuurstudie en een kwantitatief onderzoek is het onderwerp leefbaarheid voor Hoogmade nader bekeken. Om de verbinding tussen het theoretische gedeelte en het praktische kwantitatieve onderzoek te verklaren, zullen de gehanteerde onderzoeksmethoden nader worden toegelicht. Binnen de bachelorthesis neemt het kwantitatieve onderzoek in de vorm van een enquête (bijlage 1) een prominente rol in. De voortgangsgesprekken met de dorpsraad hebben tevens bijgedragen aan de huidige vorm van de bachelorthesis. Literatuurstudie Aan de hand van een literatuuronderzoek is relevante literatuur uitgekozen die aansluit bij de vraagstelling. De literatuur is een selectie van wetenschappelijke artikelen, nieuwsberichten en ander wetenschappelijk onderzoek van instanties en instellingen. Vanuit dit oogpunt wordt de diversiteit van standpunten gewaarborgd. De gekozen literatuur zal zich toespitsen op onderwerpen als elementen van leefbaarheid, de sturing van leefbaarheid en de aantrekkelijkheid binnen een kleine woonkern. Kwalitatief onderzoek De enquête naar de leefbaarheid in Hoogmade staat centraal in deze bachelorthesis. Immers een valorisatieverzoek van de dorpsraad van Hoogmade naar de leefbaarheid in Hoogmade
vormde de aanleiding van dit onderzoek. De nadruk ligt dan ook op het praktijkgerichte en toepasbare karakter van het onderzoek. De enquête leek mij een geschikte manier om de leefbaarheidssituatie in Hoogmade te peilen. Door het opstellen van een enquête in overleg met de dorpsraad van Hoogmade, worden er naast de algemene vragen over de elementen van de leefbaarheid ook specifieke en actuele vragen gesteld over de leefbaarheidssituatie in Hoogmade. Door een dergelijke opzet van de enquête werd er gehoopt de ernst en de noodzaak van het invullen van de enquête als inwoner van Hoogmade te benadrukken. Door het opstellen van zowel papieren als digitale enquête kan er een groot aantal respondenten worden bereikt in korte tijd en kunnen zij deze invullen op de manier die zij het prettigst vinden. Tevens hebben de verenigingen, winkel, kerkgenootschappen de mogelijkheid gekregen om suggesties en vragen aan te reiken voor de enquête. Hier werd echter geen gebruik van gemaakt. In samenspraak met de gemeente Kaag en Braassem is een enkele vraag over het gemeentelijk beleid “kernen in hun kracht” opgenomen. Elk huishouden in Hoogmade kreeg in week 50 één brief toegestuurd met één enquête met het vriendelijke doch dringende verzoek deze te laten invullen door alle personen in het huishouden. Een link naar de digitale enquête stond in de nieuwsbrief. Extra papieren enquêtes konden worden opgehaald in de Coop supermarkt. Hier was tevens de inleverlocatie van de enquêtes. De bewoners van Hoogmade kregen tot 31 december middernacht (week 52) de tijd om de enquête in te vullen en in te leveren. Ongeveer 55% van de enquêtes is digitaal ingevuld. Op 8 januari stond er een bijeenkomst gepland met de verenigingen van Hoogmade. Vanuit de literatuur bestaat de overtuiging dat het verenigingsleven een grote verantwoordelijkheid heeft voor leefbaarheidssituatie in het dorp. Vanuit deze gedachtegang werd er naar ideeën en initiatieven van de verenigingen gevraagd om de leefbaarheid in Hoogmade te bevorderen. De bijdrages van de verenigingen zijn samen met de suggesties en ideeën van de bewoners uit de enquête vertaald naar concrete agendapunten in de toekomstagenda van Hoogmade. Bij het opstellen van de enquête zijn zowel de literatuurstudie als bijdrages van de dorpsraad van Hoogmade gebruikt. Hierbij worden de “standaardvragen”, welke voornamelijk gebaseerd zijn op het theoretisch gedeelte, aangevuld met actuele vragen uit de praktijk. Op deze manier is geprobeerd een koppeling te maken tussen het theoretische gedeelte van de thesis en het praktische gedeelte van de enquête. Zo is er gevraagd naar het oordeel van de respondenten over de vele afzonderlijke elementen van leefbaarheid welke in de theorie opgesomd staan. Aan de andere kant reikte de dorpsraad enkele “Hoogmade specifieke” vragen aan, zoals een vraag over de Jeugd Ontmoetingsplek (JOP), de Top’s en Flop’s van Hoogmade, een wensenlijst voor de ontwikkelingslocatie Theo Bosmanlaan II etc. Representativiteitsanalyse Om in het kader van de enquête zinvolle uitspraken te kunnen doen namens de populatie, zal een representativiteitsanalyse worden uitgevoerd (bijlage 2). De respondenten zullen op de variabelen leeftijd en geslacht worden getoetst op representativiteit. Hierbij wordt gekeken in welke mate de respondenten op deze variabelen een gelijkenis tonen qua opbouw en samenstelling. Om in het kader van de enquête bindende uitspraken te doen namens en voor de populatie van Hoogmade moeten de respondenten deze wel kunnen vertegenwoordigen op leeftijd en geslacht. Hierbij worden de cijfers van de respondenten uit Hoogmade vergeleken
met de cijfers van de gemeente Kaag en Braassem. Er is gekozen voor een vergelijking met de cijfers van de gemeente Kaag en Braassem, omdat waarschijnlijk deze de geslachtverdeling en leeftijdsopbouw van Hoogmade het beste benaderd. Bovendien was de data voor alle afzonderlijke leeftijden alleen voor handen op gemeentelijk niveau. Deze afzonderlijke leeftijden werden uiteindelijk gecombineerd in vijf leeftijdsklassen. Hierbij wordt een gebruikelijke leeftijdsindeling gehanteerd. De arbitraire scheidslijn is gebaseerd op leeftijdsgroepen welke qua levensfase van elkaar verschillen. De leeftijdsklassen zijn 16-24 jaar, 25-34 jaar, 35-49 jaar, 50-64 jaar en 65+. Representativiteitstoets op het geslacht van de respondenten In deze toets vergelijken we de geslachtsverdeling van de respondenten met deze van de gemeente Kaag en Braassem. Iets meer dan de helft van de bewoners van Kaag en Braassem is man (50,7%) tegenover een iets kleinere vrouwelijke populatie (49,3%). Deze verhoudingen worden in absolute getallen vergeleken met de geslachtverdeling van de respondenten ( zie tabel 1). Hier zijn slecht kleine verschillen te vinden. De toets wijst uit dat de geslachtsverdeling van de respondenten representatief is voor de bevolking van Kaag en Braassem (bijlage 2). Tabel 1: Geslachtverdeling respondenten in vergelijking met de gemeente (2013) Geslach Waargenomen aantal in t enquête Man Vrouw Totaal
Verwacht aantal Verschil in aantal op basis van de populatie 117 111 6 102 108 -6 219 219
Bron: CBS, 2015
Representativiteitstoets op de leeftijdsopbouw van de respondenten In deze toets vergelijken we leeftijdsopbouw van de respondenten in de vijf leeftijdsklassen met deze van de gemeente Kaag en Braassem. Voor elke leeftijdsgroep is het aandeel in de populatie uitgerekend (zie tabel 2). De toets wijst uit dat de leeftijdsgroep 16-24 jaar dusdanig is ondervertegenwoordigd onder de respondenten, dat uitspraken namens deze leeftijdsgroep niet representatief zijn. De overige leeftijdsgroepen kunnen met een acceptabele wegingsfactor worden gecompenseerd (bijlage 2). Tabel 2: Leeftijdsopbouw respondenten in vergelijking met de gemeente (2013) Leeftijdsklassen 16-24 jaar 25-34 jaar 35-49 jaar 50-64 jaar 65 jaar en ouder Totaal Bron: CBS, 2015
Waargenomen aantal in enquête 11 25 34 94 54 218
Verwacht aantal op basis van de populatie 28 28 52 61 49 218
Verschil in aantal -17,0 -3,0 -18,0 33,0 5,0
4 Resultaten enquête In dit hoofdstuk zullen de resultaten van de enquête worden besproken. In de maand december in 2014 is deze enquête verspreid onder de bewoners van Hoogmade. Alvorens direct in de resultaten te duiken is er een representativiteitsanalyse uitgevoerd voor de variabelen leeftijd en geslacht. De enquête is representatief voor het geslacht. De enquête is ook representatief voor de leeftijd. Voor elke leeftijdscategorie is een wegingsfactor ingesteld (zie bijlage 2). De dorpsraad heeft aanvullend onderzoek uitgevoerd om de ondervertegenwoordigde groepen aan te vullen tot een representatief aantal.
De enquête is opgedeeld in negen hoofdstukken (zie bijlage 1). De resultaten van de enquête zijn opgedeeld in zestien paragrafen. Hierbij komen onderwerpen aan bod als de tevredenheid over de woon-en leefsituatie, voorzieningen, winkels, verenigingen, de Top’s en Flop’s van Hoogmade, vrijwilligers, veiligheid en criminaliteit. In de conclusie worden de belangrijkste resultaten besproken. 4.1 Tevredenheid over de woonsituatie Om een overzicht te krijgen over de tevredenheid over de huidige woonsituatie wordt dit in een tabel in kaart gebracht. Het merendeel van de respondenten ongeacht de leeftijdscategorie is tevreden of zelfs zeer tevreden over zijn/haar huidige woonsituatie in Hoogmade (zie tabel 3). Tabel 3: Tevredenheid over huidige woonsituatie in procenten leeftijdscategorie Zeer ontevrede n 16-24 jaar 0 25-34 jaar 0 35-49 jaar 8,3 50-64 jaar 1,1 65+ 1,8
Ontevreden Neutraal
Tevreden Zeer tevreden
Totaal %
Aantal
4,2 8,8 4,2 1,1 1,8
50,0 58,8 45,8 47,3 43,6
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
24 34 48 96 58
29,2 11,8 8,3 15,1 7,3
16,7 20,6 33,3 35,5 45,5
Zijn mensen die langer in Hoogmade wonen over het algemeen meer tevreden over hun huidige woonsituatie? Het vermoeden bestaat dat deze mensen dusdanig tevreden zijn over de leefbaarheid in Hoogmade dat zij hier blijven wonen. Interessant is om te kijken naar een mogelijk verband tussen het aantal jaren dat de respondent in Hoogmade woont en de tevredenheid over de woonsituatie. De Spearman’s rangcorrelatiecoëfficiënt is 0,210. Het verband tussen aantal woonjaren en tevredenheid woonsituatie is significant bij een significantieniveau van 0,01 (1%). Het betreft hier een zwak positief verband. Een toename in het aantal jaren dat men in Hoogmade woont heeft een klein (zwak) positief effect op de waardering van de woonomgeving. Indien de bewoners ontevreden waren over de woonsituatie konden zij aangeven waarom. De meest voorkomende antwoorden waren geluidsoverlast van de snelweg, spoorlijn of provinciale weg (51,3%), toename van (gevoel van) onveiligheid en/of criminaliteit (15,4%), afstand tot werk, voorzieningen en/of winkels (12,8%) en de verpaupering van de buurt (11,5%). 4.2 Verhuizen en woonwens Een gedeelte van de enquête is toegewijd aan vragen over verhuizen en wonen. Van de respondenten gaf 82% aan niet te willen verhuizen op de korte termijn van 3 jaar. 5% van de respondenten zou op korte termijn willen verhuizen naar een woning buiten Hoogmade. 7% van de respondenten geeft aan op korte termijn binnen Hoogmade te willen verhuizen. De overige respondenten (6%) wilde wel verhuizen, maar de (financiële of sociale) situatie liet dit niet toe of zij gaven geen antwoord op deze vraag. De respondenten, welke aangaven te willen verhuizen, konden aangeven welk woningtype hun voorkeur had (rekening houdend met de financiële mogelijkheden van het huishouden). 26,4% van de respondenten die aangaven te willen verhuizen zou liever in een vrijstaand huis wonen. Bijna een kwart van de respondenten (22,6%) gaf aan liever in een ouderenwoning te willen wonen. Een kleiner aandeel van de respondenten (17,9%) woonde liever in een appartement. De overige respondenten gaven aan
liever in een eengezinswoning in rij (13,2%), twee onder één kap (10,4%), starterskoopwoning (9,4%) of startershuurwoning (4,7%) te wonen.1 Naast de persoonlijke verhuiswens is er ook gevraagd naar de algemene woonsituatie in het dorp. Hierbij werd gevraagd naar de noodzakelijk van nieuwe woningen voor Hoogmade op korte termijn. 85% was van mening dat dit een noodzakelijkheid was. Dit komt overeen met wat de dorpsraad en verenigingen vermoedden. De dorpsraad en verenigingen zagen hierin een “sleutelproject” van Hoogmade. Deze nieuwe woningen zou een nieuwe impuls geven aan de levensvatbaarheid van verenigingen en voorzieningen in Hoogmade. Om de doorstroming op de woningmarkt te bevorderen en de jeugd en/of jonge gezinnen te behouden voor het dorp is de ontwikkelingslocatie van de Theo Bosmanlaan II (mede) door de inzet van de dorpsraad in stand gehouden. “Eengezinswoning in rij zijn er denk ik genoeg. Belangrijker is het om huizen voor de jeugd (starters) te realiseren. Zodat deze niet als de vorige generatie in omliggende dorpen komen (en waarschijnlijk niet meer terug keren). En huizen voor ouderen. Er zitten zat ouderen met 2 personen in een groot eengezinswoning. Ze willen misschien wel kleiner wonen, maar het is gewoon goedkoper om te blijven zitten. Er zou doorstroming moeten komen...” (respondent) “Starters woningen die bijdragen aan het houden en nieuwe instroom van jonge gezinnen” (respondent) 4.3 Behoefte voor woningtypen op korte termijn Als we kijken naar de woningtypen, waar het meeste behoefte voor is op korte termijn (3 jaar), zien we een patroon (zie figuur 8). In elk segment van de woningmarkt (behalve bouw in eigen beheer) zien we dat de starterswoning, ouderen/seniorenwoning en de eengezinswoning in rij het meest is aangekruist als gewenst woningtype. Het vrije huursegment kent over het algemeen de laagste frequenties. Dit komt waarschijnlijk doordat het huursegment in de vrije sector over het algemeen hoger uitvalt dan huur in het sociale huursegment (zie kader). De betaalbaarheid van de woningen staat hoog in het vaandel bij de respondenten. Huishoudens met lage inkomens krijgen hierdoor ook een eerlijke kans op de woningmarkt. Op deze manier kunnen huizenkopers/huurders zich vrijer op de woningmarkt bewegen en zal dit de doorstroming op de woningmarkt in Hoogmade verbeteren. Het belang van het beschikbaar komen van betaalbare huurwoningen was hoog. Respectievelijk 39% en 23% van de respondenten gaf aan dat dit zeer belangrijk of belangrijk te vinden. De overige respondenten vonden dit minder belangrijk. Enkele respondenten beamen dit in hun bijgaande reacties: “Zorg dat er ook (betaalbare) huizen komen voor ouderen en oudere gezinnen zodat er ook doorstroming komt voor bestaande huizen”(respondent). “Het moeten woningen worden die voor de doorsnee Hoogmadenaren te behappen zijn”(respondent).
1 Het totale percentage van de woningvoorkeur van de respondenten valt hoger uit dan 100%, doordat sommige respondenten meer dan één antwoord hebben ingevuld.
Voor de volgende woningtypen is het meeste behoefte voor op de korte termijn: 1. Koopsegment: starterswoning 2. Koopsegment: eengezinswoning in rij 3. Sociaal huursegment: starterswoning 4. Sociaal huursegment: eengezinswoning in rij 5. Koopsegment: ouderen/seniorenwoning Figuur 8: Voor welk woningtype is volgens u in Hoogmade het meeste behoefte voor op de korte termijn ?
4.4 Wensenlijst Theo Bosmanlaan II De locatie Theo Bosmanlaan II is door inzet van dorpsraad, gemeente en bewoners behouden als ontwikkelingslocatie voor nieuwbouw van huizen. De gedachte van de dorpsraad hierachter is om te komen tot een gefaseerde groei van Hoogmade. Vervolgens is er hiervoor een wensenlijst opgesteld: Gestreefd moet worden naar de mogelijkheid voor vrije kavels Gestreefd moet worden (indien juridisch mogelijk) naar het geven van voorkeursrecht aan (ex-) inwoners van Hoogmade tot het kopen van een woning in Theo Bosmanlaan II Waar de parkeerproblematiek in Theo Bosmanlaan I reeds aanzienlijk is, zullen de wettelijke eisen voor de Theo Bosmanlaan II strikt moeten worden toegepast
Figuur 9: Bent u het eens met deze wensenlijst?
