Vakblad voor mobiele communicatie in de openbare orde & veiligheidssector en het bedrijfsleven
Jaargang 31, september 2010
Actueel Problemen DMO in kaart
Technologie Digitaal dividend uitgekeerd
Landelijke meldkamer verder weg dan ooit
Abonneer nu op
en mis geen nummer van hét vakblad voor mobiele communicatie in de openbare orde & veiligheidssector en het bedrijfsleven
Verbinding voor slechts € 54,95 per jaar? Wilt u een abonnement op
(incl. 6% BTW)
Mail uw persoonsgegevens naar
[email protected]
Verbinding september 2010
redactioneel | inhoud
Speciaal Veel gebouwenbeheerders vinden het een twijfelachtiger eer, aangewezen worden als special coverage location. Want het zal je maar overkomen. Je bent dan verplicht ervoor te zorgen dat C2000 tot in alle uithoeken van het gebouw en het terrein bereikbaar is. Dat betekent investeren. Aan de ene kant is dat natuurlijk een vreemde zaak. Laten we voor de grap de klok eens twintig jaar terugzetten. Brand! De brandweer arriveert en doet een binnenaanval. Enkele spuitgasten gaan naar binnen, met portofoon. Na dertig meter gaat het contact verloren. Geen enkele overheidsinstantie die durft te bedenken dat bedrijven en organisaties dan maar repeaters in het gebouw moeten plaatsen, zodat hulpverleners overal contact met de OvD kunnen houden. Twintig jaar later is er natuurlijk wel het een en ander veranderd. Ons risicobewustzijn is sterk vergroot, mede door enkele forse incidenten in de afgelopen tien jaar. Meer dan ooit realiseren overheid, burgers en bedrijven zich dat goed voorbereid zijn op incidenten van levensbelang is. Dat niet iedereen daarvan doordrongen is, blijkt wel uit het feit dat een groot deel van de special coverage locations in eerste instantie bezwaar aantekent en zo onder de aanpassingen uit probeert te komen. Maar er zijn ook andere geluiden. Sommige gebouwenbeheerders grijpen de kans om, tegelijk met de binnenhuisdekking voor C2000, álle communicatievoorzieningen onder de loep te nemen. Er moeten tóch antennes, repeaters en andere technische voorzieningen aangebracht worden, waarom dan niet meteen voor draadloos netwerk, draadloze telefoon en oproepsystemen voor personeel? Over het benutten van zulke kansen in een volgende uitgave van Verbinding meer. In dit nummer eerst een kijkje achter de schermen bij een special coverage location, de Evenementenhal in Gorinchem. Marcel Debets Hoofdredacteur
Wilt u uw bedrijfsgegevens plaatsen in Verbinding én uw logo op de homepage van verbinding.nl? Neem dan contact op met
3
Inhoud Actueel
Is er nog redding voor WiMAX? Problemen DMO in kaart gebracht Internationale bijeenkomsten over frequentieruimte
Praktijk
Nederland niet klaar voor landelijke meldkamer Technologie
Digitaal dividend uitgekeerd Achtergrond
Binnenhuisdekking voor special coverage locations Satellieten als communicatieschakel, deel 1
7 9 12 18 20 22 24
En verder Kort Nieuws
4
Productnieuws
29
Column
30
Maarten Oberman
Archer Media Bas van den Engel
[email protected] of Oscar Nieuwland
[email protected] Telefoon: 033 - 453 94 50
Meld je nu aan voor de nieuwsbrief van Verbinding Kijk op www.verbinding.nl!
kort nieuws
4
Verbinding september 2010
Sepura voegt zich bij Digital Mobile Radio Association Sepura is lid geworden van de Digital Mobile Radio (DMR) Association. Een belangrijke reden voor de fabrikant om lid te worden van het genootschap en om DMR-producten aan de productlijn van Tetra-radio’s toe te voegen, is de synergie van DMR met Tetra. Sepura verwacht hiermee zijn marktbereik te kunnen verdubbelen. “Na een uitvoerige strategische analyse van de markt voor Private Mobile Radio, de opkomst van DMR en de synergie met Tetra, hebben we besloten DMR-producten toe te voegen aan onze reeks Tetra-radio’s,” zegt senior vice-president sales en marketing, Jens Thostrup. “Wij bevinden ons in de ideale positie om de DMR-markt op te gaan, als onafhankelijke, wereldwijde speler. Deze stap is dan ook niet meer dan logisch. Bovendien vinden wij het belangrijk om de interoperabiliteit
tussen alle ETSI-gebaseerde PMR-standaarden te waarborgen.” Thostrup benadrukt dat Tetra geenszins in het gedrag komt door deze nieuwe ontwikkeling: “Door het omarmen van de nieuwe technologie kunnen we ons marktbereik verdubbelen, maar dat doen we parallel aan onze betrokkenheid bij de Tetra-markt.” DMR is een standaard voor gebruikers van professionele digitale radio, ontwikkeld door het European Telecommunications Standaards Institute (ETSI) en werd voor het eerst geratificeerd in 2005. De DMR-standaard heeft een aantal voordelen boven analoge legacy-systemen en andere digitale standaarden en is in meer dan 100 landen in gebruik.
WiFi-beveiliging WPA2 te omzeilen Beveiligingsbedrijf Airtight Networks heeft de WiFi-versleuteling WPA2 gekraakt. Het bedrijf demonstreerde deze kraak tijdens de security-conferenties Black Hat en DEFCON18. Dat meldt NetworkWorld. Met de aanval worden de WPA2-encryptie en -verificatie omzeild. Vervolgens is verkeer van andere gebruikers op het netwerk te decoderen. De computers in het netwerk zijn daarna te scannen op lekken. Alleen geautoriseerde gebruikers kunnen het lek gebruiken.
Overigens zit het lek niet in WPA2 zelf, maar in een encryptiesleutel die broadcastverkeer beschermt dat naar meerdere clients tegelijk wordt gestuurd. De aanvallers kunnen deze sleutels misbruiken om eigen broadcastpakketten te maken en te versturen. Computers die een dergelijk pakket ontvangen, sturen de informatie van hun privésleutel terug. Op die manier is het mogelijk dataverkeer te onderscheppen of een serveraanval uit te voeren.
Website met Tetra-informatie gelanceerd Sinds medio juli is tetra-applications.com in de lucht. Op deze portalsite is informatie te vinden over toepassingen, producten en diensten van een groot aantal leveranciers. De site is een initiatief van Gert Jan Wolf, die de afgelopen zeven jaar bij Motorola verantwoordelijk was voor de verkoop van Tetra-communicatietechnologie. De site moet een snelle en betrouwbare marktscan bieden voor mensen die op zoek zijn naar informatie over toepassingen, producten, oplossingen, fabrikanten en consultants op het gebied van Tetra. Bovendien is op de site dagelijks Tetra-nieuws te vinden. Voor invulling van de site is overleg gevoerd met verschillende gebruikersorganisaties, zoals de Tetra Association en met overheidsinstellingen en bedrijven. Aangesloten bedrijven kunnen hun eigen gegevens uploaden. Dit moet garanderen dat de gegevens up-to-date zijn en dat de informatie van een betrouwbare bron afkomstig is. Volgens Gert Jan Wolf sluiten zich dagelijks nieuwe bedrijven aan. Momenteel is informatie van zo’n 230 bedrijven te vinden.
Verbinding september 2010
Ministerie wil commerciële masten inzetten voor C2000 Het Ministerie van Binnenlandse Zaken wil commerciële zendmasten van operators gebruiken om blinde vlekken in het C2000-netwerk af te dekken. Dat blijkt uit een brief van demissionair staatssecretaris Bijleveld van Binnenlandse Zaken aan de Tweede Kamer. Dat C2000 met dekkingsproblemen kampte, kwam duidelijk aan het licht na de strandrellen bij Hoek van Holland en bij de crash van een Turkish Airlines-toestel op Schiphol. Communicatie via het C2000netwerk was bij beide gebeurtenissen nauwelijks mogelijk. Overigens bleek bij de vliegtuigcrash dat vooral het verkeerd gebruik van C2000 tot problemen leidde. Eerder dit jaar stelde het Ministerie vast dat minstens 50 miljoen euro nodig was om volledig landelijke dekking voor C2000 te bereiken. Tot nu toe werd slechts 15 miljoen euro uitgetrokken voor het plaatsen van nieuwe masten. Op plekken waar de dekking nog niet optimaal is, wil het Ministerie nu commerciële masten inzetten. Het kostenaspect speelt daarbij een rol. De staatssecretaris stelt in de brief aan de Tweede Kamer ook voor alleen vergunningen voor grote evenementen af te geven als de dekking en capaciteit van het C2000-netwerk op orde zijn.
a d v e r t e n t i e
TomTom Truck Navigation Hét navigatiesysteem met focus op actualiteit en veiligheid Omleidingen, wegomleggingen, breedte- en hoogtebeperkingen, uw brandweerauto’s worden er dagelijks mee geconfronteerd. TomTom WORK Truck Navigation houdt rekening met uw voertuigkenmerken en biedt uw chauffeurs de beste en veiligste route wanneer haast geboden is.
Voor de chauffeurs: • Slimmere routes • Actuele verkeersinformatie • Map updates • Track & Trace • Uw eigen ‘nuttige plaatsen’
Meer informatie? Bel (010) 457 27 27 of kijk op www.kpn.com/tomtom
Voor de meldkamer: • Push navigatie (doorgeven adres aan het voertuig) • 24/7 inzicht in locatie van voertuigen • Aankomsttijden voertuigen altijd bekend
5
Duitse LTE-pilot in 2,6 GHzen 800 MHz-spectrum In samenwerking met Nokia Siemens Networks gaat de telecomaanbieder Telefónica O2 in het Oost-Duitse Halle een pilot-netwerk starten op basis van de LTEtechnologie. Het netwerk wordt in september in gebruik genomen, voorlopig nog niet voor commerciële doeleinden. Het netwerk maakt gebruik van het 2,6 GHz- en het 800 MHz-spectrum (het zogeheten digitaal dividend). In Nederland is het Ministerie van Economische Zaken van plan 800 MHz-frequenties te veilen. Een veiling van 2,6 GHz-frequenties heeft in het voorjaar plaatsgevonden.
Nokia geeft India toegang tot telefoon- en dataverkeer Indiase opsporingsdiensten kunnen chat-, data- en telefoonverkeer inzien van mensen met een toestel van Nokia. Dat bevestigde de fabrikant tegenover PC World. De Indiase overheid heeft er bij telefoonfabrikanten op aangedrongen verregaande toegang te verkrijgen tot de gegevens van gebruikers. Het land hoopt zo terroristen op te kunnen sporen en te vervolgen. Volgens Nokia dreigde India de diensten te blokkeren als het de gegevens niet toegankelijk zou maken voor opsporingsdiensten. Nokia gaat niet in op de manier waarop het de Indiase opsporingsdiensten toegang gaat verlenen. Ook Research In Motion (RIM), maker van de BlackBerry, zou zijn diensten openbaar moeten maken voor opsporingsdiensten. Vorige maand was er veel te doen rond de encryptie in BlackBerry-toestellen. Meerdere landen in het Midden-Oosten wilden de populaire mobiele telefoons verbieden.
KPN gaat dit najaar 4G testen In het najaar gaat KPN de eerste praktijkproeven met 4G uitvoeren. Hoe snel het bedrijf de diensten ontwikkelt en uiteindelijk in gebruik neemt, zal afhangen van de vraag uit de markt en de beschikbaarheid en de prijs-kwaliteitverhouding van apparatuur. Net als concurrenten Vodafone, Tele2, T-Mobile en Ziggo/UPC, verwierf KPN in april extra frequentieruimte die onder andere te gebruiken is om 4G-diensten aan te bieden. Tele2 toonde half juli het eerste netwerk op basis van de 4G-technologie LTE in Nederland. Andere concurrenten zijn in het buitenland al aan het testen. KPN kan in tegenstelling tot zijn concurrenten niet putten uit ervaringen in het buitenland.
6
Verbinding september 2010
KPN lijkt netwerk te bouwen op 450 MHz KPN lijkt sinds november 2009 in alle stilte te zijn begonnen met de bouw van een 450 MHz-netwerk in Nederland. Dat meldt de website Frequency Monitor Centre. Op de lage frequentieband kan hoge kwaliteit spraak en data draadloos worden verstuurd. Volgens de bron heeft KPN met de overname van Nozema Services in 2005 licenties voor de 450 MHz-band in Nederland verworven. Aan de licenties
is echter de voorwaarde verbonden dat binnen vijf jaar een landelijk dekkend netwerk wordt uitgerold. KPN lijkt eind 2009 aan de bouw te zijn begonnen en lijkt dat vooralsnog in alle stilte te willen doen, aangezien het bedrijf het bezit en het voorgenomen gebruik van de frequenties nog niet bekend heeft gemaakt. Volgens de website heeft KPN de spreadspectrumtechniek CDMA450
Ministerie veilt frequenties analoge tv
toegepast voor het netwerk. Deze kan grote afstanden overbruggen en maakt dataoverdracht op hoge snelheid mogelijk. KPN lijkt hiermee het eerste en enige CDMA-netwerk van Nederland te bezitten. Het netwerk is alleen voor Machine-to-Machine-communicatie in gebruik genomen en zal voorlopig alleen worden gebruikt om het netwerk van bedrijven te controleren en te beveiligen.
Clearwire kiest voor WiMAX én LTE
Het Ministerie van Economische Zaken gaat frequenties in de 800 MHz-band veilen voor mobiel internet. Deze frequenties werden voorheen gebruikt voor analoge tv. Volgens het Ministerie is de frequentieruimte nodig om de snelle groei van mobiel internet op te vangen. Om storingen te voorkomen, wordt gewacht met het uitgeven van de frequenties totdat overheden van de ons omringende landen de frequenties ook vrij hebben gemaakt. Op dit moment maakt in Nederland alleen KPN gebruik van de ruimte in de 800 MHz-frequentieband met Digitenne en tv via dvb-h. Het Ministerie meldt dat de ruimte, het zogeheten digitaal dividend, waarschijnlijk in 2012 beschikbaar komt Het ligt voor de hand dat het digitaal dividend zal worden gebruikt voor de uitrol van LTE. Deze 4G-technologie is op dit moment alleen nog bruikbaar op de 2,6 GHz-frequenties, die in april dit jaar werden geveild. Met lagere frequentiebanden is dekking binnenshuis gemakkelijker te realiseren. Een ander voordeel van lage frequentiebanden is dat ze een verder bereik hebben. Daardoor zijn minder masten nodig. Zie ook pagina 20.
