Landgoederen Leek–Roden Klaar om ontdekt te worden
4 of 7 km
Wandeling Landgoed Mensinge
P RODEN
Landgoed Mensinge
24
23
1 2
Wandelroute
Korte route
Extra ommetje
Bebouwing
3
8
Routepunt met beschrijving Bijzonder punt
P 4 5
6
22 21
7
8 9
P
10
17
11 18
12 16
13 15
14
19
20
Bos- en heidelandschap
Start Parkeerplaats op de Brink in Roden, bij Theater De Winsinghhof of iets verderop tegenover de kerk. Lengte 4 km of 7 km Duur Bij normale wandelsnelheid 4 km: een uur 7 km: twee uur Begaanbaarheid paden Goed Rolstoelen Vooral zandpad Honden Toegestaan
Deze wandelroute leidt u over Landgoed Mensinge, een fraai bos- en heidelandschap. U komt langs veel bijzondere plekken, zoals een pingoruïne en de Dikke Eik van Roden. Onderweg krijgt u informatie over de grote variatie aan planten en dieren in dit gebied. U kunt een korte route lopen over het landgoed (4 km) of doorwandelen langs het Lieversche Diep en door het Sterrenbos (totaal 7 km).
2
Staande met uw gezicht naar De Winsinghhof, rechts langs de theateringang van het gebouw lopen. Dit klinkerpaadje gaat over in een zandpad.
1
De Winsinghhof Het gebouw De Winsinghhof is een rijksmonument en stamt uit 1672. Oorspronkelijk was het een boerderij. De dwarse aanbouw is van 1776. Tegenwoordig is de oorspronkelijke boerderij een restaurant, terwijl in de schuur, die werd gebouwd in 1850, een theater annex bioscoop is gevestigd. Op de T-splitsing linksaf, een klinkerweg op. Vanaf hier heeft u een mooi zicht op havezate Mensinge.
Geheel boven De Winsinghhof en de Catharinakerk op een foto uit 1903. Boven Uithangbord.
Jan Wilmsonn Kymmell werd in 1818 door vererving eigenaar van Mensinge. Zijn nageslacht bleef in het bezit van de havezate tot 1985, toen het werd verkocht aan de gemeente Roden.
Havezate Mensinge Havezate Mensinge wordt in historische bronnen al in 1381 genoemd als leengoed van de bisschop van Utrecht. Een havezate was oorspronkelijk een versterkt huis of boerderij, waar een lid van de ridderschap woonde. Aan de status van havezate zaten grote voordelen, zoals vrijstelling van belasting en geen verplichting tot inkwartiering van krijgsvolk. In 1540 is de havezate grondig verbouwd, en daarna nogmaals in 1727, toen het haar huidige vorm kreeg. Sinds 1985 is de gemeente Roden (nu de gemeente Noordenveld) eigenaar. Havezate Mensinge werd een museum, in authentieke stijl ingericht met de oorspronkelijke meubels, en is op afspraak te bezoeken. De ingang is aan de andere zijde, daar komt u langs aan het einde van de wandeling. Op de volgende T-splitsing, voor de slotgracht, rechtsaf, een laan in met oude eiken en beuken. [ Bruggetje links negeren. Het klinkerpad gaat weer over in een zandpad. In het weiland aan uw linkerhand staan een grote, oude lindeboom en een ‘gedraaide’ duiventil uit 1750. Het recht om duiven te houden was vroeger voorbehouden aan de adel en was één van de voordelen van de status als havezate. De duiven werden vooral gebruikt voor consumptie. Op T-splitsing linksaf.
In de eiken langs deze laan zult u misschien boomklevers tegenkomen. Als u ze hier niet ziet of hoort, zal dat beslist tijdens deze wandeling nog gebeuren.
3
Aan uw linkerhand is een stuk bos met veel struiken in de ondergroei – hulst, lijsterbes en krentenboompjes – en ook veel varens.