De bewoners van Hoogmade is gevraagd in welke mate zij het eens waren met deze wensenlijst (zie figuur 9). De meerderheid (60%) gaf aan het eens te zijn met deze wensenlijst. Bijna een kwart van de respondenten (24%) nam een neutraal standpunt in. De respondenten waren vrij om aanvullingen en suggesties aan te reiken. Naast de veelvoorkomende suggestie voor voldoende parkeergelegenheid en de betaalbaarheid van de nieuwe huizen waren er nog andere aanvullingen: “Met volledig inzetten op vrije kavel woningen creëer je geen betaalbare woningen, maar dure vrijstaande woningen of 2 onder 1 kap woningen. Beter zou zijn een 1/3 in te zetten op vrij kavels. 1/3 starters/ouderen appartementen (huur of koop), 1/3 betaalbare starterwoningen (betaalbaar)” (respondent). “Initiatieven vanuit een particuliere groep die samen huizen willen bouwen moeten ook toegang tot de planvorming krijgen. In een groep opereren is vaak goedkoper en geeft voor de ontwikkelaar meer zekerheid. Binnen en buiten de gemeente zijn een aantal succesvolle
voorbeelden. Vaak jonge gezinnen die op deze manier een betaalbare (toekomstbestendige) woning kunnen creëren” (respondent).
4.5 Tevredenheid over woonomgeving De woonomgeving vormt een belangrijk deel van de leefbaarheid in een woonkern. Om inzicht te krijgen over de tevredenheid van de bewoners van Hoogmade over hun woonomgeving zijn een tiental vragen gesteld (zie tabel 4). Deze vragen zijn met steekwoorden vervat in de eerste kolom. Voor de volledige vragen wordt verwezen naar de enquête in de bijlage (bijlage 1). Tabel 4: Oordeel over woonomgeving in procenten Element in de Zeer Negatief Neutraal Positief Zeer Aantal woonomgeving negatief positief Aantrekkelijkheid en onderhoud woning 1,2 2,4 39,8 52,3 4,3 254 Woning gemakkelijk te vinden door bezoekers2 3,4 7,3 15,0 47,5 26,8 261 Parkeergelegenheid 11,1 24,4 34,0 27,5 3,0 262 Kwaliteit bestrating 3,4 14,1 28,6 47,0 6,9 262 Kwaliteit straatmeubilair 2,7 9,6 44,8 39,8 3,1 259 Onderhoud speeltoestellen 5,1 15,1 52,4 25,8 1,6 252 Openbare verlichting 1,1 8,0 35,9 48,1 6,9 262 Verkeerssituatie 0,4 18,3 36,3 38,9 6,1 262 Inrichting openbare plekken 1,9 14,5 50,0 32,5 1,1 262 2 De waardering van de vindbaarheid van de woning door bezoekers had achteraf beter bij de beoordeling van de woonsituatie gepast, omdat het in principe afhangt van de locatie van de woning.
Onderhoud groenvoorzieningen
5,0
23,4
36,4
32,9
2,3
De respondenten beoordeelden de kwaliteit van de woningen in het dorp zeer positief. Het gaat daarbij niet om de geschiktheid van de woning voor de bewoner zelf, maar om de aantrekkelijkheid en de staat van onderhoud van de woningen in het dorp. Bijna 60% van de respondenten vond dat de kwaliteit van de woningen in Hoogmade goed of zelf zeer goed is. Vervolgens werd gevraagd of de woning gemakkelijk te vinden was voor bezoekers. Driekwart van de respondenten vond dat de eigen woning gemakkelijk of zeer gemakkelijk te vinden was. De parkeergelegenheid is voor sommige Hoogmadenaren een punt van kritiek. Ongeveer 35% van de respondenten gaf aan de parkeergelegenheid in Hoogmade als onvoldoende te beoordelen. In sommige straten zijn er te weinig parkeerplaatsen in vergelijking met het aantal auto’s. Hierdoor ergeren sommige mensen zich eraan als auto’s niet op een parkeerplaats staan waar ze horen te staan. Dit is volgens de respondenten een aandachtspuntje voor de nieuwbouw aan de Theo Bosmanlaan II. De beoordeling van de kwaliteit van de bestrating en het straatmeubilair is grotendeels positief. Het onderhoud van de speeltoestellen wordt door de helft van respondenten beoordeeld met een neutraal antwoord: niet goed maar ook niet slecht. Iets meer dan de helft van de respondenten is tevreden over de openbare verlichting. De verkeersituatie wordt voornamelijk neutraal en positief beantwoord. Een praktische suggestie van de respondenten is om de nieuwe en verslechterde verkeersituatie (Kerkstraat) in Hoogmade te verbeteren. De helft van de respondenten spreekt zich niet positief of negatief uit over inrichting van de openbare plekken en geeft een neutraal antwoord. Het oordeel over het onderhoud van de groenvoorzieningen is overwegend positief. Toch geeft bijna 30% van de respondenten hierover niet tevreden te zijn. De tekortkomingen zijn opgenomen als aandachtspunten in de toekomstagenda van Hoogmade. 4.6 Geluidsoverlast In de enquête werd een afzonderlijke vraag gesteld over geluidsoverlast in Hoogmade. Bijna de helft (47,5%) van de respondenten gaf aan geluidsoverlast te ervaren. Een groot gedeelte van de respondenten (77%) gaf aan geluidsoverlast te ondervinden van de Hogesnelheidslijn (HSL). Voor zowel geluidsoverlast van vliegtuigen en de snelweg (A4) gaf 15% van de respondenten aan hiervan geluidshinder te ondervinden. 11,3% van de respondenten ondervind geluidsoverlast van de provinciale weg. Aangezien er meerdere antwoordencombinaties gegeven konden worden is gekeken per categorie welk aandeel van de respondenten dit heeft ingevuld. 4.7 Winkels en voorzieningen Een belangrijk onderdeel binnen de enquête is gewijd aan de winkels en voorzieningen in Hoogmade. In welke mate zijn de bewoners hierover te spreken, wat missen zij en wat kan er gedaan worden aan het behoud van de winkels en voorzieningen in Hoogmade? Figuur 10: Tevredenheid over het winkelaanbod
Ongeveer een derde van de respondenten (34%) neemt een neutrale houding aan ten opzichte van de tevredenheid over het winkelaanbod (zie figuur 10). 24% van de respondenten geeft aan tevreden tot zeer tevreden te zijn over het huidige winkelaanbod. 41% is ontevreden over het
261
winkelaanbod in Hoogmade. Het overgrote deel (65%) van de respondenten geeft aan winkels te missen in Hoogmade (zie figuur 11). Een verklaring hiervoor komt van de respondenten zelf. De respondenten geven aan dat de situatie rondom het winkelaanbod al jaren hetzelfde is. Het is volgens de respondenten niet realistisch om als klein dorp een groot winkelbestand te hebben. “We mogen blij zijn dat we de Coop (nog) hebben”. Er werden verschillende suggesties aangereikt voor het behoud van de winkels in Hoogmade. De meest genoemde suggestie is simpelweg inkopen doen in Hoogmade om de winkels te onderhouden. Hiernaast werd het verlagen van de huur van het winkelpand, het instellen van huursubsidies en het hanteren van meer aantrekkelijke prijzen in de winkels aangereikt als suggesties. Door de toegenomen (auto)mobiliteit staan de mobiele inwoners van Hoogmade in een mum van tijd in kernen als Leiderdorp, Leiden of Alphen a/d Rijn staan. Dit neemt echter niet weg dat ze wel degelijk winkels missen. “ Andere winkels hebben helaas geen bestaansrecht. Dus is dit geen reële wens”, zegt een respondent op de vraag welke winkels hij mist. Het gaat te ver om alle winkels op te noemen die men mist, omdat iedereen hier een andere mening over heeft. Enkele veel voorkomende antwoorden waren: slager, warme bakker, drogist, fietsen/brommerzaak, cadeauwinkel, Hema, Blokker, snackbar of kledingwinkel. Figuur 11: Mist u winkels in Hoogmade
Naast enkele vragen over het winkelaanbod in Hoogmade zijn enkele soortgelijke vragen gesteld over de voorzieningen in Hoogmade (zie figuur 12). 59% van de respondenten geeft aan geen voorzieningen te missen in Hoogmade. Meer dan een derde van de respondenten (35%) geeft aan voorzieningen te missen in Hoogmade. Het gaat te ver om alle voorzieningen op te noemen die men mist. Enkele veel voorkomende antwoorden waren: dokter/huisarts, fysiotherapeut, apotheek, café/bar, tandarts, pinautomaat en ov-oplaadpunt. Het is niet reëel om te verwachten dat de winkels en voorzieningen die de respondenten missen er allemaal komen. “In een klein dorp kun je geen uitgebreide voorzieningen verwachten. Dat is niet rendabel”. Figuur 12: Mist u voorzieningen in Hoogmade?
4.8 Basisschool In de enquête is een afzonderlijke vraag gesteld over de basisschool van Hoogmade, over hoe belangrijk men het vindt dat de basisschool behouden blijft in Hoogmade. 95% van de respondenten vindt het belangrijk dat de basisschool behouden blijft in Hoogmade. Het behoud van de basisschool is volgens de respondenten onlosmakelijk verbonden met de nieuwbouw van huizen, met name starterswoningen en eengezinswoningen. Door het bouwen van nieuwe huizen met aantrekkelijke prijzen ontstaat er ruimte en doorstroming op de huizenmarkt in Hoogmade. Op deze manier kan de jeugd van Hoogmade binnen het dorp behouden worden en het dorp aantrekkelijk zijn/worden voor jonge gezinnen. Jonge gezinnen of jonge mensen betekent weer leerlingen voor de basisschool. 4.9 Openbaar vervoer Er is ook gevraagd naar de tevredenheid over het openbaar vervoer van en naar Hoogmade (zie figuur 13). 41% van de respondenten geeft aan tevreden of zelfs zeer tevreden hierover te zijn.
15% geeft aan ontevreden of zelf zeer ontevreden hierover te zijn. De tevredenheid over het openbaar vervoer van en naar Hoogmade is overwegend positief. Figuur 13: Bent u tevreden met het openbaar vervoer van en naar Hoogmade?
4.10 Jeugd Ontmoetingsplek Er is een aparte vraag gesteld over de Jeugd Ontmoetingsplek (JOP), welke eind november in een brand is vergaan. De vraag of de dorpsraad in Hoogmade zich hard moet maken voor de plaatsing van een nieuwe JOP door de gemeente is voornamelijk met nee beantwoord. Ongeveer een derde van de respondenten (32%) was van mening dat de JOP er weer moest komen. 62% van de respondenten gaf een negatief antwoord. 6% van de respondenten liet deze vraag onbeantwoord. Ondanks er geen ruimte was voor aanvullende opmerkingen waren er enkele reacties bij de papieren enquêtes bijgeschreven. Als de JOP er komt moet deze hufterproof zijn door het gebruik van beton of staal in de constructie van de JOP. De mensen die van mening zijn dat het JOP er niet moet komen, zeggen dat de jeugd het zelf verpest/kapot maakt. Daarentegen zeggen enkele respondenten dat de “goede” niet mogen lijden onder de “kwade”.
4.11 Verenigingen Het verenigingsleven kan een belangrijke positieve bijdrage leveren aan de waardering van de leefbaarheid door de bewoners van Hoogmade. In de enquête is gekeken naar het lidmaatschap bij sportverenigingen en sociaal-culturele verenigingen in en buiten Hoogmade. Bovendien is er gevraagd naar de tevredenheid over deze verenigingen. Hiermee wordt gepeild of het aanbod van de verenigingen aansluit bij de behoeften van de bewoners van Hoogmade. De meerderheid van de respondenten (64%) geeft aan niet lid te zijn van een sociaal-culturele vereniging in Hoogmade. Iets meer dan een derde van de respondenten (34%) geeft aan lid te zijn van een dergelijke vereniging. De overige respondenten lieten deze vraag onbeantwoord. Als we kijken naar de lidmaatschappen van de respondenten bij sportverenigingen kunnen we zien dat 52% lid is van een sportvereniging in Hoogmade. De respondenten die lid waren van een vereniging waren hier erg over te spreken en gaven op de vijfpuntschaal meestal een 4 of 5. Vervolgens werd er gevraagd naar de tevredenheid over het aantal sport-en sociaal-culturele verenigingen. Ongeveer de helft van de respondenten is van mening dat er voldoende sociaalculturele verenigingen aanwezig zijn in Hoogmade (zie figuur 14). 28% van de respondenten meent dat er ruim voldoende van dergelijke verenigingen aanwezig zijn in Hoogmade. Bijna de helft van de respondenten (45%) beoordeelt het aantal sportverenigingen in Hoogmade als voldoende (zie figuur 15). 25% van de respondenten gaf hierop een neutraal antwoord en 22% ruim voldoende. Figuur 14: Zijn er in uw dorp voldoende sociaal-culturele verenigingen aanwezig?
Figuur 15: Zijn er in uw dorp voldoende sportverenigingen aanwezig?
Een belangrijke vraag voor de sport-en sociaal-culturele verenigingen in Hoogmade is in hoeverre zij voorzien in de behoeften van de Hoogmadenaren op dat gebied (zie figuur 16). Slechts een klein gedeelte van de respondenten (5%) geeft aan dat de verenigingen slecht of zeer slecht aansluiten bij hun behoeften. 36% van de respondenten heeft hierover geen uitgesproken mening. Een grote groep respondenten (45%) geeft dat de verenigingen goed of zeer goed aansluiten bij hun behoeften. Als gevraagd werd naar welke verenigingen, activiteiten of voorzieningen zij misten op dit gebied werd er weinig concreets genoemd. Enkele antwoorden waren: zwembad, sportschool, bibliotheek, vecht-en verdedigingssporten en gym voor mannen en ouderen. Figuur 16: In welke mate voorzien de sport-en sociaal-culturele verenigingen in Hoogmade in uw dagelijkse behoeften?
4.12 Hoogmade: dorp in de gemeente Kaag en Braassem Een onderdeel van de enquête ging over het gevoel van binding van de bewoners van Hoogmade met de gemeente Kaag en Braassem of met de omliggende kernen. Een dergelijke vraag zou inzicht kunnen geven op de verbondenheid van Hoogmadenaren met de gemeente of andere kernen op basis van werk, (sport-)activiteiten, voorzieningen etc. Bijna een derde (30%) van de respondenten gaf een neutraal antwoord of hij/zij zich verbonden voelde (zie figuur 17). 41% van de respondenten voelde zich wel verbonden met de gemeente Kaag en Braassem. Hiertegenover stond 29% van de respondenten welke zich niet verbonden voelden met de gemeente Kaag en Braassem. Als we kijken naar de verbondenheid met de omliggende kernen dan zien we dat bijna de helft (46%) zich niet verbonden voelt met deze kernen (zie figuur 18). Iets meer dan een kwart (25%) voelt zich daarentegen wel verbonden met omliggende kernen. Figuur 17: Voelt u zich verbonden met de gemeente Kaag en Braassem?
Figuur 18: Voelt u zich verbonden met andere steden/dorpen als Leiden, Leiderdorp of Alphen a/d Rijn?
4.13 Vestiging in Hoogmade De redenen waarom mensen voor Hoogmade kiezen als woonplaats kan sterk verschillen. In het kader van de enquête werd hierover een vraag gesteld: Wat is de voornaamste reden dat u in Hoogmade woont? De voornaamste reden dat de bewoner in Hoogmade woont, is de omgeving (zie figuur 19). Het feit dat Hoogmade in het mooie “Groene Hart” ligt en langs de rivier de Does en wijde Aa ligt heeft hier waarschijnlijk mee te maken. Daarnaast zijn veel mensen die in Hoogmade geboren zijn hier ook blijven wonen. Familie, bereikbaarheid en werk waren respectievelijk de andere belangrijkste redenen. Figuur 19: Wat is de voornaamste reden dat u in Hoogmade woont?