Het Amerikaanse telecombedrijf Clearwire heeft besloten naast de WiMax-technologie ook de 4G-standaard Long Term Evolution (LTE) te omarmen. In de VS werkt het bedrijf als enige aan een draadloos netwerk op basis van WiMAX, de standaard die draadloos breedbandinternet met een grote actieradius mogelijk maakt. Steeds meer bedrijven in de wereld laten WiMAX links liggen omdat ze meer verwachten van LTE, de beoogde opvolger van umts. In Nederland hebben de grote telecombedrijven aangegeven voor LTE te kiezen. Onlangs staakte WorldMax, de enige aanbieder van WiMax in Nederland, zijn activiteiten. Clearwire stopt niet met WiMAX, maar gaat ook twee varianten van LTE testen. Het werkt daarbij samen met de Chinese fabrikant Huawei. Het bedrijf uit Phoenix, Arizona gaat onder andere testen in hoeverre WiMAX en LTE in één netwerk kunnen worden geïntegreerd. Overigens zit er nog steeds groei in het WiMAX-netwerk van Clearwire. Aan het einde van het vorige kwartaal had de dienst 1,7 miljoen abonnees, drie keer zo veel als een jaar eerder. Zie ook pagina 7.
‘Alarmdiensten moeten direct reageren op social media’ Twee derde van de Amerikanen die gebruikmaken van social media als Twitter en Facebook vindt dat politie, brandweer en ambulance direct moeten reageren op hulpvragen via deze en andere social media. Dat blijkt uit een studie van het Rode Kruis. Het Amerikaanse Rode Kruis onderzocht het gebruik van social media onder ruim duizend Amerikanen. Van de ondervraagden die hun hulpvraag via social media stellen, belt 58 procent nog extra naar alarmnummer 911 om er zeker van te zijn dat hun bericht is opgemerkt. De meeste Amerikanen
blijken informatie over een ongeluk of ramp nog altijd via de tv te volgen. De radio komt op de tweede plaats. Op de derde plaats komen nieuwssites. Slechts 6 procent gebruikt Twitter voor meer informatie over ongelukken of crisissituaties. In het geval dat zich ergens een ramp voor zou doen, zou slechts zo’n 20 procent van de ondervraagden op Twitter of Facebook het melden wanneer ze veilig en ongedeerd zouden zijn. Bijna evenveel deelnemers geven aan dat ze dit helemaal niet zouden doen.
Verbinding september 2010
7
actueel
“WiMAX 2-specificatie in november klaar”
Is er nog redding voor WiMAX? WorldMax gooide per 1 augustus het bijltje erbij neer. Dit voorjaar bleek ook dat de frequenties voor LTE veel populairder waren dan die voor WiMAX. Is er nog toekomst voor WiMAX? Kan de WiMAX 2-standaard nog redding brengen? Door Marcel Debets
Terwijl LTE op het punt staat in veel landen te worden uitgerold en het Nederlandse WorldMax er het bijltje begin augustus bij neergooide, gaat het WiMAX Forum onverdroten verder met de ontwikkeling van de WiMAX 2-standaard. In november zouden de specificaties moeten worden vastgelegd door de IEEE onder de typering 802.16m. Begin 2012 kunnen de eerste netwerken aangelegd worden, zegt het WiMAX Forum. De specs voor WiMAX 2 komen op een ongelukkig moment. Grote carriers als AT&T en T-Mobile gaan ervan uit dat ze vanaf begin 2012 LTE landelijk gaan aanbieden in de VS. Met een fikse reeks aankondigingen van apparatuur voor LTE, zowel voor de eindgebruiker als voor de backhaul, lijkt de voorsprong nauwelijks nog in te halen. Op dit moment is er in de VS maar één provider, Clearwire, die wholesale van WiMAX biedt aan aanbieders als Sprint die weinig trek hebben in een eigen investering in de technologie. Vorige week kreeg het WiMAX Forum van deze trouwe klant een klap in het gezicht, toen Clearwire aankondigde LTE infrastructuur te willen gaan opzetten als alternatief.
WiMAX en daar wijken we niet van af”, zei Carter tegen Computerworld. Hij hield wel de mogelijkheid open dat er in de toekomst wel degelijk gekeken wordt naar LTE. “De frequentieruimte waar we over beschikken biedt ons de mogelijkheid op een
Hoewel beide standaarden nog steeds de nodige fabrikanten achter zich hebben staan, is er een duidelijke tweedeling te bespeuren. Met name mobiele operators en fabrikanten van telefoons lijken te hebben gekozen voor LTE, terwijl de computerindustrie zich het
Een WiMAX- tester
Focus In reactie daarop liet een Sprint-topman, Matt Carter, verantwoordelijk voor de 4G-tak, snel weten nog niets te zien in LTE: “Ons standpunt is dat we ons alleen focussen op
zeker moment over te stappen naar LTE, of LTE te draaien naast WiMAX. Ons 4G netwerk is zodanig ingericht dat we voldoende flexibiliteit bezitten.”
liefst conformeert aan WiMAX. Ondanks de controverse in de markt, of liever, de gezonde concurrentie tussen twee nieuwe standaarden, zijn er grote overeenkomsten
8
Verbinding september 2010
tussen WiMAX en LTE. Beide technieken zijn gebaseerd op orthogonal frequency-division multiplexing (OFDM), een principe dat een robuuste propagatie van signalen garandeert, vergeleken met GSM en CDMA. Ter vergelijking: OFDM wordt ook gebruikt in ADSL.
Open Het grote verschil is dat WiMAX, door de ratificatie via de IEEE, een open standaard is. In de regel betekent dat dat de apparatuur goedkoper te fabriceren en dus aan te schaffen is. LTE wordt ontworpen door een consortium met de naam 3GPP, jaren geleden verantwoordelijk voor de GSM-standaard. Dat betekent dat de kosten voor apparatuur significant hoger zullen zijn, aangezien altijd een licentie moet worden betaald voor het implementeren van LTE-ondersteuning in apparatuur. En dat kan flink in de papieren lopen, aangezien – anders dan meestal wordt Een LTE-tester
Er is nog een klein sprankje hoop aangenomen – LTE géén upgrade is van GSM/3G. De hele keten, van mast tot backhaul zal dus moeten worden vervangen. Toch ziet het ernaar uit dat LTE op termijn de beste papieren heeft. Ten eerste vertrouwen de meeste mobiele providers op de 3GPP. Dat wordt treffend geïllustreerd doordat de veiling van frequentie afgelopen voorjaar wel interesse te zien gaf voor de LTE-frequenties, maar niet voor de WiMAX-frequenties. Daarbij aangetekend dat WiMAX eventueel
ook kan werken in de frequenties die nu voor LTE zijn aangewezen. Dat WorldMax de handdoek in de ring heeft geworpen, helpt ook niet bepaald bij het herstellen van het vertrouwen in de kansen van WiMAX.
Doorvoer
Dat er grote behoefte is aan snellere datatechnieken is wel duidelijk. Zo becijferde Cisco onlangs dat het mobiele internetverkeer tussen nu en 2013 elk jaar zal verdubbelen tot een ongrijpbaar bedrag van 2,2 miljoen terabyte per maand. Het grootste deel daarvan zal bestaan uit video, tot wel 65 procent.
De WiMAX 2-standaard heeft eigenlijk te lang op zich laten wachten. Er was gerede twijfel of er wel voldaan kan worden aan de enorme (toekomstige) vraag naar datadoorvoer. Op het gebied van snelheid biedt WiMAX geen voordelen, zo lijkt het. Beide standaarden gaan uit van 100 Mbps datadoorvoer, waarbij LTE de beste papieren lijkt te hebben voor verdere doorgroei naar LTE Advanced met een geprojecteerde doorvoer van 1 Gbps. WiMAX 2 zal wel achterwaarts compatibel zijn met zijn voorganger, IEEE 82.16e.
Er is nog een klein sprankje hoop voor WiMAX. Nieuwe kleine providers zullen vrijwel altijd kiezen voor het opzetten van een WiMAXnetwerk, vanwege de lagere kosten. Als daarbij geen frequentieproblemen optreden, zoals WorldMax in Nederland tegenkwam (er bleken interferentie te ontstaan met sommige frequenties die Defensie gebruikt), is er straks daadwerkelijk sprake van twee alternatieven voor mobiel breedband. En hopelijk voor prijsdrukkende concurrentie.
WiMAX en LTE, enkele significante parameters vergeleken.
Parameter
LTE
Mobile WiMAX Rel 1.5
Duplex Frequentieband voor prestatieanalyse Channel BW Downlink Uplink DL Spectral Efficiency UL Spectral Efficiency Mobility Support Frame Size HARQ Link Budget Geavanceerde antenne-ondersteuning
FDD and TDD 2000 MHz Tot 20 MHz OFDMA SC-FDMA 1,57 bps/Hz/Sector (2x2) MIMO 0,64 bps/Hz/Sector (1x2) SIMO Tot 350 km/u 1 millisec Incremental Redundancy Afhankelijk van mobiel apparaat DL: 2x2, 2x4, 4x2, 4x4 UL: 1x2, 1x4, 2x2, 2x4
FDD and TDD 2500 MHz Tot 20 MHz OFDMA OFDMA 1,59 bps/Hz/Sector (2x2) MIMO 0,99 bps/Hz/Sector (1X2) SIMO Tot 120 km/u 5 millisec Chase Combining Afhankelijk van mobiel apparaat DL: 2x2, 2x4, 4x2, 4x4 UL: 1x2, 1x4, 2x2, 2x4
Verbinding september 2010
9
actueel
Problemen DMO in kaart gebracht
Gevaarlijke situaties bij gebruik C2000 Brandweer Nederland heeft sinds de start van C2000 problemen met de DMO-functie van het systeem. Het werkt niet goed en levert gevaar op voor het personeel. Een bespreking van de resultaten van een onderzoek naar deze problemen. Door Wil Haasdijk
Naast de problematiek rond capaciteit en dekking heeft C2000 nog met een ander probleem te kampen: Direct Mode Operation, ofwel DMO. Naast Trunked Mode Operation (TMO) is dit een van de twee operationele modi van C2000. Belangrijk kenmerk van DMO is dat bij deze modus geen gebruik wordt gemaakt van basisstations (‘zendmasten’) en het radionetwerk, waarvan de basisstations feitelijk een onderdeel zijn. In de DMO-modus functioneert de C2000-portofoon (of mobilofoon) in feite als zendontvanger waarmee een één op één radioverbinding met een andere C2000-portofoon kan worden gemaakt. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van één radiokanaal. Bij DMO bestaat de keuze tussen duplex en semi-duplex verbindingen. In de Nederlandse situatie is de keuze gemaakt voor semi-duplex: één gebruiker kan zenden, de andere ontvangt (wisseling van spreekrichting wordt aangegeven met “over”). Het bereik is ook overeenkomstig de analoge versie beperkt tot VHF.
Gevaarlijke situaties Voor de gebruikers zou de werking van de C2000-portofoon in DMO niet veel moeten verschillen van die van de vroegere analoge portofoons. De praktijk blijkt echter anders. Vanaf de introductie zijn er bij de gebruikers van brandweerkorpsen problemen met de C2000-portofoons. Naast het feit dat de portofoonbediening niet vlekkeloos werkt (de knopjes zijn te klein voor de grote handschoenen) richt de kritiek zich voornamelijk op DMO. De C2000-portofoon functioneert niet goed bij de
10
Verbinding september 2010
zogeheten objectportofonie. Voor het contact tussen manschappen en bevelvoerder in operationele omstandigheden werd voorheen gebruikgemaakt van analoge portofoons die werkten op de zogeheten kleurkanalen. Met vier kleuren werden vier radiofrequenties aangemerkt die speciaal voor objectportofonie waren bestemd. Deze functie moest nu worden verzorgd door DMO. In de operationele praktijk bleken echter de verbindingen niet altijd vlekkeloos te zijn en soms zelfs weg te vallen. Het wegvallen van een verbinding tussen manschappen in het object en de bevelvoerder buiten zou kunnen leiden tot zeer gevaarlijke en levensbedreigende situaties. Vanwege deze problemen maakt een aantal brandweerkorpsen geen gebruik van C2000portofoons voor objectportofonie en hebben zij de analoge portofoon voor die functie weer in ere heeft hersteld. De oplossing van dit probleem bleek niet eenvoudig. In de
Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) werd uitgevoerd. De resultaten zijn opgenomen in twee rapporten van M&I/Partners (www.nvbr.nl) In de eerste fase van het onderzoek is het probleem met een brede blik verkend. Daarbij heeft het adviesbureau zich niet beperkt tot het feitelijke probleem van DMO, de slecht werkende verbinding. Dit levert een breed scala van “factoren op die een rol spelen bij het gebruik van de portofoon in DMO”, onder andere (werk)processen, opleiding training, en instructie, radiotechniek, organisatie, inkoop en beheer). Aan de werkelijke DMO-problematiek wordt in het verkennende gedeelte van het rapport wel aandacht geschonken. Dit beperkt zich echter tot een probleembeschrijving, ondersteund met een praktijktest met een overwegend kwalitatief karakter. Ook de “open deur” dat radioverbindingen nooit 100% gegarandeerd kunnen worden, ontbreekt
afgelopen jaren hebben verschillende partijen verspreid over het land onderzoeken en testen uitgevoerd. De digitale en analoge portofoons zijn qua prestaties zelfs met elkaar te vergelijken: er bleken geen significante verschillen te zijn. Het probleem met DMO is intussen nog niet opgelost.
niet. Daarnaast wordt wel de belangrijke opmerking gemaakt dat het “ absoluut noodzakelijk [is] dat de technische oorzaken van het onvoorspelbare karakter van DMO in kaart worden gebracht, voordat technische verbeteringen kunnen worden voorgesteld”. In het rapport met verbetervoorstellen naar aanleiding van het onderzoek wordt aan deze terecht genoemde noodzaak echter geen vervolg gegeven, maar voorgesteld de repeateroplossing te testen. Hoewel dit natuurlijk wel een oplossinggerichte aanpak is, zal hiermee geen helderheid worden verkregen over de feitelijke oorzaken van de problemen. Hoe is het gesteld met de radiopropagatie in dit soort situaties? Welke interferentiemechanismen treden op (blocking, intermodulatie enzovoort). Wat is de invloed van frequentie-
Rapport Door de aanhoudende kritiek op DMO en vanwege de andere problemen met dekking en capaciteit van C2000 heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties besloten ook een onderzoek te wijden aan de DMO-problematiek. In 2009 werd opdracht gegeven voor een onderzoek dat door het adviesbureau M&I/Partners BV in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor
keuze hierop? Wat is de invloed van radiopropagatie en interferentie op de kwaliteit van de radioverbinding? Hoe beïnvloedt de kwaliteit van radioverbinding de spraakkwaliteit? Kortom, radiotechnische zaken die in de rapportage weinig en soms zelfs niet correct worden weergegeven.
