Lakerlopen 15 maart 2006
Lakerlopen 15 maart 2006 lokatie Eindhoven - Lakerlopen in opdracht van Woonbedrijf SWS en Trudo Woonbedrijf SWS Kronehoefstraat 72c 5622 AC Eindhoven t (040) 2 43 43 43 f (040) 2 60 65 05 i www.woonbedrijf.com Trudo Paradijslaan 38 5611 KN Eindhoven t (040) 2 35 98 88 f (040) 2 46 41 03 i www.trudo.nl Stedebouwkundig masterplan MUST Nieuwe Looiersstraat 45/II 1017 VB Amsterdam t (020) 4 70 20 13 f (020) 4 70 05 61 i www.must.nl
Jeroen Boschlaan.
Aelbert Cuypstraat.
Van Ostadestraat.
Van Ostadestraat.
Inhoudsopgave 1 Onderzoeksvraag
6
2 Werkwijze
8
3 Masterplan MUST
10
4 Geschiedenis
12
5 Architectonische karakteristieken
16
6 Ontwerpprincipes
18
7 Blokken
28
8 Type catalogus
50
1 Onderzoeksvraag De wijk Lakerlopen in Eindhoven wordt ingrijpend vernieuwd. Voor de reconstructie van een deel van de wijk heeft MUST een stedenbouw kundig masterplan gemaakt. Dit plan is in nauwe samenwerking met buurtorganisaties, gemeente en de betrokken woningcorporaties, Trudo en Woonbedrijf SWS, gemaakt.
Aan biq stadsontwerp bv is gevraagd om verschillende programmatische scenario’s in deelgebied B van het masterplan te verkennen met als doel; - een precies programma van eisen te formuleren ten behoeve van de toekomstige nieuwbouw opgave. - de werkbaarheid van het huidige bestemmingsplan te toetsen en de juridisch planologische procedure voor eventuele wijzigingen in het bestemmingsplan te ondersteunen.
e Ve
an in
laa Bosch
ba
e ns
Jeroen
at ra t s
arisple
M Jacob
pe em
at pstra
M
Aelbe
at
tra
es
ad
st
O
aat
n Va
rt Cuy
ag
d es
n
at
ra st
outstr Eeckh
K
Rembrandtplein n
a Vincent v
at Goghstra
Hobbem
astraat
2 Werkwijze In het masterplan van MUST zijn de stedebouwkundige
Na het formuleren van de ontwerpprincipes zijn per blok een aantal
randvoorwaarden en uitgangspunten voor Lakerlopen geschetst,
scenario’s ontworpen. Hierbij zijn verschillende oplossingen voor
waarbij de ’stadswijk door een samenhangend netwerk van
parkeren, bergingen en woningen onderzocht. Uit deze studie is per
straten’ uitgangspunt is. In onze studie heeft dit masterplan als
blok, op basis van optimale kwantiteit en architectonische kwaliteit,
onderlegger en leidraad gefungeerd. Wij hebben ons gericht op de
een scenario gekozen. Dit heeft geresulteerd in een verkaveling voor
architectonische aspecten van de wijk, de straten en de woningen.
een deelgebied waarin blok, rijen, woningtypes, parkeeroplossingen
De architectuur van dit plan ligt dan ook in het verlengde van het door
en stedebouwkundige attributen zijn weergegeven.
MUST opgestelde stedebouwkundig kader. Tegelijkertijd zijn plattegrondstudies gemaakt. De relatie tussen Allereerst hebben wij gekeken naar de geschiedenis van Lakerlopen.
straat, woning, erf en parkeeroplossing is hierbij leidend geweest.
Hoe is de wijk in de loop der tijd ontstaan en wat waren destijds de
Uit deze studies zijn een aantal verschillende type rijwoningen en
belangrijkste architectonische uitgangspunten?
appartementen door de woningbouwvereniging gekozen op basis van commerciële overwegingen. Vervolgens zijn de woningen verder
Aan de hand van deze analyse zijn de architectonische
uitgewerkt tot een typecatalogus.
karakteristieken van Lakerlopen omschreven. Hoe zijn de gebouwen met de stad verbonden? Wat is het karakter van de woningen?
Uit de architectonische karakteristieken zijn de ontwerpprincipes voortgevloeid. We hebben gekeken naar de samenhang tussen de blokken, de binnengebieden en de voorwaarden voor de nieuw te bouwen woningen. Binnen de ontwerpprincipes is onderscheid gemaakt tussen de harde kwaliteitsdragers in het plan en zaken die in
Kempensebaan.
Van Ostadestraat.
Mesdagstraat..
de tijd onderhandelbaar zijn.
