Landelijk Platform CMD LANDELIJK BEROEPS- EN COMPETENTIEPROFIEL COMMUNICATION & MULTIMEDIADESIGN 2.2 (rvv)
korte versie
Status: ter goedkeuring door Landelijke Beroepenveldcommissie Versie: 2.2 korte versie (rvv) Datum: 19 juni 2006
Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
1
Landelijk Platform CMD Colofon Stuurgroep Emilie Randoe - Hogeschool Amsterdam Jos de Serière - Hogeschool Zuyd Arianne Luik-Knoester - Haagse Hogeschool Albert Sikkema - Hogeschool Leeuwarden Jan Peters – Avans Hogeschool Barbara Struik-Knol – Willem de Kooning Academie, Hogeschool Rotterdam. Met speciale dank aan Juriënne Ossewold en Jeroen Chabot, die in de opstartfase van de CMD opleidingen en van het Landelijk Platform een zeer actieve rol hebben gespeeld. Werkgroep Jos de Serière Arianne Luik-Knoester Jeroen Chabot Auteurs Jos de Serière Arianne Luik-Knoester Jeroen Chabot met medewerking van Carla van den Brandt, BDF adviesgroep Eindredactie Rietje van Vliet Landelijk Platform Communicatie & MultimediaDesign p/a Hogeschool van Amsterdam Instituut voor Interactieve Media Rhijnspoorplein 1 1091 GC Amsterdam © 2006, Landelijk Platform CMD Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, geluidsband, elektronisch of op welke andere wijze dan ook en evenmin in een retrievalsysteem worden opgeslagen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Landelijk Platform CMD.
Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
2
Landelijk Platform CMD Inhoud Voorwoord 1. Inleiding 2. De opleiding Communication & MultimediaDesign 2.1 Een nieuw domein 2.2 Doel van de opleiding 2.3 Verschillen met andere opleidingen 3. Visie op beroep 3.1 Beroepenveld 3.2 Beroepsfuncties en beroepscompetenties 4. Onderwijskundige uitgangspunten 4.1 Explicitering van eisen 4.2 Competentiebenadering 4.3 Formulering van de competenties 4.4 HBO-niveau 5. Competentieprofiel Communication & MultimediaDesign 5.1 Opleidingskwalificaties 5.2 Domeincompetenties Bijlage: Van Dublin-descriptoren naar generieke kwalificaties hbo-bachelor
Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
3
Landelijk Platform CMD Voorwoord Communicatie & MultimediaDesign (CMD) is een hbo-opleiding. Dat betekent dat afgestudeerden behoren tot de groep hoger opgeleiden en voldoen aan de hboeindkwalificaties. Die zijn met de invoering van de bachelor-masterstructuur internationaal vastgesteld onder de naam: Dublin-descriptoren. Het voordeel is dat de opleidingen CMD ook internationaal goed met elkaar vergeleken worden. Met de Dublin-descriptoren zijn we er echter nog niet. Er is ook een landelijk beroeps- en competentieprofiel nodig voor alleen de opleiding CMD. De zes opleidingen die als zodanig in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs zijn ingeschreven, hebben hiervoor zorggedragen. Voor dit project werden een stuurgroep en een werkgroep in het leven geroepen. Zij hebben zich samen met vertegenwoordigers uit het werkveld gebogen over de vraag: over welke competenties moeten studenten aan het einde van de studie beschikken om als startende multimediaprofessional een zinvolle bijdrage kunnen leveren aan hun beroepssituatie? En aan de hand van welke gedragsindicatoren kan een opleiding vaststellen dat de student daar inderdaad over beschikt? Deze vragen lijken gemakkelijker dan ze in werkelijkheid zijn. Want over welke beroepen hebben we het? En wat zijn de competentiegebieden binnen de beroepsprofielen? Uiteraard moest alles voldoen aan de hbo-kwalificaties en met de beschrijvingen moest ook worden ingespeeld op de ontwikkelingen in de beroepspraktijk. Bovendien was het noodzakelijk om de startkwalificaties die de opleidingen zelf al hadden benoemd, toe te delen naar de meest passende competenties met hun gedragsindicatoren. Het resultaat is het Landelijke Beroeps- en Competentieprofiel CMD dat hier voor u ligt. De opleidingen zelf zullen het rapport ter goedkeuring voorleggen aan hun eigen beroepenveldcommissies. Die kennen immers als geen ander de ontwikkelingen in het beroepsdomein van digitale communicatie met behulp van interactieve media.