Digitale radiotechniek DMO DMO is onderdeel van de Tetra-standaard waarop C2000 is gebaseerd. In deze technische standaard wordt de zogeheten ‘air interface’, de radioverbinding, gespecificeerd. De Tetra-standaard lijkt op gsm. Tetra verdeelt op dezelfde manier de verbindingscapaciteit met behulp van frequentie en tijdslotdivisie (FDMA en TDMA). Voor DMO geldt dat (in Nederland) 16 frequenties beschikbaar zijn, 16 keer 25 kHz brede kanalen. Op ieder kanaal wordt TDMA toegepast waarbij een schema van 4 tijdsloten wordt gebruikt. Wanneer in DMO wordt gezonden, wordt daarvoor 1 tijdslot gebruikt wanneer semi-duplex wordt toegepast en 2 tijdsloten in het geval van duplex. In de tijdspanne van een tijdslot passen 255 bruikbare symbolen plus synchronisatie-acties en aan- en uitzetten van de zender. Met ieder symbool worden met de gebruikte fasemodulatie (π/4 DQPSK) 2 bits verzonden. De bits zijn afkomstig van een ACELP-vocoder die een bitstroom genereert van 4,567 kbps. Inclusief bits voor foutherstel komt de bitsnelheid op 7,2 kbps, de capaciteit van een tijdslot. De vocoder (voice coder) is het gebruikte compressiemiddel bij Tetra, zoals ook bij gsm en vele andere draadloze digitale transmissieapparatuur voor spraak. De (analoge) spraaksignalen worden bij Tetra eerst bemonsterd (8 kbps), vervolgens wordt door de vocoder de datastroom verlaagd (gecomprimeerd) naar 4,567 kbps. De werking van de vocoder verklaart mede de plotselinge onverstaanbaarheid wanneer de radioverbinding kwalitatief minder goed wordt. De BER (Bit Error Rate) neemt als gevolg van hiervan vrij plotseling toe. Dit resulteert er echter niet in dat er stukjes geluid weggegooid worden. Dit zou het geval zijn wanneer bijvoorbeeld PCM (Puls Code Modulatie) zonder verdere compressie zou worden toegepast. Hierdoor zou de spraakverstaanbaarheid nog wel enigszins op peil blijven. Het gebruik van een vocoder heeft echter een ander effect.
Vocoder Een vocoder bestaat uit een encoder voor het coderen, en een decoder voor het decoderen van spraaksignalen. De werking van een vocoder is totaal afgestemd op de menselijke stem. Muziek bijvoorbeeld wordt niet juist gecodeerd en gedecodeerd door een vocoder, waardoor grote vervorming optreedt. Muziek
Verbinding september 2010
die via gsm-telefoons wordt verzonden, komt totaal vervormd over. C2000 en andere mobiele telefoniesysteem zijn door de toepassing van vocoders helemaal afgestemd op de transmissie van de menselijke stem en kunnen andere soorten geluiden niet goed overbrengen. De vocoder codeert spraak door wijzigingen in de spectrale karakteristieken in de tijd te meten. Alleen deze wijzigingen worden vertaald in over te zenden data. Van het spectrum van de menselijke stem (300-3400 Hz) wordt een beperkt aantal delen gemeten. Deze frequentiebanden zijn afgestemd op de formanten van de menselijke stem. Formanten zijn de voor de menselijke stem karakteristieke spectrale pieken (de betreffende delen) in het geluidsignaal, waarvan de spraakverstaanbaarheid direct afhankelijk is. Het signaalniveau van ieder frequentiebandje wordt gemeten. Simpel gezegd: in plaats van het niveau van iedere frequentie in de volledige band te verzenden, worden nu bijvoorbeeld n niveaus van n frequentiebandjes verzonden. Dit leidt tot een aanzienlijke compressiefactor. Wanneer de BER toeneemt, wordt op dat moment door de vocoder bepaalde karakteristieke informatie van het stemgeluid niet overgebracht, wat direct leidt tot ernstige vervorming van het overgebrachte stemgeluid en zou kunnen leiden tot sterk verminderde verstaanbaarheid. Dit zou er dus voor pleiten om de vocoder bij DMO voor kritische toepassingen als objectportofonie niet toe te passen en te gaan werken met PCM-achtige oplossingen zonder compressie. Hiermee zou
11
Waarom niet gewoon de analoge portofoon weer toepassen voor objectportofonie, zoals een aantal korpsen doet? het effect op de spraakverstaanbaarheid van een hogere BER weer vergelijkbaar gemaakt kunnen worden met dat van een analoge portofoon.
Mogelijke oplossingen Nader onderzoek naar dit soort mogelijke effecten van vocoders, radiopropagatie en interferentie op de spraakverbinding is noodzakelijk om de problemen rond DMO en objectportofonie op te lossen en op een verantwoorde manier tot een oplossing te komen. Natuurlijk kunnen we op dit moment al wel een aantal oplossingsrichtingen noemen: Voortborduren op Tetra DMO Extra radiomiddelen zoals repeaters en high-gain antennes kunnen worden ingezet om onder de gegeven radiopropagatie en interferentieniveaus de radioverbinding te verbeteren. Modificaties op C2000 apparatuur zijn mogelijk om de werking beter af te stemmen op de operationele praktijk, bijvoorbeeld met betrekking tot de vocoder Inzet van andere radiotechnieken als vervanger of back-up van Tetra DMO Toepassing van mesh radio networks zou een mogelijkheid kunnen zijn. In het door de brandweermensen te betreden gebied zouden mesh-nodes kunnen worden uitgezet die fungeren als een soort (intelligente) repeaters. Hiermee wordt de totale verbinding opgedeeld en is men minder afhankelijk van de radiopropagatie-omstandigheden. Op termijn zou cognitieve radio het antwoord kunnen blijken te zijn. Het Software Defined
Radio Forum - Public Safety Special Interest Group (SDRF-SIG) heeft deze mogelijkheid al bestudeerd. De studie richtte zich op een viertal cases (praktijksituaties) waarin cognitieve radio tot betere communicatie tussen hulpverleners zou kunnen leiden. Het scenario dat men selecteerde voor de studie waren de terroristische aanslagen op de Londense Underground in 2005. De hulpverleners konden in de tunnels niet meer met hun radio met de buitenwereld communiceren. Cognitieve radio zou de radio’s van de individuele hulpverleners automatisch kunnen configureren in een ‘peer-to-peer’-modus. Hiermee wordt een keten van radio’s geformeerd die de verbinding met de buitenwereld gaat vormen. Dit is vergelijkbaar met het al eerder genoemde mesh-netwerk, maar bij cognitieve radio dan wel in dynamische vorm: alleen indien noodzakelijk wordt door deze modeinstelling door de cognitieve radio’s gekozen. Welke oplossing de meest kansrijke is, zal echter duidelijk moeten worden door nader onderzoek. Ten slotte, waarom niet gewoon de analoge portofoon weer toepassen voor objectportofonie, zoals een aantal korpsen doet? Als uit onderzoek blijkt dat hiermee de beste resultaten worden verkregen dan zijn er weinig argumenten te bedenken om dit niet te doen.
Bronnen: M&I/Partners BV, 26 maart 2010, C2000 DMO Problemen – Problemen nu gedocumenteerd, www.nvbr.nl M&I/Partners BV, 13 april 2010, C2000 DMO-verbeteringen – Verbeteringen binnen handbereik, www.nvbr.nl
Verbinding september 2010
actueel
12
Internationale bijeenkomsten over frequentieruimte
Volop verder met frequentiestrijd Vóór de zomervakantie vonden nog enkele belangrijke internationale bijeenkomsten plaats in het kader van het verkrijgen van frequentieruimte voor de Europese OOV-organisaties. Hans Borgonjen, die als deelnemer en als spreker aanwezig was, doet verslag. Door Hans Borgonjen
Verbinding september 2010
De gespecialiseerde wereld rond de verdeling van frequenties wordt steeds groter, waarbij steeds meer politieke en economische belangen spelen. Hoe kan de OOV-sector in dit landschap zijn belangen veilig stellen? Tijdens twee bijeenkomsten kwam dit thema uitgebreid aan de orde.
Elke Europeaan digitaal In juni vond in Brussel de jaarlijkse grote frequentieconferentie plaats, mede georganiseerd door de Europese Commissie. Als verantwoordelijke voor de digitale agenda verzorgde Europees Commissaris Neelie Kroes de openingspresentatie. Haar boodschap was dat het voor economisch herstel in Europa essentieel is dat de digitale agenda snel en concreet wordt opgepakt. IT is cruciaal omdat het een rol heeft in vrijwel alle andere dossiers van de EC. Dat geldt niet alleen voor telecommunicatie, maar voor IT in de volle breedte. Het hervormingspakket van het programma moet ervoor zorgen dat vanuit frequentieoogpunt de barrières worden weggenomen en groei kan plaatsvinden, niet alleen in de telecommarkt, maar gezien de aanjagende rol van IT voor de gehele Europese economie. Het digitaal dividend (vrijkomende frequenties door de overgang van analoge naar digitale tv) is de eerste prioriteit. Efficiënt gebruik is het eerste criterium, maar ook moeten de juiste condities worden gecreëerd om nieuwe innovatieve technologie te introduceren. Als voorbeeld noemde Kroes cognitieve radio (zie de vorige uitgave van Verbinding voor een special over cognitieve radio en software defined radio). De gehele presentatie richtte zich op het economisch belang van frequenties: er zijn direct vele miljarden mee gemoeid en indirect zelfs honderden miljarden. Kroes’ belangrijkste uitspraak: elke Europeaan is in 2013 digitaal. Ze wil hard sturen op de belofte dat de 800 MHz van het digitaal dividend in alle lidstaten in 2015 beschikbaar is voor nieuwe toepassingen. Daarnaast kondigde ze aan dat er een scherpe toetsing moet komen op het bestaande gebruik om te bewerkstelligen dat er meer spectrum beschikbaar komt voor (economisch gunstige) nieuwe toepassingen. Ze stipt ook even aan dat PPDR (Public Protection and Disaster Relief) ook belangrijk is, maar laat zich niet uit over de vraag of dat extra frequenties betekent, of dat juist het delen van bestaande frequenties (met name van defensie) met commerciële toepassingen de beste oplossing is.
RSPG Als tweede keynote speaker trad de voorzitter van de RSPG (Radio Spectrum Policy Group)
aan. De RSPG is het politieke adviesorgaan van de EC. Het werkprogramma van 2010 van de RSPG is regelgeving met betrekking tot harmonisatie in Europa, het digitaal dividend, concurrentieaspecten en nieuwe technieken (waaronder cognitieve radio en broadband broadcast). De RSPG heeft een officieel standpunt geformuleerd na het houden van diverse congressen en een publieke consultatieronde. Hieruit bleek dat het draagvlak erg groot is. Uiteraard heeft iedereen zijn eigen wensen,
13
dertig keer zoveel data als normale gsm, laptops zelfs honderd keer zoveel. Met de uitspraak “frequenties zijn als zuurstof, zonder is er geen leven” benadrukte hij het belang van goed frequentiebeleid. Ook noemde hij de frequentietoewijzing in de VS voor frequenties voor de OOV-sector in de 700 MHz band voor breedbandige datatoepassingen. Met drie sprekers was Nederland de eerste ochtend van het congres goed vertegenwoordigd. Ook Lambert van Nistelrooij van het Europese parlement gaf zijn visie.
“Frequenties zijn als zuurstof, zonder is er geen leven”
maar er waren 27 lidstaten betrokken bij het formuleren van het standpunt. De bijeenkomsten hebben geleid tot enkele algemene conclusies. Door efficiënt gebruik van frequenties moet er een positieve bijdrage worden geleverd aan de digitale agenda: het verbeteren van de kwaliteit van leven van de EU-burgers, het versterken van de economie en het aanpassen van inefficiënt frequentiegebruik. Daarnaast is binnen de EU een governance model nodig: betere samenwerking en harmonisatie, meer flexibiliteit in het gebruik van frequenties en technische parameters. Verder moet met één stem worden gesproken naar de industrie en naar landen buiten de EU ten aanzien van frequentiebeleid. Het eindresultaat: seamless always-on mobile connection in Europa, snelle gegevensoverdracht met 100% dekking, integratie van de toepassingen, zodat iedere gebruiker er zonder hoofdbrekens mee aan de slag kan.
Zuurstof De vertegenwoordiger van de Amerikaanse frequentie-autoriteit FCC gaf een toelichting over de recente ontwikkelingen in de Verenigde Staten met een aantal grafieken over frequentiegebruik. Ter illustratie van de onvoorstelbare groei presenteerde hij een aantal cijfers: smartphones consumeren
Twintig procent van het researchbudget wordt besteed aan ICT, dus het is niet iets van de laatste tijd. De digitale agenda geeft wel meer focus. Hij refereerde aan het EU 2020-programma en het belang om als EU samen op te trekken, wat best lastig is gezien de autonomie van de lidstaten. Het bevolkingspercentage in Europa daalt echter als percentage van de wereldbevolking van 20% naar 7%, waarmee de invloed die Europa vroeger had in een geheel ander daglicht komt te staan. ICT, en dan met name de mobiele kant ervan, is een van de snelst groeiende markten en kan, mits goed georganiseerd, een belangrijke bijdrage leveren aan de economie en de kwaliteit van leven.
