Landelijk Platform CMD LANDELIJK BEROEPS- EN COMPETENTIEPROFIEL COMMUNICATION & MULTIMEDIADESIGN 2.2 (rvv)
Status: ter goedkeuring door Landelijke Beroepenveldcommissie Versie: 2.2 (rvv) Datum: 14 juni 2006
Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
1
Landelijk Platform CMD Colofon Stuurgroep Emilie Randoe - Hogeschool Amsterdam Jos de Serière - Hogeschool Zuyd Arianne Luik-Knoester - Haagse Hogeschool Albert Sikkema - Hogeschool Leeuwarden Jan Peeters – Avans Hogeschool Melanie Ehrens– Willem de Kooning Academie, Hogeschool Rotterdam. Met speciale dank aan Juriënne Ossewold en Jeroen Chabot, die in de opstartfase van de CMD opleidingen en van het Landelijk Platform een zeer actieve rol hebben gespeeld. Werkgroep Jos de Serière Arianne Luik-Knoester Jeroen Chabot Auteurs Jos de Serière Arianne Luik-Knoester Jeroen Chabot met medewerking van Carla van den Brandt, BDF adviesgroep Eindredactie Rietje van Vliet Landelijk Platform Communicatie & MultimediaDesign p/a Hogeschool van Amsterdam Instituut voor Interactieve Media Rhijnspoorplein 1 1091 GC Amsterdam © 2006, Landelijk Platform CMD Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, geluidsband, elektronisch of op welke andere wijze dan ook en evenmin in een retrievalsysteem worden opgeslagen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Landelijk Platform CMD.
Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
2
Landelijk Platform CMD Inhoud Voorwoord 1. Inleiding 2. De opleiding Communication & MultimediaDesign 2.1 Een nieuw domein 2.2 Doel van de opleiding 2.3 Verschillen met andere opleidingen 3. Visie op beroep 3.1 Beroepenveld 3.2 Beroepsfuncties en beroepscompetenties 4. Onderwijskundige uitgangspunten 4.1 Explicitering van eisen 4.2 Competentiebenadering 4.3 Formulering van de competenties 4.4 HBO-niveau 5. Competentieprofiel Communication & MultimediaDesign 5.1 Opleidingskwalificaties 5.2 Domeincompetenties Bijlage: Van Dublin-descriptoren naar generieke kwalificaties hbo-bachelor
Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
3
Landelijk Platform CMD Voorwoord De opleiding Communicatie & MultimediaDesign (CMD) valt onder het hoger beroepsonderwijs. Afgestudeerden dienen dan ook te beschikken over de kwalificaties die voor startende hbo-professionals zijn vastgesteld. Om het bachelorniveau te kunnen definiëren is gebruik gemaakt van de internationaal overeengekomen Dublin-descriptoren. Hierdoor kunnen de opleidingen CMD ook internationaal goed met elkaar vergeleken worden. Voor het opstellen van het beroeps- en competentieprofiel CMD is een stuurgroep in het leven geroepen, waarin vertegenwoordigers van alle CROHO-geregistreerde opleidingen zitting hebben. Zij hebben vooraf een aantal uitgangspunten geformuleerd, bedoeld om tot helder geformuleerde, accurate competentiebeschrijvingen te komen. Enkele stuurgroepleden vormden gezamenlijk de werkgroep die sturing moest geven aan uitvoeringsvraagstukken tijdens het proces van onderzoek en beschrijving. BDF adviesgroep heeft voor de uitvoering zorggedragen. Veel aandacht is besteed aan het vaststellen van de competenties waarover studenten aan het einde van de studie moeten beschikken, willen zij als startende multimedia professional een zinvolle bijdrage kunnen leveren aan hun beroepssituatie. Daartoe hebben in het voorjaar van 2004 twee intensieve studiedagen en een landelijke bijeenkomst plaatsgevonden. Met meerdere vertegenwoordigers per opleiding zijn niet alleen de competenties geformuleerd, ook zijn de relevante gedragsindicatoren benoemd. Deze beschrijven het waarneembaar gedrag van studenten op basis waarvan de opleiding mag concluderen dat zij de desbetreffende competentie verworven hebben. Het werkproces bestond uit de volgende stappen. Allereerst zijn de beroepsprofielen en startkwalificaties geïnventariseerd, zoals de verschillende opleidingen afzonderlijk hadden geformuleerd. Deze profielen werden vervolgens aangevuld met nieuwe informatie over ontwikkelingen in de beroepspraktijk, het niveau van hoger onderwijs et cetera. Daarna zijn de competentiegebieden geïdentificeerd waarin studenten zich moeten bekwamen. Elk gebied veronderstelt een eigen invalshoek op het onderwijs van de opleiding. Vooral op dit punt heeft de stuurgroep grote terughoudendheid betracht, om te komen tot acceptatie van breed opgestelde competenties die voor alle opleidingen herkenbaar bleven. De volgende stap betrof de indeling van de reeds bestaande startkwalificaties bij competenties. Soms werd lang ‘geschoven’ voordat een kwalificatie bij de meest passende competentie was ondergebracht. Daarna werden de kwalificaties opnieuw geformuleerd om als gedragsindicatoren gebruikt te kunnen worden. Het opleidingsprofiel wordt uiteindelijk ter validatie voorgelegd aan de gezamenlijke beroepenveldcommissies van de opleidingen. Deze commissies zijn representatief voor het beroepenveld waarvoor de studenten worden opgeleid. Immers, zonder uitzondering zijn juist die ‘emerging’ beroepen in de beroepenveldcommissies vertegenwoordigd, die integratie van hedendaagse computertechnologie teweeg brengen in het domein van digitale communicatie met behulp van interactieve media.
Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
4
Landelijk Platform CMD 1.
Inleiding
De opleidingen Communication & MultimediaDesign werken gezamenlijk aan een kwalificatiestelsel waarin competenties zijn vastgelegd. Deze zijn afgeleid van de beroepsprofielen en startkwalificaties die beschreven zijn bij de ACO-aanvragen van de opleidingen. Ze zijn tot stand gekomen in nauw overleg met de beroepspraktijk. Het landelijke beroeps- en competentieprofiel geeft de beroepsinhouden en kerntaken aan die de opleidingen gemeenschappelijk hebben. Het gaat hier om een hbo-bachelorprofiel, die de titel gaat dragen Bachelor of Communication & MultimediaDesign. Het Landelijk Platform van CMD-opleidingen beschouwt het beroeps- en competentieprofiel als een startdocument waarin de grondslagen voor de competenties van de afgestudeerde student in algemene zin zijn vastgelegd. Het betreft nieuwe beroepen in een zich snel ontwikkelende technologische arbeidsmarkt binnen het domein van communicatie en nieuwe media. Het profiel zal zich snel verder ontwikkelen in lijn met de ontwikkelingen in de markt. Het landelijke beroeps- en competentieprofiel is bedoeld als raamwerk voor de meer gedetailleerde competentiebeschrijvingen van de afzonderlijke opleidingen. Het raamwerk omvat derhalve domeincompetenties: competenties die de stam bepalen van de beroepsgerichte oriëntatie van de bacheloropleiding CMD. Deze landelijk gedeelde domeincompetenties zijn belangrijk in de communicatie over opleidingen met derden. Ze vormen een basis voor verdere ontwikkeling van de opleiding, voor overleg en afstemming met het werkveld en voor de beroepsgerichte oriëntatie van de bacheloropleiding. De domeincompetenties zijn afgeleid van de afzonderlijke opleidingsprofielen, die eveneens vastgesteld zijn in overleg met het werkveld. Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt wordt zo in gestructureerd overleg verankerd. Tenslotte is een landelijk beroeps- en competentieprofiel een raamwerk dat de opleidingen positioneert ten opzichte van de specifieke opleidingscompetenties en de generieke hbokwalificaties. Deze Dublin-descriptoren beschrijven voornamelijk het bachelor hbo-niveau en niet de beroepsspecifieke inhouden. Deze eerste versie van het landelijke beroeps- en competentieprofiel is geldig voor alle instellingen in Nederland die de hogere beroepsopleiding verzorgen met de CROHObenaming Communication & MultimediaDesign (CMD). Het profiel is tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van het Landelijke Platform van CMD-opleidingen waarin de opleidingen zich verenigd hebben. Het wordt door het platform beheerd. Daarmee is het profiel het collectieve eigendom van de hogescholen die beschikken over de licentie voor Communication & MultimediaDesign.
Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
5
Landelijk Platform CMD 2.
