landbouw-service M A G A Z I N E
Reglementering Vergunningen uitzonderlijk vervoer
N ovemb er 2 010
GGO’S: OOK GEVOLGEN VOOR DE LOON WERKERS?
FENDT ONTHULT ZIJN NIEUWE VELDHAKSELAAR: KATANA 65
> verbondsnieuws
IN H OUD VOORWOORD SOCIALE ACTUALITEITEN Maak u in orde met uw sociale verplichtingen officieel werken met medewerkers Lonen Nieuw EDUplus vormingsaanbod 2010-2011 Toekomstige spuitlicentie Vlaams land- en tuinbouwinkomen Oneerlijke concurrentie GGO’S: ook gevolgen voor de loon werkers? KMO portefeuille Geïntegreerde gewasbescherming Moet een loonwerker sabam betalen? INFO Spreekdagen
C O L O F ON landbouw-service
“Landbouw-Service” is een periodieke nieuwsbrief voor de leden van de Nationale Centrale Landbouw-Service, de enig erkende beroepsvereniging voor aannemers van land- en tuinbouwwerken, loonsproeiers, handelaars in veevoeders en in meststoffen. Copyright: Nationale Centrale Landbouw-Service is niet aansprakelijk voor het gebruik van de informatie in deze publicatie. Citeren mag mits bronvermelding. Verantwoordelijke uitgever: Johan Van Bosch, Algemeen Secretaris Nationale Centrale Landbouw-Service, Spastraat 8, 1000 Brussel, tel.: 02/238.06.33, fax: 02/238.04.41, e-mail:
[email protected]
2
/ Landbouw-service
3
4 5 18 19 20 21 22 24 25 27
9
DOSSIER VERKEER Reglementering Vergunningen uitzonderlijk vervoer 6 Q-platen voor loonwerkers? 9 Vergunningen uitzonderlijk vervoer: reactie landbouw-service 10 Verkoop van landbouwmachines 11 Modder op de weg 13 REISVERSLAG Studiereis naar Polen Reisverslag van een supergeslaagde studiereis naar Polen
14
actueel PCLT: Praktijkcentrum zwaait stichter Daniël Bonte uit met groots feest
16
MECACOST Mecacost : stand van zaken na een jaar online
16
ALGEMEEN Maximale betalingstermijn van 60 dagen?
17
MEST Uitrijperiode dierlijke mest, verlengd wegens overmacht
27
VRAAGHOEKJE
28
DOSSIER MECHANISATIE Nieuwigheden Actualiteit
29 35
v e r b o n d s n i e u w s <
VOORWOORD Elke dag staat de telefoon roodgloeiend. Ontelbare problemen blijven op de sector afkomen: vergunningen voor uitzonderlijk vervoer, breedtevergunningen, rijbewijzen, aanwerven van personeel, opvolging in de KMO, hervorming van landbouwmarkten, milieuproblematiek,... Te veel om op te noemen. En alles heeft zijn prijskaartje. Het leven van de loonwerker is er niet gemakkelijker op geworden. Wat ik veel hoor tijdens de diverse individuele gesprekken met de leden, is dat veel boeren niet meer weten wat respect is. Loonwerkers investeren en trachten een zo goed mogelijke service te geven. Als het regent en de werkzaamheden moeilijker verlopen, proberen de loonwerkers alles te doen wat mogelijk is om de klanten zo goed mogelijk te dienen. Ook al verdient de gemiddelde loonwerker praktisch niets meer. Door de weersomstandigheden van het najaar waren er immers meer uren werk, meer breuk, is er meer brandstof verbruikt. Ik, ik, ik en de rest telt niet. Landbouw-Service probeert om de leden zo goed mogelijk in te lichten over de nieuwe reglementeringen, zodat u versterkt als ondernemer. Maak daarom gebruik van uw ledenvoordelen en kom naar de spreekdagen! Deze nieuwsbrief heeft de laatste tijd ook enkele wijzigingen ondergaan. Dat heeft u al kunnen ondervinden. We hebben de intentie om deze nieuwsbrief vier keer per jaar uit te brengen. Daarnaast hebben we beslist om in elke editie de nieuwigheden en actualiteiten in de sector meer in de verf te zetten. De nieuwsbrief “Landbouw-Service” is een echt en efficiënt communicatiemiddel geworden met onze leden. Daarom wordt deze vanaf nu alleen nog verstuurd naar de betalende leden van LandbouwService. In Vlaanderen hebben we meer dan 500 leden, in Wallonië 250. Daarmee hebben we een representativiteit van 90 %. Landbouw-Service is de laatste tien jaar enorm geëvolueerd. Momenteel zijn we bezig met de voorbereiding van ons programma voor de winter. Daarbij denken we eveneens aan buitenlandse studiereizen, onder meer naar SIMA in Parijs en naar buitenlandse loonwerkers. Zo hebben we met de Vlaamse loonwerkers een succesvolle reis georganiseerd naar Polen. Voor onze Waalse collega’s wordt zoiets voorbereid. Alle suggesties zijn welkom!
Johan VAN BOSCH Algemeen Secretaris Landbouw-Service
[email protected]
Landbouw-service /
3
> SO C I A L E A C T U A L I T EI T EN
Maak u in orde met uw sociale verplichtingen OFFICIEEL WERKEN MET MEDEWERKERS
Naar aanleiding van de studiedagen van september 2010 heeft Landbouw-Service de sociale verplichtingen ten aanzien van het personeel onder de loepe genomen.
U
it de statistieken van het paritair comité 132 voor technische land- en tuinbouwwerken, blijkt dat er in België slechts 491 loonwerkers met personeel zijn. Ze stellen in totaal ongeveer 1.600 werknemers tewerk. 35 % van de werkgevers heeft 1 arbeider in dienst. 23 % heeft 2 werknemers in dienst. Meer dan de helft van de erkende loonwerkers heeft dus 1 of 2 werknemers in dienst. De vraag is hoe dit in de praktijk mogelijk is. Voor de meeste activiteiten op het land, moet er toch gereden worden met vier of vijf mensen? Hoe komt dit dan? Dat is een vraag die Landbouw-Service probeert op te lossen, zodat de sector aan alle sociale verplichtingen kan voldoen en derhalve officieel kan werken met personeel. Landbouw-Service organiseert een kwalitatieve enquête, dat betekent dat een medewerker van Landbouw-Service bij een beperkt aantal loonwerkers langs komt en bevraagt hoe het loonwerk in de praktijk wordt georganiseerd.
Landbouw-Service schat het aantal loonwerkers op 1.500. Dat is een schril contrast met de 491 loonwerkers die gekend zijn via het paritair comité. Uiteraard houden we rekening met een aantal zaken: • Er kunnen loonwerkers zijn die werken als zelfstandige en geen personeel hebben. Ze kunnen eveneens familieleden of vennoten hebben, of zelfstandige helpers tewerk stellen waardoor ze ook met vier mensen op de velden kunnen werken… • Diverse loonwerkers hebben ons reeds aangegeven dat ze personeel tewerk stellen onder andere paritaire comités. Bij voorbeeld het paritair comité 140 (vervoer), 124 (bouw), 145 (tuinbouw) of 144 (landbouw).
4
/ Landbouw-service
SO C I A L E A C T U A L I T EI T EN <
Inhuren van zelfstandigen: ben ik in orde?
Diverse zelfstandigen gaan werken bij loonwerkers. Het is een vaakgebruikte praktijk, die redelijk gemakkelijk is, en waarbij de loonwerkers denken dat ze in orde zijn. Maar is dit wel zo?
Er zijn enkele criteria om een zelfstandige in te schakelen: • Vrije wil der partijen • Vrijheid om de werktijd te organiseren (geen vaste uurroosters) • Vrijheid om het werk te organiseren • Hiërarchische controle: sancties moeten opgelegd kunnen worden • NIEUW: SOCIO-ECONOMISCHE CRITERIA - De zelfstandige moet zich manifesteren als “ondernemer”, zowel tegenover zijn medecontractant als tegenover de buitenwereld - Zelfstandige moet de verantwoordelijkheid en beslissingsmacht hebben om zijn onderneming rendabel te houden met eigen financiële middelen - Zelfstandige moet een eigen en substantiële investering doen in zijn onderneming met eigen middelen en delen in winst en verlies - Zelfstandige mag geen waarborg hebben op een regelmatige betaling van een “loon” - Zelfstandige moet zich kunnen laten vervangen en de mogelijkheid hebben om zelf te kiezen door wie hij vervangen wordt - Zelfstandige moet werken in ruimtes of met materiaal waarvan men eigenaar is!!! -->GROOT PROBLEEM
Lonen Technische land- en tuinbouwwerken (132.000) CATEGORIE 1 > Categorie
1A
€ 8,02
> Categorie
1B
€ 9,79
• Anciënniteit vanaf 5 jaar (+ € 0,05)
€ 9,84
• Anciënniteit vanaf 10 jaar (+ € 0,15)
€ 9,94
• Anciënniteit vanaf 15 jaar (+ € 0,25)
€ 10,04
CATEGORIE 2 > Categorie
Het probleem stelt zich wanneer er een sociale controle komt. We vernemen immers dat de sociale inspectie op ronde is in de loonwerksector. Daarbij stellen ze soms de raarste zaken voor: bij voorbeeld verandering van paritair comité. Het is inderdaad wel zo dat er diverse loonwerkers, gestart in landbouwwerken, nu zijn overgeschakeld naar grondverzet of vervoer. In principe moeten deze loonwerkers dan inderdaad veranderen van paritair comité. Maar dat is niet zo evident. Indien deze loonwerkers dan nog landbouwwerken doen, dan zijn ze ook gebonden aan de arbeidsregelingen in die paritaire comités waar ze onder vallen. De te betalen retributie wordt verminderd tot 20 % indien de vergunning niet na 5 dagen wordt afgeleverd.
2
€ 10,28
• Anciënniteit vanaf 5 jaar (+ € 0,05)
€ 10,33
• Anciënniteit vanaf 10 jaar (+ € 0,15)
€ 10,43
• Anciënniteit vanaf 15 jaar (+ € 0,25)
€ 10,53
CATEGORIE 3 > Categorie
3
€ 10,81
• Anciënniteit vanaf 5 jaar (+ € 0,05)
€ 10,86
• Anciënniteit vanaf 10 jaar (+ € 0,15)
€ 10,96
• Anciënniteit vanaf 15 jaar (+ € 0,25)
€ 11,06
CATEGORIE 4 > Categorie
4
€ 11,90
• Anciënniteit vanaf 5 jaar (+ € 0,05)
€ 11,95
• Anciënniteit vanaf 10 jaar (+ € 0,15)
€ 12,05
• Anciënniteit vanaf 15 jaar (+ € 0,25)
€ 12,15
CATEGORIE 5 >
• Een aantal loonwerkers denkt ook dat ze in orde zijn omdat ze andere zelfstandigen inhuren (zie kader).
1/10/2010
Categorie 5
€ 13,07
• Anciënniteit vanaf 5 jaar (+ € 0,05)
€ 13,12
• Anciënniteit vanaf 10 jaar (+ € 0,15)
€ 13,22
• Anciënniteit vanaf 15 jaar (+ € 0,25)
€ 13,32
Vergoedingen Vergoeding op verplaatsing
€ 14,59
Huisvestingsvergoeding
€14,59
Scheidingsvergoeding per verplichte overnachting
€ 7,89
Nachtwerk • in de winteruurregeling (tussen 22u en 6u)
+20 %
• in de zomeruurregeling (tussen 23u en 7u)
+20 %
Landbouw-service /
5
> DOSSIER VER K EER
Reglementering Vergunningen uitzonderlijk vervoer Op 14 juni 2010 verscheen in het Belgisch Staatsblad het nieuwe Koninklijk Besluit die het uitzonderlijk vervoer reglementeert. De nieuwe wetgeving is van toepassing vanaf 1 juni 2010 (Koninklijk Besluit van 2 juni 2010). Wat is van toepassing op de landbouwvoertuigen 1. Categorieën van uitzonderlijk vervoer De nieuwe wetgeving onderscheidt 4 categorieën uitzonderlijk vervoer.
Categorie 1: voorwaarden
6
A.
een enkelvoudig voertuig lengte
≤ 19 m
B.
een sleep
lengte ≤ 27 m
C.
zijn breedte
≤ 3.50 m
D.
hoogte en massa voldoen aan de wegcode en het technisch reglement
/ Landbouw-service
Categorie 2: voorwaarden A. een enkelvoudig voertuig lengte
> 19 m en ≤ 22 m
B. een sleep
lengte > 27 m en ≤ 30 m
C. breedte
> 3.50 m en ≤ 4.25 m
D. hoogte
> 4 m en ≤ 4.5 m NIEUW
E. massa overschrijdt de grenzen van de wegcode en van het technisch reglement en ≤ 90 ton
Categorie 3 en 4 Deze zijn meer bedoeld voor transporten van grote ondeelbare stukken in het snelverkeer met diepladers.
2. Retributies Vanaf 1 oktober 2010 is een retributie verschuldigd voor de aanvraag van een vergunning. Indien voor de afgifte van de vergunning ook één of meerdere gewesten dienen geraadpleegd te worden, zal een bijkomende gewestelijke retributie, die nog niet is vervat in onderstaande retributie, aangerekend worden. Vb: voor transporten hoger dan 4m of massa hoger dan toegelaten in het technisch reglement en ≤ 90 t. • Vergunning categorie 1 en 2 = € 75 (praktisch alle vergunningen voor landbouwvoertuigen) • Vergunning categorie 3 = € 113 • Vergunning categorie 4 = € 150 categorieën 3 en 4 zullen praktisch altijd bijkomende gewestelijke retributies moeten bijbetalen!
>
De retributie is verschuldigd na afgifte van de vergunning. Indien de voorziene termijn voor afgifte van de vergunning nageleefd worden is het totale bedrag van de retributie verschuldigd. Indien de vergunning wordt geweigerd, de afgiftetermijnen niet worden nageleefd of de aanvraag wordt geannuleerd door de aanvrager moet er nog 20 % van het bedrag van de retributie als dossierkost betaald worden. Nieuwe vergunningen worden pas afgeleverd na betaling van de retributies verschuldigd voor vorige aanvragen. Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd.
