SUPERKRACHT Een onderzoek naar de kracht van de buurtsupermarkt in kleine kernen Brigit Pegge
December 2014
Dénick Scholten
Document
Superkracht, een onderzoek naar de kracht van de buurtsupermarkt in kleine kernen Onderzoeksverslag
Auteurs
Brigit Pegge 305629 Dénick Scholten 92146 Saxion Hogescholen te Deventer Academie Bestuur, Recht & Ruimte Ruimtelijke Ordening & Planologie Drs. G. (Goos) Lier
School Academie Opleiding Coördinator Opdrachtgever Contactpersoon Datum
Overijsselse Vereniging van Kleine Kernen Drs. K. (Kor) Pollema 9 December 2014
Voorwoord De module Actualiteit Leefomgeving is onderdeel van het vierde jaar van de opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie aan het Saxion te Deventer. Dénick Scholten en Brigit Pegge hebben voor de Overijsselse Vereniging van Kleine Kernen (OVKK) onderzoek mogen doen naar de buurtsupermarkten in Twente. In de literatuur is beschreven dat een buurtsupermarkt niet mogelijk zou zijn bij een lager inwoneraantal dan 1.500. Toch zijn er in Twente meerdere kleine kernen van minder dan 1.500 inwoners waar een buurtsupermarkt is gevestigd. De vraag naar hoe dit kan, wat de succesfactoren zijn, zal worden beantwoord in dit onderzoeksverslag. Via deze weg willen wij graag de OVKK bedanken voor de gelegenheid die zij ons heeft gegeven om er een onderzoek voor te mogen uitvoeren. In het bijzonder gaat onze dank uit naar onze begeleider vanuit de OVKK, Kor Pollema. Verder willen we graag docent Goos Lier bedanken, onze begeleider vanuit Saxion, en natuurlijk de respondenten van de supermarkten waar wij te gast zijn geweest. Dénick Scholten Brigit Pegge Deventer, december 2014
1
Samenvatting Landelijk gezien is er een daling te zien in het aantal supermarkten. In kernen tot 2.000 inwoners is deze daling het hoogst: tussen 2005 en 2012 is er in de kleinste categorie supermarkten een verschil van twaalf procent te zien. De Overijsselse Vereniging van Kleine Kernen (OVKK) ziet de supermarkt als laatst overgebleven voorziening van de kleine kern. Zij zien de supermarktdaling dan ook met lede ogen aan. De vereniging vraagt zich af welke kansen er liggen voor de supermarktondernemers die in kleine kernen zijn gevestigd. Een helder beeld van de succesfactoren van een bestaande supermarkt is daarbij essentieel. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt dan ook:
Welke factoren kunnen (en/of een combinatie van factoren kan) bijdragen aan het voortbestaan van buurtsupermarkten in kernen tot 1.500 inwoners in Twente? Dit onderzoek onderscheidt zich van bestaande literatuur, doordat er op een kwalitatieve wijze drie buurtsupermarkten in Twente onderzocht en vergeleken worden met de theorie die te vinden is over het voortbestaan van buurtsupermarkten. Bij bestaande literatuur wordt namelijk veelal op (het belang van) supermarktformules (zoals SPAR, Attent) ingegaan. Door te onderzoeken wat er in literatuur te vinden is over succesfactoren, en die uitkomsten te vergelijken met de uitkomsten van drie buurtsupermarkten uit Twente, ontstaat er een unieke mix van theorie en praktijk. Uit de theorie komen factoren naar voren die meespelen bij de continuering van een buurtsupermarkt. Het bieden van maatwerk, inspelen op (de kenmerken van) het dorp en het zoeken naar combinaties met andere diensten of instellingen komen het uitdrukkelijkst naar voren bij deze literatuurstudie.
Als antwoord op de hoofdvraag, namelijk welke factoren bijdragen aan het voortbestaan van de buurtsupermarkt, kan geconcludeerd worden dat het niet mogelijk is een opsomming te creëren, waarin beschreven is wat dé specifieke factoren zijn om een buurtsupermarkt succesvol draaiende te houden. In de doel- en vraagstelling van dit onderzoek komt de verwachting al naar voren dat het voortbestaan van een buurtsupermarkt afhangt van een samenspel van factoren die gelden voor specifieke omstandigheden. Wel, nu kan gezegd worden welke omstandigheden in ieder geval invloed hebben op deze factoren, namelijk: • • • • •
De ligging van de supermarkt; Het karakter van het dorp; De behoefte van de klant en omgeving; De formule als belangrijk fundament voor de supermarkt; De energie die de ondernemer in zijn zaak steekt.
Om te bepalen welke impuls een supermarkt nodig heeft om te kunnen blijven voorbestaan moet er een goed beeld verkregen worden van de buurtsupermarkt, scherp gekregen worden wat er leeft in het dorp en ontrafeld worden wat de wensen zijn van de supermarktondernemer zelf. Het is van belang niet van bovenaf, maar op hetzelfde niveau een dialoog te voeren met alle partijen die van belang zijn voor het (voort)bestaan van de buurtsupermarkt.
2
De praktijk lijkt heel anders in elkaar te zitten: de kwalitatieve benadering resulteert namelijk in drie unieke beschrijvingen van drie unieke situaties. Als belangrijkste conclusie van dit hoofdstuk kan gezegd worden dat een buurtsupermarkt geen bestaansrecht heeft zonder daar nevenactiviteiten bij
te ondernemen. De ondernemers van drie onderzochte buurtsupermarkten gaven dat niet expliciet aan, maar toch lieten zij tijdens de interviews menigmaal doorschemeren dat het zonder nevenactiviteit niet haalbaar is om een buurtsupermarkt draaiende te houden. Als ondernemers een daling in hun omzet bespeuren, wordt het eerst gedacht aan het inzetten en/of aanpassen van nevenactiviteiten.
Inhoudsopgave Voorwoord......................................................................................................... 1 Samenvatting .................................................................................................... 2 Hoofdstuk 1 - Inleiding ...................................................................................... 4 1.1 Definities.............................................................................................. 4 1.2 Theoretisch kader ................................................................................ 4 1.3 Doel- en vraagstelling.......................................................................... 7 1.4 Onderzoeksmethodiek ......................................................................... 8 1.5 Onderzoeksmodel ................................................................................ 8 Hoofdstuk 2 - De toekomst van de Nederlandse buurtsupermarkt ................... 9 2.1 Kansen voor continuering .................................................................... 9 2.2 Factoren voor continuering ............................................................... 10 2.3 Conclusie............................................................................................ 10 Hoofdstuk 3 - Succesfactoren van de buurtsupermarkt volgens Twentse ondernemers ................................................................................................... 11
4.3 Aanbevelingen................................................................................... 21 Literatuurlijst ................................................................................................... 23 Bijlage ............................................................................................................. 25 Bijlage 1 – Lijst van geïnterviewde personen .................................................. 25 Bijlage 2 – interview Berning, Noord Deurningen ........................................... 26 Bijlage 3 – interview Attent Peddemors, De Pollen ......................................... 29 Bijlage 4 – interview SPAR Hendriks, Sibculo .................................................. 31 Bijlage 5 – Noord Deurningen ......................................................................... 33 Bijlage 6 – De Pollen........................................................................................ 34 Bijlage 7 - Sibculo ............................................................................................ 35 Bijlage 8 – Selectie buurtsupermarkten .......................................................... 36 Bijlage 9 - Onderzoeksmethoden .................................................................... 37 Deelvraag 1 en 2: Deskresearch .................................................................. 37 Deelvraag 3: Casestudy ............................................................................... 37
3.1 Karakterschets dorpen ...................................................................... 11 3.2 Supermarktbeschrijving (algemeen).................................................. 14 3.3 Toekomstvisie vanuit de supermarktondernemer ............................. 16 3.4 Conclusie............................................................................................ 19 Hoofdstuk 4 – Conclusie .................................................................................. 20 4.1 Conclusie............................................................................................ 20
3
4.2 Discussie ............................................................................................ 21
Hoofdstuk 1 - Inleiding In de Overijsselse regio Twente, hebben de afgelopen jaren diverse supermarkten in kleine kernen hun deuren moeten sluiten (RTV Oost, 2012) (NOS, 2014). De Overijsselse Vereniging van Kleine Kernen (OVKK), de overkoepelende organisatie voor belangenorganisaties en dorpshuisbesturen in Overijssel, die zich inzet voor de leefbaarheid van kleine kernen, ziet dit probleem met lede ogen aan. De buurtsupermarkt is volgens de OVKK namelijk de laatst overgebleven voorziening in het dorp waar bewoners terecht kunnen voor hun dagelijkse levensbehoeften. Vanuit de OVKK rijst daarom de vraag wat er nodig is voor buurtsupermarkten om te kunnen blijven voortbestaan, of anders gezegd, hoe voorkomen kan worden dat buurtsupermarkten hun deuren moeten sluiten. Wat zijn de exploitatiekansen voor een ondernemer van een buurtsupermarkt in een kleine kern? Een helder beeld van de succesfactoren van bestaande buurtsupermarkten zijn daarbij essentieel. In dit onderzoek wordt daarom in beeld gebracht wat de succesfactoren zijn van drie buurtsupermarkten in kleine kernen.
1.1 Definities
Voor de afbakening van dit onderzoek zijn een aantal begrippen gedefinieerd. Hierdoor ontstaat er een eenduidige betekenis over hoe de begrippen in dit onderzoek gehanteerd worden.
1.1.1 Buurtsupermarkt
Een buurtsupermarkt is een kleine supermarkt die vooral is gericht op mensen die in de directe omgeving wonen: een klein dorp of een wijk in de stad. De ondernemer woont meestal zelf in de gemeenschap en kent iedereen. Het onderzoek van Kranendonk (2009) brengt de rollen van de buurtsupermarkt in beeld. Naast het feit dat de buurtsupermarkt belangrijk is vanwege het gemak voor de boodschappen, heeft de buurtsupermarkt ook een sociaalmaatschappelijke functie. De buurtsupermarkt draagt volgens het onderzoek bij aan de sociale cohesie en het woongenot dat bewoners ervaren.
In de allerkleinste winkel staat één ondernemer of een ondernemersechtpaar. De iets grotere winkels werken ook nog met één tot vier extra personeelsleden (deeltijd en oproep) en scholieren die vakken vullen of op zaterdag werken. Personeelskosten zijn de grootste kostenpost (Movisie, 2005). Voor de ondernemers met een buurtsupermarkt zijn er mogelijkheden om een hoger rendement te scoren. Daarom zijn er steeds meer ondernemers die zich aansluiten bij franchiseformules (Van Tol Retail, zd). In de literatuur komen naast het begrip buurtsupermarkt de volgende synoniemen voor: kruidenier, buurtwinkel, buurtsuper, dorpswinkel dorpssuper en dorpssupermarkt. Binnen dit onderzoek hebben deze begrippen een eenduidige betekenis.
1.1.2 Kleine kern
In dit onderzoek wordt het begrip kleine kern overgenomen zoals de Overijsselse Vereniging van Kleine Kernen dit begrip hanteert, namelijk een grootte van maximaal 4.000 inwoners.
1.1.3 Succesfactoren
In dit onderzoek worden er met succesfactoren factoren en activiteiten bedoeld die bijdragen aan het succes van een (buurt)supermarkt. Voorbeelden van succesfactoren van een (buurt)supermarkt zijn (Franchise+, zd): - een goede bereikbaarheid; - betrokkenheid met klanten; - afstand tot andere supermarkten; - duidelijke naam; - uitgebreid assortiment.
1.2 Theoretisch kader
4
In de literatuur is al veel bekend over het belang (of niet) van de aanwezigheid van een buurtsupermarkt of een andere voorziening in een kleine kern. Er is al veel geschreven over leefbaarheid, maar er is weinig te vinden over (het behoud van) de buurtsupermarkt vanuit de optiek van de ondernemer. Dit is nu juist waar dit onderzoek om draait. Enkele vooraf opgestelde vragen die in een verkenning naar voren komen, bieden handvatten voor dit kader: Wat is de drempelwaarde voor een buurtsupermarkt? Welke concepten zijn bekend
in de literatuur? En de impact van de buurtsupermarkt op leefbaarheid van het dorp; wat wordt geschreven door wie?
1.2.1 Daling aantal supermarkten
Het aantal supermarkten in Nederland daalt aanzienlijk. Het aantal supermarkten in Nederland is tussen 2000 en 2012 met bijna een vijfde gedaald van 7100 tot 5800 stuks (CBS, 2012). De daling van het aantal supermarkten gaat wel gepaard met de ontwikkeling naar steeds grotere supermarkten. In 2005 bedroeg de gemiddelde oppervlakte van een vestiging 769 vierkante meter, in 2011 was dat 877 vierkante meter (Distrifood, 2012). Wordt er ingezoomd op kleine kernen met een woonplaatsgrootte tot tweeduizend inwoners, is landelijk gezien tussen 2005 en 2012 het supermarktentotaal gedaald met twaalf procent (tabel 1) (HBD, 2013). Merendeel van de verdwenen supermarkten waren reguliere ondernemingen, met één of meerdere personen in loondienst (Movisie, 2005). woonplaatsgrootte
aantal winkels 2005
aantal winkels 2012
verschil
tot 2.000 inwoners 2.000 tot 5.000 5.000 tot 10.000 10.000 tot 50.000 50.000 tot 100.000 100.000 tot 175.000 175.000 of meer
4.322 8.268 11.022 38.743 16.218 13.140 19.515
3.811 7.416 10.082 38.310 15.545 11.781 18.756
-12% -10% -9% -1% -4% -10% -4%
Tabel 1 - aantal winkels per woonplaatsgrootte (HBD, 2013)
1.2.2 Oorzaken
-
Tot slot vormt de drempelwaarde, de hoeveelheid klanten die nodig is om een voorziening rendabel te maken, van een buurtsupermarkt een probleem. Een supermarkt voor een dorp met een paar honderd inwoners heeft doorgaans
5
Er zijn op voorhand diverse oorzaken te noemen waarom supermarkten in kleine kernen verdwijnen: - Vergrijzing en gebrek aan opvolging resulteren in een ongunstig perspectief: Als gevolg van de vergrijzing en de ontgroening zal de ondernemerspopulatie de komende jaren gemiddeld genomen steeds ouder worden. Oudere ondernemers hebben weliswaar meer ervaring
-
en een groter netwerk, maar ze zijn minder productief en innovatief blijkt uit onderzoek naar vergrijzing bij MKB-ondernemers (EIM, 2012). Ook in opvolging blijkt er een ongunstig perspectief. Hoge investeringskosten, onzekerheid en risico’s en financieringsmogelijkheden liggen hieraan ten grondslag (DTNP, 2014); Schaalvergroting, afnemende bestedingen en meer eisen: Door internet en grote (auto)mobiliteit blijft de bereikbaarheid van winkels groot (DTNP, 2014). Tweeverdieners gebruiken de buurtsupermarkt vooral voor hun vergeten boodschappen. Op weg van het werk naar huis halen ze de meeste boodschappen bij een goedkopere supermarkt (Movisie, 2005). Het gevolg hiervan is dat de grote supermarkt de grootste concurrent van de buurtsupermarkt is. De foodmarkt in Nederland kent sterke supermarktketens die over grote inkoopmacht beschikken. Paddison & Calderwood (2007) stellen dat, doordat er bij buurtsupermarkten kleinere hoeveelheden worden verkocht, het lastiger is om schaalvoordelen te behalen en kostenefficiënt te zijn. Weinig kleine supermarkten weten zich met een onderscheidend concept of klantgerichte service goed te handhaven (AGF, 2010). Volgens ondernemers uit de MKB heeft de prijzenoorlog uit 2004 het proces van het verdwijnen van de buurtsupermarkt versterkt (Movisie, 2005); Minder draagvlak: Veel jonge mensen trekken vanuit landelijke gebieden naar stedelijke regio’s, waardoor de oudere bevolking achter blijft in de kleine kern. Aangezien ouderen over het algemeen minder boodschappen aanschaffen dan jonge mensen, heeft dit grote gevolgen voor de buurtsupermarkten (DTNP, 2014). Daarnaast stelt de consument steeds hogere en meer gevarieerde eisen aan producten en is daarmee ook bereid om verder te reizen voor meer kwaliteit (Paddison & Calderwood, 2007). Het draagvlak van de winkels wordt op deze manier extra kwetsbaar.
namelijk weinig overlevingskans. Omdat de grens voor een buurtsupermarkt bij ongeveer 1.500 inwoners ligt, mits deze in voldoende mate aan de winkel verbonden zijn. Vanaf 2.000 inwoners zal een kern meerdere voedingsmiddelenwinkels kunnen hebben (Tamminga & Sipma, 2006). Een kanttekening die hierbij geplaatst moet worden is dat deze grens is gebaseerd op een gemiddeld dorp met gemiddelde koopkrachtbinding; van belang is echter het verzorgingsgebied dat een supermarkt heeft.