C A B
D
Deelgebieden A, B, C, en D van het ontwikkelingsplan voor Lakerlopen
3 Masterplan MUST Het masterplan geeft richting aan de toekomstige ontwikkeling,
De ontwikkeling van Lakerlopen is opgedeeld in vier gebieden;
maar is tegelijkertijd een onderhandelingsdocument. In de
deelgebied A, B, C en D. De deelgebieden hebben alle vier een eigen
toelichting wordt verslag gedaan van verschillende modellen die
tijdsplanning. Deze ontwerpstudie richt zich alleen op de ontwikkeling
bij de herontwikkeling zouden kunnen worden gebruikt. Zo zijn een
van deelgebied B.
model ‘Lakerlopen met een groen hart’ en een model ‘7 buurten, 7 kleuren’ onderzocht. Uiteindelijk is gekozen voor de ‘stadswijk door een samenhangend netwerk van straten’. Deze scherpe keuze legt de ambities bij de planuitwerking vast. Er wordt radicaal ingezet op een continu netwerk van openbare ruimten, die door de bewoners geclaimd kunnen worden. In dit concept zijn de kwaliteit van de openbare ruimte en de overgangen met de aanliggende woningen cruciaal, evenals de noodzaak om de parkeerdruk in het openbare gebied te minimaliseren. Door handhaving van een groot aantal bestaande woningen wordt een aantal blokken samengevoegd, zodat parkeervoorzieningen binnen de blokken ontstaan. Met deze herverkaveling kan een aantal straten worden verlegd en wordt de ruimtelijke structuur van de wijk verhelderd. De ontwerpambities zijn als thema benoemd en van concrete beelden voorzien, maar bevriezen geen eindbeeld. De versterking van de sociale cohesie, de kwaliteit van de woningen en de dagelijkse leefomgeving staan hierbij voorop. Lakerlopen moet een rustige groene stadswijk worden; met een veilige leefomgeving, weinig verkeersoverlast, goede parkeervoorzieningen, bedoeld voor huidige en nieuwe Lakerlopers.
Stadswijk door een samenhangend
Lakerlopen met een groen hart.
7 buurten, 7 kleuren..
netwerk van straten.
10
Poortgebouw uit 1921 aan de Kempensebaan / Van Ostadestraat.
11
4 Geschiedenis Het Eindhoven van nu is ontstaan uit een middeleeuwse stad en vijf
bijzondere woningen.
omliggende dorpen: Woensel, Gestel, Stratum, Strijp en Tongelre, die nu onder deze namen bekend zijn als stadsdelen. In stadsdeel
De ‘311’ ligt grotendeels aan de noordzijde van de Kempensebaan.
Tongelre ligt de wijk de Laak (vernoemd naar een oud stroompje) die
Alleen de poortgebouwen aan de van Ostadestraat/ Kempensebaan
in twee buurten is opgedeeld; Villapark en Lakerlopen.
en de woningen aan het noordelijk deel van de Van Ostadestraat liggen in ons plangebied.
Complex 311 (1921-1923) De eerste woningen van Lakerlopen werden tussen 1921 en 1923 op de akkers van het dorp Klein Tongelre gebouwd. Deze 311 arbeiderswoningen zijn ontworpen door de architect L.J.P. Kooken, in opdracht van de rooms-katholieke woningbouwvereniging St. Joseph, de voorloper van Woonbedrijf SWS. Het ontwerp voor de ‘311’ is gebaseerd op het idee van de tuinstad, waarbij (in tegenstelling tot eerdere arbeiderswijken) veel aandacht is voor groen en openbare ruimte. Het tuinstadidee berust op het principe de voordelen van het platteland te combineren met die van de stad; ruimte en groen combineren met werkgelegenheid en voorzieningen. Het weinige groen in de wijk doet niet erg denken aan het tuinstadidee, maar de ‘311’ behoort dan ook tot het ‘stenige’ type van de tuinstad. In deze variant is het tuinstadidee geminimaliseerd tot de voordelen van een huis met een tuin. In de Kempensebaan zien we nog wel terug hoe
Kempensebaan
Van Ostadestraat
Jan Steenstraat
de tuinstad oorspronkelijk bedoeld is, met breed opgezette straten en veel groen. Karakteristiek voor deze buurt zijn de accenten op de hoeken en vaak ook in het midden van de straatwanden door
12
Complex 211 (1943-1946)
Complex 211 beslaat het grootste deel van het plangebied. De woningen van Complex 211 zijn terug te vinden aan de Mesdagstraat,
In en na de tweede wereld oorlog is het tweede deel van Lakerlopen
Aelbert Cyupstraat, Jacob Marisplein, Veestraat, Eeckhoutstraat,
gebouwd, het ging om 211 gemeentewoningen. Het zogeheten
Rembrandtplein en een deel van de Kempensebaan en de van
Complex 211 is in bezit van woningstichting Trudo. Het project is
Ostadestraat.
ontworpen met drie type woningen: huizen met vijf slaapkamers, met vier slaapkamers en een zolder, en huizen met vier slaapkamers en een niet beloopbare vliering. De bouw van het project werd door de oorlog zeer bemoeilijkt; zo werden de ontworpen stalen kozijnen vervangen door houten kozijnen, zink mocht niet meer gebruikt worden, daarnaast verliep de aanvoer van de benodigde materialen traag.
