Langs Kloosters en Kapellen in de Keizerstad Deel I
(“Monnikendam aan de Waal”)
"De Kloosterdichtheid van Hees en Heseveld".
- Mariakapel nabij de Witte Molen, Looimolenweg / Graafseweg. Deze kapel is er door buurtbewoners letterlijk neergezet (prefabelementen), nog niet zo heel lang geleden. Tot 1975 stond hier de Villanovakerk (Parochiekerk van de H.Thomas van Villa Nova, bj. 1930) en men wilde weer een plekje om door de weeks te bidden ….
“Waar de gemeente alle medewerking verleende, stuitte E. bij de kerkelijke instanties op niets dan onbegrip. Een Mariakapel! Daar zat toch niemand op te wachten. De bisschop vond het niets, de pastoor van de parochie zag er geen heil in en de deken wilde niets meer toezeggen dan dat hij E. ‘niet zou tegenwerken’. Ze meenden dat er beslist geen belangstelling voor zou zijn en dat het bouwwerk ten prooi zou vallen aan hangjeugd, zwervers en vandalen. Met het enthousiasme van de ambtenaar achter zich was de vergunning vlot geregeld. E. wilde er niet teveel ruchtbaarheid aan geven en de openbare bekendmaking in de krant van de vergunning voor de bouw werd door de gemeente onopvallend verstopt tussen een serie dakkapellen”. -
Villa de Wolfskuyl (1913) Engels-Duitse landhuisarchitectuur. De naam Wolfskuyl verwijst naar de laatste plek in Nijmegen waar nog regelmatig wolven voorkwamen. Van cultuurhistorische waarde is de in 1935 aangebouwde kapel. Deze in stijl gebouwde kapel verwijst naar de functiewisseling die de villa onderging toen het als kloostergebouw dienst ging doen. De Kanunnikessen van het Heilige Graf gaven opdracht voor de aanbouw van de kapel. Architect Ch. Estourgie zette de reeds aanwezige bouwstijl in harmonie voort.
-
Augustinum (kloostercomplex uit 1925), dat het studiehuis was van de paters augustijnen. Orde van St. Augustinus, afgekort OSA. De paters werkte o.a. als pastores in de parochie van de Villanovakerk. Gebouwd in een U-vorm, geen kloosterhof want: geen kapel/kloosterkerk nog aan de open zijde. In plaats daarvan de: Boskapel (1963, Van der Grinten) De “kapel” was toegewijd aan de augustijnse heilige Johannes a Sancto Facundo en is thans eigendom van de CGKV-gemeente (Chr.Geref. & Vrijgem.Geref.) De “Stichting Augustijns Centrum de Boskapel” huurt het voor haar activiteiten. Het klooster zelf is nu een bedrijfsverzamelgebouw.
-
Kapucijnerklooster aan de Wolfkuilseweg (1960, Emile Estourgie). Helemaal in de geest en traditie van de orde: uiterst bescheiden. De orde der minderbroeders kapucijnen (capucijnen) of Ordo Fratrum Minorum Capucinorum(O.F.M.Cap.) Het gebouw wordt afgebroken en er zal een appartementencomplex worden gebouwd. De buurt is fel tegen en heeft een actiegroep opgericht, genaamd “De Kapucijn. Ze doen dit samen met Vereniging Dorpsbelang Hees.
-
Sancta Maria in de Breedestraat van Hees. In de witte villa van landgoed Madeleine vestigden zich de Zusters der Barmhartigheid. In 1913 forse uitbreiding van het klooster in de zgn. “gestichtsstijl” (neorenaissance). Later werd nog een kapel erbij gebouwd in baksteenstijl (1925, Charles Estourgie). Het complex is nu een opvangtehuis voor o.a. zwerfjongeren.
-
Sint Jozefklooster aan de Kerkstaat. Studiehuis en Groot-Seminarie van de Priesters van het Heilig Hart van Jezus (1930, J.G.Deur) In de stijl van de Amsterdamse School gebouwd op het gewezen landgoed Adelshof. “Paters van het potlood” werden ze genoemd, naar de spits midden op dak van het klooster. In 1970 werd het seminarie omgevormd tot kloosterbejaardenoord voor de eigen paters en broeders. Tegenwoordig is het studiehuis het thuis van de Priesters van het Heilig Hart en de Liefdezusters van Carolus Borromeus.