1.2.3 Gevolgen verdwijnen buurtsupermarkt
Door het verdwijnen van de buurtsupermarkt zijn bewoners van kleine kernen steeds vaker aangewezen op het grootwinkelbedrijf voor de dagelijkse boodschappen en diensten. Uit diverse onderzoeken is gebleken dat de leefbaarheid van de kleine kern daarbij onder druk komt te staan (DTNP, 2013; Movisie, 2005). Toch, zo blijkt uit recent onderzoek van DNTP (2013), is vooral voor de mobiele bewoners de aanwezigheid van winkelvoorzieningen geen harde randvoorwaarde voor de leefbaarheid. De bereikbaarheid van voorzieningen is dat echter wel. Het verdwijnen van de buurtsupermarkt hoeft dus volgens DNTP (2013) geen rechtstreekse gevolgen voor leefbaarheid te hebben, mits er op aanvaardbare afstand van de woonomgeving winkels beschikbaar zijn.
1.2.4 Behoud buurtsupermarkt
Gemeentebesturen en dorpsraden vinden het essentieel levendigheid in kleine kernen te behouden. De aanwezigheid van een buurtsupermarkt is daarbij van groot belang (Spar Holding BV, zd). Als oplossing om de buurtsupermarkt in kleine kernen in stand te houden zijn er tal van variaties te zien. Zo zijn er bijvoorbeeld zorgaanbieders die, geheel tegen de trend in, investeren in buurtsupermarkten die dreigen te sluiten. Mensen met een verstandelijke beperking helpen dan bij de dagelijkse bezigheden van de buurtsupermarkt (Movisie, 2005). Ook is op veel plaatsen te zien dat de reguliere buurtsupermarktondernemer is toegewezen tot nevenactiviteiten zoals een partyservice om kostendekkend te blijven.
1.2.5 Conclusie
Dit theoretisch kader werd geopend met enkele vragen die naar voren kwamen in de verkenning. Hieronder wordt omschreven hoe dit kader sturing geeft op dit onderzoek. Uit onderzoek blijkt dat een supermarkt met een kern tot 1.500 inwoners feitelijk geen bestaansrecht heeft. Toch lijkt deze uitspraak ongenuanceerd omdat, zo stellen Tamminga & Sipma (2006), niet het inwoneraantal van de kern maar het verzorgingsgebied van belang is voor het bestaansrecht van een supermarkt. Er wordt bij deze inwonergrens namelijk geen rekening gehouden met de mate waarin consumenten geneigd zijn naar de winkel in eigen woonplaats te gaan of naar voorzieningen elders te trekken.
6
Paddison & Calderwood (2007) stellen in tegenstelling tot DTNP (2013) dat de aanwezigheid van een lokale supermarkt het wegtrekken van de bevolking tegen kan gaan en groei stimuleert, omdat de omgeving voor huidige en potentieel nieuwe bewoners aantrekkelijker wordt. Aanvullend stellen van Dam & Verwest (2006) dat een afnemend voorzieningenniveau tot bevolkingskrimp zou kunnen leiden, omdat dit de aantrekkelijkheid van een dorp vermindert. Daarnaast blijkt uit onderzoek van Kranendonk (2009) dat 39 procent van de oudere bewoners uit de onderzochte kleine kernen, dat het verdwijnen van buurtsupermarkten een daling van de woningprijzen met zich meebrengt, met een afname van de leefbaarheid tot gevolg. Bij 30- tot 45jarigen en huishoudens met een bovenmodaal inkomen leeft dit gevoel het sterkst. Bijna een kwart van de Nederlanders overweegt te verhuizen als alle buurtsupermarkten uit de buurt zouden verdwijnen. Het onderzoek van Kranendonk (2009) benadrukt dat het verdwijnen van de buurtsupermarkten
het meest gevoelig ligt bij de mensen die gewend zijn om dagelijks verse producten te kopen. Van deze mensen zegt 42 procent in dat geval een verhuizing te overwegen. Toch wordt verwacht dat het voortbestaan van een buurtsupermarkt in elk dorp anders is. In de verkenning van dit onderzoek is naar voren gekomen dat iedere buurtsupermarkt uniek is en dat een combinatie van factoren de buurtsupermarkt in stand houdt. Been (2012) bevestigt dit; volgens haar is het bestaansrecht van een buurtsupermarkt afhankelijk van dorpsspecifieke factoren, de afstand tot andere kernen en de aanwezigheid van andere voorzieningen (Been, 2012). Tamminga en Sipma (2006) sluiten zich hier bij aan; zij stellen aanvullend de historische achtergrond van de kern als voorwaarde.
Een koopstromenonderzoek kan dit op kernniveau in beeld brengen. In het kader van dit onderzoek moet afgevraagd worden of het relevant is een uitgebreid onderzoek naar het verzorgingsgebied te verrichten. Het zal namelijk geen significante bijdrage leveren aan dit onderzoek. Wel is het bij dit onderzoek van belang te analyseren wat de afstand tot de volgende supermarkt is en wat de supermarktondernemer verwacht waar zijn klanten vandaan komen. Op deze manier ontstaat er een beeld van de omgeving waarbinnen de buurtsupermarkt zich bevindt, waaruit al belangrijke relaties ten opzichte van de buurtsupermarkt gelegd kunnen worden.
1.3 Doel- en vraagstelling
Uit het theoretisch kader komt naar voren dat een supermarkt in een kern tot 1.500 inwoners weinig overlevingskans wordt toegedicht. Ondanks dat deze inwonersgrens niet als voorwaarde voor het bepalen van de koopkrachtbinding (en daarmee het bestaansrecht van de buurtsupermarkt) wordt gesteld, geldt dit gegeven wel als basis voor dit onderzoek. Het verzorgingsgebied van een buurtsupermarkt, dat volgens de literatuur van belang is om de koopkrachtbinding te bepalen, is namelijk niet zonder onderzoek te doen bekend. Door te kijken naar de grens van 1.500 inwoners doet zich iets opmerkelijks voor dat op voorhand onverklaarbaar is. Er bevinden zich in de Overijsselse regio Twente namelijk een vijftal buurtsupermarkten in kernen die onder deze inwonergrens zitten. Van deze vijf buurtsupermarkten worden er drie geselecteerd die nader worden bekeken. Wat zijn de succesfactoren van deze buurtsupermarkten? Wat is het geheim van de smid? Verwacht wordt dat het voortbestaan van een buurtsupermarkt afhangt van een samenspel van factoren die gelden voor specifieke omstandigheden. Iedere situatie is immers specifiek en werkt dus anders. Er bestaat geen ‘ingrediëntenlijst’ voor een succesvolle buurtsupermarkt.
Het doel van dit onderzoek luidt daarom:
Het in beeld brengen van (een combinatie van) factoren die bijdragen aan het voortbestaan van buurtsupermarkten in kernen tot 1.500 inwoners in Twente. Dit onderzoek brengt deze (combinatie van) factoren in beeld door drie verschillende, bestaande buurtsupermarkten in Twente te onderzoeken die voldoen aan een uniek profiel. De uitkomst van dit onderzoek wordt door de OVKK ingezet in een brochure of nieuwsbrief en zal worden verspreid aan haar leden en relaties. Dit schrijven wordt daarom op een leesbare wijze verwoord en zal in een paper- of brochurevorm aangeleverd worden aan de OVKK.
Welke factoren kunnen (en/of een combinatie van factoren kan) bijdragen aan het voortbestaan van buurtsupermarkten in kernen tot 1.500 inwoners in Twente? Om de hoofdvraag te beantwoorden worden er een drietal deelvragen ingezet: 1. Welke factoren zijn volgens de literatuur van belang voor het voortbestaan van een buurtsupermarkt in een kern tot 1.500 inwoners?
7
2. Wat is er bekend over de drie buurtsupermarkten en de dorpen waarin deze gevestigd zijn? 2.1. Welke informatie is te vinden via de websites van de drie buurtsupermarkten en/of websites van de dorpen? 2.2. Hoe kunnen de drie dorpen waarin de buurtsupermarkten zijn gevestigd gekarakteriseerd worden? 2.2.1. Wat kan gezegd worden over de ligging en de bereikbaarheid van de buurtsupermarkten ten opzichte van het dorp en omgeving? 2.2.2. Welke demografische kenmerken heeft het dorp? 2.2.3. Wat kan gezegd worden over de historie van de buurtsupermarkt in het dorp?
2.2.4. Wat is het huidige voorzieningenaanbod van het dorp? 3. Wat zijn de succesfactoren van de drie buurtsupermarkten in Twente die in een kern met minder dan 1.500 inwoners zijn gevestigd? 3.1. Wat zijn volgens de ondernemer van de buurtsupermarkt de succesfactoren? 3.2. Welke factoren zijn volgens de klanten van de buurtsupermarkt van belang om deze buurtsupermarkt te bezoeken? 3.2.1. Welk type klanten kiezen voor deze buurtsupermarkt? 3.2.2. Waarom kiezen deze klanten voor deze buurtsupermarkt?
1.4 Onderzoeksmethodiek
Dit kwalitatieve onderzoek wordt op twee manieren uitgevoerd. Ten eerste wordt er met deskresearch voor deelvragen 1 en 2 onderzocht hoe er in vakliteratuur wordt omgegaan met buurtsupermarken die zich bevinden in een kern met een inwonergrens van 1.500 inwoners. Tevens wordt met behulp van deskresearch in beeld gebracht wat er bekend is over de drie buurtsupermarkten die onderzocht worden. Ten tweede wordt er middels een casestudy onderzocht wat de (combinatie van) succesfactoren van de drie geselecteerde Twentse buurtsupermarkten zijn. Hiervoor worden zowel de ondernemers van de buurtsupermarkt als klanten ondervraagd. Deze methode is van toepassing op deelvraag 3. Dit onderzoek onderscheidt zich van bestaande literatuur, doordat er op een kwalitatieve wijze buurtsupermarkten in Twente worden onderzocht en vergeleken worden met de theorie die te vinden is over het voortbestaan van buurtsupermarkten. Bij bestaande literatuur wordt namelijk veelal op (het belang van) supermarktformules (zoals SPAR, Attent) ingegaan. Tevens worden er binnen dit onderzoek de voor-en nadelen ten opzichte van de reguliere buurtsupermarkt onderzocht. Op basis van de verkregen literatuur uit deelvraag 1 en 2 kan worden gekeken of deze bevindingen aansluiten bij de uitkomsten van de casestudy van deelvraag 3. De buurtsupermarktondernemer speelt een cruciale rol binnen de casestudy.
1.5 Onderzoeksmodel
Het onderzoeksmodel zoals in figuur 1 is weergegeven is de visualisatie van het proces dat is doorlopen om tot het eindproduct te komen. Er is begonnen met het beantwoorden van deelvraag 2, de karakterschets van de dorpen. Deze informatie was nodig als input om een deugdelijk interview te kunnen afnemen met de ondernemers van de buurtsupermarkten. Tegelijkertijd met het verwerken van de interviews is deelvraag 1 beantwoord, de literatuuropgave. Deelvraag 2 beantwoord samen met de interviews deelvraag 3, hierin komt de mening van de ondernemers en de klanten meer naar voren. Deze informatie vormt samen met de beantwoording van deelvraag 1 de input om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden.
Figuur 1 - Onderzoeksmodel
8
Hoofdstuk 2 - De toekomst van de Nederlandse buurtsupermarkt ‘Een dorpswinkel zal in voldoende mate toegevoegde waarde moeten leveren, zodanig dat de exploitant de continuïteit van de winkel kan garanderen.’ Met deze woorden vatten Tamminga en Sipma (2006) een belangrijk deel van hun onderzoek naar concepten en randvoorwaarden van de dorpswinkel samen. Een andere spraakmakende uitspraak uit datzelfde rapport is de ondergrens van 1.500 inwoners om een supermarkt in een kleine kern in stand te houden. Toch wordt in de literatuur veelal de algehele context van (het belang van) de dorpssupermarkt belicht, ook bij een verdieping in de factoren die gelden bij het voortbestaan ervan. Daarom wordt er als voorwaarde voor het beantwoorden van deze onderzoeksvraag niet gekozen voor de harde, wellicht ietwat ongenuanceerde ondergrens van 1.500 inwoners, maar wordt er gekeken naar het algemene kader dat de literatuur op dit moment biedt binnen dit thema. Waar liggen de kansen voor de supermarktondernemer en welke factoren spelen daarbij een rol?
Toch zien EIM (2012) en HBD (2009) veel kansen voor winkels in de kleinste kernen. HBD (2009) ziet, om te beginnen, dat winkelproblemen door de grote verbondenheid van de dorpsinwoners sneller worden onderkend en er is vaak de wil om die problemen gezamenlijk op te lossen. Het is van belang om een centraal ontmoetingspunt in het dorp te hebben; net als een sporthal of dorpshuis kan een supermarkt deze rol op zich nemen. Naast het sociale aspect, zo stelt HBD (2009), kan een ondernemer kiezen voor diverse toekomstgerichte scenario’s. Steeds vaker maakt een traditionele supermarkt namelijk plaats voor een multifunctionele dorpswinkel. De ondernemers spelen dan in op diensten en een groter assortiment voor de dagelijkse, verse boodschappen, als compensatie voor het verdwijnen van andere voorzieningen in het dorp (HBD, 2009). Ook EIM (2012) schrijft dat supermarktondernemers die zich in deze krimpsituatie bevinden, gebaat zijn bij het opnemen van allerlei maatwerkdiensten- en producten. EIM (2012) omschrijft de kansen van de toekomstige zelfstandige supermarkt als dat van de ‘convenience store’, de gemakswinkel. De kern van dit concept is het voorzien in de dagelijkse behoeften van de inwoners. Op deze manier blijft het basisvoorzieningenniveau van het dorp in stand. Het aanbod van de ‘convenience store’ is breed en bevat ook veel diensten en non-food, die anders niet meer in het dorp verkrijgbaar zijn. Zijn bestaansrecht ontleent de supermarkt aan de diversiteit en het gemak dat hij biedt. De prijs dient niet te hoog te zijn, want anders gaat de consument een dorp verder voor zijn boodschappen. Het gemak vertaalt zich in bijvoorbeeld het thuisbezorgen van boodschappen of het functioneren als afhaalcentrum van online bestelde boodschappen. De supermarkt vormt het sociale en economische middelpunt van de gemeenschap. Daar past een ondernemer bij die beschikt over lokale netwerken om invulling te geven aan de verschillende diensten en die actief is in het plaatselijke verenigingsleven en sponsoring van allerlei lokale evenementen (EIM, 2012).
9
In het theoretisch kader werd gesproken over de daling van het aantal supermarkten in kleine kernen en wat daar de mogelijke oorzaken van zijn. Diverse onderzoeken tonen aan dat door vergrijzing en het wegtrekken van jongeren er steeds meer dorpen in krimpsituaties terecht komen (Paddison & Calderwood, 2007) (DTNP, 2014). Als gevolg hiervan vloeit de koopkracht weg en staat het voorzieningenniveau van het dorp onder druk, zo voegt EIM (2012) eraan toe. Ook HBD (2009), die in het rapport ‘Instandhouding winkels in kleine kernen (maximaal 2.000 inwoners)’ verbeteringen voorstelt voor het behoud van dorpssupermarkten, sluit zich bij deze demografische ontwikkelingen bij aan. Het consumentendraagvlak voor winkelvoorzieningen in kleine kernen is vaak te klein om ook in de toekomst duurzaam te blijven functioneren. De winkels missen veelal de uitstraling van een moderne winkel en een kwaliteitsverbetering vergt vaak een investering bij een niet-groeiende markt (HBD, 2009).
2.1 Kansen voor continuering
Nevendiensten waarop een ondernemer van de convenience store kan inspelen (EIM, 2012): • Koffiecorner/restaurant; • Postagentschap; • Afhaalpunt internetbestellingen; • Afhaalpunt stomerij; • Afhaalpunt apotheek; • Thuisbezorgservice; • Toeristisch informatiepunt; • Verkoopkanaal streekproducten; • Zorgleverancier; • Buitenschoolse opvang. De toekomstvisie van HBD (2009) komt grotendeels overeen met die van EIM (2012), maar geeft aanvullend andere voorbeelden op de nevenactiviteiten: • Schoenenservice; • Foto- en kopieservice; • Gebaksservice; • Basisassortiment in non-food, bijvoorbeeld huishoudelijke artikelen en speelgoed.