Het Landelijk Platform Communicatie & MultimediaDesign
Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
4
Landelijk Platform CMD 1.
Inleiding
Dit landelijke beroeps- en competentieprofiel voor de opleidingen Communication & MultimediaDesign is niet af. Dat kan ook niet, want in hoog tempo komen er steeds nieuwe beroepen bij op de zich snel ontwikkelende technologische arbeidsmarkt. Zeker binnen het domein van communicatie en nieuwe media. Het profiel zal zich dus snel verder ontwikkelen. Het zal daarom periodiek aan de opleidingen en hun beroepenveldcommissies worden voorgelegd met de bedoeling het te herijken. Voorop staat steeds dat er een kwalificatiestelsel nodig is waarin de CMD-competenties zijn vastgelegd. Deze zijn afgeleid van de reeds bestaande beroepsprofielen en startkwalificaties. Ze zijn tot stand gekomen in nauw overleg met de beroepspraktijk. Het landelijke beroeps- en competentieprofiel geeft de beroepsinhouden en kerntaken aan waar alle CMD-opleidingen in hun programma’s van uitgaan. Het gaat hier om een hbo-bachelorprofiel, die de titel gaat dragen Bachelor of Communication & MultimediaDesign. Het Landelijk Platform van CMD-opleidingen beschouwt het beroeps- en competentieprofiel als een startdocument waarin de grondslagen voor de competenties van de afgestudeerde student in algemene zin zijn vastgelegd. Het is bedoeld als raamwerk voor de meer gedetailleerde competentiebeschrijvingen van de afzonderlijke opleidingen. Het raamwerk omvat domeincompetenties: competenties die de stam bepalen van de beroepsgerichte oriëntatie van de bacheloropleiding CMD. Terwijl het de opleidingen voldoende ruimte om eigen accenten te leggen, kunnen zij tegelijkertijd een eenduidig gezicht naar buiten tonen. Dat laatste is belangrijk in de communicatie over opleidingen met het werkveld. De domeincompetenties zijn afgeleid van de afzonderlijke opleidingsprofielen, die eveneens vastgesteld zijn in overleg met het werkveld. Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt wordt zo in gestructureerd overleg verankerd. De domeincompetenties van het landelijke beroeps- en competentieprofiel hebben nog een ander doel. Ze positioneren de opleidingen ten opzichte van de specifieke opleidingscompetenties en de generieke hbo-kwalificaties (de Dublin-descriptoren). Deze eerste versie van het landelijke beroeps- en competentieprofiel is geldig voor alle instellingen in Nederland die de hogere beroepsopleiding verzorgen met de CROHObenaming Communication & MultimediaDesign (CMD). Het profiel is tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van het Landelijke Platform van CMD-opleidingen waarin de opleidingen zich verenigd hebben. Het wordt door het platform beheerd. Daarmee is het profiel het collectieve eigendom van de hogescholen die beschikken over de licentie voor Communication & MultimediaDesign.
Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
5
Landelijk Platform CMD 2.
