Lastenkohier winterfoor Aalst 2012-2013-2014-2015-2016 Artikel 1: data De winterfoor gaat door van de tweede vrijdag voor Aswoensdag tot en met de zondag na Aswoensdag. Artikel 2: plaatsen De winterfoor zelf vindt plaats op: a) de Grote Markt; b) de Hopmarkt; c) het Esplanadeplein; d) de parking Keizershallen. Voor eetkramen worden nog plaatsen voorzien op: a) het Werfplein; b) de Houtmarkt. Artikel 3: aanduiding van de standplaatsen Het college van burgemeester en schepenen bepaalt voor elk perceel waarvoor een standplaatsvergunning zal worden verleend de ligging, de afmetingen en de bestemming. Dit kan gebeuren aan de hand van een grondplan waarop de figuratieve vaststelling van standplaatsen is weergegeven. Deze gegevens worden verstrekt zonder dat deze enige verbintenis van de stad inhouden. Woonwagens dienen opgesteld te worden op een door de stad aangeduide plaats. Materiaalwagens krijgen eveneens een standplaats toegewezen op een door de stad aangeduide plaats. Artikel 4: toewijzing van de standplaatsen De toewijzing van de standplaatsen geschiedt door het college van burgemeester en schepenen hetzij voor de duur van de kermis, hetzij per abonnement. Indien een standplaats ter beschikking komt, wordt dit bekend gemaakt door publicatie van een kennisgeving in de stadsberichten en op de website van de stad. Kandidaturen worden overgemaakt per aangetekend schrijven met ontvangstmelding, binnen de gestelde termijn, voorzien in de kennisgeving, of door een schrijven neergelegd op de plaats aangeduid in de kennisgeving van de vacature met ontvangstbewijs, of per duurzame drager tegen ontvangstbewijs (bv. fax of e-mail) aan de burgemeester, zijn afgevaardigde of de concessionaris. De aanvraag moet volgende gegevens bevatten: naam en adres van de foornijveraar; kopie van de machtiging als werkgever in kermisactiviteiten; naam en aard van de attractie; afmetingen van de attractie en zijn noodzakelijke attributen ter plaatse; afschrift van de brandverzekering, de verzekering ABA en de wettelijk verplichte en nog geldende keuringsattesten. Indien één van deze stukken ontbreekt, wordt de aanvraag niet behandeld. De standplaatsen worden toegewezen op basis van volgende criteria: aard van de attractie of vestiging; technische specificaties; graad van veiligheid; aantrekkingskracht;
deskundigheid van de uitbater en zijn aangestelden; ernst en zedelijk gedrag van de kandidaat; desgevallend, de nuttige ervaring.
De toewijzing gebeurt na een vergelijkend onderzoek van de kandidaten. Voor de vergelijking van de kandidaturen onderzoekt de burgemeester, zijn afgevaardigde of de concessionaris de volgende elementen: 1) de machtiging en de identiteit van de kandidaat; 2) het naleven van volgende voorwaarden: - een bewijs waaruit blijkt dat de uitbater van de attractie of van de vestiging van de kermisgastronomie met of zonder bediening aan tafel behoorlijk gedekt wordt door verzekeringspolissen inzake burgerlijke aansprakelijkheid en tegen brandrisico’s; - het bewijs, wanneer het een kermisattractie met voortbeweging van personen, aangedreven door een niet-menselijke energiebron betreft, dat de attractie voldoet aan de bepalingen van artikel 10 van het koninklijk besluit van 18 juni 2003 betreffende de uitbating van kermistoestellen; - het bewijs dat de vestiging van kermisattractie met of zonder bediening aan tafel en de personen die er werkzaam zijn voldoen aan de reglementaire voorwaarden inzake volksgezondheid; - het bewijs dat de uitbating van de kermisattractie met dieren voldoet aan de reglementaire voorschriften betreffende deze materie. Voor elke wijziging wordt op een plan en in een register vermeld: a) b) c) d)
de situering van de standplaats; de toewijzingsmodaliteiten van de standplaats; de duur van het gebruiksrecht of het abonnement; de naam, voornaam, adres van de persoon aan wie of door tussenkomst van wie de standplaats toegewezen werd; e) desgevallend, het maatschappelijk doel van de rechtspersoon aan wie de standplaats toegewezen werd en het adres van haar maatschappelijke zetel; f) het ondernemingsnummer; g) de aard van de attractie of van de vestiging die de standplaats inneemt of die op de standplaats toegelaten is; h) de prijs van de standplaats behalve wanneer deze uniform werd vastgesteld; i) desgevallend, de identificatie van de overlater en de datum van de overdracht. Artikel 5: breedte van de standplaatsen Elke standplaats moet een breedte van minimum twee meter hebben. Is een stiel minder breed, dan zal toch twee meter standplaatsvergoeding worden aangerekend. Artikel 6: standplaatsvergoedingen De jaarlijkse standplaatsvergoedingen worden vastgesteld op: a) 190,- EUR de lopende meter voor een stiel op de Grote Markt en de Hopmarkt; b) 100,- EUR de lopende meter voor een stiel op het Esplanadeplein en een eetkraam op het Werfplein en de Houtmarkt; c) 124,- EUR de lopende meter voor een stiel op de parking Keizershallen. Met lopende meter wordt bedoeld het aantal meters vooraanzicht. Van een stiel op een hoekplaats wordt de langste zijde gemeten. Voor een lunapark wordt steeds de langste zijde gemeten. De afmetingen die gelden voor het berekenen van de standplaatsvergoeding worden vastgesteld tussen de delen van de stielen die het verst boven of tegen de grond uitsteken. Elk deel van een meter boven de 50 cm wordt aangerekend als een volle meter.