3. Termijnen vergunningaanvraag De gebruiker dient zijn aanvraag in bij de Dienst Uitzonderlijk Vervoer van de FOD Mobiliteit en Vervoer, die de ontvangst hiervan bevestigt. Vanaf begin volgend jaar kan deze aanvraag elektronisch worden ingediend. Bij de aanvraag van een vergunning worden volgende stappen en termijnen onderscheiden
• De aanvraag is volledig: De vergunning of de weigering wordt binnen de vijf werkdagen opgestuurd. Deze termijn wordt op vijftien werkdagen gebracht indien de Gewest(en) moet(en) geraadpleegd worden Onmiddellijke ontvangstmelding Vergunning
Vergunning
5 werkdagen
Ingediende aanvraag aanvaard door systeem
Faktuur 100% retributie
Onmiddellijke ontvangstmelding Vergunning
Vergunning
Vergunning
Faktuur 20% retributie
Vergunning
• De aanvraag is onvolledig: Onmiddellijke Vraag Ontvangst ontvangst de vijf bijkomende Binnen werkdagen, na ontvangst van de aanvraag, meldt de dienst Uitzondermelding Ingediende 5 werkdagen Faktuur Faktuur Vergunning melding Info, elementen info Vergunning 100% retributie 20% retributie aanvraag aanvaard de ontbrekende elementen aan de aanvrager. lijk Vervoer door systeem De ambtenaar stelt de aanvrager in kennis van de datum van ontvangst van de ont5 wd ??? 5 werkdagen brekende elementen. Factuur Inkomende Ingediende Faktuur 20% retributie 100% retributie Info, elementen aanvraag aanvaard Indien de ontvangen elementen nog steeds onvoldoende zijn, stuurt de ambtenaar door systeem Onmiddellijke Vraag een nieuwe bijkomende opsomming van deOntvangst ontbrekende elementen binnen de drie werkdagen. ontvangst melding Vergunning melding Info, Vergunning Binnen de drieelementen werkdagen te info rekenen vanaf de datum van ontvangst van de bijkoOnmiddellijke Vraag Ontvangst mende elementen informeert de ambtenaar de aanvrager of een consultatie van de ontvangst5 wd bijkomende ??? melding 5 werkdagen Gewesten nodig is. Vergunning melding Info, elementen info Vergunning Factuur Inkomende Ingediende Faktuur 20% retributie 100%werkdagen retributie Info, elementen aanvraag aanvaard De vergunning of de weigering wordt binnen de vijf opgestuurd, te rekedoor systeem ??? ontvangst van 5de nen vanaf bijkomende elementen. 5 wd de datum van werkdagen Faktuur 100% retributie
Ingediende Inkomende aanvraag aanvaard Info, elementen door systeem Onmiddellijke Vraag Ontvangst ontvangst bijkomende melding melding Info, elementen info
5 wd Ingediende aanvraag aanvaard door systeem
??? Inkomende Info, elementen
Vergunning
5 werkdagen
Faktuur 100% retributie
Factuur 20% retributie
Vergunning
Factuur 20% retributie
De termijn wordt op vijftien werkdagen gebracht indien een consultatie van het (de) Gewest(en) nodig is. De te betalen retributie wordt verminderd tot 20 % indien de vergunning niet na 5 dagen wordt afgeleverd.
>
Landbouw-service /
7
> DOSSIER VER K EER
>
4. Types vergunning Er zijn twee types vergunningen: De langlopende, permanente vergunning (waaronder o.a. de landbouwvoertuigen vallen) • De vergunning categorie 1 met een geldigheidsduur van 5 jaar. • De vergunning categorie 2 met een geldigheidsduur van 1 jaar. De kortlopend, tijdelijke vergunning (waaronder meestal het vervoer van grote ondeelbare stukken) • De vergunning categorie 3 met een geldigheidsduur van max. 4 maanden. • De vergunning categorie 4 met een geldigheidsduur van max. 2 maanden.
5. Wat met de oude vergunningen? De vergunningen afgeleverd vóór het in werking treden van de nieuwe reglementering zijn onderworpen aan de nieuwe reglementering maar blijven geldig tot hun vervaldatum. OPMERKING: Ondertussen is het digitaal insturen al uitgesteld tot begin 2011.
6. Panelen Op het uitzonderlijk voertuig wordt vooraan en achteraan een paneel (gele achtergrond en zwarte letters)geplaatst “UITZONDERLIJK VERVOER” of “TRANSPORT EXEPTIONEL”
8
/ Landbouw-service
Alle zwaailichten en de dimlichten altijd in werking op de openbare weg Het voertuig is uitgerust met: • Vooraan minstens 2 oranje-geel knipperlichten (zwaailichten) op de kabine en indien deze niet zichtbaar langs achter een bijkomend zwaailicht linksachter. • Een tweede gevarendriehoek. NIEUW • 2 ronde schijven die het verkeersbord C3 voorstellen (bord verboden toegang in beide richtingen voor iedere bestuurder) = rond bord met witte achtergrond en rode rand. NIEUW • 2 draagbare oranje-gele enkelgerichte elektronisch flashlichten zichtbaar over een afstand van tenminste 100 meter. NIEUW • Alle voertuigen breder dan 2.55 moeten uitgerust zijn met 4 wit-rood schuingestreepte borden, waarvan de voorste wit-refleterend is met een wit licht en achteraan de borden rood-reflekterend met een rood licht.
7. Begeleidingsvoertuigen Eén begeleidingsvoertuig met een verkeerscoördinator is vereist als het uitzonderlijk vervoer minstens één van de volgende voorwaarden vervult: • lengte is > 30 m en ≤ 35 m • breedte is > 3.5 m en ≤ 4.5 m OOK VOOR LANDBOUWVOERTUIGEN • massa > 90 ton
Het begeleidingsvoertuig rijdt vooraan het konvooi. Wanneer het uitzonderlijk vervoer op een weg rijdt verdeeld in 4 rijstroken waarvan er tenminste 2 bestemd zijn voor elke rijrichting, rijdt het begeleidingsvoertuig achteraan. De kenmerken van een begeleidingsvoertuig worden beschreven op de website www.mobilit.fgov.be > weg > goederenvervoer > uitzonderlijk vervoer.
8. Invoegetreding: De nieuwe reglementering treedt in voege op 1 juli 2010 met uitzondering van de bepalingen betreffende de vergunningsaanvraag en de retributies die in werking treden op 1 oktober 2010. OPMERKING: Na een onderhoud met staatssecretaris Schouppe waarbij we een hele resem opmerkingen hebben gemaakt over de uitvoerbaarheid voor onze sector wordt de opleiding voor verkeerscoördinator voor landbouwvoertuigen herbekeken en tevens de modaliteiten van de begeleidingsvoertuigen De aanvraag van afwijking met formulier 78/4 blijven van toepassing en tevens worden de vrijstelling voor de weekends voor de landbouwvoertuigen nog steeds verleend.
DOSSIER VER K EER <
Vergunningen uitzonderlijk vervoer: REACTIE LANDBOUW-SERVICE Op 18 augustus 2010 reageerde Landbouw-Service via een persbericht: Landbouw-Service protesteert tegen de nieuwe wetgeving over uitzonderlijk vervoer Sector kan onmogelijk voldoen aan de nieuwe wetgeving
V
anaf 1 juli 2010 werd de nieuwe wetgeving uitzonderlijk vervoer van kracht. Daarbij worden vier categorieën van uitzonderlijk vervoer onderscheiden. Voor de landbouwmachines en tractoren die in de landbouwsector worden ingezet, zijn volgende categorieën van belang: • Categorie 1: landbouwvoertuigen met een breedte van minder dan 3,50 m. Hiervoor kan men een vergunning bekomen voor 5 jaar, deze kost 75 euro; • Categorie 2: landbouwvoertuigen met een breedte tussen 3,50 m en 4,25 m: vergunning mogelijk, jaarlijks te vernieuwen aan 75 euro per jaar; • Categorie 3: transporten van ondeelbare stukken met breedte van meer dan 4,25 m: vergunning mogelijk voor 4 maanden, kost 113 euro; • Categorie 4: niet van toepassing in de landbouwsector.
De chauffeurs van deze begeleidende voertuigen hebben veel verloren uren, uren die zij in de wagen moeten doorbrengen tot de landbouwmachines terug op de openbare weg komen. Dit stelt zeker problemen bij landbouwwerken op kleinere percelen. Daarnaast zijn landbouwwerken gekoppeld aan de weersomstandigheden, waardoor landbouwwerken geen weken op voorhand kunnen worden ingepland. Bij goed weer, moeten plots alle machines ingezet worden, meestal worden de landbouwwerken slechts enkele uren op voorhand gepland, waardoor het onmogelijk wordt om op deze korte termijn nog chauffeurs voor de begeleidende voertuigen te vinden. Landbouw-Service betreurt dat zij niet gehoord werden bij de totstandkoming van dit Koninklijk Besluit. Daarom vraagt Landbouw-Service een nieuw overleg met
de bevoegde minister. In de eerste plaats wordt een uitstel van de invoegetreding gevraagd met één jaar, zodat alle loonwerkers zich in orde kunnen stellen met de nodige vergunningen en signalisatie. Landbouw-Service kijkt daarbij naar het Franse voorbeeld, waar er geen gebruik wordt gemaakt van een vergunning uitzonderlijk vervoer, maar voor een specifieke vergunning “convoi agricole”. Landbouw-Service is de enige erkende beroepsvereniging van alle toeleveranciers aan de landbouw, te weten loonwerkers, aannemers van land- en tuinbouwwerken, handelaars in mest en veevoeders. Landbouw-Service telt in totaal 750 leden, waarvan 520 Vlaamse leden en 230 Waalse leden. Zij vertegenwoordigen daarbij 80 % van de markt. Landbouw-Service is aangesloten bij UNIZO, de Unie van Zelfstandige Ondernemers.
Naast een aantal formaliteiten van verlichting en signalisatie van het voertuig, moet er ook een begeleidend voertuig zijn. We benadrukken evenwel dat voertuigen en machines die ingezet voor land- en tuinbouwactiviteiten zonder vergunning van uitzonderlijk vervoer op de baan komen mogen tot een breedte van 3 m Landbouw-Service, de enige beroepsvereniging van loonwerkers kant zich tegen deze nieuwe reglementering, die eerder ruikt naar het instellen van een nieuwe taks. Bovendien hebben begeleidende voertuigen ook een kostprijs, die naar de opdrachtgever (de landbouwers) moet doorgerekend worden. Het inkomen van de landbouwsector vertoont reeds jaren een dalende trend. Landbouw-service /
9
> DOSSIER VER K EER
Q-PLATEN VOOR LOONWERKERS? De wet van 3 mei 1999 legt op dat de aanhangwagen van een loonwerker moet uitgerust zijn met een Q-nummerplaat als hij producten vervoert die niet zijn eigendom zijn. Landbouw-Service en Boerenbond zijn na tien jaar onderhandelen met de overheid tot een oplossing gekomen.
D
e dienstnota van de adviseur-generaal licht de wegcontroleurs in dat aanhangwagens bij “vervoer van landbouw of bosbouwproducten in het kader van landbouw- of bosbouwwerken en in
opdracht van een landbouwbedrijf” niet uitgerust moeten zijn met een Q-plaat. Hierbij is het wel essentieel dat het vervoer direct verbonden is met een landbouw- of bosbouwwerk, zoals bijvoorbeeld
een loonwerker die mais afvoert van het veld naar de silo, onmiddellijk nadat hij deze mais zelf gehakseld heeft. We noemen dit secundair transport (transport, direct gekoppeld aan het loonwerk). De wet van 3 mei 1999 stelde verder nog dat de gebruikte voertuigen eigendom moeten zijn van of gehuurd moeten zijn door de loonwerker en dat het vervoer slechts een secundaire bedrijvigheid mag zijn van de landbouwwerken. Landbouw-Service is tevreden met deze tegemoetkoming van de overheid, het geeft eindelijk rechtszekerheid aan alle loonwerkers. We herhalen dat grondverzet geen landbouwactiviteit is en dus niet van deze uitzondering kan genieten. Wie met een Q-plaat rijdt, moet in principe met witte diesel rijden, wegentaks betalen en periodiek naar de keuring gaan met zijn voertuig. Zoals we in vorige nieuwsbrieven reeds gemeld hebben, mogen alle landbouwtractoren wel rijden met rode diesel.
INFO <
SPREEKDAGEN
I
n juni 2010 organiseerde Landbouw-Service voor de tweede maal haar spreekdagen. Een veertigtal leden hebben we op drie dagen kunnen verder helpen. Toch staat de telefoon op het secretariaat nog steeds roodgloeiend. En het is heel moeilijk om telefonisch toelichting te geven bij specifieke problemen zoals breedtevergunningen.
10
/ Landbouw-service
Daarom zal Landbouw-Service tijdens de winterperiode terug spreekdagen organiseren. Iedereen die een vraag heeft, is uitgenodigd. Een aparte uitnodiging zal u per brief en mail ontvangen. U kan uw dossier nu reeds klaarmaken, zodat we tijdens onze spreekdagen zo weinig mogelijk tijd verliezen!
DOSSIER VER K EER <
VERKOOP VAN LANDBOUWMACHINES De omzet gerealiseerd door de verkopers van machines en uitrusting voor de land- en tuinbouw en groensector is in 2009 met 10 procent gedaald in vergelijking met 2008. Vooral de sector van melkinstallaties kreeg zware klappen. De uitzondering wordt gevormd door de aardappelplanten oogstmachines, waar de verkoop licht steeg. Dat blijkt uit het Economisch dossier 2010 van Fedagrim.
N
a de spectaculaire stijging in 2008 is de verkoop van tractoren in 2009 teruggevallen op het niveau van 2005. Die terugval is vooral te wijten aan de moeilijke economische omstandigheden die zowat alle sectoren van de landbouw troffen. In alle categorieën van tractoren ging de verkoop achteruit. New Holland blijft het grootste merk met een marktaandeel van om en bij de 26 procent. Op de tweede plaats volgt John Deere (17%), gevolgd door Fendt (11%). Zeven merken staan in voor zo’n 90 procent van de nieuw ingeschreven landbouwtrekkers.