Spectrum redt levens Zeven sprekers waren uitgenodigd om een korte presentatie te geven over hun visie. Ik was gevraagd als vicevoorzitter van de Tetra Association om mijn licht te laten schijnen op frequenties voor OOV. Omdat vrijwel alle presentaties op economische aspecten ingingen, koos ik voor een andere benadering. Onder het motto ‘spectrum saves lives’ lichtte ik met behulp van diverse foto’s het werk van de OOV-sector toe. Aan de hand daarvan stelde ik dat frequenties nodig zijn om aan de burgers een goede service te kunnen bieden, niet al-
14
Verbinding september 2010
leen bij rampen en grote evenementen, maar ook in het dagelijks leven. Na de presentatie vroegen flink wat mensen mij om meer informatie. Duidelijk is dat binnen het gespecialiseerde wereldje van frequentiemanagers (en vooral de economen die er nu ook bij betrokken zijn vanwege het economisch belang) weinig kennis is van ‘onze wereld’. Gelukkig heeft de lobby van de afgelopen anderhalf jaar er wel voor gezorgd dat de meesten zich realiseren dat wij niet op een hoop gegooid kunnen worden met (economisch gunstige) civiele toepassingen en dat er voor OOV inderdaad het nodige moet gebeuren.
Veilingen Een groot aantal presentaties ging over het veilen van frequenties. De eerste spreker gaf een analyse van de verschillen in de diverse landen.
uit hun veilingen. Persoonlijk prefereer ikzelf echter het Nederlandse model. Een analist sprak de verwachting uit dat (op de 800 MHz na) er niet zo heel veel concurrentie zal zijn, wat de extreme prijzen uit het verleden zal drukken. Een vertegenwoordiger van de Zweedse overheid vertelde over het veilingmodel, dat bij hen het standaardinstrument is. Hij gaf aan dat ze er eigenlijk niet zo gelukkig mee zijn, maar geen betere manier weten (het oude beauty contest-model is in elk geval geen optie meer). Ze zien spectrum als een productiemiddel. Deze spreker gaf aan dat hij een van diegenen is die meent dat de OOV-sector alles gewoon met commerciële netwerken moet doen, maar dat is geen verrassing, want in CEPT FM is Zweden ook altijd de grootste tegenstander van extra frequenties voor OOV. Hopelijk heeft mijn persoonlijke gesprek met
De discussie hoe het vrijgekomen spectrum te gebruiken, speelt zich met name af in de 800 MHz-band (790-862). Er is een geharmoniseerd ‘bandplan’ opgesteld en het Europese model vindt ook al navolging buiten Europa. De EC-uitspraak dat het digitaal dividend per 2015 in alle lidstaten beschikbaar moet zijn, helpt duidelijkheid te geven wat weer tot concretere initiatieven leidt. De veiling van de 800 MHz-band in Duitsland leverde 0,75 euro per MHz per inwoner op. Zouden we dat hanteren voor Nederland, dan zou dat overigens ruwweg 12,5 miljoen euro per MHz opleveren. De 2x5 MHz die we nu in C2000 hebben, zou dan een waarde van 125 miljoen vertegenwoordigen. Uiteraard gaat deze berekening niet letterlijk op, maar het geeft wel een indicatie van de ‘kostprijs’. DigiTAG (Digital Terrestrial Television Action Group) gaf in een overzicht aan hoe ‘Digital Broadcast Television’ zich ontwikkelt. Wat de situatie in Nederland betreft, moeten we ons realiseren dat hier vrijwel iedereen kabel-tv heeft en dat mobiele tv zich beperkt tot Digitenne en het vooral wordt toegepast op de camping, op de boot en dergelijke. In veel landen waar geen kabelinfrastructuur is, wil men alles ‘door de lucht’ doen om een dure vaste infrastructuur te voorkomen.
Spectrum is goud waard
Een smartphone consumeert dertig keer zoveel data als een normale gsm.
Vooral het Verenigd Koninkrijk en Zweden zijn groot voorstander van ‘alles in euro’s vertalen’. Nederland wijkt af van de andere landen omdat we hier een flexibel model gebruiken voor de te veilen frequenties. In ons land levert het echter ook het minste op. Denemarken en Zweden halen tientallen keren meer op
hem tot een iets genuanceerder beeld bij hem geleid.
Digitaal dividend Zoals eerder aangegeven, is het digitaal dividend de overgebleven frequentieruimte nadat de mobiele tv is overgegaan van analoog naar digitaal (deadline voor overgang is 2012).
Uit de frequentieconferentie kunnen we concluderen dat spectrum goud waard is en dat de directe en indirecte economische waarde ertoe heeft geleid dat in een beperkt aantal jaren het ‘besloten specialistische frequentiewereldje’ is omgeturnd in een politieke en economische arena, waar enorme belangen op het spel staan. Er zijn veel partijen die spectrum willen, dus is het vechten voor je belangen. De (politieke) lobby van de grote partijen (mobiele operators, broadcast-televisie) is enorm. Ook is duidelijk dat veilingen steeds meer worden ingezet om de vraag te reguleren en om de overheid aan inkomsten te helpen. In dit geweld zal de OOV-sector het lastig hebben om zijn belangen veilig te stellen. Onze argumenten zijn van een heel andere orde die niet door iedereen onderkend worden. Politieke druk vanuit OOV op zowel Europese schaal als nationaal niveau is mijns inziens essentieel om resultaat te bereiken.
7th Framework Programme Op initiatief van het JRC (Joint Research Centre) van de EC werd op 28 en 29 juni een workshop georganiseerd met als motto “Interoperable Communications for Safety and Security”. Medeorganisator was DG ETNTR, en ook Europol en Frontex waren partners.
Verbinding september 2010
15
Ik heb de drielandenpilot toegelicht met het eindrapport (ook om te voorkomen dat al dat werk weer opnieuw gedaan wordt) en daarna de PCWG ISI-subgroep. Er volgde een heftige discussie over waar financiering vandaan moet komen. Sommigen vinden de ISI-prototype ook research omdat het operationele innovatie is, terwijl anderen menen dat FP7 alleen voor echte fundamentele research bestemd is. DG JLS zou dan logischer zijn. DG JLS had ons echter juist geadviseerd om op FP7 te focussen omdat het benodigde budget voor een ISIprototype niet binnen de mogelijkheden van DG JLS ligt.
Gezamenlijk optrekken
De workshop kende 2 hoofditems: de interoperabiliteit op de korte termijn tussen de Tetra-landen en tussen Tetra en Tetrapol, en voor de (middel)lange termijn breedbanddata, ad-hoc-netwerken en de bijbehorende frequentieproblematiek. Bij deze tweedaagse workshop waren zo’n vijftig personen aanwezig, zowel vanuit de OOV-sector als vanuit de industrie en van universiteiten. Laurent Cabirol (DG ENTR Security Research) gaf een toelichting op het 7th Framework Programme (zevende kaderprogramma). Hij is de persoon die begin dit jaar het Tetra-Tetra prototype topic van de ISI-groep niet heeft gehonoreerd. Ook nu geeft hij aan dat FP7 bedoeld is voor research en niet voor productontwikkeling. Alois Sieber, voorzitter van JRC, gaf echter aan dat als er operationele belemmeringen zijn er wel degelijk steun vanuit de EC mogelijk is. Hij wil graag na deze tweedaagse workshop een duidelijk beeld hebben van de problematiek, zodat de EC zich kan buigen over hoe er hulp kan komen. Wellicht is dus toch een TetraTetra-prototype met steun van de EC mogelijk?
Financiering Vervolgens waren er diverse presentaties om de situatie te schetsen, onder andere door de : politie van Finland, de brandweer van Italië en de Spaanse overheid. Daarna gaf een woordvoerder van ETSI een korte uitleg over de diverse ETSI-standaarden die relevant zijn voor OOV, waaronder Tetra, Emtel en Mesa. In het blok ‘regulations and standardisation’ hield ik vervolgens een presentatie over breedbanddata en de bijbehorende frequentie-
problematiek. Mijn presentatie concentreerde zich op de EU Council Recommendation en de EU Forerunner Group van de PCWG (Police Cooperation Working Group) en het werk in CEPT-FM. Kern was de noodzaak voor frequenties voor mobiele datacommunicatie.
Er waren diverse presentaties van leveranciers. Siemens ging in op RFID, Selex op de noodzaak om de ISI op IP te baseren (in plaats van ‘ouderwetse’ vaste lijnen tussen twee landen), EADS vertelde over hun status ten aanzien van de ISI met de pilot tussen Duitsland en Zweden en een oplossing voor Tetra-Tetrapol, Thales ging in op het Eulerproject waarin software defined radio’s de kern zijn, de presentatie van Inmarsat ging over het gebruik van satellietcommunicatie voor onherbergzame gebieden en als back-up wanneer al het andere uitvalt. Motorola ging in op breedbanddata en frequenties voor
De frequentiewereld is een politieke en economische arena waar enorme belangen op het spel staan. Frontex gaf vervolgens een presentatie over hun activiteiten op grenssamenwerking. Zij hebben onder andere een pilot gestart tussen Estland en Finland. De tweede dag begon met een toelichting van Ignacio Montiel-Sanchez van DG ENTR over FP7 en de diverse projecten die er lopen, onder andere SECRI-COM, DITSEF, INFRA en EULER. Relevant was de discussie die volgde. Op de vraag waarom de EC het verzoek om subsidie van een ISI-prototype had afgewezen (terwijl de Council Recommendation dit duidelijk aangeeft) was het antwoord dat dit eigenlijk geen research is, maar meer ‘operationele implementatie’, wat niet binnen FP7 past. Hij gaf echter aan dat er wel een oplossing moet komen, dat het echte probleem financiering is omdat er weinig ontwikkeld hoeft te worden (wat correct is) en dat er daarom andere ‘potjes’ gevonden moeten worden. Al met al een positieve reactie. Daarna was ikzelf weer aan de beurt met een presentatie over de ISI.
breedband. Een tweede Siemens-presentatie (Siemens Zwitserland) ging over een oplossing voor Tetra-Tetrapol (vanuit het belang van OOV Zwitserland naar de omliggende Tetra landen). Telefonica gaf een presentatie over plannen in Spanje voor breedbanddata. De voorzitter van de workshop, het hoofd unit JRC Ispra, trok de volgende conclusies. Het motto ‘Spectrum saves lives’ maakt indruk bij de discussie om voor OOV ook frequenties te claimen. Voor de lobby voor extra frequenties is meer (politieke) druk nodig. Aangezien het normale marktmechanisme voor de ISI niet blijkt te werken, is het goed als de EC dit dilemma doorbreekt. De betrokken OOV-partijen (Europol, Frontex en PCWG) zullen gezamenlijk optrekken.
Hans Borgonjen is ‘kennismanager’ bij de vts Politie Nederland, voorzitter Public Safety Radiocommunication Group (PSRG) en vicevoorzitter van de Tetra Association.
16
Verbinding september 2010
a d v e r t o r i a l
Als redden je werk is Een krap budget, 34 km bewaakt strand als werkterrein, een piekbelasting van drie maanden en mensenlevens als ‘product’. De veiligheid aan de Belgische kust ligt sinds 28 jaar in handen van de IKWV (Intercommunale Kustreddingsdienst van West-Vlaanderen). An Beun en Ivo Muyle vormen de organisatorische spil van deze organisatie, die in de maanden juni tot september rond de 1300 professionele strandredders telt, verdeeld over 82 reddersposten. Verbindingtechnisch een opdrachtgever waar met een uitgekiende lease-oplossing een sluitende verbinding tot stand gebracht werd. An Beun (secretaris): “Wij gebruiken onze portofoons een maand of drie heel intensief en de rest van het jaar liggen ze opgeslagen. Samen met de invloeden van wind, zout en zand, gaf dat steeds hogere onderhoudskosten. Nog afgezien van de rompslomp rondom de diversiteit aan porto’s die we in de loop van de jaren hadden aangeschaft. Vorig jaar heeft Flash tijdens de zomermaanden een testopstelling in badplaats De Haan neergezet. Die proef verliep tot grote tevredenheid. Toen tijdens de aanbestedingsronde bleek dat zij ook nog eens de goedkoopste aanbieder waren, was de keuze snel gemaakt.”
Communicatie is van levensbelang De IKWV heeft een beperkt budget, want men is afhankelijk van provinciale en gemeentelijke werkingstoelagen en private sponsors. “Maar ondertussen moeten we wel garant staan voor de veiligheid aan de Belgische stranden”, vervolgt An Beun haar verhaal. “De IKWV moet een optimale verbinding hebben tussen haar eigen boten, jeeps, strandposten en de centrale basispost in Oostduinkerke. In geval van een calamiteit moet men direct toegang hebben tot de reddingshelicopter en/of politie en brandweer. De reddingshelicopter maakt gebruik van analoge communicatie, de politie en brandweer zijn aangesloten op het digitale netwerk van ASTRID. De IKWV heeft bewust gekozen voor een eigen analoog systeem, waarbij we optimaal bereik hebben op alle strandposten én op zee, en communicatie
a d v e r t o r i a l
Verbinding september 2010
mogelijk is met de reddingshelicopter. Voor communicatie met politie en brandweer schakelt men over op ASTRID-toestellen.”
Zorgeloos huren Hoewel betrouwbaarheid en bereikbaarheid van het systeem natuurlijk de belangrijkste criteria zijn, biedt het lease-concept van Flash een groot voordeel. Ivo Muyle (adm. deskundige): “Wij hoefden niet in één keer te investeren, en bovendien hebben wij totaal géén omkijken meer naar het systeem. Voorbij zijn de onderhouds- en vervangingskosten. We kunnen erop vertrouwen dat we 100% operatieve porto’s hebben. En mocht zich een probleem voordoen, is Flash direct ter plaatse.”
17
Garanderen veiligheid An Beun en Ivo Muyle melden met trots dat er in het hele bestaan van het IKWV tijdens de bewaakte uren geen enkel dodelijk incident is geweest. “We doen er natuurlijk alles aan om te zorgen dat dit zo blijft. Flash neemt ons een belangrijke zorg uit handen: een betrouwbaar communicatiesysteem waarop we kunnen rekenen en waarnaar we geen omkijken hebben. We houden ons liever bezig met datgene waar we goed in zijn: het garanderen van de veiligheid van onze badgasten!”