Deze standplaatsvergoedingen worden gekoppeld aan de index. De genoemde vergoeding is gebonden aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen en wordt jaarlijks en voor de eerste maal in 2013 aangepast door toepassing van de hiernavolgende formule: basisabonnementsvergoeding x nieuw indexcijfer aanvangsindexcijfer Het nieuwe indexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand die de aanpassing voorafgaat. Het aanvangsindexcijfer is dat van de consumptieprijzen van de maand die voorafgaat aan de maand van de goedkeuring van dit gemeenteraadsbesluit. Artikel 7: model van de abonnementen Voor de in toepassing van artikel 4 van dit lastenkohier toegekende standplaatsen, zal door het college van burgemeester en schepenen aan de foornijveraars een abonnement toegekend worden volgens het model in bijlage. Artikel 8: duur van de abonnementen 8.1 De toewijzing van de standplaatsen gebeurt door het college van burgemeester en schepenen per abonnement met een duur van 5 jaar. Na afloop wordt dit stilzwijgend verlengd, behalve ingeval van opschorting of indien de rechthebbende afstand doet van zijn abonnement. Een abonnement wordt toegewezen aan de uitbater die een zelfde standplaats heeft verkregen gedurende drie opeenvolgende jaren. In de andere gevallen wordt een standplaats toegewezen voor de duur van de kermis. 8.2 De houder van het abonnement kan afstand doen van het abonnement mits een opzegtermijn van tenminste drie maanden: - wanneer het abonnement vervalt; - bij stopzetting van de activiteiten; - indien hij definitief ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen. De houder van het abonnement kan afstand doen van het abonnement door een vervroegde beëindiging van zijn abonnement aan te vragen voor andere motieven. De beslissing om gevolg te geven aan deze aanvraag hangt af van de beoordeling van de burgemeester, zijn afgevaardigde of de concessionaris. 8.3 De houder van het abonnement kan zijn abonnement opschorten wanneer hij tijdelijk ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen, hetzij in geval van ziekte of ongeval met een medisch attest, hetzij in een aangetoond geval van overmacht. De opschorting gaat in op de dertigste dag volgend op de bekendmaking van de ongeschiktheid en houdt op de dertigste dag volgend op de bekendmaking van het hernemen van de activiteiten. De houder van het abonnement verkrijgt eveneens opschorting van het abonnement indien hij over een abonnement beschikt voor een andere kermis die op hetzelfde ogenblik plaatsvindt. De opschorting moet worden bekend gemaakt tenminste drie maanden voor de begindatum van de kermis. Zij mag geen drie opeenvolgende jaren overschrijden. 8.4 De rechthebbenden van de natuurlijke persoon die voor eigen rekening zijn activiteit uitoefent, kunnen, bij zijn overlijden, zonder vooropzeg, afstand doen van het abonnement waarvan hij houder was. Artikel 9: betaling van de standplaatsvergoeding
Jaarlijks worden de foornijveraars die een standplaats toegewezen kregen, schriftelijk uitgenodigd om de standplaatsvergoeding en het promotiegeld te betalen via overschrijving. Indien de foornijveraar de betaling van de standplaatsvergoeding en het promotiegeld niet heeft voldaan binnen de vooropgestelde betalingstermijn heeft het college van burgemeester en schepenen het recht om de standplaats toe te wijzen aan een andere foornijveraar. Deze vergoedingen blijven door de stad verworven wanneer een reeds betaalde standplaats niet of niet tijdig wordt ingenomen tenzij: bij stopzetting; bij overlijden van de concessiehouder; bij verkoop van de stiel die het voorwerp uitmaakt van het abonnement. Artikel 10 Stielen van dezelfde aard moeten tenminste door één stiel van minimum 8 meter breed van een andere aard worden gescheiden. De afstand tussen twee stielen dient minimum 0,5 meter te bedragen, om brandoverslag te vermijden. De doorgang tussen de twee stielen mag door niets worden gehinderd. Deze doorgang mag, om het doorlopen van publiek te beletten, desnoods afgesloten worden met een gemakkelijk te verwijderen latwerk. Op de Grote Markt kan, voor elke soort stiel, slechts één standplaats worden toegekend rekening houdend met de beperkte ruimte. Artikel 11: door de foornijveraars na te leven voorschriften met het oog op de uitbating van hun stiel 11.1 De persoon aan wie een standplaats wordt toegewezen mag slechts beschikken over de ruimte die hij werkelijk nodig heeft voor het opstellen van zijn stiel. Indien hij een kleinere oppervlakte inneemt dan deze die hem werd toegewezen, geeft dit geen aanleiding tot terugbetaling van een gedeelte van de betaalde standplaatsvergoeding. Het college van burgemeester en schepenen mag dan beschikken over het deel dat niet gebruikt wordt voor de eigenlijke foorinstallatie. De aflijningen aangeduid op het opstellingsplan moeten stipt in acht worden genomen. In geen geval mogen de stielen anders worden opgesteld dan aangeduid op plan. De foornijveraars dienen zich te gedragen naar de aanduidingen hen verstrekt door de afgevaardigden van de stad. Indien de foornijveraars zich niet houden aan de intstructies opgelegd door de stad of door de verantwoordelijke van de kermissen, zal de attractie gesloten worden voor de resterende periode. 11.2 De standplaatsen kunnen ingenomen worden door de persoon die een standplaats verkregen heeft voor de duur van de kermis, of de houder van het abonnement, of door: - de verantwoordelijke(n) van het dagelijks bestuur van een rechtspersoon aan wie de standplaats is toegewezen, houder(s) van de “machtiging als werkgever”; - door de echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houder van de “machtiging als werkgever”; - door de feitelijke vennoten van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houders van de “machtiging als werkgever”; - door de personen die beschikken over de “machtiging als aangestelde verantwoordelijke” die de kermisactiviteit uitoefenen voor rekening of in dienst van bovenvermelde personen; - door de aangestelden die de kermisactiviteit uitoefenen voor rekening of in dienst van bovenvermelde personen, onder het gezag en in aanwezigheid van deze of van een “aangestelde verantwoordelijke”. 11.3