De commissie voor Volkshuisvesting die het plan moest goedkeuren maakte aanvankelijk bezwaar tegen het ontwerp; ze vindt de plannen niet afwisselend genoeg. Er zijn te veel rechte straatwanden. Ook de woninginspectie die voornamelijk de veiligheid van de woningen beoordeelde maakte bezwaar. De schoorstenen in de woonkamer zouden brandgevaarlijk zijn. Door al deze bezwaren werden de plannen vertraagd. Pas in 1941 werd met de aanbesteding begonnen, terwijl de gemeenteraad al eind 1939 akkoord ging met de plannen. De eerste 133 woningen werden in 1943 opgeleverd.
13
Plattegrond van het kleinste type woning van Complex 211
Complex 264 (jaren vijftig en zestig) In de jaren vijftig en zestig zijn de laatste 264 woningen van Lakerlopen gebouwd. Zowel Complex 211 als Complex 264 zijn in beheer van woningstichting Trudo. Net als vele andere woningen uit die tijd zijn ook dit doorzonwoningen, met een woonkamer die de hele diepte van de woning beslaat, van voor tot achterzijde.
De woningen van Complex 264 staan aan de van Goghstraat en aan de zuidzijde van de Mesdagstraat.
Bebouwing 1923. De ´311´.
Bebouwing 1946.
Bebouwing 1960 - heden.
14
Mesdagstraat.
15
5 Architectonische karakteristieken Lakerlopen is aangemerkt als zogenaamde impulsbuurt en krijgt in
In beide gevallen is de architectuur ‘without rhetoric’, het huis in een
het kader van het Grotesteden-beleid extra aandacht.
rij wordt voorgesteld als een huis in de rij. Dit soort tautologische droogheid is in architectonisch opzicht richtinggevend aan de
Een belangrijk deel van de woningen in Lakerlopen voldoet niet meer
nieuwbouw. Er is dus wel een sterke hechting van gebouwen aan
aan de eisen van deze tijd, veel van de bestaande woningen zijn te
de stedebouw, en ook een continu type. Materialen en stijl zijn veel
klein of verkeren in slechte staat. In het masterplan van MUST is
minder consistent.
vastgelegd welke woningen gesloopt en welke vernieuwd worden. Daarnaast is door MUST een nieuw stratenplan gemaakt waardoor
De nieuwe huizen worden 21e eeuwse comfortwoningen die zich in
beter wordt aangesloten op de omliggende bebouwing en grotere
stilistisch opzicht op een laconieke manier tot de architectonische
bouwblokken met parkeren in de binnengebieden ontstaan.
relicten van de wijk verhouden.
Doordat Lakerlopen in drie fases is opgebouwd heeft de wijk veel verschillende kwaliteiten. Zoals MUST het omschrijft: ‘Lakerlopen is een veelkleurige, levendige buurt met een grote verscheidenheid aan subculturen die veelal per straat kunnen verschillen.’
Deelgebied B van Lakerlopen bestaat vooral uit rijwoningen met schuine kappen en tuinen. Vrijwel alle straten in de huidige wijk lopen krom, wat een onoverzichtelijk beeld geeft. De straten komen bij elkaar op het Jacob Marisplein.
In de bestaande architectuur van het Lakerlopen zijn grofweg 2 generaties gebouwen te onderscheiden: de vooroorlogse tuinstadarchitectuur en de naoorlogse doorzonarchitectuur. Deze verhouden zich ontspannen tot elkaar, maar gaan wel hun eigen gang.
16
nieuwe woningen
bestaande woningen
Bestaande en nieuwe woningen.
17
6 Ontwerpprincipes Deelgebied B van het masterplan is opgedeeld in vijf bouwblokken. In elk van deze bouwblokken komen drie onderdelen bij elkaar; bestaande woningen, nieuwbouwwoningen en parkeervoorzieningen.
Hoe met deze onderdelen en hun samenhang wordt omgegaan hebben wij geformuleerd in de volgende ontwerpprincipes. - Rij versus special
Van Ostadestraat.
- Rij – plint – Special - Variabele versus vaste maten - Symmetrische hoofdvorm - De overgangszone - Parkeren op eigen terrein - Huis in samenhangende reeks
Deze uitgangspunten worden in de volgende pagina’s kort toegelicht.
Aelbert Cuypstraat.
18
Rij versus special In het ontwerp is onderscheid gemaakt tussen twee soorten bebouwing; het specifieke object en de neutrale rij. De neutrale rij vormt de basis van het plan. Deze rijwoningen sluiten aan bij de woningen van het huidige Lakerlopen. De specifieke objecten, de ‘specials’, refereren aan de tuindorparchitectuur van de jaren twintig,
specifiek object
waarbij op de hoeken van de straten vaak een bijzondere woning ontworpen is. Dit idee is terug te vinden in de huidige poortgebouwen aan de Kempensebaan.