Evolutie marktaandeel merken
Evolutie marktaandeel merken 30% 25% 20% 15% 10% 5%
e
t
se
Jo
Ov
er
ig
nd
er De hn
Fe
e
r ah De
yF
ut
z-F
Ca
se
n so gu er
en s-R aa
as
Cl
Ne
M
w
Ho
lla
nd
(Fo
au
rd
lt
)
0%
2005
2006
2007
2008
2009
Voor de investeringen in 2010 is een duidelijk optimisme waar te nemen bij de gespecialiseerde bedrijven. De verkoop van tractoren in het zwaardere segment
>
Machinecategorie
2009
Evolutie 2009 tov 2008 in %
2010 Prognose
Evolutie 2010 tov 2009 in % prognose
Landbouwploegen
304
-23
304
Status quo
1.395
-16
1325
-5
Zaaimachines
459
-23
350
-24
Aardappelplantmachines
47
+4
47
Status quo
Kunstmeststrooiers
697
-36
560
-20
Aftakas aangedreven spuiten
285
-47
265
-7
Zelfrijdende spuiten
27
-40
30
+10
1.366
-29
1.366
Status quo
Maaidorsers
81
-37
53
-35
Zelfrijdende hakselaars
50
-25
43
-14
Opraappersen
168
-21
168
Status quo
Aardappeloogstmachines
66
+7
43
-35
Hydraulische laders (frontladers en andere)
329
-27
270
-18
Grondbewerkingsmachines
Hooibouwmachines, Excl persen, hakselaars en maaidorsers
Landbouw-service /
11
> DOSSIER VER K EER
Evolutie van de tractor verkopen 2.000 1.838
1SEM
1.800
2SEM
1.600 1.400
1.528
1.476
1.281
1.277
1.207
Aantal
1.200 1.000 800
934
917
1.007
De markt van de machines voor tuin, park en bos was in 2009, op enkele categorieën na, stabiel tot groeiend.
762 654
600 400 200 0
>
2005
2006
2007
(>200pk) trekt goed aan. Ook de echte all-round tractoren met vermogens tot 110 pk winnen aan belangstelling. De laatste jaren hebben zowel landbouwers als loonwerkers vooral tractoren gekocht met hogere vermogens. Volgens Fedagrim wordt de aankoop van een tractor lang op voorhand gepland.
12
/ Landbouw-service
2008
2009
gische evoluties volgen elkaar ook steeds sneller op. Hoewel het aantal landbouwers daalt, merken de leden van Fedagrim wel een schaalvergroting en professionalisering in de akkerbouwsector op.
2010
Ook wat de landbouwmachines betreft, wordt in 2009 een daling in de verkoop vastgesteld. De enige uitzondering zijn de aardappeloogst- en plantmachines. Dit is het gevolg van een stijging van het aardappelareaal. Opvallend is wel dat de verkochte machines steeds groter en steeds meer high-tech worden. Nieuwe technolo-
Een copie van het dossier kan aangevraagd worden op het secretariaat van Landbouw-Service..
Voor meer informatie: vindt u op de website van Fedagrim of via: http://www.fedagrim.be/fichier/ file/Nieuws%20-%20Nouvelles/ Ec%20dossier%20tekst2009.pdf
i
DOSSIER VER K EER <
MODDER OP DE WEG Verschillende brandweerkorpsen in West-Vlaanderen zijn in oktober bezig geweest met het opruimen van modder op de wegen die afkomstig is van landbouwvoertuigen. Er zou ook al minstens één ongeval te wijten zijn aan het door de modder gladde wegdek. De modder die achterblijft door het aan- en afrijden van landbouwmachines, zorgt in combinatie met regen voor gevaarlijk gladde wegen.
I
n de Pervijzestraat in Diksmuide was er sprake van een slijkspoor van meer dan drie kilometer. De brandweer van Diksmuide vroeg daarom assistentie van de Civiele Bescherming van Jabbeke. Met behulp van een borstelmachine en hogedrukspuiten probeerde men het slijk van de weg te krijgen. Ook elders in Diksmuide moest de brandweer modder ruimen. Dat was ook het geval in Veurne, De Haan, Zuienkerke en Brugge. Ook in de regio’s Kortrijk en Roeselare moet de brandweer modder ruimen. In De Panne raakten een bromfietser en zijn passagier gewond na een slippartij op een modderig wegdek. De oogstperiode zorgt elk jaar opnieuw voor vuile en vaak gevaarlijke wegen. Ook dit jaar riep provinciegouverneur Paul Breyne de burgemeesters op om in hun gemeente het nodige te doen
opdat de veiligheid op de West-Vlaamse wegen tijdens het oogstseizoen gegarandeerd zou zijn. Het initiatief werd positief onthaald: vier op vijf gemeenten organiseren een lokaal meldpunt waar de sector terecht kan voor de signalisatieborden. Ook via gemeentelijke infobladen, affiches en folders wordt aandacht gevraagd voor deze problematiek. De gouverneur herinnert eraan dat het verkeersreglement bepaalt dat het verboden is om stoffen op de openbare weg achter te laten die het verkeer kunnen hinderen of onveilig maken. Dit betekent dat de beslijkte wegen onmiddellijk moeten worden schoongemaakt. De sector kan daarnaast gebruik maken van signalisatieborden die de weggebruiker waarschuwen. Autobestuurders worden geacht hun snelheid aan te passen
aan de weersomstandigheden, de plaatsgesteldheid en de staat van de weg. Gouverneur Breyne vraagt dan ook aan landbouwers, loonwerkers én bestuurders hun verantwoordelijkheid op te nemen zodat de verkeersveiligheid op de landbouwwegen wordt gegarandeerd. Ook vanuit Landbouw-Service vragen we aan onze leden om de nodige tijd uit te trekken om correcte signalisatie aan te brengen op landbouwwerktuigen en de wegen proper te houden. De landbouwers en loonwerkers dragen elk hun deel van de verantwoordelijkheid..
Voor meer informatie:
i
www.modderopdeweg.be
Landbouw-service /
13
> REISVERS L A G
Studiereis naar Polen Reisverslag van een supergeslaagde studiereis naar Polen M
eteen op de luchthaven van Zaventem: een toffe bende loonwerkers, benieuwd om wat Polen ons ging brengen. De meningen waren vrij uiteenlopend: koud, kleinschalig, vuil, ouderwets? Aangekomen in de luchthaven van Warschau (Warsaw), stond onze energieke, maar vooral, komieke gids ons reeds op te wachten. Na een korte rit met de bus en genietend van Polen onder de sneeuw, kwamen we aan op ons hotel. En niet het minste: het Sheraton van Warsaw, één van de chique-ste hotels van de stad. Meteen gekende gezichten in het hotel: de Europese deligatie van de UEFA was er gelogeerd, in verband met de loting van het wereldkampioenschap voetbal. Na een typisch Poolse lunch werden we rondgeleid in het Koninklijk Paleis van Warsaw. Weeral met deskundige uitleg van onze gids Sabina, het zot geval. Aan haar uitleg was duidelijk te horen dat Polen volledig onder invloed stond van allerlei oorlogen door de jaren heen. Voor sommigen kwam de vermoeidheid boven en ging het dan richting luxehotel. Maar het grootste aantal verkoos nog een slaapmutsje te nuttigen in een typisch pools cafeetje. Van 1 muts kwamen er 2, dan 3 en uiteindelijk sliep iedereen als een Poolse roos! Op zondag werd Warschau bezocht, te voet en per bus, maar steeds met de deskundige en vooral geanimeerde uitleg van onze zotte Sabina. Iedereen stond verbaasd hoe mooi, artistiek maar vooral, hoe proper Polen was, in tegenstelling met de thuis voorop gestelde verwachtingen. Maandag stond het bezoek van de New Holland Plant in Plock op de agenda. De Poolse afdeling waar vooral arbeidsintensieve onderdelen zoals zeefden, vijzels, maaiborden gemaakt worden, maar ook
14
/ Landbouw-service
assemblage van de kleine maaidorsers en ronde balenpersen. Let wel: zeg nooit ‘plok’ tegen ‘Plock’! De poolse uitspraak verschilt sterk van onze taal. Lees ‘Plock’ als “pwotsch”, hoe raar dit ook klinkt! Zo ook: ‘dank U’ in het pools is “tzien koein”! Om dit te oefenen, waren we dan ook zeer hoffelijk als we onze drank geserveerd kregen. “Tzien koein” zeggen tegen de serveersters was dan ook een blijk van beleefdheid, hoe grappig dit ook was! Na ons bezoek aan de New Holland Plant, een loods van 10 ha onder 1 dak en de vroegere fabriek van ‘Bizon’ maaidorsers, ging het richting een moderne NH-Kuhn verdeler. Met dank aan de manager voor zijn tijd en deskundige uitleg, wederom vertaald door Sabrina. Na het bezoek aan een hengstenfokkerij, eigendom van de staat, en een koetsenmuseum, ging het richting diner in een typisch Pools restaurant Figaro. Daarna werd er over de voorbije dag nog nagepraat in de bar van het hotel Starzynski. Moe en voldaan werd het terug stilaan bedtijd. Onze laatste dag begint onder pakken sneeuw. Een rit van 40 km met de bus
door het landschap,richting Wystawiennczy. Een domein, vergelijkbaar met ons Bokrijk, maar wel 10 x groter. In de bar een warm streekbierke ( ½ liter), en dan beleefd ‘tzien koein’ zeggen aan de serveersters. Bij een tocht met de slee, getrokken door 3 paarden, kwam het kind in ons naar boven. Over kop gaan was geen drama: de poedersneeuw gaf een zachte landing! Als besluit kunnen we stellen dat alle aanwezigen enorm verrast waren van wat Polen eigenlijk voorstelt. Iedereen stond versteld van de vriendelijkheid, de gastvrijheid, het prachtige architecturale Warsaw, maar vooral van de netheid in het algemeen in Polen. De afwezigen hadden duidelijk ongelijk niet mee te gaan. Benieuwd waar de reis van Landbouwservice winter 2012 ons zal heenbrengen! Kroatië misschien? In naam van alle deelnemers, bedanken wij Johan Van Bosch en Egide Vandevelde (NH Zedelgem) voor het organiseren van deze onvergetelijke (studie)reis. Er werd wat afgelachen! Eddy Patfoort, lid Raad van Bestuur Landbouwservice.
<
Reisindrukken van het werkbezoek aan Polen en aan de fabriek van New Holland met landbouwservice in Plock. Wij zijn allen goed vertrokken met het vliegtuig richting Polen - Warschau. Na een rustige vlucht en een goede landing werden allen opgevangen door Sabrina, een Poolse dame, die Nederlands sprak. Zij maakte dat het bezoek aan Polen voor de meesten van ons aangenaam een leerrijk was. Op zondag was er een bezoek aan Warschau met een rondrit door gans de stad in een wit besneeuwd landschap met temperaturen van min 8 à 10 graden. Dit veroorzaakte bij mij een temperatuurschok. Ik kwam namelijk net terug uit R.D. Congo, met temperaturen van boven de 35 à 40 graden, wat een verschil gaf van bijna 50 graden. Het was wat extra kleren aandoen om de aanpassing dragelijk te maken. Bij het bezoek van de stad Warschau was ik echt verwonderd van de historische, grote gebouwen, monumenten en paleizen van vorsten wat dan ook een cultuurschok gaf. Ikzelf begon te beseffen dat Polen waaraan ik dacht toch een roemrijk verleden had gekend. De stad had geleden onder de zware verwoestingen van de oorlogen, maar is door de inzet van de bevolking terug perfect gerestaureerd en wederop gebouwd. De vele monumenten van de verschillende oorlogen zijn nog de stille getuigen van hun onderdrukking. Op mijn verzoek bezochten wij als laatste het monument dat was opgericht ter herinnering en ter ere van de Poolse pantserdivisie die onder leiding van generaal Maczeka delen van België en Nederland had bevrijd. Op het monument staan de namen van de Belgische en Nederlandse steden en gemeenten die door hen bevrijd werden. Deze gemeenten brachten de nodige fondsen bijeen voor de oprichting van dit monument. Bij het werkbezoek in Plock aan de fabriek van New Holland kwam ik tot de vaststelling dat op het industrieterrein veel grote gebouwen in opbouw zijn van vele hectaren groot. De fabriek waar New Holland nu gevestigd is, was vroeger een fabriek van Bizon waar ze pakbinders en maaidorsers maakten. De fabriek is nu volledig geherstructureerd en aangepast aan de nieuwe normen, wat nu een perfecte realisatie van nieuwe maaidorsers en machines mogelijk maakt. De gebouwen hebben een oppervlakte van 10
ha overbouwd, verwarmd met gas uit Rusland. Op het bedrijf kregen wij deskundige uitleg over Polen voor wat betreft verschillende landbouwgewassen. We kregen toegelicht hoe de Europese subsidies worden verdeeld aan de verschillende landen en aan de loonwerkers voor aankoop van nieuwe landbouwmachines. Wij kregen te horen dat de loonwerkers tot 60% van de investering subsidie ontvangen. Na het bezoek aan New Holland zijn wij door een besneeuwd landschap over gladde wegen vertrokken naar het Bokrijk van Polen. Daar waren oude boerderijen en woningen met een historische waarde tot in perfectie opgericht. Het zag er prachtig uit en alles was tot in de puntjes verzorgd en ingericht. Als afsluiter kregen wij een sledetocht aangeboden. We werden door zware Brabantse - Poolse - paarden tussendoor de hoeven voort getrokken. Dit gaf de charme
van den ouden tijd. Het ging er zeer gezellig aan toe, vooral in de bochten… De opspattende sneeuw zorgde voor natte broekspijpen. Daarna brachten wij een bezoek aan een staatskwekerij van renpaarden met wereldfaam en op de terug tocht naar Warschau hadden wij het genoegen even halt te houden bij de firma SKEP, verdeler van landbouwmachines. Het assortiment stond zeer groot en uitgebreid tentoongesteld in de wit besneeuwde vlakte van meer dan 1 ha groot. Je zag aan de collega reisgenoten dat iedereen tevreden was van het werkbezoek aan Polen. Een woordje van dank aan de organisatoren en onze reisgids Sabrina. Het is voor herhaling vatbaar. Grappige groeten, Boudewijn De Schepper Landbouw-service /
15
> act u e e l
PCLT: Praktijkcentrum zwaait stichter Daniël Bonte uit met groots feest Roeselare, 6 september 2010: Na een spraakmakende carrière van maar liefst 50 jaar dienst neemt het Praktijkcentrum voor Land- en Tuinbouw (PCLT) te Roeselare afscheid van zijn stichter en eredirecteur Daniël Bonte. Op zijn 76ste levensjaar heeft Daniël zijn pensioen dan ook meer dan verdiend. Dhr. Niek Marijsse neemt het als nieuwe directeur van hem over.