4.14 Vrijwilligers en leefbaarheid Om actief aan de leefbaarheid in Hoogmade te werken is een welwillende houding nodig van de bewoners. De vrijwilligers bij verenigingen en instellingen in Hoogmade en de bereidheid om mee te werken aan de leefbaarheid dienen hierbij als indicatoren. De helft van de respondenten is vrijwilliger in Hoogmade (zie figuur 20). Zij waren veelal vrijwilliger bij verenigingen waar zij zelf lid van waren. Of dit aandeel van vrijwilligers veel is in vergelijking met het landelijke gemiddeld is moeilijk te bepalen, omdat de onderzoeksmethoden en vragen verschillen. Het ging in de enquête te ver te vragen hoeveel uur zij hieraan besteden per week om de magnitude van het vrijwilligerswerk te peilen. Wel is het duidelijk dat er op dit gebied winst kan worden geboekt, indien de verenigingen of instellingen meer vrijwilligers nodig hebben. Echter iets meer dan 70% van de respondenten, die aangaf geen vrijwilligerswerk te doen in Hoogmade, zegt ook niet te overwegen dit te gaan doen.
Figuur 20: Bent u vrijwilliger bij een van de verenigingen of instellingen in Hoogmade?
Vervolgens werd er gevraagd of de respondenten afgezien van het vrijwilligerswerk wilden bijdragen aan de leefbaarheid in Hoogmade (zie figuur 21). Twee derde van de respondenten (63%) was hiertoe bereid. Bijna een derde (32%) was niet bereid een bijdrage te leveren aan de leefbaarheid van Hoogmade. Een aantal respondenten zei al veel te doen voor de leefbaarheid of kwam hier niet aan toe door de drukte of hoge leeftijd. Figuur 21: Bent u bereid een bijdrage te leveren aan de leefbaarheid van Hoogmade?
De respondenten konden zelf aangeven op welk gebied zij willen bijdragen aan de leefbaarheid in Hoogmade. Het merendeel van de respondenten (54%) is bereid dit te doen in de vorm van burenhulp (zie figuur 22). Dit wordt gevolgd door de kleinschalige dienstverlening
(boodschappen doen, klussen) met 35% en een evenement of bijeenkomst organiseren met 24%. Meerdere antwoorden per persoon waren toegestaan.
Figuur 22: Op welke manier wilt u bijdragen aan de leefbaarheid van Hoogmade
4.15 Veiligheid en criminaliteit In dit gedeelte kijken we naar het veiligheid- en criminaliteitsaspect in Hoogmade. Een gevoel van veiligheid en weinig criminaliteit in de leefomgeving draagt bij aan de leefbaarheid van de leefomgeving. Tabel 5: Veiligheid en criminaliteit in procenten Element van veiligheid Veiligheidsgevoe l Last van vandalisme Last van diefstal/inbraken Last van geweldpleging Sociale controle
Zeer negatief
Negatief
Neutraal
Positief
Zeer positief
Aantal
0,8
0,8
9,9
58,0
30,5
262
1,1
11,5
27,5
33,6
26,3
262
3,5
18,4
36,4
26,4
15,3
261
1,5 1,6
1,9 3,5
3,9 25,7
24,9 43,9
67,8 25,3
261 257
De respondenten voelen zich over het algemeen veilig of zeer veilig (zie tabel 5). Bijna 90% gaat met een gerust hart de straat over en voelt zich veilig in Hoogmade. Weinig respondenten gave aan last te hebben van vandalisme in Hoogmade, slechts 12,6%. Opmerkelijk is dat bijna een kwart (21,9%) van de respondenten aangeeft last te hebben van diefstallen of inbraken in het dorp. Recente (pogingen tot) inbraak in Hoogmade eind 2014 zijn hier waarschijnlijk voor verantwoordelijk. De respondenten ondervinden weinig last van geweldpleging (vechtpartijen, aanranding of verkrachting). De mate van sociale controle in het dorp is voldoende volgens de respondenten.
4.16 Top’s en Flops De jongeren in Hoogmade hebben in 2014 enkele Top’s en Flop’s opgesteld voor Hoogmade. Deze punten zijn volgens de jongeren de sterke en zwakke punten van Hoogmade.
De drie Top’s waren 1. MMO (sportvereniging) 2. Coop-supermarkt
De drie Flop’s waren 1. Voetbalveldje aan de Alcmaerlaan 2. Lege winkelpanden
3. De Schuur (gemeenschapsruimte)
3. Geen goede zwemplek
De respondenten is gevraagd in welke mate zij het eens waren met de Top’s en Flop’s van Hoogmade. In 77% van de gevallen waren de respondenten het eens of zeer eens met de keuze van de Top’s (zie figuur 23). De overige 23% had hier geen uitgesproken mening over of was het oneens met de keuze van de Top’s. De respondenten waren vrij om nog enkele Top’s en Flop’s aan te reiken. Het gaat te ver om alle afzonderlijke toegevoegde Top’s en Flop’s op te schrijven (zie bijlage 3). De meest voorkomende toegevoegde Top’s en Flop’s zullen genoemd worden. Een aantal toegevoegde Top’s: eetgelegenheden, verenigingen, kapper, basisschool, saamhorigheid en vrijwilligers. Figuur 23: Bent u het eens met de keuze van de Top's?
De meerderheid van de respondenten (60%) was het eens de keuze van de Flop’s (zie figuur 24). Iets meer dan een kwart van de respondenten (28%) was het niet eens of oneens met de keuze van de Flop’s. De overige 12% was het hier mee oneens of sprak hierover zijn/haar mening niet uit. Een aantal Flop’s die de respondenten toevoegden: verkeerssituatie Kerkstraat, leegstand de Kom, parkeervoorzieningen, verzakken trottoir, hondenpoep, zwemplek en pinautomaat. Tenslotte werd gevraagd hoe deze Flop’s aangepakt zouden kunnen worden. Het gaat hier te ver om alle suggesties op te sommen. Enkele suggesties die meerdere keren voorkwamen: appartementen maken van leegstaande panden in de Kom, veilige en rustige zwemplek creëren aan de Does, winkelhuren aanpassen, voetbalveldje (multi-)functioneler maken (verharden, vangnet, basketbalringen).
Figuur 24: Bent u het eens met de keuze van de Flop's?
4.17 Wandelpad Eén vraag in de enquête ging over de aanleg van een wandelpad in de buurt van Hoogmade (zie afbeelding). Een groot gedeelte van de respondenten (76%) geeft aan een aanleg van een dergelijk wandelpad belangrijk te vinden. Beoogd wandelpad Hoogmade
4.18 Samenvatting en conclusie De belangrijke vraag, die als een rode draad door de enquête loopt, is natuurlijk hoe tevreden zijn nu de Hoogmadenaren over hun woonsituatie en woonomgeving? Hierbij wordt rekening gehouden met een aantal factoren, zoals de mate van tevredenheid met het verenigingsleven,
aanbod van winkels en voorzieningen, binding met de gemeente of andere kernen, vrijwilligerschap en veiligheid. Over het algemeen zijn de Hoogmadenaren tevreden met de woonsituatie in Hoogmade. Voor elke leeftijdsgroep vanaf 25 jaar geldt dat minimaal (67%) tevreden of zeer tevreden is met de woonsituatie. Des te langer de respondent in Hoogmade woont des te hoger de waardering van woonomgeving. Dit betekende niet dat er geen tekortkomingen in de woonsituatie werden geconstateerd. De respondenten kregen op verschillende plekken in de enquête de kans concrete suggesties en ideeën aan te reiken met als doel de leefbaarheid te verbeteren in Hoogmade. In het kader van de Top’s en Flop’s, winkels, voorzieningen en de leefomgeving in Hoogmade kwamen verschillende suggesties en ideeën naar voren. Hieruit kwamen verschillende punten naar voren waaraan gewerkt moest worden door de gemeenschap zelf of door de gemeente. Deze punten zijn opgenomen in de toekomstagenda van Hoogmade (zie paragraaf 3.2). In het verlengde van de vraag naar de woonsituatie werd de vraag gesteld of de respondent een verhuiswens koesterde. Het overgrote deel (86%) gaf aan niet te willen verhuizen. Dit onderschrijft de eerdere genoemde tevredenheid over de woonsituatie. Los van de vraag over de verhuiswens werd de korte termijn behoefte voor woningen in Hoogmade gepeild. Maar liefst 85% van de respondenten was van mening dat er op korte termijn nieuwe woningen nodig waren. Als er doorgevraagd wordt naar het woningtype dat nodig is zien we een aantal belangrijke punten. Ten eerste verlangen de respondenten voor elk segment het meest naar starterswoningen, ouderen/seniorenwoningen en eengezinswoning in rij. Ten tweede staat is de betaalbaarheid van de woningen van groot belang. Het beschikbaar komen van betaalbare huuren koopwoningen zal de doorstroming op de huizenmarkt van Hoogmade ten goede komen. Op deze manier zullen mensen met over het algemeen minder bestedingskracht, zoals ouderen en starters, een eerlijk kans krijgen op de woningmarkt. Bovendien werden er vragen gesteld over de tevredenheid over de woonomgeving. Tekortkomingen op dit gebied werden concrete korte termijn werkpunten op de toekomstagenda van Hoogmade (zie paragraaf 5.2). Zo werden er voor de parkeergelegenheid, het onderhoud van speeltoestellen en groenvoorzieningen en de verkeersituatie (in Kerkstraat) in Hoogmade reële mogelijkheden voor verbetering gezien. De respondenten oordeelden overwegend positief over het straatmeubilair, bestrating, openbare verlichting en de inrichting van de openbare ruimte. Hiernaast gaf bijna de helft van de respondenten (48,5%) aan geluidsoverlast te ervaren in Hoogmade. Een groot deel van de respondenten (83%) was van mening dat de hogesnelheidslijn teveel lawaai maakte. De respondenten gaven in het kader van de veiligheidssituatie in Hoogmade aan weinig tekortkomingen te constateren. Echter een apart aandachtspunt op de toekomstagenda van Hoogmade vormt de aanpak van diefstal. Het winkelaanbod en de voorzieningen sluiten niet optimaal aan bij de behoeften van de bewoners. 41% van de respondenten is ontevreden over het huidige winkelaanbod in Hoogmade. Een groot aandeel van de respondenten (67%) gaf aan winkels te missen in Hoogmade. Hierbij gaven enkele respondenten wel aan dat de komst van meer winkels niet reëel is in verband met het dunne economische draagvlak. Het in stand houden van de bestaande winkels in Hoogmade is belangrijk voor de leefbaarheid in Hoogmade. Het doen van de inkopen in het dorp en niet alleen de vergeten inkopen, het verlagen van huurprijzen van panden en productprijzen moet hieraan bijdragen. Op het gebied van voorzieningen zegt 38% van de respondenten voorzieningen te missen. Ook voor de voorzieningen menen respondenten
dat men geen uitgebreide voorzieningen kan verwachten in een klein dorp. Net zoals bij winkels is het economische draagvlak klein. In het bijzonder is er gevraagd naar het belang van het behoud van de basisschool. Bijna elke respondent (96%) vindt het belangrijk dat de basisschool behouden blijft in Hoogmade. Het behoud van de basisschool is van groot belang voor Hoogmade en is onlosmakelijk verbonden met de nieuwbouw van huizen om het dorp aantrekkelijk te houden/maken voor jonge gezinnen. De respondenten zijn over het algemeen tevreden over het aantal sport- en sociaal-culturele verenigingen in Hoogmade. De grote verscheidenheid van verenigingen in Hoogmade biedt voor veel respondenten genoeg keuze op dit gebied. Over het algemeen waren de respondenten het eens dat de sport-en sociaal-culturele verenigingen voorzagen in hun behoeften. De leden van dergelijke verenigingen waren erg positief bij de waardering van hun verenigingen. Een belangrijk aspect in het leefbaarheidsvraagstuk in Hoogmade is de bereidheid van bewoners om zelf bij te dragen aan de leefbaarheid. Het vrijwilligerschap van de respondenten (bij instellingen en verenigingen) is een indicator hiervoor. Bijna de helft van de respondenten (49%) gaf aan een vrijwilliger te zijn. Vervolgens werd er gevraagd naar de bereidheid van de respondent om een individuele bijdrage te leveren voor de leefbaarheid in Hoogmade. Een groot gedeelte (67%) van de respondenten geeft aan bereid te zijn een bijdrage te willen leveren aan de leefbaarheid in Hoogmade. Hieruit kan geconcludeerd worden dat zowel op het gebied van het aantal mensen dat betrokken is bij het vrijwilligerschap als de afzonderlijke individuele bijdrages aan leefbaarheid terreinwinst valt te boeken. De verenigingen zullen dan ook de handen ineen slaan om meer mensen (van het belang) hiervan te overtuigen. Wellicht dat de dorpsraad en verenigingen in het kader van de toekomstagenda hier actief een beroep op gaan doen. Kortom de Hoogmadenaren zijn over het algemeen tevreden over hun huidige woonsituatie en woonomgeving. Echter dit neemt niet weg dat er ruimte is voor verbeteringen op het gebied van het aanbod van winkels, voorzieningen, verenigingen, woonomgeving etc. De praktische haalbaarheid van elk van deze verbeterpunten (en suggesties) voor de leefbaarheid in Hoogmade verschilt. Het ene verbeterpunt is namelijk grootschaliger of complexer dan het ander. De praktische haalbaarheid per verbeterpunt of suggestie zal uitwijzen in hoeverre de leefbaarheidssituatie in Hoogmade behouden of verbeterd kan worden. Hier zal zowel op korte als lange termijn aan gewerkt moeten worden door gemeenschap en gemeente.
5 Het heden en toekomst van de leefbaarheid in Hoogmade Het volgende hoofdstuk richt zich zowel op het heden als de toekomst van Hoogmade. In dit hoofdstuk wordt de situatie geschetst van het huidige Hoogmade en wordt geprobeerd een licht te schijnen op de toekomst van de leefbaarheid in Hoogmade door middel van de toekomstagenda. Ten eerste wordt de huidige praktijksituatie in Hoogmade omtrent ligging, historie, bewoners, winkels etc. besproken. Het stuk achtergrondinformatie over de regio Holland Rijnland dient om de situatie in een breder perspectief te kunnen bekijken. Vervolgens wordt er kort gesproken over de oprichting en rol de dorpsraad van Hoogmade. In het tweede gedeelte van het hoofdstuk is de toekomstagenda van Hoogmade opgesteld op basis van de verbeterpunten en suggesties uit de enquête en suggesties van verenigingen tijdens de bijeenkomst. Op korte- en lange termijn zijn werkpunten opgesteld voor gemeenschap en gemeente.