Er zijn acht ‘specials’ in het gebied ontworpen. Vijf daarvan staan op de hoeken van straten, aan de randen van het plangebied (hoek Kempensebaan - Van Ostadestraat, hoek Kempensebaan - Aelbert neutrale rij
Cuypstraat, hoek Veestraat – Jeroen Boschlaan). Met deze specials wordt de ingang naar het gebied gemarkeerd. Een zesde special staat aan de zuidzijde van het plein in het midden van het plangebied. Dit gebouw vormt de rug van het plein. Daarnaast staan nog twee specials aan het Jacob Marisplein.
19
Rij versus special.
Rij - plint – Special De vijf bouwblokken in het plangebied zijn opgebouwd uit bestaande
Repertoire
Plint als koppelstuk
special
1
2
3
4
woningen, nieuwe rijen en speciale appartementen blokken. Ondanks deze fragmentatie moeten de blokken ieder één geheel vormen en zich gedragen als gesloten bouwblokken, zodat een duidelijk scheiding ontstaat tussen openbare ruimte en privé-terrein. Om dit te bereiken wordt hier de ‘plint’ geïntroduceerd. De grillige rooilijn van de blokvormen wordt gevolgd door een éénlaagse plint. De plint is continu en koppelt de diverse gebouwen binnen het plan, die als rijen zichtbaar blijven. De plint bevat uitbouwen, garages, tuinmuren en bijzondere functies.
rij
Het koppelstuk is ontleend aan het bestaande Lakerlopen. Binnen het
plint
bouwblok blijven de rijtjes als rechte volumes herkenbaar. Hoeken en knikken blijven beperkt tot bijzondere plekken. Special - rij - plint.
20
Variabele versus vaste maten In het ontwerp zijn een aantal heldere spelregels vastgelegd wat betreft vaste en variabele maten van de woningen. Door een aantal maten vast te leggen, ontstaat vrijheid voor andere, zonder dat het plan zijn helderheid verliest. Op deze manier worden hoeken, pleinwanden en de gevel in het proces vastgezet. plat dak - vast
De rijwoningen hebben een vaste dakhelling en een goothoogte op de
nok - variabel
3e verdieping
tweede verdieping. De diepte en nokhoogte is variabel om verschillen in woonprogramma’s te accommoderen. Voor de rijwoningen zijn daarnaast twee beukmaten aangehouden; woningen van 5,40 m
2e verdieping goot - vast 1e verdieping
breed en woningen met een beukmaat van 6 meter.
De specials hebben een plat dak. Per locatie is een bepaald aantal
diepte - variabel
bouwlagen vastgesteld, variërend van 3 tot 5 bouwlagen. Vaste versus variabele maten.
21
Symmetrische hoofdvorm Belangrijk in het ontwerp is de symmetrie in de hoofdvorm van de bebouwing. De doorsnede van de rijwoningen heeft een simpele vorm, waardoor de typologie zo zuiver mogelijk blijft. De woning is aan beide zijde gelijkwaardig; er is geen kwaliteitsverschil bij de voor of achterkant van het huis.
Naast de symmetrie in de doorsnede van de woning is ook de symmetrie in het straatprofiel belangrijk. Door rijwoningen en entrees naar het binnenterrein te spiegelen ontstaat samenhang tussen de blokken. Het straatbeeld is daardoor rustig en de straat als plek wordt hiermee duidelijk gedefinieerd.
Niet-symmetrische hoofdvorm.
Symmetrische hoofdvorm.
22
Optie 1 - direct Optie 2 - plantentafel Optie 3 - stoep Optie 4 - voortuin
De overgangszone De relatie tussen woning en straat staat in het masterplan van MUST centraal. Door verschillende overgangszones tussen straat en woning te creëren krijgen de straten een eigen identiteit en ontstaat een gevarieerd beeld in de wijk. In het ontwerp zijn vier opties voor overgangszones gemaakt. De overgang tussen straat en woning verloopt hierbij van openbaar naar privé, waarbij optie 1 de meest directe en openbare overgang is en optie vier het meest privé. Waar welke optie is gekozen is afhankelijk van verschillende redenen; de aansluiting op de bestaande bebouwing speelt hierbij een rol, maar ook de oriëntatie en het stedebouwkundig concept.
Optie 1: Direct De overgang tussen woning en straat is in deze optie het meest direct en openbaar. Stedelijke elementen, zoals bijvoorbeeld fietsstangen, worden als intermediair ingezet. Optie 1 is toegepast om het stedelijk karakter van bepaalde blokken te benadrukken, zoals aan de zuidwest zijde van het plein in het midden van het plangebied. Aan de Kempensebaan is voor optie 1 gekozen zodat de nieuwe woningen goed aansluiten bij de bestaande bebouwing. Overgangszones.
