H O F S T E E N G E ZEEMAĨ G
R
O
ļ r [ í u » i * n i ' 8,
Aan het bestuur en de direc tie van de Regio Gooi en Vec htstreek t.a.v. de heer R. van der Haagen Postbus 251 1400 A G Bussum
Groningen Betreft
E
Laan Corpus den Hoorn 30 9728 JT Groninge 06-5289408 b.g.g. 06-2377277 sietseįphofsteengezeeman.r www.hofsteengezeeman.r
: 7 mei 2014 : Accountantsverslag controle jaarrekening 2013
Geachte leden van het bestuur, geachte directie
ingevolge uw opdracht hebben w i j de jaarstukken van de Regio Gooi en Vechtstreek over 2013 gecontroleerd. Ons oordeel hebben we tot uitdrukking gebracht in de controleverklaring (met goedkeurende strekking) die in de jaarstukken is opgenomen. Het nu voorliggende accountantsverslag Ís het sluitstuk van onze opdracht. Ons accountantsverslag is als volgt ingedeeld: 1. Inleiding 2. Toleranties en oordeel 3. Planning SÍ control I Interne beheersing 4. Verslaggeving 5. Balans 2013 6. Exploitatie 2013 7. Rechtmatigheid 8. G H O R 9. Ontwikkelingen 10. Single Information Single A u d i t 11. Overige bevindingen 12. A f s l u i t i n g
P
alvníiľi
VÍ M P F S T E E N C E ZKĽMA G R O E P
1.
Inleid ing
De jaarrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur en de directie van de Regio. Het is onze verantwoordelijkheid om een controleverklaring bij de jaarrekening te verstrekken, n de controle is onder andere vastgesteld dat de jaarrekening deugdelijk is opgesteld en onderbouwd, dal de inrichting en presentatie voldoen aan het Besluit Begroting en Verantwoording ( B B V ) , dat de waarderingsgrondslagen correct zijn toegepast en de toelichtingen adequaat en volledig z i j n . Ook hebben w i j vastgesteld dat de informatie in de programmaverantwoording en de paragrafen niet strijdig is met het beeld van de jaarrekening. Ten slotte is vastgesteld dat de baten, de lasten en de balansmutaties rechtmatig zijn ("Financiële rechtmatigheid", zie ook hoofdstuk 7 van dit acco untantsverslag). Bij de uitvoering van onze controlewerkzaamheden zijn de algemeen geldende "Controle en overige standaarden (COS)" van de N B A (N ederlandse Beroepsorganisatie van Accountants), het Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden, controleprotocol Wet N ormering Topinkomens in de Publieke en Semipublieke sector ( W N T ) en het eigen controleprotocol van de regio Gooi en Vechtstreek leidend.
2.
Toleranties en oord eel
Onze controleverklaring betreft zowel de getrouwheid als de financiële rechtmatigheid. Ten aanzien van beide aspecten is het oordeel goedkeurend van aard. Deze conclusie w i l niet zeggen dat de jaarstukken in het geheel geen fouten (kunnen) bevatten. Immers, b i j de accountantscontrole wordt er gewerkt met het begrip "materialiteiť", o f het spiegelbeeld ervan "controletolerantie". Dit begrip betekent, dat de jaarrekening voor de gebruikers betrouwbaar moet z i j n , en dat informatie die voor de beslissingen van de gebruikers relevant is, correct moet zíjn. Correct betekent dan dat er geen grotere fout in de jaarstukken mag zitten dan de gebruiker accepteert in het kader van zijn oordeelsvorming en dat is dan de conīroletolerantie waarmee w i j als accountant ons werk doen. Dit alles klinkt nogal vaag en conceptueel, maar het is gelukkig door de wetgever concreet vertaald. In het Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden zijn normen gegeven voor de controletolerantie. Deze z i j n als volgt: >