5.1 Situatieschets Hoogmade Het dorp Hoogmade (zie figuur 25) ligt in de provincie Zuid-Holland en valt sinds 2009 onder de gemeente Kaag en Braassem. Hoogmade ligt ten oosten van Leiden en ten noordwesten van Alphen aan den Rijn. In 2012 woonden er 1465 mensen in Hoogmade (CBSinuwbuurt, 2012). Hoogmade is ontstaan uit een bebouwingslint aan de noordkant van de Kerkstraat. De naam Hoogmade is afgeleid van haar relatief hoge ligging in een laaggelegen en nat veengebied. Vanaf de jaren ’60 is Hoogmade stapsgewijs planmatig uitgebreid. De dorpsgemeenschap van Hoogmade heeft een uniek gezicht. De eigenheid van Hoogmade zit niet in de voorzieningen, maar in de mensen. De hechte banden binnen het dorp maken dat Hoogmade een goed georganiseerd verenigingsleven heeft. Het draagvlak voor commerciële voorzieningen is beperkt. De kleine afstanden naar omliggende grotere kernen maakt het voor de mobiele inwoners van Hoogmade mogelijk snel hun inkopen elders te doen. De minder mobiele oudere generatie is veelal aangewezen op de winkels en voorzieningen in het dorp. Er is een supermarkt in Hoogmade. Het winkelcentrum in Hoogmade kampt al jaren met leegstand. Binnen de structuurvisie van de gemeente Kaag en Braassem ziet men kansen in het watertoerisme en het recreatief potentieel van Hoogmade. De gemeente Kaag en Braassem stelt dat ze in kleine kernen als Hoogmade de bouw van nieuwe woningen afremt. De gedachte hierachter is dat de afzetmogelijkheden voor woningen op termijn beperkt zijn. Met het behoud van de Theo Bosmanlaan II als ontwikkelingslocatie zijn ze hier op terug gekomen (Gemeente Kaag en Braassem, 2012). Figuur 25: Woonkern Hoogmade 2014
Bron: Google Maps, 2014
Schaal:
1:50.000
In de periode van 2001-2010 is Hoogmade met één procent gegroeid tot 1730 inwoners (zie figuur 26). In het jaar 2010 komt de leeftijdsopbouw van Hoogmade grotendeels overeen met de leeftijdsopbouw van de gemeente Kaag en Braassem. Het grootste deel van de bevolking in Hoogmade woonde in 2010 in een koopwoning (67%). Van de 680 huishoudens in Hoogmade in 2010 vormden 50% een gezin. Een andere groot deel van de bevolking wordt gevormd door de 1-2 persoonshuishoudens van 55-74 jarigen (32%). Het gemiddelde inkomen van de huishoudens in Hoogmade ligt boven het gemeentelijk gemiddelde (zie figuur 26). De prognoses
wijzen uit dat het inwonersaantal van Hoogmade tot 2030 vrij stabiel zal blijven, echter de samenstelling zal wel veranderen. Het aantal 65-plussers zal in deze periode toenemen wat duidt op vergrijzing in de komende periode. Daarnaast zal het aantal jongere huishoudens (1534 jarigen) slinken met 2%, wat duidt op een mogelijke ontgroening van Hoogmade. Aangezien de leeftijd van moeders van een eerste kind in deze leeftijdscategorie valt (29 jaar), zal het aantal kinderen van 0-15 jaar vermoedelijk afnemen gedurende de periode 2010-2030. De voorspelde veranderingen zijn echter niet groot of zorgwekkend. Figuur 26: Kerncijfers Hoogmade in 2011
Bron: Companen, 2011
Hoogmade in regionaal perspectief
Om Hoogmade in een breder perspectief te plaatsen zal een vergelijking worden gemaakt de omliggende regio Holland Rijnland. De demografische groei van Hoogmade is dusdanig klein dat het bevolkingsaantal nagenoeg stabiel blijft. De omliggende regio Holland Rijnland is een demografische groeiregio. Bijna alle gemeentes in Holland Rijnland kende een bevolkingstoename in de periode 2004-2014. De bevolkingstoename in de periode 2004-2014 van de regio Holland Rijnland (3%) ligt onder het groeigemiddelde van Nederland (3,5%) en de provincie Zuid-Holland (3,6%). De voorspelde kleine bevolkingsafname voor Hoogmade in het jaar 2030 is dan niet zorgwekkend. Een dergelijke situatie in een structureel krimpgebied, zoals Oost-Groningen zou een stuk ernstiger zijn door de consequente leegloop van de regio. In de periode 2004-2014 zien we het aandeel 65 plussers in Holland Rijnland toenemen tot 16,9% van de totale bevolking (zie figuur 27). Het aandeel jongeren onder de 24 jaar (30%) is in deze periode afgenomen. De populatie jonger dan 24 jaar is op zichzelf vrij constant gebleven, maar is proportioneel afgenomen door de toename in andere leeftijdscategorieën (Holland Rijnland, 2014). De regio groeit nog steeds, maar vertoont ook tekenen van vergrijzing en ontgroening. Figuur 27: Ontwikkeling bevolking in Holland Rijnland in de periode 2004-2014, per leeftijdsgroep van 5 jaar
Bron: Holland Rijnland, 2014
De dorpsraad van Hoogmade De dorpsraad van Hoogmade is in 2014 opgericht op initiatief van een zestal inwoners van Hoogmade. De aanleiding voor het oprichten van de dorpsraad was de discussie rondom Hoogmade als “groenkern”. De gemeente Kaag en Braassem bepaalde dat Hoogmade een “groenkern” moest zijn. In dit geval zouden de uitbreidingsmogelijkheden tot een minimum beperkt worden. De dorpsbewoners meenden echter dat de nieuwbouw van woningen nodig was om het dorp leefbaar te houden (leidschdagblad, 2014). Het behoud van de Theo Bosmanlaan II als bouwlocatie voor nieuwbouw is dan ook een groot succes voor de dorpsraad. De werkzaamheden van de dorpsraad richten zich op de belangenbehartiging van de bewoners en verenigingen in Hoogmade. Dit onderzoek naar de leefbaarheid getuigt hiervan. Doordat de dorpsraad een toekomstagenda voor Hoogmade heeft opgesteld zijn er op korte- en lange termijn een groot aantal agendapunten voor de gemeenschap en gemeente om te werken aan de leefbaarheid in Hoogmade (zie paragraaf 5.2).
5.2 De toekomstagenda van Hoogmade Het onderzoek naar de leefbaarheid in Hoogmade heeft zich tot nu toe voornamelijk toegespitst op de huidige leefbaarheidssituatie in Hoogmade. Om nu te werken aan een verbeterde leefbaarheidssituatie in Hoogmade van de toekomst is er een toekomstagenda opgesteld door de dorpsraad van Hoogmade. Binnen dit schema zijn verschillende activiteiten, maatregelen, beslissingen opgenomen om op korte- of lange termijn de leefbaarheid in Hoogmade te verbeteren. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de gemeenschap van Hoogmade en het gemeentebestuur als voortrekker van de plannen op het gebied van leefbaarheid. Daarbij wordt vermeld of de gemeenschap dit zonder of met steun van de gemeente denkt uit te voeren. De respondenten van de enquête hebben met verschillende suggesties en opmerkingen deze toekomstagenda gecompleteerd. De bijeenkomst met de verenigingen leverden ook concrete agendapunten op. Deze toekomstagenda vormt als het ware een plan van aanpak om de leefbaarheid te behouden en te verbeteren. Hoe kan men nu actief werken aan een leefbaar Hoogmade van de toekomst? Deze toekomstagenda hoopt hier inzicht in te verschaffen. De toewijding en welwillendheid van bewoners, verenigingen, dorpsraad en gemeente is in dit uitvoeringsproces van cruciaal belang.
De toekomstagenda van Hoogmade Korte termijn – voortouw Gemeenschap Hoogmade Steun gemeente niet nodig Met steun gemeente – bevordering – Wandelpaden gemeenschapszin en (korte termijn saamhorigheid tijdelijke oplossing) – voortzetting “burenhulp”, – verbeteringen samen met driemaster en voetbalplek stiwo speelveld – periodiek overleg (pannakooi/voetbalk verenigingen – oprichting ooi). “verenigingsberaad”. Basketbalringen, verharden, Bestuurlijk: gemeenschappelijke vangnetten etc. (multifunctionaliteit) inzet bij de – zwemplaats voor gemeente voor de jeugd behoud CCH Hierin eerst praktische zaken – bevordering boodschappen doen afspreken en basis leggen voor verdere samenwerking bij de coop – bestrijding diefstal de ontwikkeling digitale jaaragenda (iom de politie) een “Welkomstgids Hoogmade” namens
Korte termijn – voortouw gemeente i.o.m. dorpsraad – waarborg toekomst CCH – meer zichtbaar politietoezicht – veilige en betere zwemplaats – wandelpaden structurele oplossing – meer honden uitlaatplekken – goede, sluitende bewegwijzering – bewegwijzering naar de Coop – onderhoud speeltuinen en speeltoestellen – speeltoestellen voor oudere kinderen – verbetering (onderhoud) groenvoorziening – verbetering parkeermogelijkheden – bestrijding geluidsoverlast – verkeersituatie Kerkstraat – verbeteren mogelijkheden waterrecreatie en watertoerisme – onderhoud bestrating en trottoirs – glasbakken (ondergronds) Groei en bouwen – in beweging brengen bouw Theo Bosmanlaan – vaststelling “strategisch plan omvang en inhoud groei woningen in Hoogmade”
alle verenigingen voor nieuwe inwoners “Dag van de verenigingen” organiseren (nationale sportweek in Hoogmade) gezamenlijke Koningsspelen fietstochten (3x per jaar) Sportcafé (daarin ook nieuwjaarsreceptie) Regie en coördinatie door de dorpsraad (samenbindende factor), uitvoering door verenigingsbesturen (taakverdeling) Groei en bouwen – opstelling strategisch plan “wensen omvang en inhoud noodzakelijke groei woningen” voor behoud leefbaarheid, gebruik makend van de uitkomsten van de enquête, nl................ (hoe ziet de best denkbare fasering eruit?) – actieve inbreng bij voorbereidingen brede school – zowel i.v.m. gewenste woningen als gebruik accommodaties – (Resterende) lege winkelpanden in de Kom nuttige bestemming geven Langere termijn – voortouw Gemeenschap Hoogmade
Langere termijn – voortouw Gemeente i.o.m. dorpsraad
– als dorpsraad informatie blijven verstrekken en ideeën en behoeften peilen – burgerparticipatie en burenhulp
– uitvoering “strategisch plan omvang en inhoud groei woningen in Hoogmade” – vaststelling “accommodatiebeleid” voor Hoogmade
– verenigingsberaad onderzoekt Verdere vormen van samenwerking (b.v. Gezamenlijke werving vrijwilligers, werving donateurs, gebruik maken van elkaars faciliteiten en know how) onderzoekt samen met de CCH mogelijkheden voor stroomlijning en efficiënt gebruik van accommodaties
Zoals gezegd zijn de maatregelen en besluiten onderverdeeld als taak van de gemeente of gemeenschap. Op korte termijn zien we voor de gemeenschap een grote rol voor het verenigingsleven van Hoogmade. Door nauwe samenwerking en regelmatig overleg kan een op elkaar afgestemde jaaragenda worden opgesteld voor de Hoogmadenaren. De verschillende activiteiten voor en door de Hoogmadenaren zullen op een positieve manier bijdragen aan de leefbaarheidssituatie in Hoogmade. Dit komt de saamhorigheid en gemeenschapszin binnen Hoogmade ten goede. Het initiatief van “burenhulp” en de bereidheid daartoe draag hier tevens aan bij. De gemeenschap ziet met steun van de gemeente met enkele ingrepen in de openbare ruimte een mogelijkheid tot het verbeteren van de leefbaarheid in Hoogmade. Het stimuleren van het boodschappen doen bij de Coop heeft tot doel om het economisch draagvlak van de supermarkt te vergroten en de winkel te behouden voor toekomstige generaties. Het wegvallen van deze winkel betekent dat de Hoogmadenaren buiten het dorp de boodschappen moeten doen. Vooral voor minder mobiele bevolkingsgroepen, zoals ouderen heeft dit een grote impact. Op het gebied van bouwen en groeien, zal de gemeenschap ideeën inventariseren aangaande de nieuwbouwlocatie aan de Theo Bosmanlaan en de brede school. Bovendien zal er op korte termijn een oplossing gevonden moet worden voor de leegstand op het dorpsplein de Kom. De rol van de gemeente op de korte termijn zal zich vooral toespitsen op fysieke ingrepen in de openbare ruimte. Dit varieert van het onderhoud van speeltuinen en groenvoorzieningen tot het verbeteren van de verkeerssituatie in de Kerkstraat. De toekomst van de Stichting Cultureel Centrum Hoogmade (CCH) is voor het beheer van haar gebouwen mede-afhankelijk van de subsidies van de gemeente. Het belang van de instandhouding van gebouwen als de Schuur, Drieluik, de Stal, de Barg en de Brug zijn van onschatbare waarde voor Hoogmade. De vele activiteiten in deze gebouwen dragen bij aan een levendig en leefbaar Hoogmade. Hiernaast hebben de bewoners de wens uitgesproken voor meer zichtbaar politietoezicht in Hoogmade. Een gevoel van veiligheid is een fundamentele voorwaarde voor prettig wonen in Hoogmade. Op het gebied van groeien en bouwen zal de gemeente een strategisch plan moeten ontwikkelen voor de groeimogelijkheden en de uiteindelijk beoogde omvang van Hoogmade. Een vervolgstap hierop is het geven van het startsein geven voor de nieuwbouw aan de Theo Bosmanlaan. Op de lange termijn zijn de plannen voor de leefbaarheid minder concreet. Op de langere termijn zal de dorpsraad van Hoogmade ideeën en initiatieven van bewoners en verenigingen moeten blijven peilen. Door het blijven volgen van het nu ingeslagen pad blijft leefbaarheid een
actueel onderwerp in Hoogmade. De toekomstagenda zal dan ook regelmatig moeten worden geactualiseerd met toevoegingen en aanpassingen. De verenigingen op hun beurt zullen verdere vormen van samenwerking moeten vinden om elkaar te ondersteunen op het gebied van het werven van vrijwilligers en donateurs. Hierbij kunnen zij een beroep doen op elkaars kennis en “know how”. De CCH zal in samenwerking met de verenigingen werken aan een efficiënt en gestroomlijnd gebruik van de accommodaties. Op de lange termijn zal de gemeente het opgestelde strategisch plan voor de omvang en groei van Hoogmade uitvoeren. Het zogenaamde accommodatiebeleid verwoordt de plannen van de gemeente ten aanzien van de accommodaties van de CCH. Kortom de gemeenschap en de gemeente kunnen nu op diverse manieren werken aan de leefbaarheid van Hoogmade nu en in de toekomst. Hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor de dorpsraad als schakel tussen gemeente en bewoners. Door het blijven polsen van ideeën en initiatieven bij bewoners door de dorpsraad en het actief werken aan de leefbaarheidssituatie in Hoogmade door bewoners, verenigingen en gemeente blijven dergelijke leefbaarheidsvraagstukken in Hoogmade een actueel thema.