Björn Pappaert, accountmanager bij Flash: “Huren of leasen biedt de IKWV nog een ander voordeel. In de zomerperiode hebben zij ruim 260 toestellen in gebruik, die aan de hoofdredders worden uitgereikt. Alle huurportofoons, inclusief de batterijen, zijn voorzien van een unieke barcode, en worden zowel bij uitgifte als bij terugkomst gescand. Het huursysteem van Flash registreert alle gegevens en past automatisch de klantorders aan. Bovendien kan het IKWV zelf ook precies bijhouden welke toestellen bij welke redders in gebruik zijn, doordat Flash op de hoofdposten alle portofoons “gepersonaliseerd” aanlevert. Deze extra service houdt in dat alle toestellen worden voorzien van een sticker met daarop vermeld een uniek persoonsnummer, inclusief het aantal kanalen dat is ingeprogrammeerd.
Huur/Lease concept Flash Snel leverbaar
Uniek registratiesysteem
De verhuurvloot van Flash bestaat uit 8.000 portofoons voor de korteén voor de lange termijnhuur. Flash kan flexibel inspringen op adhocsituaties waarbij direct extra portofoons moeten worden ingezet, zoals tijdens seizoenswerk, projecten, evenementen, congressen of tijdens onderhoudstops.
Alle huurartikelen zijn voorzien van een unieke barcode, en worden gescand bij uitgifte én bij inname. Het huursysteem registreert de gegevens en past indien nodig de klantorder aan op ontbrekende of aanvullende artikelen. Zo ontvangt u altijd een correcte factuur.
Huurconcept maatwerk Uitgebreid assortiment U kunt bij Flash terecht voor (ATEX) portofoons, analoog en digitaal, trunking (TETRA)- systemen of compleet geïntegreerde totaaloplossingen, waarbij Flash koppelingen tot stand brengt met bijv. paging, meldkamer- systemen, telefooncentrales en slagboominstallaties. Alle apparatuur is zowel in koop als in huur leverbaar.
Een zorg minder Huren bij Flash betekent dat alle apparatuur die wordt uitgegeven tevoren is gecheckt, de batterijen in goede conditie verkeren, preventief onderhoud automatisch wordt ingepland en service is inbegrepen. Indien gewenst kunt u de apparatuur door Flash laten verzekeren en ook de administratie rondom de zendmachtigingen geheel door Flash laten verzorgen.Dat levert u extra tijdwinst op.
Huren met of zonder verzekering, met of zonder service ter plaatse, binnen 24 uur of korter, eigenlijk is elke contractvorm mogelijk bij Flash. Klantgerichte oplossingen, daar zijn wij sterk in, in alle opzichten.
Huren op ASTRID netwerk Flash Services Belgium is businesspartner van ASTRID, de gespecialiseerde telecom-operator voor de hulp- en veiligheidsdiensten in België. Flash is als officieel distributeur van Motorola en Kenwood portofoons al jarenlang expert in branches als publieke veiligheid, petrochemie en industrie en biedt ASTRID als businesspartner om die reden dan ook een belangrijke meerwaarde. U kunt bij Flash gevalideerde toestellen op het ASTRID-netwerk huren, zowel voor de lange als voor de korte termijn.
Meer informatie: www.flash-services.com
18
Verbinding september 2010
praktijk
“Onderzoek businesscase met zeven tot tien vestigingen”
Nederland niet klaar voor landelijke meldkamer De discussie over de wenselijkheid van één landelijke meldkamer voor de hulpverlening in Nederland woedt volop. Schaalvergroting is onvermijdelijk, maar van één fysieke meldkamerlocatie zal waarschijnlijk nooit sprake zijn. Door Rob Jastrzebski
Kort voor de val van het kabinet kondigde minister Guusje ter Horst van BZK aan werk te willen maken van één centrale meldkamerorganisatie voor de hulpverlening in Nederland. Het is de vraag wat het nieuwe kabinet met dit plan gaat doen. Zeker is dat hier in het meldkamerdomein en in de hulpverleningssector al flink over wordt gediscussieerd. Tijdens de Dag van de Veiligheidsregio op 20 mei was een workshop aan het thema gewijd. Wetenschappers en meldkamermanagers bespraken de plussen en minnen van een landelijke meldkamer en de consequenties voor techniek en werkprocessen. De centrale boodschap in de discussie luidde: schaalvergroting is onvermijdelijk in het meldkamerdomein, maar zorg voor behoud van de span of control.
die zal wel over meerdere fysieke locaties moeten worden verspreid, anders wordt het meldkamerproces veel te kwetsbaar. De fall-back en back-upopties voor noodsituaties moeten zeker bij grootschaliger meldkamerorganisaties tot in de puntjes geregeld zijn. Ik zie vooral de voordelen van een grotere harmonisatie van werkprocessen en procedures. Dat is op dit moment een van de grootste efficiencyknelpunten. Een meldkamerorganisatie kan heel goed centraal worden aangestuurd, maar toch op verschillende uitvoeringslocaties worden ondergebracht. De technische koppelmogelijkheden van vandaag de dag geven die locaties dan toch het karakter van een geïntegreerd meld- en informatiecentrum.”
Technische ontwikkelingen Centraal aansturen Als er al één meldkamerorganisatie in Nederland komt, zal in ieder geval geen sprake zijn van één fysieke meldkamerlocatie, zoveel staat vast. “Ik ben voorstander van één meldkamerorganisatie in Nederland”, zegt Jaap van Meggelen, directeur van de Gemeenschappelijke meldkamer Rotterdam-Rijnmond. “Maar
De techniek is niet de beperkende factor voor een nieuw meldkamermodel. Sterker nog: de technische ontwikkelingen op het gebied van mobiele communicatie, nieuwe media en computertechnologie gaan zo snel dat grenzenloze mogelijkheden in het verschiet liggen. De vraag is of bestuurders en managers ook alles moeten wíllen wat technisch kan.
Jaap van den Herik van het Tilburg Centre for Cognition and Communication, schetst de ontwikkelingen op technologisch gebied, die ook het meldkamerdomein zullen beïnvloeden. “Techniek is geen knelpunt, maar veel mensen beseffen nog niet dat de wereld waarin we leven ‘technology driven’ is. Het is een wereld waarin de industrie bepaalt welke toepassingen en technologieën toekomst hebben. De markt voor communicatie- en informatietoepassingen wordt primair gestuurd door de rekenkracht en capaciteit van microprocessors. Globaal verdubbelen die snelheid en capaciteit iedere achttien maanden. Die trend heeft zijn weerslag op de hele technologiemarkt en meldkamers vormen daarin slechts een heel klein aspect. Ook de meldkamerprocessen profiteren van de groeiende kracht van computertechnologie. Daardoor worden nieuwe organisatievormen en nieuwe vormen van informatiedeling mogelijk.” Groeien in kracht betekent afnemen in aantal, stelt Van den Herik vast. Slimme meldkamers kunnen meer, en die trend is de afgelopen decennia al duidelijk zichtbaar geworden. In 1990 waren er nog meer dan tachtig hulpver-
Verbinding september 2010
leningsmeldkamers in Nederland. Anno 2010 zijn er daarvan nog ongeveer dertig over, waaronder drie met een landelijk takenpakket. Van den Herik verwacht dat er in 2016 landelijk nog circa 10 meldkamers met 112-taken over zijn, maar pleit daarnaast voor een nieuw type informatiecentra die hij typeert als de ‘113-sector’. Dit zijn bovenregionale meld- en informatiecentra die een veel breder takenpakket hebben dan noodhulpverlening. Hij noemt ze vitale schakelpunten in OOV-informatie,
van een efficiëntere meldkamerorganisatie. “Schaalvergroting is iets waar we niet omheen kunnen”, aldus Roelofs. We staan voor forse technische investeringen in het meldkamerdomein, zoals de implementatie van een nieuw meldkamersysteem en voorzieningen als Cell Broadcast en NL Alert. Er is een groeiende behoefte aan koppeling met internetbronnen om informatie uit het publieke domein de meldkamer binnen te halen. Nieuwe media, die bij het grote publiek
19
bediend. “De discussie gaat nu over één of drie meldkamers, maar ik zou de verantwoordelijk minister van BZK willen voorstellen om ook een model met zeven tot tien meldkamers te onderzoeken. Centraal staat de vraag met welke verdeling van meldkamers de burgers het meest gediend zijn. In ieder geval mag schaalvergroting er niet toe leiden dat de menselijke maat verloren gaat.” De eigen regio van Roelofs loopt voorop in het proces naar schaalvergroting in de meldkamersector. Als de oplevering en inrichting volgens plan verlopen, wordt op 1 oktober de eerste interregionale meldkamer in Nederland, voor de regio’s Noord- en OostGelderland en IJsselland, in gebruik genomen. In de loop van 2011 volgt de meldkamer Noord-Nederland, die de regio’s Groningen, Friesland en Drenthe bedient.
Beheersbaarheid
Wat is de ideale organisatieschaal voor de meldkamers?
waar bijvoorbeeld ook continu actuele informatie over terroristische dreigingen en criminaliteit kan worden geanalyseerd en geinterpreteerd. Het Nederlandse OOV-domein zou in zijn ogen door elf van dergelijke centra kunnen worden bediend.
Menselijke maat Annelore Roelofs, korpschef van de politieregio Noord- en Oost-Gelderland en tevens portefeuillehouder meldkamers in de Raad van korpschefs, denkt dat Nederland nog niet klaar is voor één landelijke centrale meldkamer, al onderschrijft zij het belang
al lang ingeburgerd zijn, moeten ook door centralisten op hulpverleningsmeldkamers kunnen worden ontsloten. Al deze technische ontwikkelingen vereisen veel investeringen en die zijn in een beperkter aantal meldkamers gemakkelijker realiseerbaar dan in een situatie met tientallen meldkamers. Ook de continuïteit en de kwaliteit van de meldkamerprocessen zijn gebaat bij meldkamervoorzieningen van voldoende omvang.” Wat ‘voldoende omvang’ is, is volgens Roelofs de vraag. Zij vindt dat een goede businesscase antwoord moet geven op de vraag met hoeveel meldkamers Nederland goed kan worden
Plussen en minnen van een landelijke meldkamer Plus
Min
Met minder mensen meer kwaliteit
Grotere afstand tot de burgers en uitvoerende hulpverleners
Lagere beheerskosten
Meer bureaucratie
Meer eenduidigheid in processen en techniek
Minder flexibiliteit
Meer slagkracht bij grotere incidenten
Minder betrokkenheid van centralisten bij het werkgebied (geografische bekendheid)
Hogere kwaliteit door grotere routine
Kwetsbaarder voor verstoringen
Betere analyse van informatie
Risico van overbelasting in extreme situaties
Ook Gonny von Meijenfeldt, hoofd van het Meld- en Informatiecentrum Kennemerland, staat positief tegenover een zekere schaalvergroting, mits de werklast in de toekomstige grotere meldkamers beheersbaar blijft. “Nieuwe technische mogelijkheden voor informatieverwerking doen een steeds groter beroep op het kennis- en opleidingsniveau van centralisten. Grotere meldkamerorganisaties kunnen die kennisbevordering beter organiseren en borgen. Een grotere meldkamerorganisatie biedt simpelweg betere waarborgen voor professionaliteit en kwaliteit. En professionaliteit is essentieel voor de meldkamers, die de spin in het web van de hulpverlening zijn.” De discussie moet volgens Von Meijenfeldt gaan over de vraag waar het omslagpunt in efficiency ligt, uitgaande van de beheersbaarheid van de processen in een grote meldkamer. “Voor de normale dagelijkse werkzaamheden, gekenmerkt door een groot aanbod van kleine incidenten en af en toe een grote calamiteit, is het heel efficiënt om de meldkamertaken in grotere eenheden te organiseren. De doelmatigheid en uniformiteit van de uitvoerende meldkamertaken zijn hierbij gebaat. Maar ik zie ook risico’s van een grootschalige meldkamer. In bijzondere situaties, zoals bij extreem weer of tijdens nieuwjaarsnacht, of wanneer zich meerdere grote calamiteiten tegelijk voordoen in het werkgebied, kan de meldkamer de controle over de processen kwijtraken. Dit omdat de informatiedruk op die ene meldkamer die vier of vijf regio’s bedient veel te groot wordt. Daar moeten we voor waken. Het management van de gemeenschappelijke meldkamers wil graag vanuit de eigen professie meehelpen sturing te geven aan de verdere ontwikkeling van schaalvergroting.”
20
Verbinding september 2010
technologie
Frequenties analoge tv geveild
Digitaal dividend wordt uitgekeerd Het ministerie van Economische Zaken gaat extra ruimte beschikbaar stellen voor mobiel breedbandgebruik. Deze extra ruimte, het digitaal dividend, komt uit frequenties hoog in de UHF-televisieband waar door de digitalisering ruimte over is. Daarvoor zijn enkele aanpassingen nodig bij kabelexploitanten en bij consumenten. Door John Piek
In de nacht van 10 op 11 november 2006 gingen in Nederland de analoge televisiezenders uit de lucht om plaats te maken voor digitale televisie. De overschakeling van individuele analoge zenders naar in DVB-T uitgezonden boeketten leverde een winst aan etherruimte op die bekend staat als het digitaal dividend. Een deel van dit ‘dividend’ is al direct aangewend om extra ruimte te creëren voor meer televisieaanbod. De rest is op dit moment nog niet in gebruik, onder andere omdat de frequenties in de in Nederland omliggende landen nog steeds voor analoge televisie worden gebruikt. Vanaf 2012 zal in deze landen de laatste analoge televisiezender worden uitgeschakeld, waarna de resterende frequenties ook in Nederland beschikbaar zijn.
werken, heeft een aantal voordelen ten opzichte van de hogere 2 GHz-allocatie. Zo kan een grotere celgrootte worden gebruikt, waardoor minder antenne-opstelpunten nodig zijn. Dat is een voordeel in het huidige klimaat van kritisch kijken of zo’n opstelling wel nodig is. Daarnaast is over het algemeen de binnenhuisdekking van dit soort lagere frequenties beter, omdat het signaal daar nog wat minder de neiging heeft om uitsluitend ‘line-of-sight’-paden te volgen. Agentschap Telecom liet in een persbericht eind juli weten dat een dergelijke uitbreiding van het ethergebruik voor de consument niet leidt tot storing van enige betekenis op bijvoorbeeld kabeltelevisie. AT heeft dit in samenwerking met de Universiteit Twente onderzocht. Daar kwam volgens het persbericht uit dat de kans
dat een dergelijke storing plaatsvindt slechts ruim 0,5 promille is. Behalve dat kabeltelevisie van de oude tv-frequenties rond 800 MHz gebruikmaakt, zijn er een paar medegebruikers van hetzelfde spectrum.