2.2 Factoren voor continuering
Voor een succesvolle dorpssupermarkt ziet HBD (2007) de volgende factoren die van belang zijn voor het voortbestaan: • Speel in op de specifieke kenmerken van het verzorgingsgebied, zoals toerisme of (jonge) gezinnen die in het dorp wonen; • Verleg het accent naar de verse producten, juist in het kader van de basisfunctie van een winkel in een dorp; • Kijk naar combinatiemogelijkheden met bijvoorbeeld de school, bibliotheek of kinderopvang.
• • •
Zoek naar uitbreiding van services en voeg deze toe aan het huidige assortiment: speel in op wegvallende zekerheden en wegvallend aanbod; De ondernemer kan maatwerk bieden en inspelen op lokale klanten; Experimenteer met lokale producten; Vergrijzing biedt kansen: ouderen willen toch wel graag elke dag naar de supermarkt vanwege het sociale aspect. Speel hierop in door bijvoorbeeld een koffiehoek in te richten. De supermarkt kan het ontmoetingspunt van het dorp worden.
2.3 Conclusie
In de publicaties van EIM (2012) en HBD (2009) is te zien welke toekomstkansen er zijn voor de ondernemer van de buurtsupermarkt. Daar HBD (2009) zich richt op de mogelijkheden van de ondernemer zelf, ziet EIM (2012) kansen in een compleet nieuw concept, namelijk dat van de convenience store. Niettemin geven beide rapporten aan dat de buurtsupermarkt zoals hij nu bestaat dient te veranderen. Het handhaven van huidige activiteiten van een doorsnee buurtsupermarkt in een kleine kern is niet voldoende om in de toekomst te kunnen blijven bestaan, zo beschrijven EIM (2012) en HBD (2009) de situatie althans. Toch blijkt het concept van de convenience store niet vernieuwend, omdat in Nederland al dergelijke concepten bestaan. In de Staphorster kern IJhorst bijvoorbeeld is sinds 2000 een zogenoemd Multipunt aanwezig. Naast een buurtsupermarkt waar streekproducten worden verkocht, beschikt het Multipunt onder meer over allerlei (post)diensten en een VVV-hoek (Kroko Multipunt, 2014). De diensten en producten die het Multipunt aanbiedt zijn streekgerelateerd. Factoren die volgens EIM (2012) en HBD (2009) meespelen bij de continuering van een buurtsupermarkt worden vooral vanuit de optiek van de ondernemer beschreven. Het bieden van maatwerk, inspelen op (de kenmerken van) het dorp en het zoeken naar combinaties met andere diensten of instellingen komen het uitdrukkelijkst naar voren.
10
EIM (2012) ziet bij het concept van de convenience store de volgende factoren die van belang zijn voor het voortbestaan van de buurtsupermarkt:
•
Hoofdstuk 3 - Succesfactoren van de buurtsupermarkt volgens Twentse ondernemers Uit een inventarisatie van dit onderzoek blijkt dat Twente 21 supermarkten telt in kernen met minder dan 4.000 inwoners bijlage 8. Deze inwonergrens wordt door de OVKK gehanteerd bij een kleine kern. Er zijn vijf supermarkten die uiteindelijk aan de hand van een kader van randvoorwaarden zijn geselecteerd. Van deze vijf supermarkten zijn er drie supermarkten geselecteerd die voor dit onderzoek gekozen zijn. Volgens de literatuur is er geen supermarkt mogelijk in een kern met minder dan 1.500 inwoners. Toch blijkt dat de supermarkten in Noord Deurningen (1455 inwoners), De Pollen (495 inwoners) en Sibculo (1465 inwoners) het klaarspelen met minder inwoners. Hoe is dit mogelijk? Wat is hun geheim? En waar liggen de succesfactoren?
3.1 Karakterschets dorpen
In onderstaande paragraaf worden de dorpen belicht. In wat voor soort dorpen zijn de geselecteerde buurtsupermarkten gevestigd? Er wordt gekeken naar de ligging van het dorp, de demografische kenmerken, de historie van de buurtsupermarkt, het huidige voorzieningenaanbod en tot slot volgt er algemene informatie. Om een goed beeld te krijgen van de ligging van de dorpen ten opzichte van elkaar is onderstaande kaart van Twente toegevoegd.
Allereerst wordt er gekeken naar het dorp zelf. Wat voor type dorp is het, en wat speelt er allemaal. Vervolgens wordt de blik verlegd naar de buurtsupermarkt, valt er iets aan op? Een belangrijk component hierbij is het internetgebruik, hoe actief zijn de buurtsupermarkt op het internet? Door dat het internet een opkomende markt is, liggen hier veel kansen. Tot slot wordt er gekeken naar de visie van de ondernemer en de ervaring van de klanten.
Figuur 2 - Twente
11
In onderstaand hoofdstuk zullen de buurtsupermarkten en de dorpen waarin ze gevestigd zijn nader worden bekeken. Dit gebeurt aan de hand van een karakterschets van het dorp, verschillende aspecten van een dorp worden belicht zoals: ligging en bereikbaarheid van het dorp, demografische kenmerken, het huidige voorzieningenaanbod en wat algemene informatie. In de daaropvolgende paragraaf wordt alle feitelijke informatie doorgenomen, zowel de feitelijke informatie die op het internet te vinden is als de feiten die in de interviews aan het licht zijn gekomen. In de afsluitende paragraaf wordt de mening van de ondernemer naar voren gebracht.
3.1.1 Karakterschets Noord Deurningen
3.1.1.1 Ligging en bereikbaarheid ten opzichte van het dorp en de omgeving
Noord Deurningen bevindt zich op één kilometer van de Duitse grens, nabij de Duitse stad Nordhorn en het Nederlandse dorp Denekamp. De nabijheid van de landsgrens maakt van Noord Deurningen een aantrekkelijke vestigingslocatie voor specifieke ondernemingen die kunnen profiteren van (prijs)verschillen tussen Nederland en Duitsland. In bijlage 5, tabel 1 is te zien welke supermarkten er in de nabije omgeving aanwezig zijn. Het valt op dat er binnen ruim vijf kilometer zes andere supermarkten aanwezig zijn. Waarschijnlijk is dit mogelijk door de grote kern Denekamp en de combinatie met de Duitse grens.
3.1.1.2 Demografische kenmerken
Noord Deurningen is een kerkdorp van 1.020 inwoners (CBS, 2014) gelegen in de gemeente Dinkelland. Noord Deurningen vormt een hechte gemeenschap. Het merendeel van de inwoners is rooms-katholiek. Desondanks speelt de kwestie van zondagsrust hier niet; de grensvoorzieningen in de grensstreek zijn doorgaans zeven dagen per week geopend. Voor een compleet beeld van de demografische kenmerken wordt verwezen naar bijlage 5 van dit rapport.
3.1.1.3 Huidige voorzieningenaanbod
De basisvoorzieningen zijn in de kern van Noord Deurningen aanwezig maar voor meer en betere voorzieningen zijn de inwoners op Denekamp of Nordhorn aangewezen. Noord Deurningen heeft een erg grote publiekstrekker waardoor ze beroemd is, zowel bij de Duitsers als de Nederlanders, Tuincentrum Oosterik. Oosterik is een megatuincentrum die haar stempel op het kleine dorpje heeft gedrukt.
3.1.1.4 Algemeen
• •
Borgen woonfunctie en basisvoorzieningen voor eigen gemeenschap (kern en buurtschappen); Als toekomstige woningbouwlocatie is het gebied tussen de Gravenveen en het Baveldspad aangewezen (aansluitend op het huidige uitbreidingsplan); De plaatselijke supermarkt wordt mogelijk verplaatst.
Als laatste punt in de visie wordt geschreven dat de plaatselijke supermarkt mogelijk wordt verplaatst. Echter blijkt uit het interview dat dit niet meer van direct van toepassing is (Berning, persoonlijke mededeling, 7 november 2014). Door de in dit voorjaar nieuw gerealiseerde parkeerplaats is het verkeersprobleem opgelost. De inwoners van Noord Deurningen gaven tevens aan dat ze liever niet hebben dat de buurtsupermarkt gaat verhuizen. Uit de structuurvisie blijkt dat Noord Deurningen nieuwbouw niet uit sluit. Dit is positief want het betekent dat het dorp niet “op slot” staat. Nieuwe woningen trekken nieuwe mensen aan, dit is gunstig voor de buurtsupermarkt in het dorp.
3.1.2 Karakterschets De Pollen 3.1.2.1 Ligging en bereikbaarheid ten opzichte van het dorp en de omgeving
De Pollen is gelegen in de gemeente Twenterand, vlakbij Vriezenveen. In bijlage 6, tabel 1 staan de supermarkten in de directe omgeving weergegeven. Deze supermarkten kunnen worden gezien als voornaamste concurrenten.
3.1.2.2 Demografische kenmerken
De Pollen telt 498 inwoners (CBS, 2014), de inwoners in De Pollen zijn erg gelovig en hechten veel waarde aan de zondagsrust. Een buurtsupermarkt die op zondags haar deuren opent is niet aan de orde. Geconstateerd is dat de bevolkingsomvang langzamerhand van groei omslaat in een afname. Deze krimp is een trend die in grote delen van het land wordt gezien. In Twenterand is dat vanaf ongeveer 2015 aan de orde. Naast krimp wordt in Twenterand een sterke vergrijzing verwacht (Dorpsplan Plus, 2012). De groei van éénpersoonshuishoudens zorgt voorlopig voor een blijvende vraag naar
12
Gemeente Dinkelland heeft verschillende doelen gesteld in haar structuurvisie (BRO, 2013). De voor dit onderzoek relevante visies zijn als volgt:
•
woningen. In bijlage 6, tabel 3 is de bevolkingssamenstelling weergegeven van De Pollen. Te zien is dat de leeftijdscategorie van 15-25 jaar erg zwak vertegenwoordigd is. De jongeren trekken naar Vriezenveen of Almelo.
3.1.2.3 Huidige voorzieningen
Ondanks het lage inwoneraantal beschikt De Pollen over een basisschool, kerk en een supermarkt. De Pollen kent verschillende actieve buurtverenigingen en ‘noaberschap’ staat hoog in het vaandel (Dorpsplan Plus, 2012). Het aantal geboortes is genoeg om de basisschool draaiende te houden, er is geen sprake van geweest dat de basisschool zou moeten sluiten(Peddemors, persoonlijke mededeling, 4 november 2014).
3.1.2.4 Algemeen
Het dorp beschikt niet echt over een dorpskern, het is een ruim opgezet lintdorp. Gemeente Twenterand heeft verschillende ambities samengesteld in haar structuurvisie (Gemeente Twenterand, 2011). De volgende ambities zijn van belang voor dit onderzoek: - Woningen voor gezinnen, maar ook voor starters en senioren voor elke kern, zodat iedereen de mogelijkheid heeft om in Twenterand te blijven wonen. - Stimuleren van ondernemerschap, bedrijventerrein voor elke kern en een sterke werkgelegenheidsstructuur om de economische vitaliteit te behouden.
3.1.3.2 Demografische kenmerken
Sibculo heeft in totaal 1465 inwoners (CBS, 2014). Van deze inwoners is de groep 15-25 jaar erg klein is vergeleken met de groep van 22-45 jaar. Een reden hiervoor zou kunnen zijn dat de jongeren eerst naar de grotere dorpen / stad trekken en later toch terugkeren om dichtbij hun familie te wonen. Gunstig is dat de meeste huishoudens kinderen hebben, kinderen houden een dorp levendig. Hierdoor kan de basisschool blijven bestaan en het feit dat er een basisschool is trekt meer nieuwe inwoners. Ook in Sibculo zijn veel inwoners erg gelovig, dit betekend dat ook in Sibculo zondagsrust geldt. De supermarkt zal daarom nooit haar deuren openen op zondag.
3.1.3.3 Huidige voorzieningen
In bijlage 7, tabel 2 valt af te lezen dat er nog redelijk veel voorzieningen aanwezig zijn in Sibculo. Essentiele voorzieningen voor een kern zijn een supermarkt, basisschool, etcetera. Dat er zelfs nog een slagerij in Sibculo kan bestaan is alleen maar beter.
3.1.3.4 Algemeen
Er zijn twee kerken in Sibculo een hervormde en een gereformeerde. Sibculo staat bekend om het klooster wat er vroeger heeft gestaan. Van dit klooster rest enkel nog een put van Bentheimer zandsteen. Van deze put wordt beweerd dat het water een geneeskrachtige werking heeft.
3.1.3 Karakterschets Sibculo 3.1.3.1 Ligging en bereikbaarheid ten opzichte van het dorp en de omgeving
13
Sibculo is gelegen aan de N341, deze kruist met de N36 een belangrijke verkeersader vanaf Almelo richting het noorden. Spar Hendriks heeft een gunstige positie in het dorp omdat er veel verkeer langskomt. Dit zorgt voor extra klanten die veel onderweg zijn, denk hierbij aan vertegenwoordigers etc. In onderstaande tabel staan de dichtstbijzijnde supermarkten in de omgeving weergegeven.
3.2 Supermarktbeschrijving (algemeen)
In deze paragraaf zal alle feitelijke informatie over de buurtsupermarkten worden beschreven. Zowel feiten die gevonden zijn op het internet als feiten die aan het licht zijn gekomen tijdens de interviews. Per buurtsupermarkt is de feitelijke informatie uitgewerkt. Er is gebleken dat alle drie de buurtsupermarkten in ieder geval online actief zijn.
3.2.1 Noord Deurningen - Berning
Supermarkt Berning komt al meerdere generaties voor in het dorp. ‘Mijn grootvader is op deze plek begonnen met de bakkerij, waarna mijn vader het langzaam heeft omgevormd tot een buurtwinkel.’ De locatie waar supermarkt Berning is gevestigd, namelijk nabij de Duitse grens en het omvangrijke tuincentrum Oosterik, is een groot geografisch voordeel. ‘In tegenstelling tot andere supermarkten in Twentse grensdorpen, bijvoorbeeld Vasse of De Lutte, spelen wij duidelijk in op de behoefte van de Duitse klant.’
De supermarkt heeft ook een eigen website, deze is duidelijk gericht op Nederlandse en Duitse klanten. Op de homepage staan de opties tot een Duitse of Nederlandstalige website duidelijk en opvallend in beeld. Echter, wanneer men verder op de website rondkijkt staat er geen assortiment op de Nederlandstalige versie. Op de Duitse versie staat er wel assortiment afgebeeld, maar het is beperkt tot koffie, drank en medicijnen. Hieruit blijkt dat in ieder geval de website zich vooral richt op de Duitse klanten (Berning, supermarktberning, 2014). Berning beschikt ook over twee Facebookaccounts, een Nederlandse en een Duitse, ook hier valt op dat aan de Duitse variant meer aandacht wordt besteed en ook veel actiever is. (Supermarkt Berning, 2014) Berning is erg actief op internet, want ook de websites lekkeruitholland en kaffeeonline zijn in beheer van de jonge ondernemer (Kaffeeonline, 2014) (Lekker uit Holland, 2014). Eerstgenoemde is gericht op Nederlanders woonachtig in het buitenland, voor typische Nederlandse producten zoals hagelslag en pindakaas. Kaffeeonline is een website gericht op de Duitse klant voor de koffieverkoop. In 2011 vonden er tussen supermarkt Berning, tuincentrum Oosterik, dorpsbewoners en gemeente Dinkelland gesprekken plaats die betrekking hadden op een mogelijke verplaatsing van de supermarkt. Verkeersproblematiek in het dorp, met irritatie van omwonenden, lag hieraan ten grondslag. ‘We hebben samen naar de mogelijkheden gekeken en we kwamen tot twee oplossingen, een langetermijnoplossing en een kortetermijnoplossing’. Op lange termijn zou er de wens zijn om de supermarkt te verplaatsen nabij tuincentrum Oosterik, maar dat laat de gemeente niet toe. Een nieuwe vestiging van detailhandel buiten het dorp is namelijk niet
14
Afbeelding 1 – Berning te Noord Deurningen
Berning, goed aan zes personeelsleden met een omvang van circa 160 fte., speelt ook in op de opkomende trend van het internet. Hij is eigenaar van diverse Duitse en Nederlandse websites op het gebied van koffieverkoop en Nederlandse producten. ‘Mensen uit het buitenland kunnen bij mij bijvoorbeeld stroop en hagelslag kopen via internet. Maar de internetwinkel loopt alleen in samenwerking met supermarkt, omdat de producten hier voor het grijpen liggen.’
toegestaan. ‘Als kortetermijnoplossing hebben we een grote parkeerplaats aangelegd voor onze klanten. Nu zijn de verkeersproblemen opgelost en zijn de bewoners tevreden.’ Bij deze commotie heeft buurtsupermarkt Berning steun gekregen vanuit het dorp wat duidt op draagvlak. Berning wordt namelijk gezien als een volwaardige buurtsupermarkt voor Noord-Deurningen. Als de langetermijnoplossing toch uitgevoerd gaat worden, maakt de huidige locatie van de supermarkt waarschijnlijk plaats voor een seniorencomplex. ‘Veel senioren uit het dorp wonen nu in veel te grote huizen. Zij zullen behoefte hebben aan kleinere, compacte woningen.’