6 Conclusie In dit hoofdstuk zullen de hoofd- en deelvragen beantwoord worden. Hierbij wordt de theorie en de resultaten van de enquête gebruikt om tot een goed geconstrueerd antwoord te komen. De hoofdvraag luidt als volgt: Op welke manieren kan de kwaliteit van de leefomgeving en aantrekkingskracht van Hoogmade behouden blijven rekening houdend met een veranderende bevolkingssamenstelling? De deelvragen zijn: 1. Welke factoren dragen bij aan een kwalitatief goede leefomgeving? 2. Welke aspecten vormen de aantrekkingskracht van een woonkern? 3. Op welke manieren kunnen beleidsmakers het voorzieningsniveau en de kwaliteit van de leefomgeving sturen? 4. In hoeverre sluit de huisvesting in Hoogmade aan bij de woonwensen van de huidige bewoners en bij de starters op de woningmarkt? 6.1 Beantwoording deelvragen Welke factoren dragen bij aan een kwalitatief goede leefomgeving? In de theorie worden verschillende factoren aangereikt welke bijdragen aan een kwalitatief goede leefomgeving. Hoewel de kwaliteitswaardering van de leefomgeving verschilt per bewoner zijn er wel degelijk elementen aan te wijzen welke de leefbaarheid van de leefomgeving bevordert. Wat een leefomgeving kwalitatief goed maakt is de mate het aansluit
bij de behoeften en wensen van de bewoners. Aangezien leefbaarheid simpel gezegd niet veel meer is dan de geschiktheid van de leefomgeving voor de bewoner, wordt gekeken naar de objectieve, sociale en fysieke elementen welke de leefbaarheid in het woongebied vormen. Een containerbegrip zoals leefbaarheid bestaat dan ook uit zowel harde feitelijk aanwijsbare elementen als uit de ervaringen en belevingen van bewoners in relatie tot hun woonomgeving. Ten eerste is de leefbaarheid mede-afhankelijk van de sociale voorzieningen en structuur in een woonkern. De sociale voorzieningen zijn belangrijk voor de algemene leefbaarheidssituatie in Nederland, echter dit zegt nog weinig over de mate waarin de omgeving aansluit op de behoeften en wensen van de bewoner. De sociale relaties van buren en dorpsgenoten vormen een belangrijk deel van de leefbaarheid in een woonkern. Een prettige onderlinge omgang tussen bewoners vergroot het woonplezier van deze mensen en draagt vervolgens positief bij aan de leefbaarheidssituatie in de woonkern. Een tweede aspect van leefbaarheid betreft dreiging en veiligheid in de woonomgeving. Dit betreft zowel de fysieke, feitelijke veiligheid aan de hand van de veiligheidssituatie omtrent verkeer, criminaliteit, vandalisme e.d. en het subjectieve ontastbare gevoel van veiligheid en dreiging. Een derde aspect van leefbaarheid is de waardering van de eigen woning. Hierbij wordt gekeken naar het woonplezier van de bewoners en de fysieke omgeving van de woning welke extern beïnvloedbaar zijn, zoals parkeergelegenheden, straatverlichting, de verkeerssituatie etc. De mate waarin het verenigingsleven, aanbod van winkels en voorzieningen aansluit bij de behoeften van de bewoners vormen tevens een deel van de leefbaarheid in een woonkern. Enkele (macro) economische factoren, zoals het economische klimaat, werkgelegenheid, de rentestand, inflatie de lokale economische omgeving vormen tevens een gedeelte van de leefbaarheid op lokaal niveau. De mate waarin mensen de leefomgeving als “goed” beoordelen is mede-afhankelijk vanuit welk perspectief zij dit bekijken. Verwachten zij dat de bewoners van een woonkern alle voorzieningen en winkels kunnen vinden in het dorp, zoals in het “autonome dorp” of zien zij hun woonkern alleen als plaats van verblijf. In het laatste geval zullen de bewoners minder eisen stellen aan het aantal of de kwaliteit van de winkels en voorzieningen in het dorp. Aangezien de waardering van de leefomgeving individueel sterk verschilt, komt alles neer op de volgende uitspraak “Omdat bewoners verschillen in de waardering van de leefbaarheidssituaties door andere behoeften en prioriteiten te stellen, blijkt de leefbaarheid van een omgeving alleen uit hoe lang en gelukkig mensen er leven” (Veenhoven, 2000, p.3). Welke aspecten vormen de aantrekkingskracht van een woonkern? De aspecten, welke de aantrekkingskracht vormen van een woonkern worden ook wel de pullfactoren van een woonkern genoemd. Een optimaal aantrekkelijke woonkern heeft precies te bieden wat de bewoners van hun woonkern verlangen. De factoren die mensen overhaalt in een bepaalde woonkern te vestigen zijn zeer divers: omgeving, veiligheid, bereikbaarheid, afstand tot werk, familie, voorzieningen, winkels, verenigingsleven. Afhankelijk van de prioriteiten en het referentiekader van de bewoner zal deze meer belang toedichten aan bepaalde aspecten. In het kader van de enquête is er gevraagd naar de reden waarom hij/zij in Hoogmade woont. Hieruit komt naar voren dat de bewoners de omgeving dusdanig waarderen dat dit
voornaamste reden was om zich in Hoogmade te vestigen. De familie was een andere voorname reden om zich in Hoogmade te vestigen. De aanwezige Top’s in Hoogmade kunnen worden gezien als de lokale factoren, die de aantrekkingskracht van Hoogmade vormen. Een ruime meerderheid (78%) was het eens met de keuze van de Top’s. Verenigingsgebouw de Schuur, sportvereniging MMO en de supermarkt Coop vormden voor deze mensen een aantrekkelijk element van Hoogmade. De bewoners voegden zelf ook enkele Top’s toe. Deze Top’s waren voor hun een aantrekkingsfactor voor het wonen in Hoogmade. Een aantal toegevoegde Top’s: de eetgelegenheden, de verenigingen, de basisschool, saamhorigheid en vrijwilligers. Hierin zien we dat de bewoners van Hoogmade los van de algemene factoren van aantrekkelijkheid de lokale voorzieningen, activiteiten, vereniginen etc. zien als factoren die de aantrekkingskracht vormen van een woonkern, in dit geval Hoogmade. Op welke manieren kunnen beleidsmakers het voorzieningsniveau en de kwaliteit van de leefomgeving sturen? Beleidsmakers kunnen op vele manieren richting geven aan het voorzieningsniveau en de kwaliteit van de leefomgeving, maar er zijn grenzen aan deze sturing. In dit geval worden beleidsmakers gezien als het gemeentebestuur en het Plaatselijk Belang. Op een indirecte manier hebben verenigingen en bewoners ook inspraak op de beleidsvorming. Voor beleidsmakers is het lastig om het voorzieningsniveau aan te passen aangezien het voornamelijk afhankelijk is van het economische draagvlak en de mate van behoefte van bewoners. Het voorzieningen- en winkelbestand is namelijk onderhevig aan macro-economische krachten. In dit geval blijft de rol van beleidsmaker beperkt tot het faciliteren en stimuleren van ontwikkelingen op het gebied van voorzieningen. Wel kunnen beleidsmakers op verschillende manieren positief bijdragen aan de kwaliteit van de leefomgeving. Diverse ingrepen op het gebied van leefbaarheid, zoals het verbeteren van de verkeerssituatie, vergroten van de parkeergelegenheden, regelmatig onderhoud van groenvoorzieningen, speeltoestellen en straatmeubilair, het vergroten van politietoezicht, verbetering van straatverlichting, bewegwijzering, wandelpaden of trottoirs, verminderen van geluids- of stankoverlast dragen op een positieve manier bij aan de leefbaarheidssituatie in de woonkern. Deze denkwijze gaat uit van het onderhouden en verbeteren van het bestaande leefbaarheidsniveau met bestaande elementen uit de woonomgeving. Als er bij bewoners sprake is van behoefte aan totaal nieuwe elementen in de woonomgeving, zoals woningen, voorzieningen of winkels kan in samenspraak met makelaars, aannemers, ondernemers een dorpsspecifiek plan worden opgesteld. Denk hierbij aan de ontwikkelingslocatie aan de Theo Bosmanlaan II. Na een inventarisatie van het aantal en type woningen, voorzieningen en winkels kan hierop door de betrokken partijen een passende manier worden ingespeeld. Een logisch gevolg na deze gedachtewisselingen tussen bewoners en beleidsmaker is de stap richting de praktische invulling van deze plannen. Een belangrijk onderdeel hierin is de stelselmatige inventarisatie van initiatieven en ideeën van bewoners als bouwstenen voor dit dorpsplan. Dit dorpsplan levert een positieve bijdrage aan de leefomgeving ten einde de leefbaarheid te vergroten. Een belangrijke schakel bij het opstellen van een dorpsplan is het Plaatselijk Belang. Een belangrijke stap is al gezet met het opstellen van de toekomstagenda van Hoogmade. Het Plaatselijk Belang functioneert hier als bemiddelaar tussen bewoners en overheid en vormt dé manier om zoveel mogelijk mensen te betrekken bij het opstellen van een dorpsplan. Door het vergroten van het draagvlak ontstaat er een helder en
duidelijk overzicht van wat de gemeenschap graag veranderd, verbeterd of behouden ziet worden in de omgeving. In hoeverre sluit de huisvesting in Hoogmade aan bij de woonwensen van de huidige bewoners en bij de starters op de woningmarkt? Om deze vraag te beantwoorden zal eerst gekeken worden of de bewoners van Hoogmade willen verhuizen of niet. De beslissing om te verhuizen getuigt van een dusdanig onenigheid tussen de woonwens van de bewoner en de huidige woning dat dit waardevolle informatie verschaft. Het grootste deel van de respondenten (86%) zou niet op korte termijn (3 jaar) willen verhuizen. Een klein gedeelte wil en kan verhuizen (11%) en de rest (3%) kan of wil wel verhuizen, maar kan dit niet doordat de financiële of sociale dit niet toelaat. De bewoners waren, in elke leeftijdscategorie vanaf 25 jaar, dan ook in de meeste gevallen tevreden of zeer tevreden over de huidige woonsituatie (70-80%). De bewoners die aangaven liever in ander woningtype dan het huidige te willen wonen gaven aan liever in een appartement (26,7%), eengezinswoning in rij (20%) of in een ouderenwoning (13,3%) te willen wonen (rekening houdend met de financiële mogelijkheden van het huishouden). Een groot gedeelte van de respondenten (85%) gaf aan dat Hoogmade op korte termijn nieuwe woningen nodig had. Het behoud van de Theo Bosmanlaan II als ontwikkelingslocatie is hierin cruciaal voor de doorstroming op de huizenmarkt in Hoogmade. Ten einde de doorstroming op de huizenmarkt te bevorderen en jonge starters een kans te geven zich in Hoogmade te vestigen, zal eerst een duidelijk beeld gevormd moeten worden van wat de bewoners op korte termijn willen van de huizenmarkt in Hoogmade. In elke segment van de woningmarkt (sociale huursegment, vrije sector huursegment en koopsegment) gaven de respondenten aan dat starterswoningen, ouderen/seniorenwoningen en eengezinswoningen in rij het meest nodig zijn op korte termijn. Bij de mogelijke realisatie van de bouwplannen van deze gewenste woningtypen is het van belang de betaalbaarheid en parkeergelegenheid omtrent de nieuwe woningen in de gaten te houden. Het beschikbaar komen van de gewenste woningtypen tegen een “betaalbare prijs” kan voor een dusdanige beweging zorgen op de huizenmarkt in Hoogmade, dat steeds meer mensen een goed passende woning kunnen vinden in de nabije toekomst. Jonge gezinnen en starters in het bijzonder. Deze doelgroep vormt immers de toekomst voor Hoogmade en vormt het toekomstig draagvlak voor haar voorzieningen, winkels en verenigingen. De werkwijze van het Collectief Particulier Opdrachtgeverschap is hierbij uitermate geschikt. Door het zo vroeg mogelijk betrekken van de toekomstige bewoners bij het nieuwbouwproject wordt een grote betrokkenheid gecreëerd. De toekomstige bewoners kunnen binnen het stedenbouwkundige kader hun wensen en behoeften aangeven. Op deze manier zal het nieuwe aanbod van woningen uitstekend passen bij de woningvraag van de toekomstige bewoners. Kortom de huidige bewoners zijn tevreden met de huisvesting in Hoogmade. Daarentegen stellen de respondenten dat het huidige aanbod op de woningmark van Hoogmade niet aansluit bij de woonwensen van starters. Om de huisvesting aan te laten sluiten bij de woonwensen van starters zal op korte termijn de geschikte huisvesting door middel van doorstroming en/of nieuwbouw op de huizenmarkt in Hoogmade tegen een betaalbare prijs beschikbaar moeten komen. Op deze manier kan de aansluiting van de woonwensen voor huisvesting van nieuwkomers (starters) op langere termijn worden gewaarborgd. 6.2 Beantwoording hoofdvraag
Op welke manieren kan de kwaliteit van de leefomgeving en aantrekkingskracht van Hoogmade behouden blijven rekening houdend met een veranderende bevolkingssamenstelling? De kwaliteit van de leefomgeving en aantrekkingskracht in Hoogmade is vervat in een groot aantal elementen welke de leefbaarheid vormen van de woonkern Hoogmade. Het behouden en versterken van deze elementen voor Hoogmade is van groot belang voor de toekomstige leefbaarheidssituatie. De kwaliteit van de leefomgeving en aantrekkingskracht van Hoogmade zijn onderling onlosmakelijk verbonden. Een kwalitatief goede leefomgeving voor de huidige bewoners is tegelijkertijd aantrekkelijk voor potentiële nieuwkomers in Hoogmade. Het is van belang dat de gemeenschap en gemeente zich nu inzet voor het behoud van de kwaliteit van de leefomgeving voor de toekomst. Zo kan de aantrekkingskracht van Hoogmade behouden worden. Hoe kan hetgeen dat nu leefomgeving van Hoogmade aantrekkelijk maakt behouden worden voor de toekomst? Hiervoor zullen een aantal praktische handvaten worden aangeboden. Het betreft hier acties en maatregelen van individuele bewoners, verenigingen, dorpsraad en gemeente op zowel de korte als lange termijn. Ten eerste zal het behoud van de jeugd voor het dorp van vitaal belang zijn voor het behoud van de huidige leefbaarheidssituatie. Bovendien zal Hoogmade aantrekkelijk moeten zijn voor jonge gezinnen om zo de toekomstige generatie voor Hoogmade veilig te stellen. Van alle elementen van leefbaarheid is hier een bijzonder plaats voor (het behoud van) de basisschool. Een dergelijke voorziening zal voor jonge gezinnen erg belangrijk zijn voor de vestiging in Hoogmade. Vanzelfsprekend zal het woningaanbod deze doelgroep moeten aanspreken. Een projectontwikkeling naar het idee van Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) kan hier een belangrijke rol in spelen. Als toekomstige inwoners veel inspraak hebben in de vormgeving van de ontwikkelingslocatie zal het nieuwe woningaanbod hen zeker aanspreken. Door dit verlaagde risico wordt het voor marktpartijen aantrekkelijker zich in dit project te mengen. Door middel van nieuwbouw aan de Theo Bosmanlaan II zal de doorstroming op de woningmarkt in Hoogmade mogelijk meer op gang komen. Het beschikbaar komen van betaalbare eengezinswoningen, starterswoningen en ouderen/seniorenwoningen is binnen dit proces van groot belang. De jeugd is immers de toekomst en zal het draagvlak gaan vormen voor de voorzieningen, winkels en verenigingen in Hoogmade. Op deze manier wordt er rekening gehouden met de dreiging van ontgroening en vergrijzing van Hoogmade. Het tweede punt betreft de werving van vrijwilligers en het afstemmen van de activiteiten door verenigingen. Als de verenigingen in Hoogmade hun handen ineen slaan op dit gebied zullen de activiteiten die georganiseerd worden door de individuele verenigingen minder met elkaar botsen. Door het opstellen van een gezamenlijke jaaragenda kunnen de activiteiten van de verenigingen beter op elkaar worden afgesteld. Zo hebben geïnteresseerden een ruime keuze aan activiteiten zonder dat de deelname van de ene activiteit ten koste gaat van een andere activiteit. Voor de organisatie en uitvoering van deze activiteiten zijn verenigingen afhankelijk van vrijwilligers. Door de gezamenlijke werving van vrijwilligers hopen de verenigingen genoeg vrijwilligers te werven voor hun activiteiten. Het derde punt gaat over de verbindende rol van de dorpsraad tussen bewoners en gemeente. Als vertegenwoordiging van de bewoners van Hoogmade zal de dorpsraad als voorspreker moeten fungeren bij de gemeente. Door het blijven polsen van de leefbaarheidssituatie in Hoogmade door middel van contact met bewoners over ideeën, suggesties en initiatieven blijft de discussie met bewoners en gemeente rondom leefbaarheid levendig en actueel. Het
stimuleren van lokale initiatieven en ideeën door dorpsraad, verenigingen en gemeente in het kader van burger-en overheidsparticipatie past hierbij. Op deze manier worden bewoners gestimuleerd een individuele bijdrage aan de leefbaarheid te doen. Het zij door het doen van vrijwilligerswerk of het bijdragen aan de leefbaarheid op andere manieren, zoals burenhulp, thuiszorg, kleinschalige dienstverlening etc. Tenslotte zal een verdere uitwerking van de toekomstagenda van Hoogmade een duidelijker beeld geven over de aanpak van het leefbaarheidsvraagstuk in Hoogmade voor zowel de korteals lange termijn. Binnen de toekomstagenda zijn de taken op korte en lange termijn verdeeld tussen de gemeenschap van Hoogmade en de gemeente Kaag en Braassem. Hoogmade heeft zelf het initiatief genomen, maar heeft in sommige gevallen ondersteuning nodig van de gemeente Kaag en Braassem. De rol van de gemeente ten aanzien van de “attitude” van Hoogmade kan worden omgeschreven als voorwaardenscheppend, faciliterend en ondersteunend (zie figuur 1.3). Een verdere concretisering van het plan van aanpak over het wie, doet wat, wanneer en hoe zal ervoor zorgen dat het plan van aanpak verduidelijkt wordt en de betrokken partijen doeltreffend en gericht te werk kunnen gaan.
7 Discussie en aanbevelingen In dit tekstgedeelte zal kort geschreven worden over het verloop van het werkproces tijden de bachelorthesis. De intensiteit van het werkproces was vooral hoog bij het naderen van de deadline. Hierover zijn enkele opmerkingen over wat beter of anders kon op zijn plaats. Het verzamelen van de wetenschappelijke literatuur verliep soepel. De praktische kant van de bachelorthesis in de vorm van het afnemen van enquêtes en het bijwonen van bijeenkomsten verliep minder soepel. In dit gedeelte ging veel meer tijd zitten dan gedacht. Er was veel overleg nodig met de dorpsraad van Hoogmade om tot een goed dekkende enquête te komen. Bovendien kregen verenigingen, winkels een bepaalde tijd om suggesties en aanvullingen aan te reiken voor de enquête. Aangezien er tijdens deze “wachttijd” niets werd toegevoegd vertraagde dit de totstandkoming van de enquête. Vervolgens nam het printen van de enquêtes een week in beslag. De uiterste invuldatum van de digitale en papieren enquête stond op 31 december. Door een vertraagde postzending waren de laatste enquêtes 13 januari binnen. Dit liet weinig tijd over voor het uitwerken en interpreteren van de enquête. Bovendien waren de respondenten niet representatief voor de populatie. Door een schatting van de non-respons voorafgaand de enquête had er beter rekening worden gehouden met de ondervertegenwoordiging van een bepaalde leeftijdsklasse. Een ander punt dat anders had moeten worden aangepakt is de inlevertijd van het toesturen van stukken. Als deze ruimer van tevoren zouden zijn opgestuurd (door mij), zou er meer tijd zijn voor de betrokkenen om zich in te lezen. Zoals elke “goede wetenschapper” betaamt zullen enkele aanbevelingen worden gedaan voor verder onderzoek rondom dit thema. Ten eerste zal een tweede ronde van enquêteren ervoor zorgen dat de ondervertegenwoordiging in bepaalde leeftijdsklassen kan worden gecompenseerd. Dit in verband met de representativiteit van de resultaten van de enquête. Ten tweede zou een aanvullend onderzoek over het “wat” en “hoeveel” voor het behoud van de leefbaarheid inzicht geven in de kwantitatieve opgave van het leefbaarheidsvraagstuk. Dit heeft voornamelijk betrekking op de vraag naar nieuwe woningen in Hoogmade. Ten derde zal in dit kader een onderzoek over hoe verenigingen meer leden kunnen werven en hun draagvlak kunnen vergroten niet misstaan. Immers het verenigingsleven speelt een prominente rol in de leefbaarheidssituatie in Hoogmade. Tenslotte zal in het kader van de toekomstagenda van Hoogmade een preciezere rol-en tijdsverdeling noodzakelijk zijn om tot bindende afspraken te komen met bewoners, verenigingen, gemeente etc. Een tussentijdse evaluatie van dit beleid zal haar mate van succes en slagen bepalen. Het blijven polsen van de leefbaarheid in Hoogmade door de dorpsraad, verenigingen, bewoners en gemeente is hierin cruciaal om actief te kunnen reageren op actuele leefbaarheidsvraagstukken.