Feest in de praktijkhal Op vrijdagavond 3 september kwamen meer dan 300 genodigden meevieren op het afscheidsfeest van Daniël Bonte. Plaats van het ganse gebeuren was natuurlijk de grote overdekte praktijkhal achteraan het PCLT in de Zuidstraat te Roeselare. De hal was feestelijk ingekleed en opgesierd met enkele oldtimer MAN tractoren. Naast oprichter van het PCLT was Daniël namelijk ook de gang-
maker van de oldtimerclub “De Oude Trekkerclub”. Tussen de genodigden zagen we talrijke fabrikanten en invoerders van landbouwvoertuigen, docenten, ouddocenten en de vele vrienden en sympathisanten van Daniël. Want zoals de nieuwe directeur Dhr. Niek Marijsse het stelde in zijn verwelkoming: “In het Praktijkcentrum staan de mensen centraal!” Na een bondige, maar krachtige toespraak kreeg gedeputeerde voor Land- en Tuinbouw Dhr. Bart Naeyaert het woord. In zijn uiteenzetting bena-
Mecacost : stand van zaken
drukte de deputé het belang van een nauwere samenwerking tussen het Provinciaal onderzoekscentrum in Beitem (POVLT) en het Praktijkcentrum. Alvorens over te gaan tot de plechtige huldiging bracht de voorzitter van de Raad van Bestuur, Dhr. Bart Dochy, nog een ludiek overzicht van Daniëls loopbaan. Het feest duurde nog tot in de vroege uurtjes. Voor enkele medewerkers werd het wel een heel korte nacht, aangezien de dag erna alles opnieuw moest klaar staan voor het Belgisch imkercongres.
M E C A C OS T <
na een jaar online
I
n mei 2009 werd de toepassing “ MECACOST ” online geplaatst op de website van de CRA-W (http://mecacost. cra.wallonie.be). Deze toepassing werd gefinancierd door de DGARNE (Direction Générale Opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement) en Landbouw Service (Nationale Beroepsvereniging van Aannemers van Land- en Tuinbouwwerken). Aan de hand van deze viertalige toepassing kan de kostprijs van nieuwe landbouwmachines worden berekend. De website wordt geregeld bezocht en krijgt een duizendtal bezoekers per maand. Op een jaar tijd werden iets meer dan 9000 berekeningen gemaakt en ongeveer de helft van de bezoekers registreert zich onder het profiel landbouwer of loonwerker (11%). De
16
/ Landbouw-service
meeste bezoekers zijn Franstalig (82%) maar men stelt een toename vast van het aantal Nederlandstalige (17%), Engelstalige en Duitstalige bezoekers. Tijdens het eerste jaar hebben bezoekers uit ongeveer 60 landen minstens een webpagina geraadpleegd waarbij respectievelijk 66% en 26% uit België en Frankrijk. Meer dan de helft van de bezoekers hebben meermaals de site bezocht en gemiddeld worden er een zevental pagina’s geraadpleegd gedurende een verbinding van vijf minuten.
Voor meer info: O. Miserque, F. Rabier - Unité Machines et Infrastructures agricoles CRA-W – Gembloux.
i
A L G E M EEN <
MAXIMALE BETALINGSTERMIJN van 60 dagen?
Begin oktober 2010 legde de EU Raad Concurrentievermogen, voorgezeten door minister Vincent Van Quickenborne, de invoering van een maximale betaaltermijn van 60 dagen vast. Voor overheden geldt zelfs een maximum van 30 dagen.
B
ij het uitbreken van de economische crisis hebben verschillende ondernemersfederaties aan de alarmbel getrokken. Ze stelden vast dat de betaaldiscipline sterk achteruit ging. De totale betalingsachterstand in de EU steeg met 8% tot meer dan 300 miljard euro. Gezonde ondernemingen dreigden meer en meer in de problemen te komen door de niet- of laattijdige betaling van openstaande facturen door andere ondernemingen of de overheid. Vooral kleine en middelgrote ondernemingen (KMO’s), met weinig onderhandelingsmacht, werden gedwongen minder gunstige betalingsvoorwaarden te aanvaarden en financierden op die manier de werking van hun klanten.
Het ontwerp voorziet volgende maatregelen: • Er wordt een standaard betaaltermijn van 30 dagen ingevoerd • D e m a x i m a l e b e t a a l t e r m i j n bedraagt 60 dagen • Voor de overheid is de maximale betaaltermijn slechts 30 dagen (behalve in sectoren waar men met prive-ondernemingen concurreert of in gezondheidszorg waar het 60 dagen kan zijn) • Bij laattijdige betaling heeft de leverancier recht op € 40 vergoeding en een referentie-interest (nu veelal 1%) verhoogd met 8% De richtlijn dient ten laatste binnen
2 jaar in nationale wetgeving omgezet. De impact van de nieuwe regeling kan niet onderschat worden. De meest recente cijfers van analysebureau Graydon (tweede kwartaal 2010) geven aan dat meer dan 1/3 (38%) van de facturen tussen ondernemingen te laat wordt betaald. 1/10 van de facturen wordt zelfs niet of meer dan 90 dagen na vervaldatum betaald. Minister van Economie Vincent Van Quickenborne: “Ik heb van de tijdige betaling van facturen steeds een priori-
teit gemaakt. Dit is bijzonder relevant voor onze KMO’s en zelfstandigen. De algemene maximale betaaltermijn van 60 dagen, zelfs beperkt tot 30 dagen voor de overheid, die in de hele EU zal gelden, is een vitale stap naar een correct betaalgedrag van onze ondernemingen en overheid.” Benieuwd wat dat voor de loonwerkers gaat geven… of zal er voor de landbouwsector weer een uitzondering komen?
Landbouw-service /
17
> SO C I A L E A C T U A L I T EI T EN
Nieuw EDUplus vormingsaanbod 2010-2011
“ Hebt u al een interessante en kosteloze opleiding aangestipt?” Stijgend succes
N
et als u is EDUplus ook in 2010 op zoek naar nieuwe wegen om in te spelen op de steeds veranderende omgeving waarin de groene sectoren werken. Met stijgend succes. Want tijdens het werkjaar 2009 - 2010 verwelkomde EDUplus 1906 deelnemers, een stijging met 40%. Na grondig overleg met vakgroepen, beroepsorganisaties, opleiders, werkgevers en werknemers is het vormingsprogramma aangepast aan de snel evoluerende opleidingsbehoeften omwille van nieuwe machines, innoverende technieken, wijzigende wetgeving…
Vormingsaanbod op uw maat Hebt u de nieuwe vormingsbrochure
reeds doorgenomen? Prima, want hij is er speciaal voor u. Dan hebt u ongetwijfeld een interessante én kosteloze opleiding aangestipt. Want wie werkt, blijft leren. Met meer dan 100 relevante onderwerpen verspreid over transport, gezondheid, veiligheid, vaktechnische en algemene vaardigheden wil EDUplus ook in 2010-2011 uw meest voorkomende vragen invullen. Want net als u is EDUplus voortdurend op zoek naar nieuwe wegen om in te spelen op de steeds veranderende omgeving waarin de loonwerksector actief is. Hebt u een specifieke vraag die niet in het aanbod staat vermeld? Maatwerk kan ook: als werkgever of werknemer bepaalt u zelf de inhoud en de formule. Hebt u bijvoorbeeld een nieuwe machine in gebruik en geeft u als bedrijfsleider of de leverancier een aangepaste opleiding? Contacteer EDUplus voor een mogelijke erkenning en tussenkomst.
Extra actie opleidingen voor arbeiders loonwerk
s.be
1 d 2010-201
1
Aanbo
www.eduplu
Tips en ideeën aangebracht door werknemers, werkgevers, specialisten en docenten worden ieder jaar getoetst in adviescommissies met als enige doel een vormingsaanbod te ontwikkelen dat aanleunt bij de behoeften van de groene sector. Specifiek voor de sector loonwerk worden komend werkjaar de nieuwe opleidingen “ werken met de bulldozer “ en “werken met gps in de landbouw” ingericht. Deze en alle andere opleidingen met uitzondering van rijbewijzen en vakbekwaamheid
2 2/07/10 09:5
SS.indd 1
0424 EduPLU
18
/ Landbouw-service
zijn gratis en ook de loonkost van de medewerkers tijdens de vorming wordt u door het sociaal fonds vanaf de derde dag terugbetaald. Toch ontmoeten we procentueel minder medewerkers uit loonwerk onder de deelnemers. Men weet dat het bestaat, dat er behoorlijk wat geld naar vloeit en heel veel initiatieven zijn. Maar deelnemen ligt heel wat moeilijker. Daarom steken Landbouwservice en EDUplus samen hun schouders onder de actieve promotie. Opleiden motiveert immers medewerkers en zorgt voor een grotere personeeltevredenheid en minder verloop. Tevens is uw bedrijf in orde met wettelijke vereisten zoals een heftruck-, hoogwerk of kraanattest zoals gevraagd door de firma’s Vansteelant te Lichtervelde, Braspenning-Schrauwen te Wortel en PersynSteelandt te Elverdinge. Door technische trainingen zoals het onderhoud en afstellen van groot- en kleinpakpersen verhoogt de firma Decneut te Moorslede de kennis van zijn medewerkers. Zo kunnen ze sneller op het veld storingen detecteren en eventueel ter plaatse verhelpen. Met een opleiding hef - en tiltechnieken verkleint u de kans op rugletsels en werkverlet. Wenst u de leidinggevende capaciteiten van uw meestergast te verstevigen? Een training leiding geven kan voor hem een serieuze ruggesteun betekenen. Allemaal conclusies waarin u zich ongetwijfeld kan terugvinden.
Veilig werken in de groene sector De land-, tuinbouw- en loonwerksector komt in de ongevallenstatistieken op een trieste vierde plaats. Dit terwijl het overgrote deel van de ongevallen kan vermeden worden. Vanuit deze vaststelling is het project PreventAgri ontstaan. Hun doelstelling is om bedrijven uit de
SO C I A L E A C T U A L I T EI T EN <
groene sector warm te maken voor preventie. EDUplus en Preventagri slaan de handen in elkaar. Een eerste stap is het opstellen van een gratis risicoanalyse. Hierbij wordt op een gestructureerde wijze zowel de situatie binnen uw loonwerkbedrijf als de werkwijze van uw medewerkers geëvalueerd. Per machine of activiteit wordt een afzonderlijke analyse gemaakt. Dit beeld dient als materiaal om een uitgebreid verslag op te stellen voor het bedrijf en zijn medewerkers met enerzijds de gevaarlijke situaties of handelingen en anderzijds wordt er voor elk van deze risico’s een passend advies en opleiding geformuleerd. Belangrijk is in elk geval dat op een actieve manier de participatie van iedereen in het bedrijf wordt gevraagd.
Tussenkomst bij het behalen van het bewijs van vakbekwaamheid Het bewijs van vakbekwaamheid is een aanvulling op het rijbewijs C en CE. Het is vijf jaar geldig en kan worden verlengd indien de bestuurder kan aantonen dat hij bijscholing heeft gevolgd. In principe is het bewijs verplicht voor elke vrachtwagenbestuurder. Uitzondering vormen zoals bij de wetgeving op het rijbewijs C, bestuurders van vrachtwagens waarvan de maximaal toegelaten massa samen met de aangekoppelde sleep niet meer dan 7,5 ton bedraagt. Bovendien mag dit voertuig enkel gebruikt worden voor het vervoer van goederen die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het beroep zoals in de tuinaanleg-onderhoud. Een bewijs van vakbekwaamheid kan men verkrijgen door in een periode van 5 jaar 35 uur les te volgen of anders gezegd, 35 kredietpunten te verzamelen. Per gevolgde dag vorming kan men 7 punten verdienen. Medewerkers die hun rijbewijs C of CE hebben behaald voor 10 september 2009, krijgen respijt tot september 2016. Andere chauffeurs dienen deze opleiding af te werken binnen de vijf jaar na de afgiftedatum van het rijbewijs. EDUplus organiseert hiertoe tijdens dit vormingsjaar cursussen in samenwerking met organisaties en rijscholen rond drie onderwerpen: ladingzekering, eco-driving en defensief rijden. De tussenkomst is beperkt zoals bij de rijbewijzen tot het dragen van de volledige loonkost door het sociaal fonds vanaf de derde dag vorming. EDUplus neemt bij het volgen van de opleiding ladingzekering uitzonderlijk ook de opleidingskost voor haar rekening daar deze kennis ook voor andere bestuurders noodzakelijk is. Het is aan te raden om de vorming te spreiden over de komende vijf jaar. Komende werkjaren wordt aan de medewerkers een afwisselend opleidingspakket aangeboden.
Wenst u meer info over de opleidingen en werking van EDUplus? Contacteer ons op 09/245 28 40.
Toekomstige spuitlicentie D
e huidige licentie van ‘erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten’ zal binnenkort vervangen worden door de spuitlicentie. De spuitlicentie komt er naar aanleiding van een nieuwe Europese kaderrichtlijn. De modaliteiten voor deze richtlijn worden momenteel op federaal niveau vastgelegd. Wat nu al vast staat is dat de spuilicentie verplicht zal worden voor iedereen die fytofarmaceutische producten op professioneel niveau gebruikt of verkoopt. Tevens zal de spuitlicentie een persoonlijke licentie zijn op naam van de gebruiker of verkoper. Iedereen die fytoproducten gebruikt/ verkoopt zal dus een licentie moeten hebben. Overgangsmaatregelen zullen van kracht zijn om de overgang van de huidige licentie ‘erkend gebruiker/verkoper’ naar de ‘spuitlicentie’ soepel te laten verlopen. De licentie ‘erkend gebruiker/verkoper van fytofarmaceutische producten’ zal worden omgezet in een spuitlicentie. Wie nu reeds een opleiding volgt zal in de toekomst een spuitlicentie verwerven. Landbouw-Service is pas recent bij de onderhandelingen voor de modaliteiten van de spuitlicentie betrokken. We trachten daar de loonwerksector degelijk te verdedigen. Het uitgangspunt van Landbouw-Service is dat iedereen die voor derden spuitwerkzaamheden uitvoert, ook als dusdanig erkend moet zijn. Concreet betekent dat ook landbouwers die voor hun buren of familie werken, ook onder deze regeling moeten vallen.
i
Landbouw-service /
19
> SO C I A L E A C T U A L I T EI T EN
Vlaams land- en tuinbouwinkomen Boerenbond schat dat de omzet van de Vlaamse land- en tuinbouw in 2010 met 10,4% en het land- en tuinbouwinkomen met 35% stijgt in vergelijking met 2009. Dat laatste is een gedeeltelijk herstel van de zware verliezen van de twee voorgaande jaren (-50%). De sector klimt uit een diep dal, alleen de varkenshouderij verkeert nog steeds in een zware crisis.