Europese discussie In Europees verband is vanaf 2006 een discussie gaande over de precieze inzet van het vrijgekomen digitaal dividend. De Europese Commissie heeft daarbij het standpunt dat in ieder geval een deel van de frequentiespectrumwinst aan niet-omroeptoepassingen moet worden besteed. Vanzelfsprekend is er vanuit Europa een streven naar harmonisatie tussen landen van beleid op dit gebied. De belangrijkste conclusie was dat 790 t/m 862 de meest waarschijnlijke
Lage frequenties Vanwege de toename in het gebruik van mobiel breedband van de afgelopen tijd, en de verwachte verdere toename daarvan zal er in de vrijkomende frequenties rond 800 MHz ruimte worden gemaakt voor dat soort diensten in de vorm van umts (3G) en de opvolger LTE (4G). Deze diensten bevinden zich nu in Nederland op frequenties rond de 2000 MHz. Gebruik van de lagere frequenties rond 800 MHz waar ook een deel van de eerstgekomen gsm-netten
Long Term Evolution Het onderzoek naar storingen met betrekking tot kabeltelevisieontvangst werd in juli 2010 uitgebracht en uitgevoerd door Agentschap Telecom en de Universiteit Twente. Dit vond plaats voor de frequentieband 790 t/m 862 MHz en richtte zich alleen op de LTE-toepassing. LTE (Long Term Evolution) is de vierde generatie (4G) van mobiel gebruik, met snelheden tot 100 Mbps. Ter vergelijking: 3.5G/hsdpa heeft een datasnelheid van maximaal 14 Mbps, 3G/umts is 384 kbps of maximaal 2 Mbps, 2.5G is 52 kbps (gprs) of 128 (edge), 2G is 9,6 kbps (eventueel meerdere kanalen combineerbaar), en het niet meer in Nederland gebruikte 1G was bedoeld voor analoge mobiele telefonie.
Verbinding september 2010
optie is om andere diensten dan omroep op te huisvesten. Binnen ITU-verband is verder in 2007 afgesproken om dit bovenste segment vanaf 2011 naast ‘primair omroep’ ook de status ‘primair mobiel’ te geven. Meerdere landen in onze regio binnen Europa, waaronder het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, hebben inmiddels aangegeven deze frequenties daadwerkelijk voor dit doel te willen inzetten. Het onderzoeksrapport over mogelijke storingen op het gebied van kabeltelevisie spreekt van een aanzienlijk hogere kans op storingen dan het persbericht, als tenminste wordt uitgegaan van de huidige situatie. Wanneer op dit moment LTE in de betreffende band zou worden uitgerold, zou de storing 0,17 procent bedragen. Dat zou volgens het onderzoek betekenen dat een willekeurig gezin in het bezit van een LTE-toestel zo’n zeven maal per jaar storing zal ondervinden. Dat zijn gedurende een
bij de kabeltelevisiebedrijven. Verder moeten LTE-providers betaalbare femtocellen gaan leveren die een consument in zijn huis kan plaatsen. Daardoor kan de LTE-apparatuur op een veel lager zendvermogen werken, wat daarnaast ook kan gebeuren door LTE-providers zelf voldoende cellen te laten plaatsen. De plastic pluggen voor het aansluiten van de televisie op de kabelaansluiting zijn overigens al eens grootschalig door metalen exemplaren met betere afgeschermde kabels vervangen, toen de kabelbedrijven een aantal jaren geleden ook de traditioneel niet voor tv gebruikte frequenties tussen ongeveer 200 en 400 MHz in gebruik namen. Deze werden vaak gratis door de kabelaars beschikbaar gesteld.
PMSE-verbindingen Het is niet erg bekend, maar binnen de aan een land toegewezen kanalen voor televisie zitten
Gebruikers van de UHF-televisieband volgens het Nationaal Frequentie Register. Behalve de aangegeven gebruikers vindt in hetzelfde frequentiegebied bijvoorbeeld ook radioastronomie plaats. Ondergrens
Bovengrens
Toepassing
Vergunning-regime
Vermogen
470 MHz
862 MHz
Omroep
Ja
plan
Kanaal-spatiering 8 MHz
470 MHz
557 MHz
Microfoon
Nee
50 mW e.r.p.
200 kHz
557 MHz
606 MHz
Reportage verbinding
Ja
10 mW e.r.p.
200 kHz
606 MHz
607 MHz
Reportage verbinding
Ja
10 mW e.r.p.
200 kHz
608 MHz
614 MHz
Passieve diensten
Ja geen vergunninguitgifte mogelijk
614 MHz
630 MHz
Reportage verbinding
Ja
10 mW e.r.p.
200 kHz
630 MHz
637 MHz
Microfoon
Nee
50 mW e.r.p.
200 kHz
637 MHz
638 MHz
Reportage verbinding
Ja
10 W e.r.p.
200 kHz
638 MHz
701 MHz
Microfoon
Nee
50 mW e.r.p.
200 kHz
701 MHz
702 MHz
Reportage verbinding
Ja
10 mW e.r.p.
200 kHz
702 MHz
862 MHz
Microfoon
Nee
50 mW e.r.p.
200 kHz
855 MHz
856 MHz
Intercom verbinding
Ja
10 mW e.r.p.
50 kHz
Nationaal Frequentieregister, versie 03-08-2010
avond op een willekeurig tijdstip in Nederland nog altijd 500 huishoudens die tegelijkertijd deze hinder ondervinden. Het rapport stelt voor dat kabelproviders hun meest bekeken programma’s niet meer in het betreffende frequentiebandje programmeren. Wanneer dat gebeurt, zakt de storingskans met een factor 10 naar 0,017%.
Plastic coaxpluggen Het onderzoek noemt een aantal aanvullende maatregelen die kunnen worden genomen om storingen te voorkomen. Consumenten zouden kabels en (oude) plastic coaxpluggen kunnen vervangen. Er schort verder nogal wat aan de HF-dichtheid van de huidige settopboxen, met name rond 800 MHz, en dus zouden consumenten die te zijner tijd door een betere kunnen vervangen. Een grote rol bij het onderzoek voor wat betreft het voorkomen van storingen ligt
in gebieden waar de kanalen niet in gebruik zijn ook andere gebruikers. Bijgaande tabel laat zien wat het Nationaal Frequentieregister daarover meldt. Een bijzondere gebruik waarnaar Agentschap Telecom eind 2009 onderzoek heeft gedaan zijn draadloze microfoons, intercom- en regieverbindingen en in-ear-monitoring tussen 470 en 862 MHz, bijvoorbeeld voor evenementen en voor ondersteuning van omroepuitzendingen. Deze toepassing wordt vaak aangeduid met PMSE, Programme Making and Special Events). Er wordt bij deze toepassing gesproken over ‘medegebruik’, daar de betreffende kanalen primair bestemd zijn voor omroeptelevisieuitzendingen. Bij dit onderzoek werd niet alleen gekeken naar de effecten van LTE, dat alleen tussen 790 - 862 zal gaan werken, maar naar de effecten van gebruik van het digitaal dividend in het hele frequentiegebied van de oude UHF-televisiebanden IV en V, Daarbij is
21
Treinraam te klein Naarmate de frequentie van een ethersignaal hoger wordt, volgt het signaal meer en meer een line-of-site-verbinding. Frequenties boven 600 MHz worden naarmate de frequentie verder toeneemt steeds meer geabsorbeerd in plaats van gereflecteerd. Ook geeft een hogere frequentie bij gelijke antennes een hogere trajectdemping. Doordat antennes met het toenemen van de frequentie kleiner kunnen zijn, en een even grote antenne op een hogere frequentie meer antennewinst geeft wordt de grotere trajectdemping weer enigszins goedgemaakt (bij paraboolantennes is dit zelfs 100%). Door al deze effecten (trajectdemping, demping en niet-reflectie tegen gewapend beton) worden de cellen bij mobiele netwerken om nog te kunnen werken op hogere frequenties kleiner, en zijn er daarvan dus meer nodig. Doordat het signaal minder reflecteert is onder andere daardoor op deze relatief hoge frequenties ook de binnenhuisdekking minder. Op nog lagere frequenties spelen nóg weer andere zaken een rol. Een VHF-portofoon functioneert in Nederlandse treinen bijvoorbeeld ondermaats, terwijl een UHF-portofoon op 450 MHz het uitstekend doet. Dit komt doordat de grootte van de ramen te klein is om een substantieel deel van de golflengte van zo’n VHF-signaal door te laten. De kleinere golflengte van een UHF-signaal gaat moeiteloos door dezelfde opening naar buiten. Om dezelfde reden is de nieuwe 900 MHz-amateurband (33 cm) ondanks het ontbreken van echte amateurapparaten in de steden van de VS zo’n succes. Een in hoogbouw daar veelgebruikte maat van de aluminium raamkozijnen laat een signaal op 430 MHz niet door en een op 900 MHz wel.
overigens wel apart naar het bovenste stuk in het spectrum gekeken. Gevolg van het inzetten van dit bovenste gedeelte voor andere toepassingen is dat de bestaande gebruikers moeten uitwijken naar andere delen van de UHF-tv-omroepfrequenties, waardoor daar minder ruimte beschikbaar komt voor andere gebruikers en bij het gebruik van een groot aantal microfoons van meerdere bedrijven veel intensiever gecoördineerd zal moeten worden dan nu het geval is. In het bovenste deel van band V bevinden zich overigens vooral professionele gebruikers, met wie goede afspraken te maken zijn over afschrijftermijnen van bestaande apparatuur en vervanging daarvan.
achtergrond
22
Verbinding september 2010
C2000 in Evenementenhal Gorinchem
Binnenhuisdekking cruciaal voor special coverage location Wanneer een groot overdekt evenement veel bezoekers trekt, heeft dat een onvermijdelijk gevolg: de benoeming tot special coverage location (SCL). Onder meer optimale binnenhuisdekking op het C2000-netwerk is dan noodzakelijk om de veiligheid van publiek en hulpverleners te kunnen waarborgen. Een van die SCL’s is de Evenementenhal Gorinchem. Een kijkje achter de schermen. Door Marjolein Graauw
Met een expositieruimte van 40.000 vierkante meter biedt Evenementenhal Gorinchem plaats voor (vak)beurzen, concerten, congressen, vergaderingen, (bedrijfs)feesten, bruiloften en partijen. Dit jaar vonden hier onder andere de gecombineerde vakbeurzen IVIC en IVVP plaats. De hal maakt deel uit van de evenementenonderneming van Herman van der Most, met locaties in Hardenberg en eind dit jaar ook Venray. Zodra de derde vestiging wordt geopend, beschikt de organisatie
in totaal over 120.000 vierkante meter expositieruimte.
Binnenhuisdekking Meer evenementen en een groeiend aantal bezoekers (op topdagen meer dan 8.000 per dag) houdt in dat er extra veiligheid geboden moet kunnen worden in geval van calamiteiten. De overheid benoemde Evenementenhal Gorinchem tot special coverage location. Een goede binnenhuisdekking op het C2000-
netwerk is daarbij een absolute vereiste. Het criterium om tot SCL benoemd te worden is als volgt. Op het moment dat het een openbare ruimte betreft, waar veel mensen aanwezig kunnen zijn, en er géén binnenhuisdekking is op het C2000-netwerk, wordt het gebouw door het bevoegd gezag tot SCL bestempeld. Binnenhuisdekking is immers een vereiste om de openbare orde en veiligheid te kunnen handhaven. “Daar kun je niet omheen”, zegt Gideon Slag, hoofd technische
Verbinding september 2010
23
dienst. “Die kwalificatie wordt je nu eenmaal door de overheid opgelegd, en de veiligheid van publiek en hulpverleners staat voorop, dus zul je zorg moeten dragen voor optimale binnenhuisdekking op het C2000-netwerk.”
Betonconstructies Met een zogeheten nulmeting werd eerst in kaart gebracht waar verbeteringen nodig waren. Daarbij kwam duidelijk naar voren dat het pand vanwege de betonconstructies een flink aantal obstakels had. De C2000-signalen kwamen hier niet goed doorheen. Het bedrijf Flash was verantwoordelijk voor de nulmeting, het advies over de te installeren apparatuur, de cell-enhancer en de te plaatsen binnen- en buitenantennes. Onder supervisie van dit bedrijf ging de huisinstallateur aan het werk. Gideon Slag: “Inmiddels zijn praktisch onzichtbare antennes in het gebouw geplaatst. Je moet echt goed zoeken. Ze gaan naadloos op in ons toch behoorlijk luxe interieur.” Eric de Water, als senior-accountmanager bij Flash verantwoordelijk voor het project: “Met een zogeheten nulmeting wordt eerst geïnventariseerd waar verbeteringen nodig zijn. Daarbij kwam duidelijk naar voren dat het pand vanwege de staal- betonconstructies een flink aantal zgn. ‘blind spots’ had. De C2000-signalen kwamen hier niet goed doorheen. Daarna wordt advies uitgebracht over de te installeren apparatuur, de cell-enhancer en de te plaatsen binnen- en buitenantennes.” Er is één cell-enhancer geplaatst met één richtantenne op het dak die volgens de generieke aansluitvoorwaarden van vtsPN in line of sight is geplaatst met de antennemast van het C2000-netwerk. De richtantenne staat in verbinding met één C2000-basisstation in regio Zuid-Holland Zuid in de directe
omgeving van Gorinchem. Verder zijn er in totaal 13 binnenhuisantennes geplaatst. “De inpandige antennes kunnen achter plafonds worden weggewerkt, zonder dat dit van invloed is op de kwaliteit van het signaal, ”aldus Leen ten Napel, technisch specialist
bij Flash. “Het aantal te plaatsen antennes is geheel afhankelijk van de bouwstructuur van het pand. Is er bijvoorbeeld veel beton, staal of gepantserd- of zonwerend glas aanwezig, wat veel signaaldemping geeft of is het pand voorzien van branddeuren waardoor in de ruimten erachter extra antennes nodig zijn om voldoende binnenhuisdekking te verkrijgen.” Bij twijfel kan een interne testopstelling geplaatst worden. Ter plekke wordt dan een meetzender neergezet en gekeken welke waarden gelden binnen het betreffende pand. De eindtest gebeurt in overleg met de klant en met vtsPN die zorg draagt voor de uiteindelijke goedkeuring. Als extra maatregel is op de antennebekabeling overspanningsbeveiliging aangebracht, om te voorkomen dat bij mogelijke blikseminslag het systeem uitvalt.