De opleiding Communication & MultimediaDesign
2.1
Een nieuw domein
Er zijn momenteel zes opleidingen Communication & MultimediaDesign die geregistreerd staan in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO). Ze integreren elementen uit de hbo-opleidingsdomeinen economie, communicatie, vormgeving en techniek, en ontwikkelen die verder in een geheel nieuwe benadering van communicatie met gebruikmaking van multimedia (tekst, beeld, geluid en video). De opleiding is ontstaan in 2000. Opvallend is dat ze niet voortkomt uit één sector. Ze combineert ‘bodies of knowledge’ en beroepsvaardigheden van meerdere domeinen tot een heel nieuw beroeps- en opleidingsdomein rond communicatie met behulp van nieuwe media. De HBO-raad moet nog instemmen met dit eigen domein, met bijbehorend sectoraal overleg en een eigen vertegenwoordiging in het beroepenveld. 2.2
Doel van de opleiding
De CMD-opleidingen leiden specialisten op voor het nieuwe terrein dat ontstaan is uit voorheen gescheiden disciplines, die alle het hoogwaardige gebruik van technologie, vormgeving, communicatie en businessmarketing gemeen hebben. Deze vier kennisgebieden komen terug in de volgende beschrijving: Een CMD’er kan vormgeving en techniek doeltreffend inzetten voor het realiseren van interactieve multimediatoepassingen ten behoeve van effectieve communicatie, die tegemoet komen aan de wensen en behoeften van opdrachtgevers en eindgebruikers uit alle maatschappelijke sectoren (zoals bedrijfsleven, cultuur, overheid, onderwijs, zorg). Dat laatste is van belang. Door zich zo duidelijk te richten op de eindgebruiker onderscheidt de CMD’er zich van de ICT’er. Die houdt zich voornamelijk bezig met technologische systemen, met als doel informatiestromen via informatiesystemen te kanaliseren. De CMDprofessional daarentegen legt zich toe op het ontwerpen (of het coördineren daarvan), het ontwikkelen van nieuwe media, en het adviseren hierover. 2.3
Verschillen met andere opleidingen
Waarin onderscheidt de opleiding CMD zich van andere opleidingen die zich begeven op het gebied van technologie, vormgeving, communicatie en businessmarketing? Onderzoek wees uit dat er slechts één verwante mbo-opleiding is en dat er enkele op onderdelen enigszins vergelijkbare hbo-opleidingen zijn. Ook op universiteiten zijn er ontwikkelingen die deze richting uitgaan: •
Multimedia Vormgeving (mbo): studenten van deze verwante mbo-opleiding, aangeboden door de grafische lycea, kunnen vrij eenvoudig doorstromen naar CMD.
•
Mediagerelateerde opleidingen uit het kunstvakonderwijs (hbo): kenmerkend verschil is de artistieke doelstelling van het kunstvakonderwijs. CMD wil echter vanuit
Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
6
Landelijk Platform CMD beheersing van multimedia- en communicatietechnieken komen tot vormgevingsoplossingen binnen een gegeven digitaal communicatie- en/of kennisuitwisselingsvraagstuk. •
Informatica-opleidingen (hbo): bij de informaticus zijn de technologische vaardigheden en inzichten ‘user driven’. Technologie wordt ingezet om uiteindelijk de gekozen oplossing mogelijk te maken. CMD’ers werken daarentegen vanuit het perspectief van communicatievraagstukken met hun multidisciplinaire gebruikscontext.
•
Communicatieopleidingen uit het economische domein (hbo): de thema’s ontwikkeling en management van nieuwe media zijn een nieuw fenomeen. Ze zijn direct gerelateerd aan implementatievraagstukken die eigen zijn aan de multimediabranche en haar afnemers.
•
Opleidingsvarianten op het gebied van kunst en techniek (hbo): dit zijn geen zelfstandige opleidingen en staan dus niet apart ingeschreven in het CROHO. Er zijn wel sterke verwantschappen met CMD. Bijvoorbeeld de Hilversumse opleidingen van de Hogeschool van de Kunsten Utrecht, en de multimediageoriënteerde opleidingen (dan wel afstudeerrichtingen) van de Hogeschool Twente en de Hogeschool van Utrecht.