5
Boomklevers
Het ideale en meest gevarieerde bos heeft drie etages: de kruidlaag, met kruidachtige planten tot 135 cm hoog, zoals varens, bramen en frambozen, de struiklaag met struiken en kleine bomen tussen de 135 en 800 cm, en daarboven de boomlaag of kruin. Deze zijn hier alle drie aanwezig. Er wordt ook wel een vierde laag onderscheiden, de moslaag, met kleine plantjes tot 10 cm hoog. Deze laag kunt u goed zien aan uw rechterhand: de houtwal is helemaal begroeid met mossen. De meeste mossen houden van vochtige plaatsen en hebben maar weinig licht nodig. Ze zijn dus helemaal aangepast aan het leven op de bosbodem.
Deze kleurige vogels houden van oude en hoge bomen en die zijn hier genoeg. Ze hakken net als de specht in het hout, op zoek naar insecten. Als u het opvallende ‘djuudjuu-djuu’ hoort, kijk dan eens of u hem ziet. Waarschijnlijk zit hij tegen een boomstam. Een specht gebruikt zijn staart als steun, maar dat heeft de behendige boomklever niet nodig. Hij klimt net zo makkelijk van boven naar beneden als van beneden naar boven.
Boomklever.
Op de T-splitsing rechts, evenwijdig aan de weg. Ga op het kruispunt rechtdoor. Freule Christina Sophia Kymmell tijdens de opening van de ijsbaan.
Rechts ziet u een weiland met lichtmasten; de ijsbaan.
4
IJsbaan De laatste freule van Mensinge, Christina Sophia Kymmell (ook wel de joffer genoemd), had er genoeg van dat de kinderen die schaatsten op de gracht rond de havezate gekke gezichten tegen haar trokken door de ramen. Ze stond een stuk grond af, waar in 1932 een ijsbaan werd aangelegd. Pad vervolgen voorbij de slagboom, hier loopt u het bos in. Daarna het eerste pad rechts. U loopt nu langs de lange zijde van de ijsbaan.
Bos
Vier veel voorkomende mossoorten (van boven naar beneden): purpersteeltje, fraai haarmos, gewoon sterrenmos en haakmos.
Ter hoogte van de ijsbaankantine het pad met een bocht naar links volgen. Hier liggen veel oude boomstammen.
6
Boomstammen Misschien ziet het er slordig uit, maar het dode hout is heel belangrijk voor het bos. Er gaan beestjes in wonen zoals insecten, wormen en spinnen. Larven van kevers eten van het dode hout. Die beestjes zijn weer voedsel voor de vogels, maar ook voor zoogdieren zoals muizen. Bovendien eten muizen en eekhoorns graag paddenstoelen, en ook die groeien vaak op dood hout. Pad naar links negeren en rechtdoor gaan.
7 Blad van berk, eik en beuk.
Nog een pad naar links negeren, ga een smalle doorgang door naar een nieuw aangeplante, brede lindelaan. Hier linksaf. [ Op de T-splitsing rechtsaf, dit is een brede eikenlaan, één van de vele lanen die Mensinge rijk is.
Jong bos Aan uw linkerhand verandert het bos in een dichte begroeiing van jonge berken, de boompjes met een witte stam. Hier is een tijd geleden bos gekapt en men heeft de natuur haar gang laten gaan. De eerste bomen die dan verschijnen zijn berken, dat zijn echte pioniers. Inmiddels hebben ook hulst, jonge sparren en bramen er een plekje gevonden. Daarmee zijn de kruid- en struiklaag weer aanwezig. Met de verdere ontwikkeling van het bos zullen ook eiken en beuken verschijnen, waarbij uiteindelijk de beuken het zullen winnen. Zij vormen het eindstadium in de ontwikkeling van een bos. Als zij vervolgens sterven en omvallen, ontstaan weer nieuwe open plekken en begint alles weer van voren af aan.