Alleen bij optie 1 is de overgangszone openbaar, de volgende drie opties bevinden zich op privé-gebied en zijn dus sterker te claimen door de bewoners.
23
Optie 2: Plantentafel De plantentafel is ingezet als intermediair tussen woning en straat
Optie 1 - direct
Optie 2 - plantentafel
Optie 3 - stoep
Optie 4 - voortuin
en behoort toe aan de woning. Deze plantentafels zijn ontworpen om een groen maar stedelijk karakter te creëren. Voor deze optie is bijvoorbeeld gekozen in het smalle deel van de Mesdagstraat.
Optie 3: Stoep Naast de openbare stoep wordt een tweede verhoging gemaakt zodat een markering ontstaat die de overgang tussen publiek en privé aangeeft. Deze stoep is privé en kan dus door de bewoner worden geclaimd. De stoep kan gezien worden als een verharde ‘tuin’ met tuinmuren haaks op de straat, van 1,20 meter hoog, die de overgang tussen publiek en privé markeren. De stoepen variëren van brede stoepen van 1,5 meter, waar de bewoners kunnen zitten aan het
Voorbeeld optie 1 - direct. Stang bij voordeur. Rijwoning in Villanueve del Ariscal, Sevilla. Cruz/Ortis.
zuidelijk deel van de Aelbert Cuypstraat, tot smalle stoepen, bedoeld als markering, aan het noordelijk deel van de Aelbert Cuypstraat. Overgangszones.
Optie 4: Voortuin Bij deze optie is het overgangsgebied het meest toe te eigenen. Een duidelijke privé zone is gemaakt die als overgang dient tussen woning en straat. De voortuinen zijn net als de stoepen van elkaar gescheiden door middel van tuinmuren van 1,20 meter hoog. De voortuinen voorzien de wijk van een groen karakter en zijn zo ingezet dat ze
Voorbeeld optie 4 - voortuin. Rijwoning in De Grienden, Puttershoek. biq stadsontwerp.
goed aansluiten op de bestaande rooilijn, zoals bijvoorbeeld in de Eeckhoutstraat.
24
Parkeren op eigen terrein Een belangrijk uitgangspunt van het masterplan is om het parkeren in de woonstraten te beperken. Om de verblijfskwaliteit in de straten te garanderen is het noodzaak om de parkeerdruk in de openbare gebieden te minimaliseren. Daarom is een groot deel van de parkeerplaatsen in de binnengebieden van de bouwblokken gesitueerd. Per blok zijn verschillende ontwerpstudies gedaan, waarin telkens naar de optimale parkeeroplossing is gezocht. Per blok is bekeken of de bestaande woningen hierin betrokken kunnen worden. De parkeeroplossingen volgen dus verschillende principes, die afhangen van de getalsmatige verhoudingen per blok.
Parkeren is op een logische wijze in het plan opgenomen. Rijwoning Vaartweg. biq stadsontwerp.
25
Huis in samenhangende reeks. In elk blok ontstaat een reeks: straat – overgangsgebied – huis – erf – parkeren. Dit is een ruimtelijk gegeven dat echter onlosmakelijk is verbonden aan het alledaagse gebruik. De samenhang en vanzelfsprekendheid van de onderdelen van de reeks behoeft veel zorg.
Straat – overgangsgebied – huis – erf – parkeren.
26
27
7 Blokken Het plangebied is opgedeeld in de zes blokken: blok 1, 2a, 2b, 3, 4 en 5. Per blok zijn ontwerpstudies gedaan waarbij het binnenterrein, erf, woning en straat onderzocht zijn. In de binnenterreinen is steeds naar een optimale parkeeroplossing gezocht. Uitgangspunt hierbij was om parkeervoorzieningen voor zowel bestaande als nieuwe woningen te maken. In het binnenterrein van blok 3, 4 en 5 is hiervoor niet genoeg ruimte zodat naar een compromis is gezocht. Ook is bij
Aelbert Cuypstraat.
het ontwerpen naar de samenhang tussen de blokken gekeken. In de volgende pagina’s zullen de ontwerpbeslissingen per blok besproken worden.
Jacob Marisplein.
28
29
30
Blok 1
De woningen in het midden van de straat hebben voortuinen. In het appartementenblok is op de begane grond De Plaatse gesitueerd. De
Blok 1 ligt tussen de Kempensebaan, Van Ostadestraat en Vincent
Plaatse voorziet in begeleid wonen voor verstandelijk gehandicapten.
van Goghstraat. Vincent van Goghstraat Kempensebaan
De twee woningen aan de Vincent van Goghstraat versmallen de
De woningen aan de Kempensebaan zijn twee verdiepingen hoog
ingang van de vroegere straat. De woningen hebben een voor- en
met een schuine kap. Deze hoogte sluit aan op de naastliggende
achterhuis. Deze woningen hebben een plat dak aan de voorkant om
bestaande bebouwing. De Kempensebaan is breed en de woningen
makkelijk aan te sluiten op de naastliggende bebouwing en de ingang
aan de overzijde van de straat zijn vrij hoog. Hoe kan tegelijkertijd
naar het binnenterrein te markeren.
worden aangesloten op de naastliggende bebouwing en de tegenoverliggende bebouwing? De nieuwe woningen hebben deels
Binnenterrein
een plat dak aan de voorzijde die samen een sterk ritme creëren.