Dubbelzinnige of onvolledige verklaringen welke van aard zijn de stad in dwaling te brengen, zullen ten nadele van de betrokken foornijveraar beoordeeld worden. Zij zullen desnoods de sluiting van zijn stiel tot gevolg hebben. De gestorte sommen zullen evenmin terugbetaald worden. Het is streng verboden op één standplaats meer dan één stiel op te richten. 11.4 De toewijzing van de standplaatsen zal door het college van burgemeester en schepenen worden geweigerd of een lopende vergunning zal, bij wijze van sanctie, en dit zonder enige terugbetaling van de vergoeding of recht op enige schadevergoeding in hoofde van de vergunninghouder, worden ingetrokken indien de foornijveraar: -
bepalingen van het lastenkohier en/of het abonnement heeft overtreden (o.a. het ontbreken van de stiel op de voorziene standplaats drie dagen voor de opening, het vroegtijdig verlaten van de kermis of het niet openhouden van zijn stiel tijdens de opgelegde openingsuren);
-
enig bedrag aan de stad is verschuldigd, hetzij achterstallige standplaatsvergoeding, hetzij schadeloosstelling, hetzij enig bedrag dat verband houdt met de uitoefening van zijn stiel;
-
bij een vorige foor en/of kermis lastens de vergunninghouder een overtreding op de algemene Politieverordening werd vastgesteld of een verstoring van de openbare rust en orde werd vastgesteld;
-
het voorgaande jaar afwezig is gebleven zonder het college van burgemeester en schepenen hiervan tenminste 3 maanden voor de opening van de foor, per aangetekend schrijven te hebben op de hoogte gebracht en zonder de door het college van burgemeester en schepenen aanvaarde verschoningsgrond. Het college van burgemeester en schepenen oordeelt discretionair over de aanvaarding van de opgegeven verschoningsgrond;
-
onverminderd de mogelijkheid om de vergunning in te trekken, zal de foorreiziger die vroegtijdig de kermis verlaat aan de stad een boete betalen die 50% van het standgeld bedraagt.
11.5 Alle kansspelen worden verboden. Lunaparken (enkel met behendigheidsspelen als videogames, jetonspelen, grijpkranen en bulldozers) worden beperkt toegelaten indien men hiermee geen geld kan winnen of prijzen in natura met een waarde hoger dan 15,- EUR (aankoopwaarde + btw): Grote Markt: maximum 1 lunapark; Hopmarkt: maximum 2 lunaparken; Esplanadeplein: maximum 1 lunapark; Parking Keizershallen: maximum 3 lunaparken. De stielen die eetwaren te koop aanbieden zullen worden gecontroleerd door de dienst van de Gezondheidsinspectie. De stielen die eetwaren verkopen, mogen geen alcoholische dranken verkopen. De stielen met abonnement voor uitbating van een horecazaak mogen enkel dranken binnen hun stiel verkopen, dus zonder bediening buiten de uitbating. Bij niet naleving zal de stiel gesloten worden door de politie. Eventuele kosten hiervoor worden gedragen door de foornijveraars zelf. De bepalingen van artikel 386 bis van het Strafwetboek dienen stipt nageleefd. Overtreders stellen zich bloot aan onmiddellijke sluiting van hun stiel zonder dat ze aanspraak kunnen maken op de terugbetaling van de standplaatsvergoeding of enige andere schadevergoeding. De toegang tot de anatomische en pathologische musea is streng verboden aan personen van minder dan 18 jaar.
Wanneer de toegang tot een stiel aangekondigd wordt als zijnde "niet toegankelijk voor minderjarigen" moet toezicht worden gehouden op de leeftijd. De gemaskerden zullen allen, zonder onderscheid, hun identiteitskaart moeten tonen om de juistheid van hun leeftijd te bewijzen. Het spelen, zingen of voordragen van onzedige liedjes en teksten alsook het louter aankondigen van onzedige of gewaagde spektakels is verboden. De foornijveraars dienen zich te schikken naar de bepalingen van de Algemene Politieverordening. 11.6 Toegelaten voertuigen op de foorpleinen Bij de installatie mogen de foornijveraars pas met hun stiel het foorplein oprijden indien zij hiervoor de toelating hebben gekregen van een aangestelde van de stad. Wanneer een materiaalwagen voor de opbouw niet meer vereist is, dient hij onmiddellijk te worden verwijderd. Het verblijf van materiaal- en woonwagens op de foorpleinen is verboden, behalve op de parking Keizershallen. Indien er ruimte beschikbaar is op een plein, kan de stad jaarlijks beslissen per plein een kleine woonwagen toe te laten in functie van de bewaking van de stielen. Enkel voertuigen die onmisbaar zijn voor de werking van de stiel worden tijdens de kermis op het plein toegelaten. 11.7 Openingsuren en -dagen Winterfoor
-
vrijdag en zaterdag: van 14 uur tot max. 0.30 uur;
-
1e en 3e zondag: van 14 uur tot max. 23.30 uur; 1e maandag en dinsdag en 2e donderdag: van 16 uur tot max. 22 uur; woensdagen : van 14 uur tot max. 22 uur; Dag van het Kind (donderdag vóór Aswoensdag): van 13 uur tot 22 uur; Carnavalsdagen (zondag, maandag en dinsdag vóór Aswoensdag): van 14 uur tot max. 6 uur.