D
e studiedienst van Boerenbond maakte eind september 2010 een raming van het Vlaamse land- en tuinbouwinkomen. Daaruit blijkt dat zo goed als alle oogstopbrengsten lager uitvallen dan in 2009. Voor de meeste land- en tuinbouwproducten werden wel betere prijzen genoteerd. Zowel in de akkerbouw, als de groenten- en fruitteelt, zorgen verbeterde prijzen voor omzetherstel. Boerenbond hoopt daarom dat 2010 een kanteljaar wordt dat het einde van de crisis inluidt voor alle sectoren. De tot nog toe gerealiseerde Vlaamse graanproductie (exclusief korrelmaïs) ligt naar schatting ruim 10% lager in vergelijking met 2009. Tegelijk zijn er kwaliteitsproblemen als gevolg van het regenweer in augustus, waardoor veel baktarwe gedeclasseerd werd naar voedertarwe. Door de aanzienlijk lagere graanproductie in Rusland en in mindere mate in de EU liggen de prijzen bijna dubbel zo hoog als in 2009. Boerenbond merkt wel op dat de graanprijzen toen uitzonderlijk laag noteerden. Als gevolg van de droogte en hitte lag de opbrengst van vroege aardappelen gemiddeld 40% lager dan in 2009. Voor de bewaaraardappelen valt de opbrengst naar verwachting 10 à 15% lager uit. De termijnmarkt voor aardappelen geeft reeds een duidelijke indicatie van hogere prijzen als gevolg van die lagere opbrengsten. De suikerbietcampagne startte begin september en draait volop. De opbrengst zal met een geschat gemiddelde van 12,4 ton suiker per ha vermoedelijk 10%
20
/ Landbouw-service
lager liggen dan in het topjaar 2009, toen gemiddeld 13,25 ton per ha gerealiseerd werd.
2009. Globaal daalde de omzet met 9% door een even grote daling van de prijzen in vergelijking met 2009.
Na het dramatische jaar 2009 kwam er een heropleving van de prijzen in de groentesector. Vooral de glasgroenten konden in de eerste acht maanden van dit jaar rekenen op behoorlijke prijsverbeteringen. Voor groenten in open lucht waren de prijsstijgingen beperkter. De prijzen van industriegroenten lagen contractueel vast zodat het door de zomerdroogte getemperd aanbod niet tot hogere prijsniveaus leidde. De gemiddelde contractprijzen lagen dit jaar zo’n 9% lager dan in 2009.
Het resultaat van de dierlijke productie wordt negatief beïnvloed door de zware crisis waarin de varkenshouderij blijft verkeren. Te lage prijzen voor de varkens en te hoge maar vooral te volatiele veevoederprijzen, zorgen voor onrust in de sector. De varkensprijzen lagen in 2010 opnieuw zo’n 6% lager dan in 2009.
De globale omzet van fruit lag in de eerste acht maanden van 2010 zo’n 10% hoger dan in dezelfde periode van 2009. In de sierteeltsector bleef de omzet stabiel in vergelijking met 2009. In de dierlijke productie zorgt vooral de herstelde melkprijs (+30% tegenover 2009) voor een omzetstijging. Tegelijk nam ook de geproduceerde hoeveelheid melk toe met ongeveer 3%. Globaal steeg de omzet voor de melkveehouderij met 34%. De productie van rundvlees daalde in 2010 met 3% in vergelijking met 2009. De gemiddelde rundveeprijzen lagen lichtjes lager dan in 2009. Globaal daalde de omzet van de rundvleessector met 4%. Het aantal braadkippen steeg met 4% in vergelijking met vorig jaar. De prijzen van de braadkippen bleven daarbij ongewijzigd. In de eiersector bleef de productie op hetzelfde niveau als in
De globale omzet van de Vlaamse land- en tuinbouw, waarbij alle sectoren van de plantaardige en van de dierlijke productie in rekening worden genomen, steeg met 10% in vergelijking met 2009. Deze stijging is het resultaat van een toename van de totale omzet in de plantaardige sector met 22%, terwijl de omzet in de dierlijke sector amper met 2% steeg. De volatiele veevoederprijzen kunnen dit cijfer nog sterk neerwaarts beïnvloeden aangezien veevoeders 50% uitmaken van de totale uitgaven van een Vlaams landbouwbedrijf. Naast de stijging van de veevoederprijzen, stelt Boerenbond een sterke stijging vast van de energieprijzen (+30%). De gestegen energie- en
SO C I A L E A C T U A L I T EI T EN <
ONEERLIJKE CONCURRENTIE We krijgen op het secretariaat redelijk wat reacties van leden die concurrentie ondervinden van landbouwers die actief worden in grondverzet, loonwerk of groenvoorziening. voederkosten waren dan ook de voornaamste oorzaken voor een algemene stijging van de directe kosten met 8%. Boerenbond schat dat het inkomen in de Vlaamse land- en tuinbouw met 35% steeg ten opzichte van 2009. Hierdoor herstelt de sector zich, na twee jaren van diepe crisis, waarin het totale Vlaamse land- en tuinbouwinkomen gehalveerd werd. Zo raamt Boerenbond dat het inkomen van 2010 nog 24% onder het gemiddelde inkomen van 20032007 zal liggen. Het inkomen per volledig tewerkgestelde arbeidskracht in de land- en tuinbouwsector (19.967 euro) ligt in 2010 ook nog steeds 49% onder het gemiddeld brutoloon van de loon- en weddetrekkenden in Vlaanderen (39.333 euro). Boerenbond noemt het onrustwekkend dat de productiekosten trendmatig stijgen, terwijl de omzet de voorbije jaren fluctuaties kende, die globaal genomen de trend van de stijgende kosten niet volgen. Kernprobleem blijft het doorrekenen van stijgende kosten. Volatiliteit op de grondstoffenmarkten maakt het de landbouwers extra moeilijk. Vooral prijsschommelingen zijn moeilijk door te rekenen zodat ik pleit voor stabiele prijzen voor landbouwgrondstoffen op een weliswaar voldoende hoog niveau.
B
ij deze willen we een dossier aanleggen. Ingeval u benadeelt bent door deze oneerlijke concurrentie, zou u ons volgende gegevens kunnen bezorgen: • doen landbouwers ook aan grondverzet, loonwerk of groenvoorziening • met welk materieel doen zij aan grondverzet, loonwerk of groenvoorziening • meent u dat dit materieel werd aangekocht met VLIF-steun • aan welke prijzen wordt deze activiteit door de landbouwer aangeboden • onder welke vennootschapsvorm biedt de landbouwer deze werken aan • kan u offertes of facturen toesturen met betrekking tot deze activiteiten.
sector aan te vallen. De landbouwers zijn immers de klanten van de loonwerkers. We betrachten alleen de activiteiten in kaart te brengen, zodat we een overleg met betrokken organisaties en eventueel overheden op gang kunnen brengen. Aan de andere kant zijn er ook heel wat loonwerkers die oneerlijke concurrentie aandoen ten aanzien van de vervoerssector of bouwsector. Zeker met de beroepsverenigingen uit de transportsector hebben we een regelmatig contact. Ook LandbouwService verdedigt het standpunt dat vervoer gelijk is aan vervoer, en niet aan loonwerk. De regels van het vervoer moeten dan gevolgd worden.
Vanuit Landbouw-Service vinden we dat iemand die landbouwwerken voor derden verricht, zich in orde moet stellen als loonwerker. We benadrukken dat dit dossier niet bedoeld is om de landbouw-
Landbouw-service /
21
> SO C I A L E A C T U A L I T EI T EN
GGO’S: OOK GEVOLGEN VOOR DE LOON Europa
E
en isolatieafstand van 15 tot 50 meter volstaat om kruisbestuiving tussen ggo-maïs en gangbare of biologische maïs te voorkomen of er alleszins voor te zorgen dat de vermenging niet meer bedraagt dan de wettelijke drempel van 0,9 procent. Dat stelt het Europees bureau voor coëxistentie in een rapport. Op 13 juli 2010 nam de Commissie een voorstel aan dat voor de EU-lidstaten de vrijheid voorziet om de teelt van ggo’s op hun grondgebied toe te laten, te beperken of te verbieden. Weliswaar nadat de ggo in kwestie na wetenschappelijk onderzoek een teelttoelating kreeg van
de EU. Het door de Commissie goedgekeurde voorstel bevatte ook nieuwe aanbevelingen omtrent coëxistentie. Met de term coëxistentie wordt het naast elkaar bestaan van genetisch gemodificeerde gewassen en niet-ggo’s bedoeld. “De door het Europees coëxistentiebureau voorgestelde maatregelen zijn perfect toepasbaar binnen de nieuwe aanpak van de Commissie die de lidstaten meer flexibiliteit geeft”, zei Eurocommissaris Dalli tijdens de EU-landbouwraad. Het Europees Coëxistentiebureau (ECoB) analyseerde de mogelijke bronnen van vermenging en stelt in zijn rapport een pakket goede landbouwpraktijken voor die coëxistentie moeten verzekeren zon-
der eisen op te leggen die economisch of landbouwkundig niet haalbaar zijn voor een landbouwbedrijf. Onder meer het zorgvuldig opslaan van zaaigoed en het toepassen van isolatieafstanden behoren tot die ‘best practices’ om vermenging van ggo-maïs met conventionele of biologische maïs te vermijden of te beperken. Andere technieken zoals het plannen van de teelten opdat de bloeiperiode van ggo- en niet-ggo velden zou verschillen, zijn volgens ECoB een optie in EU-lidstaten waar het klimaat zoiets toelaat. Een isolatieafstand van 15 tot 50 meter zou volgens ECoB volstaan om kruisbestuiving te vermijden. Bij de voorgestelde afstand gaat ECoB uit van een maximale vermenging van 0,9 procent, dat is de limiet voor in de EU toegelaten ggo’s die een product mag bevatten om het etiket ggo-vrij te dragen. Naarmate de isolatieafstand groter wordt, is de vermenging lager, bij een buffer van 150 tot 500 meter raakt slechts 0,1 procent van de gangbare maïs meer besmet met ggo’s. In de EU mogen momenteel maar drie ggo-gewassen geteeld worden: twee maïsrassen waarvan enkel de insectenresistente Bt-maïs MON 810 ook effectief geteeld wordt en één zetmeelaardappel, met name de Amflora. Wereldwijd werd in 2009 op 134 miljoen hectare ggo-gewassen geteeld. De landen met het grootste areaal ggo’s zijn de Verenigde Staten (48% van het wereldareaal ggo’s), Brazilië (16%) en Argentinië (16%). De vier voornaamste ggo-gewassen zijn: soja (77% van het wereldwijde soja-areaal), katoen (49%), maïs (26%) en koolzaad (21%).
Europa: vervolg De milieuministers hebben zich terughoudend opgesteld over het voorstel van de Europese Commissie om lidstaten zelf te laten beslissen over het al dan niet toestaan van de teelt van genetisch
22
/ Landbouw-service
<
WERKERS? gemanipuleerde gewassen op hun grondgebied. De teelt van genetisch gemanipuleerde gewassen wordt in Europa al jaren bemoeilijkt door verdeeldheid onder de lidstaten. Slechts twee gewassen hebben tot dusver toelating verkregen: de maïssoort MON810 van Monsanto en de Amflora-aardappel van BASF. Bovendien roepen verscheidene lidstaten vrijwaringsmaatregelen in. In juli 2010 pleitte de Commissie voor een minder geharmoniseerde aanpak. Dat zou de lidstaten die dit wensen de mogelijkheid moeten geven de teelt een duw in de rug te geven. De lidstaten mogen de teelt ook weigeren, maar ze mogen zich niet baseren op gezondheids- of milieuoverwegingen. Een meerderheid van de ministers kantte zich op een raad in Luxemburg tegen de hervorming. Namens België waarschuwde ontslagnemend minister van Klimaat en Energie Paul Magnette voor een “hernationalisatie” en ongelijke behandeling op de Europese eenheidsmarkt. “In deze tijden van crisis is
de neiging om zich op zichzelf terug te plooien een risico dat niet mag worden verwaarloosd.” Net als andere ministers eist Magnette meer onderzoek naar de risico’s van genetisch gemanipuleerde gewassen. “De winst aan productiviteit gelinkt aan het telen van ggo’s en de voordelen voor de consument zijn nog verre van bewezen in Europa”, meent hij.
Het is de bevoegdheid van de Europese Unie om, na controle op mogelijk negatieve gevolgen voor de volksgezondheid en het leefmilieu, de teelt van genetisch gemodificeerde gewassen al dan niet toe te laten. Om bij de effectieve uitzaai van ggo-gewassen de vermenging met naburige percelen te vermijden, kunnen de lidstaten zelf teeltvoorwaarden opleggen.
Vlaanderen
Vlaanderen wil de keuzevrijheid van boeren en tuinders blijven garanderen en heeft er voor geopteerd om dergelijke regelgeving uit te werken via het coëxistentiedecreet. Na een lange procedure en onder andere een aanmelding bij Europa, zijn de eerste uitvoeringsbesluiten intussen definitief goedgekeurd en is alvast de teelt van ggo-maïs geregeld.
De Vlaamse regering heeft twee uitvoeringsbesluiten voor de teelt van genetisch gemodificeerde gewassen goedgekeurd. Naast een aantal algemene voorwaarden, worden voor de teelt van ggo-maïs specifieke voorwaarden opgelegd zodat vermenging met naburige percelen vermeden wordt. De komende maanden volgen er soortgelijke besluiten voor ggoaardappelen en ggo-suikerbieten.
De komende maanden komen er gelijkaardige besluiten waarin ook voor ggo-aardappelen en ggo-suikerbieten teeltvoorwaarden opgelegd worden. De coëxistentiebesluiten hebben onder meer betrekking op bufferafstanden, de registratie van de ggo-teelt, het reinigen van machines en de controle. Ook de manier waarop de eventuele schaderegeling in de praktijk zal gebeuren, is nu uitgewerkt.
Eurocommissaris voor Gezondheid John Dalli beloofde voor het einde van het jaar een antwoord op de vragen van de ministers.