•
Opleidingsvarianten van communicatiewetenschappen (wo): verschillende universiteiten, zoals in Utrecht, Leiden en Maastricht, ontwikkelen nieuwe opleidingen die verwant zijn aan CMD. Men wil een brug slaan tussen de toepassingsgerichte praktijk van het hbo-niveau en de onderzoeksgerichte praktijk die eigen is aan het wetenschappelijk onderwijs.
Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
7
Landelijk Platform CMD 3.
Visie op beroep
3.1
Beroepenveld
Wat willen wij onze studenten meegeven in de opleiding? Welke kwalificaties moeten onze studenten hebben aan het eind van de opleiding? Dit beroeps- en competentieprofiel moet op deze vragen een antwoord geven. Niet namens één opleiding, maar namens alls zes CMD-opleidingen in Nederland. De reikwijdte van beide vragen is groot. Want met de eindkwalificaties van nu kunnen de studenten van morgen misschien niet meer uit de voeten. Zeker in het dynamische beroepenveld van de CMD’er. Juist die dynamiek stelt hoge eisen aan de toekomstgerichtheid, de nieuwsgierigheid en het grensverleggend vermogen van de CMD’er. Deze moet goed kunnen omgaan met snelle ontwikkelingen en de bijbehorende onzekerheden. ‘Human driven’ CMD’ers bestuderen de behoeften, het gedrag en de ervaringen van de gebruiker, omdat de communicatieoplossing die zij aandragen een toegevoegde waarde moet hebben. Die toegevoegde waarde zit niet uitsluitend in websites, mobiele media of interactieve televisie. Ook driedimensionale interactieve omgevingen, games en animaties, gebruikersinterfaces in intelligente en/of ‘ambient’ en/of ‘ubiquitous’ multimediatoepassingen behoren daartoe. We noemen dit: de ‘human driven’-benadering. De professional ontwerpt, ontwikkelt en adviseert over multimediatoepassingen, waarmee de juiste gebruiker op de juiste wijze en op het juiste moment kan communiceren. De eindgebruiker heeft bovendien de keuzemogelijkheid om feedback te geven en interactief te communiceren. Multidisciplinaire teams Het is voor individuele specialisten op het gebied van nieuwe media niet meer mogeljk om alle technologieën te beheersen. Zo veel gebruikersgroepen, zo veel multimediatoepassingen. Daarom wordt alleen nog in multidisciplinaire teams gewerkt aan multimediaproducten. De multimediaprofessionals van tegenwoordig zijn dan ook breed georiënteerd en bij voorkeur multidisciplinair opgeleid. Zij kunnen het brede terrein van digitale communicatie overzien en weten vanuit hun kennis van gebruikersbehoeften de juiste mediamix in te zetten; ze kunnen die zelfs (helpen) ontwikkelen. Ontwikkelen, ontwerpen en adviseren In deze multidisciplinaire teams nemen CMD’ers als consultant, ontwerper of ontwikkelaar een belangrijke positie in. Persoonlijkheid, visie, verantwoordelijkheidsbesef, communicatieve vaardigheden, leiderschap en business-‘acumen’ zijn sleutelbegrippen.
Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
8
Landelijk Platform CMD 3.2
Beroepsfuncties en beroepscompetenties
Uit het marktonderzoek van 1999, dat als grondslag diende voor de start van de opleiding CMD, bleek al dat de functies en functieprofielen in de multimediabranche nog niet zijn uitontwikkeld. Genoemde functies waren onder meer die van webmanager, webdesigner, webmarketeer, programmaontwikkelaar, scenarist en artdirector. Beroepen en beroepscategoriën Inmiddels beginnen de contouren van de beroepsprofielen zich scherper af te tekenen. In 2002 is er namelijk een Europees onderzoek geweest naar de beroepsprofielen en taakomschrijvingen in de multimediasector. Het heeft geleid tot een indeling in zeven beroepscategorieën:
projectmanagement (projectmanager/producent, projectassistent) authoring (scriptwriter, auteur) grafische realisatie en design (art director, webdesigner, ontwerper, usability specialist) softwareontwikkeling (ontwikkelaar, integratiespecialist) website administratie (websiteadministrateur) webmarketing (web marketeer, audience developer) algemeen (netsurfer, forum moderator).