Eetkramen mogen dagelijks open van 12 uur behalve op zaterdagen voor hen die op de Grote Markt en op de Hopmarkt staan. Op de Dag van het Kind zijn alle stielen verplicht open vanaf 13 uur. De foornijveraars moeten de uiterste zorg besteden aan het uitzicht en de verlichting van hun stiel. 11.8 Wekelijkse markt Tijdens de wekelijkse zaterdagmarkt van Aalst mogen de stielen op de Grote Markt en op de Hopmarkt niet toegankelijk zijn voor het publiek, om zo de nodige doorgangsruimte voor hulpverleningsvoertuigen tussen de marktkramen te verzekeren. 11.9 Lawaai Zowel het opbouwen als het afbreken van de attracties mogen enkel gebeuren tussen 7 uur en 22 uur. Op het geluid veroorzaakt door elektronisch versterkte muziek, zijn de bepalingen van de wet van 18 juli 1973 betreffende de bestrijding van de geluidshinder en het Koninklijk Besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen, van toepassing. Het aangehaalde KB bepaalt dat in openbare inrichtingen het maximum geluidsniveau, voortgebracht door elektronisch versterkte muziek, de 90dB(A) niet mag overschrijden. Dit geluidsniveau wordt gemeten op gelijk welke plaats in de inrichting, waar zich in normale omstandigheden personen kunnen bevinden. Daarnaast bepaalt het KB dat de installatie zo moet opgesteld en geïnstalleerd zijn, dat het geluidsniveau gemeten in de buurt:
- niet hoger is dan 5dB(A) boven het achtergrond geluidsniveau indien dit lager is dan 30 dB(A); - niet hoger is dan 35 dB(A) indien het achtergrond geluidsniveau ligt tussen 30 en 35 dB(A); - niet hoger is dan het achtergrond geluidsniveau indien dit hoger is dan 35 dB(A). Buurt: alle in de onmiddellijke omgeving gelegen lokalen of gebouwen, waarin zich personen bevinden. Indien de geluidsnormen van bovenvermeld KB ingevolge de aard van de kermisattractie niet naleefbaar zijn, kan de uitbater van de stiel overeenkomstig hoofdstuk 6.7 van het Besluit van de Vlaamse regering van 19 januari 1999 tot wijziging van het Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, handelend over nietingedeelde muziekactiviteiten, een toelating tot afwijking van de geluidsnormen vragen aan het college van burgemeester en schepenen. Het bovenvermelde hoofdstuk 6.7 "Niet-ingedeelde muziekactiviteiten" luidt als volgt: Artikel 6.7.1. §1. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op muziekactiviteiten die plaatsgrijpen in open lucht en/of in een voor publiek, al dan niet tegen betaling, toegankelijke inrichting, andere dan een ingedeelde inrichting en waarbij muziek wordt geproduceerd ter gelegenheid van kermissen, carnavals, muziekfestivals, fuiven en andere bijzondere feesten of festiviteiten. §2. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder "muziek" verstaan: alle vormen van muziekemissie elektronisch versterkt en voortkomend van blijvende of tijdelijke geluidsbronnen. Artikel 6.7.2. De bepalingen van het Koninklijk Besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen zijn niet van toepassing op de muziekactiviteiten bedoeld in § 1 op voorwaarde dat: 1° de muziekactiviteit voorafgaand is gemeld aan het college van burgemeester en schepenen van de gemeente waarin de muziekactiviteit plaatsgrijpt; 2° het college, bedoeld in 1°, de muziekactiviteit heeft toegelaten. Artikel 6.7.3. Het college van burgemeester en schepenen van de gemeente waarin de muziekactiviteit plaatsgrijpt, kan de gemelde muziekactiviteit, bedoeld in artikel 6.7.2, 1°, toelaten wanneer de muziekactiviteit beantwoordt aan de bepalingen van artikel 6.7.1. Het college kan, in zonder wanneer de muziekactiviteit is gelokaliseerd in de nabijheid van stilte behoevende instellingen of zones, zoals bejaardentehuizen, ziekenhuizen, scholen en natuurreservaten, beperkende maatregelen opleggen, zowel wat het maximum toegelaten geluidsniveau, als wat de duur van de muziekactiviteit betreft, of de muziekactiviteit op de aangevraagde plaats verbieden". De overtredingen op bovenvermelde bepalingen worden opgespoord en vastgesteld zoals voorzien in de betreffende regelgevingen. Op de foor worden alle stielen bij voorkeur elektrisch aangedreven. Op de Grote Markt is het verplicht dat alle stielen elektrisch worden aangedreven door middel van een aansluiting op het elektriciteitsnet . Elke foornijveraar die een aansluiting op het elektriciteitsnet wil, dient hiervoor een aanvraagformulier in te vullen. De stroom wordt slechts aangesloten na voorlegging van een nog geldend keuringsattest van de eigen installatie. De werktuigen, motoren en generatoren zullen geen gedruis of gedreun, abnormaal hinderlijk voor de buurt, veroorzaken. De exploitatie van de inrichtingen en opslagplaatsen worden vooraf getoetst aan de eventuele toepassing van de meldings- en vergunningsplicht van het VLAREM (Besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning, zoals meermaals gewijzigd.) Motoren moeten worden stilgelegd bij het sluiten van de foor. 11.10 Afval Op het woonwagenterrein worden geen woon- of slaapwagens toegelaten die niet uitgerust zijn met chemisch reinigende toiletten die aan de hygiënische normen beantwoorden. Het is streng verboden de afloop van het water naar de rioolmonden op enige wijze te stremmen. Daartoe dienen de greppels van de straten en de rioolmonden volledig vrijgelaten te worden. Afvalwater