Leasecontract Evenementenhal Gorinchem koos voor een leaseconstructie. “Eerlijk gezegd zaten we nu niet bepaald te wachten op deze investering”, vervolgt Gideon. “Het is belangrijk dat een goede veiligheid gewaarborgd wordt met een degelijke binnenhuisdekking, maar de kosten die daarvoor gemaakt moeten worden, moeten wel terugverdiend worden. Op deze manier hoeven we de investering niet ineens te doen.” Volgens hem heeft een leaseconcept nog een tweede voordeel: “We hebben geen omkijken meer naar onze radiocommunicatie. Na de aanleg en installatie heb je alleen te maken met jaarlijks onderhoud, en ook dat wordt automatisch ingepland. Binnenhuisdekking op het C2000-netwerk is daarmee wel onze verantwoordelijkheid gebleven, maar niet meer onze zorg.”
24
Verbinding september 2010
achtergrond
Satellieten als communicatieschakel, deel 1
Van Spoetnik tot Iridium De toepassing van satellieten voor telecommunicatie is tegenwoordig gemeengoed. In een driedelige serie artikelen wordt de technologie rond satellietcommunicatie uitgebreid beschreven. In het eerste deel de ontwikkeling van satellietcommunicatie (‘satcom’) vanaf het prille begin. Door Wil Haasdijk
Arthur C. Clarke is de auteur van de sciencefiction roman 2001: A Space Odyssey, op basis van het scenario dat hij samen met regisseur Stanley Kubrick schreef voor de gelijknamige film. Wat minder mensen zullen weten, is dat Clarke al in 1945 met het spraakmakende artikel Extra-terrestrial Relays in het tijdschrift Wireless World het uitgewerkte idee opperde van de (geostationaire) communicatiesatelliet. Voor wereldwijde continue radiocommunicatie waren naar zijn idee slechts drie satellieten nodig. Daarmee zou het mogelijk moeten zijn (bijna) de gehele aarde te bestrijken. Clarke hield echter nog geen rekening met allerhande restricties (technische, maar zeker ook politieke) waardoor er uiteindelijk veel meer satellieten nodig zijn om wereldwijde satellietcommunicatie mogelijk te maken.
Spoetnik De eerste kunstmatige satelliet die in een baan om de aarde werd gebracht was de Spoetnik (de eerste van een reeks Spoetnik-satellieten). In oktober 1957 werd deze door de toenmalige Sovjet-Unie gelanceerd, tot grote ontsteltenis van de Verenigde Staten. De Spoetnik was voorzien van een radiozender, waardoor hij bij overgang via een radio-ontvanger was te horen. Daarmee was de Spoetnik in feite de eerste communicatiesatelliet, al kon hij alleen een vast radiosignaal uitzenden en geen signalen doorgeven, wat nu de normale functie is van communicatiesatellieten. Sindsdien zijn naast communicatiesatellieten nog vele andere soorten satellieten gelanceerd voor
uiteenlopende doeleinden: astronomische satellieten (Hubble ruimtetelescoop), meteorologische satellieten (Meteosat), en navigatiesatellieten (gps). In deze artikelenreeks kijken we alleen naar de communicatiesatelliet.
Telexverkeer De US Air Force (USAF) begon eind vijftiger jaren van de vorige eeuw met het project SCORE (Signal Communication Orbit Relay Experiment). De SCORE-satelliet was de eerste echte communicatiesatelliet. Deze was voorzien van UHF communicatieapparatuur met radiobuizen (!) en was zuiver bedoeld als experiment. Op 18 december 1958 werd SCORE gelanceerd op een Atlas-raket. De communicatie verliep direct tussen satelliet en grondstations, maar ook het store and forward-principe werd gebruikt. Voor het laatstgenoemde gebruik was de satelliet voorzien van bandrecorders. SCORE heeft dertien dagen gewerkt, waarna de batterijen uitgeput raakten. Al voordat SCORE werd gelanceerd lag er een voorstel op tafel voor een andere experimentele communicatiesatelliet: Courier. Philco Western Development Lab bouwde drie exemplaren van de Courier-satelliet, waarvan er maar één echt gewerkt heeft. De Courier 1B werd op 4 oktober 1960 gelanceerd en was ontworpen voor (in die tijd) ‘high volume communications’: telexverkeer met 100.000 woorden per minuut. Net als SCORE was Courier 1B een satelliet in een lage baan om de aarde. De voeding van de systemen aan boord vond plaats met NiCad-batterijen die werden
2001 a space odyssey
opgeladen door zonnecellen. Na zeventien dagen was het uit met de pret: de satelliet reageerde niet meer op commando’s vanaf de grond. In de korte operationele periode had Courier 1B al wel zo’n 50 miljoen telexwoorden gerelayeerd tussen grondstations.
NASA De bekende Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA heeft in de beginjaren ook de nodige experimenten uitgevoerd. Satellietcommunicatie was voor deze organisatie van belang voor het uitvoeren van het bemande ruimtevaartprogramma (Gemini, Apollo enzovoort).
Verbinding september 2010
25
Indeling communicatiesatellieten
Echo 2
Het meest bijzondere was wel het Echoproject. De Echo satellieten (1960) waren reusachtige ballonnen met diameters van tussen de 30 en 40 meter. Deze dienden voor het testen van de werking van passieve reflectoren voor radiosignalen ten bate van transcontinentale en intercontinentale telefoon-, radio- en televisiesignalen. Tevens werden radiopropagatietesten uitgevoerd en werden satellietvolgsystemen hiermee uitgetest. De ballonnen waren gemaakt van mylar-polyester, bedekt met een dunne laag aluminiumfolie (reflectie). Helemaal passief waren deze ballonnen niet, voor telemetrie waren ze voorzien van VHFbakenzenders. Uiteindelijk zijn er drie gebouwd (Echo 1, 1A en 2). De in opdracht van NASA door RCA gebouwde Relay-satellieten waren in principe communicatiesatellieten, maar werden in feite voor experimenten ingezet, vooral voor metingen aan de stralingsgordel rond de aarde. Net als de Courier-satelliet vloog ook Relay in een lage baan. Het telemetriesysteem aan boord maakte gebruik van de digitale technologie Puls Code Modulatie met een bitsnelheid van 1152 bps. De Relay 1werd in 1962 gelanceerd en bleef operationeel tot begin 1965. De opvolger Relay 2, gelanceerd in 1964, had een vergelijkbare operationele periode en stopte in 1967. De Syncom-satellieten, gebouwd door Hughes, waren ontworpen als geostationaire com-
Satellieten voor communicatiedoeleinden zijn er vele soorten en maten. Een veel gebruikte indeling is die op basis van satellietbaan. De meeste communicatiesatellieten zijn Geostationary Earth Orbiting (GEO) of Low Earth Orbiting (LEO). Voorbeelden van algemeen bekende GEO-satellieten en bijbehorende bedrijven zijn Astra, Inmarsat en Thuraya. Een groot voordeel van GEO-satellieten is dat deze stilstaan ten opzichte van de aarde. Er is geen tracking-systeem voor een grondstation noodzakelijk, eenmaal de antenne richten is voldoende. Ook de ‘afdekking’ van de aarde is maximaal, dus een groot bereik, zoals Clarke al had bedacht. Een nadeel is het relatief grote zendvermogen dat nodig is om de communicatieverbinding goed te laten functioneren, vanwege de grote afstand tussen grondstation en satelliet. Een ander nadeel specifiek voor tijdkritische toepassingen zoals een spraakverbinding is de grote vertragingstijd (ca. 0.25 sec.). Bij LEO-communicatiesatellieten zoals Iridium is alles precies omgekeerd. Door de lage baan moet de hoeksnelheid van de satelliet rond te aarde veel groter worden. Daardoor staat de satelliet niet meer op een vaste positie ten opzichte van de aarde. Door de lage baan zijn vertragingstijd en zendvermogen geen problemen meer, maar het bereik is sterk afgenomen. Daardoor zijn er veel meer satellieten nodig om een wereldwijde dekking te realiseren.
municatiesatellieten. Een geostationaire of geosynchrone (vandaar de benaming Syncom) baan is een satellietbaan boven de evenaar op een hoogte van ongeveer 36.000 km. In deze baan roteert de satelliet om de aarde met dezelfde hoeksnelheid als de aarde zelf. Daardoor blijft de satelliet voor een waarnemer op de aarde in een vaste positie aan de hemel staan. Van deze satellieten zijn er drie gebouwd en gelanceerd, waarvan de eerste nooit heeft gewerkt. Syncom 2 (1962) was wel een succes, maar kon nog niet in een zuiver vaste geostationaire baan worden gebracht. De satelliet slingerde als het ware met een maximale afwijking van +/- 33º om deze geostationaire baan heen en had daarbij ook nog een afwijking van 4,5º per dag in westwaartse richting. Alles lukte veel beter bij de in 1964 gelanceerde Syncom 3-communicatiesatelliet. Daarmee kan dit de allereerste geostationaire communicatiesatelliet ter wereld genoemd worden. De communicatieapparatuur bestond uit transponders, dubbel uitgevoerd, voor het relayeren van telefoon-, telex- en tv-signalen. De gebruikte frequenties voor de up- en downlink lagen (toen al) in de GHz-band (resp. 7,360 en 1,815 GHz). Met Syncom 3 werden de tv-beelden van de Olympische Spelen van 1964 in Tokio overgebracht. In 1965 werd de satelliet ter beschikking gesteld aan het Amerikaanse leger voor de Vietnam-oorlog.
Telstar
Geostationaire baan
Niet alleen militaire en ruimtevaartorganisaties waren bezig met satellietcommunicatie ook dienstverleners op het vlak van telecommunicatie, zowel commerciële als overheid, zagen de voordelen van satellietcommunicatie in. Zo begon de grote Amerikaanse telefoonmaatschappij AT&T vanaf 1960 met de ontwikkeling van een satellietcommunicatiesysteem met
de naam Telstar. Het systeem zou bestaan uit 50 – 120 eenvoudige compacte satellieten die in lage banen zouden vliegen. De ontwikkelaar van het systeem, Bell Labs, voorzag dat met vijftig van dit soort satellieten in verschillende banen, voor 99,9 % van de tijd mondiale dekking te realiseren was. Hiervoor zouden dan wel zo’n 25 grondstations nodig zijn. Het
Telstar 1
aardige is dat dit concept uit 1960 in grote lijnen overeenkomst met het tegenwoordige Iridium-satellietsysteem. De kosten van een dergelijk systeem werden geraamd op $500 miljoen, wat door AT&T niet als onoverkomelijk werd gezien. Telstar 1 werd gelanceerd op 10 juli 1962 in een lage baan om de aarde en draaide in iets meer dan twee uur om de aarde. In deze twee uur was er slechts 20 minuten trans-Atlantische verbindingstijd als gevolg van de lage elliptische baan van Telstar. Telstar was de eerste echte communicatiesatelliet die
26
Verbinding september 2010
a d v e r t o r i a l
Verbinding september 2010
Andover grondstation
Antenne van Andover-grondstation
werd toegepast voor het doorgeven van onder andere televisiebeelden. AT&T bouwde ook een grondstation voor Telstar in Andover, Main, USA. Aan de andere kant van de oceaan was in Goonhilly Downs, Corwall, Engeland ook een grondstation voor Telstar gebouwd, evenals in Frankrijk bij het plaatsje Pleumeur-Bodou. Via deze grondstations konden televisieprogramma’s trans-Atlantisch worden verzonden. Hoewel Telstar een groot succes was en er zelfs een tweede Telstar-satelliet werd gelanceerd om het experimentele programma af te maken, verloor AT&T uiteindelijk de controle over commerciële satellietcommunicatie. Op 31 augustus 1962 ondertekende president Kennedy de Communications Satellite Act, waarmee het monopolie op internationale satellietcommunicatie naar het nieuwe bedrijf Comsat ging. De primaire doelstelling met Comsat was een door de staat gereguleerd bedrijf te creëren voor de ontwikkeling van een commercieel en internationaal satellietcommunicatiesysteem. Hoewel gereguleerd was het bedrijf eigendom van een aantal grote telecommunicatiebedrijven en onafhankelijke investeerders.
de lancering op 6 april 1965 van Intelsat 1, ook wel ‘Early Bird’ genoemd. De toekomstvisie van Arthur C. Clarke werd in 1965 voor een deel werkelijkheid. De geostationaire satelliet zoals hij die in gedachten had, werd gelanceerd voor de realisatie van een continue communicatieverbinding over de Atlantische Oceaan met Early Bird. Deze eerste commerciële geostationaire communicatiesatelliet werd door Hughes gebouwd. Early Bird kon alle soorten netwerkverkeer relayeren zoals telefoon, televisie, telegraaf
27
bate van de veiligheid op zee kon zorgen voor communicatieverbindingen per satelliet. De naam Inmarsat, die al vanaf het begin werd gebruikt voor het systeem. is nu ook de naam van het commerciële (verzelfstandigde) deel van de satellietorganisatie. Het andere deel betreft de IMSO (de M staat nu voor Mobile vanwege de andere toepassingen van het satellietsysteem, luchtvaart en landmobiel). De IMSO is een regelgevende instantie geworden. Het Inmarsat-systeem speelt nog steeds een grote rol in de scheepvaartcommunicatie, zeker waar het gaat om nood-, spoed- en veiligheidsverkeer zoals gereguleerd in het Global Maritime Distress and Safety System (GMDSS). Met de latere vercommercialisering binnen de telecomsector ontstonden ook de commerciële dienstenaanbieders. Staatsorganisaties zoals Inmarsat werden getransformeerd naar commerciële bedrijven. Ook werden nieuwe bedrijven opgericht zoals Astra, Thuraya en Iridium.
Early Bird In 1964 hielp Comsat bij de opzet van de International Telecommunications Satellite Consortium (INTELSAT), een internationale satellietorganisatie met als doel het aanbieden van mondiale communicatiedienstverlening met satellieten. Comsat was ook grootaandeelhouder en was verantwoordelijk voor
NTELSAT VI satelliet
en facsimile en had daarvoor 240 kanalen of één tv-kanaal ter beschikking. Hoewel ontworpen voor een levensduur van achttien maanden, bleef Early Bird bijna vier jaar operationeel. Intelsat 1 was de eerste van een lange reeks geostationaire communicatiesatellieten, niet alleen van INTELSAT, maar ook van andere grote internationale organisaties en commerciële bedrijven.