8 Vleermuizen gebruiken de boslanen als ‘snelweg’ naar hun jachtgebied.
Boslanen De lanen zijn aan het eind van de 19e eeuw aangelegd. De dikste eiken stammen nog uit die tijd en zijn dus ongeveer 125 jaar oud. Tijdens de storm van 28 oktober 2013 is links, halverwege de akker, een dikke eik omgevallen. Misschien zijn de jaarringen op de stronk nog te zien, dan kunt u het natellen. De lanen zijn niet alleen ideaal voor u als wandelaar. In de schemering en ’s nachts gebruiken vleermuizen ze graag als verbindingswegen tussen rustplaats en jachtgebied.
9
Houtvesterij Tussen 1878 en 1925 was het Mensingebos een houtvesterij. Het bos was verdeeld in vakken en daarin stonden verschillende boomsoorten. Zo ziet u voorbij de akker links een perceel met alleen maar lariks, de enige naaldboom die in de winter haar naalden verliest. Hier vindt u vogels als de grote bonte specht, maar ook goudhaantjes en kruisbekken. Kruisbekken hebben, zoals de naam al doet vermoeden, een gekruiste snavel, waarmee ze handig de zaden uit dennenappels, lariksappels en sparrenkegels kunnen wippen.
Goudhaantje (boven) en kruisbek.
Derde pad rechts. U doorkruist een houtwal en dit pad komt uit bij een ven.
10
Beuken Onder de beuken die hier zijn aangeplant, groeit niets. Dat komt omdat beukenblad zeer rijk is aan looizuur. Andere planten kunnen daar niet tegen. Dit is de reden dat in bossen op enigszins vochtige, rijkere bodems uiteindelijk de beuken altijd de overhand zullen krijgen. De grens tussen het beukenbos en ander bos is hier erg goed te zien: daar waar geen of weinig beuken meer staan, groeien gelijk weer planten op de bosbodem.
Beukentak met beukennootjes.
Pad uitlopen. U komt bij een ven, een zogenaamde pingoruïne.
Zo ontstaat een pingoruiïne: 1
2
3
4
Een ijskern (1). groeit uit tot een heuvel (2). Het ijs smelt, de aarde zakt weg (3) en er vormt zich een ven (4).
11
Pingoruïne De pingoruïne is een overblijfsel uit de laatste ijstijd. De betekenis van ‘pingo’ in de taal van de Inuit is groeiende heuvel. Tijdens de laatste ijstijd, die zo’n 12.000 jaar geleden eindigde, was de bodem permanent bevroren (permafrost). Via zwakke plekken in de permafrost kon kwelwater naar boven komen. Het water bevroor en vormde een ijslens in de bodem. Door blijvende aanvoer van water ontstond een heuvel die steeds hoger werd. Na de ijstijd smolt de ijskern. De grond er bovenop gleed weg naar de zijkanten. Wat overbleef was een ven met een aarden wal er omheen. Dit ven groeide dicht en er ontstond veen. Uiteindelijk werd het veen er door mensen uitgegraven en als brandstof gebruikt. Bij de meeste pingoruïnes is de aarden wal verdwenen en is er alleen nog een rond ven.
10
11
13
Linksaf, paadje om het water. Het paadje buigt links het bos weer in. Hier meteen het eerste paadje rechts nemen. Dit kronkelt onder de sparren door.
Deze vaart is gegraven tussen 1845 en 1848. Men weet niet zeker waarom, maar het was waarschijnlijk de bedoeling een scheepvaartverbinding te maken tussen het Leekstermeer en Smilde. Het project werd echter in 1848 wegens geldgebrek afgeblazen en de vaart ligt nu als een soort langgerekte vijver in het bos.
Er groeien hier veel bosbessen – rijp in augustus – en met een beetje geluk hoort u hier de hoge schrille schreeuw van de sperwer, een behendige roofvogel die goed is in het vangen van kleine zangvogeltjes. Het paadje komt uit bij ANWB paddenstoel 68285/001, op een kruispunt met vele paden. Ga rechtdoor, voorbij de paddenstoel, via een breed pad door de houtwal. U komt op een kruispunt met een breed ruiterpad. Ga rechtdoor, de vaart over, via een ‘beukenbrug’.