De opleiding Communication & MultimediaDesign
2.1
Een nieuw domein
Er zijn momenteel zes CROHO-geregisteerde opleidingen Communication & MultimediaDesign in Nederland. Kenmerkend voor de opleiding is dat ze elementen uit de hbo-opleidingsdomeinen economie, communicatie, vormgeving en techniek integreert en verder ontwikkelt in een geheel nieuwe benadering van communicatie met gebruikmaking van multimedia (tekst, beeld, geluid en video). De opleiding is ontstaan in 2000. Ook in ander opzicht is CMD nieuw: ze komt niet voort uit één sector maar combineert ‘bodies of knowledge’ en beroepsvaardigheden van meerdere domeinen tot een geheel nieuw beroeps- en opleidingsdomein rond communicatie met behulp van nieuwe media. De bestaande hbo-sectoren hebben voor het opleidingsdomein CMD dan ook geen competenties opgesteld. Eén van de taken van het Landelijk Platform CMD-opleidingen heeft betrekking op het positioneren van de opleiding binnen de hbo-sectoren. Er bestaat (nog) geen sectoraal overleg met de HBO-raad. Het platform heeft de ambitie een eigen domein – communicatie met behulp van nieuwe media – voor zich op te eisen met een eigen vertegenwoordiging in het beroepenveld. 2.2
Doel van de opleiding
De CMD-opleidingen leiden specialisten op voor het nieuwe terrein dat ontstaan is uit voorheen gescheiden disciplines, die alle het hoogwaardige gebruik van technologie, vormgeving, communicatie en businessmarketing gemeen hebben. De transformatie naar kenniseconomie en informatiesamenleving heeft tot gevolg dat de focus verschuift van systemen voor kennisconsumenten naar systemen voor kennisproducten. Deze ontwikkeling stelt nieuwe eisen aan de multimediaprofessional: de gebruikers en hun sociale, economische, culturele en maatschappelijke context komen centraal te staan bij ontwerp en ontwikkelprocessen. Het doel van de opleiding CMD is dan ook professionals op te leiden die beantwoorden aan de volgende omschrijving: Een CMD’er weet vormgeving en techniek doeltreffend in te zetten voor het realiseren van interactieve multimediatoepassingen ten behoeve van effectieve communicatie, die tegemoet komen aan de wensen en behoeften van opdrachtgevers en eindgebruikers uit alle maatschappelijke sectoren (zoals bedrijfsleven, cultuur, overheid, onderwijs, zorg). Met deze focus op de eindgebruikers onderscheiden CMD’ers zich uitdrukkelijk van ICT’ers. Deze richten zich met name op het ontwerpen en ontwikkelen van technologische systemen, dan wel op de toepassing hiervan, met als doel het kanaliseren van informatiestromen via informatiesystemen. De CMD-professional daarentegen legt zich toe op het ontwerpen (of het coördineren daarvan), het produceren van nieuwe media, en/of het adviseren hierover.
Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
6
Landelijk Platform CMD 2.3
Verschillen met andere opleidingen
CMD is een betrekkelijk nieuwe beroepsgerichte opleiding, die haar oorsprong vindt in de synergethische effecten van de integratie van ICT in zowel beroepen die primair op vormgeving zijn gericht, als in beroepen die georiënteerd zijn op ICT- en marketing- en communicatievraagstukken. Deze effecten zijn nu reeds merkbaar in het nieuwe, zich snel ontwikkelende domein van de digitale communicatie. Verwante mbo-opleidingen Het vakgebied dat door de opleiding bestreken wordt, kent een verwante opleiding op mboniveau in de opleiding Multimedia Vormgeving. Deze wordt aangeboden door de grafische lycea. De opleiding CMD sluit hierop aan en biedt de mbo’ers de mogelijkheid zich binnen de beroepskolom verder te professionaliseren op hbo-niveau. Verwante hbo-opleidingen Op hbo-niveau zijn er geen vergelijkbare opleidingen. Desondanks is het voor de profilering van CMD noodzakelijk serieus te kijken naar de relatie met hbo-opleidingen die onderdelen van het vakgebied aanbieden. Verwant zijn in de eerste plaats de mediagerelateerde opleidingen uit het kunstvakonderwijs. Kenmerkend verschil is de artistieke doelstelling van het kunstvakonderwijs. Deze zorgt ervoor dat de ontwerpoplossing altijd stoelt op maatschappelijk engagement, ethische overwegingen en oorspronkelijkheid van vormgeving. CMD wil echter vanuit beheersing van multimedia- en communicatietechnieken komen tot vormgevingsoplossingen binnen een gegeven digitaal communicatie- en/of kennisuitwisselingsvraagstuk. Ook binnen de hbo-sector techniek zijn er verwante opleidingen. Zo ligt er samenwerking voor de hand met de informatica-opleidingen (HBO-I). De invalshoek van de informaticus verschilt echter aanmerkelijk van die van CMD’ers. Bij hen zijn de technologische vaardigheden en inzichten ‘user driven’. Ze liggen vooral op het gebied van de userinterface, experience-, interactivity- en usabillity-vraagstukken. Technologie wordt ingezet om uiteindelijk de gekozen oplossing mogelijk te maken. Het perspectief van communicatievraagstukken met hun multidisciplinaire gebruikscontext blijft bij de bestaande informatica-opleidingen niet ingevuld. In de derde plaats zijn er raakvlakken met de communicatieopleidingen uit het economische domein. Deze bewegen zich vooral op het gebied van management- en communicatie(beleids)vraagstukken en marketing(communicatie). Marketing toegepast in nieuwe media is een nieuw expertisegebied. Tot op zekere hoogte komen elementen van de creatieve marketing en het management van de creatieve praktijk wel terug in sommige masteropleidingen. De thema’s ontwikkeling en management van nieuwe media, die in CMDopleidingen als aandachtsgebied hebben, zijn een nieuw fenomeen. Ze zijn direct gerelateerd aan implementatievraagstukken die eigen zijn aan de multimediabranche en haar afnemers. Tenslotte: een aantal opleidingsvarianten op het gebied van kunst en techniek vertoont sterke verwantschappen met CMD. Voorbeelden zijn de Hilversumse opleidingen van de Hogeschool van de Kunsten Utrecht, en de multimediageoriënteerde opleidingen (dan wel afstudeerrichtingen) van de Hogeschool Twente en de Hogeschool van Utrecht.
Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
7
Landelijk Platform CMD Verwante universitaire opleidingen Verschillende universiteiten, zoals in Utrecht, Leiden en Maastricht, ontwikkelen nieuwe opleidingen die verwant zijn aan CMD. Vaak zijn ze gerelateerd aan de universitaire studie communicatiewetenschappen. Met dergelijke nieuwe opleidingen wil men een brug slaan tussen de toepassingsgerichte praktijk van het hbo-niveau en de onderzoeksgerichte praktijk die eigen is aan het wetenschappelijk onderwijs.
Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
8
Landelijk Platform CMD 3.
Visie op beroep
3.1
Beroepenveld
Een beroeps- en competentieprofiel is een document waarin de opleidingen gezamenlijk antwoord geven op de vragen: wat willen wij onze studenten meegeven in de opleiding en welke kwalificaties moeten onze studenten dus hebben aan het eind van de opleiding? De reikwijdte van deze vragen is groot. Studenten worden namelijk opgeleid voor een loopbaan die ongeveer veertig jaar duurt. Dit gaat verder dan de onmiddellijke inzetbaarheid in een stereotiepe functie bij aanvang van het beroep, zeker in een dynamisch beroepenveld. Bovendien vraagt de aard van het beroep om een toekomstgerichtheid, een nieuwsgierigheid en een grensverleggend vermogen. In de wereld van nieuwe media is het bijna ondoenlijk om uit te gaan van een stabiele beroepspraktijk. Integendeel zelfs. Het omgaan met dynamische ontwikkelingen en bijbehorende onzekerheden is onmiskenbaar een vermogen waarover afgestudeerde CMD-studenten moeten beschikken. ‘Human driven’ In het beroepenveld staat niet zozeer de technologie centraal, maar vooral de toegevoegde waarde van de communicatieoplossing voor de eindgebruiker of doelgroep. Bij deze ‘human driven’ benadering gaat het niet uitsluitend om communicatie via websites, mobiele media of interactieve televisie, maar ook om driedimensionale interactieve omgevingen, games en animaties, gebruikersinterfaces in intelligente en/of ‘ambient’ en/of ‘ubiquitous’ multimediatoepassingen. In de beroepsuitoefening ligt de nadruk op het bestuderen van de behoeften, het gedrag en de ervaringen van gebruikers; het wat en het hoe van digitale communicatievraagstukken en multimediaboodschappen; en het leren concipiëren, ontwerpen en realiseren van multimediatoepassingen. Het uiteindelijke doel is de juiste multimediale informatie, die tegemoet komt aan de werkelijke behoefte, op de juiste wijze op het juiste moment met de juiste gebruikers te communiceren, waarbij de eindgebruiker de keuzemogelijkheid heeft tot feedback en interactie. Multidisciplinaire teams Sinds hun introductie zijn nieuwe media in brede zin onlosmakelijk met onze wijze van samenleven geïntegreerd geraakt. In sectoren als onderwijs, bedrijven en instellingen, entertainment en overheden vormen multimediatoepassingen steeds meer een essentieel en geïntegreerd onderdeel van de in- en externe communicatie met de verschillende doelgroepen. Het is voor individuele specialisten, die ooit aan de introductie van die media hebben bijgedragen, niet meer mogelijk ze te beheersen, nieuwe media te concipiëren, te ontwikkelen of zelfs in gebruikersomgevingen te implementeren. Nu wordt alleen nog in multidisciplinaire teams gewerkt aan multimediaproducten. Marketing, communicatie, management en vormgeving kunnen immers niet langer los gezien worden van de kennis van technische mogelijkheden en vereisten. Juist deze zijn bepalend voor de uiteindelijke kwaliteit van de multimediaoplossing; de technologie moet het mogelijk maken.
Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
9
Landelijk Platform CMD Daarom is er behoefte aan professionals die in staat zijn om zin en vorm te geven aan deze multimediale communicatie. Professionals die breed georiënteerd zijn en multidisciplinair zijn opgeleid voor de nieuw ontstane functies en beroepen. Zij moeten bovendien kunnen omgaan met continue veranderingen en de daarmee gepaard gaande onzekerheden. Zij moeten het brede terrein van digitale communicatie kunnen overzien en vanuit hun kennis van gebruikersbehoeften de juiste mediamix weten in te zetten of zelfs weten te (helpen) ontwikkelen. Ontwikkelen, ontwerpen en adviseren Als consultant, ontwerper of als ontwikkelaar vormt de CMD-professional een belangrijke schakel in het team. Persoonlijkheid, visie, verantwoordelijkheidsbesef, communicatieve vaardigheden, leiderschap en business-‘acumen’ zijn sleutelbegrippen. Weliswaar hebben startende profesionals deze competenties niet in extenso tijdens hun studie ontwikkeld, toch weten ze die competenties bij hun afstuderen wel in zichzelf aanwezig en kunnen zij die aanboren. In de beroepspraktijk zullen zij werkelijk tot professional kunnen uitgroeien op basis van het fundament van professioneel handelen dat in de opleiding is gelegd. 3.2
Beroepsfuncties en beroepscompetenties
Uit het marktonderzoek van 1999, dat als grondslag diende voor de start van de opleiding CMD, bleek al dat de functies en functieprofielen in de multimediabranche nog niet zijn uitontwikkeld. Genoemde functies waren onder meer die van webmanager, webdesigner, webmarketeer, programmaontwikkelaar, scenarist en artdirector. Europese referentiegids voor beroepsprofielen In 2002 zijn de onderzoeksresultaten gepubliceerd van het project Nomenclature Analytique du Multimédia Européen (NAME). Hierbij zijn 26 beroepsprofielen en 96 taakomschrijvingen in negen landstalen onderzocht en dit in meer dan 650 multimediabedrijven, gespreid over tien Europese landen (Duitsland, Frankrijk, Vlaanderen/België, Schotland, Luxemburg, Engeland, Spanje, Finland, Portugal en Zwitserland). Dit project heeft geleid tot een referentiegids voor beroepsprofielen in de multimediasector en wordt gesteund door de Europese Commissie in het kader van het programma Leonardo da Vinci. Het rapport onderscheidt zeven beroepscategorieën:
projectmanagement (projectmanager/producent, projectassistent)
authoring (scriptwriter, auteur)
grafische realisatie en design (art director, webdesigner, ontwerper, usability specialist)
softwareontwikkeling (ontwikkelaar, integratiespecialist)
website administratie (websiteadministrateur)
webmarketing (web marketeer, audience developer)
algemeen (netsurfer, forum moderator).
Beroepsontwikkelingen Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
10
Landelijk Platform CMD Daarnaast blijkt uit advertenties dat in vele typen organisaties buiten de multimediabranche behoefte is aan professionals op het gebied van nieuwe media. Afdelingen als marketing en communicatie hebben professionals nodig voor ondersteuning op het terrein van de digitale communicatie, zoals webredacteuren, interaction designers, ontwerpers, webstrategen, accountmanagers, projectmedewerkers en dergelijke. Door de snelle ontwikkelingen op het terrein van multimediacommunicatie zullen de functies en profielen binnen dit beroepsterrein zich voortdurend wijzigen. Voorbeelden hiervan zijn animator, interaction designer, information designer, multimedia productontwikkelaar, communicatie medewerker, adviseur, communicatie/marketing strateeg, usability engineer, webarchitect, webredacteur, gameontwikkelaar enzovoorts. Beroepscompetenties Het beroepenveld geeft aan een evenredig belang te hechten aan de kennisgebieden communicatie, technologie, vormgeving en businessmarketing. Als belangrijke beroepscompetenties worden genoemd: •
de professional kan communicatiestrategieën hanteren
•
de professional kan klantgericht werken en heeft kennis van de markt
•
de professional bezit op uitvoerend niveau actuele kennis van nieuwe softwarehulpmiddelen en technologieën
•
de professional kan interdisciplinair werken
•
de professional kan samenwerken in multidisciplinair samengestelde teams
•
de professional heeft individuele eigenschappen als een flexibele geest, uitstraling en persoonlijkheid, is een teamwerker en beschikt over communicatieve en managementvaardigheden
•
de professional is nieuwsgierig, heeft het vermogen tot voortdurend vernieuwen en is in staat om zich snel nieuwe kennis en vaardigheden eigen te maken.
Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
11
Landelijk Platform CMD 4.