Wa van de totale exploitatieomvang in geval van fouten 3Vo van de totale exploitatieomvang in geval van onzekerheden
De totale exploitatieomvang 2013 (totaal van de lasten) zoals blijkt uit de jaarrekening bedraagt 6 49,8 miljoen. Daarmee komt de controletolerantie uit op: > P
Voor fouten 1 Za, in casu č 498.000,V o o r onzekerheden 3Vo, in casu ř 1.494.000,ũ
Dan is het nog zodat in deze regels voor het bevoegd gezag, in casu het bestuur, de mogelijkheid is opgenomen o m (al dan niet op onderdelen) de controletolerantie aan te scherpen. Het bestuur van de Regio Gooi en Vechtstreek heeft dat niet gedaan. Het begrip controletolerantie is leidend voor hoe scherp er gecontroleerd moet worden. Daarnaast heeft het algemeen bestuur de bevoegdheid om rapporteringstoleranties vast te stellen. Dĩt zegt niets over hoe scherp er gecontroleerd moet worden, maar wel welke fouten en onzekerheden w i j in ons accountantsverstag moeten vermelden. Het algemeen bestuur van de R egio Gooi en Vechtstreek heeft de rapporteringstoleranties vastgesteld op ë 50.000,-
2
H O F S T E E N GK Z E E M . G R O E P
Voor de controle van de jaarrekening 2013 hebben we daarom gewerkt met de hiervoor opgenomen tolerantiegrenzen. Onze controle heeft geen fouten en ook geen onzekerheden naar voren gebracht die deze grenzen overschrijden. O m die reden is ons oordeel goedkeurend van aard, zowel wat betreft de getrouwheid van de jaarrekening als wat betreft de rechtmatigheid van de baten, de lasten en de balansmutaties. Wel zíjn we tegen een aantal discussiepunten aangelopen die het bedrag van de rapporteringstolerantie ad 6 50.000 overschrijden. Die posten zullen we Ín het vervolg van dit verslag benoemen en toelichten. 3.
Planning Si control I Interne beheersing
De Regio is in 2010 gestart met de ontwikkeling van de planning Sí. control cyclus, met daarin een centrale afdeling voor de financiële administratie en de control. Een ontwikkeltraject waarvan b i j de start aí werd voorzien dat dit meerdere jaren zou gaan duren. Dat is ook in de praktijk gebleken. B i j de contacten die we met de organisatie hebben gehad tijdens de controle van de jaarrekening 2013 is gebleken dat de "productgerichte" beheersing (opleveren van een goed onderbouwde jaarrekening) ten opzichte van voorgaande jaren sterk is verbeterd. W í j hebben ook de indruk dat de samenwerking binnen de afdeling ten aanzien van het jaarrekeningproces is verbeterd. Een andere positieve ontwikkeling is het concretiseren van de al langer levende wens om de AO/1B gestructureerd in kaart te brengen, direct gekoppeld aan de ontwikkeling van de Regio van een dienstenmodel naar een programma georiënteerde organisatie. Goede zaak is, dat ook het C M T zich aan dit project heeft gecommitteerd. Jammer is w e l , dat de omvorming naar de programmagerichte organisatie er toe heeft geleid dat een aantal control instrumenten Ín ontwikkeling niet zijn geformaliseerd. Een belangrijke daarin is de interne mandateringsregeling. Een systeem van budgethouders komt niet goed van de grond en kan niet goed werken (ook niet uit oogpunt van rechtmatigheid!) indien er geen sprake is goede toewijzing van bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Een gevolg hiervan is, dat de directeuren nagenoeg alle facturen zelf onder ogen (moeten) krijgen en (achteraf) accorderen, omdat ze als enige daartoe formeel bevoegd z i j n .