Sperwer.
12
Vergroeide takken op de ‘beukenbrug’.
Op de T-splitsing linksaf. Hier heeft u een mooi uitzicht over de Moltmakerstukken.
14 Struikheide en dopheide.
Beukenbrug Oorspronkelijk was het water de grens van het landgoed en deze brug was een van de toegangswegen. Ooit waren de bomen van deze brug gesnoeid als beukenhaag. Nu zijn de afzonderlijke beuken uitgegroeid tot grote bomen, maar ze staan zo dicht bij elkaar dat veel takken vast zijn gegroeid aan de buurboom. Verwar een beukenhaag trouwens niet met een haagbeuk, dat is een geheel andere boomsoort die tot de hazelaarfamilie hoort. Na de ‘beukenbrug’ op de T-splitsing linksaf. Dit pad helemaal uitlopen en de paadjes naar rechts negeren. U loopt hier evenwijdig aan de Oude Vaart, het water dat u bent overgestoken.
Oude Vaart
Moltmakerstukken Op deze plek ziet u een stukje Drenthe zoals dat er zo’n 200 jaar geleden nog uitzag. Het verhaal gaat dat het een stuk land was van een zekere boer Moltmaker, die weigerde het te verkopen aan de eigenaars van de havezate. Tegenwoordig zijn we blij met zijn koppigheid, want anders was ook dit stuk grond onderdeel van de houtvesterij geworden en hadden we niet dit kijkje in het verleden kunnen nemen. De vegetatie is bijzonder, met op de drogere plekken veel struikheide, terwijl in de natte, lagere stukken dopheide groeit en ook zeldzame planten als beenbreek en klokjesgentiaan. Het hek rechts negeren, u passeert de vaart weer. Daarna rechtsaf het fietspad op.
Beenbreek (boven) en klokjesgentiaan.
Hier op de hei is een picknickplaats met picknickbankjes waar u kunt pauzeren.
13
Door het klaphek. Vanaf hier moet de hond even aan de lijn omdat dit gebied begraasd wordt. [ Loop door tot een vlonderbrug, hier met een scherpe bocht linksaf (NIET de brug over gaan).
Pijpenstrootje.
Hier groeit veel gras – het pijpenstrootje – maar ook struikheide, dopheide en tormentil, een klein geel bloemetje met vier bloem blaadjes en met handvormige groene blaadjes. Dit is een typische soort voor schrale zandgrond. Nogmaals door een klaphekje (de hond mag weer los) en meteen rechtsaf. Vanaf hier vangt u de eerste glimp op van het beekdal van het Lieversche Diep. Het pad buigt af naar links.
Tormentil.
Aan uw linkerhand passeert u een poel waar waterbies en dopheide groeit, maar ook veenmos en zonnedauw.
15
Zonnedauw Zonnedauw is een vleesetend plantje dat vliegjes en spinnetjes vangt in de plakkerige druppeltjes die op de blaadjes zitten. Het blaadje rolt zich daarna langzaam op om de prooi te verteren. Zo zorgt het voor eigen eten en kan het op voedselarme plaatsen groeien.
Zonnedauw (boven) en veenmos.
Even voorbij de poel staat rechts een oude gesnoeide beuk die helemaal vol zit met tonderzwammen.
14
16
15
Tonderzwam De tonderzwam werd vooral in de negentiende eeuw als tondel gebruikt in tondeldozen. Het was eigenlijk een voorloper van de lucifer. Een reepje van de gedroogde paddenstoel, gedrenkt in paardenurine, vatte gemakkelijk vlam. Het werd smeulend meegenomen in de tondeldoos, zodat men onderweg snel vuur kon maken. Op het kruispunt rechtsaf. Pad helemaal uitlopen. Langs dit pad staan weer eiken van ongeveer 125 jaar oud, als onderdeel van de lanenstructuur van het landgoed. Helemaal aan het einde van het pad staat, bij de weg, de Dikke Eik van Roden.