8 Literatuurlijst Bouwen in eigen beheer (Bieb) (2015), Wat is collectief particulier opdrachtgeverschap http://www.bouwenineigenbeheer.nl/bieb/wat-is-cpo Geraadpleegd: 22 januari 2015 Buis, M. (2013), Smart Decline …. een nieuwe strategie voor krimpgebieden? http://urbandecline.org/Urban-Decline-01-Smart-Decline-een-nieuwe-krimpstrategie.pdf Bzk (2012), wonen in ongewone tijden: de resultaten van woononderzoek Nederland 2012. Den Haag: Ministerie van Buitenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/onderzoeken-over-bouwen-wonen-enleefomgeving/documenten-en-publicaties/rapporten/2013/03/01/wonen-in-ongewonetijden.html Centraal Bureau voor de Statistiek (2015), Statline http://statline.cbs.nl/statweb/?LA=nl Geraadpleegd: 12 januari 2015 Cees (2012), model Bateson http://cees010809.wordpress.com/2012/05/23/model-bateson/ Geraadpleegd: 3 november 2014 Centraal Planbureau (2010), Vergrijzing verdeeld: toekomst van de Nederlandse overheidsfinanciën. Den Haag: Centraal Planbureau. http://www.cpb.nl/publicatie/vergrijzing-verdeeld-toekomst-van-de-nederlandseoverheidsfinanci%C3%ABn Companen (2011), Woningmarkt onderzoek Kaag en Braassem. Arnhem: Companen Dam, K.I.M. van, L.J.G. van Wissen, G. de Roo, J. van Dijk, D. Strijker & J. Veenstra (2009),Quick scan wisselwerking Groningen en krimpgebieden (concept), pp. 1-34. Denktank (2011), Woonmanifest Amsterdam 2012. Amsterdam: Denktank. http://www.amsterdam.nl/gemeente/organisatiediensten/wzs/container/documentatie/onderzoek-woonbeleid/onderzoekwoonbeleid/woonmanifest/ Dorst, van M.J. (2005), Een duurzaam leefbare woonomgeving: fysieke voorwaarden voor privacyregulering. Proefschrift Technische Universiteit Delft. Delft: Eburon
Elshof, P. & K. Schoot (2012), De toekomst van leefbaarheid in kleine kernen. Deventer: Bachelorthesis. Groot, J.P. de (1969), Leefbaarheid van Dorpen in de Gemeente te Borger. Wageningen: Afdelingen Sociale Wetenschappen Landbouwhogeschool Wageningen, bulletin nr. 32. Gemeente Kaag en Braassem (2013), Maatschappelijk Ruimtelijke Structuurvisie 2025. Roelofarendsveen: gemeente Kaag en Braassem Habeko Wonen (2014), Wonen met dorpse kracht: ondernemingsplan 2014-2018. Hazerswoude-Dorp: Habeko Wonen. http://www.habekowonen.nl/fileadmin/user_upload/Content/PDF/Ondernemingsplan_20142018.pdf Holland Rijnland (2014), Kerncijfers 2014/2015 http://www.hollandrijnland.net/holland_rijnland/holland-rijnland-incijfers/KerncijfersHollandRijnland20142015.pdf IenM (2012), Investeren in gebiedsontwikkeling nieuwe stijl: handreiking voor samenwerking en verdienmodellen. Den Haag: Ministerie van Infrastructuur en Milieu. http://webcache.googleusercontent.com/search?q=cache:VHWEIryuYoJ:www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/rapporten/2012/06/06/investeren-in-gebiedsontwikkeling-nieuwestijl.html+&cd=2&hl=nl&ct=clnk&gl=nl Infonu (2009), Definitie Leefbaarheid. http://mens-en-samenleving.infonu.nl/sociaal/33496-definitie-leefbaarheid.html Geraadpleegd: 29 oktober 2014. Hollander, J.B. & J. Németh (2011), The bounds of smart decline: a foundational theory for planning shrinking cities. Housing Policy Debate 21 (3), pp. 349-367. Klouwen, B., M. Groenland, W. Tideman, P. Tiggeloven (2014), Vitaliteitsimpuls kleine kernen: Tool-box kleine kernen. Arnhem: Companen: advies voor woningmarkt en leefomgeving. http://www.schagen.nl/document.php?m=9&fileid=45977&f=370d78df5a54b4e628119b41812f ab58&attachment=0 Leidsch Dagblad (2014), Hoogmade krijgt dorpsraad http://www.leidschdagblad.nl/regionaal/leidenenregio/article26658563.ece Geraadpleegd: 22 januari 2015 Nul20 (2012), Maatwerk kan doorstroming bevorderen, maar huurder moeten wel perspectief op redelijk aanbod hebben. Amsterdam: Nul20. http://www.nul20.nl/issue61/kb_4 Geraadpleegd: 26 oktober 2014 PDOK (2014), Publieke Dienstverlening op Kaart: PDOK viewer. http://pdokviewer.pdok.nl/ Geraadpleegd; 14 september 2014
Pröpper, I. (2009), De aanpak van interactief beleid: elke situatie is anders. Bussum: Coutinho. Spit, T. & P. Zoete (2009), Ruimtelijke ordening in Nederland: een wetenschappelijke introductie in het vakgebied. Den Haag: SDU uitgevers. Herziene editie. Thissen, F. & M. Loopmans (2013), Dorpen in verandering. Rooilijn, jaargang 46, nr.2, 2013, pp. 80-89. USP marketing consultancy (2010), Leefbaarheidsonderzoek Utrechtse heuvelrug Van Dale (2014), woordenboek Geraadpleegd: 22 september 2014 Verboog, R. (2011), Leefbaarheid kleine kernen: Onderzoek naar de leefbaarheid in kleine kernen. Utrecht: Masterthesis. http://www.uu.nl/faculty/socialsciences/NL/dienstverlening/kennispunt/publicaties/Recent/Do cuments/Rapport_KleineKernen.pdf Veenhoven, R. (2000), Leefbaarheid: betekenissen en meetmethoden. Studie in opdracht van Ministerie WVZ. Zuidema, E. (2013), Kwaliteit en leefbaarheid in krimpende regio’s: naar een nieuwe planningsmethodiek. Den Haag: Platform 31. http://www.platform31.nl/uploads/attachment_file/117/130313_Kwaliteit_en_leefbaarheid_in _krimpende_regios.pdf
Bijlage 1 Enquête leefbaarheid Hoogmade I. DOORSTROMEN, VERHUIZEN EN BEHOUD JONGEREN VOOR HET DORP Hoe lang woont u in Hoogmade? Aantal jaren: ….. Hoe tevreden bent u met uw huidige woonsituatie? Zeer ontevreden 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Zeer tevreden
Indien u ontevreden bent over uw huidige woonsituatie, kunt u de reden hiervoor geven? o De fysieke staat van uw huis o Hoge woonkosten o Onprettige omgang met buurtbewoners o Afstand tot werk, voorzieningen en/of winkels o De verpaupering van de buurt o Toename van (gevoel van) onveiligheid en/of criminaliteit
o Geluidsoverlast van buurtbewoners o Geluidsoverlast van de snelweg, spoorlijn of provinciale weg
o Anders, namelijk …………………………………………………………………………. Zou u op korte termijn (3 jaar) willen verhuizen? o Ja, ik wil en kan op korte termijn verhuizen naar een woning buiten Hoogmade o Ja, ik wil en kan op korte termijn verhuizen naar een woning binnen Hoogmade o Ja, ik wil op korte termijn verhuizen, maar de (financiële of sociale) situatie laat dit niet toe o Nee, ik wil niet verhuizen op korte termijn Indien u zou willen verhuizen op korte termijn, welk woningtype heeft u dan op het oog? (rekening houdend met de financiële mogelijkheden van het huishouden)
o Ik zou in een eengezinswoning in rij wonen willen o Ik zou in een twee-onder-één-kap-woning willen o Ik zou in een vrijstaande woning willen wonen o Ik zou in een appartement willen wonen o Ik zou in een ouderen/seniorenwoning willen wonen o Ik zou in een starterskoopwoning willen wonen o Ik zou in een startershuurwoning willen wonen Gefaseerde groei van het aantal woningen zou de doorstroming op de woningmarkt verbeteren en mogelijk een meer gevarieerde bevolkingssamenstelling realiseren.
Hoe belangrijk is het beschikbaar komen van betaalbare huurwoningen? Dit betreft voornamelijk sociale huurwoningen. Waarbij in tegenstelling tot vrije-sector huren een gelimiteerde (kale) huursom van € 699,48 is vastgesteld. Deze sociale huurwoningen zijn veelal goedkoper en hiervoor kan tevens een huurtoeslag worden aangevraagd. Zeer onbelangrijk 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Zeer belangrijk
Heeft Hoogmade over het algemeen op korte termijn (binnen drie jaar) nieuwe woningen nodig?
o Ja (ga naar de volgende vraag) o Nee (sla de volgende vraag over) Voor welk woningtype is volgens u in Hoogmade het meeste behoefte voor op de korte termijn ? Kruis het corresponderende vakje aan. Meerdere antwoorden mogelijk. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen het koopsegment, het sociale huursegment, het vrije sector huursegment van de woningmarkt en het bouwen op een lege kavel. Kale huur (zonder servicekosten, gas, water en licht etc.) in het sociale huursegment bedraagt maximaal € 699,48 en zijn bedoeld voor huishoudens met een jaarinkomen tot € 34.678. De huurprijs in de vrije sector is minimaal € 699,48. Bij sociale huur kan in tegenstelling tot vrije sector huur een huurtoeslag worden aangevraagd.
Sociale huursegment o Eengezinswoning in rij o Twee onder één kapwoning o Vrijstaande woning o Appartement o Ouderen/seniorenwoning o Starterswoning Vrije sector huursegment o Eengezinswoning in rij o Twee onder één kapwoning o Vrijstaande woning o Appartement o Ouderen/seniorenwoning o Starterswoning Koopsegment o Eengezinswoning in rij o Twee onder één kapwoning o Vrijstaande woning o Appartement
o Ouderen/seniorenwoning o Starterswoning Anders o Bouw in eigen beheer De dorpsraad zet zich ervoor in te komen tot een gefaseerde groei van Hoogmade. Daarbij gaat het – naast andere projecten die van belang zijn – met namen om bouw in de Theo Bosmanlaan. Beslissingen daarover zijn nog niet genomen. Indien deze bouw zou doorgaan, zullen wij vanuit Hoogmade een “wensenlijst” indienen.
Gestreefd moet worden naar de mogelijk voor vrije kavels
Gestreefd moet worden (indien juridisch mogelijk) naar het geven van voorkeursrecht aan (ex)inwoners van Hoogmade tot het kopen van een woning in Theo Bosmanlaan II?
Waar de parkeerproblematiek in Theo Bosmanlaan I reeds aanzienlijk is zullen de wettelijke eisen voor de Theo Bosmanlaan II strikt moeten worden toegepast Bent u het eens met deze “wensenlijst” ? Zeer mee oneens 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Zeer mee eens
Heeft u hierop aanvullingen of suggesties?
Bent u gehecht aan het wonen in Hoogmade? Niet gehecht 1 - 2 – 3- 4 – 5 Zeer gehecht
II. LEEFBAARHEID Niet lang geleden hebben jongeren geïnventariseerd welke belangrijkste “Flop's” en “Top”s er in Hoogmade zijn en deze in aanwezigheid van de wethouder en de dorpsraad gepresenteerd tijdens een leuke en enthousiaste bijeenkomst. De drie Top’s (zaken die goed zijn) waren:
1 MMO 2 Coop 3 de Schuur Bent u het eens met deze keuze van de Top’s? Zeer mee oneens 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Zeer mee eens
Heeft u suggesties hoe we met elkaar deze Top’s kunnen behouden?
Zijn er nog andere Top’s die u aan de lijst wilt toevoegen?
1. ……………………………………………………………….. 2. ……………………………………………………………….. 3. ……………………………………………………………….. 4. ……………………………………………………………….. 5. ……………………………………………………………….. De drie Flop's (zaken die veranderd moeten worden) waren
1 Voetbalveldje aan de Alcmaerlaan 2 Lege winkelpanden 3 Geen goede zwemplek Bent u het eens met de keuze van de Flop’s? Zeer mee oneens 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Zeer mee eens
Heeft u suggesties hoe en door wie hieraan gewerkt zou moeten worden?
Zijn er nog andere Flop’s die u aan de lijst wilt toevoegen?
1. ……………………………………………………………….. 2. ……………………………………………………………….. 3. ……………………………………………………………….. 4. ………………………………………………………………..
5.
………………………………………………………………..
III. Aantrekkelijkheid en onderhoud Hierna zijn een aantal uitspraken opgenomen die betrekking hebben op de woonomgeving. Wilt u steeds per uitspraak aangeven in welke mate u het hiermee eens of oneens bent? Wat vindt u van de kwaliteit van de woningen bij u in het dorp? Daarbij gaat het niet om de geschiktheid van uw eigen woning voor uzelf, maar om de aantrekkelijkheid en de staat van onderhoud van de woningen in het dorp?
Zeer slecht 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Zeer goed
Mijn woning is gemakkelijk te vinden voor bezoekers Weinig gemakkelijk 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Zeer gemakkelijk
Er zijn voldoende parkeerplaatsen in het dorp Ruim onvoldoende 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Ruim voldoende
Wat vindt u van de kwaliteit van de bestrating in uw dorp? Zeer slecht 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Zeer goed
Wat vindt u van de kwaliteit van het straatmeubilair in uw dorp? (bushokjes, bankjes, fietsenrek) Zeer slecht 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Zeer goed
Wat vindt u van het onderhoud van de speeltoestellen in uw dorp? Zeer slecht 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Zeer goed
Wat vindt u van de openbare verlichting in uw dorp? Zeer slecht 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Zeer goed
Ervaart u hinder van geluidsoverlast? o Ja o Nee Zo ja, o Met name van de hoge snelheid lijn (HSL) o Met name van vliegtuigen o Met name de snelweg (A4) o Met name de provinciale weg (N446)
o Anders, namelijk …………………………………….. Hoe ervaart u de verkeerssituatie in uw dorp?
Zeer negatief 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Zeer positief
Wat vindt u van de inrichting van de openbare plekken in uw dorp? Zeer slecht 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Zeer goed
Wat vindt u van het onderhoud van de groenvoorzieningen in uw dorp? Zeer slecht 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Zeer goed
De dorpsraad heeft zich ervoor ingezet om te komen tot meer en betere wandelpaden. Afbeelding: Beoogde wandelpad Hoogmade
Vindt u belangrijk dat dergelijke wandelpaden gerealiseerd worden? o Ja
o
Nee
IV. HOOGMADE: DORP IN DE GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM Voelt u zich verbonden met de gemeente Kaag en Braassem? Helemaal niet 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Helemaal wel
Voelt u zich verbonden met andere steden/dorpen als Leiden, Leiderdorp of Alpen a/d Rijn? Helemaal niet 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Helemaal wel
Wat is de voornaamste reden dat u in Hoogmade woont? Meerdere antwoorden mogelijk. Bij meerdere antwoorden zet het cijfer één bij de voornaamste reden.
o Werk
…..
o Familie
…..
o Bereikbaarheid
…..
o De omgeving
…..
o Geboorteplaats
…..
o
…..