Hei belangrijkste advies op het terrein van de AO/IB bìijft het volgende: Blijf aandacht houden op weg naar een werkwijze binnen de planning ŵ co ntro l cyclus die leidt to t het meer o pereren vanuit de "concern "-gedachte, dan vanuit de individuele "dienstperspectieven ". Niet alleen vanuit de financiële functie, maar nadrukkelijk in samenspel tussen de inho udelijke mensen en de financiële afdeling. Dat is ook van belang in de to eko mstige pr o gramma ge o riënteerde o rganisatie. Op die wijze kunnen zo wel de risico 's als de verschillende planning A co ntro l od cumenten (begr o tingen, tussentijdse o rapp rtages, jaarrekeningen) meer vanuit de eenheidsgedachte o w rden geïdentificeerd en aangepakt. Dat ko mt de kwaliteit van en de acceptatie odo r de o rganisatie zeker ten go ede. 4.
Verslaggeving
De jaarstukken van de Regio voldoen aan de formele uitgangspunten van het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten ( B B V ) . Er worden telkens stapjes gemaakt op het gebied van de informatiewaarde van de jaarstukken. Daar zijn nog verdere verbeteringen mogelijk, bijvoorbeeld:
3
w
HOFSTEENGE ZEEM A G R O E P
j*
Criteria ontwikkelen voor het al dan niet overgaan tot begrotingswijzigingen. Het is ons opgevallen dat voor relatief kleine bedragen (en dan ook nog een verschuiving) de begroting wel is gewijzigd, maar bijvoorbeeld niet voor de WWZ-projecten waar bijna een miljoen in omgaat.
ï*
Een gestructureerde risicoanalyse opnemen in de paragraaf Weerstandsvermogen (zie overigens ook hoofdstuk 5 van dit accountantsvers lag).
>
Meer zuivere afgrenzing tussen verplichtingen (op te nemen onder de overlopende passiva) en reserves (overgebleven middelen). Hoewel er op dit punt duidelijk vooruitgang is geboekt ten opzichte van voorgaande jaren zijn er nog verschillende posten waarbij in de komende t i j d moet blijken o f er sprake is van harde verplichtingen.
5.
Balans 2013
5.1. Eigen vermogen / weerstandsvermogen Het eigen vermogen van de Regio kan als volgt worden gespecificeerd (bedragen * ë 1.000):
A l g e m e n e reserve
2013
2012
2011
276
176
201
Bestemmingsreserves
3.931
3.874
3.524
N o g te bestemmen resultaat
2.670
416
487
Totaal eigen v e r m o g e n
6.877
4.466
4.212
In het staatje hiervoor valt op dat het nog te bestemmen resultaat hoger is dan de afgelopen jaren. Dat komt omdat van oudsher het resultaat van de Grondstoffen en A f v a l s t o f f e n Dienst ( G A D ) anders werd behandeld dan de resultaten van de andere diensten. Het resultaat van de G A D werd opgenomen onder vlottende passiva en de resultaten van de andere diensten als " N o g te bestemmen resultaat' . Los van de vraag wat het algemeen bestuur ten aanzien van het nog te bestemmen resultaat zal gaan besluiten bij de vaststelling van de jaarstukken is het niet logisch o m de diensten op dit punt verschillend te behandelen. De Regio heeft er daarom voor gekozen o m met ingang van 2013 de resultaten van alle diensten op te nemen onder het nog te bestemmen resultaat. 1
In de f i n a n c i ë l e beschouwing is opgenomen dat het Dagelijks bestuur zal voorstellen o m het voordelig saldo van de Regionale Ambulancevoorziening ( ĉ 320.455) toe te voegen aan de reserve aanvaardbare kosten. Voorts zal worden voorgesteld de voordelige saldi van de andere diensten ( i n totaal 6 2.349.886) te restitueren aan de deelnemende gemeenten. Er van uitgaande dat het algemeen bestuur dit voorstel zal overnemen, wordt er dan uiteindelijk C 320.455 aan de bestemmingsreserves toegevoegd. De bestemmingsreserves hebben een spec ifiek doel en z i j n daarmee in principe niet vrij aanwendbaar. Dat betekent dat de algemene reserve (ad C 276.000) de b u f f e r is voor tegenvallers en i o f niet voorziene ontwikkelingen. Uitgedrukt als perc entage van de totale exploitatieomvang van rond de C 50 miljoen betekent dit een buffer van r u i m 0,5*^0. Dat is niet echt veel, zeker niet als er rekening wordt gehouden met re c ente en toekomstige bezuinigingstaakstellingen waar de Regio voor staat, de reorganisatie naar een programma gestuurde organisatie, de decentralisaties vanuit liet Ríjk (samen met de gemeenten), enzovoort.