Tonderzwam is niet eetbaar. Dit oude recept zal u er van weerhouden om er een gerecht mee te maken: ‘Doe de tonderzwam in een pan en voeg zoveel water toe dat de paddenstoel net onder water staat. Breng het geheel aan de kook. Voeg een schoongeboende baksteen toe. U kunt de tonderzwam eten als de baksteen gaar is.’
17
De Dikke Eik van Roden Deze majestueuze eik is vermoedelijk wel 350 jaar oud. Waarschijnlijk gaf de boom de grens van een gebied aan, als markant punt in het landschap. Aan de vorm van de boom – niet zo hoog, met een brede kruin – is te zien dat de boom oorspronkelijk in het open veld heeft gestaan. Vergelijk het maar met de bomen in de laan: die moeten concurreren om licht en worden daarom hoger en smaller. Omdat men niet goed begreep hoe het kan dat deze eik zo veel ouder kon worden dan de soortgenoten eromheen, is DNAonderzoek gedaan. Het blijkt dat deze eik afstamt van een eikensoort die voorkomt in de Pyreneeën, die bestand is tegen de meest barre omstandigheden.
De Dikke Eik van Roden.
Op dit punt kunt u er voor kiezen om de wandelroute in te korten. Volg dan de routebeschrijving hier onder. De volledige route gaat verder op de volgende pagina. Korte route U gaat linksaf, het fietspad op. Ga rechtdoor, u passeert aan uw linkerhand een parkeerplaats en een weiland. Direct na het weiland linksaf. Eerste pad rechts. Volg nu de routebeschrijving vanaf pagina 23.
16
17
Rechtsaf, het fietspad op.
De brug over en bij fietsknooppunt 73 linksaf, de Zwarte Weg in. Steek voorzichtig over, want men rijdt hier vaak erg hard! U loopt hier omhoog aan de oostkant van het beekdal. Deze weg helemaal uitlopen.
U komt voorbij een ‘uitkijktrap’ die een mooi uitzicht geeft over het dal van het Lieversche Diep.
18
Uitkijktrap.
Lieversche Diep
Aan uw rechterhand is een heel oud bosperceel, het Lieverder Noordbos.
Bosanemoon.
19
Dit riviertje is hier niet gekanaliseerd (recht getrokken) en kronkelt door het landschap. Met de oorspronkelijke beekloop zijn ook de ‘ouderwetse’ bloemrijke graslanden bewaard gebleven, waar de boeren vroeger hooi oogstten als veevoer voor de winter. Om de rijkdom aan bijzondere planten zoals dotterbloem en adderwortel in stand te houden, worden de percelen nog steeds iedere nazomer gemaaid. Planten als moerasspirea en kattenstaart doen het hier ook goed.
Lieverder Noordbos Al in 1492 werd er voor dit bos een ‘beheersplan’ gemaak door de Marke, een agrarische organisatie die het bos beheerde. Overal in deze omgeving zit potklei in de ondergrond, maar doordat het hier dicht aan het oppervlak ligt, komt er in dit bos een bijzondere vegetatie voor, zoals de bosanemoon en het dalkruid. Deze bloeien in het voorjaar.
Dalkruid.
Met zicht op de T-splitsing, ziet u aan uw rechter hand een klaphekje en een informatiebord. Extra ommetje Als u goed waterdicht schoeisel draagt en zin heeft in een avontuurlijk ommetje door het Lieverder Noordbos (ca. 1 km), volgt u dan de extra routebeschrijving op de volgende pagina. Als u het ommetje niet maakt, loopt u door tot de T-splitsing en gaat u daar linksaf.
Adderwortel (boven) en moerasspirea.
18
19
Extra ommetje
Bloesem en vruchten van de wilde appel.