Beroepsontwikkelingen Daarnaast zijn de vacatures bestudeerd waarvoor in Nederlandse kranten is geadverteerd. Hieruit bleek dat er ook buiten de multimediabranche behoefte is aan professionals op het gebied van nieuwe media. Afdelingen als marketing en communicatie hebben bijvoorbeeld webredacteuren nodig, interaction designers, ontwerpers, webstrategen, accountmanagers of projectmedewerkers. Morgen kan deze behoefte anders zijn. Er is immers ook vraag naar animators, interaction designers, information designers, multimedia productontwikkelaars, communicatiemedewerkers, adviseurs, communicatie/marketingstrategen, usability engineers, webarchitecten, game-ontwikkelaars enzovoorts. Beroepscompetenties Maar wat moeten al deze mensen kennen en kunnen? Opnieuw duiken de vier kennisgebieden communicatie, technologie, vormgeving en businessmarketing op. Het beroepenveld noemt bovendien als belangrijke beroepscompetenties: • • • • •
de professional kan communicatiestrategieën hanteren de professional kan klantgericht werken en heeft kennis van de markt de professional bezit op uitvoerend niveau actuele kennis van nieuwe softwarehulpmiddelen en technologieën de professional kan interdisciplinair werken de professional kan samenwerken in multidisciplinair samengestelde teams
Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
9
Landelijk Platform CMD •
•
de professional heeft individuele eigenschappen als een flexibele geest, uitstraling en persoonlijkheid, is een teamwerker en beschikt over communicatieve en managementvaardigheden de professional is nieuwsgierig, heeft het vermogen tot voortdurend vernieuwen en is in staat om zich snel nieuwe kennis en vaardigheden eigen te maken.
Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
10
Landelijk Platform CMD 4.
Onderwijskundige uitgangspunten
4.1
Explicitering van eisen
De HBO-raad heeft een aantal richtlijnen opgesteld waaraan een opleidingsprofiel moet voldoen. Uiteraard moet het gebaseerd zijn op een beroepsprofiel dat beantwoordt aan de hbo-kwalificaties. In het opleidingsprofiel staan de competenties centraal: • • • • • • • 4.2
in het profiel moet plaats zijn voor de individuele student voor wie de opleiding op grond van aanwezige competenties maatwerk kan leveren competenties moeten voor het beroepenveld herkenbaar zijn en blijven competenties moeten duidelijk beschrijven waar het hbo-niveau zichtbaar is competenties moeten toekomstgericht zijn en inspelen op een voortdurende ontwikkeling van de professional competenties moeten helder zijn en waar mogelijk niet te gedetailleerd geformuleerd competenties moeten waar nodig aansluiten bij internationale ontwikkelingen competenties moeten observeerbaar en meetbaar zijn. Competentiebenadering
De laatste jaren is competentiegericht opleiden gemeengoed geworden in het hbo. Competentiegericht onderwijs kenmerkt zich door een integrale benadering van kennis, vaardigheden en attitude. Het resulteert in zelfsturing en in een opleidingsprogramma dat op de student is gericht. Voorwaarde is dat opleidingsdocenten middenin de beroepspraktijk staan of eruit afkomstig zijn. Het onderwijs is nadrukkelijk afgestemd op de toekomstige werkpraktijk en het toekomstige beroepsdomein van studenten. Ook daar is de integratie van kennis, vaardigheden en houdingen eerder regel dan uitzondering. 4.3
Formulering van de competenties
Competenties zijn het vermogen om beroepstaken adequaat uit te voeren. Het is een kwestie van kennis, vaardigheden en houding waarmee de competente beroepsbeoefenaar beroepstaken kan utvoeren. In de praktijkcontext spelen opdrachtgevers en andere betrokkenen een belangrijke rol. In dit document over het landelijk beroeps- en competentieprofiel CMD worden drie competentieniveaus onderscheiden: • • • 4.4
