LANDHUIS CANTECLEER n i et re c h t-to e - re c h t- a a n
genomineerd voor De Wassenaarse Monumenten Prijs 2015
Dit is een uitgave ter gelegenheid van de nominatie van de Wassenaarse Monumenten Prijs 2015. Deze prijs is een initiatief van voormalig raadslid mevrouw M.E.R. baronesse De Vos van Steenwijk.
LANDHUIS CANTECLEER NIET RECHT-TOE-RECHT-AAN Alleen een toegangshek met op de hekpijlers ‘Cante’ en ‘cleer’ duidt erop dat er aan de Van der Oudermeulenlaan 9 een huis in het groen verscholen ligt. De bescheiden voormalige dienstwoning van de chauffeur op nummer 9a doet vermoeden dat het niet zomaar een ‘huisje’ is, waar het slingerende bospad naartoe leidt. ‘Hoe meer tijd we aan het huis spenderen, hoe meer plezier we erin krijgen om het op te knappen,’ zegt eigenaar Mark van Weezenbeek. De oorspronkelijke eigenaar van landhuis Cantecleer was mr. J.J. Henny (1857-1932). Henny was advocaat en plaatsvervangend rechter in Zutphen. Hij kwam rond 1910 naar Den Haag, waar hij lid werd van de Provinciale Staten van Zuid-Holland. Hij liet het huis in 1922 bouwen aan de oprijlaan naar Kasteel Oud-Wassenaar om vervolgens met zijn gezin naar Wassenaar te verhuizen. Het ontwerp was van H. Fels, een Rotterdamse architect die veel in Den Haag en omstreken bouwde. Zo ontwierp hij in 1913 Villa Eikenrode aan de Rijksstraatweg. Zijn werk was sterk geïnspireerd op de Engelse landhuisarchitectuur, zoals goed te zien is bij Cantecleer. Dit komt tot uitdrukking in de levendige opzet, met vele erkers en hoog opgemetselde schoorstenen met siermetselwerk.
Eigenaar Mark van Weezenbeek voor de nieuwe uitbouw uit 2015.
Het huis aan de voorzijde.
De vergunningverlening ging makkelijk Enkele dienstvertrekken, een toilet en een keuken zijn in 2015 verbouwd tot een grote woonkeuken. Hiervoor is er een bestaande uitbouw onder plat dak vergroot. De aanbouw is met zorg voor detail uitgevoerd. Het
Reliëf boven de hoofdentree met de naam van
De lateien boven de vensters waren van ijzer.
het huis ‘Cantecleer’. De naam verwijst naar
Omdat dit ijzer door roesten uitzette, werd het
de haan Cantecleer uit het middeleeuwse epos
metselwerk naar buiten gedrukt. De lateien zijn
‘Van den Vos Reynaerde’.
vernieuwd met roestvrij materiaal. Het metselwerk is zo zorgvuldig gerestaureerd dat het herstelwerk vrijwel niet te zien is.
is haast niet te zien waar de oudbouw ophoudt en de nieuwbouw begint. Ook de balkonbalustrade is in stijl gemetseld. Van Weezenbeek: ‘Het was heel hokkerig en donker binnen. We wilden een grote woonkeuken en meer licht. Eerlijk gezegd, dachten we dat het een heel gedoe zou zijn om toestemming te krijgen van de gemeente, omdat het pand een monument is. Maar dat viel heel erg mee. De vergunningverlening ging makkelijk. De monumentencommissie had zelfs nog een goede tip voor de indeling van de gevel, die het ontwerp beter heeft gemaakt.’ Eerst vonden we de stenen lelijk Een van dingen die direct opvallen aan het huis, is het bloemige metselwerk. Van Weezenbeek: ‘Eerst vonden we die donkere stenen lelijk. We dachten erover ze schoon te maken. Tijdens de voorbereidingen voor de aanbouw, waarbij we passende stenen voor de nieuwbouw zochten, begrepen we pas dat dit zo hoort. In de bouwtijd vonden ze dit mooi. De stenen werden speciaal zo gebakken dat ze verkleurden en vervormden. Door sterke verhitting ontstaat de bijna zwarte en glazige steen; daar is de steen als het ware gaan smelten tijdens het bakken. Nu we dit weten, zijn wij het metselwerk veel meer gaan waarderen. We zijn op zoek gegaan naar soortgelijke stenen en hebben een metselaar gevonden die het leuk vond om dit speciale werk uit te voeren. Het is geen recht-toe-recht-aan klus: je moet de stenen goed op kleur verdelen en de stenen zijn niet maatvast. Ook moesten sommige stenen geslepen worden voor de juiste vorm. Het werk vergde dus echt vakmanschap.’
Op zoek naar passende ramen Ook is Van Wezenbeek op zoek gegaan naar passende stalen ramen. ‘Alle ramen in het huis zijn van staal, dus dat wilden we voor de nieuwbouw ook. We zijn goed geslaagd. Deze ramen zijn gepoedercoat; we hoeven ze niet te schilderen. Dat scheelt werk!’ De lateien boven de vensters waren van ijzer. Omdat dit ijzer door roesten uitzette, werd het metselwerk naar buiten gedrukt. De lateien zijn vernieuwd met roestvrij materiaal. Het metselwerk is zo zorgvuldig gerestaureerd dat het herstelwerk vrijwel niet te zien is. ‘Ik ben het pand meer gaan waarderen nu ik zoveel tijd heb gestoken in de verbouwing,’ zegt Van Wezenbeek. ‘We zijn heel blij met de samenwerking met de architect B. ten Hoeve van Studio Ten Hoeve en het aannemersbedrijf ATB uit Leerbroek. De volgende keer werken we weer graag met deze mensen en zien we ook niet meer op tegen de vergunningaanvraag.’
Het bloemige metselwerk. Door het stookproces ontstaan verkleuringen en vervormingen. Er is dus geen sprake van chemische toevoegingen, maar van natuurlijke processen onder invloed van de temperatuur in de oven. Als een steen sterk verhit wordt (boven de 1125 graden celcius), begint de steen als het ware te smelten en ontstaat de gesinterde steen, die bijna zwart en een beetje glazig is. Door bij het metselen zorgvuldig te werken ontstaat een evenwichtige en toch rijke schakering in het metselwerk.
De situatie voor de verbouwing in 2015.
De aanbouw is met zorg voor detail uitgevoerd. Het is haast niet te zien waar de oudbouw ophoudt en de nieuwbouw begint. Ook de balkonbalustrade is in stijl gemetseld.
Colofon Opdrachtgever: Gemeente Wassenaar Tekst: Marina Laméris, TasT, projecten voor tastbaar erfgoed Fotografie: Roel van Norel, TasT, projecten voor tastbaar erfgoed Realisatie: Gemeente Wassenaar Leden van de jury / werkgroep Voorzitter wethouder mevrouw I. Zweerts de Jong Burgerlid mevrouw M.E.R. baronesse De Vos van Steenwijk Raadslid de heer P. Deneer Lid namens de WCE de heer dr. H.M.J. Tromp Lid namens de Klankbordgroep de heer N.W. Conijn Secretaris de heer M. Velišček