Op de brug over het water kunt u goed het verschil zien tussen het gekanaliseerde (rechtgetrokken) Peizerdiep aan uw rechterhand en het nog kronkelende Lieversche Diep aan uw linkerhand.
Ga het klaphek door bij het bord van wandelnetwerk Klunderveen. Dit bospaadje komt via een smalle doorgang in de struiken uit op een weiland. Dit weiland min of meer recht oversteken naar het volgende bosje. [ Er loopt een kleine verhoging, een soort dijkje, door het weiland dat gevolgd kan worden. Paadje vervolgen door het bosje. [ Aan het eind moet u een slootje over (er liggen stokken in als oversteekplaats) en door de bosjes heen, waarop u weer in een weiland uitkomt. Er staan wat wilde appels, een zeldzame boomsoort. [ In dit weiland gaat u linksaf tot u via het hek het weiland weer verlaat en op de verharde weg uitkomt. Hier linksaf. [ De eerste weg aan uw linkerhand is de weg waar u vandaan was gekomen als u dit ommetje niet had gemaakt. Ga rechtdoor en weer verder met de routebeschrijving.
Zwarte weg vervolgen tot een ANWB wegwijzer en fietsknooppunt 24. Ga hier linksaf, het paadje in bij het bruine bordje ‘Kop van Drenthe, Landgoed Mensinge’. Dit pad maakt een bocht naar rechts en weer naar links, waarna u het Lieversche Diep weer bereikt.
20
Vistrap Op deze plek was vroeger een stuw, waarover het water naar beneden stortte. De stuw is nu vervangen door een vistrap, zodat de vissoorten die hier voorkomen stroomopwaarts kunnen gaan om te paaien (eitjes af te zetten). Op het bord bij de vistrap vindt u meer informatie over de vissoorten die hier voorkomen.
Vissoorten in het Lieversche Diep (van boven naar beneden): aal, riviergrondel, bermpje en winde.
20
Direct na de vistrap linksaf en via een grasveld (met bankje) een paadje langs het water volgen. Aan uw rechterhand groeit lijsterbes.
21
Lijsterbes In het voorjaar bloeit lijsterbes met witte bloemschermen die nogal sterk ruiken. In het najaar kleuren de bessen eerst knaloranje en uiteindelijk worden ze rood. Zoals de naam lijsterbes al zegt, de hele lijsterfamilie, waaronder de zanglijster maar ook de merel, de koperwiek en de kramsvogel, is dol op de bessen. De bessen smaken bitter maar bevatten erg veel vitamine C. Blijf links aanhouden, langs het hek van Staatsbosbeheer, tot het paadje uitkomt op een breed pad. Ga linksaf. Hier staan veel oude hulstbomen. [ Het pad maakt een haakse bocht naar rechts.
Leden van de lijsterfamilie (van boven naar beneden): zanglijster, merel, koperwiek en kramsvogel.
Langs dit pad staan links op de boomwal indrukwekkende oude eiken. Van de beuken in dit bos is bekend dat de oudste bomen in 1846 zijn geplant en dus ongeveer 175 jaar oud zijn. De eiken zijn waarschijnlijk van dezelfde leeftijd of zelfs ouder. Doorlopen tot een kruispunt met een ruiterpad. Ga (schuin) naar rechts het ruiterpad op.
22
23
U loopt langs een perceel met veel sparren. Kijk eens op de grond of er afgekloven sparrenkegels liggen: er wonen hier eekhoorntjes. Ook de kleine bonte specht woont in dit bos. Hij lijkt erg op zijn zwartwitte grote broer, de grote bonte specht, maar is zo klein als een spreeuw.
Kleine bonte specht.
Dubbelloof dankt zijn naam aan het extra blad dat de plant in de zomermaanden maakt. Dat zijn bladeren die de sporen dragen. Ze sterven in het najaar af.