-
Het kloostercomplex van het Dominicus College stond in de jaren ‘90 aan de Dennenstraat. De Orde der Dominicanen (of Predikheren: Ordo Praedicatorum, afgekort O.P.) leidde aldaar een kleinseminarie met een internaat, van 1856 tot 1970. De gebouwen zijn onderhand gesloopt en op het westelijk deel is nu het Dominicus College, een normale school voor voortgezet onderwijs, gevestigd. En er zijn op het centrale deel van het terrein, waar het klooster ooit stond, woningen gebouwd. De carré-vorm van deze woning bouw herinnert aan de carré-vorm van het oude complex van de Dominicanen.
-
Zusterhuis van de Dominicanessen van de Heilige Familie aan de Dennenstraat. (In de wandeling de Dominicanessen van Neerbosch genaamd). Het oude zusterhuis uit 1850 is nu het bestuursgebouw van deze congregatie. De zusters Dominicanessen hebben vanaf de stichting van het klooster tot ver in de zestiger jaren zich voornamelijk toegelegd op onderwijs en vorming, vooral voor meisjes. Ook middelbaar onderwijs, een MMS bijvoorbeeld.
Aan de achterzijde van het bestuursgebouw de zeer bijzondere neobarokke kapel met daaronder een toegankelijke grafkelder. Uit archeologisch onderzoek in 1992 is gebleken dat gedurende de periode 1859 tot 1902 in een grafkelder onder het altaar van de kloosterkapel 33 overleden zusters zijn bijgezet. Verder op het terrein: Huize Rosa en Catharinahof. Catharinahof, een wooncentrum voor zelfstandig wonende zusters, gebouwd in 1981. In de 85 appartementen woonden oorspronkelijk alleen Dominicanessen van Neerbosch. Thans biedt dit centrum ook woonruimte aan een aantal religieuzen van andere congregaties en enkele leken. Bijna alle zusters zijn ingetreden in de Rosastichting, het ‘moederhuis’ van de congregatie. Op 12 juli 1968 werd de Rosastichting na een ingrijpende renovatie bestemd als huis voor bejaarde zusters. In 1989 werd dit moederhuis afgebroken en een nieuw huis voor de zorgbehoevende zusters kwam daarvoor in de plaats: Huize Rosa. In de loop der jaren is dit huis een zorgcentrum voor religieuzen en anderen geworden. Binnen dit geheel neemt het aantal zusters van de congregatie af. Andere religieuzen en leken nemen hun plaats in. Er wordt naar gestreefd de religieuze identiteit zo lang mogelijk te bewaren.
-
"Kapel van de Heilige Koe"
Voormalig benzinestation uit 1936, gebouwd aan de Graafseweg van toen.
Deel II
"In Dei Nomine Feliciter" (In Gods naam gelukkig)
- Het Berchmanianum aan de Houtlaan, op het voormalig landgoed Heyendael van de familie Jurgens. Het COLLEGIUM BERCHMANIANUM is gebouwd tussen 1927 en 1929 door Jos en Pierre Cuypers als STUDIEHUIS voor de paters jezuïeten in een stijl die invloeden vertoont van de Amsterdamse School en de Art Deco. De Jezuïeten zijn geen kloosterorde, maar behoren tot de reguliere clerici. De naam van de religieuze orde is: Societas Jesu (Sociëteit van Jezus), afgekort S.J. Veelal zijn zij werkzaam als leraar. De naam van het College komt van de in 1892 heilig verklaarde student en jezuïet Jan Berchmans. In 1923 werd de Katholieke Universiteit opgericht. Diverse orden en congregaties stichtten studiehuizen nu in Nijmegen, zodat hun religieuzen konden studeren of lesgeven aan deze universiteit. In 1951 vestigde de medische faculteit van KU zich ook op het landgoed Heyendael. De andere faculteiten volgden daarna. Het Berchmanianum is sinds 1967 een kloosterbejaardenoord; ook bevindt zich daar het archief van de Nederlandse Provincie der Jezuïeten. [Tijdens de bezetting in WO II had de SS plannen voor een “Mutterheim” in het klooster]
-
In de verte: het Bisschop Hamerhuis met de pagode toren (1923, Charles Estourgie) het gewezen studiehuis van de “Paters van Scheut”, behorende tot de Congregatie van Het Onbevlekt Hart van Maria.