3.2.2 De pollen – Attent Peddemors
Peddemors uit De Pollen kent een rijke geschiedenis. Door verschillende generaties heen heeft Peddemors vijf soorten formules gehad. De Pollen kende vroeger diverse kruideniers, waarvan Peddemors de laatst overgeblevene is.
Wat in Sibculo geldt, is ook van toepassing in De Pollen: voor de grote boodschap gaan dorpsbewoners naar de grote kern, in dit geval Vriezenveen. Dorpsbewoners gaan ook vaak naar Duitsland. Voor de vergeten boodschappen trekt Peddemors wel een groot publiek. ‘Niet alleen uit De Pollen, maar ook klanten uit omliggende kernen komen hier. Sinds de recente sluiting van de buurtsupermarkt in Langeveen zie ik een toenemende aanloop.’ Naast de supermarkt onderneemt Peddemors nevenactiviteiten waar hij veel tijd in steekt. Zo biedt hij een cateringservice aan, is er een bezorgservice en fungeert zijn pand voor de verkoop van vuurwerk. Peddemors betrekt de plaatselijke fruitteler niet bij zijn supermarkt, die heeft een eigen verkooppunt. Buurtsupermarkt Peddemors in de Pollen heeft geen eigen website voor de supermarkt. Maar wel twee websites voor haar nevenactiviteiten, namelijk de catering en de vuurwerkverkoop. Deze laatste heeft zelfs een eigen Twitteraccount (Peddemors, Vuurwerk Peddemors, 2014). Peddemors verkoopt buffetten en barbecuepakketten via haar cateringservice (Peddemors, Peddemors-depollen, 2014). Tevens beschikt de buurtsupermarkt over een depot van een stomerij.
3.2.3 Sibculo – Spar Hendriks
Er zijn in de afgelopen decennia veel veranderingen geweest in de supermarktbranche. Ieder dorp had meerdere kruideniers. Er bestonden geen grootschalige supermarkten. Hendriks heeft de supermarkt samen met zijn vader opgebouwd. Ze zaten toen aan de andere kant van het dorp. In het huidige gebouw, dat sinds oudsher opgesplitst is in twee winkels, zat vroeger de Rabobank. De moeder van dhr. Hendriks verkocht in de ruimte ernaast nonfood producten. ‘De huidige locatie is een stuk gunstiger gelegen dan de vorige, omdat het nu een zichtlocatie is vanaf de doorgaande weg. Veel mensen, zoals toeristen en vertegenwoordigers komen hier om de vergeten boodschappen te halen.’
15
Afbeelding 2 – Peddermors te De Pollen
Hendriks heeft een onderdeel van de SPAR-website ingericht als haar eigen website. Vanuit hier wordt men door gewezen naar een andere website voor de bezorgdiensten. Op deze website staat het gehele assortiment online. Spar Hendriks heeft haar eigen Facebookaccount echter is de Facebookaccount niet actief (Hendriks, facebook, 2014). In de buurtsupermarkt is een fotoprintservice aanwezig, kan men faxen, telefoonkaarten en postzegels kopen en bevindt zich een drogisterij-gedeelte.
3.3 Toekomstvisie vanuit de supermarktondernemer
Afbeelding 3 – Hendriks te Sibculo
Hieronder worden op een beknopte wijze de belangrijkste uitkomsten van de interviews weergegeven. De succesfactoren van de buurtsupermarkt worden weergegeven in een ketting, waar de schakels gezien kunnen worden als de specifieke factoren. Voor de uitgebreide interviewverslagen wordt verwezen naar bijlages 2, 3 en 4 van dit rapport.
3.3.1 Noord Deurningen
Op voorhand zijn de succesfactoren Berning uit Noord Deurningen al duidelijk; de Duitse markt heeft de buurtsupermarkt gemaakt zoals het nu is. Grenswinkel lijkt daarom door de ligging en het type klant een betere term dan buurtsupermarkt, al is het assortiment van een ‘reguliere’ grenswinkel veel beperkter dan dat van Berning, zo geeft de ondernemer aan. Door het toenemende aantal Duitse klanten zag Berning zijn kansen in de verkoop van
16
Veel klanten uit buurdorp Kloosterhaar komen naar Sibculo om boodschappen te doen. ‘Kloosterhaar had vroeger drie supermarkten. Nu is er één van over gebleven en het is de vraag hoe lang hij het volhoudt.’ De klanten van SPAR Hendriks zijn niet alleen ouderen, maar ook veel gezinnen. Uit bevolkingsonderzoek blijkt er relatief veel gezinnen in Sibculo wonen en dat is gunstig voor zowel de supermarkt als de basisschool. ‘Dit biedt een goed perspectief voor het dorp.’ Overigens is te zien dat ouderen meer boodschappen doen. Gezinnen komen doorgaans voor de vergeten boodschappen. De gemiddelde besteding per klant is circa tien euro. SPAR Hendriks heeft ongeveer 2300 klanten per week. Naast de reguliere werkzaamheden verzorgt dhr. Hendriks catering- en barbecuearrangementen. Deze laatste in samenwerking met de plaatselijke slager. Ook is er door de buurtsupermarkt een uitje geregeld naar de huishoudbeurs en sponsort Hendriks de plaatselijke muziekvereniging (Hendriks, Sibculo Spar, 2014).
‘Wat zijn de succesfactoren van deze buurtsupermarkten? Wat is het geheim van de smid?’ Met deze woorden uit de doelstelling werden de hoofdvragen van dit onderzoek aangeduid. Niet het belang van het aangesloten zijn bij een formule, of het kijken naar alternatieve voorzieningen voor het dorp, maar heel gericht onderzoek doen naar de op voorhand onbekende succesfactoren die bijdragen aan het bestaansrecht van een nu bestaande buurtsupermarkt. De uitkomsten van drie interviews met drie verschillende supermarktondernemers moeten in beeld brengen welke factoren van belang zijn voor het bestaansrecht van de supermarkt op die locatie en die specifieke omstandigheden.
producten die in Nederland goedkoper zijn dan in Duitsland, zoals koffie en blikjes frisdrank. ‘Wij kijken goed waar de kansen liggen en de Duitse markt is het meest voordehand liggend. In Nederland is de koffie gewoon veel goedkoper. Het scheelt als snel één á twee euro per pak. Duitsers maken dan graag een ritje richting de Nederlandse grens. Ook de blikjes frisdrank en bier zijn hier veel goedkoper omdat er geen statiegeld op zit.’
Gunstige ligging
Omdat SPAR het niet mogelijk maakte zijn assortiment daarop te richten, is enkele jaren geleden besloten om van de formule af te stappen. Berning is sindsdien vrij te bepalen van welke leverancier hij beleverd wil worden. Niet alleen Duitse klanten, maar ook dorpsbewoners brengen regelmatig een bezoek aan de buurtsupermarkt. Zij zien Berning als belangrijke maatschappelijke schakel binnen de dorpsgemeenschap. Voor de grote boodschap kiezen klanten doorgaans voor de kernwinkelgebieden van Nordhorn en Denekamp.
Band met dorpsbewoners
Ondanks het succes van de onderneming, zit er een onzekere toekomst in de branche waar Berning geen invloed op heeft. Als het prijsverschil tussen Nederlandse en Duitse producten wegvalt, heeft de supermarkt geen bestaansrecht. Alleen van de dorpsbewoners leven is niet mogelijk. Als de supermarkt verdwijnt heeft dit een grote impact op de leefbaarheid van het dorp. Opnieuw een supermarkt beginnen is volgens de ondernemer vandaag de dag nauwelijks mogelijk. De winkel moet je gegund worden door de dorpsbewoners en het is belangrijk dat de ondernemer een bepaalde band heeft met het dorp.
3.3.1.1 Ketting van Berning
Inspelen op de wensen vanuit het dorp en Inspelen op internetshopping en op de Duitse markt Naamsbekendheid/begrip in het dorp Nevenactiviteiten versterken de inkomsten Figuur 3 - Ketting van Berning
Ook bevindt er zich een zwakke schakel in de ketting van Berning, namelijk de onzekerheid door de overheid waar de ondernemer geen invloed op heeft. Een goed voorbeeld zijn tabakswaren, deze waren voorheen goedkoper in Nederland. Maar door accijnzen die door de Nederlandse overheid zijn opgelegd, is dit gunstige prijsverschil overgeslagen naar Duitsland. Deze bedreiging kan, als het prijsverschil tussen de Nederlandse en Duitse markt verdwijnt, zomaar de ketting doen breken.
3.3.2 De Pollen
Buurtsupermarkt Peddemors uit De Pollen lijkt een schoolvoorbeeld van een dorpsvoorziening waarin onmisbaarheid, naamsbekendheid en ondernemerslust tot een belangrijk samenspel leiden. Al decennia lang fungeert Peddemors als belangrijke winkelvoorziening voor mensen uit de omgeving en vervult daarmee ook een sociaal-maatschappelijke rol. Klanten ervaren Peddemors als een onmisbaar ontmoetingspunt in het dorp. De ondernemer speelt in op de vraag van de klant, maar houdt het assortiment vooral eenvoudig en overzichtelijk; niet te veel luxeproducten. Aangesloten zijn bij een formule ziet Peddemors als belangrijk uitgangspunt. Attent laat hem vrij genoeg, zodat het inspelen op de vraag naar de klant mogelijk wordt gemaakt. De nevenactiviteiten van Peddemors hebben, in tegenstelling tot de supermarkt, een regionaal verzorgingsgebied. In principe staan de nevenactiviteiten dan ook niet in verbinding met de winkel, in zowel product als personeel.
17
Een ketting is een reeks van aan elkaar verbonden schakels. De succesfactoren van een buurtsupermarkt zou als een ketting gezien kunnen worden, waar iedere schakel bijdraagt aan de kracht van de ketting. De ketting van Berning telt zeven sterke schakels die met elkaar verbonden zijn. Zij zijn de specifieke factoren die als geheel functioneren op die plek.
Geen formule zodat er maatwerk mogelijk is
Dhr. Peddemors steekt veel energie in zijn onderneming en dat is zichtbaar in al zijn producten en diensten die hij biedt; het liefst werkt hij 24 uur per dag. Daar komt gelijk ook de grootste bedreiging van de buurtsupermarkt om de hoek kijken, want er is geen zicht op opvolging. De toekomstige ondernemer zal zich namelijk op een vergelijkbare wijze moeten (willen) inzetten voor de zaak en, volgens dhr. Peddemors, bekend moeten zijn met het dorp. Volgens Peddemors zijn deze mensen niet te vinden.
3.3.2.1 Ketting van Peddemors
Attent Peddemors heeft een sterke ketting; het geheel van succesfactoren maken de onderneming zo succesvol zoals hij nu is. Peddemors focust zich duidelijk op drie specifieke terreinen, namelijk de supermarkt, de cateringservice en de vuurwerkverkoop. De kracht van Peddemors is om op deze drie terreinen te blijven concentreren.
Formule die past bij de onderneming Inspelen op de wensen vanuit het dorp Overzichtelijk en sterk basisassortiment Nevenactiviteiten als belangrijke inkomstenbron Ontmoetingsplek voor dorpsbewoners Figuur 4 - Ketting van Peddemors
3.3.3 Sibculo
Hendriks staat open voor vernieuwing, al wordt hij uit allerlei hoeken, zo lijkt het, tegengewerkt. Zo heeft Hendriks al eens een dagtrip georganiseerd voor dorpsbewoners, maar het animo viel tegen. Ook zijn onlinebezorgdienst komt nauwelijks van de grond. Op zondag zijn winkel openen zorgt door de strenge geloofsovertuiging voor commotie in het dorp. Als lichtpuntje overweegt Hendriks een geldautomaat in zijn supermarkt te laten plaatsen, waarmee hij meer klanten probeert aan te trekken. Dat is volgens hem nodig, omdat er al jaren een daling in de omzet te zien is. Het liefst maakt hij dan ook een overstap naar een andere formule, waar hij vrijer wordt gelaten in zijn marges, in de keuze van zijn assortiment en waar de vaste lasten minder hoog liggen. Als SPAR niet aan deze overstap meewerkt, verwacht Hendriks dat na het eindigen van het contract met SPAR in 2018, de buurtsupermarkt zijn deuren kan sluiten. SPAR Hendriks uit Sibculo heeft, zo blijkt, meer bedreigingen dan kansen. Een kleine kern met een buurtsupermarkt; het ziet er minder rooskleurig uit dan op voorhand verwacht.
3.3.3.1 Ketting van Hendriks
De omstandigheden van het dorp en de activiteiten die Hendriks onderneemt zijn vergelijkbaar met die van Attent Peddemors. Bij Hendriks speelt de ligging een ook belangrijke rol. Service en klantgerichtheid zijn de kernwoorden die Hendriks doen onderscheiden van de nabijgelegen grote supermarkten.
Gunstige ligging Naamsbekendheid/begrip in het dorp Klantgericht en biedt service veel aan klanten Nevenactiviteiten versterken de inkomsten Ontmoetingsplek voor dorpsbewoners Figuur 5 - Ketting van Hendriks
18
SPAR Hendriks is een begrip in Sibculo en omstreken dat, net als Berning en Peddemors al meerdere generaties als buurtsupermarkt in het dorp is gevestigd. Door de gunstige ligging aan de doorgaande weg heeft hij niet alleen klanten uit het dorp, maar trekt hij ook bijvoorbeeld toeristen en vertegenwoordigers aan. Voor de grote boodschappen gaan klanten naar een groter dorp, een paar kilometer verderop. Dhr. Hendriks merkt dat klanten zijn supermarkt met de grote supermarkten vergelijkt. In prijs en assortiment komt Hendriks dan ook niet mee met zijn grote concurrenten, maar hij probeert zich te onderscheiden in kwaliteit, klantgerichtheid en service. Aangesloten zijn bij
SPAR beschouwd de ondernemer als zijn grootste last; hij heeft nauwelijks invloed op zijn leveranciers en de keuze van zijn assortiment.
Beduidend meer dan bij de andere ondervraagde ondernemers, geeft Hendriks aan het moeilijk te hebben met zijn onderneming. De bedreigingen die op de buurtsupermarkt van Hendriks berusten vloeit feitelijk voort in een ketting met meerdere zwakke schakels. De last die Hendriks ondervindt van de concurrentie en het niet hebben van animo voor vernieuwende activiteiten zijn niet zo kwetsbaar als dat van de belemmering die Hendriks ervaart bij het aangesloten zijn bij de SPAR-formule. Want die schakel zou ervoor kunnen zorgen dat Hendriks, naar eigen zeggen, zijn deuren kan sluiten.
3.4 Conclusie
Drie buurtsupermarkten uit drie verschillende dorpen. In theorie vertonen de supermarkten veel overeenkomsten, want ze zijn gevestigd in een van de kleinste dorpen die Twente kent, ze hebben nevenactiviteiten en ze zijn voor dorpsbewoners het adres voor de vergeten boodschappen. Maar in de praktijk blijken de specifieke omstandigheden waarbinnen deze zich vinden toch zeer uiteenlopend; geen enkele buurtsupermarkt is hetzelfde. Deze conclusie vat dit hoofdstuk puntsgewijs samen. Gelet op de kenmerkenschets van de dorpen en de supermarkten en de interviews met de supermarktondernemers, zijn de volgende gelijkenissen in beeld gekomen: 1. Nabijheid van grote kern / concurrent - Alle drie de supermarkten hebben binnen vijf kilometer een grote supermarkt (zie bijlages 5, 6 en 7, tabel 1). De ondernemers ervaren dat veel dorpsbewoners daar de boodschappen doen. Wat betreft het verzorgingsgebied verschillen de supermarkten nogal van elkaar. Voor kleine kernen waarbij de eerstvolgende kern met een groot voorzieningenaanbod op grotere afstand is gelegen, kiezen de bewoners juist eerder voor de buurtsupermarkt. Dit komt in De Pollen het duidelijkst naar voren.