zal langs waterdichte leidingen van voldoende doorsnede en degelijke kwaliteit tot in de rioolmonden worden gevoerd. Het is niet toegelaten oliën, vloeibare vetten, ontvlambare stoffen en vluchtige solventen, vaste afvalstoffen en schadelijke stoffen die het rioleringswater giftig of gevaarlijk kunnen maken, in de riolering, op straat of op het terrein te lozen. Elke foornijveraar moet de nodige voorzieningen treffen om vervuiling van de omgeving door weggeworpen verpakking e.d. te voorkomen. Daarvoor zal de foornijveraar: - voldoende vuilnisrecipiënten rond zijn stiel plaatsen; - het ingezamelde afval aanbieden aan de Reinigingsdienst volgens de door de stad voorziene modaliteiten; - geen afval opstapelen in de doorgangen tussen de standplaatsen (art. 10); - bij het ontruimen van zijn standplaats deze ontdoen van alle afval en bodemvervuiling. Hij moet dit afval bergen volgens de voorziene modaliteiten. 11.11 Opslag en gebruik van brandbare en ontplofbare producten De foornijveraars zijn ertoe verplicht alle wettelijke beschikkingen die hieromtrent op hun stielen van toepassing zijn, stipt na te leven. Foorstielen die brandbare, ontplofbare stoffen in voorraad hebben, mogen bij hun stiel enkel nog max. 3 gasflessen in voorraad hebben. Bij het gebruik en de opslag van deze producten dienen alle voorzorgen inzake veiligheid, verontreiniging en brand verzekerd te zijn. Het is ten strengste verboden deze stoffen op te bergen indien zij niet strikt noodzakelijk zijn voor de exploitatie van de stiel. 11.12 Lucht Alle schoorstenen en rookafvoerkanalen van de stielen, daarin begrepen deze van de woonwagens, moeten regelmatig gereinigd worden. Zij moeten daarenboven ten minste één meter boven de nevenstaande wagens uitsteken en een kap van metaalgaas dragen. De foornijveraar moet de nodige schikkingen treffen om huishoudelijke en, eventueel dierlijke geurhinder te vermijden. 11.13 Lichtstralen Het gebruik en de intensiteit van lichtbronnen in open lucht zijn beperkt tot de noodwendigheden inzake uitbating en veiligheid. De verlichting dient dermate te worden geconcipieerd dat nietfunctionele lichtoverdracht naar de omgeving maximaal wordt beperkt. Klemtoonverlichting mag uitsluitend gericht zijn op de stiel of onderdelen ervan. Het in de lucht projecteren van stilstaande of bewegende lichtstralen is verboden. 11.14 Burgerlijke aansprakelijkheid en nodige verzekeringen De stad is niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor aan personen of goederen aangebrachte schade of ongevallen, veroorzaakt door de stielen, de uitbaters of hun personeel, zowel binnen als buiten de stielen. De stad neemt geen bewaking op zich van de inrichtingen en wagens die op het foorterrein of elders zijn opgesteld. Het is evenmin aansprakelijk voor beschadiging, diefstal of verlies van de in de wagens of inrichtingen geborgen of tentoongestelde zaken. De foornijveraars zijn verantwoordelijk en aansprakelijk voor alle schade door hen toegebracht. Het is verboden om in de verharding van de foorpleinen haken, pinnen enz... te slaan of aan te brengen. Alle schade door de foornijveraar veroorzaakt aan de foorpleinen of aan de groenaanleg daar rond, zal op zijn/haar kosten hersteld worden. De foornijveraars dienen een behoorlijke verzekering af te sluiten bij een door België erkende verzekeringsmaatschappij ter dekking van de burgerlijke aansprakelijkheid en brandschade. Een afschrift van de polis verzekering brand en aanverwante risico's evenals van deze ter dekking van de burgerlijke aansprakelijkheid en een betalingsbewijs van de premie moet jaarlijks worden neergelegd. 11.15 Bereikbaarheid van de foorpleinen voor hulpverleningsvoertuigen
Openstaande luiken en zon- of windschermen zijn enkel toegelaten wanneer het verkeer en de doorgang van hulpverleningsvoertuigen er niet door wordt gehinderd. De Brandweer dient over volgende minimale doorgangswegen te beschikken: - minimale vrije breedte 4 m (8 m indien de toegangsweg doodloopt); - minimale vrije hoogte 4 m; - minimale draaistraal 11 m aan de binnenkant en 15 m aan de buitenkant. 11.16 Brandveiligheid De op de pleinen en in de straten aanwezige waterbevoorradingspunten, zijn de boven- of ondergrondse hydranten, dienen steeds gemakkelijk bereikbaar te zijn. Deze waterbevoorradingspunten moeten onmiddellijk in werking kunnen gebracht worden. Er dient voldaan te zijn aan de bepalingen zoals opgenomen in de richtlijn van december 1967 (ministerie van Binnenlandse Zaken) voor de reglementering van de bescherming tegen brand- en paniekrisico's in kermisinrichtingen en andere instellingen van tijdelijke aard zoals jaar- en handelsbeurzen en tentoonstellingen. Brandbestrijdingsmiddelen: elke stiel dient te beschikken over draagbare snelblussers conform de in België geregistreerde Europese normen NBN EN3- 1,2,3,4,5,6 en 7 waarvan de bluscapaciteit minstens 1 bluseenheid bedraagt, aangepast aan het risico (bv. Toestellen van 6kg poeder ABC in de ganse inrichting, toestellen met een vulling van 5kg CO² in de onmiddellijke omgeving van belangrijke elektriciteitsborden)….. In verband met de verwarmingsinstallaties moeten alle nodige veiligheidsmaatregelen worden genomen om oververhitting, ontploffing en brand te voorkomen. Zo moeten onder meer de verwarmingstoestellen zodanig opgevat en opgesteld zijn dat ze voldoende veiligheidswaarborgen bieden. Het is niet toegelaten terrasverwarmers te plaatsen op de foorpleinen. 11.17 Attractieveiligheid Door de foornijveraars moeten alle attesten die zij nodig hebben volgens het KB van 18 juni 2003, betreffende de uitbating van kermistoestellen, steeds voorgelegd kunnen worden. Bedienaars van kermisattracties dienen op de hoogte te zijn van alle gebruiksaanwijzigingen en noodprocedures die betrekking hebben op hun attractie; indien dit niet het geval blijkt te zijn, kan de inrichting door het college van burgemeester en schepenen worden gesloten na betrokkene in zijn verweer te hebben gehoord. 11.18 Dieren Het is verboden in de straten en openbare plaatsen van de stad dieren te laten rondzwerven, uitgezonderd honden in de daartoe aangeduide losloopzones. Honden mogen alleen aan de leiband op de openbare plaatsen lopen, en dit op voorwaarde dat zij het verkeer van voetgangers en voertuigen niet hinderen. Artikel 12: taalgebruik De foornijveraars zijn er toe gehouden om alle mondelinge en schriftelijke mededelingen aan het publiek te doen in het Nederlands. Het gebruik van bijkomende talen is alleen geoorloofd voor mededelingen eigen aan stiel (lichtreclames, decorschilderingen e.a.). Artikel 13: diverse verplichtingen