competenties die het algemene hbo- of bachelorniveau beschrijven domeincompetenties specifiek beschreven beroepscompetenties op opleidingsniveau. HBO-niveau
Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
11
Landelijk Platform CMD Het verschil tussen bachelor- en masteropleidingen binnen het hbo is dat bachelorstudenten in het bijzonder een probleemoplossend vermogen ontwikkelen terwijl masterstudenten vooral werken aan een probleemstellend en probleemdefiniërend vermogen. Het algemene hbo-niveau wordt beschreven in termen van generieke kwalificaties voor de hbo-bachelor. Deze zijn afgeleid van de Dublin-descriptoren. In het kort gaat het om de volgende competenties (zie bijlage 1): • • • • •
een brede, multidisciplinaire basis probleemgericht werken methodisch en reflectief denken en handelen sociaal-communicatieve bekwaamheden. leervaardigheden ten behoeve van verdere professionalisering.
Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
12
Landelijk Platform CMD 5.
Competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
5.1
Opleidingskwalificaties
CMD’ers zijn breed opgeleide professionals in het nieuwe domein van digitale communicatie. Een hoge mate van geïntegreerd handelen staat daarbij voorop. Voor de opleidingen CMD heeft dit de volgende consequenties: •
• • •
5.2
ze leiden multimediaprofessionals op die multidisciplinair kunnen werken en die beschikken over bekwaamheden uit de sectoren communicatie, vormgeving, technologie en businessmarketing gedurende het hele opleidingsprogramma staat de beroepscontext en het dynamische beroepsdomein centraal de opleiding is sterk innovatie- en toekomstgericht de kwalificaties worden stap voor stap aangeleerd waardoor studenten in steeds complexer wordende contexten hun beroepstaken systematisch en adequaat kunnen uitvoeren. Domeincompetenties
Domeincompetenties vormen het kader voor de bachelorgraad bij opleidingen Communication & MultimediaDesign. Ze zijn dusdanig algemeen en breed geformuleerd, dat ze voldoende bandbreedte bieden voor nieuwe ontwikkelingen in het domein van communicatie en nieuwe media. Desondanks zullen ze regelmatig aan de opleidingen en hun beroepenveldcommissies worden voorgelegd met de bedoeling het te herijken. 1. Beginnende multimediaprofessionals zijn in staat relevante en recente vakinhoudelijke kennis en inzichten toe te passen op verschillende digitale communicatievraagstukken. Gedragsindicatoren: • • • •
ze houden hun vak bij op het gebied van communicatie, vormgeving, businessmarketing en nieuwe technologieën ze voeren doelgroep- en marktanalyses uit ze communiceren met en geven adviezen aan opdrachtgevers en eindgebruikers ze definiëren op heldere wijze een communicatievraagstuk, analyseren dit systematisch en structureren het dusdanig om een geschikte oplossing te bedenken.
2. Beginnende multimediaprofessionals zijn in staat oplossingen te bedenken voor digitale communicatievraagstukken, waarbij ze rekening houden met de behoeften van gebruikers en de wensen van opdrachtgevers. Gedragsindicatoren: •
ze ontwikkelen, testen, interpreteren, beoordelen, beschrijven en visualiseren een concept- en/of ontwerpoplossing
Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
13
Landelijk Platform CMD • • • •
ze adviseren en rapporteren over het gebruik van (interactieve) media voor bepaalde communicatievraagstukken ze adviseren over het gebruik van multimediadata in (digitale) communicatieproducten ze ontwikkelen alleen of in een team creatieve en innovatieve communicatieoplossingen voor uiteenlopende praktijksituaties ze conceptualiseren en visualiseren ontwerpoplossingen dankzij hun recente en relevante kennis en vaardigheden op het gebied van communicatie, vormgeving, technologie en businessmarketing.