4. Kerk, supermarkt en school - Hoe klein de kleine kernen ook zijn, ze beschikken alle drie wel over de basisvoorzieningen. 5. Nevenactiviteiten - Berning, Hendriks en Peddemors bedrijven allemaal nevenactiviteiten. Hierbij varieert het van vuurwerkverkoop tot een actieve webwinkel in typisch Nederlandse producten zoals kaas en hagelslag. Wat opvalt is dat cateringservice een veelvoorkomende nevenactiviteit is. Een bezorgservice komt bijna bij elke supermarkt voor. Tevens zijn de ondernemers actief op het internet, opvallend is dat De Pollen geen website heeft voor de buurtsupermarkt, wel voor de vuurwerkverkoop en de catering. 6. Streekgebonden producten - Geen van de supermarktondernemers betrekt typisch streekgebonden producten aan de supermarkt. 7. Maatschappelijke rol - De rol van de supermarkt voor het dorp is erg belangrijk. De klanten zien de supermarkt als een ontmoetingsplek in het dorp. De supermarkt wordt mede hierdoor als onmisbaar beschouwd. De supermarkt is vaak al meerdere generaties een begrip in het dorp. De ondernemer kent het dorp, en het dorp kent de ondernemer. 8. De ondernemer staat aan het roer - Hij bepaalt wat er met zijn onderneming gebeurt en investeert daar geld en energie in. Er is bij de ondernemingen geen directe opvolger in beeld, voor Peddemors doet dit probleem zich het nadrukkelijkst voor. Naast overeenkomsten tussen de buurtsupermarkten komen er ook aspecten voor waarin de buurtsupermarkten zich juist onderscheiden, te noemen:
19
2. Zondagsrust - De zondagsrust verstoren is in De Pollen en Sibculo een regelrechte taboe, terwijl de klanten van Berning juist gebaad zijn bij een supermarkt die zeven dagen per week geopend is. Berning verdiend op een zondag net zoveel als op de maandag en de dinsdag bij elkaar. Een gemiste kans voor Peddemors en Hendriks?
3. Enige supermarkt - Vroeger waren er meerdere supermarkten in de dorpen; voor alle drie de ondernemers geldt dat ze de laatst overgebleven supermarkt zijn. De inwoners van het dorp zijn volledig afhankelijk van de desbetreffende ondernemer willen ze in hun eigen dorp boodschappen kunnen doen. Overigens zijn de buurtsupermarkten geen eenmanszaken.
1. Behoefte van de klant - Er wordt hier op diverse manieren op in gespeeld. Berning kijkt naar wat de markt wil. Hij verkoopt veel koffie, dus een groot aanbod in koffie. De Pollen is hierin veel specifieker en servicegerichter. Klanten kunnen producten bij hem aanvragen die hij vervolgens besteld. 2. Locatie - Berning geeft aan erg op zijn locatie in te spelen; “kijk naar de omgeving en waar dan je kansen liggen”. Dit geldt ook voor de nevenactiviteiten. Blijkbaar was er geen verkooppunt voor vuurwerk in De Pollen, dit is een kans geweest die Peddemors heeft opgepakt. 3. Formule - Het verschil in behoefte naar formules is sterk aanwezig. Berning geeft aan dat hij niet in een formule past, Peddemors ziet zijn contract met Attent als een grote verrijking; “Je moet een organisatie achter je hebben staan”. Dit terwijl Hendriks juist beklemt wordt door zijn formule. 4. Toekomst - De ondernemers kunnen geen eenduidig beeld geven over de toekomst van de supermarkt. Peddemors en Berning lijken op korte termijn geen belemmering te zien om hun buurtsupermarkt voort te zetten, terwijl Hendriks nadrukkelijk aangeeft dat er op korte termijn veranderingen moeten plaatsvinden om zijn supermarkt te continueren.
Hoofdstuk 4 – Conclusie Onderstaand hoofdstuk is het conclusiehoofdstuk. Hierin zal er geconcludeerd worden, discussiepunten worden aangesneden en aanbevelingen gedaan.
Welke factoren kunnen (en/of een combinatie van factoren kan) bijdragen aan het voortbestaan van buurtsupermarkten in kernen tot 1.500 inwoners in Twente?
Dit onderzoek brengt de combinatie van factoren in beeld die bijdragen aan het voortbestaan van een buurtsupermarkt. Geheel tegen de stroom van de
Toch kan bestaande literatuur, zoals genoemd in hoofdstuk 2 van dit rapport, van toevoeging zijn voor de supermarktondernemer. De ondernemers zijn namelijk gebaad bij een advies voor hun winkel, omdat ze continu het assortiment en de diensten aan moeten passen aan de wensen van de hedendaagse klant. De inspiratiedocumenten van EIM (2012) en HBD (2008) kunnen de ondernemer helpen zijn kansen te benutten. Bij het beantwoorden van de hoofdvraag speelt hoofdstuk 3 de belangrijkste rol. De kwantitatieve benadering resulteert namelijk in drie unieke beschrijvingen van drie unieke situaties. Als belangrijkste conclusie van dit hoofdstuk kan gezegd worden dat een buurtsupermarkt geen bestaansrecht heeft zonder daar nevenactiviteiten bij te ondernemen. De ondernemers van drie onderzochte supermarkten gaven dat niet expliciet aan, maar toch lieten zij tijdens de interviews menigmaal doorschemeren dat het zonder nevenactiviteit niet haalbaar is om een buurtsupermarkt draaiende te houden. Als ondernemers een daling in hun omzet bespeuren, wordt het eerst gedacht aan het inzetten en/of aanpassen van nevenactiviteiten. Als antwoord op de hoofdvraag, namelijk welke factoren bijdragen aan het voortbestaan van de buurtsupermarkt, kan geconcludeerd worden dat het niet mogelijk is een lijstje te maken, waarin beschreven is wat dé specifieke factoren zijn om een buurtsupermarkt succesvol draaiende te houden. In de doel- en vraagstelling van dit onderzoek komt de verwachting al naar voren dat het voortbestaan van een buurtsupermarkt afhangt van een samenspel van
20
4.1 Conclusie
bestaande literatuur in, want (1) in veel onderzoeken, scenarioanalyses en trendrapporten is te lezen dat supermarkten moeten vernieuwen om aan de huidige eisen van de klant en omgeving te voldoen. Terwijl dit onderzoek juist de focus legt op het succesverhaal, en (2) diezelfde rapporten de succesfactoren niet kúnnen beschrijven. Dat laatste is ook niet gek, omdat het helemaal niet mogelijk is om buurtsupermarkten te beschrijven. Daar zijn de situaties gewoonweg te specifiek voor. De ‘ingrediëntenlijsten’ die worden aangereikt door brancheorganisaties om de buurtsupermarkt een impuls voor de toekomst te geven, kunnen daarom ook alleen oppervlakkig en generaliseerbaar zijn.
factoren die gelden voor specifieke omstandigheden. Wel, nu kan gezegd worden welke omstandigheden in ieder geval invloed hebben op deze factoren, namelijk: • De ligging van de supermarkt; • Het karakter van het dorp; • De behoefte van de klant en omgeving; • De formule als belangrijk fundament voor de supermarkt; • De energie die de ondernemer in zijn zaak steekt.
4.2 Discussie
Er zijn twee aspecten die opvallen bij dit onderzoek, namelijk: • Het vergelijken van de literatuur met de praktijk leveren enkele opvallende bevindingen op. Ten eerste kan gezegd worden dat de ondernemer van de buurtsupermarkt creatief en vindingrijk moet zijn in zijn onderneming. In zowel theorie als praktijk komt dit nadrukkelijk naar voren. Maar tegelijkertijd vindt er een grote tegenstrijdigheid plaats, namelijk het verschil in regieniveau: uit de interviews met de ondernemers blijkt dat er niet van bovenaf geregisseerd kan worden en dat er dus geen algemeen recept voor de supermarkten kan worden toegewezen. • Het hebben van geen opvolging speelt duidelijk een rol bij twee van de drie geïnterviewde ondernemers. Zowel Hendriks als Peddemors gaven aan geen zicht te hebben op een mogelijk opvolger. Peddemors gaf nadrukkelijk aan dat niet elk persoon geschikt is als opvolger van de supermarkt; hij/zij moet weten wat er reilt en zeilt in het dorp, hij/zij moet het dorp en de dorpsbewoners kennen. Alleen dan wordt het gegund door de bewoners. Berning gaf in het interview aan dat het belangrijk is om een bepaalde feeling met het dorp te hebben.
4.3 Aanbevelingen Door de omvang van het onderzoek is er geen gelegenheid geweest om de situatie vanuit de klant goed toe te lichten in het onderzoek. De klanten zijn
In Espel, Noordoostpolder, was er jarenlang geen supermarkt. Tot vorig jaar, want toen kwam er een ondernemer die volledig tegen de stroom een supermarkt begon in de kern van 1.386 inwoners. ‘Dit komt omdat er draagvlak is vanuit het dorp. De bevolking van Espel heeft mee geparticipeerd om deze winkel te financieren. ‘Deze methode werkt veel beter dan een marktonderzoek of enquête. Als huishoudens vijftig euro investeren in je supermarkt, dan kun je je als ondernemer geen grotere zekerheid wensen. Dan willen ze het blijkbaar echt.’ De ondernemer gaf toe dat het in het eerste jaar niet makkelijk was de supermarkt te runnen. ‘Klanten zijn gewend aan het brede assortiment van de grotere supermarkten boodschappen waar ze voorheen de boodschappen deden. Het is hierdoor lastig om de juiste hoeveelheden in voorraad te bestellen. In een dorp is dat moeilijker in te schatten dan in een grote stad.’ De ondernemer vroeg daarom telkens aan zijn klanten wat het assortiment te bieden moet hebben, dus wat de behoefte is van de klant. (Omroep Flevoland, 2013)
4.3.2 Verbeterplannen
Inspiratiedocumenten kunnen de ondernemer helpen zijn kansen te benutten, maar is dat genoeg? Het bepalen van de impuls dat een supermarkt werkelijk nodig heeft vergt een andere aanpak; er moet namelijk een goed beeld verkregen worden van de buurtsupermarkt, scherp gekregen worden wat er leeft in het dorp en ontrafeld worden wat de wensen zijn van de supermarktondernemer zelf. Het is van belang niet van bovenaf, maar op ooghoogte een dialoog te voeren met alle partijen die van belang zijn voor het (voort)bestaan van de buurtsupermarkt. De ondernemers gaven tijdens het
21
4.3.1 Klanten
weliswaar geïnterviewd, maar voor een volledig beeld is er meer onderzoek nodig. Er zal een enquête nodig zijn om de bereidheid te achterhalen van de klanten. Welke afstand zijn de klanten bereid om af te leggen voor een buurtsupermarkt? Dit zal een goed onderwerp zijn voor eventueel vervolgonderzoek.
interview al aan dat het verdwijnen van een supermarkt grote impact kan hebben op het dorp. Aanvullend schetst Berning dat huizenprijzen zullen dalen als gevolg van het verdwijnen van voorzieningen in het dorp. Dorpsbewoners hebben er dus baat bij dat de supermarkt blijft bestaan en anderzijds moet een supermarkt gegund worden door het dorp. Samen dient gekeken te worden hoe het dorp de toekomst van de buurtsupermarkt ziet en wat de ondernemer vervolgens moet doen om aan de wensen van het dorp te voldoen. Een actorenarena kan ingezet worden om het speelveld van belanghebbenden te analyseren, zodat er tijdig zicht is op partijen of personen die betrokken zijn bij de toekomst(visie) van de buurtsupermarkt. Het instrument brengt in kaart welke invloed de actoren uitoefenen, welke bijdrage er verwacht wordt en/of welke samenwerkingen er mogelijk zijn.
22
Literatuurlijst
16498,16528,16530-16531,16534,16536,16538-16539,16541,1654516548&D3=a&HDR=T&STB=G1,G2&CHARTTYPE=1&VW=T
AGF. (2010, 11 16). Concentratie van supermarktbranche vergevorderd. Opgeroepen op 09 22, 2014, van AFG.nl: http://www.agf.nl/artikel/64464/Schaalvergroting-supermarktennadelig-voor-speciaalzaken Been, L. (2012). Werk aan de winkel; over de relatie tussen leefbaarheid en voorzieningen in plattelandsdorpen in het Eemsdeltagebied. Groningen. Berning.
(2014, Oktober 31). supermarktberning. Opgehaald supermarktberning: http://supermarktberning.nl/nl/
van
BRO. (2013). Structuurvisie gemeente Dinkelland. Boxtel: BRO. CBS. (2014, juli). Opgehaald van Centraal Bureau voor de Statistiek CBS. (2014, 11 09). Begrippen. Opgehaald van Centraal Bureau voor de Statistiek : http://www.cbs.nl/nlNL/menu/methoden/toelichtingen/alfabet/s/stedelijkegemeente.htm CBS. (2014). Wijk- en Buurtkaart 2013. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek. CBS.
CBS.
(2014, November 15). CBS. Opgehaald van CBS: http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=SLNL&PA=70904NE D&D1=3-10,15,21-24&D2=16466-16467,16469,1649716498,16528,16530-16531,16534,16536,16538-16539,16541,1654516548&D3=a&HDR=T&STB=G1,G2&CHARTTYPE=1&VW=T
(2014, November 18). CBS. Opgehaald van CBS: http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=SLNL&PA=70904NE D&D1=3-10,15-24&D2=15438,16466-16467,16469,1649716498,16528,16530-16531,16534,16536,16538-16539,16541,1654516548&D3=a&HDR=T&STB=G1,G2&CHARTTYPE=1&VW=T
Dam, F. v., & Verwest, C. (2006). Krimp en ruimte: bevolkingsafname, ruimtelijke gevolgen en beleid. Rotterdam: NAi Uitgevers Databank Twente. (2014, januari 1). Bevolkingsomvang. Opgehaald van Databank Twente: http://www.databanktwente.nl/demografiebevolkingsomvang.html Distrifood, (2012, 12 03). Veel minder supermarkten. Opgehaald van Distrifood: http://www.distrifood.nl/BrancheBedrijf/Algemeen/2012/12/Veel-minder-supermarkten-1117983W/ Dorpsplan Plus. (2012). Dorpsagenda met uitvoeringsplan. DTNP. (2013). Detailhandel en leefbaarheid, aanpak detailhandel als strategie in krimp- en anticipeergebieden. Nijmegen. DTNP. (2014). Werken aan vitale centrumgebieden. Nijmegen. EIM. (2012). Supermarktondernemers aan zet; Toekomstvisie voor de zelfstandige ondernemer in de levensmiddelenbranche 2015-2020. Zoetermeer: Hoofdbedrijfschap Detailhandel. Ensie. (2014, 09 16). www.ensie.nl/definitie/leefbaarheid. Opgehaald van Ensie: www.ensie.nl/definitie/leefbaarheid Franchise+. (zd). Modelwinkel als succesfactor. Opgeroepen op 10 07, 2014, van http://franchiseplus.nl/vakblad/2004/01/modelwinkel.html
23
(2014, November 18). CBS. Opgehaald van CBS: http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=SLNL&PA=70904NE D&D1=3-10,15-24&D2=2402,2405,15438,16466-16467,16469,16497-
CBS.
Gemeente Twenterand. (2011). Structuurvisie Twenterand. Gemeente Twenterand. (2012). Welstandnota. Gemeente Twenterand. Gemeente Venlo. (2014). Detailhandelvisie Venlo. Venlo. HBD. (1997). Winkelformules van A tot Z. Hoofdbedrijfschap Detailhandel. HBD. (2009). Instandhouding winkels in kleine kernen (maximaal 2.000 inwoners); Aanzet tot oplossingen en een verbeterplan. HBD. Hendriks, S. (2014, Oktober 31). facebook. Opgehaald van facebook: https://www.facebook.com/pages/Spar-Hendriks/329953237116993 Hendriks, S. (2014, Oktober 31). Sibculo Spar. Opgehaald van Sibculo Spar: http://sibculo.spar.nl/ Jongen, B. (2012). Super supermarkten. Franchise+. Kaffeeonline. (2014, Oktober www.kaffeeonline.nl
31).