Ggo-teelt ook voordelig voor niet ggo-telers Velden met genetisch gewijzigde maïs zijn niet alleen een bedreiging voor de gangbare landbouw. Ze kunnen ook een goede zaak zijn voor naburige velden met niet ggo-maïs. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat in gebieden met veel ggo-maïs die resistent is gemaakt tegen de maïswortelboorder, de algemene schade door het insect sterk afneemt. Dat staat te lezen in het wetenschappelijk magazine Science. Genetisch gewijzigde Bt-maïs is uitgerust met een gen waardoor de plant een stof aanmaakt die de larven van de maïswortelboorder doodt als die van de plant eten. Amerikaanse landbouwers uit vijf staten
waar dergelijke ggo-maïs wordt geteeld, hebben de voorbije 14 jaar 4,95 miljard euro bespaard als gevolg van de beheersing van de maïswortelboorder. Ruim 62 procent van dat bedrag ging naar landbouwers die gangbare maïs telen. Zij bespaarden 3,08 miljard euro. Volgens de onderzoekers kan dat voordeel eenvoudig verklaard worden. Aangezien de genetisch gewijzigde maïs een groot aantal maïsboorderlarven doodt, worden minder dieren volwassen en zijn er dus bij een volgende generatie minder schadelijke larven, ook in de niet ggo-velden. Landbouwers hebben dus minder schade aan hun
gewassen en hoeven minder gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken om de maïswortelboorder te lijf te gaan. De landbouwers die conventionele maïs telen, betalen bovendien minder voor hun zaaigoed dan hun collega’s die ggo-zaad gebruiken. Anderzijds profiteren ook de ggo-telers van de aanwezigheid van niet ggo-maïs. De massale aanplant van ggo-maïs zorgt immers voor een sterke selectiedruk op de maïswortelboorder en dit kan bij het insect tot resistentie leiden tegen het door de planten geproduceerde gif. De aanwezigheid van gangbare maïs vertraagt dat proces.
Landbouw-service /
23
> SO C I A L E A C T U A L I T EI T EN
KMO PORTEFEUILLE Op 1 januari 2009 werd de KMO-portefeuille van de Vlaamse Overheid gelanceerd. De KMOportefeuille is de opvolger van het vroeger BEA (Budget voor Economisch Advies). Je kan hier terecht voor subsidies inzake opleidingen en advies over ondernemen, internationaliseren en innoveren. betekent dat het token persoonlijk is en niet mag doorgegeven worden, ook niet aan derden of adviseurs die uw zaken of deze van uw onderneming behartigen. Het token, samen met de daaraan gekoppelde gebruikersnaam en wachtwoord, identificeert en authenticeert u als persoon. Het token geeft toegang tot strikt persoonlijke informatie van uzelf of van het bedrijf waarvoor u gemandateerd bent op verschillende federale en Vlaamse overheidswebsites.
D
e KMO-portefeuille is een elektronische betaalmiddel waarmee kleine en middelgrote ondernemingen, alsook vrije beroepen, een dienstenpakket kunnen aankopen. Dat dienstenpakket is gericht op het verbeteren van het huidige of toekomstige functioneren van de onderneming. Het dienstenpakket wordt verleend door erkende dienstverleners. De lijst van erkende dienstverleners vind je op de website. De ondernemerschapsportefeuille richt zich tot vrije beroepen en kleine en middelgrote ondernemingen met een exploitatiezetel in het Vlaams Gewest. Enkel ondernemingen die een aanvaardbare activiteit uitoefenen kunnen steun aanvragen. Bepaalde sectoren zoals de land- en tuinbouwsector, de visserij, de transportsector en een groot aantal bedrijven uit de voedingssector blijven uitgesloten van deze steun omdat er een ander steunmechanisme op van toepassing is. Voor onze sector zijn evenwel de ondersteunende activiteiten in verband met de teelt van gewassen opgenomen (enkel exploitatie van irrigatiesystemen en verhuur van
24
/ Landbouw-service
landbouwmachines en -werktuigen met bedieningspersoneel). De Vlaamse overheid betaalt de helft tot 75% (voor innovatie advies) van de ondernemerschapsbevorderende diensten, met een maximum van € 15.000 per kalenderjaar. De onderneming moet dus de 25% tot 50% van de dienstverlening zelf betalen. Om te vermijden dat één van de diensten wordt overbevraagd wordt de subsidie in elke portefeuille per pijler beperkt. Voor opleiding kan je maximum 2.500 euro subsidies aanvragen. Advies inzake ondernemen en internationaliseren zijn beperkt tot 2.500 euro en advies over innoveren is beperkt tot 10.000 euro. Per pijler moeten de dienstverleners waarop een beroep wordt gedaan verschillend zijn. Om gebruik te kunnen maken van de KMOportefeuille, dient u zich aan te melden via federaal token of eId.
Elke gebruiker dient zorgvuldig om te gaan met zijn gebruikersnaam, wachtwoord en token en is tot geheimhouding ervan gehouden. Elke gebruiker is aansprakelijk voor elk al dan niet geoorloofd gebruik ervan, met inbegrip van elk gebruik door derden, tot en met het eventueel inactief maken ervan. Bijgevolg kan het Agentschap Ondernemen niet aansprakelijk gesteld worden voor misbruiken met federale tokens.
Wie? De persoon die gemachtigd is door de onderneming om een subsidieaanvraag in te dienen, moet zich kenbaar maken op onze website via zijn elektronische identiteitskaart of zijn federaal token. De registratie is éénmalig; de volledige procedure moet slechts 1 keer doorlopen worden. Nadien krijgt u toegang door uzelf aan te melden met uw token of eID en uw onderneming aan te melden en dit voor de steunmaatregelen kmo-portefeuille, ecologiepremie en groeipremie.
Voor meer informatie: Wij willen er u attent op maken dat het federaal token de zelfde waarde heeft als uw elektronische identiteitskaart. Dit
www.kmo-portefeuille.be
i
SO C I A L E A C T U A L I T EI T EN <
Geïntegreerde gewasbescherming In uitvoering van een Europese richtlijn wordt elke land- en tuinbouwer binnen Europa verplicht om vanaf 2014 de principes van duurzame geïntegreerde gewasbescherming oftewel Integrated Pest Management (IPM) op zijn bedrijf toe te passen. Vlaams Minister van Landbouw Kris Peeters heeft daarom beslist om een initiatief op te starten om in de plantaardige sector IPM te ontwikkelen en te promoten bij land- en tuinbouwers. Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is in de periode van 1990 tot 2005 met 19 procent gedaald. De druk op het waterleven daalde in die periode zelfs met 42 procent. Sindsdien is er echter een stagnatie in deze positieve evolutie. “Om een volgende stap in de goede richting te zetten en ervoor te zorgen dat onze landen tuinbouwers vanaf 2014 klaar zijn om IPM op hun bedrijf toe te passen, moeten vandaag reeds belangrijke stappen gezet worden”, verklaarde minister Peeters. “Daarom worden er sectorgroepen aan het werk gezet die voor de verschillende teelten richtlijnen zullen opstellen. Er zal sterk op toegezien worden dat dit niet leidt tot extra administratieve lasten. In tweede instantie wordt er een overkoepelende adviesgroep geïnstalleerd waarin alle stakeholders vertegenwoordigd zijn. Deze adviesgroep moet ertoe bijdragen dat de kwaliteit van de richtlijnen wordt gegarandeerd en dat er een groot draagvlak voor IPM wordt gecreëerd. Er zal ook overleg zijn met de FOD Volksgezondheid en het Voedselagentschap zodat bestaande kwaliteitsgidsen afgestemd kunnen worden op IPM”, aldus minister Peeters. Integrated Pest Management is een bestrijdingsmethode waarbij alle mogelijke bestrijdingstechnieken geïntegreerd toegepast worden zodat schade aan planten onder de economische schadedrempel wordt gehouden. Hierbij wordt voorrang gegeven aan niet-chemische bestrijding. Het inzetten van mechanische onkruidbestrijding of biologische bestrijding met natuurlijke vijanden zoals het lieveheersbeestje tegen bladluizen, verdient de voorkeur boven een bespuiting met herbiciden of insecticiden.
Eén van de basisprincipes van IPM is het waarnemen van de schadeverwekkers en het vermijden van economische schade door gepast in te grijpen. Onder impuls van minister Peeters heeft de Vlaamse overheid de waarschuwingsdiensten, het automatisch netwerk van meteorologische stations, een financiële ondersteuning gegeven van 130.000 euro voor de modernisering en uitbreiding van de diensten. Daarnaast wordt de subsidie voor de werking van deze waarschuwingsdiensten vanaf dit jaar opgetrokken van 66.000 naar 101.000 euro. Dat moet hen toelaten om de telers nog beter te informeren wanneer de schadedrempels voor een bespuiting bereikt zijn zodat zij geen ‘kalenderbespuitingen’ op vaste tijdstippen meer hoeven uit te voeren. Naast deze ondersteuning werden er recent diverse initiatieven genomen om de milieudruk van gewasbeschermingsmiddelen zoveel mogelijk te verminderen. Zo werden land- en tuinbouwers gestimuleerd om hun spuittoestel uit te rusten met een schoonwatertank. Daarmee kunnen spuittoestellen op het veld zelf gereinigd worden en wordt bezoedeling van oppervlaktewater voorkomen.
“Met de combinatie van milieuvriendelijke technieken wil ik opnieuw een daling proberen te realiseren in de milieudruk van gewasbeschermingsmiddelen. Het is belangrijk dat IPM op een doordachte en efficiënte manier wordt ingevoerd aangezien er geen alternatief is. Vlaanderen moet een voortrekkersrol spelen in IPM dat mogelijkheden biedt om de druk van gewasbeschermingsmiddelen op milieu en volksgezondheid verder terug te dringen. Bovendien is het ook in het belang van de landbouwsector zelf want het toepassen van de IPM-principes kan land- en tuinbouwers helpen besparen op hun kosten”, aldus minister Peeters. Landbouw-Service zal er voor zorgen dat ook de loonwerkers betrokken worden als stakeholders. We houden u op de hoogte.
Bovendien voeren de erkende praktijkcentra met de steun van de Vlaamse overheid een aantal demoprojecten uit om de goede praktijken bij het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen aan te tonen. Een voorbeeld hiervan is het gebruik van GPS om zuiniger te kunnen omgaan met gewasbeschermingsmiddelen. Deze investering werd opgenomen in het Vlaams investeringsfonds (VLIF) zodat de landbouwers op een subsidie kunnen rekenen. Landbouw-service /
25
> SO C I A L E A C T U A L I T EI T EN
Moet een loonwerker sabam betalen? Wellicht heeft een aantal van onze leden een brief gekregen van SABAM voor het betalen van de auteursrechten. Enkele maanden geleden kondigden de beheersvennootschappen SABAM en Simim aan dat ze voortaan ook een heffing zouden innen voor het afspelen van muziek op de werkvloer. Voor alle duidelijkheid: het gaat hier dus over muziek in NIET voor het publiek toegankelijke ruimten zoals toonzalen, winkels, wachtzalen, ... waarvoor eerder al een heffing gold, maar over bedrijfsruimten waar in principe enkel personeel komt. Door die nieuwe regeling zouden plots heel wat meer bedrijven dan voorheen auteursrechten moeten gaan betalen, wat meteen heel wat protest uitlokte bij UNIZO en de andere ondernemersorganisaties. Daarop kwam er een overleg tussen alle betrokkenen, samen met minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, dat leidde tot een compromisovereenkomst. Specifiek voor het afspelen van muziek op de werkvloer (dus niet voor muziek in voor het publiek toegankelijke bedrijfsruimten!) werd, samengevat, volgend akkoord bereikt. • Ondernemingen met maximaal 8 werknemers (FTE) worden vrijgesteld van de heffing voor het afspelen van muziek op de werkvloer. Dat komt neer op ruim 75 procent van de ondernemingen. Er geldt bovendien nog steeds een korting van 30 procent voor de eerste drie jaren voor ondernemingen die een vrijwillige aangifte doen. • De vergoeding is pas verschuldigd
26
/ Landbouw-service
zijn vanaf het laatste trimester 2009 in plaats van vanaf juli 2009, en de tarieven blijven minstens vier jaar ongewijzigd. We beklemtonen ook nog dat iedere onderneming over volledige vrijheid van aangifte en van toetreding beschikt. Het compromis is er om het voor ondernemingen te vergemakkelijken, door hen de mogelijkheid te bieden zich aan te sluiten bij het voorkeurstarief wanneer zij binnen de onderneming muziek afspelen. Iedere onderneming behoudt echter de vrijheid om een bijzondere tariefregeling aan te vragen die beter op haar specifieke situatie afgestemd zou zijn. De SABAMtarieven op zich maakten geen deel uit van de onderhandelingen met de ondernemersorganisaties.
Wanneer moet ik geen SABAM / SIMIM betalen voor muziek op mijn werkvloer? In volgende situaties moet u geen SABAM / SIMIM betalen: • Indien u geen muziek afspeelt, noch op de werkvloer, noch in de refter of kantine, noch via de website of de telefoon, noch via personeelsfeesten in uw onderneming. • In uw arbeidsreglement is uitdrukkelijk bepaald dat er geen muziek mag afgespeeld worden in uw werkplaatsen. • Indien u muziek afspeelt waarvan de rechten niet beheerd worden door SABAM / SIMIM. Er zijn een aantal spelers op de markt actief die zogenaamde rechtenvrije muziek ter beschikking waarop niet moet betaald worden. Wees daarbij wel op u hoede dat alle rechten
voor u zeker gevrijwaard zijn. • Indien het gaat om muziek die afgespeeld wordt in een situatie die moet beschouwd worden als privé-kring moet er geen SABAM (of SIMIM) betaald worden. Zo zijn er rechtbanken die al beslisten dat een onderneming waar 4 arbeiders reeds jarenlang samenwerken in een atelier waar muziek gespeeld werd en de klanten geen toegang hadden geen SABAM moest betalen. Het is mogelijk dat rechtbanken in andere situaties tot een gelijkaardig besluit komen. • In elk geval moet u geen SABAM / SIMIM betalen voor muziek op uw werkvloer als u minder dan 9 werknemers (FTE’s) te werk stelt.
Wat als ik geen aangifte doe aan SABAM / SIMIM voor muziek op mijn werkvloer? In principe staat het u als onderneming vrij om het tarief al of niet te aanvaarden en om een bijzondere regeling te vragen / af te spreken met SABAM / SIMIM. Indien u geen aangifte doet binnen de aangiftetermijn zoals vermeld op uw aangifteformulier, dan verliest u het voordeel van de korting van 30 % gedurende 3 jaar en betaalt u de volle 100 %. Indien u na een rappel nog geen aangifte doet, dan hanteert SABAM / SIMIM een sanctiepolitiek waarbij de tarieven verhoogd worden met 30 %.