4
HOESTEENGE ZEEMA G R O E P
In hoeverre de vermogenspositie van de Regio al dan niet toereikend is, hangt samen met het risicoprofiel van de organisatie. Simpel gesteld, b i j een hoger risicoprofiel is het veilig om een hogere buffer aan te houden. Anders moet b i j iedere tegenvaller direct een beroep worden gedaan op de aangesloten gemeenten. Het risicoprofiel is onderdeel van de paragraaf Weerstandsvermogen in de jaarstukken van de Regio. Qua risicoanalyse heeft deze paragraaf nog te weinig body. Er zijn eigenlijk alleen treasuryrisico's opgenomen, t e r w i j l er naar de aard van de activiteiten van de Regio meerdere risico's denkbaar zijn. Zonder volledig te willen zijn noemen w i j een paar mogelijke risico's:
ř >
Schommelingen in marktprijzen bij G A D Het risico van een grootschalige ramp in de Regio met bijpassende inzet van G G D en G H O R Veranderingen in de bekostiging van de R A V , gekoppeld aan bezuinigingen
Tot slot merken we voor de volledigheid nog op dat conform het B B V de verplichtingen aan het personeel uit hoofde van vakantiegeld en niet genoten verlofdagen (terecht) niet in de balans zijn opgenomen. Bíj de beoordeling van de vermogenspositie moet ook met dit gegeven rekening worden gehouden. 5.2. Vorderingen In de f i n a n c i ë l e beschouwing heeft de Regio melding gemaakt van een aantal financiële geschilpunten met de gemeente Bussum, tot een totaal van bijna 6 0,4 miljoen. Dit bedrag heeft de Regio als vordering in de balans opgenomen. Deze vordering vindt zijn oorsprong in een besluit van het algemeen bestuur van de Regio d.d. 14 januari 2009. Destijds is besloten dat Bussum compensatie zou verstrekken voor de hogere huisvestingslasten in Bussum ten opzichte van de locatie Hilversum. De Regio heeft deze situatie door een jurist laten onderzoeken en voelt zich door de bevindingen van deze jurist gesteund voor wat betreft de juridische merites van deze casus. Mede gezien de bevestiging van de juridische positie van de Regio door deze externe deskundige is het logisch dat de Regio de vordering vooralsnog beschouwt als volwaardig. Naar wij begrepen heefi dit o nderwerp alle bestuurlijke aandacht. o Vo r zo ver o nze info rmatie strekt is er no g geen definitieve bestuurlijke op sitiebepaling in deze geweest. In geval van besluitvo rming in het bestuur zal bijpassende afhandeling (m o eten) plaatsvinden.
5
H HOFSTEENGE ZEEM; C H ~E P
5
6.