-
Albertinum, kloostercomplex, voormalig moederhuis van de dominicanen (1932, Bijlard en Van Geyn). Geen carré-vorm maar hier een zeshoekig binnenterrein. Dominicanen: Ordo Praedicatorum (O.P.), de (bedel)orde der predikheren. Het gebouwencomplex is in gebruik bij de Hogeschool Arnhem Nijmegen. De kapel is bijvoorbeeld nu een collegezaal.
maquette
Bekende dominicanen, die hier gewoond en gewerkt hebben: Drs. Lucas Grollenberg (1916 – 1997), bijbeldeskundige, ligt hier ook begraven. In leven o.a. voorzitter van het Palestinacomité. Prof. Edward Schillebeeckx, theoloog (1914 – 2009), eveneens. Prof. Jan van der Ploeg (1909 – 2004), theoloog, rector magnificus KU in 1960/61, viel in ongenade en moest het Albertinum verlaten …. In januari 1995 kreeg het klooster Albertinum een andere eigenaar, maar de begraafplaats en de toegangsweg vielen buiten de verkoop. De begraafplaats is nog in gebruik en volgens het Provinciaal Archief van de Orde der Dominicanen is er nog voldoende plaats voor de 88 nog levende Dominicanen. Tot het voorjaar van 2007 werden hier 331 Dominicanen begraven.
-
Villandry, een “paleisje” in de stijl van het Hollands-palladiaanse classicisme. (net als het Mauritshuis te ’s Gravenhage). Gebouwd in 1901/2 in opdracht van een zeer rijke planter uit Nederlandsch-Indië. Vernoemd naar zijn schoonmoeder Joséfine d’Harvant Bigot de Villandry. De villa werd later verkocht aan het Herstellingsoord voor Spoor- en Trampersoneel. Op hetzelfde terrein aan de Bosweg werd rond 1930 het kinderherstellingsoord Villandry gebouwd in de stijl van Dudok.
-
Rustoord, begraafplaats (1897). “Op de kaart zetten” ………, “kent U die uitdrukking?”
Baron C.R.T. Krayenhoff (1758-1840), geboren Nijmegenaar, was tijdens de Bataafse Republiek (1795-1806) directeur van de Hollandse fortificaties. Van 1809 tot 1810 was hij minister van oorlog van het Koninkrijk Holland (1806-1810). De baron stond aan de basis van de militair topografische kartering van Nederland in de negentiende eeuw. Zijn geografische kaart is de eerste waarop de vorm van Nederland betrouwbaar is weergegeven.
Kerktorens als driehoekspunten
Krayenhoffpark
Na de Franse tijd was Krayenhoff werkzaam als inspecteur-generaal van de fortificaties en verantwoordelijk voor de verbetering en uitbreiding van de Nijmeegse vestingwerken. Een aantal forten werd buiten de stad aangelegd. Het aan de Weurtseweg gelegen fort werd ontworpen door de jongste zoon van de generaal, J. Krayenhoff (1790-1867). In 1824 werd begonnen met de bouw en in hetzelfde jaar gaf koning Willem het de naam Fort Krayenhoff. De voltooiing van het fort vond plaats in 1831. In 1826 kreeg generaal Krayenhoff toestemming van de koning om in het fort een grafkelder voor zichzelf te laten bouwen. Vier dagen na zijn dood werd hij daar op 28 november 1840 begraven. Op 1 juli 1841 werd een zerk op de grafkelder geplaatst, omgeven met een ijzeren hek. In 1874 werd de Vestingwet aangenomen. Dit betekende dat de vesting Nijmegen werd opgeheven. Fort Krayenhoff bleef bestaan, maar raakte wel in verval. In 1914 werd dan ook besloten om het fort te slopen en de stoffelijke resten van de generaal over te brengen naar elders. Op 19 juli 1914 werd Krayenhoff overgebracht naar begraafplaats Rustoord, waar de regering een grafkelder had gekocht. De grafzerk met het ijzeren hek is overgebracht naar het Krayenhoffpark (zie foto).