In Blok 1 is de ruimte in het binnengebied meer dan voldoende om
Hierdoor hebben de woningen een sterk aanwezigheid naar de straat
het parkeren voor zowel de nieuwe als bestaande bebouwing op te
maar sluiten ze toch goed aan op de naastliggende bebouwing.
lossen. De vraag is hoe op deze overmaat geïncasseerd kan worden
Langs de gevel loopt een metalen profiel dat als intermediair tussen
in onderhandeling met de bestaande woningen. Daar zijn nog veel
woning en straat fungeert.
meer discussies, informatie en besluiten voor nodig. De opzet van het binnenhof is daarom flexibel, maar levert wel een ruimtelijk model.
Van Ostadestraat
Naast voldoende parkeerplaatsen zijn in het binnengebied groene
De appartementenblokken op de hoeken en de woningen aan
vlakken ontworpen. Deze groene vlakken geven het binnengebied
de zuidzijde liggen iets naar voren ten opzichte van de middelste
een meerwaarde. De maat en hoeveelheid van deze vlakken is aan
bebouwing. Hiermee wordt de Van Ostadestraat iets ingeknepen,
te passen. De ingang van het binnengebied voor de auto bevindt
waardoor een plek langs het ‘asje’ ontstaat. Deze plek verwijst naar
zich aan de Vincent van Goghstraat. Daarnaast is het gebied per
de oude poort die ook een ruimte in de Van Ostadestraat creëerde.
voet ook vanaf twee plaatsen in de van Ostadestraat en vanuit de
De bebouwing is symmetrisch en bestaat uit een enkele woningtypes.
Kempensebaan te bereiken.
31
Maquette foto van blok 1.
Blok 1 nieuwe woningen
33
bestaande woningen
40
parkeren binnenterrein 109 dubbele garage + studio 2
Blok 1. Schaal 1:1000.
32
Blok 2a
Binnenterrein Het parkeren voor zowel de bestaande als nieuwe woningen is
Blok 2a wordt bepaald door de Kempensebaan, Van Ostadestraat,
opgenomen in het binnenterrein van Blok 2a. De auto-ingang van
Mesdagstraat en Aelbert Cyupstraat.
Blok 2a is aan de Aelbert Cuypstraat. Daarnaast is Blok2a per voet vanuit de Van Ostadestraat, Mesdagstraat en Kempensebaan te
Kempensebaan en Van Ostadestraat
bereiken.
Met de woningen aan de Kempensebaan en Van Ostadestraat is het zelfde omgegaan als in Blok 1.
Mesdagstraat De woningen aan het steegje van de Mesdagstraat bestaan uit smalle woningtypes waarbij de woonkamer aan het binnenterrein ligt in verband met lichttoetreding. In het steegje zijn plantentafels ontworpen waardoor de woningen meer privacy krijgen. De woningen aan de pleinzijde van de Mesdagstraat hebben een bredere beukmaat, ze liggen iets terug ten opzichte van de woningen in het steegje en hebben voortuinen.
Aelbert Cuypstraat Net als in de Van Ostadestraat zijn ook de appartementen en woningen aan de noordzijde van de Aelbert Cuypstraat symmetrisch. Omdat deze straat smaller en harder is dan de Van Ostadestraat hebben de woningen hier geen voortuinen maar plantentafels. De woning die de entree naar het binnengebied markeert aan de Aelbert Cuypstraat bestaat uit voor- en achterhuis.
33
Maquette foto van blok 2a.
Blok 2a nieuwe woningen
53
bestaande woningen
7
parkeren binnenterrein 67 garage
7
dubbele garage + studio 1
Blok 2a. Schaal 1:1000.
34
Blok 2b Blok 2b ligt tussen de Mesdagstraat, het pleintje, Van Ostadestraat, Aelbert Cuypstraat en Rembrandtplein.
Mesdagstraat De vier woningen aan de Mesdagstraat vormen een rij en zijn symmetrisch met de woningen aan de overzijde van het steegje. Ook deze woningen zijn voorzien van plantentafels.
Het pleintje De woningen aan de noordwest zijde van het pleintje zijn drie verdiepingen hoog en hebben een plat dak. Ze vormen de rug van het pleintje.
Aelbert Cuypstraat Serie 6 bestaat uit een dubbele garage op de begane grond. Op de eerste verdieping is een werkruimte met een schuine kap ontworpen.