Anders, namelijk ………
V. VOORZIENINGEN Bent u tevreden met het huidige aanbod van winkelvoorzieningen? Zeer ontevreden 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Zeer tevreden
Mist u winkels in Hoogmade? o Ja o Nee Indien u winkels mist in Hoogmade. Kunt u aangeven welke winkels u mist in Hoogmade?
Heeft u suggesties voor het behoud van de winkels?
Wat zou volgens u de gemeente kunnen doen voor het behoud van winkels in uw dorp?
Vindt u het belangrijk dat de basisschool in het dorp behouden wordt? o Ja o Nee Zo ja, Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de basisschool ruim voldoende leerlingen behoudt?
Zijn er voldoende openbaarvervoer-voorzieningen aanwezig in uw dorp? Ruim onvoldoende 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Ruim voldoende
Bent u tevreden met het openbaar (bus-)vervoer van en naar Hoogmade? Zeer ontevreden 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Zeer tevreden
Mist u voorzieningen in Hoogmade? o Ja o Nee Indien u voorzieningen mist in Hoogmade. Kunt u aangeven welke voorzieningen u mist in Hoogmade?
Kunt u van de voorzieningen die u mist aangeven hoe vaak u er gebruik van maakt (per week of maand)? Eind november is de Jongeren Ontmoetings Plek (of JOP) verloren gegaan in een brand. Deze wordt op termijn verwijderd door de gemeente. Bent u van mening dat de dorpsraad zich hard moet maken voor het opnieuw laten plaatsen van een JOP door de gemeente? o Ja
o
Nee
VI. VERENIGINGEN, SPORT EN CULTUUR In het volgende gedeelte van de enquête wordt er gevraagd naar uw lidmaatschap bij sportverenigingen en sociaal-culturele verenigingen in en buiten Hoogmade. Bovendien wordt er gevraagd naar uw tevredenheid over deze verenigingen. Hiermee wordt gepeild of het aanbod van de verenigingen aansluit bij de behoeften van de bewoners van Hoogmade. Een sociaalculturele vereniging is gericht op de zingeving en emancipatie van leden en deelnemers, met het oog op persoonlijke en maatschappelijke ontplooiing. Deze verenigingen zijn gericht op gemeenschapsvorming, participatie aan cultuur, maatschappelijke activering en onderwijs.
Zijn er in uw dorp voldoende sociaal-culturele verenigingen aanwezig (wijk-of buurtvereniging, toneelvereniging, muziekvereniging, bibliotheek, Zonnebloem, ouderenvereniging zoals STIWO etc.)?
Ruim onvoldoende 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Ruim voldoende
Indien het antwoord onvoldoende is, wat mist u dan het meest?
Bent u lid van een sociaal-culturele vereniging in Hoogmade? o Ja o Nee Zo ja welke sociaal-culturele vereniging? Bent u tevreden over die vereniging? …………………………
Zeer ontevreden 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Zeer tevreden
…………………………
Zeer ontevreden 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Zeer tevreden
Bent u lid bent van een sociaal-culturele vereniging buiten Hoogmade? Zo ja waarom?
Zijn er in uw dorp voldoende sportverenigingen aanwezig? Ruim onvoldoende 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Ruim voldoende
Indien het antwoord onvoldoende is, wat mist u dan het meest?
Bent u lid van een sportvereniging in Hoogmade? o Ja o Nee Zo ja welke sportvereniging? Bent u tevreden over die vereniging? …………………………
Zeer ontevreden 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Zeer tevreden
…………………………
Zeer ontevreden 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Zeer tevreden
Indien u lid bent van een sportvereniging buiten Hoogmade, kunt u dan aangeven waarom?
In welke mate voorzien de sport-en sociaal-culturele verenigingen in Hoogmade in uw dagelijkse behoeften? Zeer slecht 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Zeer goed
Bent u vrijwilliger bij een van de verenigingen of instellingen in Hoogmade? Het betref hier zowel de sociaal-culturele- en sportverenigingen als instellingen als kerk, school etc.
o Ja o Nee Zo ja bij welke vereniging(en) of instelling(en)?
Zo niet overweegt u dit alsnog te doen? o Ja o Nee Zo ja bij welke …................................................. Ondersteunt u de verenigingen en of instellingen financieel, bijvoorbeeld door een donateurschap? Dit beftreft financiële bijdragen los van kosten verbonden aan lidmaatschap, gebruik etc.
o Ja
o
Nee
VII. BEVOLKINGSSAMENSTELLING EN MAATSCHAPPELIJKE BETROKKENHEID Hoe waardeert u de bevolkingssamenstelling in uw dorp (denk aan inkomen, opleiding, etnische samenstelling)? Zeer negatief 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Zeer positief
Vindt u dat de inwoners van Hoogmade op een prettige manier met elkaar omgaan? Helemaal niet 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Helemaal wel
Wat vindt u van de betrokkenheid van bewoners bij uw dorp? Zeer laag 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Zeer hoog
Onlangs is er een flyer in Hoogmade verspreid om na te gaan welke behoefte er is aan burenhulp en welke bereidheid er is om deze hulp te geven. In dit verband: Bent u bereid een bijdrage te leveren aan de leefbaarheid van Hoogmade? o Ja o Nee
Zo ja, hoe? Meerdere antwoorden toegestaan
o Onderhoud of schoonmaak van de openbare ruimte o Evenement of bijeenkomst organiseren o Kleinschalige dienstverlening (boodschappen doen, klussen) o Thuiszorg o Kinderoppas o Burenhulp o Anders, namelijk …………….. Heeft u suggesties voor de dorpsraad van Hoogmade?
Bent u bereid zich enigerlei wijze in te zetten voor de dorpsraad. Zo ja dan verzoeken wij u contact met ons op te nemen. U kunt contact opnemen met de dorpraad Hoogmade (
[email protected])
Voelt u zich thuis in uw dorp? Zeer slecht 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Zeer goed
Bent u bereid me te werken aan het project Kernen in hun Kracht dat de gemeente binnenkort samen met onder andere de Dorpsraad gaat uitvoeren om de leefbaarheid in het dorp te behouden en versterken? o Ja
o
Nee
VIII. VEILIGHEID Voelt u zich veilig in uw dorp? Zeer onveilig 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Zeer veilig
Heeft u in uw dorp last van vandalisme? Ernstige overlast 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Geen overlast
Heeft u in uw dorp last van diefstal of inbraken? Ernstige overlast 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Geen overlast
Heeft u in uw dorp last van geweldpleging (vechtpartijen, aanranding, verkrachting)?
Ernstige overlast 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Geen overlast
Is er voldoende sociale controle in uw dorp? Ruim onvoldoende 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Ruim voldoende
IX. SLOTVRAGEN Doorhalen wat niet van toepassing is: Geslacht: man/vrouw Leeftijd in jaren: …….. Plaats in het huishouden: o Degene die de belangrijkste bijdrage levert aan het gezins-inkomen, dat kan inkomen uit loon zijn, maar ook een uitkering o Degene die meestal voor het huishouden zorgt (boodschappen doen, eten koken, etc.) o Beide o Een inwonend kind o Geen inwonend kind, maar wel inwonend (Oma, Opa, Tante etc.) o Andere positie in huishouden Postcode 4-cijferige postcode met de twee bijbehorende letter
………………….. Woont u binnen of buiten de bebouwde kom? o Ik woon binnen de bebouwde kom o Ik woon buiten de bebouwde kom Heeft u een huur of koopwoning?
o Huur o Koop Wat is de samenstelling van uw huishouden? o Alleenstaand/eenpersoonshuishouden o Tweepersoonshuishouden zonder thuiswonend(e) kinder(en)/meerpersoonshuishouden zonder kind(eren) o Gezin/meerpersoonshuishouden met thuiswonend(e) kind(eren) o Eenouderhuishouden zonder kind(eren) o Eenouderhuishouden met kind(eren) In wat voor soort woning woont u? o Eengezinswoning in rij o Twee onder één kapwoning o Vrijstaande woning o Appartement o Ouderen/seniorenwoning o Starterswoning o Anders, namelijk ……………………………… Hoe waardeert u uw huidige algehele leefbaarheidssituatie in uw dorp? Zeer slecht 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Zeer goed Is deze leefbaarheidssituatie de afgelopen jaren verbeterd of verslechterd? Ernstig verslechterd 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Ruim verbeterd
In welk gebied constateerde u deze verbetering of verslechtering? Meerdere antwoorden toegestaan
o De (fysieke) staat van woningen o De openbare ruimte o De openbare voorzieningen
o De sociale betrokkenheid o Veiligheid en criminaliteit o Anders, namelijk ………………. Indien u werkzaam bent in het Hoogmadense bedrijfsleven: welke acties zouden kunnen of moeten worden ondernomen om het economisch draagvlak in ons dorp te versterken?
Denkt u dat Hoogmade reële kansen heeft in het watertoerisme en haar recreatief potentieel? Zeker niet 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Zeker wel
Hoe waarschijnlijk acht u het dat u, bij leven en welzijn, over vijf jaar in Hoogmade woont? Zeer onwaarschijnlijk 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Zeer waarschijnlijk
Hoe waarschijnlijk acht u het dat u, bij leven en welzijn, over tien jaar in Hoogmade woont? Zeer onwaarschijnlijk 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Zeer waarschijnlijk
Deze vraag is alleen bedoeld voor de kostwinners binnen het huishouden. Wat is het netto besteedbaar inkomen van uw huishouden per maand? o Beneden het modaal inkomen : minder dan €2700 o Rond het modaal inkomen: €2700-2900 o Boven modaal inkomen: meer dan €2900 Indien u geen kostwinner bent. Wat is uw maandelijks netto besteedbare inkomen? o €0-€250 o €250-€500 o €500-€750 o €750-€1000
o €1000-€1250 o €1250-€1500 o
€1500 of meer
Bijlage 2 Representativiteitsanalyse Om een overzicht te krijgen van de leeftijdsverdeling van de respondenten is er een staafdiagram gemaakt van de leeftijd in jaren. Daarnaast wordt ook gekeken of de verdeling van de leeftijd en het geslacht bij de enquêtes representatief is voor de gehele populatie. Hierbij wordt de leeftijd en- geslachtsverdeling van het CBS voor de gemeente Kaag en Braassem vergeleken met deze van de respondenten in Hoogmade. Er wordt een leeftijdsverdeling gehanteerd met 5 leeftijdsklassen, te weten 16-24 jaar, 25-35 jaar, 36-49 jaar, 50-64 jaar en 65 jaar en ouder. Aan de hand van een Chi-square toets zal de representativiteit van leeftijdscategorieën en geslachtsverdeling worden getoetst. 2.1.1 Representativiteit geslacht De man/vrouw verdeling in de groep respondenten is nagenoeg gelijk. Van de 219 respondenten die hun geslacht hadden ingevuld was 53,4% van de respondenten van het mannelijke geslacht en 46,6% was van het vrouwelijke geslacht. Geslacht:
C u m ul at iv e P er c e Frequency Valid
Missing
Percent
Valid Percent
nt
man
117
52,9
53,4
53,4
vrouw
102
46,2
46,6
100,0
Total
219
99,1
100,0
2
,9
221
100,0
System
Total
Geslachtsverdeling Gemeente Kaag en Braassem, 31 december 2013 Aantal 13040 12690 25730
Man Vrouw Totaal
Percentage 50,68 49,32 100,00
Op basis van de geslachtverdeling van de gemeente Kaag en Braassem worden de te verwachten waarden tegenover de waargenomen waarden gezet om de mate van overeenkomst (hier representativiteit) van het geslacht van de respondenten met de gemeente te toetsen. Geslacht: Observed N
Expected N
Residual
1
117
111,0
6,0
2
102
108,0
-6,0
Total
219
Test Statistics Geslacht: Chi-Square
,658
Df
1
Asymp.
,417
Sig.
De Chi-kwadraat waarde bedraagt 0,658. Bij een significantieniveau van 5% (0,05) en één vrijheidsgraad hoort een kritische waarde van 3,84. De berekende Chi-kwadraat waarde valt binnen deze kritische waarde. De geslachtsverdeling van de respondenten is representatief voor de bevolking van Kaag en Braassem. Representativiteitanalyse leeftijd Frequentieverdeling leeftijd respondenten enquête
Om een overzicht te krijgen de te verwachten leeftijdsverdeling van respondenten, wordt de gemeentelijke leeftijdsindeling hiernaast gelegd om de representativiteit te toetsen. Zoals gezegd toetsen wij een vijftal leeftijdsklassen op haar representativiteit. Aantal mannen en vrouwen in de gemeente Kaag en Braassem per 31 december 2013
Leeftijd in jaren
Mannen en vrouwen
Percentage
Cum. Percentage
16-24
2724
12,92
12,92
25-35
2708
12,84
25,76
36-49
5032
23,86
49,62
50-64
5910
28,02
77,64
65+
4715
22,36
100,00
21089
100,00
100,00
Totaal
leeftijden
Frequency Valid
Percent
Valid
Cumulative
Percent
Percent
1,00
11
5,0
5,0
5,0
2,00
25
11,3
11,5
16,5
3,00
34
15,4
15,6
32,1
Missing
4,00
94
42,5
43,1
75,2
5,00
54
24,4
24,8
100,0
Total
218
98,6
100,0
3
1,4
System
Total
221
100,0
leeftijden Leeftijd
Observed N
Expected N
Residual
16-24
11
28,0
-17,0
25-34
25
28,0
-3,0
35-49
34
52,0
-18,0
50-64
94
61,0
33,0
65+
54
49,0
5,0
Total
218
Test Statistics leeftijden Chi-Square
35,236
df Asymp. Sig.
4 ,000
De berekende Chi-kwadraat waarde is 35,236. Bij een significantieniveau van 5% (0,05) hoort en vier vrijheidsgraden hoort een kritische Chi-kwadraat waarde van 9,49. De berekende Chikwadraat valt hoger uit. Dit betekent dat de respondenten qua leeftijdsverdeling niet de populatie van Kaag en Braassem representeren. Het aantal personen per leeftijdscategorie verschilt teveel van het aantal mensen dat verwacht mocht worden op basis van de gemeentelijke leeftijdsindeling. Weging leeftijdsklassen Om de over-en ondervertegenwoordiging van de leeftijdsklassen te herbalanceren worden de resultaten van de enquête gewogen.
leeftijden
Leeftijd
Observed N
Expected N
Wegingsfactor
16-24
11
28
2,6
25-34
25
28
1,1
35-49
34
52
1,5
50-64
94
61
0,7
65+
54
0,9
Total
218
49 218
Een vuistregel is dat een wegingsfactor niet groter mag zijn dan 1,5. De leeftijdscategorie 16-24 jarigen is dusdanig ondervertegenwoordigd dat te compenseren is met een aanvaardbare wegingsfactor. De uitspraken in de bachelorthesis zullen dus alleen van kracht zijn voor de leeftijdsgroepen van 25 jaar en ouder. Uitspraken over de groep 16-24 jarigen is in het kader van de thesis onverantwoord.
Bijlage 3 Top’s en Flop’s Toegevoegde Flop’s Kijk eens naar andere speeltuinen. Het speeltuintje bij de Hendrik Meijerplantsoen wordt het drukst bezocht, maar is niet in goede staat. Vernieuwing school. Op ten duur zal bezetting gebouwen hoger moeten zijn, dus worden verenigingen gedwongen daarheen te verhuizen met dure huurprijzen Jeugdhonk brug 2000, weinig jongeren veel ouderen Boa's van kaag en Braassem die gaan bekeuren op fout parkeren maar geen rekening houden met parkeer problemen in Hoogmade Leegstand de kom Ik vind dat er afgelopen zomer zeer slecht onderhoud werd gepleegd aan de groenvoorziening in Hoogmade. Speelveldjes werden maar half gemaaid. En het Kerkepad werd ook zeer slecht onderhouden. Alles zag er overal wat armoedig uit. De herinrichting van de Kerkstraat, lelijke hoge snelheid remmende maatregelen, de betonnen bakken.... vreselijk! Leegstaande appartementen de kom. Zand in zandbak Hendrik Meijerplantsoen, je laat je kind er niet in spelen vanwege de kattenpoep. Net werkt niet, geen idee waar dat nu is. Zonde van de zandbak zo. En moet moeite doen om m’n kind uit de zandbak te houden, maar is echt heel vies. De beperkte groeimogelijkheden. De doorstroming van senioren naar betaalbare en geschikte seniorenwoningen is er niet, hierdoor komen relatief weinig betaalbare eengezinswoningen vrij voor potentiele gezinnen. De nieuwe hoge stoepranden om de groenbakken langs de Kerkstraat. Bij het parkeren zie je ze niet, zijn nu al stukken af en hebben mensen schade aan hun auto's. De vakken zijn niet te klein. De parkeervoorzieningen op een aantal plekken langs het Noordeinde richting Rijpwetering zijn een flop voor het mooie Hoogmade. Hier moet de gemeente echte iets aan doen! Een andere flop: het slechte onderhoud van het tunneltje bij de Groenweg. De provincie onderhoudt de vieze wanden slecht. Als ik 's avonds door het dorp loop, zie ik zoveel mensen aan de beeldbuis vastgekleefd, zoals Herman van Veen het zo mooi kon verwoorden. Missen we ook niet iets voor mensen van onze leeftijd. Een gezellige zitplek waar je kunt ontmoeten, zonder iets te moeten? herinrichting Kerkstraat, je moet slalommend door de Kerkstraat met al die achterlijke bloembakken, ze zijn al tig keer tegen de betonnen rand aangereden vandalisme bijvoorbeeld vernielingen door vuurwerk op stoepen parkeren door auto's terwijl iets verderop op parkeerplekken geparkeerd kan worden Faciliteiten voor watersport Ik zou graag zien dat er bv een keer of twee keer per jaar het grof vuil opgehaald wordt. Er zijn toch mensen die geen auto hebben! En een afspraak maken met de gemeente voor het ophalen ervan kost best wel veel! Dus alles wordt maar op zolder gedumpt. En je buren wil je er ook niet mee lastig vallen. Ik vind het een slechte zaak, dat je alles zelf weg moet brengen naar een depot. De staat van de stoepen: weggezakte tegels, veel hondenpoep, auto's op de stoep!