Wandelaars van de korte route pakken hier de routebeschrijving op. Dit pad helemaal rechtdoor blijven volgen. [ U passeert een slagboom en links ziet u de ijsbaan weer. [ Op het kruispunt rechtdoor, evenwijdig aan de weg. Het pad naar links negeren.
Het pad komt uit op een kruispunt van acht paden: het hart van het Sterrenbos.
22
Sterrenbos Het Sterrenbos werd rond 1700 aangelegd. Een sterrenbos is een bos met een symmetrisch padenpatroon van – in dit geval – acht paden. Het was een statussymbool en werd veel aangelegd in de barokperiode. Als je als eigenaar van een landgoed in die tijd geen sterrenbos had, dan hoorde je er niet bij!
Het pad maakt een bocht naar links. Ga rechts de parkeerplaats op.
Neem het derde pad links, dit is de hoofdas van het padenpatroon. [ Alle zijpaden negeren en helemaal rechtdoor lopen tot twee slagbomen en een picknicktafel bij de weg. Oversteken bij de linker slagboom. [ De weg en het fietspad oversteken en weer rechtdoor een bospad in. [ Op het kruispunt rechts. Langs de slootjes die de perceelgrenzen vormen, groeit op de donkerste plekken het dubbelloof, een mooie varen die ook in de winter groen is.
Links passeert u de hoofdingang van Havezate Mensinge. Hier ziet u ook het Koetshuis, dat in gebruik is als expositieruimte, en Cuisinerie Mensinge, dat vroeger ook een koetshuis was en waar u terecht kunt voor koffie met gebak, maar ook kunt lunchen of dineren. Beide koetshuizen werden gebouwd rond 1885.
Standbeeld van Hindericus Scheepstra.
Even verderop ziet u een standbeeld van schoolmeester Hindericus Scheepstra.
23
Hindericus Scheepstra Hindericus Scheepstra (1859-1913) maakte samen met Jan Ligthart het leesplankje ‘aap, noot, mies’ en schreef de boeken over Ot en Sien. Hij groeide op in Roden. Het Scheepstrakabinet aan de Schoolstraat, waar het standbeeld op uitkijkt, is te bezoeken (zie www.scheepstrakabinet.nl).
Leesplankje.
Ga linksaf langs de Catharinakerk.
24
24
Catharinakerk
Colofon
Uit oude oorkondes is gebleken dat er al in 1139 op deze plek een kerk stond. De Catharinakerk werd gebouwd in de 13e eeuw en herbergt een 18e eeuws Hinzorgel.
Uitgave Gemeente Leek en gemeente Noordenveld Eerste druk, 2013 Samenstelling en tekst Edith Barf Foto’s Elzo Hofman Particuliere collecties Vormgeving Elzo Hofman, In Ontwerp, Assen
Deze publicatie verschijnt in het kader van het project Verbetering Toeristische Recreatieve Infrastructuur Leek-Roden. Dit project is een deelproject van de Intergemeentelijke Structuurvisie Leek-Roden. Het project wordt mede mogelijk gemaakt door Regio GroningenAssen en aanvullende bijdragen van Provincie Groningen en SNN.
Detail van het Hinzorgel.
Op de Brink vindt u tegenover de parkeerplaats een standbeeldje van Ot en Sien. Standbeeld van Ot en Sien.
U bent terug op de plek waar de wandeling begon.
Landgoederen Leek–Roden Klaar om ontdekt te worden
Landgoed Mensinge Havezate Mensinge ligt op een fraai landgoed met bossen, lanen, een heidegebied en veel bijzondere plekken, zoals een pingoruïne en de 350 jaar oude Dikke Eik van Roden. Deze wandelroute leidt u over het landgoed en laat u kennis maken met de grote variatie aan planten en dieren in dit gebied. U kunt een korte route lopen (4 km) of doorwandelen langs het Lieversche Diep en door het Sterrenbos (totaal 7 km). Als u waterdicht schoeisel draagt kunt u nog een avontuurlijk extra ommetje maken!