Meer providers
Early bird
In 1979 werd de International Maritime Satellite Organisation (IMSO) opgericht. Deze kwam voort uit een verdrag tussen 45 staten onder de vlag van de International Maritime Organisation (IMO), een onderdeel van de Verenigde Naties. Het idee was een non-profitorganisatie in te stellen die ten
Het concept van het satellietnetwerk Iridium is in 1987 door ingenieurs van de satellietcommunicatiedivisie van Motorola bedacht. Zoals hiervoor al opgemerkt, heeft het concept veel weg van het Telstar-concept. Het ging om een constellatie van 77 communicatiesatellieten die in lage banen om de aarde draaien. De naam Iridium is hiervan afgeleid: het chemisch element Iridium heeft 77 elektronen die om de kern cirkelen. Later werd het aantal satellieten teruggebracht naar 66 stuks, omdat dat aantal voldoende bleek voor de te realiseren functionaliteit: spraak, oproep (paging), berichten en datacommunicatie (maximaal 28,8 kbps) gebruikmakend van handsets. Deze communicatieservice is in principe wereldwijd inclusief de poolgebieden.
28
Verbinding september 2010
Distributeur voor de Benelux van ICOM radiocommunicatie Gannexion bv
AMCOM Luzernestraat 24 Postbus 215 2150 AE Nieuw Vennep
T F E I
+31 (0) 252-629370 +31 (0) 252-629371
[email protected] www.amcom.nl
T F E I
Transistorstraat 71A Postbus 60187 1320 AE Almere
(036) 5498814 (036) 5498815
[email protected] www.gannexion.com
Aggregaten & Noodstroom voorzieningen Parkweg 9, 4153 XK Beesd T 0345 684000 - F 0345 680907 info @ voetverhuur.nl - www.voetverhuur.nl
Safety-Lux Nederland B.V. T +31 (0) 35 691 44 76 www.safety-lux.nl
IN-CAR LAAD EN MONTAGE OPLOSSINGEN WWW.GLOBAL.NL
importeur van o.a.:
Televisieweg 26, 1322 AL Almere Telefoon: 036 538 70 70
GPS, C2000 EN GSM ANTENNE OPLOSSINGEN
Selecsys
T (0529) 488888 Mobiele Communicatie Nederland B.V. F (0529) 488889 Rollecate 65-11 E
[email protected] I www.selecsys.nl 7711 GG Nieuwleusen
WWW.GLOBAL.NL
Televisieweg 26, 1322 AL Almere Telefoon: 036 538 70 70
www.ceotronics.com
CeoTronics AG Communication Headset & Systems Tel. +49 60 74 87 51-0 Mobile +31 6 53 56 92 41 E-Mail
[email protected]
Hutronic Telecommunicatie bv T Johan van Oldenbarneveltlaan 44 F E 3705 HH Zeist I
(030) 6999100 (030) 2213330
[email protected] www.hutronic.nl
Voorhout Data Connection
T F E I
Productieweg 7 3481 MH Harmelen
(0348) 443557 (0348) 444951
[email protected] www.vdcinfo.nl
KPN BMS Postbus 16118 2500 BC Den Haag DTM-Products BV Postbus 2148 6020 AC Budel
T F E I
(0495) 492335 (0495) 493710
[email protected] www.dtm.nl
MULTIMEDIA EN COMMUNICATIE OPLOSSINGEN WWW.GLOBAL.NL
VER
T F E I
(010) 457 27 27 (084) 222 01 36
[email protected] www.kpn.com/portofoons
Televisieweg 26, 1322 AL Almere Telefoon: 036 538 70 70
Raca Batteries Nederland B.V. Satellietbaan 10A 2181 MH HILLEGOM Postbus 75 2180 AB HILLEGOM
HUUR
-VERKOOP-ONDERHOUD ING (Ex)PORTOFOONS & TRUNK
www.flash-services.com
Tel: +31 (0)252-227070 Fax: +31 (0)252-533922 Internet: www.racabatteries.nl
ADVERTEERDERS INDEX Abiom
31
Abiom advertorial
26
Amcom
29
Flash advertorial KPN
16-17 5
Optimale communicatie met de betrouwbare en voordelige batterijen en laders van E-Battery
E Battery Europe BV Varenkade 7 2661 PG Bergschenhoek The Netherlands Tel. +31 (0) 634 129 359 Fax +31 (0) 10 226 3371
[email protected] www.e-battery.eu
Koning & Hartman
T F E I
Postbus 5080 2600 GB Delft
+31(0)15 260 98 07 +31(0)15 260 91 62
[email protected] www.koningenhartman.com
Accessoires
Meetapparatuur
Producent
Advisering
Meldkamer apparatuur
Provider
Amateurapparatuur
Meldkamer inrichting
Randapparatuur
Antennes
Netwerkaanleg
Software
Batterijen
Netwerken
System integrator
Beveiliging
Operator
Telecomdealers
Groothandel
P(A)RM
Verhuur
GSM
Paging
Verlichting
Importeur
Plaatsbepaling
Verbinding september 2010
29
productnieuws
Rohde & Schwarz in markt oscilloscopen Rohde & Schwarz heeft twee nieuwe productfamilies geïntroduceerd waarmee het bedrijf zich nu ook als leverancier van oscilloscopen profileert. Hiermee breidt de fabrikant zijn portfolio aan test- en meetapparatuur uit. De twee nieuwe productfamilies bevatten in totaal zes instrumenten. De R&S RTO-reeks bestaat uit oscilloscopen met bandbreedtes van 1 en 2 GHz en is toegespitst op het hogere segment. De oscilloscopen zijn geschikt voor het analyseren van 1 miljoen golfvormen per seconde en beschikken over een volledige digitaal triggercircuit, waardoor de triggerjitter wordt geminimaliseerd. Conventionele oscilloscopen vangen signalen in slechts 0,5 procent van de acquisitiecyclus. Zij besteden de meeste tijd aan signaalopslag en processing en het tonen van het signaal op het display terwijl fouten in de tussentijd onzichtbaar blijven. Om dit te verbeteren
heeft Rohde & Schwarz de acquisitietijd verhoogd met een factor 20, waardoor nu gedurende 10% van de acquisitiecyclus de scope signalen ook daadwerkelijk kan vastleggen. Een speciale ASIC realiseert real-time processing van de digitale meetwaardes zodat één miljoen golfvormen per seconde kunnen worden geanalyseerd. De in eigen huis ontwikkelde A/D converter in de R&S RTO oscilloscopen opereert met een snelheid van 10 Gsamples per seconde. De R&S RTM-producten zijn bedoeld voor universele toepassingen, overal waar elektrische signalen moeten
worden gemeten, met per kanaal kleurgecodeerde bediening, een eenvoudige menustructuur en directe toetsen voor veelgebruikte functies. Ter completering van het oscilloscoopportfolio biedt Rohde & Schwarz ook een passende reeks van actieve en passieve probes met een microdrukknop, die kan worden toegewezen aan diverse functies om de oscilloscoop direct te bedienen, en de R&S ProbeMeter, een ingebouwde voltmeter om nauwkeurig DC metingen uit te voeren voor het snel controleren van voedingsspanningen of andere testpunten, onafhankelijk van de actuele kanaalinstellingen.
a d v e r t e n t i e
Eerste telefoon met LTE goedgekeurd De Amerikaanse keuringsdienst Federal Communications Commission (FCC) heeft voor het eerst een toestel goedgekeurd dat de netwerktechniek LTE ondersteunt. Het gaat om de Samsung SCH-r900. Het toestel werkt met LTE op de 1700 MHz- en 1900 MHz-frequentiebanden. Een regionale Amerikaanse provider gaat het toestel met LTE aanbieden. LTE wordt algemeen gezien als de opvolger voor UMTS. Naar verwachting zal het niet alleen voor mobiele telefonie worden gebruikt, maar ook voor radiocommunicatie.
30
Verbinding | september 2010
Colofon Verbinding is een vakblad over mobiele communicatie in de openbare orde & veiligheidssector.
column
Jaargang 31, september 2010, nr 7 Verbinding verschijnt tienmaal per jaar. Toezending geschiedt op abonnementsbasis en middels controlled circulation.
Gemakzucht PZI, Personen Zoek Installaties, ook wel piepers genoemd, worden nog steeds veel gebruikt in grote organisaties. Of het nu gaat om ziekenhuizen, gevangenissen, of andere grote organisaties waar communicatie essentieel en ad hoc verloopt voor de bedrijfsvoering, je komt ze nog altijd tegen. Het gaat dan vaak om omgevingen waar dringende of spoedeisende communicatie aan de orde is en niet altijd een telefoontoestel voorhanden is. Met draadloze oplossingen is dat laatste geen probleem meer. Daarnaast is uiteraard de voornamelijk éénrichtingsachtige communicatie een beperking van de PZI. Natuurlijk, er zijn piepers die een beperkte terug-communicatiemogelijkheid hebben, of die een tekstdisplay voor complete zinnen hebben in plaats van een minuscuul venstertje voor een getal als code, maar ten opzichte van de huidige draadloze mogelijkheden is het met de PZI nogal behelpen. In veel organisaties is daardoor in de loop der jaren de PZI geëlimineerd ten voordele van andere communicatiemiddelen. Toch heeft de PZI ook een enorm voordeel: met één of enkele zenders is een uitstekende draadloze dekking binnen (maar ook buiten) het pand of terrein mogelijk. In veel grotere organisaties is PZI nu nog het communicatiemiddel, dat vele jaren meegegaan is en vrij invariant lijkt voor de tijd. Vernieuwing die ingrijpt op de werkprocessen van zulke organisaties kost nu eenmaal veel tijd en inspanning. Het zelfde opnieuw doen, is de gemakkelijkste oplossing. Maar... kunt u zich voorstellen dat u nu weer precies dezelfde auto koopt als twaalf jaar geleden? In feite is het net zoiets als het onderhoud voor een nieuwe termijn vaststellen op basis van de oude spullen. Toch is de één-op-één-vervanging in PZI-land aan de orde van de dag (en dan heb ik het niet over de detailverbeteringen als een groter display of een kleiner apparaatje voor de gebruiker). Dat is niet alleen jammer, maar op zijn minst ook inefficiënt voor de bedrijfsvoering. Het grootste nadeel van een PZI is namelijk dat deze niet alleen de gebruiker oproept, maar er ook, juist voor zorgt dat de opgeroepene op zoek gaat naar een telefoontoestel als actie-opvolging. De code in een PZI-display biedt beperkte informatie voor de afhandeling van de oproep. Met een PZI-oproep worden in feite dus anderen van het werk gehouden dankzij inefficiënte communicatie. Daarnaast is er in pakweg twaalf jaar veel gebeurd in ICT-land. Niet het feit dat ICT nog steeds stuk gaat, dat zal wel altijd zo blijven, maar wel dat iemand ‘oppiepen’ bepaald niet meer de meest geavanceerde functie is. Laat staan dat je om efficiënt te kunnen opereren een aparte telefoon op zak moet hebben. Enerzijds heeft het medium PZI zich ontwikkeld, anderzijds zijn er andere telecomfaciliteiten, die efficiënter (maar vaak niet goedkoper) zijn dan oppiepen. Uitbreidingen van de laatste jaren op de PZI zijn niet alleen tekstberichten in plaats van de simpele code, maar ook de combinatie met spraakcommunicatie en voor inpandige omgeving ook de mogelijkheid tot een vorm van plaatsbepaling: lokalisatie, waar ben je (ongeveer). Juist in tijden van calamiteiten is dat een erg efficiënte functie. Vooral waneer vanuit een centraalpost zichtbaar is wie in welke ruimte is, en zeker de oproepbaarheid van de persoon in die ruimte als actie-opvolging. Er is in vijftien jaar PZI veel veranderd, maar de concurrentie van andere (draadloze) oplossingen is groot. Hetzelfde kiezen uit gemakzucht is alleen daarom al onverstandig, nog los van de lange financiële afschrijftermijnen van dit soort middelen.
Maarten Oberman is eigenaar van onafhankelijk adviesbureau Oberman Telecom Management Consultants (www.otmc.nl).
Uitgever Henk van Beek Hoofdredacteur Marcel Debets Eindredacteur Martijn Vet Redactie Postadres Postbus 82, 2460 AB Ter Aar Telefoon: 0172-782120 Administratie:
[email protected] Abonnementen:
[email protected] Redactie:
[email protected] Website: www.verbinding.nl Advertentie-exploitatie Archer Media BV Spacelab 2 3824 MR Amersfoort T (+31)33 453 9450 M (+31)6 4230 6937 www.archermedia.nl In dit nummer bijdragen van Hans Borgonjen, Marjolein Grauw, Wil Haasdijk, Rob Jastrzebski, Maarten Oberman, John Piek Ontwerp en opmaak ONTWERPERS DIE MEEDENKEN.NL Druk 3L Drukkerij BV, Rotterdam Een jaarabonnement op VERBINDING kost € 54,95 inclusief 6% BTW, over te maken op bankrekening 1062.74.619 t.n.v. FenceWorks B.V. in Alphen aan den Rijn, onder vermelding van ‘jaarabonnement Verbinding’. Een jaarabonnement loopt gelijk met het kalenderjaar. Een jaarabonnement wordt aangegaan tot schriftelijke wederopzegging en automatisch gecontinueerd indien niet voor één november van het lopende jaar schriftelijk is opgezegd. Kopij kan worden ingezonden in overleg met de redactie. Geplaatste artikelen hoeven niet noodzakelijkerwijs de mening van de redactie te vertegenwoordigen. De redactie noch de uitgever aanvaarden enige aansprakelijkheid voor de inhoud van artikelen van derden, ingezonden mededelingen, advertenties en de juistheid van genoemde data en prijzen. Fotokopie en overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk op welke wijze dan ook, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder vermelding van: ‘Overgenomen uit Verbinding, vakblad voor professionele telecommunicatie’. Met de vermelding van het jaar en het nummer. ISSN-nummer 1386-4300 VERBINDING is een uitgave van FenceWorks BV.
Adverteren in
Neem contact op met
Archer Media Bas van den Engel
[email protected]
of Oscar Nieuwland
[email protected] Telefoon: 033 - 453 94 50
a d v e r t e n t i e
Verbinding ook online
Kijk voor alle artikelen uit Verbinding en het laatste nieuws op
www.verbinding.nl