Opgehaald
van
Kaffeeonline:
Kranendonk, S. (2009). Het maatschappelijk belang van de buurtwinkel. SPAR Holding B.V., Waalwijk. Lekker uit Holland. (2014, Oktober 31). Opgehaald van lekkeruitholland: www.lekkeruitholland.nl Locatus. (2007). Retail Handboek 2007. Den Haag: Sdu Uitgevers BV. Movisie. (2005). Buurtsuper Speciaal. Movisie, 10. Movisie. (2005). Buurtsuper Speciaal. Movisie, 3. Nieland,
P. (2014, januari). Opgehaald van Locatus: http://www.locatus.com/retailreflect/2014/07/01/steeds-meerdorpen-zonder-supermarkt-terwijl-het-aantal-supermarkten-stijgt/
NOS. (2014, 01). Buurtsuper Troefmarkt sluit na 180 jaar. Opgehaald van http://nos.nl/audio/592490-buurtsuper-troefmarkt-sluit-na-180jaar.html.html Omroep Flevoland. (2013, 08 10). Ons Dorp. Paddison, A., & Calderwood, E. (2007) Rural retailling: a sector in decline? International Journal of Retail & Distribution Managment Peddemors. (2014, Oktober 31). Peddemors-depollen. Opgehaald van Peddemors-depollen: http://peddemors-depollen.nl/ Peddemors. (2014, Oktober 31). Vuurwerk Peddemors. Opgehaald van Vuurwerk Peddemors: http://www.vuurwerk-peddemors.nl/ PLUS Holding BV. (zd). De organisatie. Opgeroepen op 10 7, 2014, van http://www.plus.nl/over-plus/onze-organisatie/organisatie RIGO Research. (2008). De Leefbaarometer. Amsterdam. RTV Oost. (2012, 11). Enige supermarkt Rossum dicht. Opgehaald van http://www.rtvoost.nl/nieuws/default.aspx?nid=152758 Spar Holding. (zd). Attent-formule. Opgeroepen op 10 7, 2014, van http://www.sparholding.nl/over-spar/formules/attent SPAR Holding BV. (zd). Over SPAR. Opgeroepen op 10 07, 2014, van http://www.plus.nl/over-plus/onze-organisatie/organisatie Supermarkt Berning. (2014, Oktober 31). facebook. Opgehaald van facebook: https://www.facebook.com/pages/SupermarktBerning/323020114453512 en https://www.facebook.com/SupermarktBerningDenekamp?fref=ts
Van Tol Retail. (zd). Organisatie, Van Tol Retail. Opgeroepen op 10 07, 2014, van http://www.vantolretail.nl/nl/
24
Tamminga , G., & Sipma, N. (2006). Dorpswinkels in de kern: Onderzoek naar concepten. Haarlem.
Bijlage Hieronder bevinden zich alle bijlagen. De verdeling is als volgt: Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9
Lijst van geïnterviewde personen Interview Berning, Noord Deurningen Interview Attent Peddemors, De Pollen Interview SPAR Hendriks, Sibculo Noord Deurningen statistieken De Pollen statistieken Sibculo statistieken Selectie buurtsupermarkten Onderzoeksmethoden
Bijlage 1 – Lijst van geïnterviewde personen Naam geinterviewde Dhr. Hendriks Dhr. Berning Dhr. Peddemors
Supermarkt
Formule
Plaats
Datum
Hendriks Berning Peddemors
SPAR n.v.t. Attent
Sibculo Noord Deurningen De Pollen
4-11-2014 7-11-2014 4-11-2014
25
Bijlage 2 – interview Berning, Noord Deurningen Inleiding Supermarkt Berning komt al meerdere generaties voor in het dorp. ‘Mijn grootvader is op deze plek begonnen met de bakkerij, waarna mijn vader het langzaam heeft omgevormd tot een buurtwinkel’. De locatie waar supermarkt Berning is gevestigd, namelijk nabij de Duitse grens en het omvangrijke tuincentrum Oosterik, is een groot geografisch voordeel. ‘In tegenstelling tot andere supermarkten in Twentse grensdorpen, bijvoorbeeld Vasse of De Lutte, spelen wij duidelijk in op de behoefte van de Duitse klant. Wij kijken goed waar de kansen liggen en de Duitse markt is het meest voordehand liggend. In Nederland is de koffie gewoon veel goedkoper. Het scheelt als snel één á twee euro per pak. Duitsers maken dan graag een ritje richting de Nederlandse grens. Ook de blikjes frisdrank en bier zijn hier veel goedkoper omdat er geen statiegeld op zit.’ Berning, goed aan zes personeelsleden met een omvang van circa 160 fte., is niet de enige supermarkt in de grensstreek die inspeelt op de Duitse klant. De slijterij van De Lutte bijvoorbeeld heeft ook een massaverkoop aan koffie. Als sec slijterij heeft de slijterij volgens Berning geen bestaansrecht omdat alcoholische drank in Duitsland goedkoper is. Door de verkoop van koffie kan hij toch blijven bestaan.
Klanten Berning ziet twee typen klanten die zijn supermarkt bezoeken. ‘Ik heb primaire klanten en secundaire klanten. De primaire klanten komen hier alle boodschappen doen. Dit aantal is wel laag. Zij komen hier voornamelijk voor de gezelligheid. Ik heb voornamelijk secundaire klanten, die hier voor de vergeten boodschappen komen.’ Ook ziet Berning een aanmerkelijk verschil tussen de Nederlandse en Duitse klant. ‘De gemiddelde besteding van Nederlandse klant, dus de dorpsbewoner, ligt op ongeveer acht/negen euro. Zij bezoeken gemiddeld drie maal per week de supermarkt.’ Volgens Berning doet in zijn totaliteit circa zestig procent van de dorpsbewoners boodschappen bij zijn supermarkt. De Duitse klant bezoekt volgens Berning daarentegen veel minder frequent de winkel. ‘Soms komen Duitse klanten maar één maal per jaar. Zij combineren een familiebezoek dan met het kopen van Nederlandse koffie.’ Duitsers besteden gemiddeld dertig euro per bezoek aan boodschappen. Berning speelt niet alleen in op Duitse klanten. Ook trekt hij de vraag van dorpsbewoners aan. ‘Ik ben een echte grenssuper, maar de mensen uit het dorp maken hier ook veel gebruik van vanwege mijn brede assortiment’. Berning wijst naar de nabijgelegen grenswinkel Tensunderm, op steenworp afstand van het dorp. ‘Ik zie grenswinkels daarom ook niet als concurrent maar als concullega. Reguliere grenswinkels hebben namelijk een veel beperkter assortiment’. Zelfs klanten uit het naburige grote dorp Denekamp komen wel eens naar Berning. ‘Normaalgesproken komen ze hier niet voor de
26
Beëindiging SPAR Tot enkele jaren geleden was Berning aangesloten bij de SPAR-formule, maar dit leidde tot het gedeeltelijk beëindigen van de samenwerking met SPAR. Volgens Berning kwam er door het toenemende aantal Duitse klanten behoefte aan expansie en veranderingen in het assortiment. SPAR laat deze veranderingen niet toe. ‘Het inspelen op de Duitse markt is een gestaag proces; het gebeurt niet van de een op de andere dag.’ Als reguliere SPAR-winkel mocht Berning bijvoorbeeld niet het koffieaanbod verkopen zoals hij die nu heeft. SPAR laat slechts een paar procent vreemde producten toe. ‘Ik had gewoonweg te weinig Nederlandse klanten om er een formule aan vast te
hangen. De eisen die die SPAR-formule met zich meebracht waren voor mij niet meer interessant. Ik voelde mij te veel gebonden. Je moet bijvoorbeeld meegaan in de dure promotieactiviteiten en je mag producten zelf niet duurder of goedkoper maken.’ SPAR levert nog wel het grootste assortiment bij Berning. Doordat de supermarkt niet meer bij de SPAR-formule is aangesloten, is Berning vrij om te bepalen wat hij precies van SPAR geleverd wil hebben. ‘Naast het SPAR-assortiment verkoop ik ook producten van Kruidvat en Albert Heijn. Ik koop gewoon restpartijen in en verkoop ze vervolgens weer hier. Deze winkel paste gewoon niet meer binnen het SPARconcept.’
boodschappen hoor, daar heeft Denekamp te veel winkelvoorzieningen voor. Maar daar geldt sinds kort een tijdelijke stop in de verkoop van Grolschproducten. Op een ludieke wijze maak ik dan reclame dat ik wél Grolsch verkoop.’
hebben tankstationeigenaren in de grensstreek niks meer te doen. In de toekomst zou de Duitse regering zomaar over kunnen gaan tot het afschaffen van de koffiebelasting.‘ Andersom merkt Berning dat er in de grensstreek veel Nederlanders zijn die in Duitsland boodschappen doen.
Ondanks dat zestig procent van de dorpsbewoners hier boodschappen komen doen, zet Berning hier niet al zijn jokers op in. ‘Dit dorp telt maar 150 huizen. Daar kun je een supermarkt niet voor laten draaien’. Zo’n negentig procent van Berning’s klanten zijn van Duitse komaf en ongeveer tien procent van de klanten zijn dorpsbewoners. Om die reden adverteert hij regelmatig in het lokale Duitse weekblad en besteedt hij op het sociale mediavlak meer aandacht aan zijn Duitse Facebook-pagina dan zijn Nederlandse versie. In het hoogseizoen profiteert Berning van toeristen van naastgelegen vakantieparken en campings.
Berning denkt dat het verdwijnen van zijn supermarkt grote impact heeft op de leefbaarheid van het dorp. ‘Mensen zijn heel blij met mijn winkel, dat laten klanten vaak merken. Ik biedt ze een bepaalde ontmoetingsplek en dat verdwijnt als ik de deuren sluit.’ Volgens Berning gaan er binnen vijf á tien jaar veel buurtsupermarkten dicht omdat ze geen opvolger hebben. ‘Ik zie überhaupt geen toekomstmogelijkheden voor supermarkten in kleine kernen. En als de supermarkt het dorp verlaat, lopen de klanten ook weg. Opnieuw een supermarkt openen is dus niet eenvoudig, omdat klanten niet zo snel weer terugkomen.’ Kleine dorpen worden volgens Berning woondorpen; ze worden minder leefbaar. Berning herinnert zich een recent onderzoek naar de invloed op de huizenmarkt: ‘Huizenprijzen zullen dalen als de voorzieningen verdwijnen. Mensen zijn dus gebaat bij de aanwezigheid van een voorziening. Noord Deurningen zal voorlopig wel een gezond voorzieningenaanbod blijven hebben; de basisschool heeft veel aanloop van Nederlandse kinderen die net over de grens in Duitsland wonen en ik ben ook nog niet van plan om te vertrekken.’
Nevenactiviteiten Naast de reguliere supermarkt speelt Berning in op de toenemende vraag naar onlineshopping. Hij is eigenaar van diverse Duitse en Nederlandse websites op het gebied van koffieverkoop en Nederlandse producten. ‘Mensen uit het buitenland kunnen bij mij bijvoorbeeld stroop en hagelslag kopen via internet. Maar de internetwinkel loopt alleen in samenwerking met supermarkt, omdat de producten hier voor het grijpen liggen.’ Berning heeft er ook over nagedacht om andere nevenactiviteiten, zoals catering of een bezorgdienst kunnen ondernemen, maar die heeft hij gewoonweg niet nodig. ‘Ik heb mijn handen vol aan de webwinkels en dat is al een leuke bijverdienste voor mijn zaak.’
27
Onzekere toekomst Het feit dat Berning inspeelt op de Duitse markt vormt een grote bedreiging. ‘Als het prijsverschil tussen Nederland en Duitsland wegvalt, kan ik de zaak sluiten.’ Volgens Berning geldt dit voor alle grenswinkels. ‘Het wordt dan een kaalslag aan de grensstreek. Hier aan de grens geldt een kortetermijnpolitiek; alles is afhankelijk van de Duitse en Nederlandse regering.’ Berning noemt als voorbeeld dat hij in het verleden veel tabakswaren verkocht. ‘Nu sigaretten in Nederland duurder zijn, zit hier geen toekomst meer in. Voorheen kwamen Duitse klanten naar de Nederlandse benzinepomp om sigaretten te kopen. Nu
In 2011 vonden er tussen supermarkt Berning, tuincentrum Oosterik, dorpsbewoners en gemeente Dinkelland gesprekken plaats die betrekking hadden op een mogelijke verplaatsing van de supermarkt. Verkeersproblematiek in het dorp, met irritatie van omwonenden, lag hieraan ten grondslag. ‘We hebben samen naar de mogelijkheden gekeken en we kwamen tot twee oplossingen, een langetermijnoplossing en een kortetermijnoplossing’. Op lange termijn zou er de wens zijn om de supermarkt te verplaatsen, maar dat laat de gemeente niet toe. Een nieuwe vestiging van detailhandel buiten het dorp is namelijk niet toegestaan. ‘Als kortetermijnoplossing hebben we een grote parkeerplaats aangelegd voor onze klanten. Nu zijn de verkeersproblemen opgelost en zijn de bewoners tevreden.’ Als de langetermijnoplossing toch uitgevoerd gaat worden, maakt de huidige locatie van de supermarkt waarschijnlijk plaats voor een
seniorencomplex. ‘Veel senioren uit het dorp wonen nu in veel te grote huizen. Zij zullen behoefte hebben aan kleinere, compacte woningen.’ Tips Berning benadrukt dat het voor elke ondernemer van een kleine kern belangrijk is dat ze een bepaalde feeling met het dorp hebben. ‘Het moet je gegund worden. Je kunt nooit de goedkoopste en beste zijn, dat zijn de grote supermarkten al. Jezelf onderscheiden is daarom lastig. We blinken wel uit in service, maar ook dat zie je steeds vaker bij grote supermarkten. Kijk en luister naar de omgeving, de vraag van de klant, en speel daarop in.’ Supermarkt Berning is elke dag geopend. ‘Op zondag draai ik net zoveel omzet als op maandag en dinsdag bij elkaar’. Tuincentrum Oosterik speelt hierin een belangrijke rol, omdat koopzondagen veel interregionale bezoekers trekken. Mensen combineren dan een dagje tuincentrum met een bezoek aan de supermarkt van Berning. ‘Het dorp heeft hier geen moeite mee. Zelf gaan ze ook wel eens op zondag boodschappen bij mij doen’.
28
Bijlage 3 – interview Attent Peddemors, De Pollen Situatie Peddemors uit De Pollen (495 inwoners) kent een rijke geschiedenis. Door verschillende generaties heen heeft Peddemors vijf soorten formules gehad. Net als Hendriks vertelt Peddemors over de verschuiving in de markt: ‘Vroeger lagen er honderd artikelen in de schappen waaruit gekozen kon worden, nu zijn klanten met tweeduizend artikelen nog niet tevreden.’ Ook De Pollen kende vroeger diverse kruideniers, waarvan Peddemors de laatst overgeblevene is. Klant Wat in Sibculo geldt, is ook van toepassing in De Pollen: voor de grote boodschap gaan dorpsbewoners naar de grote kern, in dit geval Vriezenveen. Dorpsbewoners gaan ook vaak naar Duitsland. Voor de vergeten boodschappen trekt Peddemors wel een groot publiek. ‘Niet alleen uit De Pollen, maar ook klanten uit omliggende kernen komen hier. Sinds de recente sluiting van de buurtsupermarkt in Langeveen zie ik een toenemende aanloop.’