Exploitatie 2013
Het boekjaar 2013 is afgesloten met een positief van Ç 2.670.000,- (vorig jaar 6 3.271.000,- en 2012 č 3.472.000,-). Duidelijk is, dat de overschotten teruglopen, zowel bij de R A V als b i j de G A D . De samenstelling van het resultaat over de afgelopen jaren kan als volgt worden weergegeven (bedragen * 6 1.000):
Algemene Dienst Regionale Ambulance Voorziening Gewestelijke Gezondheids Dienst Gewestelijke A f v a l s t o f f e n Dienst
2013
2012
2011
1
-1
-28
321
411
513
6
2
2.338
10
2.855
2.985
2.670
3.271
3.472
De afname van het resultaat heeft te maken met (steeds) scherper begroten, maar ook met het realiseren van bezuinigingen die door gemeenten en andere financiers zijn opgelegd. In het resultaat van de G A D spelen naast besparingen op de materiele kosten (minder afval aangeboden, gecombineerd contract verwerking oud papier en karton), ook de onzekere marktaspecten ten aanzien van prijzen (in 2013 gunstige marktprijs metalen, vergoeding afvalfonds voor glas). Per saldo heeft dit voor 2013 geleid tot een lager voordeel dan de afgelopen jaren. 7.
Rechtmatigheid
Naast een oordeel over de getrouwheid van de jaarrekening geeft de accountant in zijn controleverklaring ook een oordeel over de rechtmatigheid van de baten, de lasten en de balansmutaties. Dat betekent dat de baten, de lasten en de balansmutaties tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de geldende externe en interne regelgeving (waaronder verordeningen). Onze controles hebben geen signalen opgeleverd van afwijkingen van deze regelgeving. U i t onze waarnemingen blijkt dat naleving van wet- en regelgeving in de praktijk is geborgd in de processen binnen de Regio. Ons rechtmatigheidsoordeel heeft over 2013 heeft daarom een goedkeurende strekking. Dat geldt ook voor het aspect begrotingsrechtmatigheid. Dat w i l zeggen dat de uitgaven worden gedaan binnen de door het algemeen bestuur vastgestelde kaders per programma. Het beeld is wisselend, er zijn programma's waarbij minder is uitgegeven dan begroot en er zijn programma's waarbij er meer is uitgegeven dan begroot. In die laatste gevallen geldt veelal dat ofwel de inkomsten ook navenant hoger zijn (concreet betekent dat bijvoorbeeld dat er een niet begrote bijdrage is ontvangen en besteed), dan wel de uitgaven zijn gedaan binnen het beleidskader zoals dat door het algemeen bestuur is vastgesteld. Op grond van standpunten terzake van het Platform Rechtmatigheid (de autoriteit op het gebied van de regels rond de financiële rechtmatigheid) hebben dit soort overschrijdingen van de begrote lasten geen effect op het accountantsoordeel.
6
H
HOFSTEENGE Z E E M / G R O E P
8.
GHOR
Onderdeel van de jaarrekening van de Regio is de Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen (GHOR). Dat lijkt merkwaardig omdat de G H O R Ín feite bestuurlijk onderdeel is van de Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek. Daar hebben w i j ook in ons accountantsverslag over 2012 op gewezen. In artikel 5 van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek is geregeld dat de dienstverleningstaak van de G H O R structureel is ondergebracht b i j de Gewestelijke Gezondheidsdienst en als zodanig opgenomen in de gemeenschappelijke regeling Regio Gooi en Vechtstreek. Zo ontstaat de bijzondere situatie dat enerzijds de G H O R valt onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van het bestuur van de Veiligheidsregio, maar anderzijds de financiële verantwoording niet is begrepen in de balans en de exploitatie van deze Veiligheidsregio, maar Ín die van de Regio Gooi en Vechtstreek. Naar ons idee zouden de bestuurlijke verantwoordelijkheid en financiële verantwoording aan elkaar verbonden moeten z i j n , maar gezien deze formulering in de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio en de dagelijkse realiteit van de GHOR als onderdeel van de G G D is deze op het oog dubbele wijze van verantwoorden moeilijk te voorkomen. Mede gezien de eventuele beide gemeenschappelijke passen. 9.