De voorschriften van de wet van 8 april 1965 betreffende de kinderbescherming in rollende bedrijven, dienen strikt nageleefd. Niet-Europese vreemdelingen die houder zijn van een bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister voor onbeperkte duur, of een identiteitskaart voor vreemdelingen, alsook in België erkende vluchtelingen, kunnen een machtiging kermisactiviteiten aanvragen, en hierdoor een standplaats op een openbare kermis aanvragen. Andere niet-Europese vreemdelingen kunnen geen persoonlijke machtiging kermisactiviteiten verkrijgen. Zij mogen wel werken op basis van een machtiging als aangestelde-verantwoordelijke, of als aangestelde zonder machtiging in het bijzijn en onder de controle van een houder van een machtiging kermisactiviteiten, op voorwaarde dat ze in het bezit zijn van een beroepskaart of een arbeidskaart. Artikel 14 De eventuele, in toepassing van artikel 4 van dit lastenkohier toegekende abonnementen, vervallen ambtshalve wanneer, om welke reden ook, ingevolge een beslissing van de stad of een andere overheid de bestemming of inrichting van de in artikel 2 aangeduide foorpleinen zodanig gewijzigd wordt dat de installatie van foorstielen niet meer mogelijk is. In dat geval zal de stad de houder van het abonnement een vooropzegtermijn geven van minimum 1 jaar (behalve in geval van dringende noodwendigheid). De uitwerking van die abonnementen worden ambtshalve geschorst indien, om welke reden ook, de bestemming van de foorpleinen tijdelijk wordt gewijzigd of indien de uitvoering van werken noodzakelijk is. In geen van deze gevallen kunnen de foornijveraars aanspraak op de schadevergoeding laten gelden. Wel zal hen voor de duur van de schorsing vrijstelling worden verleend van de betaling van de standplaatsvergoeding. Artikel 15 Bij elke inrichting moet het tarief aangeduid worden. Deze aanduiding moet duidelijk en ondubbelzinnig zijn. Zij moet op een goed zichtbare plaats worden aangebracht en goed leesbaar zijn voor het publiek. De prijzen, die vooraf voorgelegd moeten worden, zijn de maximum prijzen die gedurende de ganse duur van de foor mogen gevraagd worden. De zondag na Aswoensdag zal er steeds een reductiedag voor het publiek georganiseerd worden, waaraan alle foornijveraars dienen mee te werken. Alle attractiestielen dienen te werken met een korting van 40 % en eetstielen van 20 % op het normaal tarief. Op de Dag van het Kind (donderdag voor Carnaval) kan iedereen tussen 13.00 uur en 18.00 uur voor 1 euro op de kermisattracties zonder goederen. De foorreizigers zijn verplicht iedereen op of in hun attractie toe te laten tegen afgifte van 1 euro. Artikel 16 Voor de winterfoor zal elk jaar een promotiecampagne worden gehouden. Er wordt onder andere een publiciteitscampagne voorzien per stiel door middel van advertenties die gepubliceerd worden in een gratis huis aan huis en apart bedeeld stadsblad. De foornijveraars dienen hiervoor volgende kosten te dragen: 125 EUR per foorstiel. Deze promotiekosten dienen jaarlijks betaald te worden via overschrijving samen met de standplaatsvergoeding. Artikel 17 Het college van burgemeester en schepenen kan elk jaar, voor de aanvang van de winterfoor, en door middel van een rondschrijven, de foornijveraars die een standplaats hebben verworven in kennis stellen van de bijzondere schikkingen die werden getroffen, zoals onder andere: datum waarop de foorpleinen beschikbaar zijn of dienen verlaten te worden, parkeerregeling voor de voertuigen, ophalen van huisvuil en afval enz...
Het college zal tevens uitspraak doen over alle niet in het kohier voorziene zaken. Artikel 18 Onverminderd hetgeen is bepaald in artikel 11.4 en 11.9 zal elke concessiehouder die de hierboven vermelde bepalingen zou overtreden, of zich weigert te schikken naar de onderrichtingen hem gegeven door de aangestelde van het college van burgemeester en schepenen, als volgt gesanctioneerd worden na in zijn verweer te zijn gehoord: onmiddellijke sluiting en ontruiming van zijn stiel, en schorsing van de abonnement zonder enig recht op schadevergoeding. Bij tekortkoming aan het bevel tot sluiting en ontruiming zal er door de zorgen van het college van burgemeester en schepenen ambtshalve tot dit werk worden overgegaan op kosten en risico van betrokkene. Het college zal steeds naar goeddunken over de vrijgekomen plaats beschikken. Artikel 19 Alle voorziene gevallen, evenals verlenging of wijziging van termijn of duur van de kermis, zullen door het college van burgemeester en schepenen beslecht worden. Deze beslissing zal zonder beroep zijn. Artikel 20 Ingeval van betwisting erkennen partijen de uitsluitende bevoegdheid van de rechtbanken tot welke rechtsgebied Aalst behoort. Artikel 21: namaakwapens Het KB van 30 maart 1995 tot indeling van sommige gas- en luchtwapens, en tot wijziging van het KB van 20 september 1991 betreffende de wapens voor wapenrekken en het K.B. van 11 januari 1995 tot indeling van sommige alarmwapens, rangschikt de namaakwapens. Onder namaakwapens verstaat het KB de natuurgetrouwe imitaties van echte vuurwapens en de kopieën of replica’s van vuurwapens. Het is verboden dat foornijveraars namaakwapens verkopen of geven als prijs in hun kermisstiel. Artikel 22: vuurwerk Het KB van 1 februari 2000 op de handel en verkoop van feestvuurwerk verbiedt de verkoop of het uitdelen van vuurwerk op kermissen en foren. Artikel 23: inname en ontruimen standplaats De standplaats mag uitsluitend worden ingenomen ter gelegenheid van de winterfoor, zijnde de periode vanaf de tweede vrijdag voor, tot en met de eerste zondag volgend op Aswoensdag. Voor het installeren van de inrichting wordt toegang verleend tot de standplaats de zondagochtend vanaf 6 uur tot 9 uur voorafgaande aan de tweede vrijdag van Aswoensdag. Om praktische redenen (grootte van attractie, techniek van opbouw, toegankelijkheid van het plein) kan hiervan afgeweken worden, dit enkel na toelating van een afgevaardigde van de stad. De standplaatsen moeten volledig ontruimd zijn de donderdag volgend op de sluitingsdag van de winterfoor ten laatste om 16 uur. De foornijveraars op de Grote Markt, Hopmarkt en Esplanadeplein mogen hun attracties opbouwen vanaf 9 uur ’s morgens in aanwezigheid van een verantwoordelijke van de kermis. Artikel 24: Aanvraag elektriciteitsaansluiting evenement Samen met de uitnodiging tot betaling van de standplaatsvergoeding en het promotiegeld zal aan de foornijveraars een aanvraagformulier voor elektriciteitsaansluiting worden toegestuurd. Alle foornijveraars dienen via dit aanvraagformulier hun elektriciteitsaansluiting voor de winterfoor aan te vragen.