Voor meer informatie: www.unizo.be/sabam
i
M ES T <
Uitrijperiode dierlijke mest verlengd wegens overmacht Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege heeft onder strikte voorwaarden de uitrijperiode voor dierlijke mest met 11 dagen verlengd, namelijk tot en met 11 september 2010. De minister gaat in op onze vraag omdat de sector door het natte weer van de voorbije weken in een situatie van overmacht bevond. Het binnenhalen van de oogst liep in verschillende delen van Vlaanderen vertraging op door de hevige regenbuien van de laatste weken. Op heel wat akkers raken daardoor ook de voorbereidingsen de bemestingswerkzaamheden voor het inzaaien van wintergraan of groenbemesters achterop. Het kabinet van Schauvliege achtte de kans daarom groot dat sommige akkers niet meer kunnen bemest worden voor het ingaan van de bemestingsstop op 1 september 2010. Minister Schauvliege wilde door de ver-
lenging van de uitrijperiode voor mest landbouwers te hulp schieten die door de weersomstandigheden achterstaan met hun zomerwerkzaamheden. De minister legde wel strikte voorwaarden op om te vermijden dat de verlenging van de uitrijregeling negatieve effecten zou hebben op bodem, grond- of oppervlaktewater.
kg stikstof per ha op het land gebracht worden en de landbouwer moest zich ertoe verbinden de gronden in te zaaien met een groenbemester of met wintergraan. Bovendien moest elke landbouwer die van deze uitzonderingsmaatregel gebruik wil maken, dit vooraf melden aan de Mestbank.
Het uitstel van de bemestingsstop gold daarom niet voor de zandstreek en de dierlijke mest mag enkel uitgereden worden op gronden met een graan- of vlasstoppel. Er mocht niet meer dan 100
Eerder had Landbouw-Service gevraagd om de uitrijregeling te verlengen tot 15 september 2010. Landbouw-Service is evenwel tevreden over de actie van de Minister. Landbouw-service /
27
> VR A A G H OE K J E
VRAAGHOEKJE Moeten loonwerkers betalen aan het Voedselagentschap? Zijn loonwerkers in de sector primaire productie de heffing verschuldigd? De loonwerkers zijn de heffing niet verschuldigd in de primaire sector behalve als zij bestrijdingsproducten of meststoffen of bodemverbeteraars verkopen. Zij maken dan deel uit van de sector groothandel of de sector detailhandel al naargelang van de aard van hun klantenbestand en betalen dus een heffing.
Wat verstaat men onder de “de sector Groothandel” en welke activiteiten vallen onder die sector? De sector omvat de aankoop, de invoer, het hanteren, het opslaan van producten met het oog op het kosteloos of tegen betaling afstaan van producten aan operatoren. (De ontvanger is dus geen particulier, maar een professional). In samenhang met de heffingen wordt een onderneming die voor meer dan 50% van haar omzet aan andere operatoren levert beschouwd als deel uitmakend van de sector groothandel.
Wat verstaat men onder de “sector Detailhandel” en welke activiteiten vallen onder die sector? De sector ‘Detailhandel’ omvat de verkoop of levering aan de eindgebruiker van producten die onder de bevoegdheid van het FAVV vallen, met uitsluiting van de sector ‘Horeca’. In samenhang met de heffingen wordt een onderneming die voor meer dan 50% van haar omzet aan andere operatoren levert beschouwd als deel uitmakend van de groothandel of de transformatie, al naargelang van de activiteit.
Moeten de activiteiten van een loonwerker of aannemer van land- en tuinbouwwerken bij het Voedselagentschap worden geregistreerd? De activiteiten van een loonwerker of aannemer van land- en tuinbouwwerken moeten bij het Voedselagentschap worden geregistreerd bij middel van het «aanvraagformulier voor een registratie, een toelating en/of een erkenning» dat beschikbaar is op het internet http://www.afsca.be/erkenningen/. De activiteiten van een aannemer van land- en tuinbouwwerken zijn in de
28
/ Landbouw-service
activiteitenboom van het Agentschap vermeld bij de sector dienstverlening op plaats ‘dienstverlener’ (plaatscode: 69010000). Elke aannemer wordt bovendien gekoppeld aan een van de drie hierna vermelde activiteiten: • Loonwerk voor land- en tuinbouw met gebruik en stockage van gewasbeschermingsmiddelen - activiteitcode: 69101000
• Loonwerk voor land- en tuinbouw met gebruik zonder stockage van gewasbeschermingsmiddelen - activiteitcode: 69102000 • Loonwerk voor land- en tuinbouw zonder gebruik van gewasbeschermingsmiddelen - activiteitcode: 69103000.
DOSSIER M E C H A NIS A T IE 1
DOSSIER Mechanisatie door Otto OESTGES
NIEUWIGHEDEN NEW HOLLAND: DE BREEDSTE PRODUCTLIJN CONFORM MET DE NORM TIER 4 A
B
egin 2011 biedt New Holland de breedste productlijn op de markt aan, conform met de norm Tier 4 , en dat zijn 26 modellen tractoren en maaidorsers. Om aan de normen TIER 4 A, van toepassing vanaf januari 2011, en TIER 4 B, vanaf januari 2014, te voldoen, zet New Holland op de nieuwe technologie van Selectieve Katalytische Reductie (SCR). Deze technologie brengt een vermindering van de milieuvervuiling door naverbranding met een oplossing op basis van ureum, die in de handel verkrijgbaar is onder de naam «AdBlue». Deze motoren werden ontwikkeld in samenwerking met Fiat PowerTrain Technologies (FPT), die tot op heden al meer dan 150.000 SCRmotoren hebben gebouwd. Voor het nieuwe gamma 2011 heeft New Holland nieuwe namen gekozen voor zijn tractoren. Voortaan baseert de nummering op twee sleutelgegevens van de tractor, namelijk de serie en het vermogen. De eerste letter ‘T’ gevolgd door een cijfer - 7, 8 of 9 - geeft de categorie aan: hoe hoger het cijfer, hoe sterker dan ook de tractor. De volgende drie cijfers staan voor het maximale vermogen dat met het Motorvermogenmanagement (Engine Power Management EPM - ECE R120) wordt bereikt.
Andere kenmerken van deze tractoren zijn de AutoCommand-tranmissie, de SideWinder-II-armsteun en het tactiele kleurenbeeldscherm IntelliView™.
kelen en de juiste versnelling bij het ingestelde toerental op de gashendel tijdens transport. Bij alle T8-modellen is de fronthef met een hefvermogen van 6290 kg geïntegreerd en de voorste aftakas draait met 1000 tpm. Tot de standaarduitrusting behoort de vering van de cabine en een volledig nieuw veringsysteem voor de vooras. De modellen van de T8-serie kunnen ook geleverd worden met het geïntegreerd automatisch besturingssysteem «Instellisteer™».
De nieuwe T8-serie telt vijf modellen die opvallen dorr hun lange wielbasis en hun compact uitzien. De motoren zijn Cursor 9 SCR met een maximaal EPM-vermogen van 273 tot 389 Pk (nominaal vermogen van 235 tot 339 Pk). De transmissie is van het type full powershift UltraCommand™, volautomatisch en voorzien van een Ground Speed Management GSM. Dit zorgt voor automatisch scha-
Tenslotte heeft New Holland zijn rij T9-tractoren, in de USA gebouwd, volledig herzien en verbeterd. De nieuwe serie telt zes modellen met een maximaal vermogen van 390 tot 669 Pk (nominaal vermogen van 354 tot 608 Pk). Deze modellen rijden met Cursor 9 en 13 SCR motoren, alle zijn uitgerust met avant-garde technologieën zoals de overige modellen van New Holland.
door hun korte wielbasis waardoor een hogere wendbaarheid. De motoren zijn van het type FPT met een cylinderinhoud van 6,7 liter. De SCR-technologie brengt een brandstofbesparing tot 10% (DLG-test T7270) en zo wordt de aankoopprijs van de AdBleu meer dan gecompenseerd.
De serie T7 omvat nu negen modellen met een maximaal EPM-vermogen van 171 tot 269 Pk (nominaal vermogen: 125 - 228 Pk). Vier modellen van deze serie zijn helemaal nieuw en vallen op
Landbouw-service /
29
> DOSSIER M E C H A NIS A T IE
>
HOGER VERMOGEN VOOR DE FENDT 900 VARIO
D
e nieuwe serie FENDT 900 Vario wordt aangeboden met motoren van 240 tot 390 Pk. Het topmodel 939 Vario is bestukt met de nieuwe Deutz-motor met een hogedrukinjectie Common Rail bij 2000 bar. De grotere cilinderboring en slag samen met een cilinderinhoud van 7,8 liter geven de motor een vermogen van 390 Pk. Voorzien van de SCR-technologie (Selective Catalytic Reduction) voldoet de nieuwe motor aan de 3b-norm (Tier IV interim) die vanaf 2011 in toepassing treedt. De serie 900 Vario kent een hele reeks innovaties zoals de Variotronic-terminal, de inrichting voor het automatisch regelen van de druk van de banden en van het ABS-remsysteem. De nieuwe Variatronic-terminal bundelt, voor de eerste keer, de besturing van de tractor, de besturing van de ISO-genormde werktuigen, het automatische spoorvolgsysteem «VarioGuide», de controlevideo, de documentatie «VarioDoc» en de regeling van de bandendruk. De inrichting voor het regelen van de
bandendruk, het drukvulsysteem Fendt «VarioGrip», behoort tot het origineel concept van het voertuig, wordt af fabriek meegeleverd en laat toe, de bandendruk snel aan te passen, ook tijdens het rijden (tien minuten om de druk met 1 bar te verhogen, twee minuten om de druk met
1 bar te verminderen. Het pneumatische ABS-remsysteem loopt over 4 sensoren die de remsnelheid van elk wiel registeren waarbij de remdruk via kleppen wordt aangepast en zo het blokkeren van de wielen wordt vermeden.
FENDT ONTHULT ZIJN NIEUWE VELDHAKSELAAR: KATANA 65
T
er gelegenheid van de Fendt Feldtage in Wadenbrunn in de buurt van Würzburg (Duitsland) presenteerde AGCO-FENDT in première zijn nieuwe veldhakselaar Katana 65. Katana is de naam van een Japans samoeraizwaard, symbool van preciese
snijkracht, terwijl 65 het vermogen van de 650 Pk motor aanduidt. Deze motor is een V8-Mercedes met 16 l cilinderinhoud die de SCR-technologie (selektieve katalytische reductie) meekreeg. Dit procédé steunt op het inspuiten van een ureumoplossing (AdBlue) waardoor het brandstofverbruik wordt verminderd en tevens aan de normen m.b.t. de uitlaatgassen op niveau 3b (Tier IV interim) wordt voldaan. De cabine met nieuwe ideeën werd speciaal voor de veldhakselaar ont-
30
/ Landbouw-service
worpen. Bij de bedienings- en controleelektronica liet Fendt zich inspireren door de installaties die het al bewezen hadden op de tractoren (bv. Bus Can verbinding, Vario-terminal…). De oogstmachine heeft een maisbek Kemper, 6 toevoerrollen en een hakseltrommel met 720 mm diameter. Met de Katana 65, uitgerust met een ophanging voor de achteras, zet Fendt nieuwe mijlpalen op het gebied van veiligheid en comfort. Deze machine wordt gebouwd in het nieuwe AGCO-atelier in Hohenmölsen (Sachsen-Anhalt, D). Voor volgend jaar wil de firma een tiental machines uitbrengen.
1
TECHNOLOGIE EFFICIENTPOWER VOOR ALLE CASE IH TRACTOREN VAN 130 TOT 600 PK
I
n samenhang met de nieuwe wetgeving m.b.t. de uitlaatgassen die in 2011 in kracht treedt, heeft Case IH meerdere nieuwe tractoren op de markt gebracht die alle uitgerust zijn met de technologie EfficientPower.
van de technologie EfficientPower.
Deze technologie omvat een geheel van technische systemen zoals besturing, Automatisch Productiviteits Management (APM), AFS-controlemonitoren en naverbranden van de uitlaatgassen onder SCR Selectieve Katalytische Reductie. Naast de milieuvriendelijke bijdrag biedt het SCR-systeem nog meer concrete voordelen: minder onderhoudskosten en een duidelijk geringer brandstofverbruik.
De serie Puma CVX wordt om drie nieuwe modellen rijker: Puma CVX 130, 145 en 160. De zescilindermotoren met centrale brandstofinspuiting en 6,7 liter cilinderinhoud brengen een nominaal vermogen van 131, 146 en 160 Pk en zijn uitgerust met het SCR-Systeem samen met het Power Management-Systeem. De drie modellen kregen een nieuwe Multicontroller-armleuning, een hefvermogen tot 8,3 ton en een hydraulisch systeem met een debiet van 140 l/min met tot 8 verdelers. Een bijzonderheid van de nieuwe Puma is zijn compactheid met kortere wielbasis en kleinere draaistraal.
Alle nieuwe tractoren Case IH met meer dan 100 Pk, t.t.z. de modellen van de series PUMA CVX, MAGNUM, QUADTRAC en STEIGER genieten
De nieuwe serie Magnum telt vijf modellen met motoren van 235 tot 340 Pk, eveneens met SCR-technologie. Deze 8,7 liter motoren werden
uitvoerig getest op de maaidorsers Axial-Flow 7120. Voor wat het comfort betreft: bij de Magnum zijn de ophanging van de cabine en van de vooras zijn nieuw. Het rij- en werkcomfort werd verbeterd met de nieuwe armleuning Multicontroller waarin de AFS Pro 700 console geïntegreerd is. Zo worden de prestaties gevolgd, de machine aangespast en bestuurd, gegevens en cartografie opgeslagen, ISOBUS-uitrustingen en videofuncties aangepast, AFS-software bestuurd (Accu Guide). De nieuwe series Quadtrac en Steiger leveren topprestaties: nominale vermogens van 355 tot 608 Pk, met Power Bost van 391 tot 670 Pk. De Quadtrac is uitgerust met vier rupsbanden met onafhankelijke ophanging, waardoor dan ook meer tractie en minder bodemdruk.
Landbouw-service /
31
> DOSSIER M E C H A NIS A T IE
>
U
itverkoren op de Mecanic’Show 2010 is de Kuhn SW 4004 een getrokken wikkelaar die werd ontworpen om rechthoekige balen tot 120 x 140 x 200 cm en ronde balen met een maximumdiameter van 150 cm te wikkelen.