Onderscheidenheid Supermarkt De Pollen vervult net als SPAR Hendriks uit Sibculo een belangrijke sociaal-maatschappelijke rol. ‘Veel mensen willen hun ei kwijt en daar speelt het personeel op in. Zij zijn klantgericht en staan open voor een praatje.’ Volgens Peddemors onderscheidt de supermarkt zich ten opzichte van grote supermarkten in service. Alles is er mogelijk, want klanten kunnen producten bestellen. Dhr. Peddemors geeft aan dat klanten hier veel gebruik van maken. Naast de supermarkt onderneemt Peddemors nevenactiviteiten waar hij veel tijd in steekt. Zo biedt hij een cateringservice aan, is er een bezorgservice en fungeert zijn pand voor de verkoop van vuurwerk. Peddemors betrekt de plaatselijke fruitteler of bakker niet bij zijn supermarkt. Zij hebben ieder een eigen verkooppunt. Klanten die gebruik maken van de catering zijn volgens Peddemors geen klant van de Attent supermarkt en andersom ook niet. ‘Klanten van de supermarkt zijn vooral lokaal en de catering heeft een regionale dekking.’ Van de bezorgservice wordt niet veel gebruik gemaakt, die behoefte is er gewoonweg niet. De vuurwerkverkoop wordt gezien als hobby. ‘Mannen en vuurwerk, dat gaat levenslang samen. Ik krijg het er niet bij hem uit’ voegt de vrouw van Peddemors eraan toe. In principe is draagt het door de ongunstige veiligheidskosten niet bij aan de totale winst. ‘Er zit overigens een strikte scheiding in de werkzaamheden van het personeel van Peddemors. Personeel dat de catering verzorgt wordt bijvoorbeeld niet ingezet bij de vuurwerk of supermarkt.’ Toekomst De grootste belemmering voor de supermarkt van dhr. Peddemors is de zoektocht naar een opvolger. ‘Niet elk persoon is geschikt als opvolger van de supermarkt. Hij moet weten wat er reilt en zeilt in het dorp, hij moet zijn klanten kennen. Een zorgvuldige inwerktijd is daarom van belang.’ Indien
29
Formule Peddemors is altijd aangesloten geweest bij een formule. ‘Zonder formule lukt het niet. Je moet een organisatie achter je hebben staan.’ Het verschil tussen Spar en Attent is volgens Peddemors groot, vooral in de omzet. ‘Een SPAR supermarkt heeft meer omzet nodig omdat ze lagere marges hebben. De Attent winkels kunnen het best omschreven worden als buurtwinkels. SPAR is nadrukkelijk gebonden aan organisaties, terwijl een Attent supermarkt daarin vrijer wordt gelaten.’ Peddemors geeft aan dat zij helemaal zelf bepalen wat zijn assortiment is. De kracht van de supermarkt volgens Peddemors is dat ze een standaardassortiment hebben en dat ze heel overzichtelijk zijn. ‘Wij hebben geen vijf soorten macaroni te koop zoals de omliggende grote supermarkt wel hebben, maar we geven de klant wel de keuze in een A en B
merk van hetzelfde product.’ Overigens heeft Peddemors meerdere personeelsleden uit verschillende dorpen uit de buurt, zij trekken weer klanten uit dat dorp. Tevens biedt hij een man met een Wajong-uitkering een plek aan in zijn personeel.
Peddemors binnen twintig jaar geen opvolger vindt, gaat de winkel dicht. ‘Als mijn supermarkt de deuren sluit, heeft dit een grote impact op het dorp. Vooral de ouderen zullen naar een grotere kern vertrekken. Als alle voorzieningen weg zijn in het dorp, zal het onaantrekkelijk zijn om er te wonen; De Pollen wordt een spookdorp.’ Vooral de jonge gezinnen willen volgens Peddemors een breed pallet aan voorzieningen; dat is niet in een kleine kern te vinden. ‘Je bent pas onmisbaar als je er niet meer bent.’ Opnieuw een supermarkt openen, als deze eenmaal is gesloten, is volgens Peddemors niet mogelijk. ‘Het zal alleen mogelijk gemaakt kunnen worden door een groep actieve vrijwilligers of een actieve ondernemer uit het dorp. Je moet bekend zijn met het dorp en haar omgeving. Bewoners moeten je wat gunnen en jij moet klanten niet tegenwerken maar juist een goede indruk achterlaten. Als dorpsbewoners je niet mogen, komen ze niet.’ Volgens Peddemors is er overlevingskans als iedere inwoner 15 euro besteed aan boodschappen.
30
Bijlage 4 – interview SPAR Hendriks, Sibculo Situatie Er zijn in de afgelopen decennia veel veranderingen geweest in de supermarktbranche. Ieder dorp had meerdere kruideniers. Er bestonden geen grootschalige supermarkten. Hendriks heeft de supermarkt samen met zijn vader opgebouwd. Ze zaten toen aan de andere kant van het dorp. In het huidige gebouw, dat sinds oudsher opgesplitst is in twee winkels, zat vroeger de Rabobank. De moeder van dhr. Hendriks verkocht in de ruimte ernaast nonfood producten. ‘De huidige locatie is een stuk gunstiger gelegen dan de vorige, omdat het nu een zichtlocatie is vanaf de doorgaande weg. Veel mensen, zoals toeristen en vertegenwoordigers komen hier om de vergeten boodschappen te halen.’ Hendriks heeft veel last van nabijgelegen supermarkten. ‘Jumbo Westerhaar, tot voor kort C1000, is met een afstand van drie kilometer mijn grootste concurrent. Door de overname van Jumbo zat de supermarkt enkele weken dicht, waardoor klanten massaal voor mijn supermarkt kozen. De omzet steeg in die periode met zo’n 30%.’ Hendriks ondervindt naast de Jumbo ook veel last van Nederlandse klanten die ervoor kiezen om in Duitsland boodschappen te doen.
Het feit dat er naast het dorp Sibculo een vakantiepark is gelegen, trekt veel klanten naar de supermarkt. Toch is te zien dat vakantiegangers steeds minder uitgeven, met name de jonge gezinnen. ‘Vooral de jongere gezinnen geven minder uit. Alleen de vijftig-/zestigplussers besteden er graag geld, die komen in het naseizoen.’ Hendriks merkt dat klanten de kleine supermarkten vergelijken met de grote supermarkten. Dit merkt dhr. Hendriks ook bij zijn klanten. Van een kleine SPAR wordt hetzelfde verwacht dan een grote Jumbo. Ze mogen er niet slechter uit zien en het liefst met dezelfde prijs. ‘Maar dat is niet mogelijk. Vooral in de prijs komt een kleine supermarkt niet mee. Ik moet mij onderscheiden in klantgerichtheid, klantvriendelijkheid en service.’ Formule Hendriks is aangesloten bij de SPAR-formule van SPAR Holding BV. ‘Ik zie dit als een grote belemmering. SPAR sluit namelijk contracten af met leveranciers, waar ik zelf helemaal geen invloed op heb.’ Hendriks zou bijvoorbeeld het liefst een lokale bakker betrekken bij zijn supermarkt. Maar omdat zijn supermarkt bij SPAR aangesloten is, mag hij alleen brood van Topbakker verkopen. ‘Ik ben afhankelijk van het marge dat de groothandel mij meegeeft.’ Hendriks geeft aan dat er een derving is toegestaan van anderhalf procent. Ook zijn de standaard lasten om bij de formule aangesloten te zijn fors. Iedere SPAR dient onder andere mee te werken aan promotieactiviteiten, die veel kosten met zich meebrengen. Onderscheidenheid: SPAR Hendriks onderscheidt zich ten opzichte van de grote supermarkten vooral in service. Naast de reguliere werkzaamheden verzorgt dhr. Hendriks barbecue- en cateringarrangementen. ‘Dit doe ik al jaren in samenwerking met de plaatselijke slager, maar over de kwaliteit ben ik eigenlijk niet helemaal te spreken.’ Toch maken bewoners uit de regio hier regelmatig gebruik van. Daarnaast is Hendriks aangesloten bij de onlinebesteldienst van SPAR, maar hier wordt nauwelijks gebruik van gemaakt.
31
Klant Veel klanten uit buurdorp Kloosterhaar komen naar Sibculo om boodschappen te doen. ‘Kloosterhaar had vroeger drie supermarkten. Nu is er één van over gebleven en het is de vraag hoe lang hij het volhoudt.’ De klanten van SPAR Hendriks zijn niet alleen ouderen, maar ook veel gezinnen. Uit bevolkingsonderzoek blijkt er relatief veel gezinnen in Sibculo wonen en dat is gunstig voor zowel de supermarkt als de basisschool. ‘Dit biedt een goed perspectief voor het dorp.’ Overigens is te zien dat ouderen meer boodschappen doen. Gezinnen komen doorgaans voor de vergeten
boodschappen. De gemiddelde besteding per klant is circa tien euro. SPAR Hendriks heeft ongeveer 2300 klanten per week.
Naast de supermarktfunctie vervult SPAR Hendriks ook een belangrijke sociaalmaatschappelijke functie. ‘Mijn personeel maakt graag een praatje met dorpsbewoners. Veel bewoners zien deze SPAR als belangrijke ontmoetingsplek in het dorp.’ Klanten ervaren het personeel als zeer klantvriendelijk.
Op het gebied van streekproducten liggen er volgens dhr. Hendriks wellicht kansen. Voorheen deed hij al in de verkoop van eieren van de plaatselijke pluimveehouder. Hendriks is bang klanten te discrimineren als hij wijzigingen doorvoert in zijn assortiment. Andere klanten zullen weer blij zijn met deze wijziging. Hij is opzoek naar een balans.
Toekomst Dhr. Hendriks staat open voor vernieuwing. ‘Ik krijg op dit moment hulp van een adviseur die mij helpt de supermarkt te verbeteren.’ Hendriks geeft aan dat het niet eenvoudig is vernieuwend te zijn. Met name dorpsbewoners en lokale bedrijven zorgen voor stagnatie. Hendriks organiseert bijvoorbeeld af en toe iets voor zijn dorp. Zo heeft hij in het verleden al eens in samenwerking met een touringcarbedrijf een dagtrip georganiseerd. ‘Helaas kwam dit niet van de grond. Ik ben nu terughoudend om dit opnieuw te organiseren. Toch ben ik ervan overtuigd dat naamsbekendheid een grote rol speelt binnen deze activiteit.’ Daarnaast is de supermarkt is op dit moment zondags gesloten. Vanuit het dorp ontstaat er veel ophef als hij besluit op deze dag de supermarkt te openen. ‘Al eerder had ik op tweede kerstdag de winkel geopend, maar hier gingen dorpsbewoners niet mee akkoord. In dit dorp geldt zondag rustdag.’ Ook heeft dhr. Hendriks wil lokale bedrijven benaderen voor het beleveren van producten, maar de meeste bedrijven worden al door SPAR Mulder uit Vriezenveen beleverd. Aangezien hij deze als collega ziet, en dus niet in zijn vaarwater wil zitten, onderneemt hij hierin geen actie.
Hendriks bespeurt al jaren een daling in de omzet, ze hebben het moeilijk. ‘Alle supermarkten hebben daar last van. Mensen geven steeds minder uit.’ Het contract met SPAR eindigt in 2018. Hendriks zou blij zijn als hij dan nog bestaat. Met de huidige omzet is het namelijk mogelijk een SPAR-formule draaiende te houden. ‘Mijn wens is daarom om over te gaan naar de Attent-formule, dat ook onderdeel is van SPAR Holding BV. Attent gaat veel flexibeler om met marges en leveranciers.’ SPAR zal deze overstap niet toejuichen omdat volgens het SPAR-beleid niet is toegestaan om naar Attent over te gaan. Het aantal supermarkten van SPAR moet namelijk stijgen en niet afnemen. Hendriks verwacht tot grote ergernis dat SPAR hierin niet zal meewerken.
32
Op dit moment denkt dhr. Hendriks erover na om een geldautomaat in zijn supermarkt laten plaatsen. ‘Nu kunnen klanten alleen pinnen bij de kassa, maar door de komst van een geldautomaat zal de klandizie toenemen.’ Toch brengt de komst van een geldautomaat veel kosten met zich mee en de vraag is dan ook of dit opweegt tegen de opbrengsten. ‘Daarnaast ligt er nog een koopcontract van kracht van Rabobank, de voormalige eigenaar van het pand, waarin de komst van een andere bank niet wordt toegestaan. Ik riskeer een hoge boete als ik vóór 2017 een geldautomaat van een andere bank plaats.’ Na 2017 wordt het twintigjaar durende contract ontbonden. Dhr. Hendriks zoekt uit wat op juridisch vlak zijn mogelijkheden op korte termijn zijn.
Bijlage 5 – Noord Deurningen Supermarkten in de omgeving Supermarkt Afstand Ten Sundern 1 km Grenswinkel Aldi markt 2.9 km EMTÉ 3.7 km Plus Jan ter Steege 3.9 km ALDI Nordhorn Fresndorferhaar Netto Marken-Discount – Filiale
Opmerkingen Grenswinkel Denekamp Denekamp Denekamp
2.8 km
Gelegen in Duitsland
5.1 km
Gelegen in Duitsland
Tabel 1 – Supermarkten in de omgeving van Noord Deurningen
Andere voorzieningen in Noord Deurningen Naam Soort voorziening Stichting de Mare Buurthuis Willibrordschool Basisschool H. Jozefkerk R.K. kerk Tabel 2 - Andere voorzieningen in Noord Deurningen
Bevolkingssamenstelling Noord Deurningen 2012 1020 Aantal inwoners 480 Mannen 540 Vrouwen 21.5% 0 tot 15 jaar 10.5% 15 tot 25 jaar 23% 25 tot 45 jaar 23.5% 45 tot 65 jaar 21% 65 jaar en ouder 325 Totaal aantal huishoudens 50 Eenpersoonshuishoudens 54 Huishoudens zonder kinderen 96 Huishoudens met kinderen 2.8 Gemiddelde huishoudensgrootte Bevolkingsdichtheid, aantal 2319 inwoners per km2 0 Geboorte aantal 0 Geboorte per 1000 inwoners 15 Sterfte aantal 28 Sterfte per 1000 inwoners Tabel 3 – Bevolkingssamenstelling Noord Deurningen (CBS, 2014)
33
Bijlage 6 – De Pollen Supermarkten in de omgeving Supermarkt Afstand EMTÉ 4.7 km Aldi 4.7 km C1000 Fikkert 5.4 km Plus Wallerbosch 5.3 km T.J. Gehring 4.8 km
Opmerkingen Vriezenveen Vriezenveen Vriezenveen Geesteren Geesteren
Tabel 1 - Supermarkten in de omgeving van De Pollen
Andere voorzieningen in De Pollen Naam Plaatselijk Belang De Pollen/ West-Geesteren Kinderopvang De Hooiberg Land van Maas & Webbink Christelijke basisschool De Polle De Pollenkerk Tabel 2 - Andere voorzieningen in De Pollen
Soort voorziening Plaatselijk belang Kinderopvang Toeristische attractie Basisschool Ned. Hervormde kerk
Bevolkingssamenstelling De Pollen 2012 498 Aantal inwoners 260 Mannen 240 Vrouwen 21% 0 tot 15 jaar 10% 15 tot 25 jaar 24% 25 tot 45 jaar 30% 45 tot 65 jaar 15% 65 jaar en ouder 175 Totaal aantal huishoudens 20 Eenpersoonshuishoudens 31 Huishoudens zonder kinderen 49 Huishoudens met kinderen 2.9 Gemiddelde huishoudensgrootte Bevolkingsdichtheid, aantal 147 inwoners per km2 5 Geboorte aantal 10 Geboorte per 1000 inwoners 5 Sterfte aantal 12 Sterfte per 1000 inwoners
Tabel 3 - Bevolkingssamenstelling De Pollen 2012 (CBS, 2014)
34
Bijlage 7 - Sibculo Supermarkten in de omgeving Supermarkt Afstand Jumbo 3.1 km Buurtsuper 2.8 km Coop 6.2 km C1000 Veld 7.0 km Lidl 7.0 km
Tabel 1 - Supermarkten in de omgeving
Andere voorzieningen in Sibculo Naam MFC De Horst
Buurtvereniging D’Olde Akker Kloosterkerk Tabel 2 - Andere voorzieningen in Sibculo
Opmerkingen Westerhaar Kloosterhaar Vroomshoop Vroomshoop Vroomshoop
Soort voorziening Multifunctioneel centrum (Ned. Hervormde kerk, kinderdagopvang, peuterspeelzaal, bso, bibliotheek, dagopvang voor ouderen, toneelvereniging) Buurtvereniging Gereformeerde kerk
Bevolkingssamenstelling Sibculo 2012 1465 Aantal inwoners 775 Mannen 695 Vrouwen 19.5% 0 tot 15 jaar 13% 15 tot 25 jaar 25% 25 tot 45 jaar 29.5% 45 tot 65 jaar 12.5% 65 jaar en ouder 495 Totaal aantal huishoudens 19 Eenpersoonshuishoudens 28 Huishoudens zonder kinderen 53 Huishoudens met kinderen 3.0 Gemiddelde huishoudensgrootte Bevolkingsdichtheid, aantal 2089 inwoners per km2 15 Geboorte aantal 15 Geboorte per 1000 inwoners 10 Sterfte aantal 17 Sterfte per 1000 inwoners Tabel 3 - Bevolkingssamenstelling Sibculo 2012 (CBS, 2014)
35
Bijlage 8 – Selectie buurtsupermarkten In de tabel hiernaast staan alle kleine kernen (<4000 inw.) waar een buurtsupermarkt aanwezig is. Deze tabel geeft dus een compleet overzicht van buurtsupermarkten in Twente.