Abonnement winterfoor Aalst Tussen : a) De Stad Aalst, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen voor wie optreedt Christoph D’Haese, burgemeester, bijgestaan door Wim Leerman, stadssecretaris, in uitvoering van het gemeenteraadsbesluit van: ……………………... en het collegebesluit van …………………………………………………… hierna partij enerzijds genoemd en b) naam en voornaam: ...................................................................................................................... straat: .................................................................................... postnummer: .....................
nummer: ................................
gemeente: .............................................................................
ondernemingsnummer: ............................................................................................................... handelend in eigen naam: ........................................................................................................... of in naam van de vennootschap : ............................................................................................... met zetel te: postnummer: ...................
gemeente: ..........................................................
straat: ....................................................................................
nummer: ................................
hierna verder aangeduid als partij anderzijds, wordt overeengekomen wat volgt : Artikel 1 Partij enerzijds kent een abonnement toe aan partij anderzijds, die aanvaardt een standplaats op het openbaar domein van de stad Aalst, gelegen (straat of plein): …………………………………………… zoals aangeduid op het foorplan dat ter inzage ligt op de dienst Economische Zaken, sectie Markten en Foren, Square Jacques Geerinckx 2 te 9300 Aalst, bestemd voor het uitbaten, voor de stiel met de naam: ......................................................... categorie: ................................. met volgende afmetingen: voorgevel: ................. m, diepte: ................... m of diameter: .................. m. De afmetingen worden vastgesteld tussen de delen van de foorinrichting die het verst boven of tegen de grond steken. Artikel 2 De standplaats mag uitsluitend worden ingenomen ter gelegenheid van de winterfoor, zijnde de periode vanaf de tweede vrijdag voor, tot en met de eerste zondag volgend op Aswoensdag. Voor het installeren van de inrichting wordt toegang verleend tot de standplaats de zondagochtend
vanaf 6 uur tot 9 uur voorafgaande aan de tweede vrijdag voor Aswoensdag. Om praktische redenen (grootte van attractie, techniek van opbouw, toegankelijkheid van het plein) kan hiervan afgeweken worden, dit enkel na toelating van een afgevaardigde van de stad. De standplaatsen moeten volledig ontruimd zijn de donderdag volgend op de sluitingsdag van de winterfoor ten laatste om 16 uur. De foornijveraars op de Grote Markt, Hopmarkt en Esplanadeplein mogen hun attracties opbouwen vanaf 9 uur ’s morgens in aanwezigheid van een verantwoordelijke van de kermis. Artikel 3 Dit abonnement wordt toegekend voor een periode van 5 jaar, aanvang nemend op ………… Na afloop wordt het stilzwijgend verlengd, behalve in geval van opschorting of indien de rechthebbende afstand doet van zijn abonnement. Artikel 4 Partij anderzijds verbindt zich tot de betaling aan partij enerzijds van een jaarlijkse abonnementsvergoeding en de promotiekosten, op datum die jaarlijks schriftelijk zal worden medegedeeld. Deze abonnementsvergoeding bedraagt voor (jaar) ……….: ............……… EUR. De genoemde vergoeding is gebonden aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen en wordt jaarlijks en voor de eerste maal in 2013 aangepast door toepassing van de hiernavolgende formule: basisabonnementsvergoeding x nieuw indexcijfer aanvangsindexcijfer Het nieuwe indexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand die de aanpassing voorafgaat. Het aanvangsindexcijfer is dat van de consumptieprijzen van de maand die voorafgaat aan de maand van de goedkeuring van dit gemeenteraadsbesluit. De promotiekosten bedragen voor (jaar) ……….: ............………. EUR. Bij niet betaling op de voorziene datum zal zonder aanmaning aan partij anderzijds geen toelating worden verleend tot het innemen van de standplaats en wordt deze standplaats vrijgegeven en het abonnement verbroken. Artikel 4bis De foorreizigers kunnen desgevallend elektriciteit afnemen via de hen door de stad ter beschikking gestelde elektriciteitskasten. Hiervoor dienen zij een aanvraagformulier in te vullen. De gebruikersvergoeding omvat de aansluiting- en administratiekosten en een vergoeding voor het gebruik. De vergoeding is forfaitair vastgesteld en gaat uit van het gevraagde vermogen en de duur van het verbruik. De tarieven kunnen jaarlijks herzien worden. Artikel 5 De toewijzing van de standplaatsen gebeurt door partij enerzijds per abonnement met een duur van 5 jaar. Na afloop wordt dit stilzwijgend verlengd, behalve ingeval van opschorting of indien de rechthebbende afstand doet van zijn abonnement. Een abonnement wordt toegewezen aan de uitbater die een zelfde standplaats heeft verkregen gedurende drie opeenvolgende jaren. In de andere gevallen wordt een standplaats toegewezen voor de duur van de kermis. Partij anderzijds verbindt er zich toe op de winterfoor een stiel uit te baten waarvan zij exploitant is. Zij is gemachtigd haar standplaats(en) over te laten wanneer zij de uitbating van haar attractie(s) stopzet op voorwaarde dat de overnemer(s) de attractie(s) uitgebaat op de overgedragen standplaats(en) overneemt/overnemen en voldoet/voldoen aan de voorwaarden