Onderwijskundige uitgangspunten
4.1
Explicitering van eisen
Het beroeps- en competentieprofiel CMD is gebaseerd op enkele belangrijke onderwijskundige uitgangspunten. Multimediaprofessionals hebben een hogere beroepsopleiding gevolgd en dienen te beschikken over de hbo-kwalificaties die bij het beroepsprofiel horen. Het opleidingsprofiel dient te voldoen aan de eisen die de HBO-raad in het hbo-kwalificatiestramien heeft geformuleerd:
4.2
•
tot uitdrukking moet worden gebracht dat de CMD-opleidingen in substantiële mate individugericht zijn en dat ze ruimte willen bieden aan een initiatiefrijke opstelling om voort te bouwen op reeds aanwezige competenties;
•
de competenties moeten voor het beroepenveld herkenbaar zijn. In de visie op de juist afgestudeerde multimediaprofessional en het multimediaberoepenveld, en vervolgens in de kwalificaties komt tot uitdrukking welke eisen nieuwe ontwikkelingen aan de beroepsuitoefening stellen. De beroepspraktijk kent een dynamische ontwikkeling die een dogmatische beschrijving van kwalificaties uitsluit;
•
de competenties moeten het hbo-niveau duidelijk specificeren (gericht op de door afgestudeerden te leveren bijdragen aan de totstandkoming van een multimediaproduct of -proces als oplossing van een communicatievraagstuk);
•
de competenties moeten toekomstgericht zijn. Elk diploma heeft een houdbaarheidsdatum. Afgestudeerden moeten zich blijven ontwikkelen, hun competenties blijven uitbouwen. Hiertoe moet een student tijdens de opleiding het vermogen ontwikkelen. In dit verband zijn de competenties toekomstgericht opgesteld;
•
de competenties moeten helder en waar mogelijk niet te gedetailleerd geformuleerd zijn, en waar van toepassing aansluiten bij internationale ontwikkelingen;
•
de competenties moeten observeerbaar zijn (zowel in gedragsindicatoren, als ook naar niveau) en meetbaar (vandaar het incorporeren van criteria). Competentiebenadering
Competentiegericht opleiden en leren is een innovatieve onderwijsvisie die in het hbo breed wordt toegepast en die goed aansluit bij de ingezette leerplannen van de opleidingen. Competentiegericht onderwijs kenmerkt zich door een integrale benadering van kennis, vaardigheden en attitude. Het resulteert in zelfsturing en in een curriculum dat op de student is gericht. Voorwaarde is dat opleidingsdocenten middenin de beroepspraktijk staan of eruit afkomstig zijn. Het onderwijs is nadrukkelijk afgestemd op de toekomstige werkpraktijk en het toekomstige beroepsdomein van studenten. Ook daar is de integratie van kennis, vaardigheden en houdingen immers eerder regel dan uitzondering. 4.3
Formulering van de competenties
Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
12
Landelijk Platform CMD Het beroeps- en competentieprofiel geeft als kwaliteitskader richting aan de opleidingen die daarmee hun eigen weg kunnen kiezen in de wijze waarop zij hun studenten opleiden. Het kader biedt de opleidingen ook voldoende ruimte om eigen accenten te leggen. Dankzij het beroeps- en competentieprofiel kan men bij accreditatie controleren of de studenten inderdaad de beschreven competenties verwerven, en of de opleiding dat mogelijk maakt. Onder competentie wordt verstaan het vermogen om beroepstaken adequaat uit te voeren. De competente beroepsbeoefenaar kan kennis, vaardigheden en houdingsaspecten geïntegreerd inzetten om een taak in de praktijkcontext tot een goed resultaat te brengen. Belangrijke elementen zijn: •
taak
•
context (waarmee, waarop, waarbinnen, uitvoeringsniveau, aanpalende kennis)
•
prestatie
•
opdrachtgever en betrokkenen
•
kennis(domeinen)
•
vaardigheden en
•
houdingen.
Competentieniveaus In dit document over het landelijk beroeps- en competentieprofiel CMD worden drie competentieniveaus onderscheiden: •
de competenties die het algemene hbo- of bachelorniveau beschrijven;
•
de domeincompetenties; deze bieden het kader voor de te verlenen bachelorgraad in het beroepsdomein van de CMD’er en voor de vulling in de openbare Informatiebank Domeincompetenties van de HBO-Raad;
•
de meer specifiek beschreven beroepscompetenties op opleidingsniveau; deze zijn afgeleid van de breder geformuleerde domeincompetenties.
4.4
HBO-niveau
Binnen het hoger beroepsonderwijs worden zowel bachelor- als masteropleidingen aangeboden. Studenten van de bacheloropleidingen hebben in het bijzonder een probleemoplossend vermogen ontwikkeld. Masteropleidingen zijn vooral gericht op de ontwikkeling van het probleemstellend en probleemdefiniërend vermogen. Ze bieden daarom verdieping van het probleemoplossende vermogen. Het algemene hbo-niveau wordt beschreven in termen van generieke kwalificaties voor de hbo-bachelor. Deze zijn afgeleid van de Dublin-descriptoren, die als volgt worden gekenschetst (zie ook bijlage 1): •
Een brede, multidisciplinaire basis: bachelors zijn toegerust met actuele en multidisciplinaire kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden teneinde de taken van beginnend beroepsuitoefenaar zelfstandig te kunnen uitoefenen.
Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
13
Landelijk Platform CMD •
Probleemgericht werken: bachelors kunnen relevante (wetenschappelijke) kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden toepassen bij het definiëren, analyseren en oplossen van complexe problemen in de beroepspraktijk.
•
Methodisch en reflectief denken en handelen: bachelors zijn in staat om relevante informatie te verzamelen en te analyseren teneinde projectmatig te werken en te reflecteren op het beroepsmatig handelen, mede vanuit ethische en maatschappelijke vragen.
•
Sociaalcommunicatieve bekwaamheden: bachelors kunnen intern en extern communiceren, teamgericht samenwerken en leidinggeven aan projecten in een multidisciplinaire, multiculturele en internationale arbeidsomgeving.
•
Professionalisering: bachelors hebben de cognitieve vermogens ontwikkeld die hun in staat stellen tot voortdurend professionaliseren van de eigen beroepsuitoefening en tot functioneren in uiteenlopende beroepssituaties.
Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
14
Landelijk Platform CMD 5.
Competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
5.1
Opleidingskwalificaties
Afgestudeerde CMD’ers dienen te voldoen aan een aantal kwalificaties die hen typeren als breed opgeleide professionals in het nieuwe domein van digitale communicatie. Een hoge mate van geïntegreerd handelen staat daarbij voorop. Deze kwalificaties hebben betrekking op: •
het multidisciplinaire karakter van de multimediaprofessional; de professionals dienen te beschikken over een multi-set aan bekwaamheden, afkomstig uit en beïnvloed door de sectoren communicatie, vormgeving, technologie en businessmarketing;
•
de beroepscontext en het dynamische beroepsdomein;
•
innovatie- en toekomstgerichtheid;
•
het niveau van de kwalificaties die via fasering steeds beter worden beheerst, bij complexere taken en bij overdracht naar nieuwe situaties. Hierbij worden de volgende dimensies onderscheiden: - taakuitvoering met kenmerken als complexiteit (complexiteit en creatief in handelen, probleemgericht werken), transfer (toepassing van kennis, inzicht in uiteenlopende beroepssituaties, methodisch en reflectief denken en handelen) en verantwoordelijkheid (continue professionalisering, nieuwsgierigheid en maatschappelijke betrokkenheid in relatie tot beroepsdomein) - de fases van competentieontwikkeling in relatie tot de beroepspraktijk. Taakfasering volgens de systematische cyclus plan-do-act-check is te overwegen omdat die toepasbaar is op verschillende niveaus en bij nieuwe ontwikkelingen; vooralsnog is dit hier niet aan de orde.
5.2
Domeincompetenties
Domeincompetenties vormen het kader voor de bachelorgraad bij opleidingen Communication & MultimediaDesign ten behoeve van van de openbare Informatiebank Domeincompetenties van de HBO-Raad. Het CMD-deel zal periodiek aan de opleidingen en hun beroepenveldcommissies worden voorgelegd met de bedoeling het te herijken. Bij elke domeincompetentie zijn gedragsindicatoren beschreven op basis waarvan men kan vaststellen of een student over de competentie beschikt. Van belang is het onderscheid tussen algemene en specifieke domeincompetenties. De eerste gelden in principe voor alle bachelors. De specifieke domeincompetenties daarentegen hebben alleen betrekking op de CMD-bachelor. Ze zijn dusdanig algemeen en breed geformuleerd, dat ze voldoende bandbreedte bieden voor nieuwe ontwikkelingen in het domein van communicatie en nieuwe media. Domeincompetenties: 1. Beginnende multimediaprofessionals zijn in staat relevante en recente vakinhoudelijke (wetenschappelijke) kennis en inzichten te gebruiken bij het Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
15
Landelijk Platform CMD oriënteren op en analyseren en interpreteren van verschillende digitale communicatievraagstukken op betekenis en vorm binnen de relevante of gewenste context van gebruik . Gedragsindicatoren: •
beschikken over en bijhouden van recente en relevante (theoretische, wetenschappelijke) vakinhoudelijke kennis over communicatie, vormgeving, businessmarketing en technologie in relatie tot het doeltreffend gebruik van multimediadata in interactieve media;
•
uitvoeren van gebruikers- en doelgroepanalyses, etnografische analyse, marktanalyse;
•
communiceren met, inleven in en adviseren van opdrachtgevers en eindgebruikers;
•
definiëren op heldere wijze een vraagstuk, analyseren dit methodisch verantwoord en structureren het richting mogelijke oplossingen.