Inwoners 1795 1330
Soort
NoordDeurningen
1025
NoordDeurningen Saasveld
1025
Weerselo Boekelo Lonneker
3005 2360 1850
Buurse
1400
Daarle Haarle Bentelo
1430 2170 2175
Attent SPAR Dagwinkel
Diepenheim Hengevelde De Lutte Albergen Harbrinkhoek Vasse De Pollen
2640 2070 3610 3555 1625 975 495
SPAR SPAR SPAR Coop Coopcompact PLUS Attent
Den Ham
1730
C1000
Sibculo
1455
SPAR
Winkel i.c.m. dagbesteding
Keten SPAR -
Grenswinkel
1690
Winkel i.c.m. dagbesteding Grenswinkel
PLUS Coop(compact) Attent
Naam Draaijer Dorpskern Super Berning Tensunderm Supermarkt Silderhuis Löwik Tijhuis / Ter Huurne Holland Markt BV Maneschijn Slettenhaar Dagwinkel Bentelo Kleis Hemel Schreur Droste Catering Peddemors Rude Veldkamp Hendriks
36
Kleine kern Bornerbroek Zenderen
Bijlage 9 - Onderzoeksmethoden Deze bijlage dient ter aanvulling op de beschrijving van de onderzoeksmethoden, zoals genoemd in het hoofdgedeelte van dit rapport.
Deelvraag 1 en 2: Deskresearch
Een aantal deelvragen zullen middels deskresearch worden beantwoord. Bij deskresearch wordt gekeken naar antwoorden in de literatuur. Het is hierbij van belang dat betrouwbare literatuur wordt geraadpleegd. Dit komt de kwaliteit van het onderzoek ten goede. Om erachter te komen of de literatuur betrouwbaar is zal de kwaliteit van de bron worden beoordeeld middels een aantal essentiële vragen: - Wie is de auteur? - Wat is de context? - Wat is de motivatie? - Wie is de doelgroep? - Is triangulatie mogelijk? - Is er sprake van over- of onderrapportage? - Op welke leefdomeinen heeft het materiaal betrekking? - Is het materiaal compleet? In de literatuur is al veel bekend over (het al dan niet van belang zijn) van de aanwezigheid van een buurtsupermarkt of andere voorziening in de kleine kern. Ook is er literatuur te vinden die dat tegen spreekt en zijn er veel modellen en formules bekend om een buurtsupermarkt voort te zetten. Er is echter weinig te vinden over (het behoud van) de buurtsupermarkt vanuit de optiek van de ondernemer en dat is nou juist waar dit onderzoek om draait. Het is dus voor dit onderzoek van belang kritisch te kijken naar de literatuur, tegenstrijdigheden te vergelijken en altijd in het achterhoofd houden vanuit welke optiek het artikel is geschreven.
Deelvraag 3: Casestudy
In Twente bevinden zich op dit moment 21 buurtsupermarkten in kleine kernen tot 4.000 inwoners (bijlage 2). Dit is de inwonergrens die de OVKK hanteert voor het begrip kleine kern. Binnen deze selectie vallen ook grenswinkels. Middels een casestudy wordt het geheel van omstandigheden onderzocht hoe een buurtsupermarkt in Twentse kernen met een inwoneraantal tot 1.500 inwoners kan voortbestaan. Er wordt gericht bepaald welke buurtsupermarkten in aanmerking komen voor dit onderzoek middels een reeks aan kenmerken die in samenspraak met de opdrachtgever zijn samengesteld. Deze kenmerken vormen het steekproefkader (tabel 2). Dit kader bepaalt uiteindelijk welke buurtsupermarkten geselecteerd worden voor dit onderzoek. Kenmerken 1. De kern is gelegen in Twente; 2. Het inwoneraantal van de kern bedraagt niet meer dan 1.500 inwoners; 3. In de kern dient een zelfstandige onderneming gevestigd te zijn, in de vorm van een buurtsupermarkt, die niet op kunstmatige wijze financiële steun kent (bijvoorbeeld door subsidiegelden of waar bij een buurtsupermarkt personeelskosten worden gedrukt omdat er verstandelijk gehandicapten werkzaam zijn in de vorm van een dagbesteding). De ondernemer mag als franchise aangesloten zijn bij een supermarktketen; 4. Grenswinkels worden niet meegenomen binnen dit onderzoek; 5. Maximum aan variatie mogelijk met betrekking tot supermarktkenmerk binnen het hiervoor genoemde steekproefkader. Tabel 2,steekproefkader
37
De kenmerken van het steekproefkader resulteren in een vijftal buurtsupermarkten (tabel 3). Te zien is dat vier van de vijf supermarkten zijn aangesloten bij een formule. Het inwoneraantal varieert van 495 inwoners (De Pollen) tot 1455 inwoners (Sibculo). Tot slot is te zien dat Peddemors en Droste naast de supermarkt ook nevenactiviteiten uitoefenen.
1 2 3 4 5
Kleine kern Naam Inwoners Kenmerk De Pollen Peddemors 495 Nevenactiviteit: catering Vasse Droste 975 Nevenactiviteit: catering Noord-Deurningen Berning 1025 Onbekend Daarle Maneschijn 1430 Onbekend Sibculo Hendriks 1455 Onbekend Tabel 3, buurtsupermarkten uit het steekproefkader
Keten Attent PLUS Attent SPAR
-
Drie buurtsupermarkten
Keten SPAR
Attent
Kenmerken SPAR is een Nederlandse buurtsupermarktketen met 300 aangesloten winkels. Deze winkels worden geleid door zelfstandige supermarktondernemers die betrokken zijn bij de plaats waarin hun winkel is gevestigd. De SPARondernemer kent zijn klanten nog echt persoonlijk. Overigens worden de meeste kleine winkels (onder huismerk) op vakantie- en bungalowparken ook door SPAR bevoorraad (SPAR Holding BV). Een Spar gedijt het beste in een verzorgingsgebied van 2.000 tot 4.000 inwoners (Jongen, 2012). Attent is onderdeel van SPAR Holding. De Attent-formule heeft veel overeenkomsten met de SPAR-formule, maar heeft eigen accenten en een eigen prijspropositie. Attent onderscheidt zich van andere supermarkten door nabijheid te koppelen aan een op de lokale markt en consument toegesneden pakket van levensmiddelen, diensten en services (Spar Holding).Het verschil tussen SPAR en Attent is de gemiddelde oppervlakte en het verzorgingsgebied. Een SPAR heeft gemiddeld oppervlakte van 400 vierkante meter, een Attent-buurtsupermarkt is vaak kleiner dan 300 vierkante meter. Een Attent kan prima renderen in een verzorgingsgebied met minder dan 2.000 consumenten.
38
Om een gedegen selectie te maken die tevens past binnen de beperkte tijd die voor dit onderzoek beschikbaar is, worden er drie buurtsupermarkten geselecteerd waar zo veel mogelijk variatie mogelijk is. Buurtsupermarkten verschillen immers erg van elkaar en dat is juist waar dit onderzoek om draait. In dit onderzoek wordt er daarom geselecteerd op de volgende eenheden: - Inwoneraantal van de kleine kern waar de buurtsupermarkt is gevestigd: uit de literatuur is gebleken dat een supermarkt werkt met minimaal 1.500 inwoners. Toch zijn er in Twente buurtsupermarkten die in een kleinere kern zijn gelegen. In het kader van dit onderzoek zijn dit de meest interessante buurtsupermarkten. Op welke manier blijven de ondernemers de buurtsupermarkt draaiende houden? In de buurtsupermarktselectie zullen de buurtsupermarkten met de laagste inwoneraantallen voorkeur hebben ten opzichte van een soortgelijke buurtsupermarkt met een hoger inwoneraantal. De OVKK heeft aangegeven voorkeur te hebben voor de buurtsupermarkten met een zo laag mogelijk inwoneraantal; - De kenmerkende factor(en) waardoor de winkel zich onderscheidt: buurtsupermarkten onderscheiden zich van elkaar. Elke supermarkt doet dit op haar eigen manier, geen enkele buurtsupermarkt is hetzelfde. In het onderzoek wordt niet gekeken naar één bepaald type buurtsupermarkt, bijvoorbeeld buurtsupermarkten die zich kenmerken door tevens nevenactiviteiten te ondernemen. In dit onderzoek zijn de buurtsupermarkten onderverdeeld in drie categorieën, te weten: grenswinkels, reguliere buurtsupermarkten en buurtsupermarkten die tevens nevenactiviteiten uitoefenen. De
geselecteerde buurtsupermarkten zijn onderverdeeld in de categorieën op basis van verwachtingen en beschikbare kennis; De keten waaraan de buurtsupermarkt aangesloten kan zijn: er zal onderzoek worden gedaan naar verschillende buurtsupermarkten. Voorkeur gaat uit dat deze buurtsupermarkten tevens bij verschillende formules aangesloten zijn. Elke supermarktformule heeft bepaalde eisen op het gebied van bijvoorbeeld minimum wvo (winkelvloeroppervlak) en koelinstallaties, waardoor het hogere investeringskosten met zich mee kan brengen. In tabel 4 worden kenmerken van de drie verschillende ketens omschreven die voorkomen in de resultaten van het steekproefkader(bijlage 2).
Zowel bij SPAR als Attent is het versterken van de leefbaarheid van de omgeving belangrijk (Jongen, 2012). PLUS PLUS is de supermarktformule van de Sperwer Groep, een groothandelsorganisatie die is opgericht in 1928 (PLUS Holding BV). Een PLUS is vaker gevestigd in de grotere kernen en komt dan ook maar twee keer voor in de inventarisatielijst(bijlage 3). Tabel 4, kenmerken voorkomende buurtsupermarktketens
Buurtsupermarktselectie
Op basis van bovengenoemde criteria zijn de volgende buurtsupermarkten geselecteerd (tabel 5): 1. Attent Peddemors te De Pollen: een buurtsupermarkt die aangesloten is bij de Attent-formule. Interessant voor dit onderzoek is hoe de buurtsupermarkt met zo’n laag inwoneraantal zich draaiende houdt en hoe de buurtsupermarkt nabijheid koppelt aan de lokale markt, zoals Attent haar formule omschrijft. Daarnaast biedt Peddemors een cateringservice aan. Attent Maneschijn uit Daarle heeft bijna 1000 inwoners meer dan De Pollen waardoor Attent Maneschijn minder interessant is om te onderzoeken. Omdat het onderwerp ‘nevenactiviteit’ hier wordt behandelt is het niet noodzakelijk om Droste uit Vasse mee te nemen binnen dit onderzoek. 2. Berning te Noord-Deurningen: interessant is dat Berning zich niet heeft verbonden aan een ketenformule. Hier kunnen de voor- en nadelen van worden onderzocht. 3. SPAR Hendriks te Sibculo: In de buurtsupermarktselectie blijven de buurtsupermarkten in Daarle en Sibculo over. De inwoneraantallen van Daarle en Sibculo zijn vergelijkbaar, om de formules van Attent en Spar te vergelijken is er gekozen voor Hendriks in Sibculo. Doordat Attent Peddemors al wordt onderzocht is het interessanter om een andere formule te onderzoeken.
Kleine kern
Naam
1 De Pollen
Peddemors
Inwo ners 495
2 Vasse
Droste
975
3 NoordBerning 1025 Deurningen 4 Daarle Maneschijn 1430 5 Sibculo Hendriks 1455 Tabel 5, buurtsupermarktselectie
Formule
Nevenactiviteit: catering Nevenactiviteit: catering Onbekend
Attent
Onbekend Onbekend
Attent SPAR
PLUS -
39
Figuur 4, Visualisatie buurtsupermarktselectie
Kenmerk
Databronnen
Om de buurtsupermarktlocaties te onderzoeken, de op voorhand onbekende factoren te ontrafelen, is het van belang om op een kwalitatieve wijze te werk te gaan. Als experts van de buurtsupermarkt spelen de supermarktondernemer, het personeel en de klanten een belangrijke rol. De supermarktondernemer als belangrijkste actor bekijkt alles vanuit de ondernemersbril. Personeel speelt binnen dit onderzoek een aanvullende rol. Zij bekijken het ondernemerschap vanuit een ander, meer onafhankelijk perspectief. Klanten kunnen vanuit een andere invalshoek de uitspraken van de ondernemer bevestigen. Ook beleving vanuit de klant kan de ondernemer zelf niet altijd inschatten. Deze drie actoren dragen bij aan een compleet totaalbeeld van de buurtsupermarkt. Spontane, onverwachte reacties van deze actoren zullen voor dit onderzoek van toegevoegde waarde zijn; zij zullen ‘het geheim van de smid’ verklaren. Zij kunnen de factoren die van belang zijn voor het voortbestaan van de buurtsupermarkt, en de daarbij behorende omstandigheden, inzichtelijk maken. Een open, ongestructureerd interview is de beste methode om deze benodigde informatie te ontsluiten. Als het kan wordt er een zo open mogelijke beginvraag gesteld, waar open op kan worden doorgevraagd. Een lijst van onderwerpen die besproken moeten worden vormen, als ze niet spontaan aan bod komen, een leidraad voor het interview. Deze dient voorafgaand aan het interview samengesteld te worden. Tijdens het interview kunnen belangrijke nieuwe gespreksonderwerpen naar voren komen, daar moet rekening mee gehouden worden. Een gesloten, gestructureerd interview zou de essentie mislopen omdat de respondent alleen op de vooraf bedachte vragen antwoord geeft. Tabel 6 geeft een beeld van de actoren.
Betrouwbaarheid
Risico’s
De buurtsupermarktondernemers spelen een cruciale rol binnen de casestudy. Als er, in het ergste scenario, geen medewerking verleend wordt kan er geen casestudy plaatsvinden. Het is dus van belang om zorgvuldig met de informanten te werk te gaan. Indien er bij een enkeling geen medewerking wordt verleend kan er worden uitgeweken naar een vergelijkbare buurtsupermarkt die uit de selectielijst naar voren is gekomen. Deze lijst dient dus als reservelijst.
Conclusie
Dit onderzoek onderscheidt zich van bestaande literatuur, doordat er op een kwalitatieve wijze buurtsupermarkten in Twente worden onderzocht (waaronder een reguliere buurtsupermarkt). Bij bestaande literatuur wordt veelal op (het belang van) supermarktformules (zoals SPAR, Attent) ingegaan. Daarnaast kan er op basis van de buurtsupermarktselectie de ketenformules vergeleken worden. Tevens kunnen de voor-en nadelen ten opzichte van de reguliere buurtsupermarkt worden onderzocht. Op basis van de verkregen literatuur uit deelvraag 1 en 2 kan worden gekeken of deze bevindingen aansluiten bij de uitkomsten van de casestudy van deelvraag 3. De buurtsupermarktondernemer speelt een cruciale rol binnen de casestudy. Indien een ondernemer geen medewerking aan dit onderzoek verleent, kan worden uitgeweken naar een vergelijkbare buurtsupermarkt.
40
Betrouwbaarheid van de bronnen speelt een belangrijke rol. Er worden drie ondernemers geïnterviewd, die allen expert zijn op het gebied van ondernemerschap in de kleine kern. Zij zullen ieder afwijkende informatie geven omdat elke buurtsupermarkt uniek is. Betrouwbaarheid is hierdoor lastig te meten. Het is van belang de respondent in vertrouwen te nemen. Het
vertrouwen kan gewaarborgd worden door de verkregen informatie zorgvuldig in te zetten en niet zonder de toestemming van de respondent de informatie te publiceren. Daarnaast worden klanten en, indien mogelijk of beschikbaar, personeelsleden ondervraagd. Hoeveel personeelsleden dit zijn is nu nog niet bekend. Ook is niet bekend hoeveel klanten er op dat moment beschikbaar zijn en ook bereid zijn om mee te werken aan dit onderzoek.
Actor
Activiteit
Medium + dataverzameling
Buurtsupermar kt-ondernemer
- Exploitatie of franchise van de buurtsupermarkt - Verkoop
Mondeling, middels individueel interview. Aantal: totaal drie.
Klanten
- Kopen - Ontmoeten
Mondeling, middels individueel interview
Personeel (aanvullend)
- Verkoop
Mondeling, middels individueel interview
Tabel 6, databronnen
Ben odigde data en verwachte resultaten Op voorhand onbekend. Onderwerpen kunnen zijn: omzet, omgang met omwonenden, inspelen op de markt, nevenactiviteiten, locatie, rol buurtsupermarkt t.o.v. het dorp, concurrentiepositie. De verwachte resultaten zijn: het ontstaan van het bedrijf, karakter van het bedrijf, ontwikkeling, (financiële)problemen, toekomstperspectief. Op voorhand onbekend. Verwachte resultaten: beweegredenen klant, type klant (leeftijd, gezinssamenstelling, mobiliteit), frequentie winkelbezoek. Indien aanwezig en toegestaan zal de data dat verkregen is van het buurtsupermarktpersoneel ondersteunend worden ingezet. Personeel kan anders tegen een situatie aan kijken dan de buurtsupermarktondernemer.