Foto J.P. RUELLE
KUHN SW 4004: EEN WIKKELAAR MET HOOG VERMOGEN EN ISOBUS-GENORMD
Dankzij het hydraulisch inschuiven van de wielen biedt de SW 4004 een opmerkelijke stabiliteit bij het werk en bedraagt de transportbreedte slechts 2,50 m. Deze machine integreert de «IntelliWrap»technologie, met elektronische en hydraulische inrichtingen, die de volledige wikkelprocedure controleert en het aantal lagen wikkelfolie optimaal aan de te wikkelen pakken aanpast. Bovendien is deze wikkelaar Isobus-genormd en vereist geen bijkomende terminal voor het gebruik achter een tractor met Isobus-technologie. De combinatie IntelliWrap en Isobus optimeert het wikkelproces en verhoogt zo de globale capaciteit van de machine.
EEN NIEUWE GENERATIE VELDHAKSELAARS: KRONE BIG X
T
er gelegenheid van de overdracht van de directie aan de vierde generatie stelde Krone zijn nieuwe reeks veldhakselaars BIG X voor en deze omvat drie modellen: BIG X 700 (670 Pk), BIG X 800 (825 Pk) en BIG X 1100 (1035 Pk). Deze hakselaars hebben eenzelfde basis-chassis, MAN-motoren, een volledig vernieuwde cabine en het systeem Varistream.
De motoren Common Rail V8 en V12 van MAN kunnen onder verscheidene karakteristieken van vermogen en werkfunctie gebruikt worden. De twee besturingswijzen zijn: Eco Power, bv. voor de tweede grassnit en dus met een geringere vermogensvereiste, en X Power voor het werk met vol vermogen bij harde arbeiden zoals de maisoogst.
Door het overschakelen op MAN-motoren verliet Krone het concept dubbele motorisatie zodat voortaan voor alle modellen op eenzelfde basis-chassis kan worden opgebouwd. Toch blijft het model BIG X 500 met Mercedes-motor, 6 cilinders in lijn, verder in het programma. Tot de standaarduitrusting behoort het gebrevetteerde systeem «Varistream» voor automatische, variable aanpassing van de doorsnede van de toevoer in functie van het volume ruwvoeder. Varistream vergt geen verdere regeling of instelling bij verschillende werkomstandigheden. De nieuwe serie veldhakselaars biedt eveneens een nieuw concept voor de cabine, met een eenhendelbediening, zodat aan de vereisten van deze machines werd voldaan.
32
/ Landbouw-service
1
OOK BIJ CLAAS NIEUWE TECHNOLOGIEËN VOOR DE OOGST 2011
V
oor het seizoen 2011 verrijkt Claas zijn aanbod aan oogstmachines voor ruwvoeder met talrijke nieuwigheden met het oog op een betere kwaliteit van het ruwvoeder en veilige bediening van de machines.
hier vervangen door twee enkelwerkende cilinders verbonden met vier hydraulische reservoirs. De gewichtsoverdraging van de maaier op de tractor vermindert aanzienlijk niet alleen het brandstofverbruik maar ook de vervuiling van het ruwvoeder.
Voor zijn frontaalmaaiers met 3,00 m breedte - DISCO 3100 FC, Profil FC en FRC - biedt Claas nu de ophanging Active Float aan. De klassieke spanveren werden
Bij de harken heeft Claas het model Liner 3000 met vier rotoren vervangen door de LINER 3500. Vier rotoren met dezelfde afmeting en elk met twaalf armen bieden een werkbreedte van 9,90 tot 12,50 m, waarbij de breedte van de zwad in vier posities, van 1,40 tot 2,30 m kan ingesteld worden. De serie Liner 3500 is uitgerust met een afzonderlijke bediening voor
het wenden en heffen van elke rotor. Hydraulische hoogteregeling is optioneel. Bij de polyvalente opraapwagens CARGOS, die in 2010 werden voorgesteld en op de Mecanic’Show in Libramont met een prijs werden bekroond voor de mogelijkheid om de uitrustung voor laden en afladen uit te wisselen, voegt Claas optioneel een display van de lading toe. Dit systeem met een afwijking van ongeveer 3% steunt op de drukmeting ter hoogte van de gearticuleerde dissel en ter hoogte van het chassis met hydraulische ophanging.
Bij de balenpersen komt Claas met: • vier nieuwe modellen rondebalenpersen VARIANT PRO, voorzien van een hydraulisch opvouwbare rotorbodem; • de QUADRANT 220 RC ADVANTAGE, een pers voor ballen 120 cm x 70 cm met hoge dichtheid, die werd ontwikkeld op basis van de Quadrant 3200 en een excellente prijs/kwaliteitsverhouding brengt.
CLAAS VERVOLLEDIGD ZIJN RIJ MAAIDORSERS
D
e Duitse constructeur Claas vervolledigt zijn aanbod aan maaidorsers met de series LEXION 600 en 700. De vier modellen van de serie 700 (770, 760, 750, 740) zijn uitgerust met een traditionele dorser met APS-systeem, dat tot 30% van al het graan al voor de dorstrommel afsnijdt, en een afscheider voor de overblijvende graankorrels met twee axiale rotoren. De 600-serie met APS-dorssysteem telt vier modellen met zes schudders (670, 660, 650, 640) en twee modellen met vijf schudders (630, 620). De motoren komen van Caterpillar (279 tot 431 PK) en Mercedes Benz (530 tot 586 Pk voor de modellen 770 en 760). De nieuwe Lexion onderscheiden zich eveneens door de geïntegreerde cabine,
die men al van de tractor Xerion en de veldhakselaar Jaguar kent, en door het nieuwe elektronisch bestuursysteem. De multifunctionele hendel, ingebouwd in de armleuning, laat toe samen met de rijsnelheid vele andere functies zoals de hoogte van het frontaalwerktuig, alle stuursystemen, de haspel, het verplaatsen van de schroef voor het ledigen, het stoppen van de maaibalk en het ledigen van de bunker te bedienen. Het verwerken en afleggen van de informatie, de bevelen en de controle worden door het CEBIS-systeem uitgevoerd. Hierbij gaat het om het automatisch regelen van de rijsnelheid, de GPS-sturing, het meten van het rendement en de vochtigheidsgraad, de car-
tografie van de rendementen, de display van de onderhoudsintervallen en de transmissie van gegevens. Bovendien geeft de CEMOS-assistent de optimale instellingen aan de bestuurder door. Tenslotte nog de rupsbanden Terra Trac, die een maximumsnelheid van 40 km/h op de weg toelaten en een rij voordelen bieden: betere bodembescherming, betere trekkracht bij vochtigheid of op hellingen, minder doorslaan en bijgevolg geringer brandstofverbruik.
Landbouw-service /
33
> DOSSIER M E C H A NIS A T IE
>
ROPA EURO-MAUS 4: EEN NIEUWE BIETENMUIS MET TEGENGEWICHTSYSTEEM
T
er gelegenheid van de Beet Europe in Lelystad presenteerde Ropa zijn allernieuwste bietenrooier Euro-Maus 4 met een volledig nieuw concept. Hij onderscheidt zich door een rooibreedte van 10 m en vooral door zijn systeem van tegengewicht, met ingebouwd brandstofreservoir, dat deze machine een buitengewone stabiliteit verleent. De rooibreedte over 10 m telt 18 reinigingsrollen. De reinigingsefficiëntie laat zich vanuit de cabine regelen door aanpassen van tijd en intensiteit. Om de stabiliteit van de bietenmuis bij het werk te verhogen, ontwikkelde de stichter van de firma, M. Hermann Paitner, een uitvoerarm die het tegengewicht tot het transportband vormt. Deze arm is uitvoerbaar tot een lengte van 9,00 m en een hoogte van 4,00 m. De verdeling van het gewicht op de bietenmuis wordt
permanent elektronisch aangepast. De Euro Maus 4 wordt aangedreven door een Mercedes-motor met 326 Pk uitgerust met SCRtechnologie (selectieve katalytische reductie).
tie van 190 machines in 2010 en ze test in België een vorkrooisysteem waarmee haar verschillende Euro-Tiger modellen kunnen worden uitgerust.
De comfortabele cabine kan tot op 5,10 m worden hooggeheven en is voorzien van twee multifunctiehevels op de armleuningen. De Beierse firma Ropa is heden de eerste constructeur van bietenmachines met een produc-
DEWULF STELT ZIJN NIEUWE ZELFRIJDENDE, VIERRIJÏGE BUNKERROOIER KWATRO VOOR
M
et de Kwatro bereikte Dewulf het gestelde objectief: een compacte aardappelrooier over 4 rijen met de dubbele capaciteit van een tweerijer. Het geheel berust op twee onderstellen rupsbanden en één enkel stuurwiel achteraan hetgeen een maximum aan wendbaarheid biedt, vooral nuttig op kleiner percelen. De Kwatro heeft een breedte van minder dan 3,50 m, de bunker heeft een laadvermogen van 10 ton en kan tijdens het rijden uitgeladen worden. De loofklapper, van het integraaltype, legt het loof tussen de aardhopen en zijn werkhoogte blijft samen met de diepte van de rooibeitels via een sideshift met behulp van de steunwielen aangepast aan de hoogte van de rug. De schijven, aan beide kanten van de beitels, worden hydraulisch aangedre-
34
/ Landbouw-service
ven, hetgeen volproppen en samendrukken van de ruggen vermindert. Het zeven loopt over drie zeefmatten en twee ontbladeringsrollen. Het reinigen gaat verder over een breed egelband en een bijkomend reinigingsmodule. Er zijn twee zulke modules beschikbaar: het polyvalent systeem
Easy-Clean en het systeem met axiaalrollen, beter aangepast aan het werk in moeilijke omstandigheden. De Kwatro wordt aangedreven door een Scania met 450 Pk, de cabine komt van Claas en beschikt over een bedieningsuitrusting zoals bij de tweerijïge rooiers.
<
ACTUALITEIT JOHN DEERE HULDIGT ZIJN NIEUW EUROPEES TECHNOLOGISCH CENTRUM IN
I
n Kaiserslautern, vlakbij de wissel A6/A63, opende John Deer vorige lente zijn nieuw Europees technologisch centrum ETIC (European Technology and Innovation Center). Met dit centrum wil John Deere zijn research- en ontwikkelingscapaciteiten in Europa verhogen, vooral op het gebied van de toepassing en integratie van nieuwe technologiën, in het bijzonder Agricultural Management Solutions AMS. Alle actuele precisiesystemen voor de landbouw van John Deere - «i» staat voor innovatief, intelligent en integraal - steunen op gemeenschappelijke componenten: de ontvanger DGPS StarFire ITC, het controlescherm Greenstar 2 kunnen moeiteloos van het ene voertuig op het andere overgebracht. Onder de oplossingen, die in de loop van de voorbije tien jaren door John Deere AMS werden ontwikkeld: • Parallel Tracking - manueel stuursysteem met satellietassistentie; • Autotrac - automatisch stuursysteem met satellietassistentie; • iTec Pro voor een automatische controle van de sturing en van alle herhaalde operaties aan de rand van de akker; • JD Link - beheer van het machinepark per telemetrie; • FieldDoc - automatische documentatie met transfer van de bedrijfsgegevens naar PC; • Harvest Smart - automatisch regelen van de rijsnelheid van de maaidorser; • HarvestMonitor en HarvestDoc - automatisch samenvoegen van de gegevens over de oogst met maaidorsers en veldhakselaars; • HarvestLab - berekenen van het drogestofgehalte; • AutoLoc - voor het automatisch aanpassen van de snijlengte bij de veldhakselaar; • Sprayer Pro - automatische controle van sproeierkleppen;
• BoomTrac Pro - automatisch regelen van hoogte en parallelisme van sproeierarmen; • Tractor Implement Automation - automatisatie van het geheel van machinel aflopen, zoals bv. bij een rondebalenpers, over de Isobusverbinding tractor-machine; • iGuide en iSteer - voor de correctie van de machinespoor bij het werken op hellingen. Het nieuwe researchcentrum draagt bij tot de ontwikkeling van nieuwe precisietechnologiën in de landbouw. Eén van de prioritaire activiteiten betreft de aanpassing aan het Europees satellietensystem Galileo en de modernisatie van het Russische Glonass-Systeem. Het ETIC-centrum vindt in Kaiserslautern een ideale positie tussen de productie-eenheden in Mannheim en Zweibrücken, vlakbij het hooggespecialiseerde researchcentrum van de Universiteit Kaiserslautern. Het centrum zal in de komende jaren zowat 200 medewerkers tellen, vooral ingenieuren en informatici. en - last but not least - het centrum wordt voor 80% met geothermische en fotovoltaische energie verzorgd!
GENERATIEWISSEL BIJ KRONE
O
p 18 april ll. overgaf Dr. Bernard Krone officieel het beheer van de ondernemingsgroep aan zijn zoon, eveneens Bernard gedoopt. Ter gelegenheid van de ceremonie onderstreepte Bernard Krone jr. zijn intentie, het bedrijf ook in de toekomst te leiden volgens de Krone-filosofie, te zeggen met «oprechtheid en eerlijkheid» tegenover medewerkers, klanten en partners, met kwaliteitsproducten en voorbeeldige innovatiecapaciteit. Ter herinnering: het jaarlijkse zakencijfer van
de groep Krone is in de voorbije vijftig jaren met 8,5 miljoen gestegen en bedraagt vandaag de dag 870 miljoen Euro. De zuilen van de onderneming zijn de productie van landbouwmachines in Spelle (Emsland, in het noordwesten van Duitsland) met 1000 medewerkers, de fabricatie van ophangers-laadwagens met 520 medewerkers en de regionale handel in landbouwmachines met 200 personen. Bovendien zijn ongeveer 1000 werknemers ingeschakeld in onderaannemen die exclusief voor Krone werken.
Landbouw-service /
35
Landbouwkrediet, een coöperatieve bank en een perspec tief op een andere relatie met uw bankier. Kijkt u uit naar creatieve ideeën voor uw onderneming? Wilt u uw zakenrelaties een nieuw elan geven? Bent u op zoek naar een betrouwbare bankpartner die luistert en uw noden begrijpt?
Kies dan voor Landbouwkrediet.
Praat erover met uw agent. H ij is al t ijd bereikbaar op zijn gsm. U vindt zijn nummer op www.landbouwkrediet.be.