inzake toewijzing standplaatsen (wet van 4 juli 2005 art. 8, § 2, art 10, § 1 en KB van 24 september 2006 art 4, § 2 en art 10 betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie). De standplaatsen op een openbare kermis worden toegewezen onder volgende voorwaarden: §1
Voor kermisattractie en vestigingen van kermisgastronomie met bediening aan tafel: - houder van een “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten” voor eigen rekening; - aan rechtspersonen door tussenkomst van de persoon verantwoordelijk voor hun dagelijks bestuur houder van de “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten”. Bijkomende voorwaarden: - uitbater dient behoorlijk gedekt te zijn door verzekeringspolissen inzake burgerlijke aansprakelijkheid en tegen brandrisico’s; - uitbater van een eetkraam mag geen alcoholische dranken verkopen; - wanneer het een kermisattractie met voortbeweging van personen, aangedreven door een niet menselijke energiebron betreft, de attractie voldoet aan de bepalingen van artikel 10 van het KB van 18 juni 2003 betreffende de uitbating van kermistoestellen; - het bewijs dat de uitbating van de kermisattractie met dieren voldoet aan de reglementaire voorschriften betreffende deze materie; - het bewijs dat de vestiging van kermisgastronomie met bediening aan tafel en de personen die er werkzaam zijn voldoen aan de reglementaire voorwaarden inzake volksgezondheid.
§ 2 Voor vestigingen van kermisgastronomie zonder bediening aan tafel: - houder zijn van een “machtiging als werkgever in ambulante activiteiten” voor eigen rekening; - aan rechtspersonen door tussenkomst van de persoon verantwoordelijk voor hun dagelijks bestuur houder van de “machtiging als werkgever in ambulante activiteiten; Bijkomende voorwaarden: - uitbater dient behoorlijk gedekt te zijn door verzekeringspolissen inzake burgerlijke aansprakelijkheid en tegen brandrisico’s; - het bewijs dat de vestiging en de personen die er werkzaam zijn voldoen aan de reglementaire voorwaarden inzake volksgezondheid. Partij anderzijds kan afstand doen van het abonnement mits een opzegtermijn van tenminste drie maanden: - wanneer het abonnement vervalt; - bij stopzetting van de activiteiten; - indien hij definitief ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen. In geval van overlijden van partij anderzijds zijn de rechthebbenden gemachtigd de standplaats(en) waarvan zij houder was, over te laten op voorwaarde dat de overnemer(s) de attractie(s) uitgebaat op de overgedragen standplaats(en) overneemt/overnemen en voldoet/voldoen aan de voorwaarden vermeld in art. 11.2 van het lastenkohier. De overdracht is slechts geldig wanneer de burgemeester of zijn afgevaardigde vastgesteld heeft dat de overnemer voldoet aan de voorwaarden tot overdracht. Artikel 6 Dit abonnement vervalt ambtshalve wanneer, om welke reden ook, ingevolge een beslissing van partij enerzijds of van een andere overheid, de bestemming of de inrichting van het openbaar domein, waarop dit abonnement slaat, gewijzigd wordt. Deze uitwerking van dit abonnement wordt ambtshalve geschorst indien, om welke reden ook, de bestemming van het openbaar domein waarop dit abonnement slaat tijdelijk wordt gewijzigd of indien de uitvoering van werken noodzakelijk wordt geacht door partij enerzijds of een andere overheid. In de in dit artikel
bepaalde gevallen zal aan partij anderzijds kwijtschelding worden verleend van de betaling van de in artikel 4 van dit abonnement bepaalde jaarlijkse vergoeding en de promotiekosten, hetzij voor de resterende looptijd van dit abonnement in geval van opheffing van dit abonnement, hetzij voor de duur van de schorsing. In geval van een definitieve opheffing van de standplaatsen zal de stad de houder van het abonnement een vooropzegtermijn van minimum 1 jaar geven (behalve in geval van dringende noodwendigheid). De burgemeester of zijn afgevaardigde kan het abonnement intrekken of opschorten wanneer de titularis van de standplaats niet langer aan de verplichtingen voldoet betreffende de uitoefening van ambulante of kermisactiviteiten voorzien door het Koninklijk Besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie of deze die van toepassing zijn op de betrokken attractie of vestiging. De beslissing tot schorsing of intrekking wordt ter kennis gebracht bij een ter post aangetekend schrijven of bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding of deurwaardersexploot. Artikel 7 Partij anderzijds verbindt er zich toe de noodzakelijke maatregelen ter voorkoming en bestrijding van brand te nemen op vraag van de Brandweer in uitvoering van artikel 11.16 van het lastenkohier. Artikel 8 Ingeval van betwisting erkennen partijen de uitsluitende bevoegdheid van de rechtbanken tot welk rechtsgebied Aalst behoort. Artikel 9 Partij anderzijds verklaart kennis te hebben genomen en verbindt er zich toe de bepalingen strikt te zullen naleven van het "Lastenkohier Winterfoor",vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van: …………………………………………………. Aldus opgemaakt te Aalst op: …………………… In twee exemplaren waarvan elke partij erkent 1 exemplaar ontvangen te hebben. voor partij enerzijds:
Wim Leerman stadssecretaris voor partij anderzijds: Eigenhandig schrijven: "Gelezen en goedgekeurd" .....................................................…………………. Plaats: .........……………………………. Datum: ..........………… Naam + handtekening: ……………………………...
Christoph D’Haese burgemeester