Binnenterrein Blok 2b wordt voor de auto ontsloten vanuit de Aelbert Cuypstraat. Per voet is het gebied ook toegankelijk vanuit de Van Ostadestraat. Ten opzichte van de andere blokken is het binnengebied van Blok 2b klein. Hierdoor is de balans tussen parkeren en achtertuinen lastig op te maken.
35
Maquette foto van blok 2b.
Blok 2b nieuwe woningen
16
bestaande woningen
11
parkeren binnenterrein 24 dubbele garage + studio 1
Blok 2b. Schaal 1:1000.
36
Blok 3 Blok 3 wordt door de Crabethstraat, Aelbert Cuypstraat, Jacob Marisplein, Veestraat en Jeroen Boschstraat ingekaderd.
Aelbert Cuypstraat Het appartementengebouw op de hoek van de Aelbert Cuypstraat/ Kempensebaan is één van de vier blokken die de entree naar het plangebied markeert aan de Kempensebaan. De rijwoningen met plantentafels zijn symmetrisch met de woningen aan de overzijde van de straat.
Jacob Marisplein De woningen aan het Jacob Marisplein bestaan uit drie verdiepingen met plat dak en op de begane grond een plantentafel. Het karakter van het Jacob Marisplein is tegengesteld aan dat van het pleintje. Het Jacob Marisplein heeft een duidelijke begrenzing en doet hierdoor meer besloten aan.
Binnenterrein In het binnenterrein van Blok 3 zijn parkeervoorzieningen voor de nieuwe woningen gemaakt. Blok 3 is met de auto te bereiken vanuit de Veestraat. Te voet is het gebied ook ontsloten vanuit de Crabethstraat.
37
Maquette foto van blok 3.
Blok 3 nieuwe woningen
19
parkeren binnenterrein 23
Blok 3. Schaal 1:1000.
38
Blok 4
woningen, waarvan acht aan de Hobbemastraat en vier aan de Eeckhoutstraat, hebben geen parkeerruimte in het binnengebied. De
Blok 4 wordt omsloten door de Aelbert Cuypstraat, Jacob Marisplein,
auto-ontsluiting van Blok 4 bevindt zich aan de Aelbert Cuypstraat.
Eeckhoutstraat en Hobbemastraat.
Daarnaast heeft de Eeckhoutstraat drie steegjes. Eén steegje ontsluit het binnengebied, de andere twee steegjes geven toegang tot de
Aelbert Cuypstraat
tuinen van de bestaande woningen aan de Hobbemastraat.
De woningen aan de Aelbert Cuypstraat bestaan uit standaaart rijwoningen met voor en achtertuin. Ze zijn het spiegelbeeld van de rijwoningen in Blok 2a aan de Mesdagstraat. In het smalle deel van de Aelbert Cuypstraat zijn de woningen minder diep. De nokhoogte wordt hiermee lager, waardoor de overgang in het straatprofiel wordt geaccentueerd.
Jacob Marisplein De woningen aan het Jacob Marisplein zijn het spiegelbeeld van de tegenoverliggende woningen in Blok 3. De symmetrie in het straatprofiel is belangrijk zodat een formele ruimte wordt gecreëerd.
Eeckhoutstraat De drie woningen aan de Eeckhoutstraat zijn een voortzetting van de bestaande woningen in de straat. Maquette foto van blok 4.
Binnenterrein In Blok 4 is in het binnenterrein het parkeren voor de nieuwbouw en een deel van de bestaande woningen opgenomen. Twaalf bestaande
39
Blok 4 nieuwe woningen
21
bestaande woningen
34
parkeren binnenterrein 35
Blok 4. Schaal 1:1000.
40
Blok 5
Binnenterrein In Blok 5 is een half verdiepte parkeergarage opgenomen welke
Blok 5 ligt tussen de Jeroen Boschlaan, Veestraat en Jacob
parkeerplaatsen biedt voor de nieuwe bebouwing van Blok 5. De
Marisplein.
garage is ontsloten vanuit de Veestraat. Blok 5 is het enige blok waar geen parkeervoorziening voor de bestaande bebouwing is
Jeroen Boschlaan
opgenomen.
De woningen in het appartementenblok aan de Jeroen Boschlaan zijn bedoeld voor ouderenhuisvesting. De bergingen op de begane grond horen bij deze woningen. Ook het bedrijf op de begane grond is aan de ouderhuisvesting gekoppeld. De hoogte van het appartementenblok is gerelateerd aan de naastliggende bebouwing. De appartementen zijn aan de Jeroen Boschlaan voorzien van een wintertuin met glasgevel. Deze gevel zorgt voor geluidsreductie en verwijst naar de glasgevel aan de overzijde van de Veestraat. Aan de andere kant van het blok hebben de appartementen een balkon aangrenzend aan de woonfuncties (woonkamer, slaapkamer).