2. Beginnende multimediaprofessionals zijn in staat op basis van oriëntatie en analyse oplossingen te concipiëren en te visualiseren voor digitale communicatievraagstukken die rekening houden met de behoeften en/of de context waarin deze worden gebruikt en die tegemoet komen aan de wensen van de opdrachtgevers. Gedragsindicatoren: •
ontwikkelen, testen, interpreteren, beoordelen, beschrijven en visualiseren van een concept- en/of ontwerpoplossing op basis van wensen en behoeften van opdrachtgevers en doelgroepen, en uitkomsten van analyses;
•
adviseren en rapporteren over (interactieve) mediakeuze ten aanzien van communicatiebeleid;
•
adviseren over effectief gebruik van multimediadata in (digitale) communicatieproducten;
•
meedenken en ontwikkelen van creatieve en innovatieve communicatieoplossingen voor praktijksituaties in en tussen organisaties en/of in de samenleving;
•
beschikken over recente en relevante vakinhoudelijke kennis en vaardigheden over communicatie, vormgeving, technologie en businessmarketing in relatie tot het conceptualiseren en visualiseren van ontwerpoplossingen.
3. Beginnende multimediaprofessionals kunnen binnen professionele werkomgevingen meewerken aan multimediaprojecten en kunnen multimediaobjecten produceren op basis van aangeleverde ontwerpspecificaties voor uiteenlopende communicatievraagstukken. Gedragsindicatoren: Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
16
Landelijk Platform CMD •
plannen, uitvoeren, controleren, informeren, beheren (tijd, budget, informatie) van een (eenvoudig) multimediaproject;
•
beschikken over relevante en recente vakinhoudelijke kennis, vaardigheden op het gebied van communicatie, vormgeving, technologie en businessmarketing, en over werkstijlen voor het (laten) produceren van (delen van) multimediaproducten;
•
testen van prototypes bij eindgebruikers en/of opdrachtgevers;
•
ontwikkelen, beoordelen en realiseren van relevante multimediacontent.
4. Beginnende multimediaprofessionals zijn in staat een multimediaobject te implementeren, te onderhouden en te beheren met als doel de kwaliteit van de communicatie met en tussen gebruikers te waarborgen. Gedragsindicatoren: •
onderhouden van contacten met (bedrijfs)relaties en toeleveranciers;
•
beheersen, beoordelen en onderhouden van communicatievormen en communicatie-inhouden;
•
toetsen, testen van de kwaliteit en kwantiteit van communicatievormen;
•
toepassen van nieuwe kennis en inzichten;
•
beschikken over relevante en recente vakinhoudelijke kennis en vaardigheden met betrekking tot communicatie, vormgeving, technologie en businessmarketing in relatie tot het adequaat beheren van digitale communicatievormen.
5. Beginnende multimediaprofessionals kunnen adequaat samenwerken met anderen in een multiculturele, internationale en/of multidisciplinaire beroepsomgeving; ze kunnen meedenken over de doelen en inrichting van de (project)organisatie. Gedragsindicatoren: •
zelfstandig en resultaatgericht uitvoeren van taken;
•
functioneren in een arbeidsorganisatie of projectorganisatie;
•
collegiaal samenwerken in multidisciplinaire en interdisciplinaire groepen;
•
commercieel én klantgericht denken en handelen;
•
communiceren op verschillende (bedrijfs)niveaus binnen een (project)organisatie, zoals op adequate wijze schriftelijk en mondeling plannen, rapporteren, informeren, overleggen, beoordelen, stimuleren, overtuigen, motiveren, beslissen;
•
luisteren naar anderen;
•
beschikken over een eigen visie met betrekking tot ontwikkelingen in het beroepsdomein;
•
instrueren van anderen en delegeren van taken (leidinggeven in eenvoudige beroepssituatie of beroepscontext, bijvoorbeeld bij projecten).
Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
17
Landelijk Platform CMD 6. Beginnende multimediaprofessionals zijn in staat te reflecteren op hun eigen professionele ontwikkeling en beroepshandelingen. Gedragsindicatoren: •
zichzelf (bij)sturen en reguleren ten aanzien van leren, resultaatgerichtheid, flexibiliteit, nieuwsgierigheid en proactief werken;
•
ontwikkelen van een beroepshouding die getuigt van respect voor anderen en besef van ethische en maatschappelijke aspecten bij het beroepsmatig handelen;
•
nemen van verantwoordelijkheid voor eigen professioneel handelen en hierover kritisch nadenken;
•
het leveren van bijdragen aan de verdere ontwikkeling van het beroepsdomein via lidmaatschappen van beroeps- of brancheorganisaties, bijdragen aan congressen, discussiefora enzovoort.
Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
18