-
Catharina Hillegonda van Thiel (Java, 1 november 1931 - Southhampton, 7 januari 1946); Graf J 78.
Tineke was het iets oudere zusje van Adrie van Iddekinge-van Thiel. Hun moeder Dina van Thiel-Koets was in december 1945 met haar twee dochters en zoontje onderweg per schip van Java naar Holland. Vader Van Thiel was daar niet meer bij. Hij stierf in Japanse krijgsgevangenschap (Birmaspoorweg). Beide meisjes werden onderweg ziek werden (mazelen, geloof ik). In Southhampton werden de ernstigste ziektegevallen van boord gehaald en naar een hospitaal in deze havenstad overgebracht. Adrie was niet zo ziek en kon later met haar broertje met een ander schip naar Nederland. Moeder bleef achter bij Tineke. Een paar dagen later stierf Tineke, 14 jaar oud. Nu helemaal alleen terug naar Nederland, naar Nijmegen. Daar waren Adrie en haar broertje al aangekomen bij hun opa en oma Koets, de ouders van hun moeder. De dode Tineke ging mee op de boot, zij zou in Nijmegen worden begraven, op Rustoord dus. Dina Koets haar moeder, die in 1947 overleed, werd in het graf van haar kleindochter bijgezet. Toen is is de huidige zerk geplaatst. Haar vader Daniël Koets volgde in 1956. >>>> Meer over Dina Koets en haar familie in mijn relaas, getiteld: “Op zoek naar een parkeerplek” <<<< -
Op één zerk twee maal een zelfde sterfdatum: 24 april 1960.
H.W.Alma (30 mei 1917-24 april 1960) A.J.Alma-Visscher (27 mei 1916-24 april 1960) Een kanovriendje van mij, Hans Alma, verloor z’n beide ouders, tegelijk. Dhr. en mevr. Alma kwamen in april van het jaar 1960 beide om het leven bij een verkeersongeval in de Belgische Ardennen. Dramatisch! Daar sta je dan als hun 14-jarige zoon. Hij was hun enig kind. Zij werden ter aarde besteld op Rustoord te Nijmegen. Hans Alma sr. was reportage-redacteur bij de Zwolsche Courant te Zwolle en een succesvol reisboekenschrijver (ANWB-prijs 1958). -
Krayenhoffkazerne of Eerste Infanterie Kazerne (1905),
-
Snijderskazerne of wel Tweede Infanterie Kazerne (1906), vernoemd naar Generaal Snijders. Beide kazernes zijn nu appartementencomplexen met een Grandcafé in de Krayenhoff, genaamd “De Colonie”).
-
Prins Hendrik Kazerne (1909), genoemd naar de echtgenote van Koningin Wilhelmina. Het Korps Koloniale Reserve werd hier gestationeerd. Het militair gebouwencomplex met een hospitaal op een terrein dat werd omsloten door de Postweg, de Dommer van Poldersveldtweg en de Daalseweg. Sinds 1911 was de kazerne de enige basis van alle militairen van het KNIL die naar Indië vertrokken. Het hospitaal is reeds lang gesloopt. Het voormalig keukengebouw en dito dagverblijf staan er nog. De meeste legeringsgebouwen van toen zijn nu in gebruik bij het AZC Nijmegen. Vanaf de jaren ’50 tot eind jaren ’80 was op het gehele terrein van de drie kazernes de Luchtmacht Instructie en Militaire Opleidingen School (LIMOS) gevestigd. Na het jaar 2000 onderging het 14 hectare grote terrein een ware metamorfose. Woningbouw werd gepleegd: het Stadslandgoed Limos.
Feike Vlas Elst , december 2010