fiscale (BTW) consequenties van een dienstverleningsovereenkomst regelingen lijkt het ons niet opportuun nu de huidige werkwijze
tussen aan te
Ontwikkelingen
De Regio Gooi en Vechtstreek staat, samen met de aangesloten gemeenten, voor een aantal grote uitdagingen. De drie grote decentralisaties (Werk SĹ inkomen. Jeugdzorg en Zorg aan langdurig zieken en ouderen) vragen veel van alle gemeenten in Nederland. De R egio Gooi en Vechtstreek en de aangesloten gemeenten zijn volop bezig met de voorbereidingen en wat daar bij hoort. De bestuurlijke aansturing van de R egio Ís in 2013 uitgewerkt en vastgesteld in een nieuwe gemeenschappelijke regeling. Dat gaat veel verder dan de verandering van de naam "Gewest" in 'Regio". Een belangrijk kenmerk van de nieuwe opzet ís dat de gemeenteraden aan de voorkant meer betrokken zijn b i j het bepalen van de taken die aan de R egio worden opgedragen. In gezamenlijkheid worden de taken en rollen die er in de toekomst zijn binnen het sociale en het fysieke domein nader ingevuld. Daarbij liggen er kansen voor de R egio in het ondersteunen van de gemeenten in hun eigen beleidscycli, maar natuurlijk ook in het bieden van schaalvoordelen door het gezamenlijk aanpakken van taken. Het is daarbij voor de Regio van belang dat de "voorvliegers " die met de inhoudelijke aspecten zijn enerzijds, en de mensen in de "backoffice " (w aaronder Financiën Ā Control) voldoende op aangesloten w orden en blijven om de deelnemende gemeenten op alle fronten op kw alitatief niveau van dienst te zijn.
bezig elkaar hoog
10. Single Information Single Audit De R egio Gooi en Vechtstreek heeft over 2013 geen specifieke geldstromen ontvangen die via het systeem van Single Information Single A u d i t (door middel van een SISA-bijlage b i j de jaarrekening) moeten worden verantwoord. Voor de herkenbaarheid en de consistentie tussen de verschillende boekjaren heeft de R egio wel een SISA-bijlage opgenomen, maar daar (terecht) gemeld dat de SISAverantwoording over 2013 niet van toepassing is. Dit heeft ook tot gevolg dat w i j als accountant geen SISA-bijlage b i j ons accountantsverslag hoeven op te nemen. 7
HOFSTEENGE ZEEM A Í; R O E P
11. Overige bevindingen We sluiten dit verslag af met een aantal deels technische punten. Deze hebben we besproken Ín de organisatie. Omdat w i j daarbij hebben gevoeld dat de organisatie zelf ook nadenkt over deze items en er mee aan de slag gaat, volstaan we met een paar korte formuleringen. Omdat we het vinden passen in de functie van de accountant naar de formele opdrachtgever toe (zijnde het algemeen bestuur) open te zijn over onze bevindingen en adviezen, nemen we d i t hier op. ^
Er wordt binnen de G A D gewerkt met investeringskredieten waarbij de omschrijving van de inhoud v r i j algemeen van aard is. Regelmatig is ook nog niet van te voren helder wanneer de betreffende investeringen zullen t kunnen worden gedaan omdat bijvoorbeeld planprocedures t i j d kosten. Het gevolg is tweeërlei. Deze situatie geeft ruimte te "schuiven" met investeringsuitgaven ten opzichte van kredieten. B i j (relatief geringe, maar toch) overschrijdingen van kredieten wordt niet het totale bedrag geactiveerd, maar worden de overschrijdingen tlv afdelingsbudgetten gebracht. Beide zaken zijn niet wenselijk. Wij bespraken de mogelijkheden om de vaststelling van de kredieten anders in te richten. Bijvoorbeeld naar analogie van de werkwijze binnen veel gemeenten ten aanzien van grondzaken. We! masterplannen maken, die ook vaststellen, maar in de votering van de kredieten onderscheid maken tussen voorbereiding en uitvoering. Binnen de uitvoering kan desgewenst met deelkredieten worden gewerkt. Uiteraard kan er daarbij nog steeds voor worden gekozen de "nacalculatie " te verrichten op het niveau van het masterplan.