3. Beginnende multimediaprofessionals kunnen binnen een professionele werkomgeving meewerken aan multimediaprojecten en kunnen voor uiteenlopende communicatievraagstukken multimediaobjecten produceren op basis van aangeleverde ontwerpspecificaties. Gedragsindicatoren: • • • •
ze plannen een al dan niet eenvoudig multimediaproject, ze voeren het uit, controleren het, informeren erover, beheren het (tijd, budget, informatie) ze beschikken over relevante en recente kennis en vaardigheden en weten hoe ze multimediaproducten moeten produceren of laten produceren ze testen prototypes bij eindgebruikers en opdrachtgevers ze ontwikkelen, beoordelen en realiseren relevante multimediacontent.
4. Beginnende multimediaprofessionals zijn in staat een multimediaobject zodanig te implementeren, te onderhouden en te beheren dat de communicatie met en tussen gebruikers kwalitatief gewaarborgd is. Gedragsindicatoren: • • • • •
ze onderhouden contacten met (bedrijfs)relaties en toeleveranciers ze beheersen, beoordelen en onderhouden allerlei communicatievormen en communicatie-inhouden ze toetsen, testen van de kwaliteit en kwantiteit van communicatievormen; toepassen van nieuwe kennis en inzichten; beschikken over relevante en recente vakinhoudelijke kennis en vaardigheden met betrekking tot communicatie, vormgeving, technologie en businessmarketing in relatie tot het adequaat beheren van digitale communicatievormen.
5. Beginnende multimediaprofessionals kunnen adequaat samenwerken met anderen in een multiculturele, internationale en/of multidisciplinaire beroepsomgeving; ze kunnen meedenken over de doelen en inrichting van de (project)organisatie. Gedragsindicatoren: • • • • •
ze voeren zelfstandig en resultaatgericht hun beroepstaken uit ze functioneren in een arbeidsorganisatie of projectorganisatie ze werken collegiaal samen in multidisciplinaire en interdisciplinaire groepen ze denken en handelen commercieel én klantgericht ze communiceren op verschillende (bedrijfs)niveaus binnen een (project)organisatie, bijvoorbeeld door schriftelijk en mondeling te plannen,
Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
14
Landelijk Platform CMD • • •
rapporteren, informeren, overleggen, beoordelen, stimuleren, overtuigen, motiveren en beslissen; ze luisteren naar anderen ze beschikken over een eigen visie op ontwikkelingen in het beroepsdomein ze instrueren anderen en geven in eenvoudige beroepssituaties of beroepscontexten leiding (bijvoorbeeld aan projecten) door taken te delegeren.
6. Beginnende multimediaprofessionals zijn in staat te reflecteren op hun eigen professionele ontwikkeling en beroepshandelingen. Gedragsindicatoren: • •
• •
ze sturen zichzelf bij en reguleren zichzelf ten aanzien van leren, resultaatgerichtheid, flexibiliteit, nieuwsgierigheid en proactief werken ze ontwikkelen een beroepshouding die getuigt van respect voor anderen en besef van de ethische en maatschappelijke aspecten bij het beroepsmatig handelen ze nemen verantwoordelijkheid voor hun eigen professioneel handelen en denken hierover kritisch na ze leveren bijdragen aan de verdere ontwikkeling van het beroepsdomein door lidmaatschappen van beroeps- of brancheorganisaties, door bijdragen aan congressen en discussiefora enzovoort.
Landelijk beroeps- en competentieprofiel Communication & MultimediaDesign
15