(Plannen voor) bebouwing Theo Bosmanlaan. Bomen, groen, landelijkheid is ver te zoeken in ons dorp de brugwachters: te passief en ze moeten veel te lang in maanden doorgaan voor een enkele boot. schilderwerk van die brug en de lege houder voor de reddingsboei! waarom niet de brug in beheer van het dorp ( met geld!) geven? vrijwilligers en werklozen, kunnen na opleiding dat zeker aan. dat er geen nieuwe betaal bare huizen worden gebouwd in Hoogmade alle dure appartementen staan nog steeds leeg De herindeling Kerkstraat. Zal zeer veel onderhoud vergen om dit netjes te houden. Bakken veel te kwetsbaar verzakkingen op het plein bij de winkelunits HSl. Niet zozeer geluidsoverlast als wel de aanblik van de graffiti. Mooie bomenrij zou al hele verbetering zijn. de actie die niet ondernomen wordt tegen geluidsoverlast HSL verkeer Kerkstraat Geen andere winkels, maar alleen leegstand door de veel te hoge huurprijs. De Kom, met zijn niet verkoopbare appartementen. Geen medische voorzieningen. wandelpaden N.v.t. parkeeroverlast buiten de geëigende plekken De slechte buslijnverbindingen. Lege koopwoningen. De slechte uitstraling van de Kom, het enige wat er eigenlijk is, is de Coop. Verder heeft het geen functie. Leegstaande Rabobank, HSL en A4. Ruige kade (Leiderdorps deel) langs boerderij Meerhof Leegstand oude Rabobank Voormalig bedrijventerrein vd pouw kraan Straatwerk stoepen. Veel onkruid en ongelijk Geen pinautomaat buiten Pin automaat die de hele dag bereikbaar is. Dit vind ik een puntje voor de (Rabo)bank. Er is genoeg mogelijkheid om deze service weer door de (Rabo)bank te laten uitvoeren. Jongerenhangplek (die ze zelf steeds slopen) bij het genoemde voetbalveld. Lege woningen de Kom. de voetbal vereniging doet voorkomen dat MMO het meest belangrijke is in Hoogmade, maar misschien zijn er nog wel andere verenigingen dei net zo belangrijk zijn. Dus ook graag aandacht voor een ander soort sport als alleen voetbal ontruiming van onnodige betonnen wegblokkades in Kerkstraat, welke door waarschijnlijk zwakbegaafden zijn verzonnen. Pogingen )of geen) van de gemeente het toerisme en recreatie te bevorderen in Hoogmade groen en groeikernen Gemeente verkracht kleine kernen door leefbaarheid aan banden te leggen Het oude Rabobank gebouw - maar ik geloof dat het nieuwe project nu wel eindelijk doorgaat. Toevoeging meer en groter speelpark i.p.v. overal een beetje te weinig ruimte voor honden uitlaat
Geen JOP meer op veldje van Alcmaerlaan, zonde van onze duur verdiende euro's ze maken toch alles stuk Weinig mogelijkheid voor waterrecreatie. Sloepen of roeibootjesverhuur met picknickmand van Coop naar Leiden varen. Vervelend geparkeerde vrachtwagens. HSL-herrie en A-4 herrie. Lelijk centrum, ongezellig ook. Vol geparkeerde nieuwbouwwijkjes. Weinig wandelmogelijkheden. Te weinig bedrijvigheid, kleinschalig. Hoogmade is geen woonplaats voor 18-26 jarige, die willen liever in de stad wonen, Hoogmade is niet aantrekkelijk voor hen. Er is geen "milieustraatje" alleen glasbakken (bakken voor plastic, kranten, etc. zou fijn zijn) i.v.m. weinig opslagruimte Nieuwe bloembakken in de Kerkstraat Kerkepad Huizen te duur er wordt maar een eind weg geld gevraagd voor te koop staand of te koop komende woningen. Hoogmade is en was geen echt dure huizenplaats zie in en om het plein. Verkoop maar eens wat publiek daaruit komt "de echte waarde" ik geef zelf het voorbeeld na mijn dood wordt ons huis bij inschrijving verkocht. (Ik was van 1970/1998 actief makelaar) Geen goede honden uitlaatplekken Theo bosmanlaan bestrating "oude" Rabobank gebouw (wordt al aan gewerkt) Vele bloembakken tussen Theo Bosmanlaan/klaver weide weg. Parkeerplaats precies op een hoek van Theo Bosmanlaan. Vraagt om ongelukken! Tegen: wandelroute langs HSL spoor. Weinig wandelpaden, alleen maar wandelfietspaden. Dat landbouwtractoren e.d. te hard rijden en veel te zwaar beladen en veel te groot zijn. Kerkepad, maaiwerk algemeen Buslijnverbinding, Leegstaande woningen aan de Kom Leegstaande vorige oude Rabobank. Slalom in Kerkstraat. Groot tekort aan seniorenwoningen. Te dure appartementen in de Kom Gebruik softdrugs De bestrating in de Kom De pinautomaat is niet meer altijd te bereiken Kroegje voor jongeren (30'ers), evenementen de hernieuwde Kerkstraat (veel te nauw opgezet voor bus en auto) goede zwemplek meer openbaar groen, bomen in Europaplantsoen en Gr. Willem II laan, fietsrekken en beschutting (wind) op de zwemplek aan de wijde AA openbaar vervoer(bijv. naar gemeentehuis), volle parkeerplaats bij Coop het jongerenhok op pp, teveel overlast, muziek overlast etc. Slalom in Kerkstraat Glasbakken (ondergrondse glasbakken) Staat v/h huidige schoolgebouw, parkeergelegenheid, glasbakken boven de grond, speeltuinen kunnen beter (zie Roelofarendsveen) Hangplek bij het voetbalveldje Gras maaien langs weg i.v.m. fietsers en brandnetels op de Groenwegh. Zeer gevaarlijk. te weinig seniorenwoningen, te weinig starterswoningen bereikbaarheid politie via internet (ramp)
de nieuwe situatie van de Kerkstraat (veel te smal voor bussen) Toegevoegde Top’s Ter Does, een school is erg belangrijk om de leefbaarheid in Hoogmade hoog te houden Sociale buurten in Hoogmade en vriendelijke mensen. Gaat niet alleen om MMO maar meer om sportpark als geheel basisschool Ter Does IJsclub Hoogmade Jeugdsociteit de brug ('t hok) Kromme does Kom eten Zomerkamp Veel actieve mensen aangesloten bij diverse verenigingen, die Hoogmade helpen gezellig en leefbaar te houden. Aanwezigheid van basisschool, peuterspeelzaal, kinderdagverblijf. aanwezigheid van restaurants. Aanwezigheid van Speeltuintjes De rust in het dorp. De prachtige polders. De verschillende verenigingen. De sociale omgang met elkaar in het dorp. Ik vind het hele verenigingsleven een Top, niet alleen MMO Locatie lans de A4, je bent vanuit Hoogmade zo in Amsterdam of Den Haag. Basisschool ter Does behouden met 8 groepen van circa 25 leerlingen. In dit verband: doe allemaal uw kind op de basisschool in Hoogmade. Alle verenigingen steunen en behouden! Alle ondernemende bedrijven steunen en behouden! De beide prachtige kerken met elkaar in stand houden! muziekvereniging basisschool
Actief verenigingsleven Kerk Waterrecreatie. Agrarisch gebied. De polderlandschappen, molens, kaasboerderijen, wandel en vaar mogelijkheden. Maar ook het Pleinfestijn, Koninginnedag door het Maxima comité©, activiteiten van boerderij Buitenverwachting, Flippo feest, Zomerspelen, Wielertocht, Leidse marathon door het dorp en alle andere lokale initiatieven en activiteiten. Eigen restaurants met leuke terrassen. Groen wonen de rust en kleinschaligheid De Kromme Does; Een betaalbaar restaurant, waar jong en oud terecht kan.
Een dorpsaanzicht zoals je als kind een dorp tekent. Groene landelijke omgeving. Dorpsraad. Alle verenigingen zijn van belang om behouden te worden CCH en scholen De dorpsraad. De kromme does Basisschool Ter Does Uitzicht rondom Hoogmade school - Ter Does basisschool - Kom eten restaurant - Lokale kaasboeren Dagverblijf en naschoolse opvang op het dorp is erg prettig. Dat er nog steeds een basisschool is. goed openbaar vervoer De Kromme Does en Kom Eten en het Hok.
Rooms Katholieke kerk en begraafplaats, Basisschool en kinderopvang, Tennisvereniging, ·IJsclub, DHH, Zolderkolder, DIO. Restaurants, Jachthavens, Groene woonomgeving, Kaasboerderijen, Biologische tuin en boerderij van Henk, Bas en Corne van Rijn,Aannemings- en molenmakersbedrijf Lucas Verbij.
DHH Sociale betrokkenheid. School Inrichting Kerkstraat Openbaar vervoer door dorp.
De Barg en de Bonte Koe school
De school, ziet er erg gezellig uit Het dorp, de nog unieke omgeving op zich, het karakter, de saamhorigheid en het onderlinge · betrokkenheidsgevoel door en van de inwoners, juist vanwege het kleinschalig karakter. De waterrijke omgeving en de mogelijkheden en werkzaamheden die daar mee samen hangen; bv watersport, hengelsport enz., Het rijke verenigingsleven, anders dan MMO. De gevestigde horecaondernemingen. De vele speeltuinen en speelveldjes in het dorp. Het enigszins toeristisch karakter met de boerderijen/agrarische bedrijven, de nog groene en waterrijke nog unieke omgeving.
Ja, maar niet voor jongeren denk ik. Restaurant, kinderopvang en school. schapenweide Vlietpark Wandelnet uitbreiden
Zoals gezegd, CCH, DHH, DIO, ter Does, de Brug Zolderkolder, pastoraal werk, Wilhelmina, NKJB ............ Eigenlijk het totaal aan verenigingen die activiteiten aanbieden in Hoogmade e.o.
Ouderen bijeenkomsten, en voorlichting voor ouderen die thuis moeten blijven wonen door verandering in de wetgeving (zorgverlening)
De Kromme Does en Kom Eten. De bouw van een nieuwe brede school. Dit schoolgebouw is op. Mooi dat er een goed gebouw komt voor de schooljeugd.
plezier haven promoten. Hoogmade in zijn geheel promoten, landelijk, groen, water sport, jachthaven, restaurants, ·zeer gunstige ligging.
Behoud Coop, Verbouwing kom tot appartement De "Kromme Does" (restaurant) en Camping "De Freek" De heerlijkheid Hoogmade Keurige speeltuintjes. Groene omgeving. Sociale Cohesie. Hele Randstad bereikbaar. Basisschool. OV Molens en het mooie platteland en Wijde Aa Suggesties: toename toerisme. "Freek" havenmogelijkheden. Zwemplaats jeugd in de Does. Mogelijkheid voor bedrijfjes met een lage huur. Opslagruimte. Klusplek voor jongeren, auto werkers. Inspraak in de indeling groenvoorziening (of eigen beheer). School, eetgelegenheden Kromme Does en Tennisvereniging Hoogmade Winkeltjes, restaurants IJsclub D.H.H. Muzieklessen via samenwerking school+ter Does DHH. Verenigingsleven zolder holder NUJB schaatsclub etc. zomerspelen. Stal + Drieluik voor privé feestjes. Doesconcert medio juni samenwerking DHH- late or never komen lopen. Cultureel toneelvoorstelling Bands NHYB. Concerten DHH Seniorenflats Kapper, Bloemist, Kromme Does, Kom eten, vele ondernemers Basisschool ter Does. Tennisvereniging Bistro/drinkgelegenheden
De twee restaurants. De nieuwe haven bij van Tol. De nieuwe watermolens. Goede brugbediening. Doortrekken Geluidsscherm langs heel Hoogmade. Te weinig parkeerplaatsen Theo Bosmanlaan. Werkbusjes bij de Piest parkeren. Geen vuurwerk voor 18:00 Oudejaarsdag. Vuurwerk centrale plaats om 24:00. School, CCH gebouwen De kromme does, kom eten, het hok Kapper Bejaardenzorg, jeugd terughalen? De kerk+kerhof, de restaurants De brug 2000 Basisschool, Goede voorzieningen voor ouderen. Openbaar vervoer de Does ook andere ruimte nodig (kaarten/partijtjes) tennis, visclub, ijsclub tennis, (stal) drieluik Ik denk: de activiteiten voor 65+, horecagelegenheden, basisschool Clubs Verenigingen, grote aantal vrijwilligers in dorp, de stal en het drieluik, DHH Restaurants, tophair, kerken, basisschool, frietkar/viskraam, Drieluik+Stal, sportverenigingen, saamhorigheid School, kinderdagverblijf, bejaardensoos, ijsclub school, kinderdagverblijf, ijsclub, fietsclub Tennisvereniging, schaatsvereniging Dio, tennis
Bijlage 4: Planning De planning is onderverdeeld naar weektaken om een indicatie te geven van werk dat verricht moet worden in een bepaald tijdsbestek. Er is gekozen voor een onderverdeling in weken om de vrijheid van tijdsbesteding te behouden. De auteur van de bachelorthesis behoud de vrijheid om per week te kiezen welk onderdeel hij besluit uit te werken. Echter de auteur heeft enkele deadlines in de planning gezet om voortgang van het werk te waarborgen. Daarnaast zijn uit praktische overwegingen veel mogelijkheden voor interviews ingepland om op veel momenten beschikbaar te zijn om een interview af te nemen. Deze vrijheid echter betekent niet dat het ten koste gaat van het onderzoekswerk. De besprekingen met de begeleider dienen als voortgangsbespreking en als vraagmomenten. Weeknummer Periode 1: 2 september-10 november 36 37
Weektaak Verkennend literatuur onderzoek Selecteren literatuur na afbakening onderwerp Vervolgens opstellen onderzoeksvragen en plan
38 39 40 41 42 43 44 45 Periode 2: 11 november- 2 februari 46
47 48 49 50 51 52 1 2 3 4
van aanpak. 1e bespreking begeleider Opstellen en insturen onderzoeksplan Opstellen onderzoeksplan Insturen onderzoeksplan Literatuuronderzoek Inleveren herzien onderzoeksplan Literatuuronderzoek Literatuuronderzoek Afronden hoofdstuk strategie en leefbaarheid Opstellen conceptversie enquête. Literatuuronderzoek Literatuuronderzoek 3e bespreking met begeleider Literatuuronderzoek en opstellen interviews Mails sturen voor interviews Definitieve enquête. Literatuuronderzoek en interviews Literatuuronderzoek en interviews 4e bespreking begeleider Verspreiden enquête. Literatuuronderzoek Literatuuronderzoek Literatuuronderzoek. Verzamelen en verwerken gegevens enquête 5e bespreking begeleider Verwerken enquête en interviews. Afronden literatuuronderzoek. Interviews verenigingen. Afronden stilistische en cosmetische kenmerken. Opstellen posterpresentatie. Posterpresentatie 20/01/2015 Inleveren bachelorthesis 23/01/2015