P
Het komt binnen de regio steeds meer voor dat er aan meerjarige projecten wordt gewerkt. Daarbij zijn vaak meerdere financiers betrokken. In financiële zin kan er zowel sprake zijn van voorfinanciering als van vooruit ontvangen gelden. Tot nu toe worden de financiële gevolgen van dit soort projecten los van elkaar onder de kortlopende vorderingen (in geval van voorfinanciering dan wel vorderingen op de financier) als onder de kortlopende schulden (in geval van vooruit ontvangen bedragen) opgenomen. Dat kan ertoe leiden dat de balans debet en credit wordt "opgeblazen". Wij bespraken met de organisatie de mogelijkheid om dergelijke subsidieprojecten te behandelen als "onderhanden werk". Dan wordt onder de post voorraad alleen het saldo van bestede kosten en ontvangen bijdragen zichtbaar. Na afronding van een project vindt administratieve verwerking in de exploitatie van het betreffende boekjaar plaats. Mochten er tussentijds verliezen worden verwacht op lopende projecten, dan worden die verliezen ten laste gebracht van het jaar waarin de het verlies bekend wordt. Het is ons opgevallen dat er door de jaarstukken heen en in relatie tot de begroting niet helemaal consistent wordt omgegaan met de weergave van de gemeentelijke bijdrage. Het totaal van de gemeentelijke bijdragen volgens de programmaverantwoording is bijvoorbeeld niet gelijk aan de gemeentelijke bijdrage zoals die in bijlage 6.7 Gemeentelijke bijdrage wordt uitgewerkt. Dit heeft onder andere te maken met verschillen in uitgangspunten. Er is kennelijk verschil tussen vaste bijdragen en bijdragen op basis van individuele afspraken, dan wel prestatie indicatoren. In gesprekken met de organisatie hebben wij gewezen op de mogelijkheden om onderscheid te maken lussen gemeentelijke bijdrage op basis van afspraken i.v.m. de gemeenschappelijke regeling (verdeelvraagstuk) dan wel gemeentelijke inkomsten op basis van afspraken en dienstverlening. Een dergelijk onderscheid kan ook voor de deelnemende gemeenten relevant zijn, want zo kunnen ook de gemeenten zien welke kosten met betaald voor rechtstreekse dienstverlening en wat de bijdrage aan het samenwerkingsverband is. 8
w
H O F S T E E N G E ZEEMAN G R O E P
Iŕ
Er is nog geen sprake van integrale toerekening van baten en lasten aan programma's. Dat betekent dat er per dienst nog sprake is van een afzonderlijk onderdeel bedrijfsvoering. D i t wordt echter deels gebruikt als sluitpost. Door deze systematiek kan het zo zijn dat op pagina 83 van de prograinmaverantwoording er b i j de bedrijfsvoering G A D sprake is van een negatieve gemeentelijke bijdrage van G 178.000. Dat is natuurlijk een puur administratief saldo wat feitelijk geen echte informatie geeft over de bedrijfsvoering binnen de G A D . Wij bespraken binnen de o rganisatie dat de o mvo rming van diensten naar pro gramma 's (zie eerder in dit verslag) een prima mo ment is vo o r herziening van de interne systematiek van toerekening van baten en lasten. Uitgaan van een systeem van integrale ok stprijzen is daarbij een o ptie.
12. Afsluiting W i j hebben de samenwerking met de mensen van de Regio Gooi en Vechtstreek opnieuw ervaren als inspirerend, zakelijk en zeker ook als een uitermate prettige en constructieve samenwerking. W i j vertrouwen er op u met dit accountantsverslag voldoende te hebben geïnformeerd. N atuurlijk zijn w i j graag bereid tot het verstrekken van nadere toelichting en het beantwoorden van vragen.
Hoogachtend, Hofsteenge Zeeman Groep Némèrrs dt
drs. S . b l o f s t ö e n g e RA
9