Veestraat en Jacob Marisplein De woningen aan het Jacob Marisplein zetten de bestaande rijwoningen aan de Eeckhoutstraat voort. Zowel de woningen aan het Jacob Marisplein als die aan de Veestraat zijn split-level woningen met een terras aan de achterzijde. Dit terras ligt op het dak van de parkeergarage. Deze garage ligt half verdiept. Door split-level woningen te ontwerpen hebben de woningen zowel een relatie met de straat als met het parkeergaragedak.
41
Maquette foto van blok 5.
Blok 5 nieuwe woningen
19
parkeergarage
28
Blok 5. Schaal 1:1000.
42
Jeroen Boschlaan.
Van Ostadestraat.
43
Kempensebaan.
44
45
Links: Overzichtskaart woningtypes. Schaal 1:1000.
46
47
48
Mesdagstraat.
Aelbert Cuypstraat.
49
8 Type catalogus In het plan zijn neutrale rijen en specials ontworpen. De neutrale rijen zijn opgebouwd uit rijwoningen, de specials bestaan uit appartementenblokken.
Neutrale rij: de rijwoning. De rijwoningen zijn opgedeeld in zes series. Deze woningen vormen de neutrale rijen in het plan. Elke serie heeft een vaste beukmaat van 5,4 of 6 meter. De diepte van de woningen varieert. Bij elke serie is een minimale en maximale diepte aangegeven. Door deze variabele dieptes is ook het oppervlak van de woningen variabel. De opdrachtgevers hebben hierdoor keuze in de grootte van de woningen. Daarnaast is een aantal varianten op de series ontworpen. Deze varianten zorgen voor de aansluiting tussen bestaande en nieuwe woningen. Bij het ontwerpen van de woningplattegronden was de lokatie van de woonkamer een belangrijk uitgangspunt. Op de woningen in het smalle deel van de Mesdagstraat na, is in alle rijwoningen de woonkamer op de straat georiënteerd, waardoor de relatie tussen woning en straat wordt versterkt.
Specials: de appartementen. De appartementen zijn verdeeld over acht blokken in het plan. Deze blokken noemen we specials. Zij zijn de kwaliteitsdragers van het ontwerp. De appartementen zijn opgedeeld in vijf types. Deze woningen hebben een vaste diepte en breedte en een vast oppervlak. Uiteraard moeten de woningen nog verder worden uitgewerkt.
50
Serie 1 beukmaat
6m
min. diepte 8 m
bvo 112,8 m2
max. diepte 10,2 m
bvo 152,4 m2
51
doorsnede
begane grond
1e verdieping
2e verdieping
doorsnede
begane grond
1e verdieping
2e verdieping
Serie 2 beukmaat
5,4 m
min. diepte 8 m
bvo 115,6 m2
max. diepte 10,2 m
bvo 151,2 m2
doorsnede
begane grond
1e verdieping
2e verdieping
doorsnede
begane grond
1e verdieping
2e verdieping
52
Serie 3 beukmaat
5,4 m
diepte
9,3 m
bvo 150,7 m2
doorsnede
begane grond
1e verdieping
2e verdieping
doorsnede
begane grond
1e verdieping
2e verdieping
Serie 4 beukmaat
5,4 m
diepte
10,2 m
53
bvo 137,2 m2
Serie 5 beukmaat
5,4 m
diepte
11 m
bvo 137,7 m2
doorsnede
begane grond
doorsnede
begane grond / 1e verdieping
1e verdieping
2e verdieping
hoekwoningen diepte
5,8 m
bvo 146,0 m2
2e verdieping
54
Serie 6 studio boven dubbele garage beukmaat
6m
diepte
6m
bvo 76,8 m2
doorsnede
55
begane grond
1e verdieping
2e verdieping
Type app. 1 4 appartementen
bvo 90,7 m2
2 appartementen
bvo 89,1 m2
De Plaatse
bvo 274,0 m2
1e / 2e verdieping
Begane grond
56
Type app. 2 6 appartementen
bvo 90,7 m2
3 appartementen
bvo 89,1 m2
1e / 2e verdieping
Begane grond
57
Type app. 3 2 appartementen
bvo 98,9 m2
3 appartementen
bvo 89,1 m2
1 appartement
bvo 90,4 m2
1e / 2e verdieping
Begane grond
58
Type app. 4 3 appartementen
bvo 96,3 m2
5 appartementen
bvo 88,1 m2
1 appartement
bvo 81,0 m2
1e / 2e verdieping
Begane grond
59
Type app. 5 8 appartementen
bvo 103,3 m2
4 appartementen
bvo 89,0 m2
1e / 2e / 3e / 4e verdieping
Begane grond
60
61
Ungerplein 2 flat 21 3033 BR Rotterdam t + 31 (0)10 414 75 85 f + 31 (0)10 433 31 15
[email protected] www.biqstad.nl
62